titelloos
Geplaatst: 01 feb 2012 22:17
Hallo, dit is de uiteindelijke proloog er is niets veranderd aan het verhaal maar als het goed is zijn de spel fouten eruit.
Ik houd van feedback dus vuur maar af de comments hihi.
in ieder geval veel lees plezier hoop dat jullie het leuk vinden.
Proloog
Ik liep op het schoolplein op zoek naar mijn moeder, maar ik kon haar niet vinden. De bel was als tien minuten geleden gegaan en altijd staat mijn moeder op dezelfde plek midden op het plein. Ik liep verder, maar kon haar nog steeds niet vinden. Ik voelde me alleen, alsof ze me in de steek had gelaten, maar dat zou ze nooit doen.
ik draaide me om en wilde weer naar binnen gaan. Toen zag ik haar staan.
Ik rende naar haar toe en schreeuwde: '' Mama!''
''Ah, Damian, daar ben je. Kom, we gaan snel naar huis,'' zei ze met een serieus gezicht.
''Mama, waarom ben je zo laat?''
Maar ze gaf geen antwoord. We liepen naar de auto, daar stond onze chauffeur. Hij heette Kyle. Ik vergat zijn naam altijd, dacht ik bij mezelf. Ik lachte een beetje en begroete Kyle.
''Goedendag Meneer,'' zei hij op een hele beleefde en deftige toon.
Hij begroette mijn moeder en zei groette hem terug. We stapten in en reden naar huis.
De weg naar huis was stil. Mijn moeder leek bezorgt. Ze speelde met haar haar en keek om de tien seconden op haar telefoon. Ik vroeg me af wat er aan de hand was, maar was te bang om het te vragen. Toen we de oprit opreden leek ze alleen nog maar onrustiger te worden.
Eenmaal binnen zei ze dat ik moest gaan spelen op mijn kamer en dat ze zo wat lekkers ging klaarmaken. Ik liep de trap op en liep naar mijn vaders werkkamer. Hij was er niet. Ik draaide me om en liep naar mijn kamer. Mijn kamer was groot en ik had veel speelgoed. Na een tijdje spelen begon ik me te vervelen. Ik sloop mijn kamer uit en liep de trap af. Toen ik op de trap stond hoorde ik mensen praten met mijn moeder. Het was een zware mannelijke stem, maar het was niet mijn vader. Ik liep verder de trap af om te luisteren wat ze zeiden. Precies op dat moment kwam Louise de hoek van de gang om.
''Oh, Meneer wat doet u hier u moest toch van mevrouw op je kamer blijven,'' zei ze op een strenge manier maar lieve bezorgde manier.
''Maar mama zou wat lekkers maken?'' zei ik vragend.
''Ik maak wel wat voor je,'' zei ze met een glimlach.
Ze draaide zich om en liep weg. Ik liep weer naar boven en zette de tv aan.
Na het avond eten moest ik meteen weer naar mijn kamer. Mijn vader was laat thuis gekomen en ze hadden ruzie gemaakt op de gang. Ze fluisterden, maar ik wist dat ze ruzie maakten. Mijn moeder leek bang en bezorgd. Ze hadden beiden niets gezegd aan tafel. Ik vond het raar, normaal mag ik na het eten altijd nog even in de tuin spelen. Op mijn kamer verveelde ik me, maar ik wilde naar buiten, spelen op de schommel en de glijbaan die in de tuin stonden. Ik keek verder de tuin in. Helemaal achter in de tuin was het bos. Onze tuin grensde aan dat bos en ik en mijn vader gingen daar altijd wandelen. Ik kende het bos precies uit me hoofd, maar ik mocht nooit alleen naar het bos.
Nadat ik had gedoucht moest ik naar bed. Het was half negen en ik was nog helemaal niet moe.
Het was 12 uur 's nachts toen ik wakker werd van gepraat op de gang. Het waren mijn ouders, ze hadden ruzie geloof ik. Mijn moeder leek overstuur en mijn vader boos. Daarna was het even stil en hoorde ik mijn vader zeggen dat hij naar beneden ging.
Ik draaide me om en probeerde weer te verder te slapen. Mijn moeder liep ook de trap af en op dat moment hoorde ik glas breken. Ik schrok ervan. Ik zat recht op in mijn bed. iIk hoorde voetstappen en geschreeuw beneden. Mijn kamerdeur vloog open. Mijn moeder stond in de deur opening en liep naar mij toe. Ze tilde me op en liep met me naar de gang. Ze liep naar de badkamer.
''Mama, wat gebeurt er?'' vroeg ik haar.
''Niks lieverd, we doen een spelletje. Je mag zo via de was buis naar beneden glijden in de was mand. Ik weet het, ik zeg dat het niet mag, maar ik weet dat je het af en toe toch doet.'' Ze glimlachte, maar er was iets raars aan haar glimlach.
Ze gaf me een zoen op mijn voorhoofd.
''Ik hou van je, vergeet dat nooit.''
''Ik ook van jou mama.” Ik glimlachte, gleed naar beneden, keek nog een keer om en zag dat ze huilde. ''Mama!'' schreeuwde ik.
Eenmaal beneden stond mijn vader daar. Hij pakte me vast en we renden via de personeels deur de tuin in. We renden hard, ik keek naar de grond en zag mijn schaduw en licht, veel licht. Raar, de zon is toch al onder. Ik keek achterom en zag ons huis opgeslokt door de vlammen. Ik stopte en wilde terug rennen.
''Mama! Mama!'' schreeuwde ik.
Mijn vader tilde me op en rende verder. Ik keek weer naar ons huis en zag toen allemaal zwarte figuurtjes rennen richting ons. Ik knipperde met me ogen en opeens waren we in het bos. Me vader zette me neer.
''Rennen!'' schreeuwde hij.
Ik draaide me om en rende en rende tot mijn voeten zeer deden. Ik stopte en draaide me om.
''Papa? Papa? Waar ben je? Papa!''
ik liep een stukje terug, maar zag in de verte de zwarte figuurtjes. Ik verstopte me. Ik hoorde ze steeds dichterbij komen en hoorde de blaadjes en de takjes onder hun schoenen breken. Ik hield mijn adem in en deed mijn ogen dicht.
''Hij is hier gestopt,” riep er eentje.
Ik schrok ervan en zocht een manier om hier weg te komen. Ik hoorde voetstappen steeds dichterbij komen. Ik zag een zwarte schoen. Ik hield me adem in, maar kon het niet lang meer vol houden. Ik blies uit, ademde in en belsloot te rennen. Ik stond op, maar voor dat ik een stap had gezet had een van de zwarte mannen mij vast. Hij tilde me op en ze namen me mee. Na een tijdje tegen stribbelen had ik geen energie meer en stopte ik met tegen stribbelen.
Toen we weer bij het huis terug kwamen brandde het nog steeds. De man zette mij neer, maar bleef me vast houden. Ik keek om me heen toen ik ze zag liggen, mijn vader en moeder. Ik was blij dat alles goed met hun was. Ik wilde schreeuwen toen ik doorhad dat ze niet bewogen. Ik geloofde het niet en begon weer tegen de arm te slaan. Het haalde niets uit. De man was velen malen sterker en groter dan mij. Er kwam een ander zwart figuur op me af. Hij zakte door zijn knieën en keek me aan. Hij deed zijn masker af en ik zag zijn gezicht.
''Ja, ze zijn dood en weet je hoe dat komt? Door jou.''
Ik werd boos en begon nog harder te slaan en trekken.
Uit het niets voelde ik een warm gloed over me heenkomen. Ik probeerde nog steeds los te komen. Uit het niets liet de man mij los.
''Dat kind is gloeiend heet!''
Ik snapte hem niet, maar ik rende naar mijn ouders. Ik knielde bij ze neer. Ik hoorde de andere mannen richting mij lopen. Ik boog over mijn ouders heen en begon te huilen. De gloed kwam weer terug. Er was een rode lichtflits en dat is het laatste wat ik me herinner van die avond.
Ik houd van feedback dus vuur maar af de comments hihi.
in ieder geval veel lees plezier hoop dat jullie het leuk vinden.
Proloog
Ik liep op het schoolplein op zoek naar mijn moeder, maar ik kon haar niet vinden. De bel was als tien minuten geleden gegaan en altijd staat mijn moeder op dezelfde plek midden op het plein. Ik liep verder, maar kon haar nog steeds niet vinden. Ik voelde me alleen, alsof ze me in de steek had gelaten, maar dat zou ze nooit doen.
ik draaide me om en wilde weer naar binnen gaan. Toen zag ik haar staan.
Ik rende naar haar toe en schreeuwde: '' Mama!''
''Ah, Damian, daar ben je. Kom, we gaan snel naar huis,'' zei ze met een serieus gezicht.
''Mama, waarom ben je zo laat?''
Maar ze gaf geen antwoord. We liepen naar de auto, daar stond onze chauffeur. Hij heette Kyle. Ik vergat zijn naam altijd, dacht ik bij mezelf. Ik lachte een beetje en begroete Kyle.
''Goedendag Meneer,'' zei hij op een hele beleefde en deftige toon.
Hij begroette mijn moeder en zei groette hem terug. We stapten in en reden naar huis.
De weg naar huis was stil. Mijn moeder leek bezorgt. Ze speelde met haar haar en keek om de tien seconden op haar telefoon. Ik vroeg me af wat er aan de hand was, maar was te bang om het te vragen. Toen we de oprit opreden leek ze alleen nog maar onrustiger te worden.
Eenmaal binnen zei ze dat ik moest gaan spelen op mijn kamer en dat ze zo wat lekkers ging klaarmaken. Ik liep de trap op en liep naar mijn vaders werkkamer. Hij was er niet. Ik draaide me om en liep naar mijn kamer. Mijn kamer was groot en ik had veel speelgoed. Na een tijdje spelen begon ik me te vervelen. Ik sloop mijn kamer uit en liep de trap af. Toen ik op de trap stond hoorde ik mensen praten met mijn moeder. Het was een zware mannelijke stem, maar het was niet mijn vader. Ik liep verder de trap af om te luisteren wat ze zeiden. Precies op dat moment kwam Louise de hoek van de gang om.
''Oh, Meneer wat doet u hier u moest toch van mevrouw op je kamer blijven,'' zei ze op een strenge manier maar lieve bezorgde manier.
''Maar mama zou wat lekkers maken?'' zei ik vragend.
''Ik maak wel wat voor je,'' zei ze met een glimlach.
Ze draaide zich om en liep weg. Ik liep weer naar boven en zette de tv aan.
Na het avond eten moest ik meteen weer naar mijn kamer. Mijn vader was laat thuis gekomen en ze hadden ruzie gemaakt op de gang. Ze fluisterden, maar ik wist dat ze ruzie maakten. Mijn moeder leek bang en bezorgd. Ze hadden beiden niets gezegd aan tafel. Ik vond het raar, normaal mag ik na het eten altijd nog even in de tuin spelen. Op mijn kamer verveelde ik me, maar ik wilde naar buiten, spelen op de schommel en de glijbaan die in de tuin stonden. Ik keek verder de tuin in. Helemaal achter in de tuin was het bos. Onze tuin grensde aan dat bos en ik en mijn vader gingen daar altijd wandelen. Ik kende het bos precies uit me hoofd, maar ik mocht nooit alleen naar het bos.
Nadat ik had gedoucht moest ik naar bed. Het was half negen en ik was nog helemaal niet moe.
Het was 12 uur 's nachts toen ik wakker werd van gepraat op de gang. Het waren mijn ouders, ze hadden ruzie geloof ik. Mijn moeder leek overstuur en mijn vader boos. Daarna was het even stil en hoorde ik mijn vader zeggen dat hij naar beneden ging.
Ik draaide me om en probeerde weer te verder te slapen. Mijn moeder liep ook de trap af en op dat moment hoorde ik glas breken. Ik schrok ervan. Ik zat recht op in mijn bed. iIk hoorde voetstappen en geschreeuw beneden. Mijn kamerdeur vloog open. Mijn moeder stond in de deur opening en liep naar mij toe. Ze tilde me op en liep met me naar de gang. Ze liep naar de badkamer.
''Mama, wat gebeurt er?'' vroeg ik haar.
''Niks lieverd, we doen een spelletje. Je mag zo via de was buis naar beneden glijden in de was mand. Ik weet het, ik zeg dat het niet mag, maar ik weet dat je het af en toe toch doet.'' Ze glimlachte, maar er was iets raars aan haar glimlach.
Ze gaf me een zoen op mijn voorhoofd.
''Ik hou van je, vergeet dat nooit.''
''Ik ook van jou mama.” Ik glimlachte, gleed naar beneden, keek nog een keer om en zag dat ze huilde. ''Mama!'' schreeuwde ik.
Eenmaal beneden stond mijn vader daar. Hij pakte me vast en we renden via de personeels deur de tuin in. We renden hard, ik keek naar de grond en zag mijn schaduw en licht, veel licht. Raar, de zon is toch al onder. Ik keek achterom en zag ons huis opgeslokt door de vlammen. Ik stopte en wilde terug rennen.
''Mama! Mama!'' schreeuwde ik.
Mijn vader tilde me op en rende verder. Ik keek weer naar ons huis en zag toen allemaal zwarte figuurtjes rennen richting ons. Ik knipperde met me ogen en opeens waren we in het bos. Me vader zette me neer.
''Rennen!'' schreeuwde hij.
Ik draaide me om en rende en rende tot mijn voeten zeer deden. Ik stopte en draaide me om.
''Papa? Papa? Waar ben je? Papa!''
ik liep een stukje terug, maar zag in de verte de zwarte figuurtjes. Ik verstopte me. Ik hoorde ze steeds dichterbij komen en hoorde de blaadjes en de takjes onder hun schoenen breken. Ik hield mijn adem in en deed mijn ogen dicht.
''Hij is hier gestopt,” riep er eentje.
Ik schrok ervan en zocht een manier om hier weg te komen. Ik hoorde voetstappen steeds dichterbij komen. Ik zag een zwarte schoen. Ik hield me adem in, maar kon het niet lang meer vol houden. Ik blies uit, ademde in en belsloot te rennen. Ik stond op, maar voor dat ik een stap had gezet had een van de zwarte mannen mij vast. Hij tilde me op en ze namen me mee. Na een tijdje tegen stribbelen had ik geen energie meer en stopte ik met tegen stribbelen.
Toen we weer bij het huis terug kwamen brandde het nog steeds. De man zette mij neer, maar bleef me vast houden. Ik keek om me heen toen ik ze zag liggen, mijn vader en moeder. Ik was blij dat alles goed met hun was. Ik wilde schreeuwen toen ik doorhad dat ze niet bewogen. Ik geloofde het niet en begon weer tegen de arm te slaan. Het haalde niets uit. De man was velen malen sterker en groter dan mij. Er kwam een ander zwart figuur op me af. Hij zakte door zijn knieën en keek me aan. Hij deed zijn masker af en ik zag zijn gezicht.
''Ja, ze zijn dood en weet je hoe dat komt? Door jou.''
Ik werd boos en begon nog harder te slaan en trekken.
Uit het niets voelde ik een warm gloed over me heenkomen. Ik probeerde nog steeds los te komen. Uit het niets liet de man mij los.
''Dat kind is gloeiend heet!''
Ik snapte hem niet, maar ik rende naar mijn ouders. Ik knielde bij ze neer. Ik hoorde de andere mannen richting mij lopen. Ik boog over mijn ouders heen en begon te huilen. De gloed kwam weer terug. Er was een rode lichtflits en dat is het laatste wat ik me herinner van die avond.