En toch is het dan wel weer gek, dat ik op zo'n cliffhanger gewoon kan stoppen met schrijven. :p Want als ik een stukje heb, dan post ik hem hier altijd gelijk. Ik heb het nu wel weer druk met studeren en zo, maar als ik weer tijd en inspiratie heb om te schrijven, dan doe ik dat zeker.
Hebben jullie nog verwachtingen hoe het verhaal verder gaat lopen? Denken jullie dat ze bij Leonardo blijft, of denken jullie dat ze toch een relatie krijgt met Taylor of met Robert? :p
Ik denk dat ik het weet, maar het gaat toch altijd weer anders bij mij. Hebben jullie dat ook altijd?
Ik wou altijd heel graag schrijfster worden, maar heel eerlijk gezegd, bevalt dit posten mij heel erg goed... Ik was altijd heel erg bezig met het schrijven van een boek, dat wou ik zo graag, maar dit aan jullie laten lezen en reacties krijgen, dat is eigenlijk al het allermooiste wat er is. Dus dank jullie wel.
XXX Marleen
Hier is een nieuw stukje:
Hoofdstuk 18
Even leek mijn wereld stil te staan. Mijn tong was droog, ik moest een hartslag hebben van 180 en ik wilde zoveel weten dat ik niet meer wist wat ik vragen moest.
Maar hij was ook stil en na een tijdje sloeg ik een kreet uit van verbazing. 'Mijn vader dronk het bloed van mijn moeder...'
Hij knikte, probeerde mij tegen zich aan te drukken. Ik duwde hem weg.
'Het is nog wel even wennen dat je me van alles kunt weigeren. Ben je ook boos op me? Is dat dan toch mogelijk?'
Ik keek naar zijn lieve ogen. Nee, boos op hem was ik niet.
Maar ik was gek genoeg wel boos op mijn vader. Had hij niet gewoon voedsel kunnen eten? Was bloedworst geen oplossing geweest? Had hij niet gewoon van iemand of van iets anders kunnen leven?
'Het was dezelfde situatie als bij ons... Ze zouden beiden gestorven zijn...'
'Maar als ze het snapten... als ze het snapten, waarom lieten ze mij dan niet bij jou? Ik snap het niet. En je had mij toch ook kunnen ontvoeren in plaats van hen te vermoorden?'
Hij had tranen in zijn ogen staan. 'Ze vonden het walgelijk dat ik toen al van je dronk, toen je zo jong was. Zij zagen het als iets heel intiems, wat het natuurlijk ook is, en wat je pas moest doen als je allebei volwassen was. Dat vond ik zelf ook liefje... Ik voelde me heel rot en schuldig, en probeerde het drinken op te geven. Ik begon weer te eten, maar het hielp niet. Ik voelde me zwak, lamlendig, ziek... Ik zou doodgegaan zijn... En daar ging het me niet eens om. Ik zou gestorven zijn voor jou. Alleen jij, jij begon te huilen... niemand kreeg je stil. Ik dacht eerst dat je aanvoelde dat het heel slecht met me ging en dat ik je bloed nodig had. Maar dat was het niet. Je voelde je net zo ziek als ik. Je had koorts, je begon over te geven. Ze zijn met je naar de dokter geweest, je ouders, maar geen enkel medicijn kon er tegen helpen.'
'En toen jij mij weer beet, toen was het over.'
Hij knikte. 'Zo is het precies gegaan.'
'Maar Léon, waarom moesten ze dood? Je had me kunnen ontvoeren...'
Hij speelde met mijn handen, keek naar mijn handen, terwijl hij grimaste. 'Ik wild je in eerste instantie alleen maar ontvoeren. Nadat ze mij betrapt hadden, hadden ze jou dag en nacht bij je. En als je daar niet was, dan was je bij je opa en je oma. 's Nachts sliep je opeens bij je ouders op de kamer en ik had geen enkele kans meer om bij je te zijn. Die nacht, wilde ik de auto laten stoppen en jou uit de auto halen. 's Nachts zou de politie me niet zo makkelijk kunnen volgen. Ik wist al waar ik je mee naar toe zou nemen. Alles was al geregeld. Ik zei dat ik de auto weggeslingerd had, dat is niet waar, zoiets kan ik niet. Ik ben niet zo sterk... en ook niet zo snel. Ik ben geen echte vampier, zoals je die in films ziet. Ik ben eigenlijk maar gewoon een mens.'
Hij keek naar me om te zien of ik teleurgesteld was dat hij niet echt zo'n superheld was, maar het raakte me niet. Ik wilde weten wat er echt gebeurd was.
'De reden dat ik het zei, is omdat de waarheid nog erger is. Nadat ik voor de auto was gaan staan, kwam jouw vader uit de auto. Hij begon te schelden, begon me toen te slaan en te schoppen. Ik lag op de grond, liet het allemaal maar over me heen komen. Maar lieve Krissie, toen dacht ik aan jou, aan dat je in de auto lag en dood zou gaan als ik dat ook ging. Ik ben op gestaan, probeerde hem te zeggen dat als hij nog verder zou gaan mij in elkaar te slaan, jij ook van hem afgenomen zou worden, maar ik denk dat hij het niet heeft gehoord, of mij niet begreep, of me niet geloofde. En toen ben ik terug gaan vechten. En de adrenaline in me bouwde zich op.'
Ik zag hoe het allemaal gegaan was. Ik huilde met lange halen. Léon probeerde me te troosten, drukte mij tegen zich aan. Ik liet hem, weigerde hem niet.
Tussen twee lange halen van verdriet door, zei ik wat ik zag: 'Je sloeg hem iets te hard en toen was hij dood.'
Hij wreef met zijn hand over mijn rug. Hij ging verder met mij alle beelden te laten zien. Hij liet me zien hoe mijn vader op de grond lag en dat hij naar de auto was gelopen. Mijn moeder, die vol afschuw in de auto had zitten kijken, was stil, leek in shock.
'Ik dacht ook dat ze in shock was... Maar het was van voordat ik je vader die éne laatste klap had uitgedeeld.'
'Ze was dood,' huilde ik. 'Net zo als mijn vader.'
'Het spijt me zo... Het spijt me echt zo erg...'
Ik wilde niet te lang stilstaan bij de dood van mijn ouders en dacht aan wat daarna allemaal was gebeurd. 'Ik ben bij mijn opa en oma gaan wonen.'
'Ja, maar, maar heel eventjes.'
Ik glimlachte. Robert. Ik vroeg me af hoe het nu met hem ging. Robert die altijd van me was blijven houden, die altijd maar wilde wat het beste voor mij was, die me altijd maar Roos was blijven noemen.
'Sorry dat ik je Kristen noem.'
Ik was zo diep in gedachten dat ik bijna schrok van zijn stem.
'Het geeft niet,' huilde ik. 'Ik mis Robert alleen zo.'
Hij drukte me tegen zich aan, streelde me door mijn haren. 'Ik zou zo graag willen dat je hem kon zien... Ik zou zo graag willen dat ik wist waar hij was en dat ik ervoor zou kunnen zorgen dat hij hierheen kwam.'
'Waarom noem jij me nooit Roos?' vroeg ik hem. Plotseling heel erg verbaasd, en geraakt door verwarring. Als hij me al zo lang had gekend, hoe had hij me dan opeens Roos kunnen noemen? Was hij echt wel wie ik dacht dat hij was, of hadden mijn ouders meer geweten? Was Leonardo gevaarlijk?
Ik keek hem aan, me plotseling beseffend dat hij alles kon horen wat ik dacht. Maar gek genoeg leek het alsof hij me niet gehoord had. Het voelde ook veilig om te denken. Misschien hoorde hij niet elke gedachte. Misschien was ik in staat om ook nog echt alleen voor mezelf te denken.
'Ik heb zo vaak gehoord dat ze je Kristen noemden... En ik denk dat Kristen een mooie naam is om je leven weer mee te beginnen. Een nieuw leven, nieuwe naam, nieuwe kansen... '
Ik vertrouwde hem plotseling niet meer. Ik voelde me bang. Stel je voor dat hij … dat hij wat met Robert had gedaan. Hij had heel veel macht over me. Misschien had hij me wel ziek laten voelen om me te laten geloven dat ik niet zonder hem kon. In eerste instantie had ik toch ook gewild dat hij niet van me dronk?
Ik keek hem weer aan, maar hij leek nog steeds niets te merken.
'Het is zo stil in mijn hoofd..., ' zei hij. 'Je denkt niets...?'
Ik keek hem aan. 'Nee. Nee, het is allemaal zoveel... Ik wil graag even douchen, me aankleden, eindelijk weer een dag niet op bed doorbrengen. Vind je het goed als ik wat met Taylor ga doen? Ik... ik moet echt even bij hem zijn...'
Hij knikte, en hij keek alsof hij het begreep. 'Natuurlijk liefje.'
Ik wilde uit bed stappen, maar hij trok me terug. Hij wilde me een kus geven.
'Liever niet,' zei ik.
'Ben je boos?' vroeg hij.
'Nee, helemaal niet,' loog ik – ik kon blijkbaar toch boos op hem zijn. 'Ik vind het alleen niet zo'n lekker idee.... Het is niet zo lang geleden dat je mijn bloed hebt gedronken.'
'Natuurlijk,' zei hij, en hij streelde mijn haren.