Onsterfelijk
Geplaatst: 02 feb 2012 20:10
Eerste poging om een fatsoenlijk verhaal te schrijven. Ik vond niet echt een genre om het onder te posten dus heb ik het maar hier gezet.
Hoofdstuk 1:
Doffe dreunen van vingers op toetsenborden galmde door Damiens oren, het knipperend licht van de defecte tl-buis boven hem pijnigde zijn ogen en de moordende hitte versufte zijn gevoel.
De klok gaf aan dat het zes uur was, iedereen op Damiens afdeling stond als één man recht en begon zijn spullen in te pakken. het duurde even maar Damien ontwaakte hierdoor uit zijn trance en begon ook met inpakken.
De werkdag eindigde zoals elke dag stipt om zes uur in de namiddag en geen seconde vroeger of later, zo had het altijd gewerkt en zo zou het altijd blijven werken. Veel maakte het Damien niet uit, als hij hier niet zat dan deed hij niets belangrijks, hij kon net zo goed heel da dag blijven doorwerken.
Maar zo werkt het niet en dus vertrok hij samen met alle andere werknemers om stipt zes uur.
Zijn korte wandeling naar huis voelde precies hetzelfde als een normale werkdag, het geluid van het verkeer galmde door zijn oren, de felle zonnestralen pijnigde zijn ogen en de hitte versufte nog steeds zijn gevoel. Waarschijnlijk ging hij alleen naar huis omdat hij niet beter wist, want thuis was er niets dat hem aantrok. Er was alleen Nico, een invalide oorlogsveteraan die niets anders deed dan drinken, eten en slapen. Meer dan last had Damien niet aan Nico, Nico was enkel te zien wanneer hij honger had of wanneer zijn drankvooraad op was, toch vroeg hij zich nooit af waarom hij Nico niet gewoon uit zijn huis zette. Nico leefde gewoon bij hem, zo was het, zo was het altijd geweest en zo zou het ook altijd blijven.
Na wat geklungel met zijn sleutels lukte het Damien de deur van zijn appartement open te krijgen, meteen drong een sterke alcohol geur zijn neus binnen en werd hij overvallen door een lichte duizeligheid. Zijn appartement was niet groot en luxueus, het had vier kamers: een leefruimte, een badkamer, een kamer voor Nico en een kamer voor hemzelf. Wanneer je binnen kwam stond je direct in de leefruimte, een kale kamer die enkel het broodnodige meubilair bevatten: een tafel, een keuken, een zetel en een oud televisietoestel . Aan tafel zat Nico, een oorlogsveteraan van 35 jaar maar zoals hij daar nu zat met een biertje in zijn handen leek hij meer op een landloper van in de 60, hij schrok even toen Damien binnen kwam. “O ben jij het” zei hij met weinig enthousiasme “ heb je iets te eten mee ?, ik wordt ziek van al dat plastic voedsel producten”. Damien antwoorden niet hij pakte gewoon 2 diepvries pizza’s uit de ijskast en stak deze in de oven.
Het was al minstens een maand geleden dat hij nog eens iets anders had gegeten dan diepvries voedsel en Nico werd met de dag lastiger, hij had het vertikt om nog “plastic voedsel” te eten en was geïrriteerd naar zijn kamer gereden, Nico was tijdens de oorlog aan beide benen verlamt geraakt en zat daardoor permanent in een rolstoel.
Damien had de rest van de avond voor de televisie gespendeerd zoals hij alle avonden deed. Nico had hier altijd kritiek op, opium voor het volk, zo noemde hij het. Dit deed Damien weinig, Nico was een zielige drank verslaafde die zelfs niet meer op zijn eigen benen kon staan en kraamde wel vaker wartaal uit.
Rond middernacht vertrok Damien naar zijn bed, hij had nooit veel moeite om in slaap te geraken. Waarom zou hij ook, hij wist perfect wat er de volgende dag ging gebeuren, en de dag daarna, en alle dagen die daar op zouden volgen.
Hoofdstuk 1:
Doffe dreunen van vingers op toetsenborden galmde door Damiens oren, het knipperend licht van de defecte tl-buis boven hem pijnigde zijn ogen en de moordende hitte versufte zijn gevoel.
De klok gaf aan dat het zes uur was, iedereen op Damiens afdeling stond als één man recht en begon zijn spullen in te pakken. het duurde even maar Damien ontwaakte hierdoor uit zijn trance en begon ook met inpakken.
De werkdag eindigde zoals elke dag stipt om zes uur in de namiddag en geen seconde vroeger of later, zo had het altijd gewerkt en zo zou het altijd blijven werken. Veel maakte het Damien niet uit, als hij hier niet zat dan deed hij niets belangrijks, hij kon net zo goed heel da dag blijven doorwerken.
Maar zo werkt het niet en dus vertrok hij samen met alle andere werknemers om stipt zes uur.
Zijn korte wandeling naar huis voelde precies hetzelfde als een normale werkdag, het geluid van het verkeer galmde door zijn oren, de felle zonnestralen pijnigde zijn ogen en de hitte versufte nog steeds zijn gevoel. Waarschijnlijk ging hij alleen naar huis omdat hij niet beter wist, want thuis was er niets dat hem aantrok. Er was alleen Nico, een invalide oorlogsveteraan die niets anders deed dan drinken, eten en slapen. Meer dan last had Damien niet aan Nico, Nico was enkel te zien wanneer hij honger had of wanneer zijn drankvooraad op was, toch vroeg hij zich nooit af waarom hij Nico niet gewoon uit zijn huis zette. Nico leefde gewoon bij hem, zo was het, zo was het altijd geweest en zo zou het ook altijd blijven.
Na wat geklungel met zijn sleutels lukte het Damien de deur van zijn appartement open te krijgen, meteen drong een sterke alcohol geur zijn neus binnen en werd hij overvallen door een lichte duizeligheid. Zijn appartement was niet groot en luxueus, het had vier kamers: een leefruimte, een badkamer, een kamer voor Nico en een kamer voor hemzelf. Wanneer je binnen kwam stond je direct in de leefruimte, een kale kamer die enkel het broodnodige meubilair bevatten: een tafel, een keuken, een zetel en een oud televisietoestel . Aan tafel zat Nico, een oorlogsveteraan van 35 jaar maar zoals hij daar nu zat met een biertje in zijn handen leek hij meer op een landloper van in de 60, hij schrok even toen Damien binnen kwam. “O ben jij het” zei hij met weinig enthousiasme “ heb je iets te eten mee ?, ik wordt ziek van al dat plastic voedsel producten”. Damien antwoorden niet hij pakte gewoon 2 diepvries pizza’s uit de ijskast en stak deze in de oven.
Het was al minstens een maand geleden dat hij nog eens iets anders had gegeten dan diepvries voedsel en Nico werd met de dag lastiger, hij had het vertikt om nog “plastic voedsel” te eten en was geïrriteerd naar zijn kamer gereden, Nico was tijdens de oorlog aan beide benen verlamt geraakt en zat daardoor permanent in een rolstoel.
Damien had de rest van de avond voor de televisie gespendeerd zoals hij alle avonden deed. Nico had hier altijd kritiek op, opium voor het volk, zo noemde hij het. Dit deed Damien weinig, Nico was een zielige drank verslaafde die zelfs niet meer op zijn eigen benen kon staan en kraamde wel vaker wartaal uit.
Rond middernacht vertrok Damien naar zijn bed, hij had nooit veel moeite om in slaap te geraken. Waarom zou hij ook, hij wist perfect wat er de volgende dag ging gebeuren, en de dag daarna, en alle dagen die daar op zouden volgen.