Dit is even iets dat spontaan in me op kwam. Het is nog klad, maar ik zet het hier toch neer.
Tranen rolden over haar wangen, ze schudde haar hoofd. Ze wilde schreeuwen, gillen naar hem, maar geen woord kwam over haar lippen. De woorden wilden maar niet komen.
Ze sloeg haar armen om hem heen en drukte zich tegen hem aan. Ze kon het niet laten.
Het voelde veilig en vertrouwd. Maar ze wist dat ze hem los moest laten. Al wilde ze het niet. Maar hij wilde het.
Haar tranen vielen op zijn vest. Hij drukte zich van haar af en keek haar aan.
'Sorry.' Was het enige wat hij zei.
Hij draaide zich om en liep weg, het bos in.
'Waarom,' fluisterde ze toen hij allang weg was.
Ze rende achter hem aan. Al wist ze dat het haar niet zou helpen. Ze zou hem niet meer kunnen vinden.
Ze rende en rende, maar ze kon hem niet meer vinden. Haar voet bleef haken achter een boomwortel en ze viel neer op de grond.
Ze deed geen moeite om op te staan, maar bleef gewoon liggen. Ze hoorde stemmen roepen. Maar voelde niet de behoefte om te antwoorden.
Verdoofd en alleen. Zo voelde ze zich.
'Waarom...' Ze sloot haar ogen
Ze hoorde iemand roepen.
'Jo!' De stem klonk bekend.
De stem klonk nog een keer, dit maal dichterbij.
'Jo!' Twee handen draaiden haar om en ze zag twee ogen naar haar kijken.
'Jo? Wat is er,' zijn stem klonk geschokt.
De achtergrond veranderde tot ze haar eigen slaapkamer weer zag.
Tranen stroomden opnieuw over haar wangen. Maar dit keer van blijdschap.
'Je gilde in je slaap. Wat was er? Nachtmerrie?'
Jo schudde haar hoofd en drukte zich tegen hem aan. 'Je mag me nooit alleen laten,' fluisterde ze, 'nooit.'