Verhaal meisje
Geplaatst: 17 nov 2011 19:28
Hoi Allemaal,
Mijn eerste verhaal op deze site. Benieuwd wat jullie ervan vinden!
Ik heb nog geen passende titel gevonden. Op mijn comp heet het 'verhaal meisje' titel komt nog.
Lezen met muziek: Yann Tiersen – Autre Ete L’apress Midi
De lucht kleurde grauwgrijs. De regen viel rustig naar beneden. Kleine druppels die probeerde geen lawaai te maken vielen op de grond. Ze stond daar, losse haren wapperend in de ijzige wind. Het overige haar plakte tegen haar koude wang. Ze deed er niks aan, ze staarde enkel voor zich uit. Op haar gezicht vielen kleine druppels. Druppels die langzaam naar beneden gleden en even onderaan haar kin bleven hangen voordat ze een voor een op de grond druppelden. Het leek haar niet te deren. Ze was nat, drijfnat. Hoe lang ze daar al stond, dat wist hij niet. Een grote druppel liep over haar wang. Druppel. “Proeft jouw bovenlip ook zout” had ze gezegd. Ze knipperde, haar ogen waren nat. Tranen liepen uit haar ogen. Normaal heldere maar nu wazige, afwezige ogen. Blauwe ogen, natte ogen. Tranen, regendruppels vielen op de grond tussen haar voeten. Vreemd genoeg rilde ze niet. Haar witte voeten stonden in een plas. Zou ze erin zijn gaan staan? Haar rode nagellak was fel te zien in contrast met het water. Vreemd, het leek alsof de lak als een geheel doorliep in haar tenen op haar voet, om hoogkruipend tot haar enkel omhoog te klimmen. Een vreemd patroon, haar hele voet zat onder. Nu hij wat beter keek... “Het is slechts een stap verder” had ze gezegd. Nu zag hij de vlekken langs haar been omhoog kruipen. Druppels vielen naar beneden. Regen, tranen, bloed..
Rood.. waas, blinde woede. Haar kleine vuisten waren gebald. Breekbare nagels, hadden haar fragiele huid kapot gedrukt. Sporen stonden in haar kleine witte gespannen handen. Haar mond hing open ze schreeuwde, van binnen zo hard en toch geen geluid ontsnapte uit haar keel. Het enige wat klonk was de ijzige striemende wind. Haar kaken spande zich, kaken stijf op elkaar gekneld. Boos was een klein woord. Boos was lief, hoe zij zich voelde. Dit was geen boosheid. Ongekend. Ongeketende razernij, woede, kwaadheid gierde door haar binnenste, sloopte haar, verteerde haar. Haar fragiele ooit zo sterk lijkende geest, kon niet meer. Haar lichaam blokkeerde. Ze kon niet meer, het was op. Een adertje leek te springen in haar oog, het was over. Soms is het simpel. Ze brak, fragiel als een twijgje in de wind. Razendsnel. Blind, rood, waas, haar zicht was weg. De pijn ondragelijk. Vlak, kaal, leeg. Gedreven te ver. Instinctief boorde de schroevendraaier zich in haar buik. Zonder kick, zonder wrik, krassend tegen het bot. Bot? Hoe kan.. Een emotieloze gedachte ontstond om vervolgens net zo snel onafgemaakt te verdwijnen. Eruit. Bloed. Gevoel? Iets in haar leek iets op te merken. Iets kon zich ontrekken aan het overheersende duister. Het duister, het donker trok, het iets was al bijna ongrijpbaar, ergens fijn... Deze keer had ze een ader. Het licht werd wat groter, verminderde. Nog een keer. De wolken dreven langzaam weg. Nog een keer. “Aaaargghhh” gilde ze, of niet? Ze wist het niet. “Je bent rood, je bent verbrand had hij gezegd”. Achter de wolk leek licht te zitten. Hoe meer licht ze toe liet, hoe meer ze bijna de warmte voelde op haar huid. De warmte die haar bijna kon bereiken het licht dat de wolk bijna liet verdwijnen. Elke slag kwam ze een stukje dichterbij. Ze leek zich wel lichter en lichter te voelen.. Eindelijk was ze dichtbij genoeg. Ze opende haar ogen.. De zon ging onder, de lucht kleurde rood. Het meisje krulde haar lippen en een lege glimlach krulde op haar bleke gezicht. Haar pijn was weg..eindelijk was het over.
Ze stond daar, krullende haren wapperend in de wind. Een ontzielde glimlach op haar gezicht. Een bebloede schroevendraaier hing slap in haar hand. Ze zakte door haar benen, viel met een plof op de grond en bleef roerloos liggen.
Mijn eerste verhaal op deze site. Benieuwd wat jullie ervan vinden!
Ik heb nog geen passende titel gevonden. Op mijn comp heet het 'verhaal meisje' titel komt nog.
Lezen met muziek: Yann Tiersen – Autre Ete L’apress Midi
De lucht kleurde grauwgrijs. De regen viel rustig naar beneden. Kleine druppels die probeerde geen lawaai te maken vielen op de grond. Ze stond daar, losse haren wapperend in de ijzige wind. Het overige haar plakte tegen haar koude wang. Ze deed er niks aan, ze staarde enkel voor zich uit. Op haar gezicht vielen kleine druppels. Druppels die langzaam naar beneden gleden en even onderaan haar kin bleven hangen voordat ze een voor een op de grond druppelden. Het leek haar niet te deren. Ze was nat, drijfnat. Hoe lang ze daar al stond, dat wist hij niet. Een grote druppel liep over haar wang. Druppel. “Proeft jouw bovenlip ook zout” had ze gezegd. Ze knipperde, haar ogen waren nat. Tranen liepen uit haar ogen. Normaal heldere maar nu wazige, afwezige ogen. Blauwe ogen, natte ogen. Tranen, regendruppels vielen op de grond tussen haar voeten. Vreemd genoeg rilde ze niet. Haar witte voeten stonden in een plas. Zou ze erin zijn gaan staan? Haar rode nagellak was fel te zien in contrast met het water. Vreemd, het leek alsof de lak als een geheel doorliep in haar tenen op haar voet, om hoogkruipend tot haar enkel omhoog te klimmen. Een vreemd patroon, haar hele voet zat onder. Nu hij wat beter keek... “Het is slechts een stap verder” had ze gezegd. Nu zag hij de vlekken langs haar been omhoog kruipen. Druppels vielen naar beneden. Regen, tranen, bloed..
Rood.. waas, blinde woede. Haar kleine vuisten waren gebald. Breekbare nagels, hadden haar fragiele huid kapot gedrukt. Sporen stonden in haar kleine witte gespannen handen. Haar mond hing open ze schreeuwde, van binnen zo hard en toch geen geluid ontsnapte uit haar keel. Het enige wat klonk was de ijzige striemende wind. Haar kaken spande zich, kaken stijf op elkaar gekneld. Boos was een klein woord. Boos was lief, hoe zij zich voelde. Dit was geen boosheid. Ongekend. Ongeketende razernij, woede, kwaadheid gierde door haar binnenste, sloopte haar, verteerde haar. Haar fragiele ooit zo sterk lijkende geest, kon niet meer. Haar lichaam blokkeerde. Ze kon niet meer, het was op. Een adertje leek te springen in haar oog, het was over. Soms is het simpel. Ze brak, fragiel als een twijgje in de wind. Razendsnel. Blind, rood, waas, haar zicht was weg. De pijn ondragelijk. Vlak, kaal, leeg. Gedreven te ver. Instinctief boorde de schroevendraaier zich in haar buik. Zonder kick, zonder wrik, krassend tegen het bot. Bot? Hoe kan.. Een emotieloze gedachte ontstond om vervolgens net zo snel onafgemaakt te verdwijnen. Eruit. Bloed. Gevoel? Iets in haar leek iets op te merken. Iets kon zich ontrekken aan het overheersende duister. Het duister, het donker trok, het iets was al bijna ongrijpbaar, ergens fijn... Deze keer had ze een ader. Het licht werd wat groter, verminderde. Nog een keer. De wolken dreven langzaam weg. Nog een keer. “Aaaargghhh” gilde ze, of niet? Ze wist het niet. “Je bent rood, je bent verbrand had hij gezegd”. Achter de wolk leek licht te zitten. Hoe meer licht ze toe liet, hoe meer ze bijna de warmte voelde op haar huid. De warmte die haar bijna kon bereiken het licht dat de wolk bijna liet verdwijnen. Elke slag kwam ze een stukje dichterbij. Ze leek zich wel lichter en lichter te voelen.. Eindelijk was ze dichtbij genoeg. Ze opende haar ogen.. De zon ging onder, de lucht kleurde rood. Het meisje krulde haar lippen en een lege glimlach krulde op haar bleke gezicht. Haar pijn was weg..eindelijk was het over.
Ze stond daar, krullende haren wapperend in de wind. Een ontzielde glimlach op haar gezicht. Een bebloede schroevendraaier hing slap in haar hand. Ze zakte door haar benen, viel met een plof op de grond en bleef roerloos liggen.