Messteken van liefde
Geplaatst: 02 dec 2011 17:02
Messteken van liefde.
Het kostte hem veel moeite om zich te concentreren terwijl zij voor hem zat. Alleen al de contouren van haar lichaam schetsen liet zijn huid warm gloeien. De momenten met haar waren gewoon zo fijn. Zo prettig. O, wat hield hij toch van haar. Hij hield van haar sarcastische grapjes, die zijn dag volledig maakte. Hij hield van haar onzekere vragen die hij kon beantwoorden met liefkozende woorden. Hij hield van de manier waarop ze naar hem lachte.
Zijn hand gleed zorgvuldig over het papier, terwijl zij poseerde tussen de witte rozen. Het was haast onnodig om van zijn werk naar haar op te kijken. Hij had zijn ogen al zo vaak over haar lichaam laten glijden, dat hij elk detail van haar schoonheid uit zijn hoofd kende.
Hij vroeg zich vaak af wat er door haar hoofd ging, wat ze dacht als hij bij haar was. Wat zou hij het fijn vinden om eventjes in haar hoofd te kunnen kijken, al was het maar voor een keer. Dan zou hij weten of zij net zo veel van hem hield als hij van haar.
Hij werkte de schaduwen wat bij door met zijn duim over de tekening te wrijven en bekeek trots het resultaat. Het was prachtig, oogverblindend net als het meisje dat voor hem stond. Overal waar hij ging zou hij de tekening bij zich dragen, zodat zij altijd bij hem zou zijn.
“Pappa? Waarom huil je?” vroeg het meisje geschrokken en klom op zijn schoot. Hij kon de waarheid niet vertellen, hij mócht de waarheid niet vertellen. Zijn vrouw had hem zo eens moeten zien; ongeschoren, met bloeddoorlopen ogen door de alcohol en met gele aanslag op zijn tanden door de sigaretten die hij rookte. Ze had hem uitgescholden, geslagen en geschopt, als ze nu nog leefde…
“Pappa?” probeerde het meisje nog eens en veegde zijn tranen weg met haar hand. Hij sloot zijn armen stevig om haar heen, het moment van pure liefde in zich opsnuivend. Hij wilde dat hij zijn meisje had kunnen behoeden voor zichzelf, voor de uitbarstingen nadat hij te veel had gedronken, maar toch had hij de keuze van echte hulp nooit willen inschakelen. Hij wilde zijn dochter niet kwijt. O god, wat was hij toch een egoïstisch wrak.
"Pappa gaat voor een tijdje weg, naar een kliniek, zodat hij weer beter wordt en met jou kan spelen," kreeg hij vanuit zijn opgezette keel geperst. Hij slikte en streelde haar volle krullen. Het was beter zo. Hij verdiende helemaal geen dochter zoals zij. Hij had haar te veel pijn gedaan.
In gedachten zag hij voor zich hoe hij haar van de week bruut heen en weer schudde, omdat zij hem wekte uit zijn slaap. Ze moest naar school, maar hij had zich verslapen met zijn dronken kop. Haar geschreeuw was oorverdovend en trilde na in zijn oren. Hij werd woedend, woest en had geen controle meer over zijn eigen lichaam. Het werd zwart voor zijn ogen en voor hij het wist raakte zijn vuist haar gezicht.
Hij wilde nooit, nooit meer zoiets haar laten overkomen en wist dat het nu tijd was om actie te ondernemen.
“Ik wil helemaal niet dat je ergens anders gaat wonen. Dan zie ik je nooit meer!” huilde het kleine meisje. Haar gesnik voelde als een steek in zijn hart.
“Natuurlijk niet, gekkie. Als ik beter ben, kom ik weer naar huis,” suste hij in haar oor en plantte een kus op haar voorhoofd.
“Ik hou van je, pappa.”
Het kostte hem veel moeite om zich te concentreren terwijl zij voor hem zat. Alleen al de contouren van haar lichaam schetsen liet zijn huid warm gloeien. De momenten met haar waren gewoon zo fijn. Zo prettig. O, wat hield hij toch van haar. Hij hield van haar sarcastische grapjes, die zijn dag volledig maakte. Hij hield van haar onzekere vragen die hij kon beantwoorden met liefkozende woorden. Hij hield van de manier waarop ze naar hem lachte.
Zijn hand gleed zorgvuldig over het papier, terwijl zij poseerde tussen de witte rozen. Het was haast onnodig om van zijn werk naar haar op te kijken. Hij had zijn ogen al zo vaak over haar lichaam laten glijden, dat hij elk detail van haar schoonheid uit zijn hoofd kende.
Hij vroeg zich vaak af wat er door haar hoofd ging, wat ze dacht als hij bij haar was. Wat zou hij het fijn vinden om eventjes in haar hoofd te kunnen kijken, al was het maar voor een keer. Dan zou hij weten of zij net zo veel van hem hield als hij van haar.
Hij werkte de schaduwen wat bij door met zijn duim over de tekening te wrijven en bekeek trots het resultaat. Het was prachtig, oogverblindend net als het meisje dat voor hem stond. Overal waar hij ging zou hij de tekening bij zich dragen, zodat zij altijd bij hem zou zijn.
“Pappa? Waarom huil je?” vroeg het meisje geschrokken en klom op zijn schoot. Hij kon de waarheid niet vertellen, hij mócht de waarheid niet vertellen. Zijn vrouw had hem zo eens moeten zien; ongeschoren, met bloeddoorlopen ogen door de alcohol en met gele aanslag op zijn tanden door de sigaretten die hij rookte. Ze had hem uitgescholden, geslagen en geschopt, als ze nu nog leefde…
“Pappa?” probeerde het meisje nog eens en veegde zijn tranen weg met haar hand. Hij sloot zijn armen stevig om haar heen, het moment van pure liefde in zich opsnuivend. Hij wilde dat hij zijn meisje had kunnen behoeden voor zichzelf, voor de uitbarstingen nadat hij te veel had gedronken, maar toch had hij de keuze van echte hulp nooit willen inschakelen. Hij wilde zijn dochter niet kwijt. O god, wat was hij toch een egoïstisch wrak.
"Pappa gaat voor een tijdje weg, naar een kliniek, zodat hij weer beter wordt en met jou kan spelen," kreeg hij vanuit zijn opgezette keel geperst. Hij slikte en streelde haar volle krullen. Het was beter zo. Hij verdiende helemaal geen dochter zoals zij. Hij had haar te veel pijn gedaan.
In gedachten zag hij voor zich hoe hij haar van de week bruut heen en weer schudde, omdat zij hem wekte uit zijn slaap. Ze moest naar school, maar hij had zich verslapen met zijn dronken kop. Haar geschreeuw was oorverdovend en trilde na in zijn oren. Hij werd woedend, woest en had geen controle meer over zijn eigen lichaam. Het werd zwart voor zijn ogen en voor hij het wist raakte zijn vuist haar gezicht.
Hij wilde nooit, nooit meer zoiets haar laten overkomen en wist dat het nu tijd was om actie te ondernemen.
“Ik wil helemaal niet dat je ergens anders gaat wonen. Dan zie ik je nooit meer!” huilde het kleine meisje. Haar gesnik voelde als een steek in zijn hart.
“Natuurlijk niet, gekkie. Als ik beter ben, kom ik weer naar huis,” suste hij in haar oor en plantte een kus op haar voorhoofd.
“Ik hou van je, pappa.”