X en Y (php inzending incl juryrapport)
Geplaatst: 05 feb 2012 10:07
Hallo mensen,
Hopelijk te lering ende vermaak hieronder mijn inzending voor de paul harland prijs 2011. Het verhaal heeft mij op de 16e plaats doen belanden en onderaan staat het meest kritische en meest lovende juryoordeel. In totaal waren er 3 voorselecteurs en 5 juryleden die allemaal op vergelijkbare wijze hun mening gegeven hebben.
Sacha Vlinderboom
X en Y
Voorzichtig gaf ik hem een kus op zijn lippen. Martin bleef roerloos staan en keek me verschrikt aan.
‘Slaap lekker Martin, ik zie je morgen weer?’
Zwijgend knikte hij, terwijl ik de deur langzaam dicht liet vallen. Waar ben je mee bezig! Hij is een dodo, een dodo! Compleet ongeschikt voor jou. Mopperend tegen mezelf liep ik door de hal naar de woonkamer. Al grabbelend in mijn tas liet ik me op de bank vallen. Terwijl mijn hoge hakken door de lucht vlogen vond ik de vertrouwde vorm van mijn telefoon. Met een brede glimlach belde ik mijn oudste vriendin.
‘Barbara hier,’ klonk er enkele kiestonen later in mijn oor.
‘Hey Barrie, je gelooft nooit wat ik je ga vertellen...’ Waarom wilde die stomme grijns niet van mijn gezicht? Ik begon er spierpijn van te krijgen.
‘Hey meid, ben jij het! Hoe ging het vanavond? Zeg het dan!’ gilde ze enthousiast door de speaker.
‘Ik denk dat ik mijn partner gevonden heb, hij is zo lief en aardig en oprecht. En hij heeft prachtige ogen, je had ze moeten zien!’
‘Weet je z’n count al?’
‘Nee,’ loog ik. Natuurlijk wist ik dat, waar waren mijn contacten bij Versem anders goed voor? ‘Wie vraagt zoiets nu op de eerste date?’ zei ik er snel achteraan.
‘Dus hij is een dodo?’
‘Verdorie Bar, kan ik ooit iets voor je achterhouden?’
‘Daar ben ik je vriendin voor lieverd,’ zei ze poeslief. ´Wat heb je nou aan een man zonder werkend zaad?’
‘Ik weet wel dat we dat altijd gezegd hebben, maar ik dacht, bij Versem zijn er toch genoeg donoren beschikbaar en ik heb aardig wat spaargeld inmiddels.’ Even viel er een stilte maar ik kon me niet bedwingen. ‘En je hebt hem niet ontmoet! Als hij lacht kun je niet anders dan mee lachen en hij is zo ontzettend lief en...’ Waarom ratelde ik maar door over deze man? Wat had hij met me gedaan?
***
‘Wat een keuze,’ stamelde ik terwijl ik naar de wand vol archiefmappen staarde. Vandaag ging ik bij Versem een spermadonor uitzoeken.
‘Geen zorgen mevrouw, wij maken een voorselectie voor u,’ zei de bemiddelaar; ‘We hebben uw X-chromosomen getest, ze laten zich prima koppelen aan de meeste Y-chromosomen van onze mannen. Dat betekend dat u, net als de dames vroeger, een fifty-fifty kans hebt op een jongen als u een van de door ons aangeraden donoren kiest.´
De man was een hoofd kleiner dan ik en zijn te strakke broek deed zijn achterste nog groter lijken dan het al was. Alles aan hem had me geïrriteerd vanaf het moment dat we elkaar de hand hadden geschud. Toch kon ik een lach niet onderdrukken, dit was goed nieuws! Niet veel vrouwen hadden nog X-en die goed samengingen met hun mannelijke tegenhanger. Mijn eigen receptioniste was de enige vrouw die ik kende die zwanger was geworden van haar eigen man. Ze had niet alleen een kind en een vruchtbare man, ik had haar ook nog eens zes maanden vrij moeten geven! De verontwaardiging borrelde weer in me op. Snel zette ik het van me af, daar was ik hier vandaag niet voor.
‘De volgende vraag is hoeveel u te besteden hebt. Eenvoudig gesteld betekent meer geld een hogere score op de zaadtelling van de donor, Versem is een bedrijf tenslotte,´ ging de man door. Zijn glibberige glimlach bezorgde me rillingen en snel keek ik weer naar de archiefmappen. Resoluut zei ik: ‘Geld is niet belangrijk, ik wil het beste dat Versem te bieden heeft.’ Mijn eigen bedrijf was inmiddels meer dan succesvol met zeventien vestigingen en geld stroomde iedere maand sneller binnen dan ik het kon uitgeven.
‘Het duurste pakket is voor rechtstreekse donatie in plaats van kunstmatige inseminatie. Directe donatie verhoogt het slagingspercentage met bijna twaalf procent,’ de man glimlachte weer. ‘We kunnen helaas in het lab nog steeds de biologische reacties tussen man en vrouw niet nabootsen.’
‘Als u besluit het pakket voor rechtstreekse donatie te nemen, krijgt u drie kansen met de donor. Als u dan niet zwanger bent, kunt u met korting het pakket opnieuw aanschaffen. Als u onze beste donor binnen dit pakket wenst gaat dit drieënhalf miljoen euro kosten. Zijn count is zeventig miljoen waarvan een vijfde gezonde spermacellen zijn.’ Opnieuw flitste zijn vieze lachje.
Ik voelde het bloed uit mijn wangen wegtrekken. Zoveel geld! Al als klein meisje had ik geweten dat zwanger worden duur was. Mijn moeder had me dagelijks ingewreven wat ik wel niet gekost had, maar zulke bedragen had ik nooit gehoord! Je kent ook niemand die zoveel geld heeft, klonk een klein stemmetje in mijn hoofd. Dat was geheel waar, op enkele kopers in mijn couturezaken na was ik-zelf de rijkste persoon die ik kende.
Toen drong de count van de donor pas tot me door. Als ik zo’n kerel nou eens op straat tegen kon komen, zo’n man kon ik iedere vervelende karaktertrek vergeven!
‘Ehh... Misschien is het toch verstandig dat ik u mijn budget vertel,’ stamelde ik. De bemiddelaar knikte me bemoedigend toe. Voor hij door kreeg hoe erg ik geschrokken was ging ik verder.
‘We hebben op dit moment iets meer dan een miljoen op onze rekening staan. En als we alle andere bronnen aanspreken komen we rond de twee miljoen uit, maar dat gaat een paar maanden duren,’ rekende ik hardop. Martin zou niet blij zijn met de kosten, maar als we eenmaal een kleintje hadden was hij het vast zo weer vergeten.
‘Dus een pakket van een miljoen voor de eerste poging, als het niet lukt garandeer ik u dat u voor vijfhonderdduizend een tweede pakket kunt krijgen. Na de aanbetaling kunt u gespreid betalen, dat de fondsen even op zich laten wachten is dus geen probleem,’ kletste de man door terwijl ik probeerde mijn irritatie zo goed mogelijk te verbergen.
***
‘Zet hem op lieverd,’ fluisterde Martin in mijn oor terwijl hij me voor de laatste keer stevig vasthield. ’Je hebt je aan alle voorschriften gehouden, dus het komt vast in orde.’
Ik knikte beverig. Nog nooit was ik met een andere man geweest dan met Martin en van deze man wist ik alleen dat zijn zaad ons een miljoen ging kosten. De glazen deuren gingen open en Kiandra stapte me blij lachend tegemoet. Ze had ons tot nu toe begeleid in het traject. Alles dat we hadden kunnen doen om de kans van slagen te vergroten hadden we gedaan.
‘Ben je er klaar voor?’ vroeg ze terwijl ze me bij de hand greep. Opnieuw knikte ik terwijl ik probeerde mijn zenuwen van me af te schudden. Als alles goed ging hoefde ik dit maar één keer te doen, dan kon ik het daarna vergeten.
‘Je hebt de ovulatietest al gedaan?’ vroeg Kiandra terwijl ze me vooruit trok. ‘Natuurlijk, domme vraag van me,’ zei ze terwijl ze stevig doorstapte. ‘Ik zal je nog een keer door de procedure praten, goed?’ Zonder op antwoord te wachten ging ze opnieuw alle punten langs die ik al van buiten kende.
Zonder te luisteren liet ik me door de vrolijk geverfde gangen van het Versem donatiecentrum voeren. Overal hingen foto’s van breed lachende jonge vrouwen en baby’s, soms vergezeld door een man die op de achtergrond liefdevol glimlachte.
Uiteindelijk hielden we halt bij een hemelsblauwe deur in een gang die er net zo uitzag als alle anderen. Kiandra zwaaide de deur voor me open en voor het eerst zag ik een bevruchtingskamer.
De luxe verraste me, ik had een klinisch wit bed verwacht in een kamer waar breed lachende vrouwen en baby’s overal op me neer zouden kijken. In plaats daarvan was alles in zachte aardetinten met dieprode details uitgevoerd.
Tegenover de deur stond een enorm bed, groter dan het bed dat Martin en ik gekocht hadden. Verbaasd deed ik een stap naar binnen. Aan de muren hingen slechts smaakvolle schilderijen die, toen ik beter keek, verassend weinig te maken hadden met glimlachende moeders. Even staarde ik vreemd gefascineerd naar één van de schilderijen. Een man en een vrouw lagen in een buitengewoon ingewikkelde houding in het gras. Toen mijn ogen naar het punt gleden waar hun heupen raakten en de schilder ook daar geen enkel detail had weggemoffeld voelde ik het bloed weer naar mijn wangen stijgen. Snel keek ik weg.
‘Dit is het?’ vroeg ik overdonderd.
‘Jazeker, alles is vandaag gewassen, schoongemaakt en afgestoft, er zijn schone handdoeken in de badkamer en zoveel luchtjes en zeepjes als je je maar kan wensen. Alles om het je zo veel mogelijk naar de zin te maken, dat helpt de bevruchting allemaal bevorderen!’ ratelde de vrouw vrolijk verder. ‘Maar nu zal ik je alleen laten. De man van je keuze komt, zodra je op de blauwe schakelaar naast de deur drukt.’ Met een laatste vriendelijke glimlach verdween Kiandra en liet me alleen achter.
Kriebels van de zenuwen en gespannen verwachting verspreidden zich door mijn buik terwijl ik snel de kamer verkende. Rusteloos zwiepte ik door de muziekcollectie op het google-tunes-centre en vond uiteindelijk mijn favoriete artieste. Misschien niet de beste muziek voor sex maar wel ontspannend schoot door mijn hoofd terwijl ik de melodie begon mee te neuriën. Alles in de kamer straalde decadente luxe uit. Het hoogpollige tapijt maakte mijn stappen verend en de lakens op het bed waren van zijde. Opnieuw bekeek ik een van de schilderijen. Een oppervlakkige blik onthulde een bos, maar in de schaduwen stonden en lagen allerlei menselijke figuren in houdingen die weinig aan de fantasie overlieten. Half beschaamd, half opgewonden keek ik weg. Uiteindelijk vond ik achter de lange wand de badkamer.
Misschien kan een lekker warm bad me wat ontspannen, bedacht ik. Even later vulde de stoom van het warme water de ruimte. Twijfelend keek ik naar de enorme rij badoliën die op een glazen plank naar me stonden te glimlachen. Uiteindelijk koos ik voor een potje met een foto van dieprode rozen op het etiket, een beetje romantiek kon geen kwaad. Toen ik enkele druppels in het warme water goot, vulde de betegelde ruimte zich direct met de diepe geur van rozen op een warme zomeravond. Snel trok ik mijn kleren uit en met een zucht liet ik me in het warme water zakken.
Eerst tot rust komen, dan zou ik de donor roepen.
‘Hallo,’ klonk een zware stem opeens naast me. Ik schrok op, badwater klotste over de rand. Als een dier dat uit vier richtingen koplampen ziet opdoemen, staarde ik naar de vreemde man. Terwijl ik mijn knieën op trok en met mijn armen zoveel mogelijk mijn lichaam verborg, stamelde ik ‘hallo’ terug.
De vreemde man dimde het licht tot ik alleen zijn silhouet nog kon zien. Met iedere stap naar de badkuip toe verloor hij een kledingstuk. Terwijl hij naderde begon ik te trillen van de spanning. Wat moest ik doen? Moest ik wat zeggen? Ik wist toch niets te vertellen, waar moesten we het over hebben? Over het weer zeker!
‘Kom, schuif eens op, dan kom ik erbij,’ klonk zijn zware stem uit de schaduw die zijn gezicht was.
‘Hoe, hoe...’ stamelde ik, ‘Waarom ben je... de blauwe knop....’ Wauwelende idioot!
‘Je had die schakelaar nooit aangeraakt,’ zei hij vriendelijk terwijl hij zich rustig in de ruimte liet zakken dat ik voor hem had vrij gemaakt. ‘Versem zoekt niet alleen een donor bij je wensen maar ook hoe ze je verder het beste van dienst kunnen zijn.’
Terwijl ik heftig slikte en probeerde mijn zenuwen van me af te schudden liet ik me tegen de door mijzelf geselecteerde donor aantrekken. Gespannen wachtte ik af, wat was de volgende stap? Iedereen had me vergeten te vertellen hoe ik met hem om moest gaan, wat er van mij verwacht werd nu hij hier was.
‘Kom, ontspan.’ Zijn armen gleden over mijn bovenarmen wat me ondanks het warme water kippenvel gaf. ‘Ik bijt niet en we hebben alle tijd,’ lachte hij zacht. Zijn adem rook friszoet, en vormde een fijne afwisseling met de zware geur van de rozenolie.
Het bleef heel lang stil en langzaam begon ik te ontspannen. De donor maakte geen plotselinge bewegingen en raakte alleen mijn armen en schouders aan. Ik werd me ook steeds sterker bewust van zijn lichaam achter me. Hij was veel gespierder dan Martin maar zijn huid was lichter van kleur, bijna net zo wit als die van mij.
Voorzichtig legde ik mijn handen op zijn bovenbenen. Zijn handen gleden over mijn nek naar beneden. Daarna zwierven ze over mijn buik naar boven en mijn lichaam reageerde. Ik zuchtte diep en leunde tegen hem aan. Vergeten hoe vreemd deze situatie was, gaf ik me over.
Of het aan de bedwelmende rozengeur lag, het schemerige licht of het prachtige lijf van de man wist ik niet, maar ik vond mezelf een hele tijd later weer terug tussen de zijden lakens van het enorme bed. Hij is goed, beter dan Martin, schoot er door mijn hoofd. Onmiddellijk verbeterde ik mezelf, het stelde niets voor zonder liefde. Ik wist dat dat niet geheel waar was.
Terwijl ik in de aangeraden, maar zeer oncharmante, positie lag waarbij mijn knieën bijna mijn schouders raakten en een kussen mijn achterste omhoog duwde voelde ik me plotseling weer opgelaten. Mijn handen zochten de dekens en ik probeerde ze zo goed mogelijk over me heen te draperen.
‘Het is tijd om weer te gaan voor mij, het avondeten wacht!’ lachtte Bastian, zoals de donor bleek te heten. Nadat hij snel de badkamer in geschoten was opzoek naar zijn kleren verdween hij, keurig gekleed, de gang op. Lichtelijk verbaasd bleef ik nog een hele tijd liggen, tot ver voorbij de minimaal aangeraden periode. Een extra zetje voor de zwemmers kon vast geen kwaad!
***
‘Oh Martin,’ zei ik zenuwachtig, ‘Ik ben zo benieuwd!’
‘Ik ook lieverd, dan kunnen we eindelijk de kleur van de kamer gaan uitzoeken!’ Dokter Nooijman schudde ons de hand en draaide er verder niet omheen. Een klodder koude gel werd tegen mijn opbollende buik gewkakt en hij drukte het apparaat ertegenaan. Bijna wilde ik hem de les lezen over zijn behandeling van mijn zwangere buik maar ik hield me in. Hij was tenslotte gynaecoloog en ik vermoedde dat hij dit vaker deed.
`Zo, als u nu even rustig blijft liggen kunnen we eens kijken wat we hebben,´ mompelde de dokter terwijl hij naar het scherm keek. Terwijl hij wat met het knuppelvormige apparaat heen en weer friemelde kwam opeens een duidelijk beeld van een arm naar boven.
Verwonderd staarde ik naar het scherm, bij iedere echo werd mijn kind steeds meer een echt mensje.
‘Prachtig zeg,’ hoorde ik Martin naast me zuchtten.
‘Wacht eens even!’ Bij die woorden van de gynaecoloog verdubbelde mijn hartslag direct. Overal brak het zweet me uit. Nu zou het nieuws komen. Open ruggetje, niet in leven, erfelijke ziekte. De ergste misvormingen doemden op.
Vaag hoorde ik de stem van de dokter wat zeggen terwijl de film van gruwelijke scenario´s zich verder afspeeldde in mijn hoofd.
‘Oooh,’ hoorde ik mezelf kreunen, de aandoening waar mijn prachtige kindje aan leed ging compleet langs me heen.
‘Schat, wat geweldig!’ Martin zoende mijn hele gezicht en omhelsde me stevig.
‘Wa... Wwat?’ Terwijl Martin me nog altijd stevig vasthield drong het tot me door wat de gynaecoloog net gezegd had.
´Het ziet er naar uit dat u twee jongetjes krijgt.´ had hij gezegd. Geen ziekte of afwijking maar twee, levende, jongetjes. Twee! En als ze ook maar de helft van de vruchtbaarheid van Bastian geërfd hadden...
Die droom durfde ik niet af te maken.
‘Mevrouw,’ het klonk of Nooijmans het woord al voor de vierde keer zei maar mijn oren suisden nog, ‘Met tweelingen, zeker met twee jongens, moeten we wel extra voorzorgsmaatregelen nemen. De laatste maand van uw...’ Ik hoorde geen woord meer van het relaas van de dokter over alle extra risico’s van een tweeling.
Ik kreeg twee jongens!
***
Zes maanden later keek ik tegen de steriele witte wanden van een Versem geboorte-kamer. Alle kosten werden gedekt door het pakket dat we aangeschaft hadden. Omdat ik nog ruim zes weken had voor ik uitgeteld was, mocht ik er van alles in zetten om me op mijn gemak te voelen. Alle bloemen en kaarten en setjes lichtblauwe babykleertjes konden echter het ziekenhuisbed en de klinische kilheid van de kamer niet verhullen.
‘Martin!’
’Wat is er lief?’ vroeg hij terwijl zijn hoofd vol donker krulhaar in de deurpost verscheen. Ik glimlachte lief naar hem, hij was zo geduldig met al mijn grillen. ‘Ik heb nog steeds zin in biefstuk...’ Even dacht ik na: ‘En zuurballen, citroen het liefst.’
‘Komt eraan lief,’ antwoordde mijn lieve man gelaten. Ongeduldig bleef ik in mijn bed zitten wachten. Van dokter Nooijman mocht ik mijn bed niet meer uit, behalve voor de wc of badkamer. De twee, volgens hun DNA zeer vruchtbare jongetjes, waren te kostbaar om enig risico mee te lopen. Martin kon op een klein bedje in een hoek van de kamer slapen en gelaten liet hij alles over zich heenkomen.
Niet veel later kwam hij terug met een dienblad waar een heerlijke, goed doorbakken, biefstuk op lag te pronken naast een enorme zak zuurballen. ‘Nou schat, hier moet je weer even mee vooruit kunnen, ik moet toch echt weer naar de baas nu,’ babbelde hij opgetogen,
’Vanaf de bevalling krijg ik wel een maand vrij.’
Ik had slechts oog voor de dampende, geurende biefstuk. Vooral de laatste maand voelde ik me een soort prehistorisch monster dat alleen aan zijn eigen primaire behoeften kon denken. Al het andere werd achtergrondgeluid zodra ik een van m’n aanvallen kreeg.
‘Prima schat, ziet er goed uit,’ wist ik er nog uit te brengen voor ik het dienblad uit zijn handen griste.
Kort daarna verscheen een van de verpleegsters. ‘Alles naar wens mevrouw?’
‘Fea heet ik, alsjeblieft. Ik lig hier nog wel even!’ mompelde ik tussen de happen biefstuk door. De enorme lap vlees ging er veel te snel doorheen. Zou ik er nog eentje durven bestellen?
‘Goed, Fea, alles naar wens?’
‘Zeker!’ sputterde ik vrolijk, ‘Jullie biefstuk is heerlijk.’ Het duurde een paar seconden voor ik de volgende hap weggekauwd had en weer kon spreken. ‘Hoe heet jij eigenlijk?’ Ik voelde mijn wangen licht kleuren, hoe moest ik wel niet overkomen met dat bord vlees op mijn bolle buik en pratend met mijn mond nog halfvol?
‘Wendy heet ik, aangenaam, ‘ met een glimlach keek ze me aan en ik probeerde langzamer te eten. Ik was tenslotte een beschaafd mens, dacht ik. ‘Nu je hier zo lang ligt, zou ik je contract nog maar eens goed nalezen.’ Wendy draaide zich om en verdween.
Contract nakijken? Waar was dat nu weer goed voor? Bovendien lag het dikke pak papier veilig opgeborgen bij de rest van onze administratie.
Vreemde vrouw.
Bedachtzaam at ik mijn laatste paar hapjes biefstuk. Waar moest ik me eigenlijk mee vermaken nu ik hier eenmaal was? Met een zucht keek ik naar de enorme stapel lectuur op mijn nachtkastje. Op drukke dagen leek niets zo fijn als een goed boek lezen, nu ik twee maanden lang stil moest zitten verloor ik alle lust in de letteren. Net op dat moment voelde ik het zachte trappelen van een van de heren. Bij nader inzien zou alle verveling goed te verduren zijn als zij de beloning waren.
***
De kamer vervaagde. Ik zag nog slechts een klein puntje licht terwijl mijn handen verkrampten. De pijn in mijn rug was heftig maar van korte duur.
‘Het is alweer voorbij liefje,’ mompelde Martin in mijn haar terwijl hij me stevig vasthield.
‘U mag weer bijdraaien mevrouw en dan gaan we op pad,’ zei dokter Nooijman.
‘Martin mag bij me blijven, toch?’ smeekte ik. Op deze dag had ik lang gewacht, maar nu het zover was lag ik te rillen van de spanning. Het antwoord wist ik al, maar ik wilde geen stiltes laten vallen.
‘Jazeker, net zoals we afgesproken hebben,’ bevestigde Wendy. Ze was de verpleegster die de laatste weken het meest bij me was geweest en engelengeduld had opgebracht voor al mijn vreetpartijen en emotionele uitbarstingen.
Nu het zover was kon ik het schrikbeeld van mijn eigen bloederige huidflappen die twee blauw aangelopen baby’s onthulden niet uit mijn hoofd zetten. De angst joeg mijn hartslag omhoog. Een keizersnede was normaal bij een tweeling, vooral het tweede kind liep hogere risico’s bij een natuurlijke bevalling maar ik hoefde het nog niet leuk te vinden!
Ik probeerde met mijn tenen te wiebelen terwijl ik Martin hoorde babbelen. De lieverd wist dat ik zijn stemgeluid nodig had nu, al maakte het niet uit wat hij zei. De dekens bewogen niet, de verdoving begon te werken. Voorzichtig voelde ik aan mijn buik.
‘Dokter?’ vroeg ik benauwd.
‘Ja Fea,´ antwoordde hij geduldig.
‘Mijn buik, hij voelt zo koud. Is er wat mis?’ piepte ik angstig.
‘Nee hoor, dat lijkt maar zo door de verdoving. Als het goed is voelt het allemaal een beetje als kipfilet nu, maar met je temperatuur is niets aan de hand.’
‘Oh, als u het zegt...’ vertwijfeld voelde ik nog eens.
Even later reden we de operatiekamer in. Het was er koud en het rook muf.
‘Het is zover,’ zei Nooijman kort daarna terwijl mijn buik afgeschermd werd door een enorm scherm van operatiedoeken. Het moment kwam tegelijk te snel en te langzaam. Was het maar voorbij!
‘Incisie gemaakt,’ zei mijn arts kalm. Ik voelde me lichtelijk misselijk worden. Martin gluurde over het scherm en trok groen weg.
‘Kijk me aan mooie man, niet daarnaar, kijk naar mij!’ droeg ik hem op. Het allerlaatste dat ik nu kon gebruiken, waren de geluiden van mijn kokhalzende echtgenoot. Hij keek me aan en haalde langzaam diep adem. Lange tijd staarden we elkaar in de ogen, vol gespannen verwachting.
‘En daar is de eerste!’ Klonk de stem van de dokter aan de andere kant. Kort daarna hoorde ik gehuil. De zusters waren druk in de weer en even later lag mijn oudste zoon op mijn borst te wiebelen. Warmte en een diepe liefde zoals ik die nooit eerder gekend had overspoelden me. Naast me glimlachte Martin zo breed dat ik dacht dat zijn mondhoeken zouden uitscheuren.
´Hij is prachtig,´ zuchtte ik. Martin keek met grote ogen toe, hij leek bevroren in het moment.
‘En daar komt de tweede,’ mompelde mijn arts. Niet veel later stond mijn man met onze tweede zoon in de armen.
Kort daarna reed Wendy mijn bed door de gangen terug naar de geboortekamer. In de ruimte waren twee wiegjes bijgezet, allebei in babyblauw. Ik lette er niet op en kon slechts van de ene zoon naar de andere staren. Wat een wonder had mijn lichaam verricht!
‘Fea?’ zei Wendy zacht. Het drong helemaal niet tot me door dat ze het tegen mij had. ‘Fea,’ klonk het opnieuw, dringender nu.
‘Wat is er?’ vroeg ik verstrooid.
‘Heb je het contract nog nagekeken? De tijd dringt.’
‘Wat? Hoezo? Wat staat er voor belangrijks in dat we niet al weten?’
‘Ik...’ de vrouw twijfelde, ‘Ik mag het niet zeggen, lees het contract, de tijd dringt.’ Mijn bed werd ingeparkeerd en de vrouw stoof de kamer uit.
‘Mart?’
‘Ik hoorde het ja, vreemde vrouw!’
‘Misschien,’ vroeg ik me hardop af, ‘Is het verstandig dat we dat dikke pak papier eens doorbladeren?’
‘Misschien,’ mompelde hij, tevreden in de leunstoel, met de jongste nog altijd in zijn armen.
‘Zullen we onze ouders eens bellen?’ vroeg ik hem, ´En Barbara niet te vergeten!´ Mijn moeder zou dansen door het hele huis van blijdschap.
‘Dat wordt tijd ja.’ Met lichte spijt op zijn gezicht legde hij de jongste in de wieg en legde de oudste ernaast. De jongetjes staarden elkaar gebiologeerd aan voordat ze tevreden de ogen dicht deden. Martin pakte de telefoon op.
‘Dat is vreemd,’ zei hij verbaasd, ’Geen kiestoon meer.’ Hij probeerde het nog eens. ‘We hebben hem gister nog gebruikt, toch?’
‘Ja, misschien als je hem even uit en aan zet?’ opperde ik. Dat werkte bij mij altijd.
‘Nee hoor, nog steeds niets.’
‘Ik bel de verpleging wel even.’ Mijn vingers vonden de belknop aan de zijkant van mijn bed en niet veel later stond Wendy weer in de kamer, kalm en beheerst als altijd.
‘Onze telefoon doet het niet meer, zou je iemand kunnen regelen die hem kan repareren?’ vroeg ik vriendelijk. Ze keek me aan, met grote ogen en ik kon niet anders dan haar gezichtsuitdrukking bedroefd noemen.
‘Je hebt het contract niet gelezen,’ zuchtte ze terwijl haar ogen me vol medelijden aankeken. Wat was er aan de hand? ‘En nu,´ zei ze spijtig, ´Is de tijd op. Ik mag je niets vertellen want het zal je slechts van streek maken. Ik kan je wel vertellen dat de telefoon niet kapot is.’
Ze draaide zich om en liep terug de gang op. Martin beende achter haar aan. Zijn schouders stonden gespannen naar voren, ik kende die houding. Hij was ongerust. Vanuit mijn bed kon ik hem op de gang nog net verstaan.
‘Wat is er aan de hand, Wendy?’ vroeg hij.
‘Laat me los meneer, ik doe slechts mijn werk.’
‘Oh nee,’ de irritatie in de stem van mijn lieve echtgenoot nam toe, ‘Waarom mogen we niet bellen?’
‘Het staat allemaal in uw contract,’ hield de zuster stug vol, ‘U had het moeten lezen.’
‘Dat verdomde papierwerk hebben we hier niet,’ de stem van Mart was een paar octaven gezakt en klonk nu dreigend. ‘Wat is er aan de hand!’
‘Ik zal kijken of ik u een kopie kan laten brengen. Alstublieft, ik moet verder met mijn werk.’ De zacht krakende stappen van Wendy verdwenen de gang uit.
‘Lieverd?’ Martin stak zijn hoofd om de hoek, ‘Ik denk dat ik nu toch echt even thuis dat papierwerk ga ophalen. Dan kan ik ook gelijk het goede nieuws verspreiden.’ Hij probeerde zijn onrust uit zijn stem te weren maar slaagde daar niet helemaal in.
Opeens voelde ik me niet meer op mijn gemak in de met babyspullen volgepropte kamer. Een blik op mijn zoons ontspande me weer een beetje, maar er bleef iets aan me knagen.
Wat kon er nu in dat contract staan dat Wendy ons niet mocht vertellen? Waarom mochten we niet meer bellen? En voor hoe lang? Ik kon mijn benen nog altijd niet bewegen, hoewel er langzaam een tintelend gevoel in mijn tenen opkwam.
‘Ga maar. Ik denk dat het goed voor me zou zijn om even te slapen.’ Nu ik dat hardop gezegd had merkte ik pas hoe moe ik was. Daarnaast zou de verdoving snel genoeg uitgewerkt zijn. De enorme sneel in mijn buik zou dan wel pijnlijk worden en dan was het gedaan met de rust. Martins hoofd verdween. Met enkele diepe ademteugen probeerde ik te ontspannen en sneller dan ik gedacht had kwam de duisternis van de slaap.
***
Niet veel later werd ik wakker van de pijn. Ik had alle pijnstillers geweigerd, mijn zoons verdienden het niet zo jong in hun leventje al chemische troep binnen te krijgen door mijn melk. Slaperig keek ik om me heen. Martin zat weer op de leunstoel met een van de jongens in zijn armen. Had ik zo lang geslapen? De deken was lichtgeel dus het moest de oudste zijn, de jongste had een mintgroene.
‘Mart?’ vroeg ik, ‘Wat zei je moeder?’ Hij keek op en zijn gezicht stond duister. Zo had ik hem nog nooit gezien. Zijn ogen straalden frustratie en woede uit en ik dacht dat hij ieder moment kon grauwen als een valse hond.
‘Martin, wat is er?’
‘Ik wilde je niet wakker maken,’ zijn stem klonk strak, alsof zijn hele lichaam onder enorme spanning stond, ‘Je hebt alle slaap nodig die je kunt krijgen, met de bevalling enzo.’ Hij ontdooide iets. ‘Kun je je benen alweer bewegen?’
Wat een vraag! Waarom vertelde hij me niet gewoon wat er aan de hand was? Toch probeerde ik het, dit leek me een slecht moment om tegen hem in te gaan. Mijn tenen wiebelden weer op commando en ik probeerde mijn benen wat op te trekken. Mijn buikspieren waren flink mishandeld dus mijn poging staakte ik snel weer.
‘Als ik buikspieren had zou het allemaal wel gaan,’ zei ik voorzichtig.
‘Goed, je moet in bed blijven liggen, hoor je me?’ zei hij streng, ‘Wat ik je ook vertel, je bent te zwak om te staan.’ Angstig knikte ik.
‘Ik heb het contract niet, ik heb ook niet gebeld,’ hij pauzeerde even, alsof hij me zo lang mogelijk in het ongewisse wilde laten.
‘We zitten hier vast.’
‘Vast, hoezo vast?’ stamelde ik. Waar wauwelde hij nu weer over?
‘Deze gang, ze laten ons er niet uit. De deuren gaan niet langer open en als ik eraan zit vraagt een stem me om mijn personeelspas langs de plaat in de muur te halen.’ Opnieuw viel een stilte. Wat had dit alles te betekenen? Waarom wilden ze ons hier binnen houden? Waarom mocht niemand weten dat onze zoons gezond en wel ter wereld waren gekomen? Toen hoorde ik de knerpende stappen van een zuster op de gang.
‘Snel,’ siste ik, maar Martin drukte de baby al in mijn handen en was verdwenen. Eenmaal op de gang hoorde ik hem hard vloeken.
Hij vloekte nooit!
Even later kwam hij terug met een dik pak papier in de hand.
‘Wendy is zo vriendelijk geweest het papierwerk hier achter te laten.’ Juist op dat moment begon het kindje in mijn armen te huilen en zijn broertje sloot zich er snel bij aan.
‘Zouden ze honger hebben denk je?’ vroeg ik.
‘Zou kunnen,’ zei hij terwijl hij de papieren langs zijn vingers liet ritselen. ‘Probeer maar, wie weet.’ Terwijl ik hem door de eerste pagina’s zag bladeren legde ik onze oudste zoon aan mijn borst. Hij begon direct fanatiek te zuigen. Liefdevol staarde ik naar zijn prachtige hoofdje waarop enkele plukjes donshaar alle kanten uit piekten. Even verdween mijn ongerustheid. De pijn in mijn buik werd iedere minuut dat de verdoving verder uitgewerkt raakte erger en ik was doodmoe. Ik had geen ruimte meer voor zorgen.
‘Zou je ze even willen omruilen?’ vroeg ik toen het kleine mensje in mijn armen tevreden stil lag. Martin wilde juist opstaan toen hij weer terugviel.
‘Oh nee,’ mompelde hij, ‘Nee, neeneenee.’ Bleek zat hij onderuitgezakt in de schommelstoel. Alsof de baby mijn plotselinge angst voelde begon hij zachtjes te jammeren.
’Wat is het, vertel het me!’ Wilde ik hem toeschreeuwen maar ik hield me in. Ik wachtte af, hij zou het me wel vertellen. Stotterend wilde hij beginnen met lezen toen er voetenstappen klonken op de gang. De kamer vulde zich snel met drie zusters en dokter Nooijman. Toen zij zich opgesteld hadden kwam de bemiddelaar binnen die ik zoveel maanden eerder gesproken had.
´U heeft het contract eindelijk gelezen,´ constateerde de man kalm, ´De vraag is nu, kunt u zich erbij neerleggen?’
‘Wat?’ de stem van Martin schoot omhoog in dat ene woord, ‘U wilt zeggen dat er mensen zijn die dit zomaar laten gebeuren?’
‘U had het contract, we vragen altijd of u alles gelezen en begrepen hebt voor u het ondertekend. Als al iemand blaam treft hier, is het uzelf,’ zei de bemiddelaar ergerniswekkend kalm, ‘Ik begrijp hieruit dat u zich niet langer aan het contract wenst te houden?’
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ik angstig.
‘Natuurlijk niet,’ brulde Martin over mijn vraag heen. ‘Bent u gek? Het zijn mijn kinderen!’
‘Prima, dan lossen we het anders op.’ Ik keek de arts voor het eerst echt aan, opzoek naar steun. Pas nu viel de kilheid in zijn ogen me op. Vrees overviel me en verdrong de twijfel en angst, even leek de wereld stil te staan.
Toen gebeurde er van alles tegelijk. Twee zusters doken op Martin af die de vrouwen instinctief afweerde. Ik zag twee glinsterende naalden omhoog komen en tenminste een trof doel. Op datzelfde moment griste de derde zuster mijn oudste uit mijn armen. Ik wist de punt van zijn deken vast te houden, maar met een ferme ruk trok ze het uit mijn verzwakte handen. Tegelijkertijd zag ik Nooijman aan de andere kant van mijn bed de deken aan de kant trekken en een enorme spuit verdween in mijn bovenbeen.
Ik keek op en zag Martin langzaam tegen de grond zakken, ondersteund door de twee zusters. De bemiddelaar stond breed grijnzend in de deuropening naar het tafreel te kijken. Mijn ogen gleden dicht, alles vertraagde. De kille stem van de arts doorboorde mijn bewustzijn en ik probeerde te horen wat hij zei. Langzaam vormde de woorden zich in mijn hoofd, als een film die vertraagd werd afgespeeld.
‘Werk hem van het dak af.’
‘... zodat ... zelfmoord, zijn arme vrouw en kinderen ... de bevalling overl...’ hoorde ik zijn lage stem zeggen voor ik helemaal wegzakte.
***
Jaren later drukte ik mijn zesde zoon tegen me aan. Soms herinnerde ik me vlagen van wie ik was geweest. Dan zag ik een vreemde man tegen de vlakte gaan, hangend tussen twee zusters. Wie hij was wist ik niet, maar het riep altijd een vaag gevoel van verdriet en pijn op. Soms herinnerde ik me vlagen van bomen en frisse lucht maar die zonken al snel weg in de mist die mijn denken vertroebelde.
‘Fea?’ vroeg Wendy vriendelijk, ‘Eet wat.’ Gehoorzaam legde ik het kind neer en begon te eten. Het smaakte me niet, niets smaakte me nog. Was eten ooit lekker geweest? Een flits van een stuk vlees dat ik ooit naar binnen had geschrokt kwam op en verdween snel weer. Mijn ogen gleden over mijn nieuwe kind en mijn hart smolt. Soms gleed de vage wens langs dat ik hem wilde houden, wilde zien opgroeien. Maar dat was slechts de egoïstische kant die ik niet langer een stem gaf. Het was niet aan mij om hem, of de anderen, te verzorgen. Ik was er om ze een goede start te geven, waarna ze hun plicht konden doen voor anderen. Door mij konden duizenden andere mensen wel hun kind zien opgroeien.
Tevreden met die wetenschap gaf ik ook dit kind op, Wendy pakte hem aan.
‘Snel zul je weer een volgende mogen krijgen, sterk aan,’ zei de lieve vrouw voor ze verdween. Tevreden liet ik me terugzakken in de kussens en begon me voor te bereiden op de volgende bevruchting. Hopelijk was het weer jongen...
Rapport Roelof Goudriaan (35 pnt)
Wat zijn de consequenties voor de maatschappij als de meeste vrouwen slechts meisjes of
onvruchtbare jongens ter wereld kunnen brengen? Een interessant sf-gegeven. De uitwerking is het
soort rechtlijnige, op schokeffecten gerichte extrapolatie-naar-extremen die je veel aantrof in
sciencefictionverhalen uit de jaren zestig. Dat geeft de indruk dat de schrijver weinig (moderne) sf
heeft gelezen, want de hedendaagse lezer verwacht een grotere gelaagdheid en complexiteit.
Een verhaal is een gecondenseerde weerslag van gebeurtenissen: je kiest als schrijver wat je laat zien
en wat je weglaat. Hoe interessant de presentatie van het verhaal is, hangt af van die verdikking. Veel
van de scènes in ‘X en Y’ focussen zich op het voorspelbare, de banale alledaagse dialoog, ten koste
van origineel detail:
Niet veel later kwam Martin terug met een dienblad waar een heerlijke goed doorbakken biefstuk op
lag te pronken naast een enorme zak zuurballen. ‘Nou schat, hier moet je weer even mee vooruit
kunnen, ik moet toch echt weer naar de baas nu,’ zei hij opgetogen, ’Na de bevalling krijg ik wel een
maand vrij.’
Het is interessanter om te laten zien hoe Martin een opmerking maakt hoe prachtig Fea’s sproeten
vandaag stralen, of hem in een kwetsbare of juist onredelijke bui te plaatsen: als het Martin maar tot
leven laat komen bij de lezer en zijn of haar aandacht bij het verhaal houdt. Het banale alledaagse doet dat niet.
De beschrijvingen hebben flair (Overal hingen foto’s van breed lachende jonge vrouwen en baby’s,
soms vergezeld door een man die op de achtergrond liefdevol glimlachte), maar de zinnen lopen stroef en lezen niet lekker hardop.
Terwijl ik in de aangeraden, maar zeer oncharmante, positie lag waarbij mijn knieën bijna mijn
schouders raakten en een kussen mijn achterste omhoog duwde voelde ik me plotseling weer
opgelaten. Mijn handen zochten de dekens en ik probeerde ze zo goed mogelijk over me heen te
draperen.
En verbindingswoorden als ‘terwijl’ worden te overvloedig gebruikt: acht keer op de eerste drie
pagina’s.
Grammaticaal is het manuscript slordig, en is de interpunctie in dialogen vaak puntarm. Die ‘d’ in
‘betekend’ en die puntkomma zijn hier bijvoorbeld wel erg uit hun plaats:
‘Geen zorgen mevrouw, wij maken een voorselectie voor u,’ zei de bemiddelaar; ‘We hebben uw Xchromosomen getest, ze laten zich prima koppelen aan de meeste Y-chromosomen van onze mannen. Dat betekend dat u, net als de dames vroeger, een fifty-fifty kans hebt op een jongen als u een van de door ons aangeraden donoren kiest.´
Rapport Marcel van Driel (83 pnt)
Wat vind ik goed? Wow. Een van de meest emotionele en cynische verhalen uit de wedstrijd. Goed
geschreven, mooie opbouw, volstrekt geloofwaardige hoofdpersoon. Meeslepend verhaal en één van de toppers van de wedstrijd.
Wat kan beter? Pas als je het verhaal uithebt, valt het op dat misschien niet alles geloofwaardig is.
Een gefortuneerde vrouw die eerst een miljoen van haar bankrekening opneemt en dan spoorloos
verdwijnt. Roept dat geen vragen op bij politie, vrienden, familie, zeker als ze weten dat ze zwanger
was? En als het contract bindend was, waarom wordt ze dan in het geheim vastgehouden? En als ze
iemand zomaar vast kunnen houden, waarom hebben ze dan een contract nodig
Hopelijk te lering ende vermaak hieronder mijn inzending voor de paul harland prijs 2011. Het verhaal heeft mij op de 16e plaats doen belanden en onderaan staat het meest kritische en meest lovende juryoordeel. In totaal waren er 3 voorselecteurs en 5 juryleden die allemaal op vergelijkbare wijze hun mening gegeven hebben.
Sacha Vlinderboom
X en Y
Voorzichtig gaf ik hem een kus op zijn lippen. Martin bleef roerloos staan en keek me verschrikt aan.
‘Slaap lekker Martin, ik zie je morgen weer?’
Zwijgend knikte hij, terwijl ik de deur langzaam dicht liet vallen. Waar ben je mee bezig! Hij is een dodo, een dodo! Compleet ongeschikt voor jou. Mopperend tegen mezelf liep ik door de hal naar de woonkamer. Al grabbelend in mijn tas liet ik me op de bank vallen. Terwijl mijn hoge hakken door de lucht vlogen vond ik de vertrouwde vorm van mijn telefoon. Met een brede glimlach belde ik mijn oudste vriendin.
‘Barbara hier,’ klonk er enkele kiestonen later in mijn oor.
‘Hey Barrie, je gelooft nooit wat ik je ga vertellen...’ Waarom wilde die stomme grijns niet van mijn gezicht? Ik begon er spierpijn van te krijgen.
‘Hey meid, ben jij het! Hoe ging het vanavond? Zeg het dan!’ gilde ze enthousiast door de speaker.
‘Ik denk dat ik mijn partner gevonden heb, hij is zo lief en aardig en oprecht. En hij heeft prachtige ogen, je had ze moeten zien!’
‘Weet je z’n count al?’
‘Nee,’ loog ik. Natuurlijk wist ik dat, waar waren mijn contacten bij Versem anders goed voor? ‘Wie vraagt zoiets nu op de eerste date?’ zei ik er snel achteraan.
‘Dus hij is een dodo?’
‘Verdorie Bar, kan ik ooit iets voor je achterhouden?’
‘Daar ben ik je vriendin voor lieverd,’ zei ze poeslief. ´Wat heb je nou aan een man zonder werkend zaad?’
‘Ik weet wel dat we dat altijd gezegd hebben, maar ik dacht, bij Versem zijn er toch genoeg donoren beschikbaar en ik heb aardig wat spaargeld inmiddels.’ Even viel er een stilte maar ik kon me niet bedwingen. ‘En je hebt hem niet ontmoet! Als hij lacht kun je niet anders dan mee lachen en hij is zo ontzettend lief en...’ Waarom ratelde ik maar door over deze man? Wat had hij met me gedaan?
***
‘Wat een keuze,’ stamelde ik terwijl ik naar de wand vol archiefmappen staarde. Vandaag ging ik bij Versem een spermadonor uitzoeken.
‘Geen zorgen mevrouw, wij maken een voorselectie voor u,’ zei de bemiddelaar; ‘We hebben uw X-chromosomen getest, ze laten zich prima koppelen aan de meeste Y-chromosomen van onze mannen. Dat betekend dat u, net als de dames vroeger, een fifty-fifty kans hebt op een jongen als u een van de door ons aangeraden donoren kiest.´
De man was een hoofd kleiner dan ik en zijn te strakke broek deed zijn achterste nog groter lijken dan het al was. Alles aan hem had me geïrriteerd vanaf het moment dat we elkaar de hand hadden geschud. Toch kon ik een lach niet onderdrukken, dit was goed nieuws! Niet veel vrouwen hadden nog X-en die goed samengingen met hun mannelijke tegenhanger. Mijn eigen receptioniste was de enige vrouw die ik kende die zwanger was geworden van haar eigen man. Ze had niet alleen een kind en een vruchtbare man, ik had haar ook nog eens zes maanden vrij moeten geven! De verontwaardiging borrelde weer in me op. Snel zette ik het van me af, daar was ik hier vandaag niet voor.
‘De volgende vraag is hoeveel u te besteden hebt. Eenvoudig gesteld betekent meer geld een hogere score op de zaadtelling van de donor, Versem is een bedrijf tenslotte,´ ging de man door. Zijn glibberige glimlach bezorgde me rillingen en snel keek ik weer naar de archiefmappen. Resoluut zei ik: ‘Geld is niet belangrijk, ik wil het beste dat Versem te bieden heeft.’ Mijn eigen bedrijf was inmiddels meer dan succesvol met zeventien vestigingen en geld stroomde iedere maand sneller binnen dan ik het kon uitgeven.
‘Het duurste pakket is voor rechtstreekse donatie in plaats van kunstmatige inseminatie. Directe donatie verhoogt het slagingspercentage met bijna twaalf procent,’ de man glimlachte weer. ‘We kunnen helaas in het lab nog steeds de biologische reacties tussen man en vrouw niet nabootsen.’
‘Als u besluit het pakket voor rechtstreekse donatie te nemen, krijgt u drie kansen met de donor. Als u dan niet zwanger bent, kunt u met korting het pakket opnieuw aanschaffen. Als u onze beste donor binnen dit pakket wenst gaat dit drieënhalf miljoen euro kosten. Zijn count is zeventig miljoen waarvan een vijfde gezonde spermacellen zijn.’ Opnieuw flitste zijn vieze lachje.
Ik voelde het bloed uit mijn wangen wegtrekken. Zoveel geld! Al als klein meisje had ik geweten dat zwanger worden duur was. Mijn moeder had me dagelijks ingewreven wat ik wel niet gekost had, maar zulke bedragen had ik nooit gehoord! Je kent ook niemand die zoveel geld heeft, klonk een klein stemmetje in mijn hoofd. Dat was geheel waar, op enkele kopers in mijn couturezaken na was ik-zelf de rijkste persoon die ik kende.
Toen drong de count van de donor pas tot me door. Als ik zo’n kerel nou eens op straat tegen kon komen, zo’n man kon ik iedere vervelende karaktertrek vergeven!
‘Ehh... Misschien is het toch verstandig dat ik u mijn budget vertel,’ stamelde ik. De bemiddelaar knikte me bemoedigend toe. Voor hij door kreeg hoe erg ik geschrokken was ging ik verder.
‘We hebben op dit moment iets meer dan een miljoen op onze rekening staan. En als we alle andere bronnen aanspreken komen we rond de twee miljoen uit, maar dat gaat een paar maanden duren,’ rekende ik hardop. Martin zou niet blij zijn met de kosten, maar als we eenmaal een kleintje hadden was hij het vast zo weer vergeten.
‘Dus een pakket van een miljoen voor de eerste poging, als het niet lukt garandeer ik u dat u voor vijfhonderdduizend een tweede pakket kunt krijgen. Na de aanbetaling kunt u gespreid betalen, dat de fondsen even op zich laten wachten is dus geen probleem,’ kletste de man door terwijl ik probeerde mijn irritatie zo goed mogelijk te verbergen.
***
‘Zet hem op lieverd,’ fluisterde Martin in mijn oor terwijl hij me voor de laatste keer stevig vasthield. ’Je hebt je aan alle voorschriften gehouden, dus het komt vast in orde.’
Ik knikte beverig. Nog nooit was ik met een andere man geweest dan met Martin en van deze man wist ik alleen dat zijn zaad ons een miljoen ging kosten. De glazen deuren gingen open en Kiandra stapte me blij lachend tegemoet. Ze had ons tot nu toe begeleid in het traject. Alles dat we hadden kunnen doen om de kans van slagen te vergroten hadden we gedaan.
‘Ben je er klaar voor?’ vroeg ze terwijl ze me bij de hand greep. Opnieuw knikte ik terwijl ik probeerde mijn zenuwen van me af te schudden. Als alles goed ging hoefde ik dit maar één keer te doen, dan kon ik het daarna vergeten.
‘Je hebt de ovulatietest al gedaan?’ vroeg Kiandra terwijl ze me vooruit trok. ‘Natuurlijk, domme vraag van me,’ zei ze terwijl ze stevig doorstapte. ‘Ik zal je nog een keer door de procedure praten, goed?’ Zonder op antwoord te wachten ging ze opnieuw alle punten langs die ik al van buiten kende.
Zonder te luisteren liet ik me door de vrolijk geverfde gangen van het Versem donatiecentrum voeren. Overal hingen foto’s van breed lachende jonge vrouwen en baby’s, soms vergezeld door een man die op de achtergrond liefdevol glimlachte.
Uiteindelijk hielden we halt bij een hemelsblauwe deur in een gang die er net zo uitzag als alle anderen. Kiandra zwaaide de deur voor me open en voor het eerst zag ik een bevruchtingskamer.
De luxe verraste me, ik had een klinisch wit bed verwacht in een kamer waar breed lachende vrouwen en baby’s overal op me neer zouden kijken. In plaats daarvan was alles in zachte aardetinten met dieprode details uitgevoerd.
Tegenover de deur stond een enorm bed, groter dan het bed dat Martin en ik gekocht hadden. Verbaasd deed ik een stap naar binnen. Aan de muren hingen slechts smaakvolle schilderijen die, toen ik beter keek, verassend weinig te maken hadden met glimlachende moeders. Even staarde ik vreemd gefascineerd naar één van de schilderijen. Een man en een vrouw lagen in een buitengewoon ingewikkelde houding in het gras. Toen mijn ogen naar het punt gleden waar hun heupen raakten en de schilder ook daar geen enkel detail had weggemoffeld voelde ik het bloed weer naar mijn wangen stijgen. Snel keek ik weg.
‘Dit is het?’ vroeg ik overdonderd.
‘Jazeker, alles is vandaag gewassen, schoongemaakt en afgestoft, er zijn schone handdoeken in de badkamer en zoveel luchtjes en zeepjes als je je maar kan wensen. Alles om het je zo veel mogelijk naar de zin te maken, dat helpt de bevruchting allemaal bevorderen!’ ratelde de vrouw vrolijk verder. ‘Maar nu zal ik je alleen laten. De man van je keuze komt, zodra je op de blauwe schakelaar naast de deur drukt.’ Met een laatste vriendelijke glimlach verdween Kiandra en liet me alleen achter.
Kriebels van de zenuwen en gespannen verwachting verspreidden zich door mijn buik terwijl ik snel de kamer verkende. Rusteloos zwiepte ik door de muziekcollectie op het google-tunes-centre en vond uiteindelijk mijn favoriete artieste. Misschien niet de beste muziek voor sex maar wel ontspannend schoot door mijn hoofd terwijl ik de melodie begon mee te neuriën. Alles in de kamer straalde decadente luxe uit. Het hoogpollige tapijt maakte mijn stappen verend en de lakens op het bed waren van zijde. Opnieuw bekeek ik een van de schilderijen. Een oppervlakkige blik onthulde een bos, maar in de schaduwen stonden en lagen allerlei menselijke figuren in houdingen die weinig aan de fantasie overlieten. Half beschaamd, half opgewonden keek ik weg. Uiteindelijk vond ik achter de lange wand de badkamer.
Misschien kan een lekker warm bad me wat ontspannen, bedacht ik. Even later vulde de stoom van het warme water de ruimte. Twijfelend keek ik naar de enorme rij badoliën die op een glazen plank naar me stonden te glimlachen. Uiteindelijk koos ik voor een potje met een foto van dieprode rozen op het etiket, een beetje romantiek kon geen kwaad. Toen ik enkele druppels in het warme water goot, vulde de betegelde ruimte zich direct met de diepe geur van rozen op een warme zomeravond. Snel trok ik mijn kleren uit en met een zucht liet ik me in het warme water zakken.
Eerst tot rust komen, dan zou ik de donor roepen.
‘Hallo,’ klonk een zware stem opeens naast me. Ik schrok op, badwater klotste over de rand. Als een dier dat uit vier richtingen koplampen ziet opdoemen, staarde ik naar de vreemde man. Terwijl ik mijn knieën op trok en met mijn armen zoveel mogelijk mijn lichaam verborg, stamelde ik ‘hallo’ terug.
De vreemde man dimde het licht tot ik alleen zijn silhouet nog kon zien. Met iedere stap naar de badkuip toe verloor hij een kledingstuk. Terwijl hij naderde begon ik te trillen van de spanning. Wat moest ik doen? Moest ik wat zeggen? Ik wist toch niets te vertellen, waar moesten we het over hebben? Over het weer zeker!
‘Kom, schuif eens op, dan kom ik erbij,’ klonk zijn zware stem uit de schaduw die zijn gezicht was.
‘Hoe, hoe...’ stamelde ik, ‘Waarom ben je... de blauwe knop....’ Wauwelende idioot!
‘Je had die schakelaar nooit aangeraakt,’ zei hij vriendelijk terwijl hij zich rustig in de ruimte liet zakken dat ik voor hem had vrij gemaakt. ‘Versem zoekt niet alleen een donor bij je wensen maar ook hoe ze je verder het beste van dienst kunnen zijn.’
Terwijl ik heftig slikte en probeerde mijn zenuwen van me af te schudden liet ik me tegen de door mijzelf geselecteerde donor aantrekken. Gespannen wachtte ik af, wat was de volgende stap? Iedereen had me vergeten te vertellen hoe ik met hem om moest gaan, wat er van mij verwacht werd nu hij hier was.
‘Kom, ontspan.’ Zijn armen gleden over mijn bovenarmen wat me ondanks het warme water kippenvel gaf. ‘Ik bijt niet en we hebben alle tijd,’ lachte hij zacht. Zijn adem rook friszoet, en vormde een fijne afwisseling met de zware geur van de rozenolie.
Het bleef heel lang stil en langzaam begon ik te ontspannen. De donor maakte geen plotselinge bewegingen en raakte alleen mijn armen en schouders aan. Ik werd me ook steeds sterker bewust van zijn lichaam achter me. Hij was veel gespierder dan Martin maar zijn huid was lichter van kleur, bijna net zo wit als die van mij.
Voorzichtig legde ik mijn handen op zijn bovenbenen. Zijn handen gleden over mijn nek naar beneden. Daarna zwierven ze over mijn buik naar boven en mijn lichaam reageerde. Ik zuchtte diep en leunde tegen hem aan. Vergeten hoe vreemd deze situatie was, gaf ik me over.
Of het aan de bedwelmende rozengeur lag, het schemerige licht of het prachtige lijf van de man wist ik niet, maar ik vond mezelf een hele tijd later weer terug tussen de zijden lakens van het enorme bed. Hij is goed, beter dan Martin, schoot er door mijn hoofd. Onmiddellijk verbeterde ik mezelf, het stelde niets voor zonder liefde. Ik wist dat dat niet geheel waar was.
Terwijl ik in de aangeraden, maar zeer oncharmante, positie lag waarbij mijn knieën bijna mijn schouders raakten en een kussen mijn achterste omhoog duwde voelde ik me plotseling weer opgelaten. Mijn handen zochten de dekens en ik probeerde ze zo goed mogelijk over me heen te draperen.
‘Het is tijd om weer te gaan voor mij, het avondeten wacht!’ lachtte Bastian, zoals de donor bleek te heten. Nadat hij snel de badkamer in geschoten was opzoek naar zijn kleren verdween hij, keurig gekleed, de gang op. Lichtelijk verbaasd bleef ik nog een hele tijd liggen, tot ver voorbij de minimaal aangeraden periode. Een extra zetje voor de zwemmers kon vast geen kwaad!
***
‘Oh Martin,’ zei ik zenuwachtig, ‘Ik ben zo benieuwd!’
‘Ik ook lieverd, dan kunnen we eindelijk de kleur van de kamer gaan uitzoeken!’ Dokter Nooijman schudde ons de hand en draaide er verder niet omheen. Een klodder koude gel werd tegen mijn opbollende buik gewkakt en hij drukte het apparaat ertegenaan. Bijna wilde ik hem de les lezen over zijn behandeling van mijn zwangere buik maar ik hield me in. Hij was tenslotte gynaecoloog en ik vermoedde dat hij dit vaker deed.
`Zo, als u nu even rustig blijft liggen kunnen we eens kijken wat we hebben,´ mompelde de dokter terwijl hij naar het scherm keek. Terwijl hij wat met het knuppelvormige apparaat heen en weer friemelde kwam opeens een duidelijk beeld van een arm naar boven.
Verwonderd staarde ik naar het scherm, bij iedere echo werd mijn kind steeds meer een echt mensje.
‘Prachtig zeg,’ hoorde ik Martin naast me zuchtten.
‘Wacht eens even!’ Bij die woorden van de gynaecoloog verdubbelde mijn hartslag direct. Overal brak het zweet me uit. Nu zou het nieuws komen. Open ruggetje, niet in leven, erfelijke ziekte. De ergste misvormingen doemden op.
Vaag hoorde ik de stem van de dokter wat zeggen terwijl de film van gruwelijke scenario´s zich verder afspeeldde in mijn hoofd.
‘Oooh,’ hoorde ik mezelf kreunen, de aandoening waar mijn prachtige kindje aan leed ging compleet langs me heen.
‘Schat, wat geweldig!’ Martin zoende mijn hele gezicht en omhelsde me stevig.
‘Wa... Wwat?’ Terwijl Martin me nog altijd stevig vasthield drong het tot me door wat de gynaecoloog net gezegd had.
´Het ziet er naar uit dat u twee jongetjes krijgt.´ had hij gezegd. Geen ziekte of afwijking maar twee, levende, jongetjes. Twee! En als ze ook maar de helft van de vruchtbaarheid van Bastian geërfd hadden...
Die droom durfde ik niet af te maken.
‘Mevrouw,’ het klonk of Nooijmans het woord al voor de vierde keer zei maar mijn oren suisden nog, ‘Met tweelingen, zeker met twee jongens, moeten we wel extra voorzorgsmaatregelen nemen. De laatste maand van uw...’ Ik hoorde geen woord meer van het relaas van de dokter over alle extra risico’s van een tweeling.
Ik kreeg twee jongens!
***
Zes maanden later keek ik tegen de steriele witte wanden van een Versem geboorte-kamer. Alle kosten werden gedekt door het pakket dat we aangeschaft hadden. Omdat ik nog ruim zes weken had voor ik uitgeteld was, mocht ik er van alles in zetten om me op mijn gemak te voelen. Alle bloemen en kaarten en setjes lichtblauwe babykleertjes konden echter het ziekenhuisbed en de klinische kilheid van de kamer niet verhullen.
‘Martin!’
’Wat is er lief?’ vroeg hij terwijl zijn hoofd vol donker krulhaar in de deurpost verscheen. Ik glimlachte lief naar hem, hij was zo geduldig met al mijn grillen. ‘Ik heb nog steeds zin in biefstuk...’ Even dacht ik na: ‘En zuurballen, citroen het liefst.’
‘Komt eraan lief,’ antwoordde mijn lieve man gelaten. Ongeduldig bleef ik in mijn bed zitten wachten. Van dokter Nooijman mocht ik mijn bed niet meer uit, behalve voor de wc of badkamer. De twee, volgens hun DNA zeer vruchtbare jongetjes, waren te kostbaar om enig risico mee te lopen. Martin kon op een klein bedje in een hoek van de kamer slapen en gelaten liet hij alles over zich heenkomen.
Niet veel later kwam hij terug met een dienblad waar een heerlijke, goed doorbakken, biefstuk op lag te pronken naast een enorme zak zuurballen. ‘Nou schat, hier moet je weer even mee vooruit kunnen, ik moet toch echt weer naar de baas nu,’ babbelde hij opgetogen,
’Vanaf de bevalling krijg ik wel een maand vrij.’
Ik had slechts oog voor de dampende, geurende biefstuk. Vooral de laatste maand voelde ik me een soort prehistorisch monster dat alleen aan zijn eigen primaire behoeften kon denken. Al het andere werd achtergrondgeluid zodra ik een van m’n aanvallen kreeg.
‘Prima schat, ziet er goed uit,’ wist ik er nog uit te brengen voor ik het dienblad uit zijn handen griste.
Kort daarna verscheen een van de verpleegsters. ‘Alles naar wens mevrouw?’
‘Fea heet ik, alsjeblieft. Ik lig hier nog wel even!’ mompelde ik tussen de happen biefstuk door. De enorme lap vlees ging er veel te snel doorheen. Zou ik er nog eentje durven bestellen?
‘Goed, Fea, alles naar wens?’
‘Zeker!’ sputterde ik vrolijk, ‘Jullie biefstuk is heerlijk.’ Het duurde een paar seconden voor ik de volgende hap weggekauwd had en weer kon spreken. ‘Hoe heet jij eigenlijk?’ Ik voelde mijn wangen licht kleuren, hoe moest ik wel niet overkomen met dat bord vlees op mijn bolle buik en pratend met mijn mond nog halfvol?
‘Wendy heet ik, aangenaam, ‘ met een glimlach keek ze me aan en ik probeerde langzamer te eten. Ik was tenslotte een beschaafd mens, dacht ik. ‘Nu je hier zo lang ligt, zou ik je contract nog maar eens goed nalezen.’ Wendy draaide zich om en verdween.
Contract nakijken? Waar was dat nu weer goed voor? Bovendien lag het dikke pak papier veilig opgeborgen bij de rest van onze administratie.
Vreemde vrouw.
Bedachtzaam at ik mijn laatste paar hapjes biefstuk. Waar moest ik me eigenlijk mee vermaken nu ik hier eenmaal was? Met een zucht keek ik naar de enorme stapel lectuur op mijn nachtkastje. Op drukke dagen leek niets zo fijn als een goed boek lezen, nu ik twee maanden lang stil moest zitten verloor ik alle lust in de letteren. Net op dat moment voelde ik het zachte trappelen van een van de heren. Bij nader inzien zou alle verveling goed te verduren zijn als zij de beloning waren.
***
De kamer vervaagde. Ik zag nog slechts een klein puntje licht terwijl mijn handen verkrampten. De pijn in mijn rug was heftig maar van korte duur.
‘Het is alweer voorbij liefje,’ mompelde Martin in mijn haar terwijl hij me stevig vasthield.
‘U mag weer bijdraaien mevrouw en dan gaan we op pad,’ zei dokter Nooijman.
‘Martin mag bij me blijven, toch?’ smeekte ik. Op deze dag had ik lang gewacht, maar nu het zover was lag ik te rillen van de spanning. Het antwoord wist ik al, maar ik wilde geen stiltes laten vallen.
‘Jazeker, net zoals we afgesproken hebben,’ bevestigde Wendy. Ze was de verpleegster die de laatste weken het meest bij me was geweest en engelengeduld had opgebracht voor al mijn vreetpartijen en emotionele uitbarstingen.
Nu het zover was kon ik het schrikbeeld van mijn eigen bloederige huidflappen die twee blauw aangelopen baby’s onthulden niet uit mijn hoofd zetten. De angst joeg mijn hartslag omhoog. Een keizersnede was normaal bij een tweeling, vooral het tweede kind liep hogere risico’s bij een natuurlijke bevalling maar ik hoefde het nog niet leuk te vinden!
Ik probeerde met mijn tenen te wiebelen terwijl ik Martin hoorde babbelen. De lieverd wist dat ik zijn stemgeluid nodig had nu, al maakte het niet uit wat hij zei. De dekens bewogen niet, de verdoving begon te werken. Voorzichtig voelde ik aan mijn buik.
‘Dokter?’ vroeg ik benauwd.
‘Ja Fea,´ antwoordde hij geduldig.
‘Mijn buik, hij voelt zo koud. Is er wat mis?’ piepte ik angstig.
‘Nee hoor, dat lijkt maar zo door de verdoving. Als het goed is voelt het allemaal een beetje als kipfilet nu, maar met je temperatuur is niets aan de hand.’
‘Oh, als u het zegt...’ vertwijfeld voelde ik nog eens.
Even later reden we de operatiekamer in. Het was er koud en het rook muf.
‘Het is zover,’ zei Nooijman kort daarna terwijl mijn buik afgeschermd werd door een enorm scherm van operatiedoeken. Het moment kwam tegelijk te snel en te langzaam. Was het maar voorbij!
‘Incisie gemaakt,’ zei mijn arts kalm. Ik voelde me lichtelijk misselijk worden. Martin gluurde over het scherm en trok groen weg.
‘Kijk me aan mooie man, niet daarnaar, kijk naar mij!’ droeg ik hem op. Het allerlaatste dat ik nu kon gebruiken, waren de geluiden van mijn kokhalzende echtgenoot. Hij keek me aan en haalde langzaam diep adem. Lange tijd staarden we elkaar in de ogen, vol gespannen verwachting.
‘En daar is de eerste!’ Klonk de stem van de dokter aan de andere kant. Kort daarna hoorde ik gehuil. De zusters waren druk in de weer en even later lag mijn oudste zoon op mijn borst te wiebelen. Warmte en een diepe liefde zoals ik die nooit eerder gekend had overspoelden me. Naast me glimlachte Martin zo breed dat ik dacht dat zijn mondhoeken zouden uitscheuren.
´Hij is prachtig,´ zuchtte ik. Martin keek met grote ogen toe, hij leek bevroren in het moment.
‘En daar komt de tweede,’ mompelde mijn arts. Niet veel later stond mijn man met onze tweede zoon in de armen.
Kort daarna reed Wendy mijn bed door de gangen terug naar de geboortekamer. In de ruimte waren twee wiegjes bijgezet, allebei in babyblauw. Ik lette er niet op en kon slechts van de ene zoon naar de andere staren. Wat een wonder had mijn lichaam verricht!
‘Fea?’ zei Wendy zacht. Het drong helemaal niet tot me door dat ze het tegen mij had. ‘Fea,’ klonk het opnieuw, dringender nu.
‘Wat is er?’ vroeg ik verstrooid.
‘Heb je het contract nog nagekeken? De tijd dringt.’
‘Wat? Hoezo? Wat staat er voor belangrijks in dat we niet al weten?’
‘Ik...’ de vrouw twijfelde, ‘Ik mag het niet zeggen, lees het contract, de tijd dringt.’ Mijn bed werd ingeparkeerd en de vrouw stoof de kamer uit.
‘Mart?’
‘Ik hoorde het ja, vreemde vrouw!’
‘Misschien,’ vroeg ik me hardop af, ‘Is het verstandig dat we dat dikke pak papier eens doorbladeren?’
‘Misschien,’ mompelde hij, tevreden in de leunstoel, met de jongste nog altijd in zijn armen.
‘Zullen we onze ouders eens bellen?’ vroeg ik hem, ´En Barbara niet te vergeten!´ Mijn moeder zou dansen door het hele huis van blijdschap.
‘Dat wordt tijd ja.’ Met lichte spijt op zijn gezicht legde hij de jongste in de wieg en legde de oudste ernaast. De jongetjes staarden elkaar gebiologeerd aan voordat ze tevreden de ogen dicht deden. Martin pakte de telefoon op.
‘Dat is vreemd,’ zei hij verbaasd, ’Geen kiestoon meer.’ Hij probeerde het nog eens. ‘We hebben hem gister nog gebruikt, toch?’
‘Ja, misschien als je hem even uit en aan zet?’ opperde ik. Dat werkte bij mij altijd.
‘Nee hoor, nog steeds niets.’
‘Ik bel de verpleging wel even.’ Mijn vingers vonden de belknop aan de zijkant van mijn bed en niet veel later stond Wendy weer in de kamer, kalm en beheerst als altijd.
‘Onze telefoon doet het niet meer, zou je iemand kunnen regelen die hem kan repareren?’ vroeg ik vriendelijk. Ze keek me aan, met grote ogen en ik kon niet anders dan haar gezichtsuitdrukking bedroefd noemen.
‘Je hebt het contract niet gelezen,’ zuchtte ze terwijl haar ogen me vol medelijden aankeken. Wat was er aan de hand? ‘En nu,´ zei ze spijtig, ´Is de tijd op. Ik mag je niets vertellen want het zal je slechts van streek maken. Ik kan je wel vertellen dat de telefoon niet kapot is.’
Ze draaide zich om en liep terug de gang op. Martin beende achter haar aan. Zijn schouders stonden gespannen naar voren, ik kende die houding. Hij was ongerust. Vanuit mijn bed kon ik hem op de gang nog net verstaan.
‘Wat is er aan de hand, Wendy?’ vroeg hij.
‘Laat me los meneer, ik doe slechts mijn werk.’
‘Oh nee,’ de irritatie in de stem van mijn lieve echtgenoot nam toe, ‘Waarom mogen we niet bellen?’
‘Het staat allemaal in uw contract,’ hield de zuster stug vol, ‘U had het moeten lezen.’
‘Dat verdomde papierwerk hebben we hier niet,’ de stem van Mart was een paar octaven gezakt en klonk nu dreigend. ‘Wat is er aan de hand!’
‘Ik zal kijken of ik u een kopie kan laten brengen. Alstublieft, ik moet verder met mijn werk.’ De zacht krakende stappen van Wendy verdwenen de gang uit.
‘Lieverd?’ Martin stak zijn hoofd om de hoek, ‘Ik denk dat ik nu toch echt even thuis dat papierwerk ga ophalen. Dan kan ik ook gelijk het goede nieuws verspreiden.’ Hij probeerde zijn onrust uit zijn stem te weren maar slaagde daar niet helemaal in.
Opeens voelde ik me niet meer op mijn gemak in de met babyspullen volgepropte kamer. Een blik op mijn zoons ontspande me weer een beetje, maar er bleef iets aan me knagen.
Wat kon er nu in dat contract staan dat Wendy ons niet mocht vertellen? Waarom mochten we niet meer bellen? En voor hoe lang? Ik kon mijn benen nog altijd niet bewegen, hoewel er langzaam een tintelend gevoel in mijn tenen opkwam.
‘Ga maar. Ik denk dat het goed voor me zou zijn om even te slapen.’ Nu ik dat hardop gezegd had merkte ik pas hoe moe ik was. Daarnaast zou de verdoving snel genoeg uitgewerkt zijn. De enorme sneel in mijn buik zou dan wel pijnlijk worden en dan was het gedaan met de rust. Martins hoofd verdween. Met enkele diepe ademteugen probeerde ik te ontspannen en sneller dan ik gedacht had kwam de duisternis van de slaap.
***
Niet veel later werd ik wakker van de pijn. Ik had alle pijnstillers geweigerd, mijn zoons verdienden het niet zo jong in hun leventje al chemische troep binnen te krijgen door mijn melk. Slaperig keek ik om me heen. Martin zat weer op de leunstoel met een van de jongens in zijn armen. Had ik zo lang geslapen? De deken was lichtgeel dus het moest de oudste zijn, de jongste had een mintgroene.
‘Mart?’ vroeg ik, ‘Wat zei je moeder?’ Hij keek op en zijn gezicht stond duister. Zo had ik hem nog nooit gezien. Zijn ogen straalden frustratie en woede uit en ik dacht dat hij ieder moment kon grauwen als een valse hond.
‘Martin, wat is er?’
‘Ik wilde je niet wakker maken,’ zijn stem klonk strak, alsof zijn hele lichaam onder enorme spanning stond, ‘Je hebt alle slaap nodig die je kunt krijgen, met de bevalling enzo.’ Hij ontdooide iets. ‘Kun je je benen alweer bewegen?’
Wat een vraag! Waarom vertelde hij me niet gewoon wat er aan de hand was? Toch probeerde ik het, dit leek me een slecht moment om tegen hem in te gaan. Mijn tenen wiebelden weer op commando en ik probeerde mijn benen wat op te trekken. Mijn buikspieren waren flink mishandeld dus mijn poging staakte ik snel weer.
‘Als ik buikspieren had zou het allemaal wel gaan,’ zei ik voorzichtig.
‘Goed, je moet in bed blijven liggen, hoor je me?’ zei hij streng, ‘Wat ik je ook vertel, je bent te zwak om te staan.’ Angstig knikte ik.
‘Ik heb het contract niet, ik heb ook niet gebeld,’ hij pauzeerde even, alsof hij me zo lang mogelijk in het ongewisse wilde laten.
‘We zitten hier vast.’
‘Vast, hoezo vast?’ stamelde ik. Waar wauwelde hij nu weer over?
‘Deze gang, ze laten ons er niet uit. De deuren gaan niet langer open en als ik eraan zit vraagt een stem me om mijn personeelspas langs de plaat in de muur te halen.’ Opnieuw viel een stilte. Wat had dit alles te betekenen? Waarom wilden ze ons hier binnen houden? Waarom mocht niemand weten dat onze zoons gezond en wel ter wereld waren gekomen? Toen hoorde ik de knerpende stappen van een zuster op de gang.
‘Snel,’ siste ik, maar Martin drukte de baby al in mijn handen en was verdwenen. Eenmaal op de gang hoorde ik hem hard vloeken.
Hij vloekte nooit!
Even later kwam hij terug met een dik pak papier in de hand.
‘Wendy is zo vriendelijk geweest het papierwerk hier achter te laten.’ Juist op dat moment begon het kindje in mijn armen te huilen en zijn broertje sloot zich er snel bij aan.
‘Zouden ze honger hebben denk je?’ vroeg ik.
‘Zou kunnen,’ zei hij terwijl hij de papieren langs zijn vingers liet ritselen. ‘Probeer maar, wie weet.’ Terwijl ik hem door de eerste pagina’s zag bladeren legde ik onze oudste zoon aan mijn borst. Hij begon direct fanatiek te zuigen. Liefdevol staarde ik naar zijn prachtige hoofdje waarop enkele plukjes donshaar alle kanten uit piekten. Even verdween mijn ongerustheid. De pijn in mijn buik werd iedere minuut dat de verdoving verder uitgewerkt raakte erger en ik was doodmoe. Ik had geen ruimte meer voor zorgen.
‘Zou je ze even willen omruilen?’ vroeg ik toen het kleine mensje in mijn armen tevreden stil lag. Martin wilde juist opstaan toen hij weer terugviel.
‘Oh nee,’ mompelde hij, ‘Nee, neeneenee.’ Bleek zat hij onderuitgezakt in de schommelstoel. Alsof de baby mijn plotselinge angst voelde begon hij zachtjes te jammeren.
’Wat is het, vertel het me!’ Wilde ik hem toeschreeuwen maar ik hield me in. Ik wachtte af, hij zou het me wel vertellen. Stotterend wilde hij beginnen met lezen toen er voetenstappen klonken op de gang. De kamer vulde zich snel met drie zusters en dokter Nooijman. Toen zij zich opgesteld hadden kwam de bemiddelaar binnen die ik zoveel maanden eerder gesproken had.
´U heeft het contract eindelijk gelezen,´ constateerde de man kalm, ´De vraag is nu, kunt u zich erbij neerleggen?’
‘Wat?’ de stem van Martin schoot omhoog in dat ene woord, ‘U wilt zeggen dat er mensen zijn die dit zomaar laten gebeuren?’
‘U had het contract, we vragen altijd of u alles gelezen en begrepen hebt voor u het ondertekend. Als al iemand blaam treft hier, is het uzelf,’ zei de bemiddelaar ergerniswekkend kalm, ‘Ik begrijp hieruit dat u zich niet langer aan het contract wenst te houden?’
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ik angstig.
‘Natuurlijk niet,’ brulde Martin over mijn vraag heen. ‘Bent u gek? Het zijn mijn kinderen!’
‘Prima, dan lossen we het anders op.’ Ik keek de arts voor het eerst echt aan, opzoek naar steun. Pas nu viel de kilheid in zijn ogen me op. Vrees overviel me en verdrong de twijfel en angst, even leek de wereld stil te staan.
Toen gebeurde er van alles tegelijk. Twee zusters doken op Martin af die de vrouwen instinctief afweerde. Ik zag twee glinsterende naalden omhoog komen en tenminste een trof doel. Op datzelfde moment griste de derde zuster mijn oudste uit mijn armen. Ik wist de punt van zijn deken vast te houden, maar met een ferme ruk trok ze het uit mijn verzwakte handen. Tegelijkertijd zag ik Nooijman aan de andere kant van mijn bed de deken aan de kant trekken en een enorme spuit verdween in mijn bovenbeen.
Ik keek op en zag Martin langzaam tegen de grond zakken, ondersteund door de twee zusters. De bemiddelaar stond breed grijnzend in de deuropening naar het tafreel te kijken. Mijn ogen gleden dicht, alles vertraagde. De kille stem van de arts doorboorde mijn bewustzijn en ik probeerde te horen wat hij zei. Langzaam vormde de woorden zich in mijn hoofd, als een film die vertraagd werd afgespeeld.
‘Werk hem van het dak af.’
‘... zodat ... zelfmoord, zijn arme vrouw en kinderen ... de bevalling overl...’ hoorde ik zijn lage stem zeggen voor ik helemaal wegzakte.
***
Jaren later drukte ik mijn zesde zoon tegen me aan. Soms herinnerde ik me vlagen van wie ik was geweest. Dan zag ik een vreemde man tegen de vlakte gaan, hangend tussen twee zusters. Wie hij was wist ik niet, maar het riep altijd een vaag gevoel van verdriet en pijn op. Soms herinnerde ik me vlagen van bomen en frisse lucht maar die zonken al snel weg in de mist die mijn denken vertroebelde.
‘Fea?’ vroeg Wendy vriendelijk, ‘Eet wat.’ Gehoorzaam legde ik het kind neer en begon te eten. Het smaakte me niet, niets smaakte me nog. Was eten ooit lekker geweest? Een flits van een stuk vlees dat ik ooit naar binnen had geschrokt kwam op en verdween snel weer. Mijn ogen gleden over mijn nieuwe kind en mijn hart smolt. Soms gleed de vage wens langs dat ik hem wilde houden, wilde zien opgroeien. Maar dat was slechts de egoïstische kant die ik niet langer een stem gaf. Het was niet aan mij om hem, of de anderen, te verzorgen. Ik was er om ze een goede start te geven, waarna ze hun plicht konden doen voor anderen. Door mij konden duizenden andere mensen wel hun kind zien opgroeien.
Tevreden met die wetenschap gaf ik ook dit kind op, Wendy pakte hem aan.
‘Snel zul je weer een volgende mogen krijgen, sterk aan,’ zei de lieve vrouw voor ze verdween. Tevreden liet ik me terugzakken in de kussens en begon me voor te bereiden op de volgende bevruchting. Hopelijk was het weer jongen...
Rapport Roelof Goudriaan (35 pnt)
Wat zijn de consequenties voor de maatschappij als de meeste vrouwen slechts meisjes of
onvruchtbare jongens ter wereld kunnen brengen? Een interessant sf-gegeven. De uitwerking is het
soort rechtlijnige, op schokeffecten gerichte extrapolatie-naar-extremen die je veel aantrof in
sciencefictionverhalen uit de jaren zestig. Dat geeft de indruk dat de schrijver weinig (moderne) sf
heeft gelezen, want de hedendaagse lezer verwacht een grotere gelaagdheid en complexiteit.
Een verhaal is een gecondenseerde weerslag van gebeurtenissen: je kiest als schrijver wat je laat zien
en wat je weglaat. Hoe interessant de presentatie van het verhaal is, hangt af van die verdikking. Veel
van de scènes in ‘X en Y’ focussen zich op het voorspelbare, de banale alledaagse dialoog, ten koste
van origineel detail:
Niet veel later kwam Martin terug met een dienblad waar een heerlijke goed doorbakken biefstuk op
lag te pronken naast een enorme zak zuurballen. ‘Nou schat, hier moet je weer even mee vooruit
kunnen, ik moet toch echt weer naar de baas nu,’ zei hij opgetogen, ’Na de bevalling krijg ik wel een
maand vrij.’
Het is interessanter om te laten zien hoe Martin een opmerking maakt hoe prachtig Fea’s sproeten
vandaag stralen, of hem in een kwetsbare of juist onredelijke bui te plaatsen: als het Martin maar tot
leven laat komen bij de lezer en zijn of haar aandacht bij het verhaal houdt. Het banale alledaagse doet dat niet.
De beschrijvingen hebben flair (Overal hingen foto’s van breed lachende jonge vrouwen en baby’s,
soms vergezeld door een man die op de achtergrond liefdevol glimlachte), maar de zinnen lopen stroef en lezen niet lekker hardop.
Terwijl ik in de aangeraden, maar zeer oncharmante, positie lag waarbij mijn knieën bijna mijn
schouders raakten en een kussen mijn achterste omhoog duwde voelde ik me plotseling weer
opgelaten. Mijn handen zochten de dekens en ik probeerde ze zo goed mogelijk over me heen te
draperen.
En verbindingswoorden als ‘terwijl’ worden te overvloedig gebruikt: acht keer op de eerste drie
pagina’s.
Grammaticaal is het manuscript slordig, en is de interpunctie in dialogen vaak puntarm. Die ‘d’ in
‘betekend’ en die puntkomma zijn hier bijvoorbeld wel erg uit hun plaats:
‘Geen zorgen mevrouw, wij maken een voorselectie voor u,’ zei de bemiddelaar; ‘We hebben uw Xchromosomen getest, ze laten zich prima koppelen aan de meeste Y-chromosomen van onze mannen. Dat betekend dat u, net als de dames vroeger, een fifty-fifty kans hebt op een jongen als u een van de door ons aangeraden donoren kiest.´
Rapport Marcel van Driel (83 pnt)
Wat vind ik goed? Wow. Een van de meest emotionele en cynische verhalen uit de wedstrijd. Goed
geschreven, mooie opbouw, volstrekt geloofwaardige hoofdpersoon. Meeslepend verhaal en één van de toppers van de wedstrijd.
Wat kan beter? Pas als je het verhaal uithebt, valt het op dat misschien niet alles geloofwaardig is.
Een gefortuneerde vrouw die eerst een miljoen van haar bankrekening opneemt en dan spoorloos
verdwijnt. Roept dat geen vragen op bij politie, vrienden, familie, zeker als ze weten dat ze zwanger
was? En als het contract bindend was, waarom wordt ze dan in het geheim vastgehouden? En als ze
iemand zomaar vast kunnen houden, waarom hebben ze dan een contract nodig