Een beetje gepikt van Saskia, maar ach.

, hopen dat dit leuk is!
(EDIT: er staat nog wat nieuws bij, anders moest ik twee keer posten)
Met open mond kijkt Alena om zich heen. Het eerste wat haar opvalt, is dat de muren van hout zijn, alsof de levende boom zich in de vorm van een kamer heeft gebogen.
Aarzelend stapt ze verder naar binnen. Mag dit wel? Snel werpt ze een blik op Riley, maar die praat tegen Gaiy. Alena's blik glijdt vanzelf naar het grote, kleurrijke schilderij aan de wand.
Voorzichtig, hopend dat Riley het niet opmerkt, loopt ze ernaar toe. Maar toch voelt ze de blik van Riley in haar rug.
Als ze vlak bij het schilderij staat bekijkt ze het eens goed.
Op het schilderij kijk je door een grotopening naar buiten. Allerlei planten proberen je uitzicht te belemmeren, maar toch kan je naar buiten kijken. Aan de andere kant van de opening zie je groot water en in de lucht zie je negen grote stukken land in de lucht zweven.
Als vanzelf gaat Alena’s hand naar het schilderij. Haar vingertoppen raken het doek.
Direct schiet er een lading energie over naar haar lichaam. Met een ruk trekt ze haar hand terug en draait zich om.
‘Wat is er?’ Vraagt Gaiy toen hij Alena’s paniek ziet.
Alena doet haar mond open en dicht.
‘Wat, wat was dat?’ Komt er bibberend uit haar mond.
Riley en Gaiy wisselen even een bezorgde blik.
‘Wat gebeurde er, toen je het schilderij aanraakte?’ Vraagt Riley langzaam.
‘Energie.’ Is het enige dat Alena vertelde voordat ze zich omdraaide.
Opnieuw steekt Alena haar hand uit. Ze legt haar hele hand erop.
De energie stroomt haar lichaam in.
Ik ben er. Ik laat je niet meer in de steek. Schiet er door Alena haar hoofd heen en trekt haar handen terug.
Hoofdstuk 2
De legende
Alena is nou al acht zomers bij Gaiy en Riley zonder te weten waarom ze bij haar ouders weg is gehaald. Als iemand vroeg wie ze is, dan zegt ze altijd dat ze de dochter is van Riley en Gaiy.
Toch weet iedereen dat ze dat niet is. Ze heeft niets gemeen met haar ‘ouders’.
‘Mag ik naar buiten?’ Vraagt Alena tegen Riley.
Maar Riley schudt haar hoofd: ‘De wachters zijn buiten.’ Is het enige wat ze zegt.
‘Ik ontloop ze wel. Dat heb ik tot nu toe altijd gedaan.’ Smeekt Alena.
‘Zo, dus jij bent vaker naar buiten gegaan tijdens de wacht van de wachters.’ Ze formuleert het niet als een vraag, maar eerder als een bevestiging.
‘Ik kan toch niet altijd binnen blijven.’
‘Ik vind van wel.’
Geïrriteerd loopt Alena naar boven.
‘Alena?’ Roept Riley haar nog acherna, ‘Je mag niet naar de zolder.’
‘Ben je soms bang dat ik iets vind dat van jou is?’
‘Er ligt daar iets en ik wil niet dat jij dat nog een keer aanraakt. De vorige keer dat je dat deed ging het erg mis.’ Riley slaat haar ogen neer.
‘O.’ Is het enige wat Alena zegt, ‘Ik ga naar mijn kamer.’
Ze draait zich om en loopt naar boven. Als ze bij de deur van haar kamer is aarzelt ze. Wat zou er liggen?
Alena denkt diep na. Wat ging er mis toen ik hier voor de eerste keer kwam. Het enige wat in haar naar boven kwam drijven was het schilderij. Maar dat ging niet mis.
Ze draait haar hoofd en kijkt naar de zoldertrap. Zou ik? Nou ja, het kan toch geen kwaad? Of wel?
Een onzichtbare kracht lijkt haar naar de trap te trekken. Alena zet haar voet op de eerste tree. Ik mag dit niet doen, wat ben ik aan het doen?
Ze staat in tweestrijd. Aan de ene kant wil ze dat schilderij nog een keer zien (want ze weet zeker dat, dat het moet zijn) maar aan de andere kant, Alena wil Riley niet teleurstellen.
Dat heeft ze nog nooit gedaan.
Alena haalt haar voet van de trap en loopt naar haar kamer. Eenmaal daar laat ze zich op haar bed vallen.
‘Had ik maar vleugels, dan kon ik weg. Dan heeft niemand nog last van mij.’
‘Denk je nou echt dat we last van je hebben?’ Hoor ik Gaiy zeggen.
Met een ruk gaat Alena rechtop zitten. Ze had hem niet binnen horen komen.
‘Ja… eu, n n nee.’
‘Ik dacht dat we de fase van stotteren nou wel voorbij waren.’ Grinnikt hij.
‘Ik heb Riley beloofd dat ik niet naar de zolder zal gaan, maar ik wil weten waarom ik het niet mag.’
‘Riley is bang dat je weer zo ziek zal worden.’
Vragend kijk ik hem aan.
Gaiy gaat naast me zitten en begint te vertellen: ‘Toen ik je vond, daar bij het strand, was je vrolijk aan het spelen. Ik nam je mee naar huis en stelde je aan Riley voor. Je vond haar meteen aardig. Toen ging je naar binnen en liep naar het schilderij. Je legde je hand erop en je voelde dat er iets mee was, of iets anders. Je werd heel erg ziek, Riley was er heilig van overtuigt dat het de schuld van het schilderij was. Daarom hebben we het opgeborgen.’
‘Denk jij dat ook?’ Fluistert Alena.
Gaiy zucht: ‘Ik denk het niet, maar ik wil het graag uitproberen. Kom,’ hij staat op en wenkt haar, ‘we gaan naar de zolder.’
Met open mond staar ik hem aan: ‘Echt? Wordt Riley dan niet boos?’
Gaiy schudt zijn hoofd: ‘Geef mij anders maar de schuld.’
Eenmaal bij de trap zegt Alena aarzelend: ‘Mag ik ook alleen naar boven?’
Gaiy kijkt haar glimlachend aan en knikt: ‘Ga maar, ik vertel het aan Riley.’
Hij draait zich om en loopt weg, naar beneden. Alena haalt diep adem en loopt naar boven.
Zelfs nadat Gaiy heeft gezegd dat het goed is, voelt ze zich toch nog een inbreker.
De deur naar de zolder is van hetzelfde hout als de rest van het huis en dus is het gemakkelijk te openen.
De deur zwaait open, zonder te kraken. Alena loopt naar binnen.
Recht tegenover de deur hang het schilderij. Het valt niet te missen. Aarzelend loopt ze door.
Haar hand komt omhoog en raakt het schilderij aan. Energie stroomt met stoten haar lichaam binnen.
Ze hapt naar adem maar houd haar hand op het doek.
Ik ben er. Ik laat je niet meer in de steek.
Dat is mijn stem, maar ik zeg toch niets? Alena denkt na. Dat heeft ze eerder gezegd. Zou dit schilderij het onthouden hebben? Nee, dat kan niet. Of toch wel?
Het wordt zwart voor haar ogen. Als het zicht weer terug komt staat ze in een grote ruimte. Voor haar ogen ziet ze zichzelf als kind rennen.
‘Alena, doe eens rustig. Niets kan je pakken.’ Zegt een stem die de grote Alena maar al te bekend voorkomt.
Maar toch kan ze haar vinger er maar niet op leggen.
‘Ze pakken me! Wil me dood! Help!’ De kleine Alena rent in paniek rondjes,
‘Ze komen, ze komen. Ze willen jou.’ De kleine Alena stopt voor de vrouw die net gepraat had.
‘Niemand wil jou pakken, dat beloof ik je.’
‘De wachters…’
‘Zijn er om ons te beschermen, niet om ons te pakken.’ Maakt de vrouw haar zin af.
‘Dat dacht je maar.’Zegt een schorre stem.
Het is één van de wezens die Alena lang geleden op de open plek had gezien.
Het beeld schiet over naar de werkelijkheid. Alena staat weer op zolder.
‘Snap je nou wat er gebeurd is?Of moet ik het je nog uitleggen?’ Zegt een stem uit het schilderij.
Het is die stem van die vrouw.
‘Leg het me uit.’ Smeekt Alena.
‘Stap in het schilderij.’
‘Dat is onmogelijk.’
‘Doe het gewoon.’
Ik zet mijn voet op het schilderij en tot mijn verbazing kan ik er inderdaad doorheen stappen.
Alena komt in een grot terecht en ze loopt naar buiten. Even wordt alles zwart en het volgende ogenblik staat ze op één van de luchtlanden.
‘Dit is Armene. Jou vaderland.’ Zegt de vrouw die tegenover haar staat. ‘Dit luchtlandje heet Armalum. Hier ben je geboren. Al is het niet groot.’
‘Hoe, hoe weet u dit?’ Stottert Alena.
‘Daar moet je zelf achter komen. Ik kom je alleen vertellen wat je nodig bent om het te redden.’
‘Is het in gevaar?’
De vrouw knikt: ‘De wachters hebben het land overgenomen. Armalium is het enige deel van Armene dat nog niet gevallen is. Dit stukje land is nog niet van de vijand.’
‘Hoe komt dat dan?’ De vrouw lacht als Alena dat zegt.
‘Door de magie, die jou ouders dit heeft gegeven. De oorlog begon hier, maar ze hebben hun leven opgegeven om Armalium en jou te redden.’
Alena’s mond valt open. Nee, niet dood.
‘Zijn ze dood?’
De vrouw haalt haar schouders op: ‘Wie zal het zeggen. Toen ze de spreuk uitspraken verdwenen ze. Niemand heeft ze de laatste acht zomers nog gezien.’
‘Waar ben ik dan. Ik bedoel niet nu, maar waar heb ik die laatste acht zomers gewoond?’
‘Je hebt op Rikto geleefd, Dat is het land dat onder je is. Niet een luchtland, maar een Landland.’
Snel vraagt Alena door: ‘Hoe komt het dat ik deze luchtlanden nooit gezien heb?’
‘Heb jij ooit alleen maar lucht gezien, of alleen maar bomen met een beetje blauw er tussen door.’
Alena slikt en geeft geen antwoord.
‘Dat dacht ik al.’
‘Maar wie bent u dan?’ Vraagt Alena snel om de vorige vraag te vergeten.
‘Nia.’
Alles wat Alena ziet vervaagt.
‘Zorg goed voor Armalium, en jezelf.’ Zegt de vrouw voordat alles zwart wordt.
Voor de tweede keer staat Alena happend naar adem voor het schilderij.
‘Alena? Kom eens beneden.’ Roept Riley.
Na nog een laatste blik op het schilderij geworpen te hebben loopt Alena naar beneden.
‘Sorry, ik had moeten weten dat je het ooit nog eens wilde zien.’ Zegt Riley als Alena voor haar staat.
Alena knikt blij. Riley is gelukkig niet boos op haar.
‘Was het mooi?’ Vraagt Gaiy die achter Riley staat.
Alena knikt maar.