Hoi! Ik zag je verhaal staan en dacht; die ga ik eens lezen! (:
De meeste feedback die je hier krijgt is aardig hoor, het is allemaal positief en opbouwend bedoeld, veel negatief commentaar zul je hier niet tegenkomen!
Waar ik in het begin wat tegenaan liep, was dat je meteen begon met je verhaal zegmaar, er was niet echt een soort inleidend gedeelte, iets waaraan je kunt afleiden over wie of wat het gaat, wie of wat de situatie is. Dat is natuurlijk niet verplicht, maar misschien is dat in jouw geval wel handig.
Ze bekeek aandachtig het busje. Maar of ze er nu echt iets van af wist was de vraag,
de oude man was niet voor niets mee. Het was haar vader.
Ik zou er dan zoiets van maken:
Een blonde jongedame stond naast een wat oudere man op de straat voor de garage. Ze bekeek het busje aandachtig, maar het was niet duidelijk of ze iets van auto's af wist. Haar vader was immers niet voor niets mee.
'Hoeveel kost hij?' vroeg de man. etcetc.
Snap je? Dan begin je zegmaar met een soort inleiding, dan snapt de lezer in wat voor situatie de hoofdpersoon staat.
Dat brengt me direct naar het volgende punt; je hebt bij deze eerst vraag 'vroeg de man' met een kleine letter gedaan, dat klopt ook, het hoort ook met een kleine letter. Verderop in het verhaal heb je steeds hoofdletters gedaan, ik zal even aangeven wat ik bedoel.
Eden, hoe vind je hem?’ Vroeg de man aan het meisje.
'Eden, hoe vind je hem?'
vroeg de man aan het meisje.
‘Duur!’ Was haar antwoord.
'Duur!'
was haar antwoord.
Snap je wat ik bedoel? Nadat iemand iets gezegd heeft, mag het dus gewoon met een kleine letter (:
Hij kon er niks van doen en begon te stotteren,
het gebeurde niet vaak dat een mooie blondine hem zo recht in de ogen aankeek.
Deze zin klopt niet helemaal en er zit een enter tussen. Het is OF hij kon er niets van maken OF hij kon er niets aan doen (:
En die enter na de komma mag sowieso weg.
‘Hij is niet in goede staat, maar als u hem oplaat knappen kan ik u korting geven.’ Het was eruit,
voordat hij eigenlijk beseft had wat hij zei klaarde haar gezicht op.
‘Geregeld!’ Zei ze.
Op laat knappen (los van elkaar); wat die zin daarna betreft, die is nu een beetje moeilijk. Suggestie:
Het was eruit en voordat hij eigenlijk besefte wat hij had gezegd, klaarde haar gezicht al op.
‘Je hebt het weer eens voor elkaar.’ Zei haar vader toen ze het busje voor het
ouderlijk huis hadden geparkeerd.
‘Mijn kleine meid word groot.’ Zei hij trots.
Je hebt hier een paar keer achter elkaar 'zei', maar dat hoef je niet telkens er neer te zetten, mensen snappen wel dat je bedoelt dat die vader dat tegen zijn dochter zet (:
Oh, en deze 'zei' mag ook weer met een kleine letter natuurlijk.
En zo zal het gaan, ze had bijna tweeëntwintig jaar naar anderen geluisterd nu zal ze zelf de regels maken.
Ze wou de wereld zien en zou de wereld zien.
En zo
zou het gaan, ze had bijna tweeëntwintig jaar naar anderen geluisterd, nu
zou ze zelf de regels maken. Ze
wilde de wereld zien en
zou de wereld zien.
Je schrijft in verleden tijd, dus 'zal' moest 'zou' worden. En 'wou' is wel spreektaal, maar in schrijftaal gebruik je eigenlijk altijd 'wilde' (: Trouwens, als je iets wil benadrukken, kun je dat schuingedrukt zetten bijvoorbeeld. Zoals bij 'ze wilde de wereld zien en
zou de wereld zien.'
‘Hij zei dat ze hem zouden opknappen nou daar merk ik veel van.’ Zei ze sarcastisch.
'Hij zei dat ze hem zouden opknappen, nou, daar merk ik veel van,' zei ze sarcastisch.
'zei' met kleine letter, en geen punt, maar een komma, want de zin is niet afgelopen als zij wat heeft gezegd, maar als je de zin hebt afgesloten. Dus:
'Daar merk ik veel van,' zei ze sarcastisch.
'Daar merk ik veel van,' zei ze sarcastisch, 'maar niet heus.'
'Daar merk ik veel van,' zei ze sarcastisch. 'Trouwens, blablabla?'
Ze draaide met haar ogen en zei met sarcastische stem: 'Daar merk ik veel van.'
Het sarcasme in haar stem was duidelijk hoorbaar. 'Daar merk ik veel van.'
'Daar merk ik veel van.' Het sarcasme in haar stem was duidelijk hoorbaar.
Haha, wat een reeks voorbeelden ;p Maar snap je wat ik bedoel?
‘Hij heeft de motor opgeknapt, en de lichten doen het weer dus niet zeuren jij.’ Antwoorde vader.
Hij heeft de motor opgeknapt en de lichten doen het weer, dus niet zeuren, jij,' antwoordde vader.
‘Duidelijk.’ Antwoorde vader afwezig.
antwoordde met kleine letter en 2 d's, net als hierboven (:
Het is ik antwoord (tegenwoordige tijd), dus ik antwoordde (verleden tijd)
Dus ook hij antwoordt (tegenwoordige tijd), dus hij antwoordde (verleden tijd)
Is het een beetje duidelijk? Ik ben een beetje vaag zo laat op de avond, sorry
‘Iedereen is gek, maar je bent pas echt gek als je niet laat zien dat je gek bent.’ Antwoorde ze.
Hier weer hetzelfde (:
‘Morgen ga ik. Pap, morgen ben ik echt vrij.”
Dit vond ik een hele goede afsluitende zin! Alleen die laatste komma mag weg, je hebt nu twee sluitende aanhalingstekens staan, dat mag er gewoon één worden (:
Ik vond het een goed stukje, je schrijfstijl leest fijn weg en op een paar grammatica- en stijlfouten na, heb ik geen foutjes gezien! Je hebt Eden leuk tussen de regels door beschreven, dat ze blond is en donkerblauwe ogen heeft, goed gedaan! (:
Ik ben benieuwd naar de rest, dus keep going!
Doe met mijn feedback wat je wilt, je bent niet verplicht om iets te veranderen ofzo, want het is jouw verhaal en jouw schrijfstijl! (:
Succes verder met je verhaal, als ik tijd heb, blijf ik het komende tijd zeker volgen!
Liefs, Marit.