Pagina 1 van 1

Offering

Geplaatst: 25 jan 2012 04:08
door Cherry
Oké, deze heb ik een keer op mijn mobiel getypt, in de trein, toen ik me verveelde! :super



De pen krast soms wat twijfelachtig over het papier.
Het gekras vult de stilte in de ruimte aan. Hoe vaak had ze deze keuze wel niet overwogen?
Het was in ieder geval niet voor het eerst dat ze de regels en alinea’s keer op keer in haar hoofd herhaalt. Ze is al dagen met de voorbereiding bezig, alles moet kloppen, want één misser kan een haast ondraaglijk einde worden. De jurk hangt voor het raam en wordt door de binnenstromende lucht tot beweging gebracht. Sierlijk schrijft ze haar naam onderaan het papier. Ze blaast de inkt droog en staat dan op. Voorzichtig loopt ze naar de salontafel, kijkt zichzelf aan in de spiegel en blijft staan. Haar zwarte lingerie maakt haar nog bleker dan dat ze al was. Ze draait zich een kwartslag bij om te ondervinden dat ze slank genoeg is en laat haar vingertoppen over haar ribbenkas heen glijden. ‘Precies zoals hij het wil’.

Als ze het gevoel krijgt te lang naar zichzelf te hebben gekeken, doet ze een paar stappen achteruit en reikt naar haar jurk. De witte dunne stof glijdt soepel tussen haar vingers. Ze neemt de hanger van het gordijn rek en houdt de jurk voor haar, tegen haar lijf gedrukt. De koude stof tegen haar warme huid bezorgd haar kippenvel.
Tevreden kijkt ze weer naar haar spiegelbeeld. Wanneer ze deze jurk droeg, vertelde hij dat het zijn favoriet was en dat zij er oogverblindend uitzag. ‘Ik zal je blij maken, ik weet dat hoe graag je dit wilt’ ze houdt de jurk voor haar open, om er in te kunnen stappen, waarna ze hem weer omhoog hijst en de bandjes over haar schouders trekt. Soepel ritst ze de jurk van voren dicht en meteen valt het rafelige borststuk terug om de rits te bedekken. De stof hangt soepel en licht om haar heupen. Haar rode teennagels vallen nu goed op. Ze loopt naar de salontafel en trekt de bovenste lade open, waar ze een lippenstift uit tevoorschijn haalt. Terwijl ze de dop er af trekt, zakt ze langzaam op de kruk en tuit haar lippen naar de spiegel. De felrode kleur bedekt haar zacht roze lippen, die ze even stevig op elkaar drukt en heen en weer beweegt om de rode kleur uit te smeren. Ze legt de lippenstift weer terug in de lade en laat haar ogen door de kamer glijden. Bij de porseleinen poppen verzameling in de hoek stopt ze. Doordat het gordijn nog half dicht zit, valt er over de linker helft van de groep poppen een schaduw, die precies een scheiding maakt, zonder een deel af te snijden. Merkwaardig.

De muren lijken op precies hetzelfde moment adem te halen als zij. Bij de derde zucht in stilte, staat ze op en ze loopt richting het bureau om de brief te vouwen en in de bruine enveloppe te steken. Ze likt de randen en sluit hem af. Op de voorkant staat: aan mijn lieftallige man. Hij zal haar handschrift meteen herkennen. Ze glimlacht zachtjes bij die gedachte. Dan gaat ze opzoek naar haar pumps. Het laatste wat ze nog aan moet trekken voor ze gaat. Ze gaat op de rand van het bed zitten en zoekt met haar hand of haar pumps er ergens onderstaan. Nergens. Dan maar zonder?
Het is toch maar een klein detail in haar plan. Voor een laatste keer laat ze haar handen zoeken naar haar zwarte schoenen. Als ze ook deze keer niets vind staat ze op.
Ze checkt voor de allerlaatste keer haar haren en neemt dan de envelop van het bureau.
‘Ik hoop niet dat ik je teleur stel!’.

Ze trekt de deur van haar slaapkamer open en stapt de totaal overschaduwde gang in.
Het licht uit de slaapkamer vormt een lichtplek naar de trap.
Ze trekt de deur achter haar dicht en gaat boven aan de trap staan, met de brief stevig tegen haar aangedrukt. De foto portretten kijken haar van opzij aan, als ze de trap af daalt.
Onder haar voeten kraken een aantal treden die lijden onder de druk van haar gewicht.
Ze stopt onderaan de trap en kijkt door de woonkamer naar de open deur.
Haar hart begint sneller te bonzen wanneer ze weer besluit te lopen.
De koele lucht van buiten komt haar tegemoet en ze ademt het diep in.
Nu kan het nog.

De meubels in de woonkamer lijken triester dan anders.
Een grote klok geeft aan dat het tien voor vijf is, met een half uur komt hij thuis.
Ze legt de brief op tafel, zodat het meteen zijn aandacht zou trekken als hij binnen komt lopen.
Bij die gedachte glimlacht ze even, het kalmeert haar.
Wanneer ze weer overeind is gekomen, strijkt ze haar jurk glad.
Ze richt haar blik vrijwel meteen weer op de tuin.
Het licht doorzichtige gordijn wappert naar buiten, alsof het met de wind mee wil.
Hoe dichter ze bij de deur komt, hoe harder ze haar hart en ademhaling hoort.
Ze versnelt haar loop tempo om het niet langer aan te hoeven horen.

Het grind, buiten, steekt onder haar voeten, maar ze merkt het nauwelijks op.
Haar blik ligt verankert op het wateroppervlak van de vijver.
Buiten is het op de vogels en kikkers na, stil.
Voor de vijver blijft ze staan, ze kijkt omlaag en ziet haar spiegelbeeld ‘bijna’.
Voorzichtig zet ze haar linker voet in het water en zodra die stevig staat voegt ze haar rechter voet erbij.
Het koude, vieze groene water staat tot haar enkels.
Ze kromt haar tenen in het zand op de bodem en draait zich langzaam om.
Haar witte jurk is door het omdraaien wat nat geworden aan de onderkant.
Nu heeft ze zicht op de achtertuin en het grote witte huis met de open schuifdeur.
‘Ik weet hoe graag je dit wilt’.
Als een plank laat ze zich achterover in het water vallen en zodra ze onder water is ontspant ze zich zo goed mogelijk.
Ze moet rustig blijven, want ze moet met haar gezicht omhoog liggen als hij thuis komt.
Ze voelt dat ze naar adem wil happen en de neiging om zich met alle kracht uit het water te worstelen word met de seconde groter.
‘Nee! Je wilt hem niet teleurstellen!’.
Dan opent ze haar mond, als automatisch hapt ze naar lucht dat er niet is en het water stroomt door de druk naar binnen.
Het gevoel is beangstigend, geen adem kunnen krijgen en je longen die zich vullen met water.
Ze denkt niet meer, ze voelt alleen nog maar.
Vlak daarna word het zwart voor haar ogen en maakt het tegenstribbelen plaats voor levenloosheid.

Haar blik kijkt strak naar de grauwe lucht, alsof ze met haar ogen door het wolkendek wil snijden.
Hij zal straks thuiskomen en haar vinden na de brief.
Een dode drijvende vrouw met strakke blik.
En hij zal niet huilen.
Hij zal haar uit het water tillen en haar op de bank leggen.
En wanneer hij dan vanuit zijn stoel naar haar kijkt zal hij het verlangen voelen en de opwinding.
Hij zal niet weten waar hij moet beginnen.
Hij zal opstaan en naar haar toelopen.
Hij zal haar natte haren strelen en een zoen planten op haar al blauw geworden lippen.
Hij zal zijn handen over haar lichaam laten glijden en haar jurk wat omhoog trekken.
Nu is ze zijn levensechte levenloze porseleinen pop en hij mag doen met haar wat hij maar wil.

Dat schreef ze immers zelf.