Deze fanfiction is gebaseerd op de miniserie Battlestar Galactica 2003. Het kleine vrachtschip Tormen vliegt zijn eigenzinnige koers door het verhaal van Universal, Glen Larson en Ronald D. Moore. Wie hen daarbij het pad kruist smaakt vaak het ongenoegen om de bemanning te leren kennen, waarbij het niet uitmaakt of diegenen tot de koloniale marine of de Cylon vloot behoren.
licht vrachtschip Tormen
Een deel van de gang was in schaduw gehuld. Hier hadden twee mensen elkaar gevonden. Naast elkaar, met opgetrokken knieën op de vloer zittend. Het kleine vrachtschip, met de vorm van een op haar zij liggende paddestoel, telde te weinig bedden om alle mensen aan boord een geschikte slaapplaats te verschaffen. De kinderen en ouderen onder hen hadden geluk. De rest moest improviseren en ergens een eigen plekje zien te bemachtigen. De shuttlepiloot Wick had daarbij gezelschap gekregen van Nadia, nadat ze hem een paar lampen in het plafond had zien losdraaien tot ze ophielden met licht geven. Ze had ergens een deken gevonden, die de kapster bereid was met hem te delen.
"Iedereen die we kennen is dood of zal het vermoedelijk snel zijn. Alles wat we nog bezitten dragen we met ons mee. De rest is besmet met radioactiviteit, vernietigd of onbereikbaar geworden vanwege de aanwezigheid van de Cylons."
De blonde vrouw keek naar de man naast haar. Hij klonk vermoeid en zag er ook zo uit. Al was zijn vale huidskleur waarschijnlijk meer te wijten aan een lang verblijf in de ruimte. Er was ruim een half etmaal verstreken, sinds de opening van de aanval op de Twaalf Koloniën, waarin hij geen slaap had gekend. Zij had tenminste nog een paar uurtjes haar ogen dicht kunnen doen en rusten.
"Je weet me wel met je woorden op te beuren", antwoordde Nadia met een sarcasme waarvan Wick niet had geweten dat ze er over beschikte. Grijnzend liet hij zijn hoofd tegen de koel aanvoelende wand rusten. Aan boord van het passagiersschip Cloud 3 had de shuttlepiloot zich zelden onder de passagiers gemengd. Hij had zich zelf nooit de tijd gegund om al was het maar een paar van hen echt te leren kennen. Het aanknopen van zelfs maar een vluchtige gesprek bleek in de meeste gevallen te veel voor hem te zijn.
Voor Nadia waren de afgelopen uren ook zwaar geweest. De vrouw was getuige geweest van de aanval op Aquaria. Het continent Kryos had ze verscheidene malen voor enkele seconden zien oplichten met de felheid van sterren. Andere projectielen waren onder het water er om heen tot ontploffing gekomen. Het was een prachtig gezicht geweest, maar alleen voor diegenen aan wie de betekenis ervan was ontgaan, zoals bij haar jongste dochter Talitha het geval was. Het tienjarig meisje had met een open mond en grote ogen toe gekeken alsof ze vuurwerk zag. Na het verlaten van de atmosfeer van Aquaria had de basestar zijn oorspronkelijke vorm weer aangenomen. Raiders zwermden met honderden tegelijk uit. Het had toen afgelopen moeten zijn voor hen. Nadia huiverde bij de nog verse herinnering tot een stem haar gedachten verstoorde.
"De marinevliegers hebben een bevel van ene Adama ontvangen om zich onmiddellijk naar Ragnar te begeven."
"Wat?"
Wick bracht zonder zijn ogen te openen een vinger naar zijn dunne lippen om haar ervan bewust te maken dat ze luider was gaan praten.
"Laten ze ons in de steek?", vroeg Nadia fluisterend.
Hij haalde zijn schouders op. Militairen werden getraind om hun meerderen blindelings te gehoorzamen. Het zou hem eerder hebben verbaast als ze hun orders negeerden.
"De koloniale marine heeft zware verliezen geleden."
"Wij toch ook."
Wick kon haar geen ongelijk geven. Misschien was het beter geweest als hij het had verzwegen over wat hij had opgevangen en daarom besloot Wick van onderwerp te veranderen.
"Ik denk er over om naar Caprica te vliegen."
"Wat wil je doen?", vroeg Nadia verrast.
"Caprica. Ik vlieg naar Caprica."
"Het is zelfmoord", reageerde ze opgewonden en met enige stemverheffing.
"Jouw mening en dat maakt het geen feit. Bovendien versta ik je ook wel zonder dat je het door de gang brult."
"Nog geen feit en ik was niet aan het brullen", corrigeerde ze hem hardop fluisterend.
Hij opende zijn ogen. De glimlach was op zijn bleke gelaat nog vaag te onderscheiden.
"Kan je als een Orakel mijn toekomst soms voorspellen?" Het was een vraag waar Wick geen antwoord op verwachtte en sloot zijn blauwgrijze ogen opnieuw. Hij was zo moe. Zelfs de manier waarop hij een hand over zijn gemillimeterde haar liet gaan was de beweging van een afgematte man.
"Het gat in de romp moet gedicht worden, de schade van de brand herstellen, de voorraden voedsel en water aanvullen, extra slaapplaatsen creëren en de Tylium raakt op. Als de militairen vertrekken dan zijn we geheel op ons zelf aangewezen."
Nadia peinsde over wat hij met een toonloze stem allemaal had opgesomd. Als ze langer had geluisterd dan had ze zijn ademhaling rustiger horen worden. Ze had in dat geval minder verrast gereageerd toen hij langzaam tegen haar aan zakte. Snel keek ze om zich heen, maar er was niemand in de gang te zien en de deur waarachter haar dochters sliepen bleef dicht. Voorzichtig spreidde ze de deken over hen beiden uit. Tijdens het boeken van de reis had ze zich voor genomen om geen enkele man meer zo dicht in haar nabijheid te accepteren. Daarvoor was de scheiding nog te kort geleden. Peinzend keek ze naar hem.
Het was vreemd hoe anders alles kon lopen. Zonder de man naast haar waren zij en haar dochters dood geweest. De rustig verlopende reis van Cloud 3 was abrupt tot een einde gekomen. Het luxe passagiersschip was wild door elkaar geschud. Het gedempte geluid van een explosie was tot hen door gedrongen. Het doordringende gejank van het alarm was tot in de verst afgelegen vertrekken van het schip te horen geweest. De shuttlepiloot was ze op de gang tegen gekomen. Hij had hen bruusk naar de ontsnappingscapsules gesommeerd terwijl nog meer explosies waren te horen. De stem had meer gezag gedragen dan hij met zijn weinig opvallende postuur bereikt zou hebben. Wick had koppig geweigerd hen tijd te gunnen nog wat persoonlijke bezittingen te gaan halen. Zij behoorden tot de slechts vijftien mensen die het hadden overleefd om vervolgens met hun redders ergens in de ruimte te stranden. Waar ze een verlaten vrachtschip hadden aangetroffen. Het was een mirakel. Ze was er de Heren van Kobol nog altijd dankbaar voor. Honderden andere mensen van het passagiersschip hadden minder geluk gehad.
De Tormen [Battlestar Galactica]
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
Laatst gewijzigd door P_Westdijk op 20 apr 2012 19:00, 2 keer totaal gewijzigd.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
licht vrachtschip Tormen
Het was stil in de kantine. De enige gemeenschappelijke ruimte aan boord waar twintig mensen tegelijk konden verblijven, met uitzondering van het interne laadruim. Deze bevond zich in de 'steel' van de paddestoelvormige romp, waar ook de stuurraketten waren ondergebracht. Luitenant Diana, die ook luisterde naar haar roepnaam Artemis, was uitgesproken. De vrouwelijke piloot was zojuist teruggekeerd van een verkenningsmissie. Wat de passagiers en bemanningsleden van Cloud 3 al eerder via binnen gekomen berichten hadden vernomen had zij aangevuld met een ooggetuigenverslag en wat de sensoren van raptor 431 haar verder nog hadden kunnen vertellen. De situatie was zeer ernstig. De Twaalf Koloniën lag in puin. De koloniale marine had een gevoelige nederlaag geleden. Toch leek ze nog hoop te koesteren en vestigde deze geheel en alleen op commandeur Adama.
Wick deelde dat vertrouwen niet. Hij had haar tijdens het praten aandachtig geobserveerd. Wat ze vertelde kwam voor zijn gevoel niet volledig overeen met haar licht gebogen houding. Na enige aarzeling stak hij een hand op. Ze knikte hem toe. Blij dat er onder deze burgers toch nog mensen waren die zich gedisciplineerd konden gedragen.
"We hebben dringend voedsel, water, Tylium en onderdelen nodig. Ik denk...", hij haalde diep adem, "ik denk dat we dit allemaal in de omgeving van Caprica kunnen vinden."
Schuin achter Diana stond een andere officier. Hij had dezelfde rang, leeftijd en was haar Elektronic Countermeasures Officer. De man deed een stap naar voren.
"Caprica of beter gezegd wat er nog van over is gebleven is in handen van de Cylons gevallen. Heb je dan niet naar haar geluisterd?"
"Ik had het over de omgeving van Caprica", antwoordde Wick kalm, voor hij met de armen over elkaar naar achteren leunde. Zichtbaar weinig geïmponeerd door de grote gestalte van luitenant Stijn.
Luitenant Diana zag de ECO rood kleuren. Het temperament van de man had hem als cadet al meerdere malen op de academie in de problemen gebracht en dat dreigde nu ook weer te gaan gebeuren.
"Wick, was het niet?", kwam ze haastig tussenbeide.
"Je bent beter in het onthouden van namen dan ik."
Ze nam het compliment met een glimlach in ontvangst.
"Ragnar ligt de andere kant op."
Diana zag de shuttlepiloot bevestigend knikken voor hij zijn armen weer liet zakken en licht naar voren leunde. Blijkbaar had hij nog meer te zeggen.
"Als we de raptors hebben bijgetankt voor de reis naar Ragnar Anchorage bevatten de tanks van de Tormen nog voldoende brandstof om Caprica te bereiken."
"Heb je dit berekend of is het een gok?"
Tot haar verbazing begon hij te glimlachen en kwam het antwoord van iemand anders.
"Hij vroeg mijn hulp om te weten wat er nodig was voor het maken van een hypothetische sprong naar Caprica."
Luitenant Diana hoefde niet om te kijken. Ze had de meisjesachtige stem van luitenant Veerle onmiddellijk herkend.
"Ik ben slechts een civiele shuttlepiloot", vulde Wick nog steeds glimlachend aan, "en heb geen ervaring met het besturen van een schip met een FTL-aandrijving, zoals de Tormen."
"Blijkbaar was het minder hypothetisch dan hij je heeft voor gehouden."
"Het spijt me", zei luitenant Veerle met neergeslagen ogen, "maar volgens mijn berekeningen is de Tylium slechts toereikend voor het maken van één sprong om de afstand naar Caprica te overbruggen."
"Waarom zouden we deze omweg naar Ragnar maken?", vroeg Diana aan Wick. Het was iedereen wel duidelijk dat ze een zinnig antwoord verwachte en wel onmiddellijk.
"Het is geen omweg naar Ragnar. Hier scheiden eenvoudig onze wegen."
Het werd rumoerig in de kantine en luitenant Diana constateerde dat zij niet als enige door het eenzijdig genomen besluit van de man was verrast.
"En als het een valstrik van de Cylons is?"
De stilte keerde terug en alle blikken waren op de shuttlepiloot met het ongeschoren gezicht gericht.
"In dat geval blijven de verliezen beperkt omdat alle mensen om me heen zich aan boord van de raptors bevinden en onderweg naar Ragnar Anchorage zullen zijn."
Geschokt staarde luitenant Veerle naar Wick. Eerder had deze ECO zich nog door hem gebruikt gevoeld, maar dit was ze op slag weer vergeten.
"Bij de goden van Kobol", mompelde ze zo zacht dat alleen luitenant Diana het hoorde.
Het was de hardop uitgesproken gedachte die Nadia ook had. Rosalinda keek met knipperende ogen haar moeder aan. Onbewust had de vrouw haar zeventienjarige dochter in de arm geknepen.
"Wat is er?", vroeg het meisje verward.
Ze had maar half geluisterd. Het koste haar de grootste moeite om zich te concentreren zo vaak haar gedachten afdwaalden naar de mensen die ze kende. Waarschijnlijk waren deze nu allemaal dood. Onder hen bevond zich ook haar vader.
Nadia knikte in de richting van Wick.
Rosalinda volgde de blik van haar moeder en herkende de man die ze eerder in haar armen had aangetroffen. Ze had zich kort na het ontwaken beschaamd en boos tegelijk gevoeld dat iedereen het tweetal zo op de gang had kunnen zien liggen.
Peinzend keek luitenant Diana keek naar de shuttlepiloot.
"Het komt op mij over als een enkele reis naar een roemloos einde."
Ze had het voorzichtig gebracht. Al eerder was het Diana opgevallen dat sommige mensen sinds ze door de militairen waren opgepikt alleen nog maar neerslachtig voor zich uit staarden. Bijna alsof ze de doden waren gaan benijden. Voor hen was het immers voorbij.
"Ik heb geen behoefte aan roem of glorie, maar het kan nog wel eens heel lang gaan duren voor mijn blote voeten weer de grond voelen."
Hij had iets gezegd waar ze hem geen ongelijk in kon geven.
"Ragnar Anchorage is een munitiedepot. De koloniale marine zal zich daar herbewapenen en daarna zal commandant Adama met de overgebleven schepen de tegenaanval leiden."
"Misschien is dat zo, maar wat gebeurd er met burgers zoals ik?"
"We hebben eerder wel een bericht van de battlestar Galactica kunnen ontvangen, maar de zender van de raptor is niet krachtig genoeg om over deze afstand met hen in contact te komen. Ik kan dus geen antwoord op deze vraag geven. Misschien begeven de civiele schepen zich ook naar Ragnar en kunnen we jullie daar afzetten", eindigde ze positief.
"Aan boord van een groter vrachtschip met veel meer vluchtelingen dan er nu op de Tormen zijn. Hoe aantrekkelijk deze gedachte ook kan zijn voor de anderen, ik sla het af. Het zoeken van een geschikte slaapplaats wordt daar heel wat lastiger en je mag blij zijn als dat het enige probleem zal zijn."
"Wat ben je van plan, als ik vragen mag, zodra je in de omgeving van Caprica arriveerd?"
De vraag was afkomstig van een grijsharige, oudere man, die was gaan staan. Leunend op zijn zwarte wandelstok.
"Ik denk aan een bergingsoperatie. We hebben allemaal de opnamen van de raptors kunnen bekijken. De koloniale marine heeft daar veel oorlogsschepen verloren. De Tormen is klein en met de meeste systemen aan boord uitgeschakeld zal het van enige afstand voor een wrak kunnen doorgaan. Het zal improviseren worden tot ik geschikt gereedschap tegenkom. Veel hangt ook af van toeval, maar ik denk dat ik aan boord van deze wrakken alles kan vinden wat nodig is voor het maken van een lange reis."
Pas nu draaide Wick zich om. Hij zag de man begrijpend knikken voor hij weer ging zitten. Blijkbaar tevreden over het gekregen antwoord.
"Heb je wel eens eerder deelgenomen aan een bergingsoperatie?"
Wick keek de andere kant op om te zien wie deze vraag had gesteld.
"Nee, maar ik leer snel. Vooral van mijn fouten."
"Ik heb veel battlestars bezocht. Ik bouwde ze als modellen na."
Luitenant Stijn slaakte een diepe zucht uit ergernis terwijl hij zich af vroeg waar dit naar toe ging leiden.
"Een leuke hobby", zei Wick op een neutrale toon.
De man knikte grijnzend. Niemand hier wist dat Hendrik in zijn verleden op medische gronden was afgekeurd voor militaire dienst, maar de fascinatie voor de koloniale marine met al haar schepen had de boekhouder de jaren erna altijd behouden.
"Ik wil je helpen."
Hendrik had het gezegd voor hij besefte wat deze woorden voor hem zouden inhouden.
"We krijgen steeds meer ruimte in de raptor", mompelde luitenant Stijn opgetogen, voor hij de afkeuring in de ogen van zijn meerdere aflas. Diana had een lichting eerder haar brevet gehaald en ondanks gelijk van rang toch zijn superieur. Hij had het zonder er over na te hoeven denken geaccepteerd. Voor hem was de koloniale marine zijn leven. Zonder zijn liefde voor het militairisme te kennen waren er mensen die zich aan de ECO stoorden. Hij leek zich weinig om hun veiligheid te bekommeren en meer te verlangen naar het moment waarop hij het de Cylons betaald kon zetten voor wat ze hadden gedaan.
"Bent u zich van de gevaren bewust?", vroeg luitenant Diana voorzichtig.
De door de piloot gesuggereerde gevaren schrokken Wick weinig af. Hij had er lang genoeg over na kunnen denken om de voordelen tegen de nadelen af te wegen. Daarom was hij de luitenant dankbaar voor haar vraag. Hij zag de man nu merkbaar aarzelen over deze impulsief genomen beslissing. Het laatste waar hij op zat te wachten waren een stelletje nutteloze passagiers om hem heen.
"Ik in elk geval wel en als je het goed vind, dan ga ik mee."
Verrast keek Wick naar de oudere man, die weer was gaan staan.
"Ik ook", riep Hendrik. Alle twijfels waren bij hem verdwenen nu het oudste lid van de groep zich ook aan de zijde van de shuttlepiloot schaarde.
Luitenant Diana zag meer mensen instemmend knikken terwijl er tussen anderen de nodige discussie ontstond. Ze keek om naar haar officieren.
"We moeten dit bespreken."
"Laat ze toch gaan als ze dat willen", zei luitenant Stijn op norse toon.
Luitenant Veerle schudde heftig het hoofd. Haar bruine lokken dansten met elke beweging van haar hoofd mee. Ze zag er nauwelijks oud genoeg uit voor het uniform dat ze droeg.
"Ik heb Wick alleen de theorie verteld over de werking van de FTL. Hij heeft geen enkele ervaring. We kunnen deze burgers niet aan het lot overlaten."
"Ik ben het met haar eens", zei luitenant Diana en daarmee had ook zij een beslissing genomen. Ze besloot van haar eerdere plan af te wijken en het vrachtschip naar Caprica te escorteren voor ze de reis naar Ragnar zouden hervatten.
Het was stil in de kantine. De enige gemeenschappelijke ruimte aan boord waar twintig mensen tegelijk konden verblijven, met uitzondering van het interne laadruim. Deze bevond zich in de 'steel' van de paddestoelvormige romp, waar ook de stuurraketten waren ondergebracht. Luitenant Diana, die ook luisterde naar haar roepnaam Artemis, was uitgesproken. De vrouwelijke piloot was zojuist teruggekeerd van een verkenningsmissie. Wat de passagiers en bemanningsleden van Cloud 3 al eerder via binnen gekomen berichten hadden vernomen had zij aangevuld met een ooggetuigenverslag en wat de sensoren van raptor 431 haar verder nog hadden kunnen vertellen. De situatie was zeer ernstig. De Twaalf Koloniën lag in puin. De koloniale marine had een gevoelige nederlaag geleden. Toch leek ze nog hoop te koesteren en vestigde deze geheel en alleen op commandeur Adama.
Wick deelde dat vertrouwen niet. Hij had haar tijdens het praten aandachtig geobserveerd. Wat ze vertelde kwam voor zijn gevoel niet volledig overeen met haar licht gebogen houding. Na enige aarzeling stak hij een hand op. Ze knikte hem toe. Blij dat er onder deze burgers toch nog mensen waren die zich gedisciplineerd konden gedragen.
"We hebben dringend voedsel, water, Tylium en onderdelen nodig. Ik denk...", hij haalde diep adem, "ik denk dat we dit allemaal in de omgeving van Caprica kunnen vinden."
Schuin achter Diana stond een andere officier. Hij had dezelfde rang, leeftijd en was haar Elektronic Countermeasures Officer. De man deed een stap naar voren.
"Caprica of beter gezegd wat er nog van over is gebleven is in handen van de Cylons gevallen. Heb je dan niet naar haar geluisterd?"
"Ik had het over de omgeving van Caprica", antwoordde Wick kalm, voor hij met de armen over elkaar naar achteren leunde. Zichtbaar weinig geïmponeerd door de grote gestalte van luitenant Stijn.
Luitenant Diana zag de ECO rood kleuren. Het temperament van de man had hem als cadet al meerdere malen op de academie in de problemen gebracht en dat dreigde nu ook weer te gaan gebeuren.
"Wick, was het niet?", kwam ze haastig tussenbeide.
"Je bent beter in het onthouden van namen dan ik."
Ze nam het compliment met een glimlach in ontvangst.
"Ragnar ligt de andere kant op."
Diana zag de shuttlepiloot bevestigend knikken voor hij zijn armen weer liet zakken en licht naar voren leunde. Blijkbaar had hij nog meer te zeggen.
"Als we de raptors hebben bijgetankt voor de reis naar Ragnar Anchorage bevatten de tanks van de Tormen nog voldoende brandstof om Caprica te bereiken."
"Heb je dit berekend of is het een gok?"
Tot haar verbazing begon hij te glimlachen en kwam het antwoord van iemand anders.
"Hij vroeg mijn hulp om te weten wat er nodig was voor het maken van een hypothetische sprong naar Caprica."
Luitenant Diana hoefde niet om te kijken. Ze had de meisjesachtige stem van luitenant Veerle onmiddellijk herkend.
"Ik ben slechts een civiele shuttlepiloot", vulde Wick nog steeds glimlachend aan, "en heb geen ervaring met het besturen van een schip met een FTL-aandrijving, zoals de Tormen."
"Blijkbaar was het minder hypothetisch dan hij je heeft voor gehouden."
"Het spijt me", zei luitenant Veerle met neergeslagen ogen, "maar volgens mijn berekeningen is de Tylium slechts toereikend voor het maken van één sprong om de afstand naar Caprica te overbruggen."
"Waarom zouden we deze omweg naar Ragnar maken?", vroeg Diana aan Wick. Het was iedereen wel duidelijk dat ze een zinnig antwoord verwachte en wel onmiddellijk.
"Het is geen omweg naar Ragnar. Hier scheiden eenvoudig onze wegen."
Het werd rumoerig in de kantine en luitenant Diana constateerde dat zij niet als enige door het eenzijdig genomen besluit van de man was verrast.
"En als het een valstrik van de Cylons is?"
De stilte keerde terug en alle blikken waren op de shuttlepiloot met het ongeschoren gezicht gericht.
"In dat geval blijven de verliezen beperkt omdat alle mensen om me heen zich aan boord van de raptors bevinden en onderweg naar Ragnar Anchorage zullen zijn."
Geschokt staarde luitenant Veerle naar Wick. Eerder had deze ECO zich nog door hem gebruikt gevoeld, maar dit was ze op slag weer vergeten.
"Bij de goden van Kobol", mompelde ze zo zacht dat alleen luitenant Diana het hoorde.
Het was de hardop uitgesproken gedachte die Nadia ook had. Rosalinda keek met knipperende ogen haar moeder aan. Onbewust had de vrouw haar zeventienjarige dochter in de arm geknepen.
"Wat is er?", vroeg het meisje verward.
Ze had maar half geluisterd. Het koste haar de grootste moeite om zich te concentreren zo vaak haar gedachten afdwaalden naar de mensen die ze kende. Waarschijnlijk waren deze nu allemaal dood. Onder hen bevond zich ook haar vader.
Nadia knikte in de richting van Wick.
Rosalinda volgde de blik van haar moeder en herkende de man die ze eerder in haar armen had aangetroffen. Ze had zich kort na het ontwaken beschaamd en boos tegelijk gevoeld dat iedereen het tweetal zo op de gang had kunnen zien liggen.
Peinzend keek luitenant Diana keek naar de shuttlepiloot.
"Het komt op mij over als een enkele reis naar een roemloos einde."
Ze had het voorzichtig gebracht. Al eerder was het Diana opgevallen dat sommige mensen sinds ze door de militairen waren opgepikt alleen nog maar neerslachtig voor zich uit staarden. Bijna alsof ze de doden waren gaan benijden. Voor hen was het immers voorbij.
"Ik heb geen behoefte aan roem of glorie, maar het kan nog wel eens heel lang gaan duren voor mijn blote voeten weer de grond voelen."
Hij had iets gezegd waar ze hem geen ongelijk in kon geven.
"Ragnar Anchorage is een munitiedepot. De koloniale marine zal zich daar herbewapenen en daarna zal commandant Adama met de overgebleven schepen de tegenaanval leiden."
"Misschien is dat zo, maar wat gebeurd er met burgers zoals ik?"
"We hebben eerder wel een bericht van de battlestar Galactica kunnen ontvangen, maar de zender van de raptor is niet krachtig genoeg om over deze afstand met hen in contact te komen. Ik kan dus geen antwoord op deze vraag geven. Misschien begeven de civiele schepen zich ook naar Ragnar en kunnen we jullie daar afzetten", eindigde ze positief.
"Aan boord van een groter vrachtschip met veel meer vluchtelingen dan er nu op de Tormen zijn. Hoe aantrekkelijk deze gedachte ook kan zijn voor de anderen, ik sla het af. Het zoeken van een geschikte slaapplaats wordt daar heel wat lastiger en je mag blij zijn als dat het enige probleem zal zijn."
"Wat ben je van plan, als ik vragen mag, zodra je in de omgeving van Caprica arriveerd?"
De vraag was afkomstig van een grijsharige, oudere man, die was gaan staan. Leunend op zijn zwarte wandelstok.
"Ik denk aan een bergingsoperatie. We hebben allemaal de opnamen van de raptors kunnen bekijken. De koloniale marine heeft daar veel oorlogsschepen verloren. De Tormen is klein en met de meeste systemen aan boord uitgeschakeld zal het van enige afstand voor een wrak kunnen doorgaan. Het zal improviseren worden tot ik geschikt gereedschap tegenkom. Veel hangt ook af van toeval, maar ik denk dat ik aan boord van deze wrakken alles kan vinden wat nodig is voor het maken van een lange reis."
Pas nu draaide Wick zich om. Hij zag de man begrijpend knikken voor hij weer ging zitten. Blijkbaar tevreden over het gekregen antwoord.
"Heb je wel eens eerder deelgenomen aan een bergingsoperatie?"
Wick keek de andere kant op om te zien wie deze vraag had gesteld.
"Nee, maar ik leer snel. Vooral van mijn fouten."
"Ik heb veel battlestars bezocht. Ik bouwde ze als modellen na."
Luitenant Stijn slaakte een diepe zucht uit ergernis terwijl hij zich af vroeg waar dit naar toe ging leiden.
"Een leuke hobby", zei Wick op een neutrale toon.
De man knikte grijnzend. Niemand hier wist dat Hendrik in zijn verleden op medische gronden was afgekeurd voor militaire dienst, maar de fascinatie voor de koloniale marine met al haar schepen had de boekhouder de jaren erna altijd behouden.
"Ik wil je helpen."
Hendrik had het gezegd voor hij besefte wat deze woorden voor hem zouden inhouden.
"We krijgen steeds meer ruimte in de raptor", mompelde luitenant Stijn opgetogen, voor hij de afkeuring in de ogen van zijn meerdere aflas. Diana had een lichting eerder haar brevet gehaald en ondanks gelijk van rang toch zijn superieur. Hij had het zonder er over na te hoeven denken geaccepteerd. Voor hem was de koloniale marine zijn leven. Zonder zijn liefde voor het militairisme te kennen waren er mensen die zich aan de ECO stoorden. Hij leek zich weinig om hun veiligheid te bekommeren en meer te verlangen naar het moment waarop hij het de Cylons betaald kon zetten voor wat ze hadden gedaan.
"Bent u zich van de gevaren bewust?", vroeg luitenant Diana voorzichtig.
De door de piloot gesuggereerde gevaren schrokken Wick weinig af. Hij had er lang genoeg over na kunnen denken om de voordelen tegen de nadelen af te wegen. Daarom was hij de luitenant dankbaar voor haar vraag. Hij zag de man nu merkbaar aarzelen over deze impulsief genomen beslissing. Het laatste waar hij op zat te wachten waren een stelletje nutteloze passagiers om hem heen.
"Ik in elk geval wel en als je het goed vind, dan ga ik mee."
Verrast keek Wick naar de oudere man, die weer was gaan staan.
"Ik ook", riep Hendrik. Alle twijfels waren bij hem verdwenen nu het oudste lid van de groep zich ook aan de zijde van de shuttlepiloot schaarde.
Luitenant Diana zag meer mensen instemmend knikken terwijl er tussen anderen de nodige discussie ontstond. Ze keek om naar haar officieren.
"We moeten dit bespreken."
"Laat ze toch gaan als ze dat willen", zei luitenant Stijn op norse toon.
Luitenant Veerle schudde heftig het hoofd. Haar bruine lokken dansten met elke beweging van haar hoofd mee. Ze zag er nauwelijks oud genoeg uit voor het uniform dat ze droeg.
"Ik heb Wick alleen de theorie verteld over de werking van de FTL. Hij heeft geen enkele ervaring. We kunnen deze burgers niet aan het lot overlaten."
"Ik ben het met haar eens", zei luitenant Diana en daarmee had ook zij een beslissing genomen. Ze besloot van haar eerdere plan af te wijken en het vrachtschip naar Caprica te escorteren voor ze de reis naar Ragnar zouden hervatten.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
licht vrachtschip Tormen
Volledig geconcentreerd op haar werk voerde luitenant Veerle een laatste controle van de instrumenten uit. Ze had haar plaats achterin raptor 438 vrijwillig verwisseld voor dat van de ruimere brug aan boord van de Tormen. Wat ze nu deed kwam grotendeels overeen met de taken van een tactisch officier aan boord van grote oorlogsschepen, met uitzondering van het aansturen van de offensieve en defensieve bewapening. Het vrachtschip was immers ongewapend. Het had in het verleden op zijn snelheid en wendbaarheid moeten vertrouwen om aan piraten te ontkomen en de lading, verdeeld over een paar grote onder de romp mee gevoerde containers en het interne laadruim, tijdig op de bestemming af te leveren. De containers waren groot voor de omvang van het schip, maar de vrachtbrief had voor de shuttlepiloot een teleurstelling betekend. Hij had zijn prioriteiten aan de situatie aangepast.
"Alles gereed voor de sprong?"
Voor ze zag wie deze vraag had gesteld was Wick haar al voorbij gelopen om zich in een versleten, leren stoel te laten vallen. Elke keer als hij er op plaats nam brokkelde het leer verder af en vielen er stukjes van op de vloer. De indeling van de stoelen voor de piloot en de navigator maakte het hen beiden moeilijk om bij elkaar te kijken omdat ze rug aan rug werkten. Naast de stoel van de piloot was met bijna drie meter er tussen nog een stoel aangebracht voor de kapitein. Deze bleef nu leeg. Ze waren met zijn tweeën overgebleven sinds de anderen waren overgestapt op de raptors.
"Ik wacht tot luitenant Diana begint met aftellen."
Er verscheen een frons op het voorhoofd van Wick. Hij wachtte ongeduldig tot hij de stem van haar meerdere kon horen. Het duurde wat hem betrof allemaal veel te lang.
"Tien, negen..."
"Één", zei Wick vlakbij haar oor. Ze schrok ervan omdat ze hem niet had horen opstaan.
Verbijsterd keek ze naar de hand op haar hand waarmee hij de hendel had overgehaald. De wereld om haar heen leek te krimpen voor het schip op een andere plaats in de ruimte weer zijn huidige vorm aannam.
"Wat heb je..."
"DRADIS?", onderbrak hij haar voor de tweede maal.
Hoofdschuddend controleerde de jeugdige luitenant het beeldscherm schuin boven haar hoofd. Ze had het bereik ervan terug geschroefd om te voorkomen dat de Cylons hen vroegtijdig zouden kunnen detecteren.
"Het is voor mij onmogelijk een raider van de vele wrakstukken te kunnen onderscheiden. Ik betwijfel of ik onder deze omstandigheden zelfs in staat zal zijn om een basestar te signaleren. De grote hoeveelheid metaal stoort de DRADIS."
"We hebben een enkeltje geboekt en geen retour. Waar liggen de meeste wrakken bij elkaar?"
"Koers 363 carom 217."
"Dank je. Het is tijd om de knoppen om te zetten. Ik hoop dat je niet bang bent voor het donker."
Op het moment dat de meeste instrumenten aan boord van de Tormen werden uitgeschakeld materialiseerden raptors 431 en 438 zich in de ruimte van Caprica. Wick kon zich voorstellen dat de militaire vliegers hun eigen controles van de omgeving uitvoerden terwijl hij vrijwel blind de wrakken naderde. Gebruikmakend van de snelheid, die het schip met de sprong had mee gekregen.
"Ik ga dit rapporteren", klonk het achter hem.
"Adama zal het vast aandachtig gaan lezen."
Woedend leunde ze ver opzij en draaide haar hoofd om een goed zicht naar voren te kunnen hebben. Hij leek het niet eens op te merken. Boos vanwege zijn onverschilligheid over de regels binnen de koloniale marine, waar zij juist zoveel waarde aan hechtte. Ze opende haar mond, maar over haar lippen kwam geen enkel woord. Een langzaam rond draaiend wrakstuk was zichtbaar geworden in de nabijheid van het schip. De shuttlepiloot reageerde te traag naar haar zin, maar slaagde er toch op soepele wijze in een botsing te voorkomen. Ze ging weer normaal zitten met haar ogen gericht op de zwarte beeldschermen en concentreerde zich op haar versnelde ademhaling. Als de Cylons op de hoogte waren van hun komst dan was er voor hen geen ontsnapping mogelijk. Pas nu leek dit tot haar door te dringen.
raptor 431
"Koppeling voltooid."
Het ontbreken van een hangar aan boord van het vrachtschip had luitenant Diana gedwongen om aan de brede rand van het afgeplatte, cilindervormige voorschip vast te koppelen. Boven een reparatieluik, waardoor eerder al de passagiers de raptor hadden verlaten. Luitenant Reitze had het geluk gehad eerder terug te zijn en raptor 438 op het aan de achterzijde uitgeschoven landingsplatform neer te kunnen zetten. Nieuwsgierig keek ze vanuit de cockpit naar een persoon in een ruimtepak. Het was moeilijk te zeggen of het nu een man of een vrouw was. Tot haar verbazing begon de onbekende met de op de rug mee gedragen apparatuur in de romp te snijden.
"Wat zijn ze daar aan het doen?"
Luitenant Veerle verscheen achter haar. Ze had haar plaats op de brug van het vrachtschip weer verlaten nadat luitenant Stijn knorrig te kennen had gegeven aan rust en een maaltijd toe te zijn.
"Ze maken een opening."
Diana rolde met haar ogen. Ze had niemand nodig om haar dit te vertellen.
"Waarom maken ze daar een opening?", vroeg ze op scherpe toon.
"Wick kan u dit vast wel vertellen."
Het was waarschijnlijk waar, maar ze meed de shuttlepiloot op het moment liever. Ze had woedend gereageerd op het voortijdige vertrek van de Tormen. Het leek weinig indruk op de burger te hebben gemaakt. In tegenstelling tot luitenant Veerle, die stijf in de houding en transpirerend alles had aangehoord.
Zonder over een plan te beschikken was hij vervolgens op zoek gegaan naar alles wat op zijn lijst voor kwam. Om onderweg deze lijst, waar Hendrik voor had gezorgd, nog verder uit te breiden. Het bergen van wat hij allemaal vond was slechts moeizaam op gang gekomen. De marinevliegers bleken hierbij van onschatbare waarde te zijn omdat zij als enigen van de overlevenden over de training en uitrusting beschikten om hem hierbij te kunnen helpen. Gaandeweg kwamen hier enige passagiers met geheel verschillende achtergronden bij, die nog tijd nodig hadden om met het werk bekend te worden. Daarvoor hadden ze eerst hun afkeer moeten overwinnen om de beschermende uitrusting aan te trekken van gesneuvelde militairen. Waarbij Wick zich ook onverwachts van een geheel andere zijde had laten zien nadat Marlieke na het zien van een uit elkaar gereten lichaam in haar helm overgaf. Het braaksel had de zuurstoftoevoer verstopt, haar zicht tot bijna nul gereduceerd en begrijpelijke paniek bij de vrouw veroorzaakt. Hij had haar geholpen. Bezorgd bijna, maar dan wel op een bijzondere manier. Iedereen had mee kunnen luisteren. Waarbij zelfs zij een glimlach vanwege zijn sarcastische humor niet had kunnen onderdrukken. Al was het twijfelachtig of de computerprogrammeur het erg had kunnen waarderen. Ze was gaan douchen en had haar vuile kleren ingewisseld door een uniform, waarvan ze spoedig de rang verwijderde.
Luitenant Diana daalde de ladder af en zag dat de decrompressiedeuren de gang hadden afgesloten. Zenuwachtig liep Hendrik op en neer met een haastig geschetste bouwtekening in zijn handen. Eerder was hij nog blij geweest toen hij kon bewijzen hoe nuttig hij zich kon maken, maar Wick had hem veel meer verantwoording gegeven dan waar hij ooit op gerekend had en hij voelde dit als een zware last op hem drukken.
"Waar zijn jullie mee bezig?"
"We maken een gat in de romp."
Al de hele dag vertelden mensen haar dingen die ze al wist en het koste Diana moeite om rustig te blijven.
"Waarom?"
"We brengen een extra luik en ladder aan."
Hij hield de tekening voor haar omhoog, waar ze geen enkele interesse in toonde.
"Maar waarom dan?"
Luitenant Veerle fronste haar smalle wenkbrauwen. De jonge vrouw was inmiddels ook de ladder afgedaald en hoorde de frustratie in de stem van haar meerdere.
"Voor de raptor."
"De vier drie acht", zei luitenant Diana. Ze knikte begrijpend tot ze de kalende man het hoofd zag schudden.
"Nou, dat kan natuurlijk wel, maar het is eigenlijk bedoeld voor de andere raptor", hij haalde nog meer papieren te voorschijn uit een van de vele zakken van zijn overall, die hij ergens had opgescharreld, "waar staat het nummer ervan nou?"
"Welke andere raptor?"
"Die we geborgen hebben. Ik had het nummer hier ergens opgeschreven."
"Hebben ze een raptor gevonden?"
"Ja, daarom heeft Wick me gevraagd het ontwerp van het schip aan te passen. We maken nu ook de lanceerbuis voor de ontsnappingscapsule als toegang geschikt voor als we nog een raptor of shuttle vinden."
"Waar is Wick?"
"Buiten."
Een diepe zucht ontsnapte uit de mond van luitenant Diana. Het had er steeds meer van weg dat hij haar ook was gaan mijden.
"Slaapt hij wel eens?", vroeg luitenant Veerle bezorgd.
"Als we dood zijn kunnen we nog lang genoeg onze ogen sluiten", snauwde luitenant Diana.
"O, zoiets zei Wick ook al", zei Hendrik, maar zweeg geschrokken zodra hij de moordlustige blik in de ogen van de luitenant zag. De man haalde in een hulpeloos gebaar zijn schouders op. In zijn ogen hadden deze twee mensen meer met elkaar gemeen dan elk van hen bereid was om toe te geven. In ieder geval nooit hardop, althans.
licht vrachtschip Tormen
Het groot aantal wrakken maakte het werk voor de zich zelf tot bergers ontwikkelende overlevenden gemakkelijk. Het gaf hen ook weer de nodige hoop. Luitenant Diana bespeurde de kleine en grote veranderingen om haar heen terwijl ze onderweg was naar de brug. De houding van de mensen veranderde. De gebogen, onderdanige houding van rouwende mensen werd steeds rechter. Ook droegen steeds meer mensen een verscheidenheid aan uniformen nadat in de meeste gevallen hun eigen kleren vies waren geworden. Ze kwam een jonge vrouw tegen in het uniform van een marinier. De korte rok die ze eerder had gedragen was waarschijnlijk ergens in een kastje verdwenen. Het enige waar ze wel consequent in leek te zijn was de zwarte kleur van haar kleding en de uitdagende manier waarop ze deze droeg. Luitenant Diana keek haar hoofdschuddend na. Een echte marinier kon van zijn meerderen een reprimande verwachten als deze er zo had bijgelopen. Ze wierp in het voorbij lopen een blik door de openstaande deur van een kajuit. Aan weerskanten van de deur waren stapelbedden aangebracht met minder privacy dan de oorspronkelijke bemanning van het schip in het verleden had. Voor haar iets gewoons geworden aan boord van de battlestar, maar het kon geen enkele vergelijking doorstaan met de luxe verblijven aan boord van Cloud 3. De deur van de volgende kajuit was gesloten. Emotioneel of lichamelijk uitgeput hadden daar verscheidene mensen hun toevlucht gezocht. De laatste kajuit was de helft kleiner en telde slechts een enkele rij van stapelbedden, maar werd al spoedig gebruikt voor opslag. Het deed haar in gedachten stil staan bij de eerdere opmerking van luitenant Veerle. Wanneer sliep Wick eigenlijk? Ook zijn lichaam had geregeld rust nodig. Net als haar eigen lichaam. Tot het plotseling tot haar doordrong. Het was de verantwoording, die hem zo rusteloos maakte. Ze begon hem nu hoger aan te slaan. Al had ze meteen voorgenomen hier geen openlijk blijk van te geven. Op de brug aangekomen zag ze een op de vloer zittende, gebrilde vrouw met in een staart gebonden haar opkijken. Na slechts een kort en smerig geëindigd uitstapje in de ruimte had de vrouwelijke computerprogrammeur een nieuwe rol voor zich zelf gevonden. Eentje waarbij haar opleidingen en ervaringen op een efficiëntere wijze werden benut. Ook de brug leek momenteel een renovatie te ondergaan. Uit het CIC van een battlestar was een hoge tafel meegenomen om de kapiteinsstoel in te nemen en daarboven was een dubbele rij monitoren komen te hangen. Het plafond lag nog open en er bungelden allerlei gekleurde kabels naar beneden.
"Hoe gaat het hier?"
Marlieke keek weer naar de behuizing van de computer waar ze haar handen in gestoken had. Om er makkelijk bij te komen had ze een paneel moeten verwijderen.
"Ik ben bezig met het vervangen van verschillende insteekkaarten van de interne hardware."
"O."
Even was het stil, maar Diana had het gevoel dat ze iets moest zeggen in een poging om interesse te tonen waar de vrouw mee bezig was.
"Lukt het?"
"Moet ik precies gaan uitleggen wat ik doe of laat je me ongestoord werken?"
Luitenant Diana draaide zich om. Het werd de hoogste tijd om de brug te verlaten. Slechts enkele meters van de brug vandaan kwam ze Wick op de smalle gang tegen. Hij droeg in de ene hand een tas en de andere hand een handpalmcomputer, welke hij omhoog hield.
"Een cadeautje voor Marlieke", verklaarde hij ongevraagd.
"En de tas?"
"Ik heb geen enkel idee. Het lijkt een beetje op de dingen die Marlieke me allemaal heeft laten zien. Ik hoop dat ik het goed begrepen heb van wat ze me allemaal vertelde voor ik boodschappen voor haar moest gaan doen."
Ze bespeurde zijn twijfel en luitenant Diana begon onverwachts te grinniken.
"Succes", zei ze en klopte hem bemoedigend op de schouder terwijl ze aan de humeurige vrouw dacht, die ze op de brug had achtergelaten, "je zal het nodig hebben."
raptor 438
Het langere achterschip met een geringere diameter van de Tormen had een nog geen afgeronde metamorfose ondergaan waarin het steeds minder gemeen had gekregen met het originele ontwerp. Aan de buitenkant waren cilinders van verschillende grootte bevestigd waarin tylium was opgeslagen. Voor het oog van luitenant Reitze zag het geheel er rommelig en erg amateuristisch uit, maar hij gokte dat daarmee het bereik van het schip minstens moest zijn verdrievoudigd. Het dichtgemaakte gat in de romp was daarmee onzichtbaar geworden. Het was de plaats waar een vijandelijke raket had ingeslagen. Het projectiel was na impact in stukken gebroken zonder te exploderen. De meegevoerde brandstof had daarbij voor brand aan boord gezorgd.
Luitenant Reitze behoorde tot de groep mensen die geloofde dat daardoor de oorspronkelijke bemanning het schip in paniek had verlaten, terwijl de giftige rook zich door de gangen en vertrekken verspreidde. Door het gat in het achterschip was echter ook alle aanwezige zuurstof in de ruimte verdwenen. Kort daarna moest het vuur van zelf zijn gedoofd. Van de bemanning ontbrak elk spoor. Hij had de raptor op het uitgeschoven landingsplatform neer gezet. In een snel tempo werd de lading achter hem gelost en kwam er eindelijk ruimte vrij om het toestel te verlaten. Geamuseerd keken verscheidene bemanningsleden toe hoe de piloot op een drafje naar het toilet verdween. Hij keerde als een opgelucht man weer terug.
"Waar zijn jullie mee bezig?", vroeg Reitze verwonderd terwijl hij met een gehandschoende duim over zijn schouder naar achteren wees.
"We verplaatsen de lading naar de containers", antwoordde een vrouwelijke stem.
Luitenant Reitze keek om. Alles wat eerder nog in het interne laadruim was opgeslagen moest om een voor hem onbekende reden plaats maken voor andere zaken.
"Waarom?"
"We kunnen niet leven van honderden speelballen voor de piramide-spelen en de andere container bevatte spiegels, rollen plastic en televisies."
"Wat is ermee gebeurd?", vroeg hij, maar luitenant Reitze vermoedde het antwoord al te weten. De gedeeltelijk door brand aangetaste goederen in het interne laadruim waren voor de sprong eenvoudig door Wick in de ruimte achtergelaten. Het was zonder enig overleg met de militairen gebeurd.
"We hebben alles wat onbruikbaar was gedumpt."
"Die lading was vele duizenden cubits waard", protesteerde luitenant Reitze op een zeer verontwaardigde toon, "tienduizenden cubits."
"Ik kan mijn honger en dorst niet met cubits stillen", luidde het laconieke antwoord.
Voor Nadia was de waarde van geld gekelderd tot een niveau die ze nog maar een paar dagen geleden nooit voor mogelijk had gehouden. Ze tilde de laatste doos op en verliet daarmee de raptor. Achter haar trof de nog steeds boze piloot reeds voorbereidingen om te vertrekken.
Volledig geconcentreerd op haar werk voerde luitenant Veerle een laatste controle van de instrumenten uit. Ze had haar plaats achterin raptor 438 vrijwillig verwisseld voor dat van de ruimere brug aan boord van de Tormen. Wat ze nu deed kwam grotendeels overeen met de taken van een tactisch officier aan boord van grote oorlogsschepen, met uitzondering van het aansturen van de offensieve en defensieve bewapening. Het vrachtschip was immers ongewapend. Het had in het verleden op zijn snelheid en wendbaarheid moeten vertrouwen om aan piraten te ontkomen en de lading, verdeeld over een paar grote onder de romp mee gevoerde containers en het interne laadruim, tijdig op de bestemming af te leveren. De containers waren groot voor de omvang van het schip, maar de vrachtbrief had voor de shuttlepiloot een teleurstelling betekend. Hij had zijn prioriteiten aan de situatie aangepast.
"Alles gereed voor de sprong?"
Voor ze zag wie deze vraag had gesteld was Wick haar al voorbij gelopen om zich in een versleten, leren stoel te laten vallen. Elke keer als hij er op plaats nam brokkelde het leer verder af en vielen er stukjes van op de vloer. De indeling van de stoelen voor de piloot en de navigator maakte het hen beiden moeilijk om bij elkaar te kijken omdat ze rug aan rug werkten. Naast de stoel van de piloot was met bijna drie meter er tussen nog een stoel aangebracht voor de kapitein. Deze bleef nu leeg. Ze waren met zijn tweeën overgebleven sinds de anderen waren overgestapt op de raptors.
"Ik wacht tot luitenant Diana begint met aftellen."
Er verscheen een frons op het voorhoofd van Wick. Hij wachtte ongeduldig tot hij de stem van haar meerdere kon horen. Het duurde wat hem betrof allemaal veel te lang.
"Tien, negen..."
"Één", zei Wick vlakbij haar oor. Ze schrok ervan omdat ze hem niet had horen opstaan.
Verbijsterd keek ze naar de hand op haar hand waarmee hij de hendel had overgehaald. De wereld om haar heen leek te krimpen voor het schip op een andere plaats in de ruimte weer zijn huidige vorm aannam.
"Wat heb je..."
"DRADIS?", onderbrak hij haar voor de tweede maal.
Hoofdschuddend controleerde de jeugdige luitenant het beeldscherm schuin boven haar hoofd. Ze had het bereik ervan terug geschroefd om te voorkomen dat de Cylons hen vroegtijdig zouden kunnen detecteren.
"Het is voor mij onmogelijk een raider van de vele wrakstukken te kunnen onderscheiden. Ik betwijfel of ik onder deze omstandigheden zelfs in staat zal zijn om een basestar te signaleren. De grote hoeveelheid metaal stoort de DRADIS."
"We hebben een enkeltje geboekt en geen retour. Waar liggen de meeste wrakken bij elkaar?"
"Koers 363 carom 217."
"Dank je. Het is tijd om de knoppen om te zetten. Ik hoop dat je niet bang bent voor het donker."
Op het moment dat de meeste instrumenten aan boord van de Tormen werden uitgeschakeld materialiseerden raptors 431 en 438 zich in de ruimte van Caprica. Wick kon zich voorstellen dat de militaire vliegers hun eigen controles van de omgeving uitvoerden terwijl hij vrijwel blind de wrakken naderde. Gebruikmakend van de snelheid, die het schip met de sprong had mee gekregen.
"Ik ga dit rapporteren", klonk het achter hem.
"Adama zal het vast aandachtig gaan lezen."
Woedend leunde ze ver opzij en draaide haar hoofd om een goed zicht naar voren te kunnen hebben. Hij leek het niet eens op te merken. Boos vanwege zijn onverschilligheid over de regels binnen de koloniale marine, waar zij juist zoveel waarde aan hechtte. Ze opende haar mond, maar over haar lippen kwam geen enkel woord. Een langzaam rond draaiend wrakstuk was zichtbaar geworden in de nabijheid van het schip. De shuttlepiloot reageerde te traag naar haar zin, maar slaagde er toch op soepele wijze in een botsing te voorkomen. Ze ging weer normaal zitten met haar ogen gericht op de zwarte beeldschermen en concentreerde zich op haar versnelde ademhaling. Als de Cylons op de hoogte waren van hun komst dan was er voor hen geen ontsnapping mogelijk. Pas nu leek dit tot haar door te dringen.
raptor 431
"Koppeling voltooid."
Het ontbreken van een hangar aan boord van het vrachtschip had luitenant Diana gedwongen om aan de brede rand van het afgeplatte, cilindervormige voorschip vast te koppelen. Boven een reparatieluik, waardoor eerder al de passagiers de raptor hadden verlaten. Luitenant Reitze had het geluk gehad eerder terug te zijn en raptor 438 op het aan de achterzijde uitgeschoven landingsplatform neer te kunnen zetten. Nieuwsgierig keek ze vanuit de cockpit naar een persoon in een ruimtepak. Het was moeilijk te zeggen of het nu een man of een vrouw was. Tot haar verbazing begon de onbekende met de op de rug mee gedragen apparatuur in de romp te snijden.
"Wat zijn ze daar aan het doen?"
Luitenant Veerle verscheen achter haar. Ze had haar plaats op de brug van het vrachtschip weer verlaten nadat luitenant Stijn knorrig te kennen had gegeven aan rust en een maaltijd toe te zijn.
"Ze maken een opening."
Diana rolde met haar ogen. Ze had niemand nodig om haar dit te vertellen.
"Waarom maken ze daar een opening?", vroeg ze op scherpe toon.
"Wick kan u dit vast wel vertellen."
Het was waarschijnlijk waar, maar ze meed de shuttlepiloot op het moment liever. Ze had woedend gereageerd op het voortijdige vertrek van de Tormen. Het leek weinig indruk op de burger te hebben gemaakt. In tegenstelling tot luitenant Veerle, die stijf in de houding en transpirerend alles had aangehoord.
Zonder over een plan te beschikken was hij vervolgens op zoek gegaan naar alles wat op zijn lijst voor kwam. Om onderweg deze lijst, waar Hendrik voor had gezorgd, nog verder uit te breiden. Het bergen van wat hij allemaal vond was slechts moeizaam op gang gekomen. De marinevliegers bleken hierbij van onschatbare waarde te zijn omdat zij als enigen van de overlevenden over de training en uitrusting beschikten om hem hierbij te kunnen helpen. Gaandeweg kwamen hier enige passagiers met geheel verschillende achtergronden bij, die nog tijd nodig hadden om met het werk bekend te worden. Daarvoor hadden ze eerst hun afkeer moeten overwinnen om de beschermende uitrusting aan te trekken van gesneuvelde militairen. Waarbij Wick zich ook onverwachts van een geheel andere zijde had laten zien nadat Marlieke na het zien van een uit elkaar gereten lichaam in haar helm overgaf. Het braaksel had de zuurstoftoevoer verstopt, haar zicht tot bijna nul gereduceerd en begrijpelijke paniek bij de vrouw veroorzaakt. Hij had haar geholpen. Bezorgd bijna, maar dan wel op een bijzondere manier. Iedereen had mee kunnen luisteren. Waarbij zelfs zij een glimlach vanwege zijn sarcastische humor niet had kunnen onderdrukken. Al was het twijfelachtig of de computerprogrammeur het erg had kunnen waarderen. Ze was gaan douchen en had haar vuile kleren ingewisseld door een uniform, waarvan ze spoedig de rang verwijderde.
Luitenant Diana daalde de ladder af en zag dat de decrompressiedeuren de gang hadden afgesloten. Zenuwachtig liep Hendrik op en neer met een haastig geschetste bouwtekening in zijn handen. Eerder was hij nog blij geweest toen hij kon bewijzen hoe nuttig hij zich kon maken, maar Wick had hem veel meer verantwoording gegeven dan waar hij ooit op gerekend had en hij voelde dit als een zware last op hem drukken.
"Waar zijn jullie mee bezig?"
"We maken een gat in de romp."
Al de hele dag vertelden mensen haar dingen die ze al wist en het koste Diana moeite om rustig te blijven.
"Waarom?"
"We brengen een extra luik en ladder aan."
Hij hield de tekening voor haar omhoog, waar ze geen enkele interesse in toonde.
"Maar waarom dan?"
Luitenant Veerle fronste haar smalle wenkbrauwen. De jonge vrouw was inmiddels ook de ladder afgedaald en hoorde de frustratie in de stem van haar meerdere.
"Voor de raptor."
"De vier drie acht", zei luitenant Diana. Ze knikte begrijpend tot ze de kalende man het hoofd zag schudden.
"Nou, dat kan natuurlijk wel, maar het is eigenlijk bedoeld voor de andere raptor", hij haalde nog meer papieren te voorschijn uit een van de vele zakken van zijn overall, die hij ergens had opgescharreld, "waar staat het nummer ervan nou?"
"Welke andere raptor?"
"Die we geborgen hebben. Ik had het nummer hier ergens opgeschreven."
"Hebben ze een raptor gevonden?"
"Ja, daarom heeft Wick me gevraagd het ontwerp van het schip aan te passen. We maken nu ook de lanceerbuis voor de ontsnappingscapsule als toegang geschikt voor als we nog een raptor of shuttle vinden."
"Waar is Wick?"
"Buiten."
Een diepe zucht ontsnapte uit de mond van luitenant Diana. Het had er steeds meer van weg dat hij haar ook was gaan mijden.
"Slaapt hij wel eens?", vroeg luitenant Veerle bezorgd.
"Als we dood zijn kunnen we nog lang genoeg onze ogen sluiten", snauwde luitenant Diana.
"O, zoiets zei Wick ook al", zei Hendrik, maar zweeg geschrokken zodra hij de moordlustige blik in de ogen van de luitenant zag. De man haalde in een hulpeloos gebaar zijn schouders op. In zijn ogen hadden deze twee mensen meer met elkaar gemeen dan elk van hen bereid was om toe te geven. In ieder geval nooit hardop, althans.
licht vrachtschip Tormen
Het groot aantal wrakken maakte het werk voor de zich zelf tot bergers ontwikkelende overlevenden gemakkelijk. Het gaf hen ook weer de nodige hoop. Luitenant Diana bespeurde de kleine en grote veranderingen om haar heen terwijl ze onderweg was naar de brug. De houding van de mensen veranderde. De gebogen, onderdanige houding van rouwende mensen werd steeds rechter. Ook droegen steeds meer mensen een verscheidenheid aan uniformen nadat in de meeste gevallen hun eigen kleren vies waren geworden. Ze kwam een jonge vrouw tegen in het uniform van een marinier. De korte rok die ze eerder had gedragen was waarschijnlijk ergens in een kastje verdwenen. Het enige waar ze wel consequent in leek te zijn was de zwarte kleur van haar kleding en de uitdagende manier waarop ze deze droeg. Luitenant Diana keek haar hoofdschuddend na. Een echte marinier kon van zijn meerderen een reprimande verwachten als deze er zo had bijgelopen. Ze wierp in het voorbij lopen een blik door de openstaande deur van een kajuit. Aan weerskanten van de deur waren stapelbedden aangebracht met minder privacy dan de oorspronkelijke bemanning van het schip in het verleden had. Voor haar iets gewoons geworden aan boord van de battlestar, maar het kon geen enkele vergelijking doorstaan met de luxe verblijven aan boord van Cloud 3. De deur van de volgende kajuit was gesloten. Emotioneel of lichamelijk uitgeput hadden daar verscheidene mensen hun toevlucht gezocht. De laatste kajuit was de helft kleiner en telde slechts een enkele rij van stapelbedden, maar werd al spoedig gebruikt voor opslag. Het deed haar in gedachten stil staan bij de eerdere opmerking van luitenant Veerle. Wanneer sliep Wick eigenlijk? Ook zijn lichaam had geregeld rust nodig. Net als haar eigen lichaam. Tot het plotseling tot haar doordrong. Het was de verantwoording, die hem zo rusteloos maakte. Ze begon hem nu hoger aan te slaan. Al had ze meteen voorgenomen hier geen openlijk blijk van te geven. Op de brug aangekomen zag ze een op de vloer zittende, gebrilde vrouw met in een staart gebonden haar opkijken. Na slechts een kort en smerig geëindigd uitstapje in de ruimte had de vrouwelijke computerprogrammeur een nieuwe rol voor zich zelf gevonden. Eentje waarbij haar opleidingen en ervaringen op een efficiëntere wijze werden benut. Ook de brug leek momenteel een renovatie te ondergaan. Uit het CIC van een battlestar was een hoge tafel meegenomen om de kapiteinsstoel in te nemen en daarboven was een dubbele rij monitoren komen te hangen. Het plafond lag nog open en er bungelden allerlei gekleurde kabels naar beneden.
"Hoe gaat het hier?"
Marlieke keek weer naar de behuizing van de computer waar ze haar handen in gestoken had. Om er makkelijk bij te komen had ze een paneel moeten verwijderen.
"Ik ben bezig met het vervangen van verschillende insteekkaarten van de interne hardware."
"O."
Even was het stil, maar Diana had het gevoel dat ze iets moest zeggen in een poging om interesse te tonen waar de vrouw mee bezig was.
"Lukt het?"
"Moet ik precies gaan uitleggen wat ik doe of laat je me ongestoord werken?"
Luitenant Diana draaide zich om. Het werd de hoogste tijd om de brug te verlaten. Slechts enkele meters van de brug vandaan kwam ze Wick op de smalle gang tegen. Hij droeg in de ene hand een tas en de andere hand een handpalmcomputer, welke hij omhoog hield.
"Een cadeautje voor Marlieke", verklaarde hij ongevraagd.
"En de tas?"
"Ik heb geen enkel idee. Het lijkt een beetje op de dingen die Marlieke me allemaal heeft laten zien. Ik hoop dat ik het goed begrepen heb van wat ze me allemaal vertelde voor ik boodschappen voor haar moest gaan doen."
Ze bespeurde zijn twijfel en luitenant Diana begon onverwachts te grinniken.
"Succes", zei ze en klopte hem bemoedigend op de schouder terwijl ze aan de humeurige vrouw dacht, die ze op de brug had achtergelaten, "je zal het nodig hebben."
raptor 438
Het langere achterschip met een geringere diameter van de Tormen had een nog geen afgeronde metamorfose ondergaan waarin het steeds minder gemeen had gekregen met het originele ontwerp. Aan de buitenkant waren cilinders van verschillende grootte bevestigd waarin tylium was opgeslagen. Voor het oog van luitenant Reitze zag het geheel er rommelig en erg amateuristisch uit, maar hij gokte dat daarmee het bereik van het schip minstens moest zijn verdrievoudigd. Het dichtgemaakte gat in de romp was daarmee onzichtbaar geworden. Het was de plaats waar een vijandelijke raket had ingeslagen. Het projectiel was na impact in stukken gebroken zonder te exploderen. De meegevoerde brandstof had daarbij voor brand aan boord gezorgd.
Luitenant Reitze behoorde tot de groep mensen die geloofde dat daardoor de oorspronkelijke bemanning het schip in paniek had verlaten, terwijl de giftige rook zich door de gangen en vertrekken verspreidde. Door het gat in het achterschip was echter ook alle aanwezige zuurstof in de ruimte verdwenen. Kort daarna moest het vuur van zelf zijn gedoofd. Van de bemanning ontbrak elk spoor. Hij had de raptor op het uitgeschoven landingsplatform neer gezet. In een snel tempo werd de lading achter hem gelost en kwam er eindelijk ruimte vrij om het toestel te verlaten. Geamuseerd keken verscheidene bemanningsleden toe hoe de piloot op een drafje naar het toilet verdween. Hij keerde als een opgelucht man weer terug.
"Waar zijn jullie mee bezig?", vroeg Reitze verwonderd terwijl hij met een gehandschoende duim over zijn schouder naar achteren wees.
"We verplaatsen de lading naar de containers", antwoordde een vrouwelijke stem.
Luitenant Reitze keek om. Alles wat eerder nog in het interne laadruim was opgeslagen moest om een voor hem onbekende reden plaats maken voor andere zaken.
"Waarom?"
"We kunnen niet leven van honderden speelballen voor de piramide-spelen en de andere container bevatte spiegels, rollen plastic en televisies."
"Wat is ermee gebeurd?", vroeg hij, maar luitenant Reitze vermoedde het antwoord al te weten. De gedeeltelijk door brand aangetaste goederen in het interne laadruim waren voor de sprong eenvoudig door Wick in de ruimte achtergelaten. Het was zonder enig overleg met de militairen gebeurd.
"We hebben alles wat onbruikbaar was gedumpt."
"Die lading was vele duizenden cubits waard", protesteerde luitenant Reitze op een zeer verontwaardigde toon, "tienduizenden cubits."
"Ik kan mijn honger en dorst niet met cubits stillen", luidde het laconieke antwoord.
Voor Nadia was de waarde van geld gekelderd tot een niveau die ze nog maar een paar dagen geleden nooit voor mogelijk had gehouden. Ze tilde de laatste doos op en verliet daarmee de raptor. Achter haar trof de nog steeds boze piloot reeds voorbereidingen om te vertrekken.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
licht vrachtschip Tormen
Een belangrijk deel van het interne laadruim werd aangepast om als een hangar te kunnen functioneren. Het was niet bepaald ruim en als er volgens de door Hendrik gemaakte berekeningen een raptor in stond was de ruimte er om heen zelfs beperkt te noemen. Dat was minder een probleem bij de slanker vorm gegeven viper met dezelfde spanwijdte, waar Wick op dit moment zijn blauwgrijze ogen overheen liet gaan. Hij liep naar de geborgen jager. Het leek voor het oog nog volledig intact te zijn.
"Je wilde me spreken?"
Luitenant Diana keek op. Ze zag er opmerkelijk tevreden uit. Hij vroeg zich af of het vanwege deze vondst was of het vooruitzicht om naar Ragnar te vertrekken. De spanning om te werken in wat nu als vijandelijk gebied kon worden beschouwd had ook invloed op hem gekregen. Elk uur dat was verstreken had de kans op overleven groter gemaakt. Eerst had hij gedacht geen schijn van kans te maken. De sprong naar een locatie op veilige afstand van Caprica had fatalistisch voor hem en luitenant Veerle kunnen uitpakken. Zonder brandstof om te kunnen vluchten als de Cylons hier werkelijk waren, maar hij zou de gevolgen met een nu onvoorstelbaar gemak hebben geaccepteerd. Inmiddels was hij er anders over gaan denken.
"Jij mij ook", kaatste ze terug.
Wick knikte in de richting van de deur waar hij door heen was gekomen. Behoedzaam geworden vanwege deze geheimzinnigheid volgde de officier hem.
"We ontvangen al enige tijd geen enkel noodsignaal of bericht meer."
De elektronische signalen van bijvoorbeeld de DRADIS konden de Cylons naar de Tormen herleiden. Het was de belangrijkste reden waarom ze zoveel apparatuur hadden uitgeschakeld dat ze vrijwel blind waren voor wat zich daar buiten bevond, maar luisteren waren ze wel blijven doen.
"Wat denk je?", vroeg Diana, nu bezorgd geworden.
"Jullie moeten onmiddellijk vertrekken."
"Wil je ons kwijt?", vroeg ze verwonderd.
"Je weet wel beter, maar ik heb luitenant Stijn over een schoonmaakactie horen praten."
"Nitro heeft zoveel gezegd", wuifde ze zijn woorden weg. De roepnaam van de ECO gebruikend omdat ze daar aan boord van de battlestar Athena aan gewend was geraakt.
"Ik denk dat hij gelijk heeft."
"Dat is ook voor het eerst."
De shuttlepiloot haalde zijn schouders op. Onder de bemanning, waarin veel burgers nog steeds hun plaats moesten vinden, was luitenant Stijn verre van populair.
"Waar wilde jij het met mij over hebben?", vroeg luitenant Diana nu weer op haar gebruikelijke autoritaire toon van een bevelvoerend officier.
Hij knikte naar de beschadigde jager.
"Over het nut van een viper aan boord."
"Adama zal elk toestel goed kunnen gebruiken die we meebrengen."
Hij kneep zijn ogen half dicht. De manier waarop ze het had gezegd maakte hem achterdochtig.
"Je denkt nu ook aan onze raptors."
Ze sloeg de armen demonstratief over elkaar. Na de eerste raptor hadden deze burgers meer toestellen gevonden die in bijna alle gevallen waren ontmanteld. Al bleek een van de raptor afgeleidde tanker nog wel inzetbaar te zijn.
"Deze raptors zijn en blijven eigendom van de koloniale marine."
"We hebben geen ontsnappingscapsule meer en dat weet je net zo goed als ik. Deze raptors zijn nu van ons. We hebben al wapens en munitie voor jullie aan boord genomen. "
"Commandant Adama zal daar vermoedelijk anders over denken", antwoordde ze koel, "bovendien zijn deze kanonnen en raketten geschikt voor de raptors. Jij wilt graag al je opties open houden, maar dat is voorbij."
De verleiding was groot om daarop furieus te reageren, maar Wick wist zich te beheersen. Misschien kwam hij rustig op haar over, maar achter de blauwgrijze ogen werd razendsnel nagedacht. Opties werden tegen elkaar af gewogen. Tot hij besloot te wachten op een geschikte gelegenheid om zich van de militairen te ontdoen als hij daardoor de raptor kon behouden.
"We hebben geen onderdelen om de viper te herstellen en een zoektocht daarnaar zal meer tijd vergen terwijl we het er beiden over eens waren om te vertrekken."
Ze keek hem opgelucht aan. Alsof ze iets wist dat ze voor hem verzwegen hield.
"Ik ben het daar nog steeds mee eens. We halen iedereen terug die zich nog buiten bevind. De raptors blijven vast gekoppeld en we vliegen tijdens de reis aan boord van dit schip mee naar Ragnar. Water zal voorlopig op rantsoen blijven."
Het ontbreken van een waterrecyclingsysteem maakte het laatste noodzakelijk met zoveel meer mensen aan boord dan gebruikelijk voor het vrachtschip was. Wick knikte, draaide zich om en liep weg. Hij voelde de ogen van de luitenant in zijn rug prikken.
"Dat ging makkelijk."
Hoofdschuddend was luitenant Veerle naast haar komen staan.
"Te makkelijk, als je het mij vraagt."
De vrouwen keken elkaar kort aan.
"Ik heb je niets gevraagd."
Verbaast keek luitenant Veerle haar meerdere na en vroeg zich bezorgd af of ze iets verkeerds had gezegd. Ze volgde de luitenant op enige afstand de hangar uit.
raptor 438
Luitenant Stijn had zijn gebruikelijke positie achterin de raptor verwisseld voor de stoel van co-piloot, die op de meeste vluchten toch afwezig was. Net als elke andere ECO was hij getraind om in een noodgeval de besturing over te kunnen nemen. De nood daarvoor ontbrak momenteel, maar luitenant Reitze had er geen bezwaar tegen gehad. Het bood hem de mogelijkheid om lekker onderuit te gaan zitten en als een toerist om zich heen te kijken. Er was zoveel te zien. Plotseling zat hij weer recht overeind.
"Wat?", vroeg luitenant Stijn geschrokken.
"Op twee uur."
"Ik zie het niet", mompelde de ECO.
"Ik neem het over, Nitro. Waarschuw de Tormen."
"Waarvoor?"
"We hebben bezoek."
Zonder te vragen of de piloot hier zeker van was haaste luitenant Stijn zich naar zijn vertrouwde plek. Even later kon luitenant Reitze hem horen praten met iemand aan boord van de Tormen.
licht vrachtschip Tormen
"Frak, we zijn te lang gebleven", riep luitenant Diana de shuttlepiloot toe bij het betreden van de brug. Zonder de behoefte te hebben aan een discussie hierover liep Wick rechtstreeks naar de stoel van piloot. Luitenant Veerle knikte hem daarbij bemoedigend toe, maar werd compleet door de man genegeerd.
"Wanneer kunnen we weg?", vroeg Wick, terwijl hij zijn gordel vastmaakte.
"Ik ben alles nog aan het opstarten. Hooguit tien minuten", reageerde luitenant Veerle.
"Te lang", mompelde luitenant Diana zo zacht dat niemand haar hoorde.
"Kijk goed naar wat ik doe", fluisterde luitenant Veerle Marlieke toe alsof het een les betrof waarin ze een leerling onderrichtte en geen gevaarlijke situatie.
De programmeur veegde het zweet van haar voorhoofd en knikte. De luitenant had de tijd genomen om haar bekend te maken met de bediening van de FTL-aandrijving. Echter met de Cylons in de nabijheid was Marlieke blij dat de officier er was om de benodigde handelingen zelf uit te voeren.
"De visuele waarneming is nogmaals bevestigd door raptor vier drie acht. Het is geen toestel van ons, ook geen gewone raider, het vliegt alleen en nadert ons op koers 534 canom 749", verklaarde luitenant Diana.
"Denk je dat ze ons hebben ontdekt?", vroeg Marlieke bezorgd en drukte de licht op haar neus afgezakte bril weer op zijn plaats.
"Mond dicht," snauwde Diana, voor de ECO in staat was te antwoorden.
"Als we nou een viper hadden...", zei Wick zonder de zin af te maken.
Luitenant Diana schudde het hoofd. Ook zij had meteen aan de jager gedacht.
"We kregen hem niet gestart en hebben nog niet ontdekt waar het aan mankeerde. Technisch lijkt alles in orde te zijn."
"Doen de kanonnen het wel?"
"Wat heb ik daaraan als ik er niet mee kan vliegen? Recht vooruit schieten en wachten tot de Cylon in mijn vuurlijn verschijnt?"
"Doen de kanonnen het?", drong Wick aan.
"Volgens mij wel. Deze worden geheel hydraulisch bediend. Er komt dus geen elektronica bij aan te pas."
"Dan richt ik voor je. Roep ons op zodra je in de cockpit zit."
"Dat lukt me nooit."
"Als we samenwerken lukt ons alles. Schiet op", brulde hij. Wick gebruikte de stuurraketten om het vrachtschip te draaien. Na nog een volle seconde te hebben geaarzeld begon luitenant Diana te rennen. Iedereen die haar daarbij in de weg liep, voor haar gevoel waren dat alle geredde passagiers en bemanningsleden van Cloud 3 omdat ze slechts wilden weten wat er aan de hand was, kreeg te maken met een reeks kleurrijke obsceniteiten, die luitenant Veerle deden blozen.
"Zo is ze anders zelden", verklaarde ze, schuddend met haar hoofd, aan Marlieke.
De programmeur knikte verstrooid. Even later was op de brug de licht elektronisch vervormde stem van de luitenant weer te horen. Ze hijgde van de snelle spurt.
"Heb je soms zuurstof nodig?", vroeg Wick met een brede grijns.
De shuttlepiloot kon haar iets onverstaanbaars horen mompelen. Het klonk niet bepaald vriendelijk en hij zag er maar vanaf om te vragen duidelijker te praten.
viper Mark VII
Luitenant Diana gespte zich zelf vast. De deuren van het laadruim zwaaiden voor haar gevoel tergend langzaam open en onthulde de ruimte daar buiten.
"Ik heb het schip gedraaid en we liggen nu op dezelfde koers. Wat voor jou rechts is zal voor mij links zijn. Denk daaraan als je mij instructies geeft. De Cylon zal ons recht van achteren naderen."
Ze greep de stick aan haar rechterzijde vast met haar duim rustend op de middelste en grootste van de drie knoppen.
"Denk je echt dat dit gaat lukken?"
"Je staat op de speaker en het antwoord is ja."
Ze schudde het hoofd. Het liefste had ze al haar twijfels in de microfoon uitgesproken, maar iedereen luisterde mee. Het was attent van hem om haar hiervoor te waarschuwen. In zijn stem had ze niet de geringste twijfel bespeurd. Wick geloofde dus echt dat ze zouden slagen of hij kon heel geloofwaardig liegen. Het lot van de bemanning en schip lag hoe dan ook in haar en zijn handen.
raptor 438
"We hebben een idee, maar als dat mislukt dan wil ik dat jullie voor een paar seconden de Cylons afleiden."
"Hoe?", vroeg luitenant Reitze bezorgd.
Hij hoefde Wick niet te vertellen dat er geen wapens waren bevestigd aan de vier ophangpunten onder vleugels of de twee ophangpunten aan de vleugeltips. Bovendien waren er ook nog passagiers aan boord. Het had hem al de nodige moeite gekost om deze te kalmeren.
"Laat je zien aan hen en ga maar verstoppertje met de Cylons spelen."
Reitze keek om en zag Nitro het hoofd schudden.
"Frakkin burgers," reageerde hij zonder zich de verongelijkte blikken om hem heen op te merken, "Waarom hebben we geen contact met Artemis?"
"Waarschijnlijk heeft ze het druk met het idee waar Wick het over had."
"Ik hoop maar dat het haar idee is", mopperde luitenant Stijn.
Hij had al op voorhand weinig vertrouwen in ideeën die niet van een willekeurige militair afkomstig waren.
licht vrachtschip Tormen
Vanuit zijn ooghoek had Wick een gedaante bespeurd en keek om. Hij zag de programmeur op haar knieën en met gevouwen handen op de vloer zitten. Marlieke merkte het blijkbaar en keek naar hem op. De rechthoekige glazen van de bril maakten haar bruine ogen groter dan deze in werkelijkheid waren.
"Ik geloof in de goden", verklaard ze zacht.
"Ik spoelen winden op", riep luitenant Veerle.
De shuttlepiloot knikte de vrouw toe. Onder andere omstandigheden was hij bereid met haar een discussie over het bestaan van de goden aan te gaan, maar dit was niet het moment daarvoor. Als ze er kracht uit putte dan was het niet aan hem deze haar af te nemen met zijn rationele redenen waarom het leven na de dood voorbij was.
"Ga verder met bidden. Zij geloven namelijk ook in jou", antwoordde hij in plaats daarvan en schakelde over op het kanaal waarmee hij rechtstreeks in verbinding stond met de viper in het laadruim.
"Ik zie hem. Naar rechts."
Hij reageerde met korte vuurstoten van de stuurraketten.
"Andere rechts", hoorde hij de luitenant vervolgens schreeuwen.
Onmiddellijk voldeed hij aan haar verzoek.
"Ik open het vuur."
Via de speaker was het geratel van de twee kanonnen in de vleugels en het kanon in het kielvlak op de brug te horen. Het was een gewelddadig geluid.
raptor 438
Stromen van rood gloeiende granaten kwamen hen tegemoet en misten het van de achterzijde plomp uitziende toestel op tientallen meters afstand. Vloekend veranderd luitenant Reitze van koers en begon te zigzaggen. Het had er meer van weg dat zij werden beschoten in plaats van de vijand. Het voor hen vliegende toestel begon eveneens wild te manoeuvreren. Het bleek een bijna fatale fout te zijn van diegene die de shuttle bestuurde. Vonken werden zichtbaar.
"Ze hebben iets geraakt."
Het verongelukte toestel tolde door de ruimte. Vier van de zes motoren vielen uit en versnelde de draaiende beweging nog meer voor ook de laatste twee motoren uitvielen of anders wel werden uitgeschakeld. Luitenant Reitze minderde vaart.
viper Mark VII
Moedeloos keek luitenant Diana de ruimte in. Het zou haar eerlijk gezegd hebben verbaast als ze daadwerkelijk iets had weten te raken met de drie snelvuurkanonnen van de viper.
"Ik heb hem gemist."
Nu het element van verrassing was verdwenen verwachte ze dat er terug geschoten zou worden, snel en gericht. Ze had de dodelijk efficiency gezien waarmee de raiders haar collega's in de cockpits van de vipers afslachtte. Alleen vertoonde dit toestel weinig overeenkomsten met de haar bekende raiders. Het zag eruit alsof het een lading of passagiers kon vervoeren zoals een raptor.
"Ze zijn ergens tegen aan gevlogen."
Joelend zwaaide ze met haar armen tot zover het mogelijk was in de beperkte ruimte van de cockpit.
licht vrachtschip Tormen
Het gejoel bereikte ook de brug. Opgelucht leunde Wick naar achteren.
"We zijn gereed om te springen."
Hij schakelde over op het andere kanaal.
"Jullie hebben het gehoord, jongens. Aankoppelen en maak het je daarna zo makkelijk mogelijk. We zijn klaar voor vertrek."
Een vierde landingsplaats was net als de andere drie locaties op de bijna elf meter brede rand van de 'paddestoelhoed' gecreëerd, onder de diagonale uitstulping waar een deel van sensoren waren ondergebracht, maar het luik daarvoor ontbrak nog. De bemanning en de mee vliegende passagiers zouden voorlopig aan boord van de raptor moeten blijven.
"Wacht met springen. Ik heb een nieuwe missie voor raptor vier drie acht."
Verwonderd draaide hij zich om. Luitenant Diana stond hijgend van de snelle sprint in de deuropening.
"We vergeten niet ons cadeau voor Adama."
Grijnzend keek ze naar de verbaasde gezichten. Ze zag in het ongeluk een misschien wel unieke kans voor de koloniale marine om vijandelijke technologie te bemachtigen.
"Ik dacht dat militairen altijd een goede conditie hadden", merkte de shuttlepiloot op.
"Luitenant Veerle, zorg dat we nergens naar toe springen. Alle middelen zijn daarvoor toegestaan," zei luitenant Diana en wierp een dreigende blik op Wick, "ook het gebruik van geweld."
"Ja, mevrouw."
Wick zag luitenant Veerle uit haar stoel komen met in haar hand een pistool. Zuchtend liet hij zich in de stoel terug zakken. Het was blijkbaar zijn beurt om het zich zo makkelijk mogelijk te maken. Waarbij hem plotseling iets opviel.
"Hebben we andere stoelen gekregen?"
"We hebben stoelen uit een ontmantelde raptor gehaald," verklaarde luitenant Veerle met een zucht. Haar wapen hield ze daarbij op de shuttlepiloot gericht. Ze achtte hem tot heel veel in staat. Net als haar meerdere blijkbaar.
Verlicht door raptor 438 zag de zware raider op het landingsplatform er indrukwekkend en massief uit. De gedachte aan een ongewapende shuttle was snel vervlogen bij het zien van de zes kanonslopen aan de voorzijde. Luitenant Diana werd zich met elke stap die ze dichterbij kwam hier beter bewust van. In haar rug gedekt door een hospik, die zenuwachtig had toegegeven zijn wapentraining te hebben verwaarloosd. Het zweet prikte in haar ogen. Ze naderde de achterzijde van de zware raider. Haar handen voelden klam aan. Liever had ze zich gesteund gevoeld door haar officieren, maar alles kwam nu op haar aan en Michel achter haar. Het gaf haar maar een eenzaam gevoel. Zoekend naar een knop liet ze een gehandschoende hand over de romp glijden. Zonder te weten wat ze binnen zou aantreffen als ze de deur open kon krijgen.
Luitenant Veerle legde de hoorn neer. Ze zag er duidelijk opgelucht uit.
"We mogen vertrekken."
"Daar zijn we al mee bezig", hoorde ze Wick op grimmig toon zeggen.
Na het vertrek van luitenant Diana had hij zijn stoel niet meer verlaten. De aanwezigheid van wrakstukken had hem tot regelmatige koerscorrecties gedwongen. Toch had het hem er niet van weerhouden om een gesprek met Marlieke aan te knopen over het ontbreken van camera's aan boord. De programmeur deelde zijn zorgen over de mogelijkheid dat de centurions hen zouden enteren en naarmate het gesprek vorderde begon ook luitenant Veerle zich daarover zorgen te maken. Zozeer zelfs dat ze zich in het gesprek mengde en gezamenlijk waren ze het er over eens geworden dat er een camera in de hangar moest komen te hangen met zicht op het landingsplatform, als deze in uitgeschoven stand was. Daarnaast waren nog meer geschikte locaties besproken, waarbij met een beslissende meerderheid van twee tegen één werd besloten dat er in de doucheruimte geen enkele camera zou komen.
"Ze hebben naast vier tasters ook twee overlevenden aangetroffen."
"Beman de FTL", reageerde Wick, zonder enige interesse te tonen in wat ze hen nog meer had te vertellen. Glimlachend borg ze haar pistool op. De spoelen konden niet oneindig opgewonden blijven zonder schade aan de FTL te riskeren. Er was nu bovendien geen reden meer voor haar gevoel om bezorgd te zijn over wat de shuttlepiloot kon doen. Ze draaide de sleutel om. Het vrachtschip Tormen verdween. De achtergelaten viper werd door de vrijgekomen krachten van de FTL-aandrijving weg geblazen en tegen een wrakstuk gesmakt. Het toestel explodeerde.
Het vrachtschip dook op een andere plaats binnen het vroegere territorium van de Twaalf Koloniën weer op.
"Binnen het bereik registreert DRADIS geen objecten. Ik tref voorbereidingen voor het maken van de volgende sprong naar Ragnar."
Wick ontspande zich.
"Het zijn twee vrouwen."
"Wie?"
"De twee overlevenden. Het zijn mensen. Net als ons op de vlucht voor de Cylons. Ze zijn naar de ziekenboeg gebracht."
"Zijn ze knap? Hoe denken jullie over een camera in de ziekenboeg?"
Ze schudde het hoofd. Ook Marlieke zag met rollende ogen van het idee af.
Een belangrijk deel van het interne laadruim werd aangepast om als een hangar te kunnen functioneren. Het was niet bepaald ruim en als er volgens de door Hendrik gemaakte berekeningen een raptor in stond was de ruimte er om heen zelfs beperkt te noemen. Dat was minder een probleem bij de slanker vorm gegeven viper met dezelfde spanwijdte, waar Wick op dit moment zijn blauwgrijze ogen overheen liet gaan. Hij liep naar de geborgen jager. Het leek voor het oog nog volledig intact te zijn.
"Je wilde me spreken?"
Luitenant Diana keek op. Ze zag er opmerkelijk tevreden uit. Hij vroeg zich af of het vanwege deze vondst was of het vooruitzicht om naar Ragnar te vertrekken. De spanning om te werken in wat nu als vijandelijk gebied kon worden beschouwd had ook invloed op hem gekregen. Elk uur dat was verstreken had de kans op overleven groter gemaakt. Eerst had hij gedacht geen schijn van kans te maken. De sprong naar een locatie op veilige afstand van Caprica had fatalistisch voor hem en luitenant Veerle kunnen uitpakken. Zonder brandstof om te kunnen vluchten als de Cylons hier werkelijk waren, maar hij zou de gevolgen met een nu onvoorstelbaar gemak hebben geaccepteerd. Inmiddels was hij er anders over gaan denken.
"Jij mij ook", kaatste ze terug.
Wick knikte in de richting van de deur waar hij door heen was gekomen. Behoedzaam geworden vanwege deze geheimzinnigheid volgde de officier hem.
"We ontvangen al enige tijd geen enkel noodsignaal of bericht meer."
De elektronische signalen van bijvoorbeeld de DRADIS konden de Cylons naar de Tormen herleiden. Het was de belangrijkste reden waarom ze zoveel apparatuur hadden uitgeschakeld dat ze vrijwel blind waren voor wat zich daar buiten bevond, maar luisteren waren ze wel blijven doen.
"Wat denk je?", vroeg Diana, nu bezorgd geworden.
"Jullie moeten onmiddellijk vertrekken."
"Wil je ons kwijt?", vroeg ze verwonderd.
"Je weet wel beter, maar ik heb luitenant Stijn over een schoonmaakactie horen praten."
"Nitro heeft zoveel gezegd", wuifde ze zijn woorden weg. De roepnaam van de ECO gebruikend omdat ze daar aan boord van de battlestar Athena aan gewend was geraakt.
"Ik denk dat hij gelijk heeft."
"Dat is ook voor het eerst."
De shuttlepiloot haalde zijn schouders op. Onder de bemanning, waarin veel burgers nog steeds hun plaats moesten vinden, was luitenant Stijn verre van populair.
"Waar wilde jij het met mij over hebben?", vroeg luitenant Diana nu weer op haar gebruikelijke autoritaire toon van een bevelvoerend officier.
Hij knikte naar de beschadigde jager.
"Over het nut van een viper aan boord."
"Adama zal elk toestel goed kunnen gebruiken die we meebrengen."
Hij kneep zijn ogen half dicht. De manier waarop ze het had gezegd maakte hem achterdochtig.
"Je denkt nu ook aan onze raptors."
Ze sloeg de armen demonstratief over elkaar. Na de eerste raptor hadden deze burgers meer toestellen gevonden die in bijna alle gevallen waren ontmanteld. Al bleek een van de raptor afgeleidde tanker nog wel inzetbaar te zijn.
"Deze raptors zijn en blijven eigendom van de koloniale marine."
"We hebben geen ontsnappingscapsule meer en dat weet je net zo goed als ik. Deze raptors zijn nu van ons. We hebben al wapens en munitie voor jullie aan boord genomen. "
"Commandant Adama zal daar vermoedelijk anders over denken", antwoordde ze koel, "bovendien zijn deze kanonnen en raketten geschikt voor de raptors. Jij wilt graag al je opties open houden, maar dat is voorbij."
De verleiding was groot om daarop furieus te reageren, maar Wick wist zich te beheersen. Misschien kwam hij rustig op haar over, maar achter de blauwgrijze ogen werd razendsnel nagedacht. Opties werden tegen elkaar af gewogen. Tot hij besloot te wachten op een geschikte gelegenheid om zich van de militairen te ontdoen als hij daardoor de raptor kon behouden.
"We hebben geen onderdelen om de viper te herstellen en een zoektocht daarnaar zal meer tijd vergen terwijl we het er beiden over eens waren om te vertrekken."
Ze keek hem opgelucht aan. Alsof ze iets wist dat ze voor hem verzwegen hield.
"Ik ben het daar nog steeds mee eens. We halen iedereen terug die zich nog buiten bevind. De raptors blijven vast gekoppeld en we vliegen tijdens de reis aan boord van dit schip mee naar Ragnar. Water zal voorlopig op rantsoen blijven."
Het ontbreken van een waterrecyclingsysteem maakte het laatste noodzakelijk met zoveel meer mensen aan boord dan gebruikelijk voor het vrachtschip was. Wick knikte, draaide zich om en liep weg. Hij voelde de ogen van de luitenant in zijn rug prikken.
"Dat ging makkelijk."
Hoofdschuddend was luitenant Veerle naast haar komen staan.
"Te makkelijk, als je het mij vraagt."
De vrouwen keken elkaar kort aan.
"Ik heb je niets gevraagd."
Verbaast keek luitenant Veerle haar meerdere na en vroeg zich bezorgd af of ze iets verkeerds had gezegd. Ze volgde de luitenant op enige afstand de hangar uit.
raptor 438
Luitenant Stijn had zijn gebruikelijke positie achterin de raptor verwisseld voor de stoel van co-piloot, die op de meeste vluchten toch afwezig was. Net als elke andere ECO was hij getraind om in een noodgeval de besturing over te kunnen nemen. De nood daarvoor ontbrak momenteel, maar luitenant Reitze had er geen bezwaar tegen gehad. Het bood hem de mogelijkheid om lekker onderuit te gaan zitten en als een toerist om zich heen te kijken. Er was zoveel te zien. Plotseling zat hij weer recht overeind.
"Wat?", vroeg luitenant Stijn geschrokken.
"Op twee uur."
"Ik zie het niet", mompelde de ECO.
"Ik neem het over, Nitro. Waarschuw de Tormen."
"Waarvoor?"
"We hebben bezoek."
Zonder te vragen of de piloot hier zeker van was haaste luitenant Stijn zich naar zijn vertrouwde plek. Even later kon luitenant Reitze hem horen praten met iemand aan boord van de Tormen.
licht vrachtschip Tormen
"Frak, we zijn te lang gebleven", riep luitenant Diana de shuttlepiloot toe bij het betreden van de brug. Zonder de behoefte te hebben aan een discussie hierover liep Wick rechtstreeks naar de stoel van piloot. Luitenant Veerle knikte hem daarbij bemoedigend toe, maar werd compleet door de man genegeerd.
"Wanneer kunnen we weg?", vroeg Wick, terwijl hij zijn gordel vastmaakte.
"Ik ben alles nog aan het opstarten. Hooguit tien minuten", reageerde luitenant Veerle.
"Te lang", mompelde luitenant Diana zo zacht dat niemand haar hoorde.
"Kijk goed naar wat ik doe", fluisterde luitenant Veerle Marlieke toe alsof het een les betrof waarin ze een leerling onderrichtte en geen gevaarlijke situatie.
De programmeur veegde het zweet van haar voorhoofd en knikte. De luitenant had de tijd genomen om haar bekend te maken met de bediening van de FTL-aandrijving. Echter met de Cylons in de nabijheid was Marlieke blij dat de officier er was om de benodigde handelingen zelf uit te voeren.
"De visuele waarneming is nogmaals bevestigd door raptor vier drie acht. Het is geen toestel van ons, ook geen gewone raider, het vliegt alleen en nadert ons op koers 534 canom 749", verklaarde luitenant Diana.
"Denk je dat ze ons hebben ontdekt?", vroeg Marlieke bezorgd en drukte de licht op haar neus afgezakte bril weer op zijn plaats.
"Mond dicht," snauwde Diana, voor de ECO in staat was te antwoorden.
"Als we nou een viper hadden...", zei Wick zonder de zin af te maken.
Luitenant Diana schudde het hoofd. Ook zij had meteen aan de jager gedacht.
"We kregen hem niet gestart en hebben nog niet ontdekt waar het aan mankeerde. Technisch lijkt alles in orde te zijn."
"Doen de kanonnen het wel?"
"Wat heb ik daaraan als ik er niet mee kan vliegen? Recht vooruit schieten en wachten tot de Cylon in mijn vuurlijn verschijnt?"
"Doen de kanonnen het?", drong Wick aan.
"Volgens mij wel. Deze worden geheel hydraulisch bediend. Er komt dus geen elektronica bij aan te pas."
"Dan richt ik voor je. Roep ons op zodra je in de cockpit zit."
"Dat lukt me nooit."
"Als we samenwerken lukt ons alles. Schiet op", brulde hij. Wick gebruikte de stuurraketten om het vrachtschip te draaien. Na nog een volle seconde te hebben geaarzeld begon luitenant Diana te rennen. Iedereen die haar daarbij in de weg liep, voor haar gevoel waren dat alle geredde passagiers en bemanningsleden van Cloud 3 omdat ze slechts wilden weten wat er aan de hand was, kreeg te maken met een reeks kleurrijke obsceniteiten, die luitenant Veerle deden blozen.
"Zo is ze anders zelden", verklaarde ze, schuddend met haar hoofd, aan Marlieke.
De programmeur knikte verstrooid. Even later was op de brug de licht elektronisch vervormde stem van de luitenant weer te horen. Ze hijgde van de snelle spurt.
"Heb je soms zuurstof nodig?", vroeg Wick met een brede grijns.
De shuttlepiloot kon haar iets onverstaanbaars horen mompelen. Het klonk niet bepaald vriendelijk en hij zag er maar vanaf om te vragen duidelijker te praten.
viper Mark VII
Luitenant Diana gespte zich zelf vast. De deuren van het laadruim zwaaiden voor haar gevoel tergend langzaam open en onthulde de ruimte daar buiten.
"Ik heb het schip gedraaid en we liggen nu op dezelfde koers. Wat voor jou rechts is zal voor mij links zijn. Denk daaraan als je mij instructies geeft. De Cylon zal ons recht van achteren naderen."
Ze greep de stick aan haar rechterzijde vast met haar duim rustend op de middelste en grootste van de drie knoppen.
"Denk je echt dat dit gaat lukken?"
"Je staat op de speaker en het antwoord is ja."
Ze schudde het hoofd. Het liefste had ze al haar twijfels in de microfoon uitgesproken, maar iedereen luisterde mee. Het was attent van hem om haar hiervoor te waarschuwen. In zijn stem had ze niet de geringste twijfel bespeurd. Wick geloofde dus echt dat ze zouden slagen of hij kon heel geloofwaardig liegen. Het lot van de bemanning en schip lag hoe dan ook in haar en zijn handen.
raptor 438
"We hebben een idee, maar als dat mislukt dan wil ik dat jullie voor een paar seconden de Cylons afleiden."
"Hoe?", vroeg luitenant Reitze bezorgd.
Hij hoefde Wick niet te vertellen dat er geen wapens waren bevestigd aan de vier ophangpunten onder vleugels of de twee ophangpunten aan de vleugeltips. Bovendien waren er ook nog passagiers aan boord. Het had hem al de nodige moeite gekost om deze te kalmeren.
"Laat je zien aan hen en ga maar verstoppertje met de Cylons spelen."
Reitze keek om en zag Nitro het hoofd schudden.
"Frakkin burgers," reageerde hij zonder zich de verongelijkte blikken om hem heen op te merken, "Waarom hebben we geen contact met Artemis?"
"Waarschijnlijk heeft ze het druk met het idee waar Wick het over had."
"Ik hoop maar dat het haar idee is", mopperde luitenant Stijn.
Hij had al op voorhand weinig vertrouwen in ideeën die niet van een willekeurige militair afkomstig waren.
licht vrachtschip Tormen
Vanuit zijn ooghoek had Wick een gedaante bespeurd en keek om. Hij zag de programmeur op haar knieën en met gevouwen handen op de vloer zitten. Marlieke merkte het blijkbaar en keek naar hem op. De rechthoekige glazen van de bril maakten haar bruine ogen groter dan deze in werkelijkheid waren.
"Ik geloof in de goden", verklaard ze zacht.
"Ik spoelen winden op", riep luitenant Veerle.
De shuttlepiloot knikte de vrouw toe. Onder andere omstandigheden was hij bereid met haar een discussie over het bestaan van de goden aan te gaan, maar dit was niet het moment daarvoor. Als ze er kracht uit putte dan was het niet aan hem deze haar af te nemen met zijn rationele redenen waarom het leven na de dood voorbij was.
"Ga verder met bidden. Zij geloven namelijk ook in jou", antwoordde hij in plaats daarvan en schakelde over op het kanaal waarmee hij rechtstreeks in verbinding stond met de viper in het laadruim.
"Ik zie hem. Naar rechts."
Hij reageerde met korte vuurstoten van de stuurraketten.
"Andere rechts", hoorde hij de luitenant vervolgens schreeuwen.
Onmiddellijk voldeed hij aan haar verzoek.
"Ik open het vuur."
Via de speaker was het geratel van de twee kanonnen in de vleugels en het kanon in het kielvlak op de brug te horen. Het was een gewelddadig geluid.
raptor 438
Stromen van rood gloeiende granaten kwamen hen tegemoet en misten het van de achterzijde plomp uitziende toestel op tientallen meters afstand. Vloekend veranderd luitenant Reitze van koers en begon te zigzaggen. Het had er meer van weg dat zij werden beschoten in plaats van de vijand. Het voor hen vliegende toestel begon eveneens wild te manoeuvreren. Het bleek een bijna fatale fout te zijn van diegene die de shuttle bestuurde. Vonken werden zichtbaar.
"Ze hebben iets geraakt."
Het verongelukte toestel tolde door de ruimte. Vier van de zes motoren vielen uit en versnelde de draaiende beweging nog meer voor ook de laatste twee motoren uitvielen of anders wel werden uitgeschakeld. Luitenant Reitze minderde vaart.
viper Mark VII
Moedeloos keek luitenant Diana de ruimte in. Het zou haar eerlijk gezegd hebben verbaast als ze daadwerkelijk iets had weten te raken met de drie snelvuurkanonnen van de viper.
"Ik heb hem gemist."
Nu het element van verrassing was verdwenen verwachte ze dat er terug geschoten zou worden, snel en gericht. Ze had de dodelijk efficiency gezien waarmee de raiders haar collega's in de cockpits van de vipers afslachtte. Alleen vertoonde dit toestel weinig overeenkomsten met de haar bekende raiders. Het zag eruit alsof het een lading of passagiers kon vervoeren zoals een raptor.
"Ze zijn ergens tegen aan gevlogen."
Joelend zwaaide ze met haar armen tot zover het mogelijk was in de beperkte ruimte van de cockpit.
licht vrachtschip Tormen
Het gejoel bereikte ook de brug. Opgelucht leunde Wick naar achteren.
"We zijn gereed om te springen."
Hij schakelde over op het andere kanaal.
"Jullie hebben het gehoord, jongens. Aankoppelen en maak het je daarna zo makkelijk mogelijk. We zijn klaar voor vertrek."
Een vierde landingsplaats was net als de andere drie locaties op de bijna elf meter brede rand van de 'paddestoelhoed' gecreëerd, onder de diagonale uitstulping waar een deel van sensoren waren ondergebracht, maar het luik daarvoor ontbrak nog. De bemanning en de mee vliegende passagiers zouden voorlopig aan boord van de raptor moeten blijven.
"Wacht met springen. Ik heb een nieuwe missie voor raptor vier drie acht."
Verwonderd draaide hij zich om. Luitenant Diana stond hijgend van de snelle sprint in de deuropening.
"We vergeten niet ons cadeau voor Adama."
Grijnzend keek ze naar de verbaasde gezichten. Ze zag in het ongeluk een misschien wel unieke kans voor de koloniale marine om vijandelijke technologie te bemachtigen.
"Ik dacht dat militairen altijd een goede conditie hadden", merkte de shuttlepiloot op.
"Luitenant Veerle, zorg dat we nergens naar toe springen. Alle middelen zijn daarvoor toegestaan," zei luitenant Diana en wierp een dreigende blik op Wick, "ook het gebruik van geweld."
"Ja, mevrouw."
Wick zag luitenant Veerle uit haar stoel komen met in haar hand een pistool. Zuchtend liet hij zich in de stoel terug zakken. Het was blijkbaar zijn beurt om het zich zo makkelijk mogelijk te maken. Waarbij hem plotseling iets opviel.
"Hebben we andere stoelen gekregen?"
"We hebben stoelen uit een ontmantelde raptor gehaald," verklaarde luitenant Veerle met een zucht. Haar wapen hield ze daarbij op de shuttlepiloot gericht. Ze achtte hem tot heel veel in staat. Net als haar meerdere blijkbaar.
Verlicht door raptor 438 zag de zware raider op het landingsplatform er indrukwekkend en massief uit. De gedachte aan een ongewapende shuttle was snel vervlogen bij het zien van de zes kanonslopen aan de voorzijde. Luitenant Diana werd zich met elke stap die ze dichterbij kwam hier beter bewust van. In haar rug gedekt door een hospik, die zenuwachtig had toegegeven zijn wapentraining te hebben verwaarloosd. Het zweet prikte in haar ogen. Ze naderde de achterzijde van de zware raider. Haar handen voelden klam aan. Liever had ze zich gesteund gevoeld door haar officieren, maar alles kwam nu op haar aan en Michel achter haar. Het gaf haar maar een eenzaam gevoel. Zoekend naar een knop liet ze een gehandschoende hand over de romp glijden. Zonder te weten wat ze binnen zou aantreffen als ze de deur open kon krijgen.
Luitenant Veerle legde de hoorn neer. Ze zag er duidelijk opgelucht uit.
"We mogen vertrekken."
"Daar zijn we al mee bezig", hoorde ze Wick op grimmig toon zeggen.
Na het vertrek van luitenant Diana had hij zijn stoel niet meer verlaten. De aanwezigheid van wrakstukken had hem tot regelmatige koerscorrecties gedwongen. Toch had het hem er niet van weerhouden om een gesprek met Marlieke aan te knopen over het ontbreken van camera's aan boord. De programmeur deelde zijn zorgen over de mogelijkheid dat de centurions hen zouden enteren en naarmate het gesprek vorderde begon ook luitenant Veerle zich daarover zorgen te maken. Zozeer zelfs dat ze zich in het gesprek mengde en gezamenlijk waren ze het er over eens geworden dat er een camera in de hangar moest komen te hangen met zicht op het landingsplatform, als deze in uitgeschoven stand was. Daarnaast waren nog meer geschikte locaties besproken, waarbij met een beslissende meerderheid van twee tegen één werd besloten dat er in de doucheruimte geen enkele camera zou komen.
"Ze hebben naast vier tasters ook twee overlevenden aangetroffen."
"Beman de FTL", reageerde Wick, zonder enige interesse te tonen in wat ze hen nog meer had te vertellen. Glimlachend borg ze haar pistool op. De spoelen konden niet oneindig opgewonden blijven zonder schade aan de FTL te riskeren. Er was nu bovendien geen reden meer voor haar gevoel om bezorgd te zijn over wat de shuttlepiloot kon doen. Ze draaide de sleutel om. Het vrachtschip Tormen verdween. De achtergelaten viper werd door de vrijgekomen krachten van de FTL-aandrijving weg geblazen en tegen een wrakstuk gesmakt. Het toestel explodeerde.
Het vrachtschip dook op een andere plaats binnen het vroegere territorium van de Twaalf Koloniën weer op.
"Binnen het bereik registreert DRADIS geen objecten. Ik tref voorbereidingen voor het maken van de volgende sprong naar Ragnar."
Wick ontspande zich.
"Het zijn twee vrouwen."
"Wie?"
"De twee overlevenden. Het zijn mensen. Net als ons op de vlucht voor de Cylons. Ze zijn naar de ziekenboeg gebracht."
"Zijn ze knap? Hoe denken jullie over een camera in de ziekenboeg?"
Ze schudde het hoofd. Ook Marlieke zag met rollende ogen van het idee af.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
Ergens in de Twaalf Koloniën
Ragnar was de plaats waar ze naar uit hadden gekeken. Althans, het ene bemanningslid wat met meer enthousiasme dan de andere. Het bleek een vergissing te zijn, die hen duur zou hebben komen te staan zonder snel ingrijpen van luitenant Veerle. De Cylons waren voor hen gearriveerd met een aantal basestars. Van verschillende kanten waren raketten op het vrachtschip afgeschoten. Zonder schade op te lopen waren ze aan de Cylons ontkomen.
Luitenant Diana betrad de brug. Ze zag dat boven de hoge tafel het plafond was dicht gemaakt. Het werk aan het schip was weer hervat. Wick had daarbij in eerste instantie het voorbeeld gegeven alsof geen enkele tegenslag hem ooit van koers zou kunnen brengen. Al spoedig gevolgd door de volgzame Hendrik, die al snel weer op gang was gekomen met het produceren van ideeën voor het aanbrengen van verbeteringen. Spoedig daarna was de rest op gang gekomen met een enkele uitzondering. Nieuwsgierige ogen keken vanaf de stoel van de piloot haar kant op. Ze behoorden toe aan Talitha.
"Hoe lang denk je dit vol te kunnen houden?"
De luitenant las de verwarring van het hoekige gezicht van Wick over deze vraag. Ze kwam bij hem aan de met tekeningen bezaaide tafel staan en besloot de vraag te laten rusten.
"Heb je tegen luitenant Stijn gezegd dat hij van jou een lange ruimtewandeling zonder een zuurstoftank mocht gaan maken?"
"Het waren niet exact de woorden die ik gebruikte", herinnerde Wick zich.
Ze begon te grinniken. De aanwezigheid van het jongste lid van wat ze als een bemanning was gaan beschouwen had haar ervan weerhouden om precies te herhalen wat hij wel tegen de officier had gezegd.
"Wat doet zij hier?"
"Ik leer Talitha vliegen terwijl haar moeder op zoek is naar een koolstofdioxidefilter in één van de containers. We hadden een vrachtbrief moeten bijhouden terwijl we begonnen met alles wat we konden gebruiken erin te proppen, maar dat besef ik nu pas."
"Wat is je plan?"
"Mijn plan is jouw plan geworden."
"Ik dacht dat jij juist je bedenkingen over het vinden van commandant Adama had?"
"Nog steeds, maar deze mensen hebben andere mensen om zich heen nodig. Hij zal ons kunnen vertellen waar de civiele schepen zich schuil houden voor de Cylons."
Ze boog zich licht naar hem toe.
"Mis jij de andere mensen ook?"
Hij aarzelde en ze zag het. Geduldig wachtte ze tot hij begon te praten. Hij deed het zacht om te voorkomen dat iemand anders dan deze officier het hoorde.
"Ik begin me steeds meer af te vragen of er nog wel andere mensen zijn."
Ze staarde hem enkele seconden lang aan. Ook zij was dit gaan vrezen, maar had er bewust over gezwegen om het moreel aan boord geen dodelijke klap toe te brengen.
"Ik neem het van je over."
"Is dat een bevel?"
"Je draait dubbele diensten en we hebben je uitgerust nodig, dus ja. Het is een bevel. Bovendien kan ik Talitha de juiste regels van het vliegen leren en niet jouw interpretatie ervan. Waar was je mee bezig?"
"Er zijn drie mensen buiten, waaronder jammer genoeg niet jouw luitenant."
Ze luisterde naar wat Wick verder te vertellen had en keek naar de verschillende tekeningen waar hij naar wees om het te verduidelijken waar hij het over had. De lanceerbuis voor de ontsnappingscapsule werd van verschillende leidingen en koppelingen voorzien, die helemaal doorliepen tot aan de centrale brandstoftank. Als het werk was volbracht dan kon de lading van de tanker worden overgeheveld naar het schip. Het was een idee van Hendrik, waar de opportunistische shuttlepiloot wel wat in had gezien. Hij had daarnaast nog meer werk aan haar over te dragen. Tot Wick tenslotte met twee vingers tegen de zijkant van zijn hoofd tikte als iets dat voor een militaire groet moest doorgaan voor hij verdween. Ze keek hem hoofdschuddend na voor ze de tekeningen op de tafel begon te ordenen. Hoe de man in deze chaos kon werken was onbegrijpelijk voor haar.
licht vrachtschip Tormen
Een deel van het interne laadruim was al vrij spoedig bestemd om te worden verbouwd tot een ziekenboeg. Tot de aangename verrassing van de hospik kreeg hij daarbij van Wick, zolang hij maar binnen de afgesproken afmetingen bleef, vrij spel. Het was een uitdaging van formaat zoals hij al snel besefte. Toch was hij er met de nodige hulp van andere mensen erin geslaagd om binnen de benepen ruimte een ziekenboeg te creëren. Waar hij zich momenteel bekommerde om een paar vrouwelijke patiënten. Ze hadden diverse kneuzingen en builen opgelopen tijdens de ruw onderbroken vlucht, waarvan ze de bestemming ontkenden te weten. Michel verkeerde graag in het gezelschap van een mooie vrouw en had zich tijdens verlof vaak voorgedaan als arts, maar nu was het geluk aan zijn zijde en droeg hij de zorg over twee mooie vrouwen. Het waren evenbeelden van elkaar. Hij werd daarbij helaas gestoord door professor Loyd.
"Ik kom je aflossen."
Teleurgesteld keek de hospik de oudere man aan. Een patiënte draaide zich op elegante wijze om.
"Hoeveel doktoren zijn er hier aan boord?", vroeg Lisha verwonderd.
"Volgens de regels van het medisch tuchtcollege geen enkele", antwoordde de oudere man glimlachend, "sinds ik les ben gaan geven op de universiteit zijn de geldigheid van mijn certificaten voor onder andere chirurgie verlopen en deze man hier is een hospitaalsoldaat van de battlestar Athena. Daarnaast hebben we nog een bemanningslid van Cloud 3. Haar naam is Adanya. Ze werkte daar als een danseres, maar heeft van haar moeder op Gemenon alternatieve geneeskunde geleerd. Ze bleek echter meer van haar vader weg te hebben en is hem de ruimte in gevolgd. Fascinerend, nietwaar?"
Pas nu leek hem op te vallen hoe rood de hospik in zijn gezicht was geworden. De militair stamelde een excuus en bleek opeens bijzonder veel haast te hebben bij het verlaten van de ziekenboeg.
Stacey keek hem met een woedende blik na. Hij had haar voor de komst van deze oude man nog een lichamelijk onderzoek gegeven. Zogenaamd om letsel uit te kunnen sluiten, maar ze had een sterk vermoeden dat een andere reden niet uit te sluiten viel.
"Hoe bijzonder is het om twee tweelingen aan boord te hebben."
De modellen zes keken elkaar aan. Ze hadden al spoedig na hun komst kennis gemaakt met de mannelijke helft van deze tweeling, waar deze man op doelde. Hij bleek hen bijzonder behulpzaam te willen zijn tot hij op barse wijze was weggestuurd.
"We zijn geen tweeling, dokter", zei Stacey koel.
"O, de gelijkenis is bijzonder frappant."
Stacey draaide zich, na een elleboogstoot van haar zuster, met een gemaakte glimlach naar hem toe.
"We zijn met meer dan twee."
"Weten jullie hoe weinig statistiek gezien meerlingen voorkomen?"
Hij klonk enthousiast en de modellen zes keken elkaar geamuseerd aan. Ze hadden bij toeval een nieuwe en bruikbare bron van inlichtingen gevonden, die ze uitgebreid konden uithoren.
"Je hebt gedronken."
Luitenant Stijn keek minachtend naar de vrolijke, jonge vrouw in de deuropening. De officier keek met duidelijke afkeer op zijn gezicht om zich heen tot zijn ogen Wick vonden.
"Jij bent toch een beetje de leider hier? Doe er iets aan. Waar heeft ze de flessen aan boord van dit schip gevonden?"
Het gezicht van de jonge vrouw betrok. Net als luitenant Stijn had Patricia de shuttlepiloot leren kennen, al was het dan wel van zijn galantere kant, maar dat was nog aan boord van Cloud 3 geweest. Ze herinnerde het zich nog goed omdat ze hem er luidruchtig van had beticht zich niet als een echte heer te gedragen. Waarop hij vriendelijk lachend een stap opzij had gedaan om haar voor te laten gaan op de ladder. Pas nadat ze halverwege naar beneden had gekeken besefte ze waarom hij haar voor had willen gaan. Ze zag de shuttlepiloot traag overeind komen. Gesprekken aan andere tafels verstomden.
"Egoïst", zei Wick met een knipoog toen hij voor haar stond.
Voldaan keek luitenant Stijn hoe hij haar een fles afnam om vervolgens tot zijn verbazing haar de fles in de andere hand te laten behouden. Wick hief de fles op.
"Wie wil er een slok?", vroeg hij luidruchtig.
Er bleken genoeg dorstige gegadigden in de kantine te zijn. Onderweg naar zijn tafel de hem toe gereikte glazen en mokken vullend arriveerde Wick met een lege fles bij zijn stoel.
Patricia liep zacht heupwiegend op de marineofficier af.
"Waarom denk je dat ik de flessen aan boord van dit schip heb gevonden?", vroeg ze zacht in het voorbij lopen. Ze nam met een tevreden uitdrukking op haar gezicht plaats aan de tafel van Wick. Waar de shuttlepiloot, zoals gebruikelijk was geworden, alleen aan zat. De luitenant verdween, maar er was niemand in de kantine die hem miste.
"Ik kom je gezelschap houden."
Ze zette haar fles met een klap op tafel.
"Als je dorst hebt...", nodigde ze uit.
Grijnzend schudde hij het hoofd en sloeg het aanbod met een beleefd gebaar af.
"Je bent geen echte feestganger, hè?"
"Niet zoals jij en jouw broer. Waar is hij, eigenlijk? Ik dacht dat jullie zo onafscheidelijk van elkaar waren."
"Hij zal wel op ziekenbezoek zijn."
Wick besloot maar niet te vragen wat de studente daarmee bedoelde. Aan boord van Cloud 3 had de studente in ieder geval nog geen minuut van haar tijd gespendeerd aan leren. Ze had het samen met haar broer te druk gehad met feestvieren. Geld leek daarbij geen rol te spelen en de fooien waren altijd riant. Zoals hij tot vervelends toe moest aanhoren van de stewards met wie hij toen een dichtbevolkt vertrek deelde. Hij stond op.
"Ik heb iemand beloofd dat ik zou gaan rusten. Zorg dat je niet te veel drinkt, anders beland je nog met iemand in bed waar je morgen van schrikt en geen weet meer van hebt."
"Van jou zal ik niet schrikken."
Hij begon te lachen.
"Ik ben daar veel te moe voor."
"Het is het einde van de wereld. Ik heb geen tijd om moe te zijn."
Na er even over na te hebben gedacht haalde hij zijn schouders op.
"Ik ben ruim tien jaar ouder dan jij", zei hij nog bedenkelijk.
"Ja, dan gaat alles slapper hangen, heb ik wel eens gehoord."
Ze leek geen enkele schaamte te kennen en plotseling kon hij het haar niet kwalijk nemen ook. Als dit werkelijk het einde van de wereld was, voor wie waren de regels die aan boord van Cloud 3 hadden gegolden over verboden omgang tussen bemanningsleden en passagiers dan nog van belang?
"Laat de fles maar staan. Anders presteer ik helemaal niets en zoveel ervaring heb ik toch al niet waar ik op terug kan vallen."
Uitbundig lachend sloeg ze een arm om de man heen die ze onbewust een langdurige blik onder haar jurk had gegund door de ladder te beklimmen. Wat haar echter bij was gebleven was de man onderaan de ladder die bewust de andere kant op had gekeken. Al had haar twistzieke broer natuurlijk iets anders beweerd. Het had haar gegeneerd, maar dat was toen. Zonder meer terug kunnen vallen op haar familienaam of het fortuin en politieke macht dat haar voorouders in de loop der tijd hadden vergaard was ze op zich zelf aan gewezen. Het was bedroevend weinig voor een jonge vrouw die graag in het middelpunt van de belangstelling stond. Daarom had ze gedronken om te kunnen vergeten wat ze allemaal was kwijtgeraakt.
Ragnar was de plaats waar ze naar uit hadden gekeken. Althans, het ene bemanningslid wat met meer enthousiasme dan de andere. Het bleek een vergissing te zijn, die hen duur zou hebben komen te staan zonder snel ingrijpen van luitenant Veerle. De Cylons waren voor hen gearriveerd met een aantal basestars. Van verschillende kanten waren raketten op het vrachtschip afgeschoten. Zonder schade op te lopen waren ze aan de Cylons ontkomen.
Luitenant Diana betrad de brug. Ze zag dat boven de hoge tafel het plafond was dicht gemaakt. Het werk aan het schip was weer hervat. Wick had daarbij in eerste instantie het voorbeeld gegeven alsof geen enkele tegenslag hem ooit van koers zou kunnen brengen. Al spoedig gevolgd door de volgzame Hendrik, die al snel weer op gang was gekomen met het produceren van ideeën voor het aanbrengen van verbeteringen. Spoedig daarna was de rest op gang gekomen met een enkele uitzondering. Nieuwsgierige ogen keken vanaf de stoel van de piloot haar kant op. Ze behoorden toe aan Talitha.
"Hoe lang denk je dit vol te kunnen houden?"
De luitenant las de verwarring van het hoekige gezicht van Wick over deze vraag. Ze kwam bij hem aan de met tekeningen bezaaide tafel staan en besloot de vraag te laten rusten.
"Heb je tegen luitenant Stijn gezegd dat hij van jou een lange ruimtewandeling zonder een zuurstoftank mocht gaan maken?"
"Het waren niet exact de woorden die ik gebruikte", herinnerde Wick zich.
Ze begon te grinniken. De aanwezigheid van het jongste lid van wat ze als een bemanning was gaan beschouwen had haar ervan weerhouden om precies te herhalen wat hij wel tegen de officier had gezegd.
"Wat doet zij hier?"
"Ik leer Talitha vliegen terwijl haar moeder op zoek is naar een koolstofdioxidefilter in één van de containers. We hadden een vrachtbrief moeten bijhouden terwijl we begonnen met alles wat we konden gebruiken erin te proppen, maar dat besef ik nu pas."
"Wat is je plan?"
"Mijn plan is jouw plan geworden."
"Ik dacht dat jij juist je bedenkingen over het vinden van commandant Adama had?"
"Nog steeds, maar deze mensen hebben andere mensen om zich heen nodig. Hij zal ons kunnen vertellen waar de civiele schepen zich schuil houden voor de Cylons."
Ze boog zich licht naar hem toe.
"Mis jij de andere mensen ook?"
Hij aarzelde en ze zag het. Geduldig wachtte ze tot hij begon te praten. Hij deed het zacht om te voorkomen dat iemand anders dan deze officier het hoorde.
"Ik begin me steeds meer af te vragen of er nog wel andere mensen zijn."
Ze staarde hem enkele seconden lang aan. Ook zij was dit gaan vrezen, maar had er bewust over gezwegen om het moreel aan boord geen dodelijke klap toe te brengen.
"Ik neem het van je over."
"Is dat een bevel?"
"Je draait dubbele diensten en we hebben je uitgerust nodig, dus ja. Het is een bevel. Bovendien kan ik Talitha de juiste regels van het vliegen leren en niet jouw interpretatie ervan. Waar was je mee bezig?"
"Er zijn drie mensen buiten, waaronder jammer genoeg niet jouw luitenant."
Ze luisterde naar wat Wick verder te vertellen had en keek naar de verschillende tekeningen waar hij naar wees om het te verduidelijken waar hij het over had. De lanceerbuis voor de ontsnappingscapsule werd van verschillende leidingen en koppelingen voorzien, die helemaal doorliepen tot aan de centrale brandstoftank. Als het werk was volbracht dan kon de lading van de tanker worden overgeheveld naar het schip. Het was een idee van Hendrik, waar de opportunistische shuttlepiloot wel wat in had gezien. Hij had daarnaast nog meer werk aan haar over te dragen. Tot Wick tenslotte met twee vingers tegen de zijkant van zijn hoofd tikte als iets dat voor een militaire groet moest doorgaan voor hij verdween. Ze keek hem hoofdschuddend na voor ze de tekeningen op de tafel begon te ordenen. Hoe de man in deze chaos kon werken was onbegrijpelijk voor haar.
licht vrachtschip Tormen
Een deel van het interne laadruim was al vrij spoedig bestemd om te worden verbouwd tot een ziekenboeg. Tot de aangename verrassing van de hospik kreeg hij daarbij van Wick, zolang hij maar binnen de afgesproken afmetingen bleef, vrij spel. Het was een uitdaging van formaat zoals hij al snel besefte. Toch was hij er met de nodige hulp van andere mensen erin geslaagd om binnen de benepen ruimte een ziekenboeg te creëren. Waar hij zich momenteel bekommerde om een paar vrouwelijke patiënten. Ze hadden diverse kneuzingen en builen opgelopen tijdens de ruw onderbroken vlucht, waarvan ze de bestemming ontkenden te weten. Michel verkeerde graag in het gezelschap van een mooie vrouw en had zich tijdens verlof vaak voorgedaan als arts, maar nu was het geluk aan zijn zijde en droeg hij de zorg over twee mooie vrouwen. Het waren evenbeelden van elkaar. Hij werd daarbij helaas gestoord door professor Loyd.
"Ik kom je aflossen."
Teleurgesteld keek de hospik de oudere man aan. Een patiënte draaide zich op elegante wijze om.
"Hoeveel doktoren zijn er hier aan boord?", vroeg Lisha verwonderd.
"Volgens de regels van het medisch tuchtcollege geen enkele", antwoordde de oudere man glimlachend, "sinds ik les ben gaan geven op de universiteit zijn de geldigheid van mijn certificaten voor onder andere chirurgie verlopen en deze man hier is een hospitaalsoldaat van de battlestar Athena. Daarnaast hebben we nog een bemanningslid van Cloud 3. Haar naam is Adanya. Ze werkte daar als een danseres, maar heeft van haar moeder op Gemenon alternatieve geneeskunde geleerd. Ze bleek echter meer van haar vader weg te hebben en is hem de ruimte in gevolgd. Fascinerend, nietwaar?"
Pas nu leek hem op te vallen hoe rood de hospik in zijn gezicht was geworden. De militair stamelde een excuus en bleek opeens bijzonder veel haast te hebben bij het verlaten van de ziekenboeg.
Stacey keek hem met een woedende blik na. Hij had haar voor de komst van deze oude man nog een lichamelijk onderzoek gegeven. Zogenaamd om letsel uit te kunnen sluiten, maar ze had een sterk vermoeden dat een andere reden niet uit te sluiten viel.
"Hoe bijzonder is het om twee tweelingen aan boord te hebben."
De modellen zes keken elkaar aan. Ze hadden al spoedig na hun komst kennis gemaakt met de mannelijke helft van deze tweeling, waar deze man op doelde. Hij bleek hen bijzonder behulpzaam te willen zijn tot hij op barse wijze was weggestuurd.
"We zijn geen tweeling, dokter", zei Stacey koel.
"O, de gelijkenis is bijzonder frappant."
Stacey draaide zich, na een elleboogstoot van haar zuster, met een gemaakte glimlach naar hem toe.
"We zijn met meer dan twee."
"Weten jullie hoe weinig statistiek gezien meerlingen voorkomen?"
Hij klonk enthousiast en de modellen zes keken elkaar geamuseerd aan. Ze hadden bij toeval een nieuwe en bruikbare bron van inlichtingen gevonden, die ze uitgebreid konden uithoren.
"Je hebt gedronken."
Luitenant Stijn keek minachtend naar de vrolijke, jonge vrouw in de deuropening. De officier keek met duidelijke afkeer op zijn gezicht om zich heen tot zijn ogen Wick vonden.
"Jij bent toch een beetje de leider hier? Doe er iets aan. Waar heeft ze de flessen aan boord van dit schip gevonden?"
Het gezicht van de jonge vrouw betrok. Net als luitenant Stijn had Patricia de shuttlepiloot leren kennen, al was het dan wel van zijn galantere kant, maar dat was nog aan boord van Cloud 3 geweest. Ze herinnerde het zich nog goed omdat ze hem er luidruchtig van had beticht zich niet als een echte heer te gedragen. Waarop hij vriendelijk lachend een stap opzij had gedaan om haar voor te laten gaan op de ladder. Pas nadat ze halverwege naar beneden had gekeken besefte ze waarom hij haar voor had willen gaan. Ze zag de shuttlepiloot traag overeind komen. Gesprekken aan andere tafels verstomden.
"Egoïst", zei Wick met een knipoog toen hij voor haar stond.
Voldaan keek luitenant Stijn hoe hij haar een fles afnam om vervolgens tot zijn verbazing haar de fles in de andere hand te laten behouden. Wick hief de fles op.
"Wie wil er een slok?", vroeg hij luidruchtig.
Er bleken genoeg dorstige gegadigden in de kantine te zijn. Onderweg naar zijn tafel de hem toe gereikte glazen en mokken vullend arriveerde Wick met een lege fles bij zijn stoel.
Patricia liep zacht heupwiegend op de marineofficier af.
"Waarom denk je dat ik de flessen aan boord van dit schip heb gevonden?", vroeg ze zacht in het voorbij lopen. Ze nam met een tevreden uitdrukking op haar gezicht plaats aan de tafel van Wick. Waar de shuttlepiloot, zoals gebruikelijk was geworden, alleen aan zat. De luitenant verdween, maar er was niemand in de kantine die hem miste.
"Ik kom je gezelschap houden."
Ze zette haar fles met een klap op tafel.
"Als je dorst hebt...", nodigde ze uit.
Grijnzend schudde hij het hoofd en sloeg het aanbod met een beleefd gebaar af.
"Je bent geen echte feestganger, hè?"
"Niet zoals jij en jouw broer. Waar is hij, eigenlijk? Ik dacht dat jullie zo onafscheidelijk van elkaar waren."
"Hij zal wel op ziekenbezoek zijn."
Wick besloot maar niet te vragen wat de studente daarmee bedoelde. Aan boord van Cloud 3 had de studente in ieder geval nog geen minuut van haar tijd gespendeerd aan leren. Ze had het samen met haar broer te druk gehad met feestvieren. Geld leek daarbij geen rol te spelen en de fooien waren altijd riant. Zoals hij tot vervelends toe moest aanhoren van de stewards met wie hij toen een dichtbevolkt vertrek deelde. Hij stond op.
"Ik heb iemand beloofd dat ik zou gaan rusten. Zorg dat je niet te veel drinkt, anders beland je nog met iemand in bed waar je morgen van schrikt en geen weet meer van hebt."
"Van jou zal ik niet schrikken."
Hij begon te lachen.
"Ik ben daar veel te moe voor."
"Het is het einde van de wereld. Ik heb geen tijd om moe te zijn."
Na er even over na te hebben gedacht haalde hij zijn schouders op.
"Ik ben ruim tien jaar ouder dan jij", zei hij nog bedenkelijk.
"Ja, dan gaat alles slapper hangen, heb ik wel eens gehoord."
Ze leek geen enkele schaamte te kennen en plotseling kon hij het haar niet kwalijk nemen ook. Als dit werkelijk het einde van de wereld was, voor wie waren de regels die aan boord van Cloud 3 hadden gegolden over verboden omgang tussen bemanningsleden en passagiers dan nog van belang?
"Laat de fles maar staan. Anders presteer ik helemaal niets en zoveel ervaring heb ik toch al niet waar ik op terug kan vallen."
Uitbundig lachend sloeg ze een arm om de man heen die ze onbewust een langdurige blik onder haar jurk had gegund door de ladder te beklimmen. Wat haar echter bij was gebleven was de man onderaan de ladder die bewust de andere kant op had gekeken. Al had haar twistzieke broer natuurlijk iets anders beweerd. Het had haar gegeneerd, maar dat was toen. Zonder meer terug kunnen vallen op haar familienaam of het fortuin en politieke macht dat haar voorouders in de loop der tijd hadden vergaard was ze op zich zelf aan gewezen. Het was bedroevend weinig voor een jonge vrouw die graag in het middelpunt van de belangstelling stond. Daarom had ze gedronken om te kunnen vergeten wat ze allemaal was kwijtgeraakt.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
licht vrachtschip Tormen
In een opmerkelijk goed humeur arriveerde Wick op de brug. Waar hij op geheel verschillende wijze werd ontvangen door de aanwezige mensen. Luitenant Stijn negeerde hem volkomen, maar daar stond tegenover de hartelijke begroeting van luitenant Veerle.
"Goed uitgerust?", informeerde ze.
"Ik betwijfel het", antwoordde luitenant Stijn op norse toon voor de shuttlepiloot.
Verbaast keek luitenant Veerle van Wick naar haar collega en weer terug.
"Het is een klein schip", vulde Rosalinda schouderophalend aan. Haar aanwezigheid op de brug kwam door het enthousiasme van haar zeven jaar jongere zus. Het had haar voldoende geïnspireerd om bij de marineofficieren kenbaar te maken een functie op de brug te ambiëren. Wat ze allemaal op school had geleerd bleek tot haar teleurstelling aan boord van weinig of geen waarde te zijn geweest. Haar moeder met alleen een diploma voor de lagere school had tot nu toe een nuttigere bijdrage kunnen leveren dan zij.
Geamuseerd merkte Wick de toegenomen verwarring bij luitenant Veerle op. Na enige aarzeling liep de jonge vrouw naar de geordende tafel.
"Luitenant Diana heeft voor de bemanning een schema gemaakt om het schip de klok rond te kunnen bedienen. Wil je het zien?"
Ze had een aanstekelijke gedrevenheid die Wick nieuwsgierig genoeg maakte om dichterbij te komen.
"Wij worden over ruim vier uur afgelost door luitenant Reitze en Marlieke. Hier staat jouw naam."
"Net als bij de koloniale marine, nietwaar?"
"Het is onacceptabel voor de veiligheid van het schip om het schip nauwelijks bemand achter te laten. In een noodsituatie is snel handelen een kwestie van overleven."
Hij begreep de noodzaak daarvoor, maar vroeg zich tegelijk af of deze planmatige aanpak voldoende zou zijn om een lange reis te volbrengen.
"Hebben we al een bestemming?"
"Nog niet", verklaarde luitenant Veerle met een spijtig gezicht.
"Misschien kan ik daarbij helpen."
De aanwezigen draaiden zich om bij het horen van de stem. In de deuropening stond een jonge vrouw met iets tegen haar borst gedrukt.
"Mijn moeder was alleen bereid me te laten vertrekken als ik dit meenam." Ze hield nu iets voor zich dat ze herkenden als een boek. Het zag er met de versleten kaft oud uit. "Ik neem aan dat jullie wel eens van Kobol gehoord hebben?"
"Luitenant Diana bepaald onze bestemming", kwam luitenant Stijn tussenbeide.
"Luitenant Diana is hier momenteel niet en ik ben bereid te luisteren naar alles wat ze ons te vertellen heeft. Rapporteer dat maar aan luitenant Diana. We laten ons niet door jullie commanderen als een stelletje rekruten. We hebben naast plichten ook rechten en jij bent niet diegene die ze mij gaat afnemen. Heb je dat begrepen?"
De kille toon had een ontnuchterend effect op iedereen. Geschrokken keek Rosalinda toe en vergat op slag waar ze mee bezig was. Luitenant Veerle was zelfs in de houding gaan staan. De shuttlepiloot verliet zonder enige haast te vertonen de brug met Adanya, die haar boek opnieuw stevig omarmde, in zijn kielzog.
Peinzend liep luitenant Diana om de operatietafel heen. Het was stil in de ziekenboeg. De opgelopen letsels van de patiënten waren zo gering van aard dat de professor beide vrouwen had weggestuurd. Het gaf Loyd de benodigde tijd om zich volledig te kunnen concentreren op de vondst aan boord van de zware raider.
"Het leefde?"
De professor knikte. Hij had het de marineofficier al eerder horen vragen. Op de tafel voor hem lagen de uit de zware raider verwijderde resten, die voor een brein konden doorgaan.
"Tijdens de botsing moet het ernstige hersenbeschadiging hebben opgelopen en zeer snel daarna zijn overleden. Al heb ik eerlijk gezegd weinig verstand van Cylon anatomie om het met zekerheid te kunnen zeggen dat het ook in de volgorde gebeurd is, zoals ik vermoed."
"Het leefde."
"Ik weet dat het moeilijk te bevatten is."
"En de centurions?"
De professor schudde het hoofd. Luitenant Diana had bij het opengaan van de toegangsdeur geen enkel schot te hoeven lossen. Lisha had volgens eigen zeggen na de botsing een machinegeweer aan de centurions weten te ontfutselen waarmee ze de bewakers letterlijk aan stukken had geschoten.
"Het viertal is volkomen mechanisch. In plaats van bloed door de aderen stroomt er bij de robots olie door de leidingen."
Bevreemd vanwege dit feit keek luitenant 1 de man aan.
"Ik heb op school en later ook de academie van experimenten door de Cylons op levende mensen gehoord. Het gebeurde tijdens de eerste oorlog. Er zijn sindsdien veertig jaren verstreken. Een lange tijd."
"Ik heb op de universiteit wel eens over deze experimenten met mijn studenten gediscussieerd."
"En?", vroeg luitenant 1 ongeduldig toen het vervolgens stil bleef.
"De meerderheid van de klas dacht dat de Cylons op mensen wilden lijken."
Ze keek weer neer op wat daar op de tafel lag.
"Blijkbaar is ze dat niet gelukt."
"Het lijkt mij kortzichtig om deze conclusie te trekken op basis van wat we hier zien liggen."
"Wat we hier zien is al genoeg om mij een nachtmerrie te bezorgen, professor. Als er ook nog menselijke Cylons blijken rond te lopen dan zal ik helemaal geen oog meer dicht kunnen doen omdat ik dan op dit moment met een toaster zou kunnen praten."
De man zweeg. Hij had er niets aan toe te voegen waarmee hij de paranoia van de luitenant kon weerleggen. De creatie van leven door de Cylons in wat voor vorm dan ook bekoorde hem enorm, maar hij betwijfelde ernstig of deze officier deze fascinatie met hem deelde.
Op een andere locatie aan boord van het vrachtschip Tormen slenterde Wick rond. Hij had de zware raider in de hangar bezocht om na te denken over wat Adanya hem had verteld. Om een nieuwe toekomst op Kobol op te kunnen bouwen moesten ze deze planeet wel eerst weten te vinden. De uitgestrektheid van het universum maakte dat een uitdaging van formaat.
"Een cubit voor je gedachten."
Hij keek op en zag luitenant Diana staan. Hij had wel een idee waarvoor de vrouw hem kwam opzoeken.
"Is dit een vriendschapsbezoek of heeft het met luitenant Stijn te maken?"
"Het tweede. Het eerste laat ik aan Patricia over."
Hij begon te lachen. Je kon werkelijk niets aan boord geheim houden als jij zelf niet de enige was die er van wist. Hij betwijfelde bovendien of het zich nog eens zou herhalen. Patricia was evenmin als hij uit geweest op een relatie.
"Ze heeft me geholpen ontspannen."
"Ja, vast", zei Diana en keek om zich heen. Ze zag niemand meeluisteren. "Moet ik me zorgen gaan maken over jou en Stijn?"
"Heb jij geen belangrijkere zorgen aan je hoofd?"
"Ook, maar ik vrees dat dit nog eens totaal uit de hand zal gaan lopen."
"Ik heb daar wel een oplossing voor."
"Ik sta open voor elke oplossing behalve als het voor iemand een ruimtewandeling zonder beschermende uitrusting inhoudt."
"Hm, dan plan B. Laat me met raptor 876 vliegen."
Hij zag haar het hoofd schudden over het gebruik van de door hen geborgen raptor.
"Waar wil je de raptor voor gebruiken?"
"Voor het uitvoeren van verkenningsvluchten."
Ze leek te betwijfelen of hij het meende.
"Moet ik echt een cubit gaan betalen om te weten waar je aan denkt?"
Na enige aarzeling zei hij: "Kobol."
Ze was volledig verrast door het antwoord. Een aantal mensen aan boord leken aan fatalisme te lijden, maar blijkbaar dacht de shuttlepiloot weer aan het opbouwen van een kolonie.
"Ga je me soms ook nog vertellen dat je weet waar het ligt?"
"Helaas kon Adanya me dat niet vertellen."
Hij zag haar nadenken en wilde de tussen hen gevallen stilte niet verstoren.
"Raptor acht zeven zes wordt pas in gebruik genomen als deze grondig is nagekeken. Luitenant Veerle is de enige gekwalificeerde ECO die ik verder nog aan boord heb want het lijkt me een slecht plan om Nitro mee te sturen."
"Het kan wel tot een oplossing leiden."
"Ja, eentje die mij niet aan zal staan. Na afloop zal ik diegene die nog leeft moeten opsluiten terwijl we iedereen nog hard nodig zullen hebben. Luitenant Veerle en ik zullen op je eerste vlucht meegaan. Onderweg kunnen we dan bespreken hoe we het gaan aanpakken." Ze zag zijn mond al open gaan om vermoedelijk te protesteren. "Het is de enige manier waarop ik van geheimhouding ben verzekerd en bij wie ik moet zijn als het toch uitlekt."
Wick sloot zijn mond weer en knikte in plaats daarvan nog slechts. Het had in zijn oren wel plausibel geklonken.
"Denk je echt dat luitenant Veerle geen geheim kan bewaren?"
"Ik had het meer over jou."
Hij haalde zijn schouders op. Luitenant Diana had inderdaad weinig redenen om hem te vertrouwen, zoals hij aan zich zelf toegaf.
In een opmerkelijk goed humeur arriveerde Wick op de brug. Waar hij op geheel verschillende wijze werd ontvangen door de aanwezige mensen. Luitenant Stijn negeerde hem volkomen, maar daar stond tegenover de hartelijke begroeting van luitenant Veerle.
"Goed uitgerust?", informeerde ze.
"Ik betwijfel het", antwoordde luitenant Stijn op norse toon voor de shuttlepiloot.
Verbaast keek luitenant Veerle van Wick naar haar collega en weer terug.
"Het is een klein schip", vulde Rosalinda schouderophalend aan. Haar aanwezigheid op de brug kwam door het enthousiasme van haar zeven jaar jongere zus. Het had haar voldoende geïnspireerd om bij de marineofficieren kenbaar te maken een functie op de brug te ambiëren. Wat ze allemaal op school had geleerd bleek tot haar teleurstelling aan boord van weinig of geen waarde te zijn geweest. Haar moeder met alleen een diploma voor de lagere school had tot nu toe een nuttigere bijdrage kunnen leveren dan zij.
Geamuseerd merkte Wick de toegenomen verwarring bij luitenant Veerle op. Na enige aarzeling liep de jonge vrouw naar de geordende tafel.
"Luitenant Diana heeft voor de bemanning een schema gemaakt om het schip de klok rond te kunnen bedienen. Wil je het zien?"
Ze had een aanstekelijke gedrevenheid die Wick nieuwsgierig genoeg maakte om dichterbij te komen.
"Wij worden over ruim vier uur afgelost door luitenant Reitze en Marlieke. Hier staat jouw naam."
"Net als bij de koloniale marine, nietwaar?"
"Het is onacceptabel voor de veiligheid van het schip om het schip nauwelijks bemand achter te laten. In een noodsituatie is snel handelen een kwestie van overleven."
Hij begreep de noodzaak daarvoor, maar vroeg zich tegelijk af of deze planmatige aanpak voldoende zou zijn om een lange reis te volbrengen.
"Hebben we al een bestemming?"
"Nog niet", verklaarde luitenant Veerle met een spijtig gezicht.
"Misschien kan ik daarbij helpen."
De aanwezigen draaiden zich om bij het horen van de stem. In de deuropening stond een jonge vrouw met iets tegen haar borst gedrukt.
"Mijn moeder was alleen bereid me te laten vertrekken als ik dit meenam." Ze hield nu iets voor zich dat ze herkenden als een boek. Het zag er met de versleten kaft oud uit. "Ik neem aan dat jullie wel eens van Kobol gehoord hebben?"
"Luitenant Diana bepaald onze bestemming", kwam luitenant Stijn tussenbeide.
"Luitenant Diana is hier momenteel niet en ik ben bereid te luisteren naar alles wat ze ons te vertellen heeft. Rapporteer dat maar aan luitenant Diana. We laten ons niet door jullie commanderen als een stelletje rekruten. We hebben naast plichten ook rechten en jij bent niet diegene die ze mij gaat afnemen. Heb je dat begrepen?"
De kille toon had een ontnuchterend effect op iedereen. Geschrokken keek Rosalinda toe en vergat op slag waar ze mee bezig was. Luitenant Veerle was zelfs in de houding gaan staan. De shuttlepiloot verliet zonder enige haast te vertonen de brug met Adanya, die haar boek opnieuw stevig omarmde, in zijn kielzog.
Peinzend liep luitenant Diana om de operatietafel heen. Het was stil in de ziekenboeg. De opgelopen letsels van de patiënten waren zo gering van aard dat de professor beide vrouwen had weggestuurd. Het gaf Loyd de benodigde tijd om zich volledig te kunnen concentreren op de vondst aan boord van de zware raider.
"Het leefde?"
De professor knikte. Hij had het de marineofficier al eerder horen vragen. Op de tafel voor hem lagen de uit de zware raider verwijderde resten, die voor een brein konden doorgaan.
"Tijdens de botsing moet het ernstige hersenbeschadiging hebben opgelopen en zeer snel daarna zijn overleden. Al heb ik eerlijk gezegd weinig verstand van Cylon anatomie om het met zekerheid te kunnen zeggen dat het ook in de volgorde gebeurd is, zoals ik vermoed."
"Het leefde."
"Ik weet dat het moeilijk te bevatten is."
"En de centurions?"
De professor schudde het hoofd. Luitenant Diana had bij het opengaan van de toegangsdeur geen enkel schot te hoeven lossen. Lisha had volgens eigen zeggen na de botsing een machinegeweer aan de centurions weten te ontfutselen waarmee ze de bewakers letterlijk aan stukken had geschoten.
"Het viertal is volkomen mechanisch. In plaats van bloed door de aderen stroomt er bij de robots olie door de leidingen."
Bevreemd vanwege dit feit keek luitenant 1 de man aan.
"Ik heb op school en later ook de academie van experimenten door de Cylons op levende mensen gehoord. Het gebeurde tijdens de eerste oorlog. Er zijn sindsdien veertig jaren verstreken. Een lange tijd."
"Ik heb op de universiteit wel eens over deze experimenten met mijn studenten gediscussieerd."
"En?", vroeg luitenant 1 ongeduldig toen het vervolgens stil bleef.
"De meerderheid van de klas dacht dat de Cylons op mensen wilden lijken."
Ze keek weer neer op wat daar op de tafel lag.
"Blijkbaar is ze dat niet gelukt."
"Het lijkt mij kortzichtig om deze conclusie te trekken op basis van wat we hier zien liggen."
"Wat we hier zien is al genoeg om mij een nachtmerrie te bezorgen, professor. Als er ook nog menselijke Cylons blijken rond te lopen dan zal ik helemaal geen oog meer dicht kunnen doen omdat ik dan op dit moment met een toaster zou kunnen praten."
De man zweeg. Hij had er niets aan toe te voegen waarmee hij de paranoia van de luitenant kon weerleggen. De creatie van leven door de Cylons in wat voor vorm dan ook bekoorde hem enorm, maar hij betwijfelde ernstig of deze officier deze fascinatie met hem deelde.
Op een andere locatie aan boord van het vrachtschip Tormen slenterde Wick rond. Hij had de zware raider in de hangar bezocht om na te denken over wat Adanya hem had verteld. Om een nieuwe toekomst op Kobol op te kunnen bouwen moesten ze deze planeet wel eerst weten te vinden. De uitgestrektheid van het universum maakte dat een uitdaging van formaat.
"Een cubit voor je gedachten."
Hij keek op en zag luitenant Diana staan. Hij had wel een idee waarvoor de vrouw hem kwam opzoeken.
"Is dit een vriendschapsbezoek of heeft het met luitenant Stijn te maken?"
"Het tweede. Het eerste laat ik aan Patricia over."
Hij begon te lachen. Je kon werkelijk niets aan boord geheim houden als jij zelf niet de enige was die er van wist. Hij betwijfelde bovendien of het zich nog eens zou herhalen. Patricia was evenmin als hij uit geweest op een relatie.
"Ze heeft me geholpen ontspannen."
"Ja, vast", zei Diana en keek om zich heen. Ze zag niemand meeluisteren. "Moet ik me zorgen gaan maken over jou en Stijn?"
"Heb jij geen belangrijkere zorgen aan je hoofd?"
"Ook, maar ik vrees dat dit nog eens totaal uit de hand zal gaan lopen."
"Ik heb daar wel een oplossing voor."
"Ik sta open voor elke oplossing behalve als het voor iemand een ruimtewandeling zonder beschermende uitrusting inhoudt."
"Hm, dan plan B. Laat me met raptor 876 vliegen."
Hij zag haar het hoofd schudden over het gebruik van de door hen geborgen raptor.
"Waar wil je de raptor voor gebruiken?"
"Voor het uitvoeren van verkenningsvluchten."
Ze leek te betwijfelen of hij het meende.
"Moet ik echt een cubit gaan betalen om te weten waar je aan denkt?"
Na enige aarzeling zei hij: "Kobol."
Ze was volledig verrast door het antwoord. Een aantal mensen aan boord leken aan fatalisme te lijden, maar blijkbaar dacht de shuttlepiloot weer aan het opbouwen van een kolonie.
"Ga je me soms ook nog vertellen dat je weet waar het ligt?"
"Helaas kon Adanya me dat niet vertellen."
Hij zag haar nadenken en wilde de tussen hen gevallen stilte niet verstoren.
"Raptor acht zeven zes wordt pas in gebruik genomen als deze grondig is nagekeken. Luitenant Veerle is de enige gekwalificeerde ECO die ik verder nog aan boord heb want het lijkt me een slecht plan om Nitro mee te sturen."
"Het kan wel tot een oplossing leiden."
"Ja, eentje die mij niet aan zal staan. Na afloop zal ik diegene die nog leeft moeten opsluiten terwijl we iedereen nog hard nodig zullen hebben. Luitenant Veerle en ik zullen op je eerste vlucht meegaan. Onderweg kunnen we dan bespreken hoe we het gaan aanpakken." Ze zag zijn mond al open gaan om vermoedelijk te protesteren. "Het is de enige manier waarop ik van geheimhouding ben verzekerd en bij wie ik moet zijn als het toch uitlekt."
Wick sloot zijn mond weer en knikte in plaats daarvan nog slechts. Het had in zijn oren wel plausibel geklonken.
"Denk je echt dat luitenant Veerle geen geheim kan bewaren?"
"Ik had het meer over jou."
Hij haalde zijn schouders op. Luitenant Diana had inderdaad weinig redenen om hem te vertrouwen, zoals hij aan zich zelf toegaf.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
licht vrachtschip Tormen
Een gespannen stilte was over de aanwezigen op de brug gedaald. Ze konden de voetstappen nog horen van de kwaad weglopende luitenant Stijn. Zoals steeds vaker was gebleken kon deze officier niet in dezelfde ruimte verkeren als de shuttlepiloot, zonder dat het tot ruzie leidde.
"Heb je dorst?", vroeg Wick en hield de zielig kijkende Talitha een fles voor. Het lokte een verontwaardigde reactie uit van haar moeder. In plaats van zich zelf te verdedigen hield hij Nadia eenvoudig de fles voor, die voorheen Hawryliw had bevat.
"Proef eerst eens voor je me straks nog ervan beschuldigd haar dronken te voeren."
Luitenant Veerle kwam dichterbij. Ze zag Nadia voorzichtig een slok nemen.
"Appelsap?"
Hij knikte.
"Het pak lekte en daarom heb ik de inhoud ervan overgegoten in deze fles. Ik vond het niet belangrijk genoeg om het etiket te verwijderen."
Verbaast kwam luitenant Veerle nog een paar stappen dichterbij. Ze was de recente uitbarsting van luitenant Stijn nog niet vergeten.
"Maar dan heeft Nitro zich vergist."
"Het overkomt hem wel eens vaker", reageerde Wick onverschillig.
"Hij is je vast gaan rapporteren."
Wick keek haar hoofdschuddend aan.
"Misschien is het je nog niet opgevallen, maar er lopen geen admiraals meer rond die al een woedeuitbarsting krijgen als je uniform een vlek of een kreukel vertoont."
"Luitenant Diana zal denken dat je dronken op je post bent."
"Heb je iets op mijn werk aan te merken?"
Ze schudde het hoofd.
"Wat maakt het je dan uit wat anderen over mij denken? Jij weet toch beter?"
Hij boog zich weer over de kaart alsof het hiermee voor hem was afgehandeld. Nadia overhandigde de fles aan Talitha. Zij begreep de zorgen van luitenant Veerle wel degelijk.
"Ga maar snel achter Stijn aan. Misschien bereik je hem nog voor hij Diana heeft gevonden. Ik neem het hier zolang voor je waar"
Ze wachtte tot de jonge vrouw de brug had verlaten. Ouder dan Rosalinda zag de officier er uit alsof ze bij haar dochter op de schoolbanken thuis hoorde.
"Ze heeft gelijk. We laten onze indruk over mensen door anderen beïnvloeden."
"Het klinkt alsof je er ervaring mee hebt. Het spijt me dan voor je."
Het was voor haar onbegrijpelijk waarom hij zich er niet om bekommerde.
"Ik raakte zwanger toen ik zo oud was als Rosalinda en nu maak ik me zorgen dat het haar ook zal overkomen."
Pas nu had ze zijn aandacht weten te trekken door zich meer bloot te geven dan ze ooit eerder had gedaan tegenover een nog praktisch vreemde.
"Over mij gingen ook vele verhalen rond", ging ze verder, "Zelfs familieleden begonnen me te mijden. Ik ging van school af en voedde mijn dochter vrijwel alleen op."
"En de vader?"
"Hij wilde niets meer met mij of zijn kind te maken hebben."
Nadia zag hem even naar Talitha kijken. Ze streelde het hoofd van haar jongste dochter.
"Talitha kwam voort uit een andere relatie, maar dat is na elf jaar helaas nu ook voorbij. Ik wilde na de reis aan boord van Cloud 3 een nieuwe start met mijn leven maken."
"Je moet toegeven dat dit is gelukt."
Ze begon te lachen tot het geluid van naderende voetstappen haar deed omkijken. Luitenant Stijn arriveerde, direct gevolgd door luitenant Veerle. Hij wierp een bloeddorstige blik in de richting van Wick en de plotseling weer verschenen fles in zijn hand. Achter zijn rug zag Nadia luitenant Veerle haar duim opsteken. Wick leek niets van dit alles op te merken. Hij had zich weer over de kaart op de tafel gebogen. Nadia legde een hand op de kaart om hem te dwingen haar aan te kijken.
"Er zijn hier genoeg mensen aan boord die het niet onverschillig laat hoe mensen over je denken."
Hij knikte.
"Dankje."
Hij had het zacht gezegd, maar luitenant Veerle had de betekenis ervan van zijn lippen af kunnen lezen. Het gaf haar een tevreden gevoel.
"Koers 524 camon 386", beveelde Wick op luidere toon.
Deze koers moest hen naar een ander wrakkenveld boven Virgon brengen. Een verkenningsvlucht met de raptor had patrouillerende raiders boven de uitgestrekte bossen van de planeet gesignaleerd. Wick vermoedde dat daar de overlevenden van de nucleaire bombardementen op de steden en militaire bases naar toe waren gevlucht. Opgejaagd door centurions. Als de mensen zouden slagen om aan deze mechanische vijanden te ontkomen dan zouden ze zonder medische hulp spoedig aan de vrij gekomen radioactieve straling komen te overlijden, maar Wick gokte erop dat ze de Cylons nog lang genoeg bezig zouden houden.
Virgon
De ruimte boven deze kolonie was de locatie waar de koloniale vloot voor het laatst strijd had geleverde met een overmacht aan basestars. Het uitgestrekte slagveld bewees de mensen aan boord van het vrachtschip hoe eenzijdig de slag was verlopen met de overal zichtbaar de stuurloze wrakken van battlestars of delen ervan en daar tussen ontelbare hoeveelheden vipers en raptors. Vermangeld door een superieure vijand.
Met de eerder opgedane ervaring trokken de bemanningsleden van de Tormen met een zekere berusting hun luchtdichte pakken aan om zich naar buiten te begeven. Ook nu weer was er een boodschappenlijst waarmee de mensen aan de gang gingen. Vooral Hendrik bleek naar het nodige materiaal op zoek te zijn om zijn plannen te kunnen realiseren terwijl Wick zich meer om de afnemende voorraden aan boord bekommerde en de militairen bijna extatisch werden toen ze een gedeeltelijk geplette raket in een lanceerbuis ontdekten met een nog functionele nucleaire gevechtskop. Het kon natuurlijk niet onopgemerkt blijven doorgaan. Op de brug sprong luitenant Veerle op alsof ze door een bij was gestoken. Ze trok de microfoon naar zich toe.
"Conditie één voor het gehele schip. Ik herhaal conditie één voor het gehele schip."
"Wat bedoel je?", vroeg Loyd geschrokken.
"Een basestar", schreeuwde ze naar de professor.
Toevallig had de oudere man dit moment uitgezocht om de aanwezige mensen op de brug met een bezoek te vereren. Luitenant Reitze stormde langs hem heen. Hulpeloos keek de oudere man om zich heen. Onbekend met de militaire aanduiding voor het grote gevaar waarin ze verkeerden. De geringe afmetingen van het vrachtschip, waardoor ze minder voorraden aan boord konden nemen dan Wick wenste, bleken het schip en de opvarenden voor een zekere vernietiging te behoeden. Reitze manoeuvreerde de Tormen achter het door midden gebroken wrak van een battlestar. Hier werd bewezen dat de wijze waarop de koloniale marine haar oorlogsschepen liet ontwerpen gericht was op het overleven van meerdere inslagen. De als battlestar functionerend schild sidderde onder de explosies. Een aantal raketten vlogen langs het wrak en de daar achter schuil gaande Tormen heen. Tegen de tijd dat Wick de brug bereikte onthulden de van de koloniale marine 'geleende' apparatuur een dreiging waar tegen deze battlestar hen niet langer meer kon beschermen.
"We hebben een nucleair alarm", schreeuwde Reitze en keek met een verwilderd gezicht om zich heen.
Loyd staarde naar de sleutel in de hand van luitenant Veerle terwijl ze met de andere hand nog allerlei toetsknoppen indrukte.
"Schiet toch op", smeekte Loyd haar.
"Bijna klaar", zei ze.
Luitenant Reitze telde hardop de seconden af.
"Zijn alle mensen aan boord?"
"Doe het", schreeuwden Loyd en Reitze gelijktijdig.
Ze draaide de sleutel om en sloot haar ogen. Een secondelang vreesde luitenant Veerle dat de door haar gestelde vraag hen allen noodlottig zou worden.
Een verblindende vuurbal dijde razendsnel uit en verslond het wrak van de battlestar als een alles verterend monster van dodelijke straling en vuur.
Luitenant Veerle opende haar donkere ogen. Ze zag de professor naast haar stoel staan voor hij haar omarmde op een manier die haar bijna naar adem deed happen zo stevig als hij tegen zich aandrukte.
"Zijn het ongewenste intimiteiten of zie ik hier iets moois opbloeien?"
De professor maakte zich met een rood gezicht van de jonge vrouw los en streek haastig de kreukels van zijn pak glad. Geamuseerd kwam Wick verder de brug oplopen.
"Iedereen is aan boord", verklaarde hij.
Hij had een koker bij zich waaruit hij een aantal kaarten haalde om te bekijken of ze van nut konden zijn bij de volgende fase van de reis naar Kobol. Praktisch als altijd.
Een gespannen stilte was over de aanwezigen op de brug gedaald. Ze konden de voetstappen nog horen van de kwaad weglopende luitenant Stijn. Zoals steeds vaker was gebleken kon deze officier niet in dezelfde ruimte verkeren als de shuttlepiloot, zonder dat het tot ruzie leidde.
"Heb je dorst?", vroeg Wick en hield de zielig kijkende Talitha een fles voor. Het lokte een verontwaardigde reactie uit van haar moeder. In plaats van zich zelf te verdedigen hield hij Nadia eenvoudig de fles voor, die voorheen Hawryliw had bevat.
"Proef eerst eens voor je me straks nog ervan beschuldigd haar dronken te voeren."
Luitenant Veerle kwam dichterbij. Ze zag Nadia voorzichtig een slok nemen.
"Appelsap?"
Hij knikte.
"Het pak lekte en daarom heb ik de inhoud ervan overgegoten in deze fles. Ik vond het niet belangrijk genoeg om het etiket te verwijderen."
Verbaast kwam luitenant Veerle nog een paar stappen dichterbij. Ze was de recente uitbarsting van luitenant Stijn nog niet vergeten.
"Maar dan heeft Nitro zich vergist."
"Het overkomt hem wel eens vaker", reageerde Wick onverschillig.
"Hij is je vast gaan rapporteren."
Wick keek haar hoofdschuddend aan.
"Misschien is het je nog niet opgevallen, maar er lopen geen admiraals meer rond die al een woedeuitbarsting krijgen als je uniform een vlek of een kreukel vertoont."
"Luitenant Diana zal denken dat je dronken op je post bent."
"Heb je iets op mijn werk aan te merken?"
Ze schudde het hoofd.
"Wat maakt het je dan uit wat anderen over mij denken? Jij weet toch beter?"
Hij boog zich weer over de kaart alsof het hiermee voor hem was afgehandeld. Nadia overhandigde de fles aan Talitha. Zij begreep de zorgen van luitenant Veerle wel degelijk.
"Ga maar snel achter Stijn aan. Misschien bereik je hem nog voor hij Diana heeft gevonden. Ik neem het hier zolang voor je waar"
Ze wachtte tot de jonge vrouw de brug had verlaten. Ouder dan Rosalinda zag de officier er uit alsof ze bij haar dochter op de schoolbanken thuis hoorde.
"Ze heeft gelijk. We laten onze indruk over mensen door anderen beïnvloeden."
"Het klinkt alsof je er ervaring mee hebt. Het spijt me dan voor je."
Het was voor haar onbegrijpelijk waarom hij zich er niet om bekommerde.
"Ik raakte zwanger toen ik zo oud was als Rosalinda en nu maak ik me zorgen dat het haar ook zal overkomen."
Pas nu had ze zijn aandacht weten te trekken door zich meer bloot te geven dan ze ooit eerder had gedaan tegenover een nog praktisch vreemde.
"Over mij gingen ook vele verhalen rond", ging ze verder, "Zelfs familieleden begonnen me te mijden. Ik ging van school af en voedde mijn dochter vrijwel alleen op."
"En de vader?"
"Hij wilde niets meer met mij of zijn kind te maken hebben."
Nadia zag hem even naar Talitha kijken. Ze streelde het hoofd van haar jongste dochter.
"Talitha kwam voort uit een andere relatie, maar dat is na elf jaar helaas nu ook voorbij. Ik wilde na de reis aan boord van Cloud 3 een nieuwe start met mijn leven maken."
"Je moet toegeven dat dit is gelukt."
Ze begon te lachen tot het geluid van naderende voetstappen haar deed omkijken. Luitenant Stijn arriveerde, direct gevolgd door luitenant Veerle. Hij wierp een bloeddorstige blik in de richting van Wick en de plotseling weer verschenen fles in zijn hand. Achter zijn rug zag Nadia luitenant Veerle haar duim opsteken. Wick leek niets van dit alles op te merken. Hij had zich weer over de kaart op de tafel gebogen. Nadia legde een hand op de kaart om hem te dwingen haar aan te kijken.
"Er zijn hier genoeg mensen aan boord die het niet onverschillig laat hoe mensen over je denken."
Hij knikte.
"Dankje."
Hij had het zacht gezegd, maar luitenant Veerle had de betekenis ervan van zijn lippen af kunnen lezen. Het gaf haar een tevreden gevoel.
"Koers 524 camon 386", beveelde Wick op luidere toon.
Deze koers moest hen naar een ander wrakkenveld boven Virgon brengen. Een verkenningsvlucht met de raptor had patrouillerende raiders boven de uitgestrekte bossen van de planeet gesignaleerd. Wick vermoedde dat daar de overlevenden van de nucleaire bombardementen op de steden en militaire bases naar toe waren gevlucht. Opgejaagd door centurions. Als de mensen zouden slagen om aan deze mechanische vijanden te ontkomen dan zouden ze zonder medische hulp spoedig aan de vrij gekomen radioactieve straling komen te overlijden, maar Wick gokte erop dat ze de Cylons nog lang genoeg bezig zouden houden.
Virgon
De ruimte boven deze kolonie was de locatie waar de koloniale vloot voor het laatst strijd had geleverde met een overmacht aan basestars. Het uitgestrekte slagveld bewees de mensen aan boord van het vrachtschip hoe eenzijdig de slag was verlopen met de overal zichtbaar de stuurloze wrakken van battlestars of delen ervan en daar tussen ontelbare hoeveelheden vipers en raptors. Vermangeld door een superieure vijand.
Met de eerder opgedane ervaring trokken de bemanningsleden van de Tormen met een zekere berusting hun luchtdichte pakken aan om zich naar buiten te begeven. Ook nu weer was er een boodschappenlijst waarmee de mensen aan de gang gingen. Vooral Hendrik bleek naar het nodige materiaal op zoek te zijn om zijn plannen te kunnen realiseren terwijl Wick zich meer om de afnemende voorraden aan boord bekommerde en de militairen bijna extatisch werden toen ze een gedeeltelijk geplette raket in een lanceerbuis ontdekten met een nog functionele nucleaire gevechtskop. Het kon natuurlijk niet onopgemerkt blijven doorgaan. Op de brug sprong luitenant Veerle op alsof ze door een bij was gestoken. Ze trok de microfoon naar zich toe.
"Conditie één voor het gehele schip. Ik herhaal conditie één voor het gehele schip."
"Wat bedoel je?", vroeg Loyd geschrokken.
"Een basestar", schreeuwde ze naar de professor.
Toevallig had de oudere man dit moment uitgezocht om de aanwezige mensen op de brug met een bezoek te vereren. Luitenant Reitze stormde langs hem heen. Hulpeloos keek de oudere man om zich heen. Onbekend met de militaire aanduiding voor het grote gevaar waarin ze verkeerden. De geringe afmetingen van het vrachtschip, waardoor ze minder voorraden aan boord konden nemen dan Wick wenste, bleken het schip en de opvarenden voor een zekere vernietiging te behoeden. Reitze manoeuvreerde de Tormen achter het door midden gebroken wrak van een battlestar. Hier werd bewezen dat de wijze waarop de koloniale marine haar oorlogsschepen liet ontwerpen gericht was op het overleven van meerdere inslagen. De als battlestar functionerend schild sidderde onder de explosies. Een aantal raketten vlogen langs het wrak en de daar achter schuil gaande Tormen heen. Tegen de tijd dat Wick de brug bereikte onthulden de van de koloniale marine 'geleende' apparatuur een dreiging waar tegen deze battlestar hen niet langer meer kon beschermen.
"We hebben een nucleair alarm", schreeuwde Reitze en keek met een verwilderd gezicht om zich heen.
Loyd staarde naar de sleutel in de hand van luitenant Veerle terwijl ze met de andere hand nog allerlei toetsknoppen indrukte.
"Schiet toch op", smeekte Loyd haar.
"Bijna klaar", zei ze.
Luitenant Reitze telde hardop de seconden af.
"Zijn alle mensen aan boord?"
"Doe het", schreeuwden Loyd en Reitze gelijktijdig.
Ze draaide de sleutel om en sloot haar ogen. Een secondelang vreesde luitenant Veerle dat de door haar gestelde vraag hen allen noodlottig zou worden.
Een verblindende vuurbal dijde razendsnel uit en verslond het wrak van de battlestar als een alles verterend monster van dodelijke straling en vuur.
Luitenant Veerle opende haar donkere ogen. Ze zag de professor naast haar stoel staan voor hij haar omarmde op een manier die haar bijna naar adem deed happen zo stevig als hij tegen zich aandrukte.
"Zijn het ongewenste intimiteiten of zie ik hier iets moois opbloeien?"
De professor maakte zich met een rood gezicht van de jonge vrouw los en streek haastig de kreukels van zijn pak glad. Geamuseerd kwam Wick verder de brug oplopen.
"Iedereen is aan boord", verklaarde hij.
Hij had een koker bij zich waaruit hij een aantal kaarten haalde om te bekijken of ze van nut konden zijn bij de volgende fase van de reis naar Kobol. Praktisch als altijd.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
Diep in de ruimte
Het had een gedenkwaardig moment moeten zijn voor de bemanningsleden van de Tormen. Deze meevaller waar niemand van hen nog meer op had gerekend terwijl ze op zoek waren naar het mystieke Kobol. Bij toeval hadden ze een konvooi schepen van de Twaalf Koloniën ontdekt. Van de vreugdevolle stemming waar iedereen aan boord in verkeerde was echter spoedig geen enkel spoor meer te bekennen. Iemand was hen voor geweest. Er wachtte hen geen hartelijk welkom. In plaats daarvan durfde geen enkele militair een stap aan boord van één van deze vijftien schepen te zetten. Twijfelden de burgers gevolg te geven aan de vele smeekbedes die hen bereikten en durfden eveneens het schip niet te verlaten.
Luitenant Stijn en Wick liepen door de gang op zoek naar luitenant Diana. Ze troffen haar aan in een personeelsverblijf waar luitenant Stijn met zijn gebruikelijke hartelijkheid iedereen met een snauw weg stuurde, voor hij de deur dicht deed en vergrendelde. Bezorgd gade geslagen door luitenant Diana. Ze had nog niet eerder mee gemaakt dat deze twee mannen langdurig met elkaar konden samenwerken.
"Ben je het met me eens dat we deze mensen nul komma nul te bieden hebben als we onze eigen bemanning niets te kort willen doen?", vroeg Wick. Hij was altijd iemand die meteen ter zake kwam.
"Ik weet het", antwoordde ze met haar ogen op de vloer gericht en spijt in haar zachte stem. Het schrijnende verhaal van de overlevenden had de spanning aan boord tussen de militairen en burgers tot een absoluut hoogtepunt gebracht. De bemanning van de battlestar Pegasus had de schepen gestript voor onderdelen, de voorraden geplunderd en tenslotte zelfs mensen geronseld, waarbij tot haar afschuw geen geweld was geschuwd.
Wick wisselde een snelle blik met luitenant Stijn en zag deze knikken.
"Het waterrecyclingsysteem van de Pegasus functioneert zo goed dat admiraal Caïn de scheepsbemanningen en passagiers hun water heeft laten behouden."
Diana hief het hoofd op.
"Waarom vertel je me dit?"
Wick beet op zijn onderlip.
"Laten we hen het water behouden, Artemis?", vroeg luitenant Stijn, bang dat de shuttlepiloot toch was gaan twijfelen waarom ze waren gekomen en daarom nu zweeg.
Ze staarde de officier onthutst aan.
"Jullie willen hen ook nog het water afpakken?"
Zuchtend hief Wick een hand op om iedereen tot zwijgen te brengen. Hij had naar de juiste woorden gezocht toen hij de marineofficier de vraag hoorde stellen die hij nog bezig was in zijn hoofd te formuleren.
"Niet alles, maar we weten niet hoelang het zal duren voor een makkelijke gelegenheid als deze zich weer voort doet. Als het ooit nog gebeurd."
"Een makkelijke gelegenheid? Is dat jullie rechtvaardiging voor het stelen van hun water?"
"Een watertank aftappen verloopt makkelijker dan dat we het ergens van een planeet moeten halen," mompelde luitenant Stijn met zijn armen over elkaar.
Ontzet klopte Diana zich op de borst.
"Ik ben geen admiraal Caïn."
"Zij zullen hier sterven, maar ons leven kan van dat water afhangen", zei Wick.
"Jij weet dat niet zeker."
"Ja, dat weet ik wel", antwoordde de shuttlepiloot kalm.
Ze schudde heftig het hoofd. "Ik ben geen admiraal Caïn. Hier werk ik niet aan mee."
Teleurgesteld draaide luitenant Stijn zich om en liep naar de deur. Wick maakte echter geen aanstalten om hem te volgen.
"Werk je ons tegen als we dit doorzetten?"
Luitenant Stijn draaide zich met een ruk om. Na een voor zijn gevoel eeuwig durend moment zag hij Artemis haar ogen neerslaan en op het dichtstbijzijnde bed neer ploffen. Langzaam draaide Wick zich om en begaf zich naar de deur waar hij bleef staan.
"Zodra we deze deur uitlopen is er geen weg meer terug. Ik zal het je niet kwalijk nemen als je blijft. Bij haar."
Het verwonderde luitenant Stijn hoe vastbesloten deze burger was om te doen wat nodig was, maar toch nog bereid was om hem een uitweg te bieden. Hij ontgrendelde de deur en hield deze open.
"Na jou, Wick."
Het was de eerste maal dat hij de shuttlepiloot enige hoffelijkheid toonde. De ECO wierp nog een blik op luitenant Diana voor hij resoluut de gang op stapte. Zonder te zien dat ze weer het hoofd had opgeheven. Diana keek de beide mannen na. De twee hadden hetzelfde doel voor ogen en daarvoor waren ze bereid alle grenzen te overschrijden waarvoor ze in het verleden ongetwijfeld zouden zijn terug gedeinsd. Samen vormden ze een formidabel team en ze wist het. De watertanks van het vrachtschip Tormen zouden spoedig weer tot de rand zijn gevuld. Alleen zouden ze dan moeten leven met de prijs die hieraan verbonden was.
licht vrachtschip Tormen
Luitenant Veerle keek geschrokken naar het scherm. Aan de rand ervan was een bewegend object waar te nemen. De uitgezonden gecodeerde stralen van de DRADIS bleven onbeantwoord. Het betekende dat het onbekende of vijandelijke objecten waren. Onder de huidige omstandigheden gingen ze eenvoudig van het laatste uit.
"DRADIS."
Het ene ongeïdentificeerde contact waar ze naar keek kreeg al heel snel gezelschap en in grote getallen koersten de raiders op het konvooi af.
"Conditie één voor het gehele schip. Ik herhaal, conditie één voor het gehele schip."
Luitenant Diana keek eveneens geschrokken, maar hervond bijna direct weer haar kalmte terwijl ze de stoel voor de piloot bemande. Overal aan boord haastte bemanningsleden zich naar hun posten. Weinigen van hen hadden ook daadwerkelijk een taak, maar ze moesten klaar staan voor het geval dat het werkelijk nodig werd.
"Start de FTL op en waarschuw de tanker."
Ze had onbewogen toegekeken hoe de tanker de buitenste rij schepen was genaderd om zonder toestemming vast te koppelen aan de romp van het vrachtschip Scylla. De kapitein had eerst nog enkele dreigementen geuit voor hij hen was gaan smeken om het water te mogen behouden voor de mensen die nog aan boord verbleven. Na een zwak excuus te hebben gemompeld had ze de brug verlaten. Wick en Nitro waren doof voor de smeekbede gebleven en spoedig met de eerste lading water teruggekeerd. Luitenant Diana was onderweg Nadia met een volle wasmand tegen gekomen. De vrouw had van de gelegenheid gebruik gemaakt om alle kleren te wassen. Ze had Marlieke en Patricia opgetogen horen praten dat ze voor het eerst lang onder de douche konden blijven staan zonder zich om de rantsoenering te hoeven bekommeren. Tot haar opluchting had ze in de ziekenboeg wel een gelijkgestemde aan getroffen. De professor had haar treurig aan gekeken.
"Ik haat me zelf", had Loyd tegen haar gezegd.
"Waarom?"
"Ik keurde het plan af, heb er tegen geprotesteerd toen ze het met ons deelden, maar ik heb wel mijn kleren aan Nadia mee gegeven om uit te laten wassen."
Ze had ook de grote bak gezien die hij en Adanya bezig waren met warm water te vullen toen ze binnen stapte. Waarschijnlijk om een bad te kunnen nemen. Daarna was ze weer naar de brug terug gelopen, waar luitenant Veerle stilletjes bleek te huilen. Zwijgend was ze aan de tafel gaan staan om naar de rij monitoren te kijken. Op de DRADIS waren de vluchten van de tanker gemakkelijk te volgen. Na de Scylla was Wick op een ander schip af gevlogen. Bijna alsof hij deze nieuwe te dragen last voor de overlevenden eerlijk over het hele konvooi wilde verdelen. Hij nam de vluchtelingen meer af dan nodig was om alleen de watertanks aan te vullen. Luitenant Diana was zich er bewust van, maar deed er niets tegen. Na haar dienst zou ze zich tussen schone en fris ruikende beddenlakens te rusten kunnen leggen, zodra deze droog waren.
"Als ze niet opschieten worden ze achtergelaten", snauwde Diana.
Het was een aantrekkelijk idee om de tanker achter te laten en de inzittenden het lot van de vluchtelingen in het konvooi te laten delen, maar ze verwierp het weer even snel als het bij haar was opgekomen.
raptor 431
Vanuit de cockpit van de vast gekoppelde raptor keken de modellen zes naar de schepen in de verte.
"Mensen zijn tot alles in staat."
Lisha keek snel om zich heen, voor ze beaamde wat haar zuster had gezegd.
"Waarom kunnen ze niet gewoon ophouden me bestaan? Ze weten dat ze verloren hebben, maar toch klampen ze zich aan het leven vast."
"Zouden wij het zo makkelijk opgeven?", vroeg Lisha zich hardop af.
Stacey snoof minachtend.
"Je moet weten wanneer het voorbij is en voor de mensheid is het definitief voorbij."
Zwijgend keek Lisa voor zich uit. Ze hadden nog geen contact met de Cylons kunnen opnemen zonder hun dekmantel in gevaar te brengen. Al hadden ze met de uit de raider meegenomen transponder wel hun soortgenoten kunnen helpen bij het vinden van deze voor hen onbekend gebleven groep overlevenden. Met een beetje geluk kruisten ze ook het pad van de battlestar Pegasus, waarvan ze inmiddels tot hun schade hadden ondervonden dat deze nog steeds intact was. De bevelvoerende admiraal voerde korte en heftige aanvallen uit op de Cylon vloot, die steeds werden gevolgd door een snelle aftocht. Het bemoeilijkte de taak van de basestars om de grootste groep vluchtelingen met de escorterende battlestar Galactica uit te schakelen in ernstige mate.
"Daar heb je ze", zei Stacey.
Lisha zocht de ruimte af, maar ontdekte de naderende tanker pas nadat de raiders het vuur hadden geopend. Tegen de achtergrond van exploderende schepen stak de tanker als een duistere stip af, die snel in omvang toenam. Gespannen keken ze toe en wachtte af.
"Hij is een goede piloot", merkte Lisha op.
"Jammer dat hij het gaat redden."
De tanker minderde vaart, draaide scherp voor het toestel boven de lege lanceerbuis van de ontsnappingcapsule begon te dalen. Ze konden de concentratie van het gezicht van de piloot aflezen. Hij zou zich pas kunnen ontspannen na de landing. De raiders lanceerden een volgend salvo raketten. Een aantal daarvan waren op het vrachtschip Tormen gericht.
"We springen", mompelde Lisha.
"Ik ga hen vertellen hoe het navigatiesysteem werkt."
"Waarom?", vroeg Lisha verbaast.
"Als we ze niet helpen dan duurt het een eeuwigheid voor ze het gaan begrijpen en zolang wil ik niet aan boord van dit schip blijven. Over een paar weken begint het hier weer te stinken en loop ik rond met een droge mond."
Na enige aarzeling knikte Lisha instemmend. Om tegenstrijdige redenen besloten de Cylons de mensen bij hun zoektocht te gaan helpen.
licht vrachtschip Tormen
Er was geen heldenontvangst en dat verwachtte Wick ook niet. De dood zoveel mensen, zelfs deze onbekenden, overschaduwde elke geslaagde bevoorrading. Hij was dan ook blij toen luitenant Diana direct over ging tot de orde van de dag, met twee wijzigingen. Ze zouden nu ook uitkijken naar de Pegasus en proberen deze battlestar te vermijden terwijl de zoektocht naar Kobol werd voort gezet. De tweede en belangrijkere wijziging bestond uit de geplande testvlucht met de zware raider. Verscheidene mensen hadden verschillende van elkaar afwijkende theorieën ontwikkeld over de capaciteiten van de Cylon technologie. De militairen leken ze op gelijke waarde in te schatten en Hendrik bijvoorbeeld achtte ze superieur aan alles waar de koloniale marine over beschikte. Het werd tijd om deze in de praktijk te gaan toetsen. Als ze werkelijk zo veelbelovend waren als sommigen dachten dan zou de zware raider actief in gebruik worden genomen.
"Alleen militair personeel, voorlopig."
Uit de mond van de shuttlepiloot rolde geen enkel protest.
Het had een gedenkwaardig moment moeten zijn voor de bemanningsleden van de Tormen. Deze meevaller waar niemand van hen nog meer op had gerekend terwijl ze op zoek waren naar het mystieke Kobol. Bij toeval hadden ze een konvooi schepen van de Twaalf Koloniën ontdekt. Van de vreugdevolle stemming waar iedereen aan boord in verkeerde was echter spoedig geen enkel spoor meer te bekennen. Iemand was hen voor geweest. Er wachtte hen geen hartelijk welkom. In plaats daarvan durfde geen enkele militair een stap aan boord van één van deze vijftien schepen te zetten. Twijfelden de burgers gevolg te geven aan de vele smeekbedes die hen bereikten en durfden eveneens het schip niet te verlaten.
Luitenant Stijn en Wick liepen door de gang op zoek naar luitenant Diana. Ze troffen haar aan in een personeelsverblijf waar luitenant Stijn met zijn gebruikelijke hartelijkheid iedereen met een snauw weg stuurde, voor hij de deur dicht deed en vergrendelde. Bezorgd gade geslagen door luitenant Diana. Ze had nog niet eerder mee gemaakt dat deze twee mannen langdurig met elkaar konden samenwerken.
"Ben je het met me eens dat we deze mensen nul komma nul te bieden hebben als we onze eigen bemanning niets te kort willen doen?", vroeg Wick. Hij was altijd iemand die meteen ter zake kwam.
"Ik weet het", antwoordde ze met haar ogen op de vloer gericht en spijt in haar zachte stem. Het schrijnende verhaal van de overlevenden had de spanning aan boord tussen de militairen en burgers tot een absoluut hoogtepunt gebracht. De bemanning van de battlestar Pegasus had de schepen gestript voor onderdelen, de voorraden geplunderd en tenslotte zelfs mensen geronseld, waarbij tot haar afschuw geen geweld was geschuwd.
Wick wisselde een snelle blik met luitenant Stijn en zag deze knikken.
"Het waterrecyclingsysteem van de Pegasus functioneert zo goed dat admiraal Caïn de scheepsbemanningen en passagiers hun water heeft laten behouden."
Diana hief het hoofd op.
"Waarom vertel je me dit?"
Wick beet op zijn onderlip.
"Laten we hen het water behouden, Artemis?", vroeg luitenant Stijn, bang dat de shuttlepiloot toch was gaan twijfelen waarom ze waren gekomen en daarom nu zweeg.
Ze staarde de officier onthutst aan.
"Jullie willen hen ook nog het water afpakken?"
Zuchtend hief Wick een hand op om iedereen tot zwijgen te brengen. Hij had naar de juiste woorden gezocht toen hij de marineofficier de vraag hoorde stellen die hij nog bezig was in zijn hoofd te formuleren.
"Niet alles, maar we weten niet hoelang het zal duren voor een makkelijke gelegenheid als deze zich weer voort doet. Als het ooit nog gebeurd."
"Een makkelijke gelegenheid? Is dat jullie rechtvaardiging voor het stelen van hun water?"
"Een watertank aftappen verloopt makkelijker dan dat we het ergens van een planeet moeten halen," mompelde luitenant Stijn met zijn armen over elkaar.
Ontzet klopte Diana zich op de borst.
"Ik ben geen admiraal Caïn."
"Zij zullen hier sterven, maar ons leven kan van dat water afhangen", zei Wick.
"Jij weet dat niet zeker."
"Ja, dat weet ik wel", antwoordde de shuttlepiloot kalm.
Ze schudde heftig het hoofd. "Ik ben geen admiraal Caïn. Hier werk ik niet aan mee."
Teleurgesteld draaide luitenant Stijn zich om en liep naar de deur. Wick maakte echter geen aanstalten om hem te volgen.
"Werk je ons tegen als we dit doorzetten?"
Luitenant Stijn draaide zich met een ruk om. Na een voor zijn gevoel eeuwig durend moment zag hij Artemis haar ogen neerslaan en op het dichtstbijzijnde bed neer ploffen. Langzaam draaide Wick zich om en begaf zich naar de deur waar hij bleef staan.
"Zodra we deze deur uitlopen is er geen weg meer terug. Ik zal het je niet kwalijk nemen als je blijft. Bij haar."
Het verwonderde luitenant Stijn hoe vastbesloten deze burger was om te doen wat nodig was, maar toch nog bereid was om hem een uitweg te bieden. Hij ontgrendelde de deur en hield deze open.
"Na jou, Wick."
Het was de eerste maal dat hij de shuttlepiloot enige hoffelijkheid toonde. De ECO wierp nog een blik op luitenant Diana voor hij resoluut de gang op stapte. Zonder te zien dat ze weer het hoofd had opgeheven. Diana keek de beide mannen na. De twee hadden hetzelfde doel voor ogen en daarvoor waren ze bereid alle grenzen te overschrijden waarvoor ze in het verleden ongetwijfeld zouden zijn terug gedeinsd. Samen vormden ze een formidabel team en ze wist het. De watertanks van het vrachtschip Tormen zouden spoedig weer tot de rand zijn gevuld. Alleen zouden ze dan moeten leven met de prijs die hieraan verbonden was.
licht vrachtschip Tormen
Luitenant Veerle keek geschrokken naar het scherm. Aan de rand ervan was een bewegend object waar te nemen. De uitgezonden gecodeerde stralen van de DRADIS bleven onbeantwoord. Het betekende dat het onbekende of vijandelijke objecten waren. Onder de huidige omstandigheden gingen ze eenvoudig van het laatste uit.
"DRADIS."
Het ene ongeïdentificeerde contact waar ze naar keek kreeg al heel snel gezelschap en in grote getallen koersten de raiders op het konvooi af.
"Conditie één voor het gehele schip. Ik herhaal, conditie één voor het gehele schip."
Luitenant Diana keek eveneens geschrokken, maar hervond bijna direct weer haar kalmte terwijl ze de stoel voor de piloot bemande. Overal aan boord haastte bemanningsleden zich naar hun posten. Weinigen van hen hadden ook daadwerkelijk een taak, maar ze moesten klaar staan voor het geval dat het werkelijk nodig werd.
"Start de FTL op en waarschuw de tanker."
Ze had onbewogen toegekeken hoe de tanker de buitenste rij schepen was genaderd om zonder toestemming vast te koppelen aan de romp van het vrachtschip Scylla. De kapitein had eerst nog enkele dreigementen geuit voor hij hen was gaan smeken om het water te mogen behouden voor de mensen die nog aan boord verbleven. Na een zwak excuus te hebben gemompeld had ze de brug verlaten. Wick en Nitro waren doof voor de smeekbede gebleven en spoedig met de eerste lading water teruggekeerd. Luitenant Diana was onderweg Nadia met een volle wasmand tegen gekomen. De vrouw had van de gelegenheid gebruik gemaakt om alle kleren te wassen. Ze had Marlieke en Patricia opgetogen horen praten dat ze voor het eerst lang onder de douche konden blijven staan zonder zich om de rantsoenering te hoeven bekommeren. Tot haar opluchting had ze in de ziekenboeg wel een gelijkgestemde aan getroffen. De professor had haar treurig aan gekeken.
"Ik haat me zelf", had Loyd tegen haar gezegd.
"Waarom?"
"Ik keurde het plan af, heb er tegen geprotesteerd toen ze het met ons deelden, maar ik heb wel mijn kleren aan Nadia mee gegeven om uit te laten wassen."
Ze had ook de grote bak gezien die hij en Adanya bezig waren met warm water te vullen toen ze binnen stapte. Waarschijnlijk om een bad te kunnen nemen. Daarna was ze weer naar de brug terug gelopen, waar luitenant Veerle stilletjes bleek te huilen. Zwijgend was ze aan de tafel gaan staan om naar de rij monitoren te kijken. Op de DRADIS waren de vluchten van de tanker gemakkelijk te volgen. Na de Scylla was Wick op een ander schip af gevlogen. Bijna alsof hij deze nieuwe te dragen last voor de overlevenden eerlijk over het hele konvooi wilde verdelen. Hij nam de vluchtelingen meer af dan nodig was om alleen de watertanks aan te vullen. Luitenant Diana was zich er bewust van, maar deed er niets tegen. Na haar dienst zou ze zich tussen schone en fris ruikende beddenlakens te rusten kunnen leggen, zodra deze droog waren.
"Als ze niet opschieten worden ze achtergelaten", snauwde Diana.
Het was een aantrekkelijk idee om de tanker achter te laten en de inzittenden het lot van de vluchtelingen in het konvooi te laten delen, maar ze verwierp het weer even snel als het bij haar was opgekomen.
raptor 431
Vanuit de cockpit van de vast gekoppelde raptor keken de modellen zes naar de schepen in de verte.
"Mensen zijn tot alles in staat."
Lisha keek snel om zich heen, voor ze beaamde wat haar zuster had gezegd.
"Waarom kunnen ze niet gewoon ophouden me bestaan? Ze weten dat ze verloren hebben, maar toch klampen ze zich aan het leven vast."
"Zouden wij het zo makkelijk opgeven?", vroeg Lisha zich hardop af.
Stacey snoof minachtend.
"Je moet weten wanneer het voorbij is en voor de mensheid is het definitief voorbij."
Zwijgend keek Lisa voor zich uit. Ze hadden nog geen contact met de Cylons kunnen opnemen zonder hun dekmantel in gevaar te brengen. Al hadden ze met de uit de raider meegenomen transponder wel hun soortgenoten kunnen helpen bij het vinden van deze voor hen onbekend gebleven groep overlevenden. Met een beetje geluk kruisten ze ook het pad van de battlestar Pegasus, waarvan ze inmiddels tot hun schade hadden ondervonden dat deze nog steeds intact was. De bevelvoerende admiraal voerde korte en heftige aanvallen uit op de Cylon vloot, die steeds werden gevolgd door een snelle aftocht. Het bemoeilijkte de taak van de basestars om de grootste groep vluchtelingen met de escorterende battlestar Galactica uit te schakelen in ernstige mate.
"Daar heb je ze", zei Stacey.
Lisha zocht de ruimte af, maar ontdekte de naderende tanker pas nadat de raiders het vuur hadden geopend. Tegen de achtergrond van exploderende schepen stak de tanker als een duistere stip af, die snel in omvang toenam. Gespannen keken ze toe en wachtte af.
"Hij is een goede piloot", merkte Lisha op.
"Jammer dat hij het gaat redden."
De tanker minderde vaart, draaide scherp voor het toestel boven de lege lanceerbuis van de ontsnappingcapsule begon te dalen. Ze konden de concentratie van het gezicht van de piloot aflezen. Hij zou zich pas kunnen ontspannen na de landing. De raiders lanceerden een volgend salvo raketten. Een aantal daarvan waren op het vrachtschip Tormen gericht.
"We springen", mompelde Lisha.
"Ik ga hen vertellen hoe het navigatiesysteem werkt."
"Waarom?", vroeg Lisha verbaast.
"Als we ze niet helpen dan duurt het een eeuwigheid voor ze het gaan begrijpen en zolang wil ik niet aan boord van dit schip blijven. Over een paar weken begint het hier weer te stinken en loop ik rond met een droge mond."
Na enige aarzeling knikte Lisha instemmend. Om tegenstrijdige redenen besloten de Cylons de mensen bij hun zoektocht te gaan helpen.
licht vrachtschip Tormen
Er was geen heldenontvangst en dat verwachtte Wick ook niet. De dood zoveel mensen, zelfs deze onbekenden, overschaduwde elke geslaagde bevoorrading. Hij was dan ook blij toen luitenant Diana direct over ging tot de orde van de dag, met twee wijzigingen. Ze zouden nu ook uitkijken naar de Pegasus en proberen deze battlestar te vermijden terwijl de zoektocht naar Kobol werd voort gezet. De tweede en belangrijkere wijziging bestond uit de geplande testvlucht met de zware raider. Verscheidene mensen hadden verschillende van elkaar afwijkende theorieën ontwikkeld over de capaciteiten van de Cylon technologie. De militairen leken ze op gelijke waarde in te schatten en Hendrik bijvoorbeeld achtte ze superieur aan alles waar de koloniale marine over beschikte. Het werd tijd om deze in de praktijk te gaan toetsen. Als ze werkelijk zo veelbelovend waren als sommigen dachten dan zou de zware raider actief in gebruik worden genomen.
"Alleen militair personeel, voorlopig."
Uit de mond van de shuttlepiloot rolde geen enkel protest.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
licht vrachtschip Tormen
Puzzelend tuurde Stacey naar het scherm. Zover als het alziende oog van DRADIS reikte was het scherm leeg, maar daar vlak buiten bevond zich iets. De sensoren registreerden het zo nu en dan als het zich te dichtbij waagde. Het had de omvang van een raider. Het was al kort na het activeren van de verborgen transponder verschenen, waardoor Stacey het vermoeden had gekregen dat er een basestar in de nabijheid was. Het vooruitzicht om weer spoedig te midden van haar soortgenoten te zijn maakte de Cylon blij. Tot het signaal voor langere tijd van het scherm was verdwenen en een aanval op het schip om voor haar onduidelijke redenen werd uitgesteld. De op en neer lopende luitenant Diana was het nog ontgaan dat het schip werd gevolgd. Het signaal verscheen weer op de rand. Stacey wierp een blik op de vrouwelijke officier.
Boven het hoofd van Diana waren meerdere monitoren opgehangen waarop de achtervolger eveneens was te zien. De luitenant had het echter te druk met het voor haar open geslagen boek van Pythia. Het boek moest al decennia in de familie van Adanya zijn zo oud als het eruit zag. Voorzichtig om geen scheuren te veroorzaken sloeg ze bladzijde voor bladzijde om. Ze zocht naar informatie waaruit ze de locatie van Kobol kon afleiden. Ze hief het hoofd op, bespeurde geen verandering op de schermen en zette haar zoektocht voort.
Nadia knipoogde naar haar jongste dochter voor Hendrik haar rond draaide in de kantine. Alle tafels en stoelen waren aan de kant geschoven en dansende mensen hadden de ontstane ruimte in gebruik genomen. Talitha zwaaide met haar armen op de maat van muziek terwijl Lisha het meisje vast hield. De Cylon had zich onder de dansende mensen gemengd en deelde in de plezier die de bemanning beleefde. De alleen maar klassieke dansen kennende Hendrik wist zich met Nadia even goed te vermaken als het wild bewegende duo Rosalinda en Patricia, terwijl ze allemaal naar dezelfde muziek luisterden. Hoofdschuddend keek luitenant Stijn in gezelschap van Wick vanaf de zijlijn naar deze vrolijke chaos. De shuttlepiloot kwam met een fles en twee mokken aanlopen. De ECO keek hoe de doorzichtige vloeistof uit de fles gutste.
"Zoiets was aan boord van de battlestar Athene ondenkbaar geweest."
"Gelukkig voor jou zijn we aan boord van de Tormen."
Wick wachtte met drinken tot hij de luitenant een slok zag nemen voor Stijn begon te proesten. Het gezicht van de marineofficier klaarde op.
"Wat is dat?", vroeg Stijn met zijn lippen smakkend.
"We hebben de beste distilleerderij van de Twaalf Koloniën hier aan boord. Laten we niets verspillen."
"Het smaakt verschrikkelijk."
Grijnzend keek Wick toe hoe de luitenant nog een slok nam.
"Vermaken we ons, heren?"
Adanya was bij hen komen staan. De mannen bevestigden het en keken verbaast toe hoe ze de mokken uit hun handen pakte om ergens neer te zetten.
"En nu gaan we ons echt vermaken."
"Hij is de beste danser van ons tweeën", beweerde Wick heel overtuigend terwijl hij naar de verbaasde Stijn wees. De man hief zijn handen in onschuld op en schudde heftig het hoofd.
"Ik heb nog nooit dansles gehad."
Na te hebben geluisterd naar de steeds fantasierijker wordende excuses van de mannen waarom ze hen het beste met rust kon laten, trok Adanya het tweetal tenslotte met zich mee de dansvloer op.
"Conditie één voor het gehele schip. Ik herhaal, conditie één voor het gehele schip."
"Gered door de Cylons", mompelde Wick. Hij had geen dienst, maar greep deze gelegenheid aan om de dansvloer meteen te kunnen verlaten. Gevolgd door Stijn en Rosalinda.
Lisha zette Talitha neer. Het meisje zocht meteen haar moeder op. De Cylon keek om zich heen en vroeg zich in stilte af of Stacey er iets mee te maken had.
Op de brug troffen ze een gecontroleerde chaos aan. Op een scherm boven de tafel konden ze bij binnenkomst meerdere signalen zien. De shuttlepiloot zag luitenant Diana de koers van het schip aanpassen. Stacey keek bewegingloos voor zich uit terwijl ze het op dit moment eigenlijk razenddruk moest hebben.
"Neem haar plaats in, Roos", beveelde hij, "Nitro, vertel me wat je ziet."
De luitenant deed nog enkele stappen naar de tafel met zijn ogen strak op het middelste scherm gericht.
"Tien ongeïdentificeerde signalen van beperkte omvang. Het zijn waarschijnlijk raiders."
"Blijf ze volgen. Roos?"
"De computers zijn uitgezet. Ik start ze opnieuw op."
"Ik weet niet wat ik gedaan heb, maar plotseling waren alle schermen zwart."
"Zonder te rapporteren?", schreeuwde Diana ontzet en boos tegelijk.
Achter haar rug was iets gebeurd dat tot een tragedie kon gaan leiden en ze was zich er tot de komst van Wick geen moment van bewust geweest.
"Het spijt me."
"Je had het moeten melden," schreeuwde Diana nu alleen nog maar boos.
Stacey voelde de hand van Wick op haar schouder.
"Ga naar je zus."
De hand verdween. Wick had alleen nog maar oog voor Rosalinda. Het opstarten was mislukt en het meisje begon naar de oorzaak ervan te zoeken. Stacey keek om, maar iedereen was te geconcentreerd op waar ze mee bezig waren om haar vertrek op te merken. Glimlachend verliet de Cylon de brug. Dankzij haar zouden de raiders het makkelijk krijgen.
"Frak. Ik snap niet hoe ze dit voor elkaar heeft gekregen."
"Ik vertel het je moeder als je nog eens frak zegt."
Hij zag het meisje op haar onderlip bijten. Nooit eerder had hij Rosalinda iets lelijks horen zeggen. Haar moeder mocht trots zijn.
"Nitro?"
Luisterend naar hoe snel de raiders hen naderden besefte Wick de hachelijkheid van de situatie waarin ze verkeerden.
"De computer start op", riep Rosalinda.
"Vertel het me zodra we kunnen springen, Roos."
Hij liep naar de tafel en schakelde de intercom in. Luitenant Stijn keek niet langer naar het scherm zodra hij de shuttlepiloot in de hoorn hoorde praten. Hij zag de in het niets starende blauwgrijze ogen op zich gericht.
"Hier spreekt Wick. Maak jullie gereed om het schip te verlaten. Luitenant Veerle zal met Marlieke in raptor vier drie één vertrekken. Luitenant Reitze met Stacey in raptor vier drie acht. Luitenant Diana met Patrick in de raider. Luitenant Stijn met Talitha in de tanker. Succes."
Wick hing de hoorn op en keek naar het meisje.
"Het spijt me, Roos. Jij blijft hier bij mij. We moeten proberen het schip te behouden."
Het meisje was bleek geworden. Overtuigd dat deze woorden haar doodvonnis inhielden. Misschien konden ze nog op het laatste moment raptor 876 bereiken, maar voor de te verrichten handelingen om ermee weg te komen zou eenvoudig de tijd ontbreken. In de hoeken van haar ogen welden tranen op. Het was meer dan hij verdragen kon. Wick draaide zich om en liep naar de bemande pilotenstoel.
"Ik ruil met haar", hoorde hij Nitro zeggen.
Luitenant Diana keek om en zag de shuttlepiloot eveneens omkijken.
"Jij vliegt met Talitha in de tanker."
"We kunnen met minder raptors vertrekken", hield Nitro vol.
"Negeer jij een bevel, luitenant?", snauwde Wick op barse toon.
De man ging automatisch rechter staan voor hij langzaam het hoofd schudde. In zijn leven bij de koloniale marine was hij gewend geraakt aan het opvolgen van bevelen. Hoe onzinnig deze soms ook waren geweest. Voor de eerste maal zolang hij het zich kon herinneren treuzelde luitenant Stijn. Het was Rosalinda die hem de keuze uit handen nam. Ze pakte zijn onderarm vast.
"Red mijn moeder en zusje."
Het was stil, tot zover je van een stilte kon praten op de brug met de draaiende ventilatoren van de computerapparatuur, elektronische geluiden en de geruststellend klinkende humnn waarmee DRADIS de ruimte om het schip met onzichtbare stralen aftaste.
"Ik zweer het", Nitro hief het hoofd op, "ik zweer het jullie."
Wick knikte en glimlachte zelfs. Naar Diana maakte hij slechts een beweging met zijn hoofd om haar van de brug te sturen. Ze bleef echter zitten.
"Je kan mij geen bevel geven", zei Artemis alsof ze luitenant Stijn in koppigheid wilde overtreffen.
Ze zag hem onverschillig zijn schouders ophalen.
"Je principes doen het voor mij."
Even keek ze hem strak aan voor ze haar gordel losmaakte en opstond. Als ze beiden bleven zouden er mensen een zinloze dood sterven.
"Vertrek voor het te laat is."
"Raptor acht zeven zes staat tot onze beschikking", zei Wick toonloos.
De houding van de shuttlepiloot vertelde haar genoeg. Hij gelooft het zelf niet.
"Beloof het me", drong ze aan.
Voor de eerste maal bracht hij de hand op de juiste wijze naar zijn hoofd. Ze ging in de houding staan om het saluut op gepaste wijze te beantwoorden. Beiden waren bewust dat ze afscheid van elkaar namen. Wick verbrak het oogcontact en controleerde de instrumenten voor hij de automatische piloot uitschakelde.
"Hoelang heb je nodig, Roos?"
"Elf minuten."
Hij wist dat het meisje haar uiterste best deed en geen enkele aansporing van zijn kant haar nog sneller kon laten werken. We hebben hooguit vijf minuten voor we binnen vuurbereik van de raiders zijn.
"Uitstekend."
raptor 431
Door de opening in de onderzijde van de raptor werden blikken aangereikt. Naast mensen werden ook in een snel tempo voorraden aan boord gebracht. De reeds aan boord van de raptor aanwezige mensen wachtte. Ze stonden, net als de overige toestellen, in verbinding met de brug. Luitenant Veerle was gereed om los te koppelen en van het schip op te stijgen. Marlieke had de coördinaten ingetoetst waarmee ze hen hier ver vandaan kon brengen. Rusteloos wachtte de bemanning tot Wick zijn falen zou toegeven.
"Als hij nog langer wacht dan moeten we in de buurt van het schip springen."
"En?", vroeg luitenant Veerle.
Verwonderd keek de vrouw naar haar vroeger leermeester.
"De romp zal daarbij zware schade oplopen", verduidelijkte ze.
"Het zal voor hen geen enkel verschil meer uitmaken."
Het duurde even voor de betekenis van deze woorden tot de programmeur was door gedrongen.
"Er is nog een raptor over", zei Marlieke zacht.
Luitenant Veerle bespaarde zich de moeite om hierop te reageren.
licht vrachtschip Tormen
Meer signalen waren op DRADIS verschenen. Het was ditmaal een nog grotere groep. Wick luisterde met een zekere berusting naar de melding van Rosalinda. Hij vloog al op vol vermogen en voerde het vermogen van de sub-lichtmotoren nog verder op tot bijna alle meters in het rood stonden.
"Ik ben nog maagd."
De onverwachtse bekentenis verdiepten de lijnen in het voorhoofd van de shuttlepiloot. Hij schakelde
"Je moeder zal vast blij zijn om dat te horen."
"Ik heb haar iets anders gezegd."
"Waarom?"
"Ze bleef er maar over doorgaan."
"Nadia had jouw leeftijd toen je geboren werd."
"Ik weet het." Rosalinda zuchtte diep. Ze had eigenlijk geen idee waarom ze tegen hem er over begonnen was. Haar handen bewogen zich snel boven het toetsenbord. De spoelen van de FTL waren zich nog aan het opwinden. Zonder dat dit gebeurt was ontbrak zelfs een extreem alternatief: het maken van een blinde sprong.
"Rosalinda?"
"Ja?"
"Blijf uit de buurt van Michel."
zware raider
Als enigen konden de inzittenden van de buit gemaakte en weer in gebruik genomen raider de achtervolgende toestellen zien naderen. Luitenant Diana herkende de naar voren gedraaide vleugelvorm van de jagers. Ze had deze voor de eerste maal boven Aquaria waargenomen. De jagers van de grotere groep hadden een andere vorm. Haar nog steeds bekend, maar dan van bezoeken aan het museum. Het ontwerp was van een decennia oudere oorsprong. Blijkbaar werden door de Cylons alle beschikbare middelen tegen de vijand ingezet. Aan deze gedachte kwam met vuurspuwende kanonnen een einde. Met een indrukwekkende demonstratie van wendbaarheid draaide de kleinere groep zich om en beantwoordde het vuur. Jagers van verschillende typen explodeerden. De formaties raakten verbroken. De gevleugelde toestellen draaiden om elkaar heen in een poging om elkaar in het vizier te krijgen.
tanker 27TB88
Luisterend naar het levendige verslag van luitenant Diana schudde Nitro verbaasd het hoofd. Het was alsof hij luisterde naar een reporter van de piramide-spelen. Het was onbegrijpelijk waarom de machines een onderlinge strijd leverden.
"Ik moet dronker zijn dan ik dacht."
"Heb jij gedronken?", vroeg een stem, alsof de dag des oordeels was aangebroken.
"Het waren maar een paar slokken", verdedigde luitenant Stijn zich met een schuldig gezicht, "en het gebeurde buiten dienst."
"Hoe kom jij aan drank?"
"Van de distilleerderij", onderbrak Wick, "laten we maken dat we hier weg komen voor de Cylons weer gaan beseffen dat ze nog steeds een gezamenlijke vijand hebben."
"Hebben wij een drankenstokerij aan boord?", vroeg luitenant Diana met een bijna overslaande stem.
"We springen", deelde Rosalinda mee.
Het volgende moment hadden ze de Cylons ver achter zich gelaten.
licht vrachtschip Tormen
Op de gang liep Lisha onrustig heen en weer. Na het verlaten van de raptor was ze direct naar de bergplaats gegaan, waar de Cylons de transponder voor de bemanning verborgen hielden. Ze had het apparaat uitgezet. Ongeduldig wachtte ze tot de officier en haar zuster waren uitgepraat. Zelfs op deze afstand kon ze elk woord van de reprimande van luitenant Diana horen.
"Het spijt me", verontschuldigde Stacey zich berouwvol, "ik dacht genoeg van luitenant Veerle te hebben geleerd om zelfstandig een sprong te kunnen maken."
Luitenant Diana nam het excuus met een knik in ontvangst.
"We hebben geluk gehad."
De Cylon beaamde het. Het was meer geluk dan de mensen verdiend hadden.
"Je zal vanaf nu alleen nog onder onze toezicht de FTL bedienen tot wij overtuigd zijn dat je dit zelfstandig kan."
"Ja, mevrouw."
Stacey keek de luitenant na. Lisha was bij haar komen staan. De bemanning had geen afdoende verklaring voor waar ze getuigen van waren geweest, maar zij wel.
"Het moeten de Guardians zijn geweest", fluisterde ze Stacey toe.
Na het einde van de eerste oorlog met de mensen waren deze centurions met de eerste hybride verdwenen. De basestar was met onbekende bestemming vertrokken. Voor de achtergebleven Cylons waren ze een legende geworden. De bijna als antiek beschouwde jagers bleken in de metalen handen van de verouderde, maar ervaren centurions nog steeds te voldoen.
"Ik weet het."
"Zonder deze mensen zouden we het nooit geweten hebben of ze er nog waren."
Zuchtend keek Stacey haar zuster aan.
"Je begint aan ze gehecht te raken."
"De persoonlijkheden aan boord intrigeren me."
"Ik had nooit moeten voorstellen om ons als gevangenen voor te doen. We zouden met de centurions een goede kans hebben gemaakt om hen te overmeesteren."
"En als we hadden gefaald?", wierp Lisha tegen.
"Dan hadden we nu niet tegen het deprimerende interieur van het schip aan te hoeven kijken. Het is elke dag weer hetzelfde."
"We zullen ons moeten aanpassen. Net als zij."
Stacey liep boos weg.
Puzzelend tuurde Stacey naar het scherm. Zover als het alziende oog van DRADIS reikte was het scherm leeg, maar daar vlak buiten bevond zich iets. De sensoren registreerden het zo nu en dan als het zich te dichtbij waagde. Het had de omvang van een raider. Het was al kort na het activeren van de verborgen transponder verschenen, waardoor Stacey het vermoeden had gekregen dat er een basestar in de nabijheid was. Het vooruitzicht om weer spoedig te midden van haar soortgenoten te zijn maakte de Cylon blij. Tot het signaal voor langere tijd van het scherm was verdwenen en een aanval op het schip om voor haar onduidelijke redenen werd uitgesteld. De op en neer lopende luitenant Diana was het nog ontgaan dat het schip werd gevolgd. Het signaal verscheen weer op de rand. Stacey wierp een blik op de vrouwelijke officier.
Boven het hoofd van Diana waren meerdere monitoren opgehangen waarop de achtervolger eveneens was te zien. De luitenant had het echter te druk met het voor haar open geslagen boek van Pythia. Het boek moest al decennia in de familie van Adanya zijn zo oud als het eruit zag. Voorzichtig om geen scheuren te veroorzaken sloeg ze bladzijde voor bladzijde om. Ze zocht naar informatie waaruit ze de locatie van Kobol kon afleiden. Ze hief het hoofd op, bespeurde geen verandering op de schermen en zette haar zoektocht voort.
Nadia knipoogde naar haar jongste dochter voor Hendrik haar rond draaide in de kantine. Alle tafels en stoelen waren aan de kant geschoven en dansende mensen hadden de ontstane ruimte in gebruik genomen. Talitha zwaaide met haar armen op de maat van muziek terwijl Lisha het meisje vast hield. De Cylon had zich onder de dansende mensen gemengd en deelde in de plezier die de bemanning beleefde. De alleen maar klassieke dansen kennende Hendrik wist zich met Nadia even goed te vermaken als het wild bewegende duo Rosalinda en Patricia, terwijl ze allemaal naar dezelfde muziek luisterden. Hoofdschuddend keek luitenant Stijn in gezelschap van Wick vanaf de zijlijn naar deze vrolijke chaos. De shuttlepiloot kwam met een fles en twee mokken aanlopen. De ECO keek hoe de doorzichtige vloeistof uit de fles gutste.
"Zoiets was aan boord van de battlestar Athene ondenkbaar geweest."
"Gelukkig voor jou zijn we aan boord van de Tormen."
Wick wachtte met drinken tot hij de luitenant een slok zag nemen voor Stijn begon te proesten. Het gezicht van de marineofficier klaarde op.
"Wat is dat?", vroeg Stijn met zijn lippen smakkend.
"We hebben de beste distilleerderij van de Twaalf Koloniën hier aan boord. Laten we niets verspillen."
"Het smaakt verschrikkelijk."
Grijnzend keek Wick toe hoe de luitenant nog een slok nam.
"Vermaken we ons, heren?"
Adanya was bij hen komen staan. De mannen bevestigden het en keken verbaast toe hoe ze de mokken uit hun handen pakte om ergens neer te zetten.
"En nu gaan we ons echt vermaken."
"Hij is de beste danser van ons tweeën", beweerde Wick heel overtuigend terwijl hij naar de verbaasde Stijn wees. De man hief zijn handen in onschuld op en schudde heftig het hoofd.
"Ik heb nog nooit dansles gehad."
Na te hebben geluisterd naar de steeds fantasierijker wordende excuses van de mannen waarom ze hen het beste met rust kon laten, trok Adanya het tweetal tenslotte met zich mee de dansvloer op.
"Conditie één voor het gehele schip. Ik herhaal, conditie één voor het gehele schip."
"Gered door de Cylons", mompelde Wick. Hij had geen dienst, maar greep deze gelegenheid aan om de dansvloer meteen te kunnen verlaten. Gevolgd door Stijn en Rosalinda.
Lisha zette Talitha neer. Het meisje zocht meteen haar moeder op. De Cylon keek om zich heen en vroeg zich in stilte af of Stacey er iets mee te maken had.
Op de brug troffen ze een gecontroleerde chaos aan. Op een scherm boven de tafel konden ze bij binnenkomst meerdere signalen zien. De shuttlepiloot zag luitenant Diana de koers van het schip aanpassen. Stacey keek bewegingloos voor zich uit terwijl ze het op dit moment eigenlijk razenddruk moest hebben.
"Neem haar plaats in, Roos", beveelde hij, "Nitro, vertel me wat je ziet."
De luitenant deed nog enkele stappen naar de tafel met zijn ogen strak op het middelste scherm gericht.
"Tien ongeïdentificeerde signalen van beperkte omvang. Het zijn waarschijnlijk raiders."
"Blijf ze volgen. Roos?"
"De computers zijn uitgezet. Ik start ze opnieuw op."
"Ik weet niet wat ik gedaan heb, maar plotseling waren alle schermen zwart."
"Zonder te rapporteren?", schreeuwde Diana ontzet en boos tegelijk.
Achter haar rug was iets gebeurd dat tot een tragedie kon gaan leiden en ze was zich er tot de komst van Wick geen moment van bewust geweest.
"Het spijt me."
"Je had het moeten melden," schreeuwde Diana nu alleen nog maar boos.
Stacey voelde de hand van Wick op haar schouder.
"Ga naar je zus."
De hand verdween. Wick had alleen nog maar oog voor Rosalinda. Het opstarten was mislukt en het meisje begon naar de oorzaak ervan te zoeken. Stacey keek om, maar iedereen was te geconcentreerd op waar ze mee bezig waren om haar vertrek op te merken. Glimlachend verliet de Cylon de brug. Dankzij haar zouden de raiders het makkelijk krijgen.
"Frak. Ik snap niet hoe ze dit voor elkaar heeft gekregen."
"Ik vertel het je moeder als je nog eens frak zegt."
Hij zag het meisje op haar onderlip bijten. Nooit eerder had hij Rosalinda iets lelijks horen zeggen. Haar moeder mocht trots zijn.
"Nitro?"
Luisterend naar hoe snel de raiders hen naderden besefte Wick de hachelijkheid van de situatie waarin ze verkeerden.
"De computer start op", riep Rosalinda.
"Vertel het me zodra we kunnen springen, Roos."
Hij liep naar de tafel en schakelde de intercom in. Luitenant Stijn keek niet langer naar het scherm zodra hij de shuttlepiloot in de hoorn hoorde praten. Hij zag de in het niets starende blauwgrijze ogen op zich gericht.
"Hier spreekt Wick. Maak jullie gereed om het schip te verlaten. Luitenant Veerle zal met Marlieke in raptor vier drie één vertrekken. Luitenant Reitze met Stacey in raptor vier drie acht. Luitenant Diana met Patrick in de raider. Luitenant Stijn met Talitha in de tanker. Succes."
Wick hing de hoorn op en keek naar het meisje.
"Het spijt me, Roos. Jij blijft hier bij mij. We moeten proberen het schip te behouden."
Het meisje was bleek geworden. Overtuigd dat deze woorden haar doodvonnis inhielden. Misschien konden ze nog op het laatste moment raptor 876 bereiken, maar voor de te verrichten handelingen om ermee weg te komen zou eenvoudig de tijd ontbreken. In de hoeken van haar ogen welden tranen op. Het was meer dan hij verdragen kon. Wick draaide zich om en liep naar de bemande pilotenstoel.
"Ik ruil met haar", hoorde hij Nitro zeggen.
Luitenant Diana keek om en zag de shuttlepiloot eveneens omkijken.
"Jij vliegt met Talitha in de tanker."
"We kunnen met minder raptors vertrekken", hield Nitro vol.
"Negeer jij een bevel, luitenant?", snauwde Wick op barse toon.
De man ging automatisch rechter staan voor hij langzaam het hoofd schudde. In zijn leven bij de koloniale marine was hij gewend geraakt aan het opvolgen van bevelen. Hoe onzinnig deze soms ook waren geweest. Voor de eerste maal zolang hij het zich kon herinneren treuzelde luitenant Stijn. Het was Rosalinda die hem de keuze uit handen nam. Ze pakte zijn onderarm vast.
"Red mijn moeder en zusje."
Het was stil, tot zover je van een stilte kon praten op de brug met de draaiende ventilatoren van de computerapparatuur, elektronische geluiden en de geruststellend klinkende humnn waarmee DRADIS de ruimte om het schip met onzichtbare stralen aftaste.
"Ik zweer het", Nitro hief het hoofd op, "ik zweer het jullie."
Wick knikte en glimlachte zelfs. Naar Diana maakte hij slechts een beweging met zijn hoofd om haar van de brug te sturen. Ze bleef echter zitten.
"Je kan mij geen bevel geven", zei Artemis alsof ze luitenant Stijn in koppigheid wilde overtreffen.
Ze zag hem onverschillig zijn schouders ophalen.
"Je principes doen het voor mij."
Even keek ze hem strak aan voor ze haar gordel losmaakte en opstond. Als ze beiden bleven zouden er mensen een zinloze dood sterven.
"Vertrek voor het te laat is."
"Raptor acht zeven zes staat tot onze beschikking", zei Wick toonloos.
De houding van de shuttlepiloot vertelde haar genoeg. Hij gelooft het zelf niet.
"Beloof het me", drong ze aan.
Voor de eerste maal bracht hij de hand op de juiste wijze naar zijn hoofd. Ze ging in de houding staan om het saluut op gepaste wijze te beantwoorden. Beiden waren bewust dat ze afscheid van elkaar namen. Wick verbrak het oogcontact en controleerde de instrumenten voor hij de automatische piloot uitschakelde.
"Hoelang heb je nodig, Roos?"
"Elf minuten."
Hij wist dat het meisje haar uiterste best deed en geen enkele aansporing van zijn kant haar nog sneller kon laten werken. We hebben hooguit vijf minuten voor we binnen vuurbereik van de raiders zijn.
"Uitstekend."
raptor 431
Door de opening in de onderzijde van de raptor werden blikken aangereikt. Naast mensen werden ook in een snel tempo voorraden aan boord gebracht. De reeds aan boord van de raptor aanwezige mensen wachtte. Ze stonden, net als de overige toestellen, in verbinding met de brug. Luitenant Veerle was gereed om los te koppelen en van het schip op te stijgen. Marlieke had de coördinaten ingetoetst waarmee ze hen hier ver vandaan kon brengen. Rusteloos wachtte de bemanning tot Wick zijn falen zou toegeven.
"Als hij nog langer wacht dan moeten we in de buurt van het schip springen."
"En?", vroeg luitenant Veerle.
Verwonderd keek de vrouw naar haar vroeger leermeester.
"De romp zal daarbij zware schade oplopen", verduidelijkte ze.
"Het zal voor hen geen enkel verschil meer uitmaken."
Het duurde even voor de betekenis van deze woorden tot de programmeur was door gedrongen.
"Er is nog een raptor over", zei Marlieke zacht.
Luitenant Veerle bespaarde zich de moeite om hierop te reageren.
licht vrachtschip Tormen
Meer signalen waren op DRADIS verschenen. Het was ditmaal een nog grotere groep. Wick luisterde met een zekere berusting naar de melding van Rosalinda. Hij vloog al op vol vermogen en voerde het vermogen van de sub-lichtmotoren nog verder op tot bijna alle meters in het rood stonden.
"Ik ben nog maagd."
De onverwachtse bekentenis verdiepten de lijnen in het voorhoofd van de shuttlepiloot. Hij schakelde
"Je moeder zal vast blij zijn om dat te horen."
"Ik heb haar iets anders gezegd."
"Waarom?"
"Ze bleef er maar over doorgaan."
"Nadia had jouw leeftijd toen je geboren werd."
"Ik weet het." Rosalinda zuchtte diep. Ze had eigenlijk geen idee waarom ze tegen hem er over begonnen was. Haar handen bewogen zich snel boven het toetsenbord. De spoelen van de FTL waren zich nog aan het opwinden. Zonder dat dit gebeurt was ontbrak zelfs een extreem alternatief: het maken van een blinde sprong.
"Rosalinda?"
"Ja?"
"Blijf uit de buurt van Michel."
zware raider
Als enigen konden de inzittenden van de buit gemaakte en weer in gebruik genomen raider de achtervolgende toestellen zien naderen. Luitenant Diana herkende de naar voren gedraaide vleugelvorm van de jagers. Ze had deze voor de eerste maal boven Aquaria waargenomen. De jagers van de grotere groep hadden een andere vorm. Haar nog steeds bekend, maar dan van bezoeken aan het museum. Het ontwerp was van een decennia oudere oorsprong. Blijkbaar werden door de Cylons alle beschikbare middelen tegen de vijand ingezet. Aan deze gedachte kwam met vuurspuwende kanonnen een einde. Met een indrukwekkende demonstratie van wendbaarheid draaide de kleinere groep zich om en beantwoordde het vuur. Jagers van verschillende typen explodeerden. De formaties raakten verbroken. De gevleugelde toestellen draaiden om elkaar heen in een poging om elkaar in het vizier te krijgen.
tanker 27TB88
Luisterend naar het levendige verslag van luitenant Diana schudde Nitro verbaasd het hoofd. Het was alsof hij luisterde naar een reporter van de piramide-spelen. Het was onbegrijpelijk waarom de machines een onderlinge strijd leverden.
"Ik moet dronker zijn dan ik dacht."
"Heb jij gedronken?", vroeg een stem, alsof de dag des oordeels was aangebroken.
"Het waren maar een paar slokken", verdedigde luitenant Stijn zich met een schuldig gezicht, "en het gebeurde buiten dienst."
"Hoe kom jij aan drank?"
"Van de distilleerderij", onderbrak Wick, "laten we maken dat we hier weg komen voor de Cylons weer gaan beseffen dat ze nog steeds een gezamenlijke vijand hebben."
"Hebben wij een drankenstokerij aan boord?", vroeg luitenant Diana met een bijna overslaande stem.
"We springen", deelde Rosalinda mee.
Het volgende moment hadden ze de Cylons ver achter zich gelaten.
licht vrachtschip Tormen
Op de gang liep Lisha onrustig heen en weer. Na het verlaten van de raptor was ze direct naar de bergplaats gegaan, waar de Cylons de transponder voor de bemanning verborgen hielden. Ze had het apparaat uitgezet. Ongeduldig wachtte ze tot de officier en haar zuster waren uitgepraat. Zelfs op deze afstand kon ze elk woord van de reprimande van luitenant Diana horen.
"Het spijt me", verontschuldigde Stacey zich berouwvol, "ik dacht genoeg van luitenant Veerle te hebben geleerd om zelfstandig een sprong te kunnen maken."
Luitenant Diana nam het excuus met een knik in ontvangst.
"We hebben geluk gehad."
De Cylon beaamde het. Het was meer geluk dan de mensen verdiend hadden.
"Je zal vanaf nu alleen nog onder onze toezicht de FTL bedienen tot wij overtuigd zijn dat je dit zelfstandig kan."
"Ja, mevrouw."
Stacey keek de luitenant na. Lisha was bij haar komen staan. De bemanning had geen afdoende verklaring voor waar ze getuigen van waren geweest, maar zij wel.
"Het moeten de Guardians zijn geweest", fluisterde ze Stacey toe.
Na het einde van de eerste oorlog met de mensen waren deze centurions met de eerste hybride verdwenen. De basestar was met onbekende bestemming vertrokken. Voor de achtergebleven Cylons waren ze een legende geworden. De bijna als antiek beschouwde jagers bleken in de metalen handen van de verouderde, maar ervaren centurions nog steeds te voldoen.
"Ik weet het."
"Zonder deze mensen zouden we het nooit geweten hebben of ze er nog waren."
Zuchtend keek Stacey haar zuster aan.
"Je begint aan ze gehecht te raken."
"De persoonlijkheden aan boord intrigeren me."
"Ik had nooit moeten voorstellen om ons als gevangenen voor te doen. We zouden met de centurions een goede kans hebben gemaakt om hen te overmeesteren."
"En als we hadden gefaald?", wierp Lisha tegen.
"Dan hadden we nu niet tegen het deprimerende interieur van het schip aan te hoeven kijken. Het is elke dag weer hetzelfde."
"We zullen ons moeten aanpassen. Net als zij."
Stacey liep boos weg.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
licht vrachtschip Tormen
Op het uitgeschoven landingsplatform stond een raptor, waarvan de in vier nummers uitgevoerde aanduiding geen deel uitmaakte van het aan boord van de Tormen gestationeerde detachement toestellen. Het moment dat ze hadden gevreesd was na bijna een week dan toch uitgekomen. Een raptor van de battlestar Pegasus had een nader onderzoek ingesteld zodra ze op DRADIS een koloniaal signaal waarnamen. De bemanning bleek gretig op de uitgezonden uitnodiging van luitenant Diana in te gaan. Ze had daarbij een blik met Wick gewisseld toen ze hem een pistool overhandigde. Dit was voor de luitenant een zaak voor de militairen. Hij zou op de brug blijven en de rest aan Artemis en de officieren onder haar commando overlaten.
"Zijn jullie op je vlucht nog andere schepen tegengekomen?", vroeg de piloot, nieuwsgierig om zich heen kijkend. Hij klakte met zijn tong bij het zien van Patricia voor haar broer zich beschermend voor haar opstelde met een dreigende blik in zijn ogen en als bij toeval een stuk gereedschap in zijn handen. Grijnzend legde de piloot een hand op de kolf van zijn wapen en wisselde een lustvolle blik met zijn ECO. Hij keek met de arrogantie van een man, die alles toe behoorde wat hij met zijn ogen zag.
"Jullie zijn de eerste raptor die we zien", antwoordde luitenant Diana naar waarheid. Een korte beweging met haar hoofd en Patrick verdween met zijn zus.
"We zullen de Tormen naar de Pegasus leiden. Admiraal Caïn zal jullie vast verwelkomen."
"En wat gaat er met de burgers aan boord van dit schip gebeuren?", vroeg luitenant Veerle onschuldig. Het ging haar goed af want geen van beide vliegers leek iets te vermoeden.
"Daar laten we de admiraal over beslissen."
"Laten we naar de kantine gaan. Daar wachten mijn andere officieren op jullie komst."
"Met gevulde glazen, hoop ik", riep de ECO en lachte schaterend.
Luitenant Veerle had weinig anders verwacht. Ze liep achteraan. Haar hand omklemde de kolf van het pistool. Gereed om het wapen te trekken zodra luitenant Diana het sein gaf. Voor ze echter de kantine bereikten hadden de vliegers van de battlestar Pegasus een goede reden om hun eigen wapens te trekken. Het gebeurde volkomen onverwachts bij het passeren van een personeelsverblijf, waar ze een nieuwsgierige blik naar binnen hadden geworpen. Zoals bij elk vertrek al was gebeurd, waarvan de deur open stond.
"Handen in de lucht en verroer je niet."
Stacy keek geschrokken op met haar armen nog in de mouwen van een trui. Ze was bezig zich om te kleden. De piloot stormde naar binnen en ramde de loop van het pistool in haar maag. Stacy klapte dubbel van de pijn en kreeg nog een klap te verwerken die haar met een smak op de voer deed belanden. Van de kant van de piloot was er voor de Cylon geen enkel mededogen te verwachten
"Wat doe je nou?", Schreeuwde luitenant Diana met nu ook haar wapen in de hand.
De piloot draaide zich om. De triomf was van zijn gezicht te lezen.
"Het is een Cylon", hij keek weer neer op de kreunende toaster, "we hebben er ook eentje aan boord. Net als zij. Hoe heet deze? Heet jij ook Gina?"
"Mijn naam is Stacey."
Verlekkerd keek de ECO over de schouder van de piloot. Grijnzend keek hij naar de vrouwelijke officieren en de wapens in hun handen.
"Onze Gina is niet meer zo vers, als je begrijpt wat ik bedoel, maar Thorne weet er wel raad mee."
"Wie is Thorne?", vroeg luitenant Veerle tot het uiterste gespannen omdat het niet volgens het opgestelde plan verliep. Als er hier een vuurgevecht uitbrak was het maar de vraag wie er zou winnen en hoeveel slachtoffers er daarbij te betreuren zouden zijn.
"Luitenant Thorne is onze Cylon ondervrager. Als hij klaar met haar is komen wij aan de beurt en wij weten wel raad met deze machines."
Een primitieve lust deed de ogen van de ECO glanzen.
"Ik moet meteen de brug informeren", riep luitenant Diana na snel te hebben nagedacht en rende naar de dichtstbijzijnde telefoon.
"Hebben jullie er twee aan boord?", vroeg de ECO ongelovig, "wat hebben jullie een geluk dat wij aan boord zijn gekomen."
De piloot en de ECO stootte elkaar als een stelletje kwajongens aan. Luitenant Veerle zag dat de andere officieren op het tumult waren afgekomen met luitenant Stijn voorop. Het lukte haar weer om opgelucht adem te halen. Ze drukte de pistool tegen de borst van de ECO.
"Inderdaad en nu jullie handen omhoog."
"Wat?", vroeg hij met een verbijsterde blik in zijn ogen.
"Alle onder controle, Tippi?", vroeg luitenant Stijn en zag de brunette knikken.
Stacey veegde met een hand het bloed onder haar neus weg voor ze begon te glimlachen naar de bezoekers.
"Welkom terug bij de koloniale vloot."
"Jullie werken met hen samen?", vroeg de piloot verbijsterd terwijl luitenant Stijn het pistool uit zijn hand trok.
"Nee", ontkende de weer opgedoken Diana, "maar kennen jullie het schip met de naam Scylla nog? De mensen die admiraal Caïn daar bewust achterliet om te sterven hadden ons heel veel te vertellen."
"Bedankt."
De shuttlepiloot legde langzaam de hoorn neer terwijl zijn gedachten chaotisch alle kanten op leken te gaan voor hij zich wist te concentreren op de taak die voor hem lag. Hij deed een aantal stappen naar achteren, trok zijn pistool en richtte deze op de vrouw aan de andere kant van de tafel. Ze deinsde naar achteren.
"Blijf staan."
"Wat doe je? Ben je gek geworden?", vroeg Lishaf.
"Ik heb orders van luitenant Diana gekregen."
Hij zag haar knikken en iets in haar houding veranderde.
"Vreemd, je leek me nooit iemand die zonder er over na te willen denken zijn bevelen opvolgde als een gehoorzame hond."
Ze klonk anders, toonlozer. Als ze het langer had volgehouden om hem voor gek te verklaren dan zou hij het misschien hebben geloofd. Ze zag er zo menselijk uit, maar toch had Diana overtuigend geklonken, zonder over bewijzen te beschikken. Er stond volgens haar een Cylon tegenover hem.
"En toch sta ik hier met een pistool in mijn hand."
"Het bewijst slechts hoe moeilijk je te doorgronden bent, Wick."
"Vertel me eens wat nieuws", zei hij met de weer terug gekeerde grijns op zijn gezicht.
"Goed, ik geef me over."
Ze strekte haar handen naar hem uit alsof ze zich bereidwillig door hem in de boeien wilde laten slaan.
"Blijf staan."
Ze kwam achter de tafel vandaan. Hij week uit naar achteren in een zwakke poging om een veilige afstand tussen hen te bewaren. Tot hij met een klap de wand achter hem raakte. Lisha glimlachte hem toe.
"Of anders?", vroeg ze met een weer beminnelijke stem.
Het geluid van het pistoolschot werd door de wanden van de brug weerkaatst. De verbijsterd toekijkende Rosalinda had te laat de handen tegen haar pijnlijke oren gedrukt. Bleek alsof elke druppel bloed uit zijn gezicht was weg getrokken keek Wick op de kreunende vrouw neer. Het was de eerste persoon die hij in zijn leven had neergeschoten. De eerste machine, corrigeerde hij zich zelf in gedachten. Ze omklemde haar bloedende been, waar hij eigenlijk olie verwacht had te zien. Het stroomde tussen haar vingers door en druppelde op de vloerplaten.
"Blijf daar."
Hij zag Rosalinda weer gaan zitten met de EHBO-koffer op schoot. Als Artemis nu maar gelijk had!
Wick keek met een spijtig gezicht naar het kleinste van de drie personeelsverblijven dat hij zich zo'n beetje had toe geëigend. De geconsumeerde inhoud van blikken met voedsel hadden weer één van de stapelbedden vrijgemaakt waar hij zich dagelijks ten ruste legde. Nu waren alle nog aanwezige blikken op een andere plek ondergebracht. De originele deur was verwijderd en een door Hendrik ontworpen ervan afgeleide versie van glas en tralies met meerdere sloten was ervoor in de plaats gekomen. Wat hij tot voor kort nog als zijn eigen verblijf had beschouwd was nu in een cel veranderd. Vanaf nu zou hij weer bij de bemanning moeten slapen en in het ergste geval een voor verwarmd matras moeten omdraaien als alle andere bedden bezet waren. De twee Cylons waren bij zijn verschijning behoedzaam overeind gekomen. Lisha ontzag daarbij haar gewonde been. Ze had in zijn ogen nog steeds niets weg van een machine.
Luitenant Diana keek naar de met haar mee gekomen vliegers. Beide mannen waren geboeid om elk onnodig risico uit te sluiten.
"Jullie gaan ons alles vertellen wat we willen weten."
"Wat zijn jullie met ons van plan als we weigeren?", vroeg de piloot alsof de arrogantie geen moment van zijn zijde was geweken.
"Dan sluiten we jou op in de enige cel die er aan boord is. Jullie hebben je kennelijk geamuseerd van eentje van dezelfde assemblagelijn als deze twee hier. Het lijkt me wel zo eerlijk dat zij nu aan de beurt zijn", Diana keek de ECO aan, "Na hem kom jij aan de beurt."
"Je gaat ons vertellen wat jullie met Gina hebben gedaan", beloofde Stacey dreigend.
Wick fronste zijn wenkbrauwen. De vliegers keken nu opeens een stuk minder zeker van hun zaak.
Raptor 1014 had op het uitgeschoven landingplatform veel van haar vroegere robuuste uitstraling verloren. Onthutst keken de vliegers naar het toestel, voor ze zich omdraaiden naar luitenant Veerle. Eerst waren ze blij geweest nadat ze hoorden dat ze mochten vertrekken, maar nu hadden ze hun twijfels. Platen van de romp waren verdwenen en hadden delen van het skelet en interieur van de raptor bloot gelegd. Na een vlugge visuele inspectie bleek er nog veel meer verdwenen te zijn.
"Wat hebben jullie ermee gedaan?", vroeg de piloot argwanend.
"We konden de onderdelen gebruiken", antwoordde luitenant Veerle alsof het gewoonste zaak van de wereld was. Ze zag de ECO de raptor dichter naderen voor hij zich met een ruk omdraaide.
"Waar zijn onze motoren?", schreeuwde hij zo hard in de microfoon van zijn helm dat de ECO slecht verstaanbaar was, maar de luitenant begreep hem zo ook wel.
"De aandrijvingen van onze raptors beginnen slijtage te vertonen", verklaarde ze en haalde daarbij haar schouders op.
"Hoe moeten we dan terugkeren naar de Pegasus?", vroeg de piloot weer.
"Niet, hier is extra zuurstof", zei luitenant Veerle en reikte elk van hen een extra tank aan. Ze deed het voorzichtig om niet in de vuurlijn van luitenant Stijn en Wick te komen. Zij waren met haar mee gekomen om zich gezamenlijk van de gevangenen te ontdoen. Het was een taak die ze vrijwillig op zich had genomen. Haar lang geleden als ECO verdiende roepnaam van Tippi bleek nu bijzonder onpasselijk te zijn. Ze zag er misschien nog steeds uit als een klein meisje, maar de oorlog met alle bijbehorende gruwelen hadden haar gehard.
"Jullie laten ons hier achter?", schreeuwde de ECO.
"We hebben de transponder intact gelaten. Admiraal Caïn is vast al een zoekactie gestart."
"We zullen stikken als ze ons niet vinden", probeerde de piloot nog met gevouwen handen zonder hardop uit te spreken waar hij bang voor was. Het was altijd mogelijkheid dat de admiraal helemaal geen zoekactie zou ondernemen en niemand van de bemanning zou haar hiervoor om opheldering durven vragen.
"Het zal in dat geval, gelukkig voor jullie, sneller voorbij zijn dan voor de mensen die admiraal Caïn aan boord van die vijftien schepen heeft achtergelaten."
Ze liep tussen luitenant Stijn en Wick door naar een paneel in de hangar. Een druk op de groene knop sloot de hangar af. Een volgende druk op de blauwe knop bracht de hangar weer op druk. Tegen de tijd dat ze hun helmen af konden doen had ze de laatste knop met een zwarte kleur al in gedrukt. Het landingsplatform werd ingetrokken.
Beschaamd keek Patrick naar de vloer. De drie ondervragers tegenover hem leken zich weinig om zijn gevoelens te bekommeren. Ze wilden slechts alle feiten weten.
"Ze vroegen mij om een witte disk uit de raider te halen. Het zag eruit als een apparaat, maar ik dacht er eigenlijk niet bij na."
"Heb je nog meer voor hen gedaan?", drong luitenant Diana bij de jongeman aan. Boos dat hij het niet had gemeld.
"Ik heb ze eten en drinken gebracht. O, en kleren."
"Beschrijf de disk. We moeten deze vinden. Het kan belangrijk zijn voor ons overleven."
"Wat gaat er met mij gebeuren als we de disk hebben gevonden?"
"Je lijkt me al voldoende gestraft", zei Wick kalm. Hij had weinig vragen tijdens het intensieve verhoor gesteld en meer geobserveerd. Waarbij de shuttlepiloot voor zijn gevoel ook genoeg te weten was gekomen.
De jongeman knikte. Hij had weer hoop gekregen. Behulpzaam vertelde hij alles aan hen wat hij zich nog kon herinneren. Daarna mocht hij gaan. Luitenant Diana keek opzij naar de al opgestane shuttlepiloot. Kritisch op wat ze hem eerder had horen zeggen.
"Je lijkt me al genoeg gestraft?"
"Hij is geen collaborateur. De vrouwen die hij begeerde waren machines. Het lijkt me al erg genoeg voor hem. Ik ga niemand straffen omdat hij geil was."
"Hij niet alleen."
"Geen zorgen, ik ben goed in het bewaren van geheimen. Ik zal het niet verder vertellen."
Hij klopte haar bemoedigend op de schouder bij het verlaten van het vertrek.
"Wat bedoel je? Hé, wacht. Ik had het over mannen. Ik ben niet geil", riep ze hem na nadat hij om de hoek was verdwenen met een brede grijns op zijn gezicht. Gegrinnik deed haar omkijken naar luitenant Veerle, de laatste van het trio ondervragers. De jonge vrouw trok haar gezicht in plooi zodra ze de ogen van haar meerdere op zich zag gericht.
"Hij heeft me verkeerd begrepen", probeerde Diana te benadrukken.
"Ja, mevrouw", antwoordde de jonge vrouw en bedacht vrolijk dat het meer mensen aan boord overkwam, die nauw met Wick samenwerkten. Voor de zekerheid liep ze wel met een wijdere boog om de stoel, waarop Diana zat, heen dan gebruikelijk voor haar was. Knarsetandend keek luitenant Diana naar haar vragenlijst.
Op het uitgeschoven landingsplatform stond een raptor, waarvan de in vier nummers uitgevoerde aanduiding geen deel uitmaakte van het aan boord van de Tormen gestationeerde detachement toestellen. Het moment dat ze hadden gevreesd was na bijna een week dan toch uitgekomen. Een raptor van de battlestar Pegasus had een nader onderzoek ingesteld zodra ze op DRADIS een koloniaal signaal waarnamen. De bemanning bleek gretig op de uitgezonden uitnodiging van luitenant Diana in te gaan. Ze had daarbij een blik met Wick gewisseld toen ze hem een pistool overhandigde. Dit was voor de luitenant een zaak voor de militairen. Hij zou op de brug blijven en de rest aan Artemis en de officieren onder haar commando overlaten.
"Zijn jullie op je vlucht nog andere schepen tegengekomen?", vroeg de piloot, nieuwsgierig om zich heen kijkend. Hij klakte met zijn tong bij het zien van Patricia voor haar broer zich beschermend voor haar opstelde met een dreigende blik in zijn ogen en als bij toeval een stuk gereedschap in zijn handen. Grijnzend legde de piloot een hand op de kolf van zijn wapen en wisselde een lustvolle blik met zijn ECO. Hij keek met de arrogantie van een man, die alles toe behoorde wat hij met zijn ogen zag.
"Jullie zijn de eerste raptor die we zien", antwoordde luitenant Diana naar waarheid. Een korte beweging met haar hoofd en Patrick verdween met zijn zus.
"We zullen de Tormen naar de Pegasus leiden. Admiraal Caïn zal jullie vast verwelkomen."
"En wat gaat er met de burgers aan boord van dit schip gebeuren?", vroeg luitenant Veerle onschuldig. Het ging haar goed af want geen van beide vliegers leek iets te vermoeden.
"Daar laten we de admiraal over beslissen."
"Laten we naar de kantine gaan. Daar wachten mijn andere officieren op jullie komst."
"Met gevulde glazen, hoop ik", riep de ECO en lachte schaterend.
Luitenant Veerle had weinig anders verwacht. Ze liep achteraan. Haar hand omklemde de kolf van het pistool. Gereed om het wapen te trekken zodra luitenant Diana het sein gaf. Voor ze echter de kantine bereikten hadden de vliegers van de battlestar Pegasus een goede reden om hun eigen wapens te trekken. Het gebeurde volkomen onverwachts bij het passeren van een personeelsverblijf, waar ze een nieuwsgierige blik naar binnen hadden geworpen. Zoals bij elk vertrek al was gebeurd, waarvan de deur open stond.
"Handen in de lucht en verroer je niet."
Stacy keek geschrokken op met haar armen nog in de mouwen van een trui. Ze was bezig zich om te kleden. De piloot stormde naar binnen en ramde de loop van het pistool in haar maag. Stacy klapte dubbel van de pijn en kreeg nog een klap te verwerken die haar met een smak op de voer deed belanden. Van de kant van de piloot was er voor de Cylon geen enkel mededogen te verwachten
"Wat doe je nou?", Schreeuwde luitenant Diana met nu ook haar wapen in de hand.
De piloot draaide zich om. De triomf was van zijn gezicht te lezen.
"Het is een Cylon", hij keek weer neer op de kreunende toaster, "we hebben er ook eentje aan boord. Net als zij. Hoe heet deze? Heet jij ook Gina?"
"Mijn naam is Stacey."
Verlekkerd keek de ECO over de schouder van de piloot. Grijnzend keek hij naar de vrouwelijke officieren en de wapens in hun handen.
"Onze Gina is niet meer zo vers, als je begrijpt wat ik bedoel, maar Thorne weet er wel raad mee."
"Wie is Thorne?", vroeg luitenant Veerle tot het uiterste gespannen omdat het niet volgens het opgestelde plan verliep. Als er hier een vuurgevecht uitbrak was het maar de vraag wie er zou winnen en hoeveel slachtoffers er daarbij te betreuren zouden zijn.
"Luitenant Thorne is onze Cylon ondervrager. Als hij klaar met haar is komen wij aan de beurt en wij weten wel raad met deze machines."
Een primitieve lust deed de ogen van de ECO glanzen.
"Ik moet meteen de brug informeren", riep luitenant Diana na snel te hebben nagedacht en rende naar de dichtstbijzijnde telefoon.
"Hebben jullie er twee aan boord?", vroeg de ECO ongelovig, "wat hebben jullie een geluk dat wij aan boord zijn gekomen."
De piloot en de ECO stootte elkaar als een stelletje kwajongens aan. Luitenant Veerle zag dat de andere officieren op het tumult waren afgekomen met luitenant Stijn voorop. Het lukte haar weer om opgelucht adem te halen. Ze drukte de pistool tegen de borst van de ECO.
"Inderdaad en nu jullie handen omhoog."
"Wat?", vroeg hij met een verbijsterde blik in zijn ogen.
"Alle onder controle, Tippi?", vroeg luitenant Stijn en zag de brunette knikken.
Stacey veegde met een hand het bloed onder haar neus weg voor ze begon te glimlachen naar de bezoekers.
"Welkom terug bij de koloniale vloot."
"Jullie werken met hen samen?", vroeg de piloot verbijsterd terwijl luitenant Stijn het pistool uit zijn hand trok.
"Nee", ontkende de weer opgedoken Diana, "maar kennen jullie het schip met de naam Scylla nog? De mensen die admiraal Caïn daar bewust achterliet om te sterven hadden ons heel veel te vertellen."
"Bedankt."
De shuttlepiloot legde langzaam de hoorn neer terwijl zijn gedachten chaotisch alle kanten op leken te gaan voor hij zich wist te concentreren op de taak die voor hem lag. Hij deed een aantal stappen naar achteren, trok zijn pistool en richtte deze op de vrouw aan de andere kant van de tafel. Ze deinsde naar achteren.
"Blijf staan."
"Wat doe je? Ben je gek geworden?", vroeg Lishaf.
"Ik heb orders van luitenant Diana gekregen."
Hij zag haar knikken en iets in haar houding veranderde.
"Vreemd, je leek me nooit iemand die zonder er over na te willen denken zijn bevelen opvolgde als een gehoorzame hond."
Ze klonk anders, toonlozer. Als ze het langer had volgehouden om hem voor gek te verklaren dan zou hij het misschien hebben geloofd. Ze zag er zo menselijk uit, maar toch had Diana overtuigend geklonken, zonder over bewijzen te beschikken. Er stond volgens haar een Cylon tegenover hem.
"En toch sta ik hier met een pistool in mijn hand."
"Het bewijst slechts hoe moeilijk je te doorgronden bent, Wick."
"Vertel me eens wat nieuws", zei hij met de weer terug gekeerde grijns op zijn gezicht.
"Goed, ik geef me over."
Ze strekte haar handen naar hem uit alsof ze zich bereidwillig door hem in de boeien wilde laten slaan.
"Blijf staan."
Ze kwam achter de tafel vandaan. Hij week uit naar achteren in een zwakke poging om een veilige afstand tussen hen te bewaren. Tot hij met een klap de wand achter hem raakte. Lisha glimlachte hem toe.
"Of anders?", vroeg ze met een weer beminnelijke stem.
Het geluid van het pistoolschot werd door de wanden van de brug weerkaatst. De verbijsterd toekijkende Rosalinda had te laat de handen tegen haar pijnlijke oren gedrukt. Bleek alsof elke druppel bloed uit zijn gezicht was weg getrokken keek Wick op de kreunende vrouw neer. Het was de eerste persoon die hij in zijn leven had neergeschoten. De eerste machine, corrigeerde hij zich zelf in gedachten. Ze omklemde haar bloedende been, waar hij eigenlijk olie verwacht had te zien. Het stroomde tussen haar vingers door en druppelde op de vloerplaten.
"Blijf daar."
Hij zag Rosalinda weer gaan zitten met de EHBO-koffer op schoot. Als Artemis nu maar gelijk had!
Wick keek met een spijtig gezicht naar het kleinste van de drie personeelsverblijven dat hij zich zo'n beetje had toe geëigend. De geconsumeerde inhoud van blikken met voedsel hadden weer één van de stapelbedden vrijgemaakt waar hij zich dagelijks ten ruste legde. Nu waren alle nog aanwezige blikken op een andere plek ondergebracht. De originele deur was verwijderd en een door Hendrik ontworpen ervan afgeleide versie van glas en tralies met meerdere sloten was ervoor in de plaats gekomen. Wat hij tot voor kort nog als zijn eigen verblijf had beschouwd was nu in een cel veranderd. Vanaf nu zou hij weer bij de bemanning moeten slapen en in het ergste geval een voor verwarmd matras moeten omdraaien als alle andere bedden bezet waren. De twee Cylons waren bij zijn verschijning behoedzaam overeind gekomen. Lisha ontzag daarbij haar gewonde been. Ze had in zijn ogen nog steeds niets weg van een machine.
Luitenant Diana keek naar de met haar mee gekomen vliegers. Beide mannen waren geboeid om elk onnodig risico uit te sluiten.
"Jullie gaan ons alles vertellen wat we willen weten."
"Wat zijn jullie met ons van plan als we weigeren?", vroeg de piloot alsof de arrogantie geen moment van zijn zijde was geweken.
"Dan sluiten we jou op in de enige cel die er aan boord is. Jullie hebben je kennelijk geamuseerd van eentje van dezelfde assemblagelijn als deze twee hier. Het lijkt me wel zo eerlijk dat zij nu aan de beurt zijn", Diana keek de ECO aan, "Na hem kom jij aan de beurt."
"Je gaat ons vertellen wat jullie met Gina hebben gedaan", beloofde Stacey dreigend.
Wick fronste zijn wenkbrauwen. De vliegers keken nu opeens een stuk minder zeker van hun zaak.
Raptor 1014 had op het uitgeschoven landingplatform veel van haar vroegere robuuste uitstraling verloren. Onthutst keken de vliegers naar het toestel, voor ze zich omdraaiden naar luitenant Veerle. Eerst waren ze blij geweest nadat ze hoorden dat ze mochten vertrekken, maar nu hadden ze hun twijfels. Platen van de romp waren verdwenen en hadden delen van het skelet en interieur van de raptor bloot gelegd. Na een vlugge visuele inspectie bleek er nog veel meer verdwenen te zijn.
"Wat hebben jullie ermee gedaan?", vroeg de piloot argwanend.
"We konden de onderdelen gebruiken", antwoordde luitenant Veerle alsof het gewoonste zaak van de wereld was. Ze zag de ECO de raptor dichter naderen voor hij zich met een ruk omdraaide.
"Waar zijn onze motoren?", schreeuwde hij zo hard in de microfoon van zijn helm dat de ECO slecht verstaanbaar was, maar de luitenant begreep hem zo ook wel.
"De aandrijvingen van onze raptors beginnen slijtage te vertonen", verklaarde ze en haalde daarbij haar schouders op.
"Hoe moeten we dan terugkeren naar de Pegasus?", vroeg de piloot weer.
"Niet, hier is extra zuurstof", zei luitenant Veerle en reikte elk van hen een extra tank aan. Ze deed het voorzichtig om niet in de vuurlijn van luitenant Stijn en Wick te komen. Zij waren met haar mee gekomen om zich gezamenlijk van de gevangenen te ontdoen. Het was een taak die ze vrijwillig op zich had genomen. Haar lang geleden als ECO verdiende roepnaam van Tippi bleek nu bijzonder onpasselijk te zijn. Ze zag er misschien nog steeds uit als een klein meisje, maar de oorlog met alle bijbehorende gruwelen hadden haar gehard.
"Jullie laten ons hier achter?", schreeuwde de ECO.
"We hebben de transponder intact gelaten. Admiraal Caïn is vast al een zoekactie gestart."
"We zullen stikken als ze ons niet vinden", probeerde de piloot nog met gevouwen handen zonder hardop uit te spreken waar hij bang voor was. Het was altijd mogelijkheid dat de admiraal helemaal geen zoekactie zou ondernemen en niemand van de bemanning zou haar hiervoor om opheldering durven vragen.
"Het zal in dat geval, gelukkig voor jullie, sneller voorbij zijn dan voor de mensen die admiraal Caïn aan boord van die vijftien schepen heeft achtergelaten."
Ze liep tussen luitenant Stijn en Wick door naar een paneel in de hangar. Een druk op de groene knop sloot de hangar af. Een volgende druk op de blauwe knop bracht de hangar weer op druk. Tegen de tijd dat ze hun helmen af konden doen had ze de laatste knop met een zwarte kleur al in gedrukt. Het landingsplatform werd ingetrokken.
Beschaamd keek Patrick naar de vloer. De drie ondervragers tegenover hem leken zich weinig om zijn gevoelens te bekommeren. Ze wilden slechts alle feiten weten.
"Ze vroegen mij om een witte disk uit de raider te halen. Het zag eruit als een apparaat, maar ik dacht er eigenlijk niet bij na."
"Heb je nog meer voor hen gedaan?", drong luitenant Diana bij de jongeman aan. Boos dat hij het niet had gemeld.
"Ik heb ze eten en drinken gebracht. O, en kleren."
"Beschrijf de disk. We moeten deze vinden. Het kan belangrijk zijn voor ons overleven."
"Wat gaat er met mij gebeuren als we de disk hebben gevonden?"
"Je lijkt me al voldoende gestraft", zei Wick kalm. Hij had weinig vragen tijdens het intensieve verhoor gesteld en meer geobserveerd. Waarbij de shuttlepiloot voor zijn gevoel ook genoeg te weten was gekomen.
De jongeman knikte. Hij had weer hoop gekregen. Behulpzaam vertelde hij alles aan hen wat hij zich nog kon herinneren. Daarna mocht hij gaan. Luitenant Diana keek opzij naar de al opgestane shuttlepiloot. Kritisch op wat ze hem eerder had horen zeggen.
"Je lijkt me al genoeg gestraft?"
"Hij is geen collaborateur. De vrouwen die hij begeerde waren machines. Het lijkt me al erg genoeg voor hem. Ik ga niemand straffen omdat hij geil was."
"Hij niet alleen."
"Geen zorgen, ik ben goed in het bewaren van geheimen. Ik zal het niet verder vertellen."
Hij klopte haar bemoedigend op de schouder bij het verlaten van het vertrek.
"Wat bedoel je? Hé, wacht. Ik had het over mannen. Ik ben niet geil", riep ze hem na nadat hij om de hoek was verdwenen met een brede grijns op zijn gezicht. Gegrinnik deed haar omkijken naar luitenant Veerle, de laatste van het trio ondervragers. De jonge vrouw trok haar gezicht in plooi zodra ze de ogen van haar meerdere op zich zag gericht.
"Hij heeft me verkeerd begrepen", probeerde Diana te benadrukken.
"Ja, mevrouw", antwoordde de jonge vrouw en bedacht vrolijk dat het meer mensen aan boord overkwam, die nauw met Wick samenwerkten. Voor de zekerheid liep ze wel met een wijdere boog om de stoel, waarop Diana zat, heen dan gebruikelijk voor haar was. Knarsetandend keek luitenant Diana naar haar vragenlijst.
-
- Potlood
- Berichten: 98
- Lid geworden op: 18 sep 2011 22:14
Wow wat een hoop al 
Ik adoreer battlestar!! Dat wilde ik even kwijt, maar had je vast ook wel gegokt
Ik heb alleen de eerste 2 stukjes tot nu toe gelezen, maar zou zeggen wat ik daarvan vond.
Ik vond het erg spannend geschreven. Werd meteen in het verhaal gesleurd. Alleen voor mijn gevoel leken de zinnen soms nog een beetje onlogisch op elkaar te volgen, maar dat kan aan mij liggen.
In het tweede stukje maak je het meteen erg spannend. Een dubieuze missie die heel goed dood als enig gevolg kan hebben. Zo ken ik BSG! En leuk dat mensen waarvan je het niet verwacht misschien de held laat worden (de oude man)
En goed dat je blijft terugkoppelen naar het feit dat iedereen natuurlijk 'down' is omdat een groot deel van familie en vrienden dood zijn.
Leuk om het bsg verhaal eens vanuit een ander perspectief te lezen!

Ik adoreer battlestar!! Dat wilde ik even kwijt, maar had je vast ook wel gegokt

Ik heb alleen de eerste 2 stukjes tot nu toe gelezen, maar zou zeggen wat ik daarvan vond.
Ik vond het erg spannend geschreven. Werd meteen in het verhaal gesleurd. Alleen voor mijn gevoel leken de zinnen soms nog een beetje onlogisch op elkaar te volgen, maar dat kan aan mij liggen.
In het tweede stukje maak je het meteen erg spannend. Een dubieuze missie die heel goed dood als enig gevolg kan hebben. Zo ken ik BSG! En leuk dat mensen waarvan je het niet verwacht misschien de held laat worden (de oude man)
En goed dat je blijft terugkoppelen naar het feit dat iedereen natuurlijk 'down' is omdat een groot deel van familie en vrienden dood zijn.
Leuk om het bsg verhaal eens vanuit een ander perspectief te lezen!
Kara Thrace and her special destiny? That sounds like a bad cover band.
I don't want to be human ! ... I'm a machine! And I can know much more!
I don't want to be human ! ... I'm a machine! And I can know much more!
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
Bedankt voor je reacie. Je voorkeur voor battlestar Galactica komt wel tot uiting met je centurion.
Ik vind de serie ook fantastisch. De komende dagen komen er nog een paar stukken en dan heb je iets dat in één keer uitgelezen kan worden. Ik ben benieuwd naar wat je er in totaliteit van zal vinden.
Wat je opvalt, zoals zinnen die onlogisch op elkaar volgen, zou ik heel graag wat gedetailleerder willen vernemen als je daar tijd voor wilt vrij maken. Het verhaal kan er alleen maar beter van worden.

Wat je opvalt, zoals zinnen die onlogisch op elkaar volgen, zou ik heel graag wat gedetailleerder willen vernemen als je daar tijd voor wilt vrij maken. Het verhaal kan er alleen maar beter van worden.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
licht vrachtschip Tormen
Bekend geworden met de zoektocht van de Cylon vloot naar natuurlijke hulpbronnen, dankzij de praatgrage vliegers van de battlestar Pegasus, inspecteerde luitenant Reitze argwanend de van de ijswereld gemaakte opnamen. Dankzij de zware raider konden ze een veel groter gebied bestrijken dan met de raptors alleen mogelijk zou zijn geweest. Deze verkenningsvluchten hadden vandaag hun waarde bewezen. Door het geavanceerde navigatiesysteem van de Cylons de coördinaten voor de volgende sprong van de Tormen berekenen verbruikten ze ook minder brandstof. Het waren allemaal voordelen waar de bemanning op efficiënte wijze gebruik van maakte.
"Bedoel je dat anderen ons voor waren?"
Luitenant Veerle spoelde de recorder door tot ze vond wat ze had gezocht en tikte op het scherm.
"We zagen deze onnatuurlijk rechte lijnen en denken dat er mensen in het ijs hebben gehakt. Er is een behoorlijk gat ontstaan."
"Of Cylons", voegde luitenant Reitze toe.
"Ik betwijfel het. De Cylons hebben nog genoeg schepen en bases om de basestars te bevoorraden en hoeven op geïmproviseerde wijze geen ijs van een rots te schrappen om aan water te komen."
"De Pegasus?"
Zwijgend keken ze naar het scherm. Ongevraagd kwam Wick bij hen staan. Hij had deel genomen aan een verkenningsvlucht met een raptor, die geen succes had opgeleverd.
"Mogelijk, maar ik denk dat we het er op moeten wagen. Zo fris ruiken jullie ook niet meer."
Luitenant Veerle wierp hem een duistere blik toe. Het liefste had ze hem ongelijk gegeven.
"Goed, we sturen een raptor met een team van vrijwilligers en de tanker. Bij het eerste sein van problemen verdwijnen we weer. Ik ga mee. Wick, jij neemt het voor me waar", commandeerde luitenant Reitze.
Verscheidene burgers zag luitenant Veerle naar Wick kijken en pas in beweging komen nadat hij instemmend had geknikt. Het leek Reitze te ontgaan of hij deed alsof hij het niet zag.
"Controleer voor vertrek of dezelfde noodcoördinaten aan de raptor en de tanker zijn verstrekt", voegde Wick er nog aan toe, "ik wil geen mensen kwijtraken als ik me vergis en we snel moeten vertrekken omdat het toch een valstrik is"
De manier waarop hij de verantwoording naar zich toetrok geschiedde zo natuurlijk dat het niemand leek op te vallen, met uitzondering van Tippi. Naarmate de reis vorderde gedroeg hij zich steeds meer als het type officier waar ze altijd tegenop had gekeken. Onverstoorbaar en trouw eisend van de mensen uit hun omgeving op basis van zijn of haar persoonlijkheid, het voorbeeld dat ze gaven door hard te werken en niet vanwege de rang die ze toevallig hadden. Eens had luitenant Diana voorgesteld om de shuttlepiloot een rang te verstrekken, maar met de luitenant Veerle bekende koppigheid had Wick deze permanent geweigerd. Toch had hij zich een bijzondere plaats in de militaire hiërarchie aan boord van de Tormen verworven alsof hij de verbinding vormde tussen de militairen en burgers.
battlestar Pallas van de Yashuman-klasse
Het oorlogsschip behoorde tot een door de admiraliteit en politici gewaardeerde klasse van battlestars. Een zeldzame combinatie waardoor er veel belastinggeld voor vrij kon worden. Goedkoop in vergelijking met de veelzijdig inzetbare giganten van de Mercury klasse, maar ondanks haar geringe omvang toch geschikt voor de uitvoering van diverse taken. De battlestar Pallas kreeg vandaag de kans om te bewijzen waar het schip en bemanning toe in staat waren. Boven Virgon hadden beiden gefaald en waren na een complete uitval van alle systemen aan boord op bevel van admiraal Nagala op sleeptouw genomen. Het militaire bevoorradingsschip S79 was hen te hulp gesneld. De bemanning van de Pallas had weerloos toe moeten kijken hoe de overige schepen van de battlegroup hen aan alle zijden waren gepasseerd om de al op voorhand verloren strijd met de vijand aan te gaan. Zelfs geen enkele viper had gelanceerd kunnen worden. Nog vaak had de kolonel daar aan moeten denken toen hij later de wat tonnage betreft grotere S79 en een vijftal civiele vrachtschepen onder zijn hoede had genomen.
Slechts gebruikmakend van de sub-lichtmotoren vanwege problemen met de FTL na het incasseren van diverse treffers had de battlestar de twee opgedoken basestars van het konvooi weg gelokt. Voor de kolonel en zijn bemanning was overgave onbespreekbaar en ze besloten hun huid duur te verkopen om de rest van het konvooi de tijd te geven te ontsnappen. Hier zou de vlucht eindigen.
"Lanceer de vipers."
De zevenhonderd meter lange battlestar maakte een ruime bocht om de strijd met de achtervolgende vijand aan te binden.
licht vrachtschip Tormen
Een plotselinge spanning had zich van de mensen op de brug meester gemaakt. Wick had de onderuitgezakte houding onderbroken en omklemde de hoorn met beide handen alsof het een reddingslijn was. Om niet geheel afhankelijk te zijn van het bereik van de Tormens DRADIS had hij raptor 876 op patrouille gestuurd. Onder de onbezorgde houding die hij zich als een op maat gemaakt pak had aangemeten maakte hij zich wel degelijk zorgen over de mogelijkheid dat het nog steeds een valstrik was. Het werk vorderde echter goed. Tot Tippi contact met de brug opnam. Het nucleair alarm van de raptor was afgegaan. Een nader onderzoek had meer bewijzen opgeleverd dat er een gevecht gaande was. Een eenzaam koloniaal signaal en twee ongeïdentifeerde signalen op DRADIS. Gecodeerde gesprekken waarvan Tippi het hardop uitgesproken vermoeden had dat deze plaats vond tussen diverse jachtpiloten.
"Handhaaf positie, raptor acht zeven zes. We zijn onderweg."
Hij keek naar de jongste piloot aan boord. Talitha maakte al aanstalten om haar plaats op te geven voor een volwassene. Het meisje vierde vandaag haar elfde verjaardag. Misschien kon hij er voor zorgen dat het voor de rest van haar en ook hun leven een gedenkwaardige dag zou blijven.
"Verlaat jij je post zonder dat ik dat beveel?", vroeg hij streng.
Het meisje schudde snel haar hoofd waarbij haar vlechten wel leken te vliegen. Haar moeder was er weer eens in geslaagd het meisje een ander kapsel te bezorgen.
"Koers 725 carom 183."
Hij wendde zich tot Rosalinda.
"Neem contact op met Reitze en vertel hem wat er aan de hand is. Ze moeten verder gaan waar ze mee bezig zijn. Als dat Cylons zijn dan kunnen we dit waterreservoir wel vergeten en ik hou nou eenmaal van ijswater."
"Conditie twee instellen, Wick?", stelde Rosalinda op een zakelijke toon de opschaling voor.
De shuttleploot schudde het hoofd.
"Haal Diana persoonlijk. Ik wil eerst weten met wie we te maken krijgen voor ik diegenen die nog slapen wakker laat schrikken."
Luitenant Diana staarde naar de DRADIS en hield op met geeuwen. Rosalinda had haar weinig meer verteld dan dat ze van Wick naar de brug moest komen voor ze het meisje met een onverklaarde haast zag weg rennen. Ze was opeens klaar wakker bij het zien van de ongeïdentificeerde signalen op het scherm.
"Jullie waren bang dat ik me als een schietgrage idioot ging gedragen. Kijk nou eens waar je ons in gestort hebt. Je wilt het opnemen tegen twee basestars!"
De shuttlepiloot haalde slechts zijn schouders op zonder zijn blik van het scherm los te maken. Ook hij had de nodige bedenkingen, maar daar werd een heftige strijd tussen mensen en machines uitgevochten. Hij kon en wilde niet vanaf de zijlijn passief blijven toekijken.
"Daar vecht een schip van jullie."
"Ze beantwoorden onze oproep", onderbrak Rosalinda hen.
"Zet het op de speaker", zei Wick. Hij was gewend geraakt aan het uitdelen van orders. Lange tijd tussen deze officieren verkeren had iets besmettelijks.
"We ontvangen u", verklaarde luitenant Diana waarbij ze een voor Wick opvallend rechte houding had aangenomen. Bijna alsof ze de onbekende officier kon zien met wie ze in gesprek was.
"Dit is de battlestar Pallas voor het schip dat zich als het koloniale vrachtschip Tormen voordoet."
Verbaast wisselde Wick een blik met Rosalinda, die haar schouders ophaalde. Twijfelden de militairen soms aan hun identiteit? Bekend met de pessimistische manier waarop de officieren tegen elke situatie aankeken om van het ergste uit te gaan had hij gedacht dat het alleen voor het vijftal aan boord had gegolden. Het had er nu meer van weg dat het een algemeen beleid was, alsof de militairen hierop werden getraind. Hij zag luitenant Veerle op de brug arriveren met haar helm onder de arm. Ze was zojuist van patrouille teruggekeerd.
"Ik ben blij, Tippi, dat je er weer bent."
"Wat is er aan de hand?"
Hij knikte naar de nu gefrustreerd uitziende luitenant Diana.
"Jullie zijn stom."
Luitenant Diana die deze laatste woorden had opgevangen gebaarde met een beledigd gebaar naar de microfoon alsof ze wilde zien dat hij meer wist te bereiken dan zij.
"Luister, frakwit", zei hij kwaad, "je spreekt hier met Wick. Zijn jullie bij de marine echt zo stom? Als je denkt dat jullie het alleen kunnen opknappen, dan gaan wij verder met water tanken en vervolgen onze reis. We hebben raptors en wapens aan boord om te helpen, dus zeg het maar."
"Een moment."
De luitenant Diana en Veerle wisselden een twijfelachtige blik met elkaar over de uitkomst nu de shuttlepiloot zijn op persoonlijke ervaringen gebaseerde aanpak hanteerde bij de omgang met mensen, zoals de officier aan boord van de battlestar Pallas. Kostbare seconden gingen voorbij terwijl het vrachtschip het strijdtoneel steeds dichter naderde. Blijkbaar hadden de Cylons het te druk om hen op te merken.
"Tormen, dit is Pallas actueel, ik had begrepen dat jullie een civiel vrachtschip waren?"
"Ik heb hier militairen en burgers en we willen meedoen."
"We kunnen elke help goed gebruiken. We hebben een basestar beschadigd."
"Begrepen, Pallas actueel."
Luitenant Diana zag de shuttlepiloot omkijken. Meer was overbodig om begrepen te worden.
"Conditie één voor het gehele schip. Ik herhaal, conditie één voor het gehele schip", meldde Rosalinda.
"Jullie zijn zo stom nog niet als jullie op het punt staan te sneuvelen."
"En nu? Hoe wil je hen gaan helpen?", vroeg luitenant Diana wanhopig.
"We hebben een nucleair wapen aan boord."
"Maar geen raket om het te vervoeren. Wil je soms met de Tormen een basestar gaan rammen om het tot ontploffing te brengen? Pallas actueel zal vast verrukt over dat plan zijn."
Wick keek haar verwonderd aan.
"Sarcasme past je niet."
Het was de kalmte in zijn stem die haar gespannen houding temperde.
"Sorry, maar ik weet het ook niet meer. We vliegen met een ongepantserd en ongewapend vrachtschip recht op de vijand af en je verwacht dat de training op de academie mij overal een antwoord op heeft leren geven."
"Ik weet het wel", antwoordde hij.
"De raider."
Wick keek om naar luitenant Veerle.
"Je bent te slim."
Hij zag de tengere luitenant haar schouders ophalen.
"Ik zal ermee moeten leren leven."
Grijnzend keek Wick de vrouw aan zijn zijde weer aan.
"We gebruiken de raider", bevestigde hij.
"We weten niet of de transponder werkt."
Na het vinden van de wit gekleurde disk van de gevangenen waren ze er achter gekomen dat het een transponder van de Cylons was. Het was weer in de zware raider geïnstalleerd.
"Ik zal er snel genoeg achterkomen."
"Jij?"
"Luitenants Stijn en Reitze bevinden zich nog aan boord van de raptors op de ijswereld."
"Welke ijswereld?", vroeg Diana verward en keek in de richting van piloot om daar Talitha te zien zitten. Ze had het te druk gehad om eerder op te merken dat het vrachtschip werd bestuurd door het meisje.
"We hebben weer water gevonden, maar vonden het niet nodig om je daarvoor wakker te maken."
"Nee, je wacht liever tot we het gaan opnemen tegen twee basestars met de helft van onze officieren van boord."
"Je wordt er al beter in", lachte de shuttlepiloot voor hij weer serieus werd, "ik ben de enige logische keus. Deze mensen verdienen de beste piloot die er is om hen te redden en dat ben jij."
"Nou ben ik opeens wel de beste piloot?"
"Niet overdrijven, want het past je nog steeds niet."
"Goed dan", zei ze met een diepe zucht.
Na het geven van een halfslachtig saluut begon hij te rennen.
"Waar ga jij heen, Tippi?"
Luitenant Veerle draaide zich in de deuropening om. Ook zij was begonnen te rennen tot ze werd terug geroepen.
"Met hem mee. Ik denk niet dat Wick weet hoe je een nucleaire bom af laat gaan."
"O, dit wordt echt fantastisch. Laten we de militaire hiërarchie maar helemaal overboord gooien terwijl we het gaan opnemen tegen twee basestars met een kind aan het stuur en doen waar we allemaal zelf zin in hebben."
"Volgens mij heeft hij gelijk. Sarcasme staat je echt niet."
"Ga hem helpen en zorg dat jullie ongedeerd terugkomen", beveelde luitenant Diana, "laat de goden ons alsjeblieft bijstaan want ze begint steeds meer op hem te lijken", voegde ze er zachter aan toe, "wat?", snauwde ze in de richting van de glimlachend Rosalinda.
"Ik dacht dat het als een compliment was bedoeld, mevrouw", zei de studente haastig en boog zich over het paneel om de officier niet aan te hoeven kijken.
Bekend geworden met de zoektocht van de Cylon vloot naar natuurlijke hulpbronnen, dankzij de praatgrage vliegers van de battlestar Pegasus, inspecteerde luitenant Reitze argwanend de van de ijswereld gemaakte opnamen. Dankzij de zware raider konden ze een veel groter gebied bestrijken dan met de raptors alleen mogelijk zou zijn geweest. Deze verkenningsvluchten hadden vandaag hun waarde bewezen. Door het geavanceerde navigatiesysteem van de Cylons de coördinaten voor de volgende sprong van de Tormen berekenen verbruikten ze ook minder brandstof. Het waren allemaal voordelen waar de bemanning op efficiënte wijze gebruik van maakte.
"Bedoel je dat anderen ons voor waren?"
Luitenant Veerle spoelde de recorder door tot ze vond wat ze had gezocht en tikte op het scherm.
"We zagen deze onnatuurlijk rechte lijnen en denken dat er mensen in het ijs hebben gehakt. Er is een behoorlijk gat ontstaan."
"Of Cylons", voegde luitenant Reitze toe.
"Ik betwijfel het. De Cylons hebben nog genoeg schepen en bases om de basestars te bevoorraden en hoeven op geïmproviseerde wijze geen ijs van een rots te schrappen om aan water te komen."
"De Pegasus?"
Zwijgend keken ze naar het scherm. Ongevraagd kwam Wick bij hen staan. Hij had deel genomen aan een verkenningsvlucht met een raptor, die geen succes had opgeleverd.
"Mogelijk, maar ik denk dat we het er op moeten wagen. Zo fris ruiken jullie ook niet meer."
Luitenant Veerle wierp hem een duistere blik toe. Het liefste had ze hem ongelijk gegeven.
"Goed, we sturen een raptor met een team van vrijwilligers en de tanker. Bij het eerste sein van problemen verdwijnen we weer. Ik ga mee. Wick, jij neemt het voor me waar", commandeerde luitenant Reitze.
Verscheidene burgers zag luitenant Veerle naar Wick kijken en pas in beweging komen nadat hij instemmend had geknikt. Het leek Reitze te ontgaan of hij deed alsof hij het niet zag.
"Controleer voor vertrek of dezelfde noodcoördinaten aan de raptor en de tanker zijn verstrekt", voegde Wick er nog aan toe, "ik wil geen mensen kwijtraken als ik me vergis en we snel moeten vertrekken omdat het toch een valstrik is"
De manier waarop hij de verantwoording naar zich toetrok geschiedde zo natuurlijk dat het niemand leek op te vallen, met uitzondering van Tippi. Naarmate de reis vorderde gedroeg hij zich steeds meer als het type officier waar ze altijd tegenop had gekeken. Onverstoorbaar en trouw eisend van de mensen uit hun omgeving op basis van zijn of haar persoonlijkheid, het voorbeeld dat ze gaven door hard te werken en niet vanwege de rang die ze toevallig hadden. Eens had luitenant Diana voorgesteld om de shuttlepiloot een rang te verstrekken, maar met de luitenant Veerle bekende koppigheid had Wick deze permanent geweigerd. Toch had hij zich een bijzondere plaats in de militaire hiërarchie aan boord van de Tormen verworven alsof hij de verbinding vormde tussen de militairen en burgers.
battlestar Pallas van de Yashuman-klasse
Het oorlogsschip behoorde tot een door de admiraliteit en politici gewaardeerde klasse van battlestars. Een zeldzame combinatie waardoor er veel belastinggeld voor vrij kon worden. Goedkoop in vergelijking met de veelzijdig inzetbare giganten van de Mercury klasse, maar ondanks haar geringe omvang toch geschikt voor de uitvoering van diverse taken. De battlestar Pallas kreeg vandaag de kans om te bewijzen waar het schip en bemanning toe in staat waren. Boven Virgon hadden beiden gefaald en waren na een complete uitval van alle systemen aan boord op bevel van admiraal Nagala op sleeptouw genomen. Het militaire bevoorradingsschip S79 was hen te hulp gesneld. De bemanning van de Pallas had weerloos toe moeten kijken hoe de overige schepen van de battlegroup hen aan alle zijden waren gepasseerd om de al op voorhand verloren strijd met de vijand aan te gaan. Zelfs geen enkele viper had gelanceerd kunnen worden. Nog vaak had de kolonel daar aan moeten denken toen hij later de wat tonnage betreft grotere S79 en een vijftal civiele vrachtschepen onder zijn hoede had genomen.
Slechts gebruikmakend van de sub-lichtmotoren vanwege problemen met de FTL na het incasseren van diverse treffers had de battlestar de twee opgedoken basestars van het konvooi weg gelokt. Voor de kolonel en zijn bemanning was overgave onbespreekbaar en ze besloten hun huid duur te verkopen om de rest van het konvooi de tijd te geven te ontsnappen. Hier zou de vlucht eindigen.
"Lanceer de vipers."
De zevenhonderd meter lange battlestar maakte een ruime bocht om de strijd met de achtervolgende vijand aan te binden.
licht vrachtschip Tormen
Een plotselinge spanning had zich van de mensen op de brug meester gemaakt. Wick had de onderuitgezakte houding onderbroken en omklemde de hoorn met beide handen alsof het een reddingslijn was. Om niet geheel afhankelijk te zijn van het bereik van de Tormens DRADIS had hij raptor 876 op patrouille gestuurd. Onder de onbezorgde houding die hij zich als een op maat gemaakt pak had aangemeten maakte hij zich wel degelijk zorgen over de mogelijkheid dat het nog steeds een valstrik was. Het werk vorderde echter goed. Tot Tippi contact met de brug opnam. Het nucleair alarm van de raptor was afgegaan. Een nader onderzoek had meer bewijzen opgeleverd dat er een gevecht gaande was. Een eenzaam koloniaal signaal en twee ongeïdentifeerde signalen op DRADIS. Gecodeerde gesprekken waarvan Tippi het hardop uitgesproken vermoeden had dat deze plaats vond tussen diverse jachtpiloten.
"Handhaaf positie, raptor acht zeven zes. We zijn onderweg."
Hij keek naar de jongste piloot aan boord. Talitha maakte al aanstalten om haar plaats op te geven voor een volwassene. Het meisje vierde vandaag haar elfde verjaardag. Misschien kon hij er voor zorgen dat het voor de rest van haar en ook hun leven een gedenkwaardige dag zou blijven.
"Verlaat jij je post zonder dat ik dat beveel?", vroeg hij streng.
Het meisje schudde snel haar hoofd waarbij haar vlechten wel leken te vliegen. Haar moeder was er weer eens in geslaagd het meisje een ander kapsel te bezorgen.
"Koers 725 carom 183."
Hij wendde zich tot Rosalinda.
"Neem contact op met Reitze en vertel hem wat er aan de hand is. Ze moeten verder gaan waar ze mee bezig zijn. Als dat Cylons zijn dan kunnen we dit waterreservoir wel vergeten en ik hou nou eenmaal van ijswater."
"Conditie twee instellen, Wick?", stelde Rosalinda op een zakelijke toon de opschaling voor.
De shuttleploot schudde het hoofd.
"Haal Diana persoonlijk. Ik wil eerst weten met wie we te maken krijgen voor ik diegenen die nog slapen wakker laat schrikken."
Luitenant Diana staarde naar de DRADIS en hield op met geeuwen. Rosalinda had haar weinig meer verteld dan dat ze van Wick naar de brug moest komen voor ze het meisje met een onverklaarde haast zag weg rennen. Ze was opeens klaar wakker bij het zien van de ongeïdentificeerde signalen op het scherm.
"Jullie waren bang dat ik me als een schietgrage idioot ging gedragen. Kijk nou eens waar je ons in gestort hebt. Je wilt het opnemen tegen twee basestars!"
De shuttlepiloot haalde slechts zijn schouders op zonder zijn blik van het scherm los te maken. Ook hij had de nodige bedenkingen, maar daar werd een heftige strijd tussen mensen en machines uitgevochten. Hij kon en wilde niet vanaf de zijlijn passief blijven toekijken.
"Daar vecht een schip van jullie."
"Ze beantwoorden onze oproep", onderbrak Rosalinda hen.
"Zet het op de speaker", zei Wick. Hij was gewend geraakt aan het uitdelen van orders. Lange tijd tussen deze officieren verkeren had iets besmettelijks.
"We ontvangen u", verklaarde luitenant Diana waarbij ze een voor Wick opvallend rechte houding had aangenomen. Bijna alsof ze de onbekende officier kon zien met wie ze in gesprek was.
"Dit is de battlestar Pallas voor het schip dat zich als het koloniale vrachtschip Tormen voordoet."
Verbaast wisselde Wick een blik met Rosalinda, die haar schouders ophaalde. Twijfelden de militairen soms aan hun identiteit? Bekend met de pessimistische manier waarop de officieren tegen elke situatie aankeken om van het ergste uit te gaan had hij gedacht dat het alleen voor het vijftal aan boord had gegolden. Het had er nu meer van weg dat het een algemeen beleid was, alsof de militairen hierop werden getraind. Hij zag luitenant Veerle op de brug arriveren met haar helm onder de arm. Ze was zojuist van patrouille teruggekeerd.
"Ik ben blij, Tippi, dat je er weer bent."
"Wat is er aan de hand?"
Hij knikte naar de nu gefrustreerd uitziende luitenant Diana.
"Jullie zijn stom."
Luitenant Diana die deze laatste woorden had opgevangen gebaarde met een beledigd gebaar naar de microfoon alsof ze wilde zien dat hij meer wist te bereiken dan zij.
"Luister, frakwit", zei hij kwaad, "je spreekt hier met Wick. Zijn jullie bij de marine echt zo stom? Als je denkt dat jullie het alleen kunnen opknappen, dan gaan wij verder met water tanken en vervolgen onze reis. We hebben raptors en wapens aan boord om te helpen, dus zeg het maar."
"Een moment."
De luitenant Diana en Veerle wisselden een twijfelachtige blik met elkaar over de uitkomst nu de shuttlepiloot zijn op persoonlijke ervaringen gebaseerde aanpak hanteerde bij de omgang met mensen, zoals de officier aan boord van de battlestar Pallas. Kostbare seconden gingen voorbij terwijl het vrachtschip het strijdtoneel steeds dichter naderde. Blijkbaar hadden de Cylons het te druk om hen op te merken.
"Tormen, dit is Pallas actueel, ik had begrepen dat jullie een civiel vrachtschip waren?"
"Ik heb hier militairen en burgers en we willen meedoen."
"We kunnen elke help goed gebruiken. We hebben een basestar beschadigd."
"Begrepen, Pallas actueel."
Luitenant Diana zag de shuttlepiloot omkijken. Meer was overbodig om begrepen te worden.
"Conditie één voor het gehele schip. Ik herhaal, conditie één voor het gehele schip", meldde Rosalinda.
"Jullie zijn zo stom nog niet als jullie op het punt staan te sneuvelen."
"En nu? Hoe wil je hen gaan helpen?", vroeg luitenant Diana wanhopig.
"We hebben een nucleair wapen aan boord."
"Maar geen raket om het te vervoeren. Wil je soms met de Tormen een basestar gaan rammen om het tot ontploffing te brengen? Pallas actueel zal vast verrukt over dat plan zijn."
Wick keek haar verwonderd aan.
"Sarcasme past je niet."
Het was de kalmte in zijn stem die haar gespannen houding temperde.
"Sorry, maar ik weet het ook niet meer. We vliegen met een ongepantserd en ongewapend vrachtschip recht op de vijand af en je verwacht dat de training op de academie mij overal een antwoord op heeft leren geven."
"Ik weet het wel", antwoordde hij.
"De raider."
Wick keek om naar luitenant Veerle.
"Je bent te slim."
Hij zag de tengere luitenant haar schouders ophalen.
"Ik zal ermee moeten leren leven."
Grijnzend keek Wick de vrouw aan zijn zijde weer aan.
"We gebruiken de raider", bevestigde hij.
"We weten niet of de transponder werkt."
Na het vinden van de wit gekleurde disk van de gevangenen waren ze er achter gekomen dat het een transponder van de Cylons was. Het was weer in de zware raider geïnstalleerd.
"Ik zal er snel genoeg achterkomen."
"Jij?"
"Luitenants Stijn en Reitze bevinden zich nog aan boord van de raptors op de ijswereld."
"Welke ijswereld?", vroeg Diana verward en keek in de richting van piloot om daar Talitha te zien zitten. Ze had het te druk gehad om eerder op te merken dat het vrachtschip werd bestuurd door het meisje.
"We hebben weer water gevonden, maar vonden het niet nodig om je daarvoor wakker te maken."
"Nee, je wacht liever tot we het gaan opnemen tegen twee basestars met de helft van onze officieren van boord."
"Je wordt er al beter in", lachte de shuttlepiloot voor hij weer serieus werd, "ik ben de enige logische keus. Deze mensen verdienen de beste piloot die er is om hen te redden en dat ben jij."
"Nou ben ik opeens wel de beste piloot?"
"Niet overdrijven, want het past je nog steeds niet."
"Goed dan", zei ze met een diepe zucht.
Na het geven van een halfslachtig saluut begon hij te rennen.
"Waar ga jij heen, Tippi?"
Luitenant Veerle draaide zich in de deuropening om. Ook zij was begonnen te rennen tot ze werd terug geroepen.
"Met hem mee. Ik denk niet dat Wick weet hoe je een nucleaire bom af laat gaan."
"O, dit wordt echt fantastisch. Laten we de militaire hiërarchie maar helemaal overboord gooien terwijl we het gaan opnemen tegen twee basestars met een kind aan het stuur en doen waar we allemaal zelf zin in hebben."
"Volgens mij heeft hij gelijk. Sarcasme staat je echt niet."
"Ga hem helpen en zorg dat jullie ongedeerd terugkomen", beveelde luitenant Diana, "laat de goden ons alsjeblieft bijstaan want ze begint steeds meer op hem te lijken", voegde ze er zachter aan toe, "wat?", snauwde ze in de richting van de glimlachend Rosalinda.
"Ik dacht dat het als een compliment was bedoeld, mevrouw", zei de studente haastig en boog zich over het paneel om de officier niet aan te hoeven kijken.
-
- Typmachine
- Berichten: 1068
- Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
- Locatie: Dichtbij de A-27
- Contacteer:
battlestar Pallas
Waar blijft de toegezegde hulp? Het was de vraag die de kolonel zich keer op keer stelde. Hij had besloten zijn vertrouwen te geven aan deze op hem als piraten overkomende mensen, maar het koloniale signaal op DRADIS bewaarde nog altijd een veilige afstand. Buiten bereik van de wapens aan boord van de basestars. De aanwezigheid van het vrachtschip had echter wel voor een verlichting van de druk gezorgd waaraan de jachtpiloten onderhevig waren. Een groep raiders had zich van de hoofdmacht afgesplitst en was onderweg naar het signaal op DRADIS. Al was de balans nog altijd ver te zoeken en behoorden de vipers tot een zich hardnekkig verdedigende minderheid. De battlestar beantwoordde de stroom van naderende raketten met een hagel van vuur, maar steeds meer raketten slaagden erin door het spervuur te komen, maar desondanks behield de kolonel zijn offensieve instelling. De Pallas had onder zijn commando behalve het nodige geïncasseerd ook klappen uitgedeeld. De raiders waren er niet in geslaagd om alle afgevuurde raketten te onderscheppen. Een beschadigde basestar begon zich terug te trekken. Een arm was half afgebroken en een andere arm aan de onderste rompzijde stond in brand. Ze moesten het nu zien op te nemen tegen het tot nu toe vrijwel onbeschadigd gebleven basestar. Waar blijft toch de toegezegde hulp?
licht vrachtschip Tormen
Onzeker of ze wel in staat waren om deze hulp te bieden had luitenant Diana andere zorgen. Haar officieren waren na het vertrek van de ijswereld in een race verwikkeld geraakt waarbij de raptors het moesten opnemen tegen tientallen raiders. Beide groepen waren onderweg naar het vrachtschip. Ze kon luitenant Stijn met zijn zware stem horen vloeken. Teleurgesteld dat hij helemaal buiten de strijd was gebleven waar de bemanning van de Tormen, dankzij Wick, in verwikkeld waren geraakt.
"Schiet op", spoorde Rosalinda hen aan alsof het een onschuldige wedstrijd betrof.
"Roep ze op en laat de raptors naar het verzamelpunt springen."
"Ze kunnen het halen als we hen tegemoet vliegen."
Luitenant Diana schudde haar hoofd. Deze optie had ze al overwogen en verworpen.
"Nee", zei ze kalm, "de Cylons zullen dan denken dat we vluchten en de raiders terug roepen om opnieuw tegen de Pallas of onze raider in te zetten. We helpen hen alleen door hier te blijven."
De luitenant verwelkomde Nadia op de brug met een vragende uitdrukking op haar gezicht.
"Mag ik alsjeblieft blijven?"
Voor de officier had de aanwezigheid van de vrouw geen enkel nut, maar met twee van haar kinderen op de brug wist ze waarom Nadia was gekomen op een moment als dit. De bezorgdheid achter een geveinsde glimlach verbergend. Diana knikte kort en zag haar naar de hoek lopen om niemand in de weg te lopen.
zware raider
Zo indrukwekkend als de basestar er van afstand uit mocht zien zo grotesk zag het schip er in de ogen van luitenant Veerle van dichtbij uit. Ongedeerd waren ze de zwerm raiders gepasseerd, die op een tegenoverliggende koers hadden gelegen. Onderweg naar de Tormen. Het was een voor hen beiden angstaanjagende ervaring geweest, die ze in diepe stilte en met ingehouden adem hadden ondergaan. Tot Wick had geprobeerd om op een luchtige toon op te merken dat de transponder dus echt werkte, maar Tippi had zijn stem horen beven.
"Waar moeten we naar binnen vliegen?"
"Tippi, zie ik er soms uit als een expert van basestars?", reageerde Wick nors, "we hadden beter Hendrik mee kunnen nemen. Misschien heeft hij hier ook wel een frakking model van gebouwd."
Deze woorden leidde tot een merkwaardig ervaarde opluchting van luitenant Veerle. Hij had zich weer hervonden. In het verleden had de jonge vrouw hem graag anders gezien, maar nu was ze blij dat hij weer dezelfde persoon was als voorheen. Niemand anders wilde ze op dit moment aan haar zijde hebben. Al zou Artemis ook wel fijn zijn geweest. Ze wees naar een opening in de romp dichtbij de centrale as van het schip.
"Daar."
"Weet je het zeker?"
"Ik ben ook geen frakking expert. Doe het gewoon."
Ze zag hem een hand over de zijkant van zijn gezicht halen en deze afschudden alsof hij haar speeksel afveegde.
"Ik schreeuwde niet", riep ze met een iets lagere volume dan voorheen.
Grijnzend voldeed hij aan haar bevel. Geen van beiden merkten dat de basestar zich dichter naar de battlestar Pallas bewoog om het beschadigde zusterschip te dekken.
battlestar Pallas
De Executive Officer leek niet te begrijpen wat er was gebeurd. Hij keek vragend vanaf de andere kant van de tafel de kolonel aan. De man grijnsde slechts en onthulde daarbij een rij gele tanden.
"Onze toegezegde hulp is gearriveerd."
De dichtstbijzijnde basestar was opgehouden met hen te bestoken. De jachtpiloten zorgden voor de ooggetuigenverslagen voor de bemanning bij de afwezigheid van ramen in de romp. Het moest een fantastisch gezicht zijn. De kolonel hoorde hen opgewonden praten over scheuren in de romp voor het schip van binnenuit was opgezwollen tot het in stukken brak. Hij betreurde het feit dat hij het niet met zijn eigen ogen kon aanschouwen.
"Hoe hebben ze dat gedaan, meneer?", vroeg de XO.
"Ik heb geen enkel idee, maar ik ben blij dat ze aan onze kant staan. Wat is de stand van zaken nu?"
"De vipers melden dat de raiders zich terugtrekken, meneer. Ze dekken de aftocht van de beschadigde basestar. Wilt u hen achterna gaan?"
Langzaam schudde de kolonel het hoofd. Ze hadden veel geluk gehad en de majoor wist dat ook. De kanonniers hadden al munitietekorten gerapporteerd en de meeste lanceerbuizen waren leeg. Op diverse plekken werden er ontstane branden bestreden en noodreparaties aan de romp uitgevoerd. De militairen verkeerden helaas niet in de positie om het gevecht af te kunnen maken zoals ze graag wilden. Hij moest prioriteiten stellen. De kolonel twijfelde er niet aan dat de Cylons zouden terugkeren, hij zou zijn wraak nog wel krijgen, maar nu moest eerst de FTL van de battlestar worden gerepareerd. Daarna zouden ze in gezelschap van de Tormen het konvooi opsporen. De rest kwam later.
Konvooi
Het vrachtschip Tormen had zich langzaam, maar toch duidelijk aanwezig naar een positie in het midden van het konvooi gemanoeuvreerd. Omringd door schepen die stuk voor stuk groter waren en zelfs als een dwerg overkomend in de nabijheid van het militaire bevoorradingsschip. De S79 overtrof in omvang zelfs de battlestar Pallas. De vage gelijkenis met de originele battlestars was echter nuttiger gebleken om de Cylons ervan te weerhouden een aanval op het schip uit te voeren dan de twaalf verspreid opgestelde geschutstorens met elk meerdere snelvuurkanonnen.
Nadia trof haar jongste dochter slapend bij een raam aan. Ze tilde het meisje voorzichtig op om naar bed te brengen. Overtuigd dat voor Talitha geen enkel cadeau kon tippen aan dit uitzicht. Ze bleef nog enkele tellen staan. Ook zij was in staat ervan te genieten. Toch dacht ze er geen moment aan om over te stappen. De Tormen was als geen ander schip binnen het konvooi en ze bespeurde een onuitgesproken trots bij zich zelf. Alleen door samen te werken hadden ze zover weten te komen. Al was het minder vanzelfsprekend geweest dan de bemanning naar de buitenwereld deed overkomen. Wie het waagde om een spottende opmerking over het schip te maken kon rekenen op een felle reactie van zowel de militairen en burgers aan boord. Een ongelukkige officier van dienst op de brug van de S79 was hier spoedig achter gekomen. Nadat hij de Tormen uit de schaduw van de Pallas had zien komen had de man het nodig gevonden hen op denigrerende wijze te moeten verwelkomen. Het vechtlustige antwoord daarop was aan boord van alle schepen in het konvooi het onderwerp van gesprek geworden. De Tormen had er zelfs spoedig haar bijnaam Tormentor mee verdient.
battlestar Pallas
Het persoonlijke vertrek van de kolonel onthulde meer aan luitenant Diana dan de man achter het bureau aan haar kwijt zou willen. Op de foto's aan de muur tegenover haar was de kolonel in zijn jongere jaren te herkennen. Een stralende cadet tussen andere officieren in opleiding. Later als luitenant met een meisje aan zijn zijde. In de volgende fotolijsten steeg hij geleidelijk in rang tot haar ogen op de laatste foto bleven rusten. Een glimlachend vrouw met haar kinderen. Er was een recent uitziende rouwband aan bevestigd. Diana maakte haar blik er met moeite van los. Ze zag de doordringende ogen van de man op zich gericht en bleef bewegingloos in de houding staan. Het was een taxerende blik waarmee hij haar gade sloeg. Benieuwd naar de officier wiens bestemming hij klakkeloos had overgenomen.
"Met wie heeft mijn officier van communicatie aan boord van de Tormen gepraat?"
De vraag werd op een toon gesteld alsof hij deze op haar afvuurde. Beschuldigend, bijna.
"Rosalinda verzond de oproep waarmee we met elkaar in contact kwamen en daarna heb ik met uw officier van communicatie gesproken, meneer." Ze zag de kolonel met een uitdrukkingloos gezicht knikken.
"Heeft u luitenant Nagala beledigd?"
"Nee, meneer."
"Wie dan wel, luitenant?", ging de kolonel op een onverbiddelijke toon verder.
"Wick, meneer."
"Wick? Geen rang. Het is dus een burger. Net als die Rosalinda."
"De bemanning van de Tormen bestaat uit civiele en militaire mensen, meneer."
"Dat is mij al bekend, luitenant. Luitenant Nagala voelde zich persoonlijk door hem beledigd. Het schijnt dat deze Wick hem uitschold en de hele koloniale marine erbij."
De kolonel zag de bezoeker in het gezicht kleuren.
"Wick en luitenant Veerle hebben de bom aan boord van de basestar gebracht, meneer." Na alles wat ze hadden meegemaakt had Diana het gevoel dat de shuttlepiloot haar verdediging verdiende. Deze kolonel moest weten dat hij meer was dan iemand die een officier van zijn bemanning had uitgescholden. "Zonder hem was ik nu niet hier."
De kolonel zweeg. Hij besefte maar al te goed wat ze hiermee wilde zeggen zonder het hardop uit te hoeven spreken.
"Waar is hij nu?" Slecht op haar gemak zag hij de luitenant een nog rechtere houding aannemen. "Rust, luitenant," zei hij gebiedend.
Diana nam een gemakkelijkere houding aan terwijl ze razendsnel nadacht over wat ze moest zeggen zonder Wick af te vallen.
"Onderweg naar uw verblijf zagen we de reparaties, meneer. Hij vond...", ze aarzelde even om verder te gaan, "hij vond het beter om hen daarbij te helpen dan hier zijn... eh, nou... hier..."
"Zijn tijd te verdoen?", raadde de kolonel. Als hij had gedacht dat de piloot niet nog roder kon worden dan vergiste hij zich. Waarschijnlijk had deze Wick het op een kleurrijkere manier tegen haar gezegd. De kolonel begon uit te kijken naar het moment waarop hij kennis zou maken met deze man. "Luitenant Nagala had het vast verdiend."
"Meneer?"
"Ik respecteerde zijn grootvader als superieur en heb mijn leven aan de admiraal te danken, maar de luitenant zal moeten leren dat met zijn achternaam niet automatisch alle deuren voor hem worden open gehouden", zei de kolonel, "Misschien moet ik deze Wick een rang van officier geven en aan boord nemen", mijmerde hij hardop.
"Ik betwijfel of het een goed idee is, meneer." Diana zag de kolonel zijn wenkbrauwen fronsen. "De civiele bemanning van de Tormen heeft onderweg nogal wat meegemaakt en ze vormen een hechte eenheid. Ik denk dat hij liever aan boord van de Tormen blijft."
De ogen van de kolonel leken dwars door haar heen te gaan.
"Volgens mij hebben niet alleen de burgers onderweg het nodige mee gemaakt" concludeerde hij na enige seconden van stilte, "maar je hebt me weten te overtuigen."
Diana haalde opgelucht adem. Het was echter van korte duur.
"Vertel hem dat hij hierbij de rang van luitenant heeft gekregen en vanaf vandaag bij de koloniale marine dient. Jij bent met onmiddellijke ingang bevorderd tot kapitein. Neem luitenant Wick mee terug als je XO om het commando over de Tormen op je te nemen. De formaliteiten daarvoor zullen we op een later moment regelen."
"Meneer?", slaagde Diana er nog net ontzet uit te brengen.
"Ik kan geen schip vol eigenzinnige burgers met raptors en wapens in het konvooi tolereren, kapitein. Het is je de afgelopen weken gelukt om deze piraten in het gareel te houden. Het zal je de verdere reis naar Kobol ook wel lukken. Succes."
Voor ze besefte wat er nu was gebeurd stond de verse kapitein met de insigne van luitenant nog op haar uniform al weer op de gang. Waar een op wacht staande marinier voor haar salueerde, maar ze was te diep in gedachten om het op te merken.
"Dat is nog niemand gelukt", mompelde kapitein Diana, "zelfs de Cylons niet."
Waar blijft de toegezegde hulp? Het was de vraag die de kolonel zich keer op keer stelde. Hij had besloten zijn vertrouwen te geven aan deze op hem als piraten overkomende mensen, maar het koloniale signaal op DRADIS bewaarde nog altijd een veilige afstand. Buiten bereik van de wapens aan boord van de basestars. De aanwezigheid van het vrachtschip had echter wel voor een verlichting van de druk gezorgd waaraan de jachtpiloten onderhevig waren. Een groep raiders had zich van de hoofdmacht afgesplitst en was onderweg naar het signaal op DRADIS. Al was de balans nog altijd ver te zoeken en behoorden de vipers tot een zich hardnekkig verdedigende minderheid. De battlestar beantwoordde de stroom van naderende raketten met een hagel van vuur, maar steeds meer raketten slaagden erin door het spervuur te komen, maar desondanks behield de kolonel zijn offensieve instelling. De Pallas had onder zijn commando behalve het nodige geïncasseerd ook klappen uitgedeeld. De raiders waren er niet in geslaagd om alle afgevuurde raketten te onderscheppen. Een beschadigde basestar begon zich terug te trekken. Een arm was half afgebroken en een andere arm aan de onderste rompzijde stond in brand. Ze moesten het nu zien op te nemen tegen het tot nu toe vrijwel onbeschadigd gebleven basestar. Waar blijft toch de toegezegde hulp?
licht vrachtschip Tormen
Onzeker of ze wel in staat waren om deze hulp te bieden had luitenant Diana andere zorgen. Haar officieren waren na het vertrek van de ijswereld in een race verwikkeld geraakt waarbij de raptors het moesten opnemen tegen tientallen raiders. Beide groepen waren onderweg naar het vrachtschip. Ze kon luitenant Stijn met zijn zware stem horen vloeken. Teleurgesteld dat hij helemaal buiten de strijd was gebleven waar de bemanning van de Tormen, dankzij Wick, in verwikkeld waren geraakt.
"Schiet op", spoorde Rosalinda hen aan alsof het een onschuldige wedstrijd betrof.
"Roep ze op en laat de raptors naar het verzamelpunt springen."
"Ze kunnen het halen als we hen tegemoet vliegen."
Luitenant Diana schudde haar hoofd. Deze optie had ze al overwogen en verworpen.
"Nee", zei ze kalm, "de Cylons zullen dan denken dat we vluchten en de raiders terug roepen om opnieuw tegen de Pallas of onze raider in te zetten. We helpen hen alleen door hier te blijven."
De luitenant verwelkomde Nadia op de brug met een vragende uitdrukking op haar gezicht.
"Mag ik alsjeblieft blijven?"
Voor de officier had de aanwezigheid van de vrouw geen enkel nut, maar met twee van haar kinderen op de brug wist ze waarom Nadia was gekomen op een moment als dit. De bezorgdheid achter een geveinsde glimlach verbergend. Diana knikte kort en zag haar naar de hoek lopen om niemand in de weg te lopen.
zware raider
Zo indrukwekkend als de basestar er van afstand uit mocht zien zo grotesk zag het schip er in de ogen van luitenant Veerle van dichtbij uit. Ongedeerd waren ze de zwerm raiders gepasseerd, die op een tegenoverliggende koers hadden gelegen. Onderweg naar de Tormen. Het was een voor hen beiden angstaanjagende ervaring geweest, die ze in diepe stilte en met ingehouden adem hadden ondergaan. Tot Wick had geprobeerd om op een luchtige toon op te merken dat de transponder dus echt werkte, maar Tippi had zijn stem horen beven.
"Waar moeten we naar binnen vliegen?"
"Tippi, zie ik er soms uit als een expert van basestars?", reageerde Wick nors, "we hadden beter Hendrik mee kunnen nemen. Misschien heeft hij hier ook wel een frakking model van gebouwd."
Deze woorden leidde tot een merkwaardig ervaarde opluchting van luitenant Veerle. Hij had zich weer hervonden. In het verleden had de jonge vrouw hem graag anders gezien, maar nu was ze blij dat hij weer dezelfde persoon was als voorheen. Niemand anders wilde ze op dit moment aan haar zijde hebben. Al zou Artemis ook wel fijn zijn geweest. Ze wees naar een opening in de romp dichtbij de centrale as van het schip.
"Daar."
"Weet je het zeker?"
"Ik ben ook geen frakking expert. Doe het gewoon."
Ze zag hem een hand over de zijkant van zijn gezicht halen en deze afschudden alsof hij haar speeksel afveegde.
"Ik schreeuwde niet", riep ze met een iets lagere volume dan voorheen.
Grijnzend voldeed hij aan haar bevel. Geen van beiden merkten dat de basestar zich dichter naar de battlestar Pallas bewoog om het beschadigde zusterschip te dekken.
battlestar Pallas
De Executive Officer leek niet te begrijpen wat er was gebeurd. Hij keek vragend vanaf de andere kant van de tafel de kolonel aan. De man grijnsde slechts en onthulde daarbij een rij gele tanden.
"Onze toegezegde hulp is gearriveerd."
De dichtstbijzijnde basestar was opgehouden met hen te bestoken. De jachtpiloten zorgden voor de ooggetuigenverslagen voor de bemanning bij de afwezigheid van ramen in de romp. Het moest een fantastisch gezicht zijn. De kolonel hoorde hen opgewonden praten over scheuren in de romp voor het schip van binnenuit was opgezwollen tot het in stukken brak. Hij betreurde het feit dat hij het niet met zijn eigen ogen kon aanschouwen.
"Hoe hebben ze dat gedaan, meneer?", vroeg de XO.
"Ik heb geen enkel idee, maar ik ben blij dat ze aan onze kant staan. Wat is de stand van zaken nu?"
"De vipers melden dat de raiders zich terugtrekken, meneer. Ze dekken de aftocht van de beschadigde basestar. Wilt u hen achterna gaan?"
Langzaam schudde de kolonel het hoofd. Ze hadden veel geluk gehad en de majoor wist dat ook. De kanonniers hadden al munitietekorten gerapporteerd en de meeste lanceerbuizen waren leeg. Op diverse plekken werden er ontstane branden bestreden en noodreparaties aan de romp uitgevoerd. De militairen verkeerden helaas niet in de positie om het gevecht af te kunnen maken zoals ze graag wilden. Hij moest prioriteiten stellen. De kolonel twijfelde er niet aan dat de Cylons zouden terugkeren, hij zou zijn wraak nog wel krijgen, maar nu moest eerst de FTL van de battlestar worden gerepareerd. Daarna zouden ze in gezelschap van de Tormen het konvooi opsporen. De rest kwam later.
Konvooi
Het vrachtschip Tormen had zich langzaam, maar toch duidelijk aanwezig naar een positie in het midden van het konvooi gemanoeuvreerd. Omringd door schepen die stuk voor stuk groter waren en zelfs als een dwerg overkomend in de nabijheid van het militaire bevoorradingsschip. De S79 overtrof in omvang zelfs de battlestar Pallas. De vage gelijkenis met de originele battlestars was echter nuttiger gebleken om de Cylons ervan te weerhouden een aanval op het schip uit te voeren dan de twaalf verspreid opgestelde geschutstorens met elk meerdere snelvuurkanonnen.
Nadia trof haar jongste dochter slapend bij een raam aan. Ze tilde het meisje voorzichtig op om naar bed te brengen. Overtuigd dat voor Talitha geen enkel cadeau kon tippen aan dit uitzicht. Ze bleef nog enkele tellen staan. Ook zij was in staat ervan te genieten. Toch dacht ze er geen moment aan om over te stappen. De Tormen was als geen ander schip binnen het konvooi en ze bespeurde een onuitgesproken trots bij zich zelf. Alleen door samen te werken hadden ze zover weten te komen. Al was het minder vanzelfsprekend geweest dan de bemanning naar de buitenwereld deed overkomen. Wie het waagde om een spottende opmerking over het schip te maken kon rekenen op een felle reactie van zowel de militairen en burgers aan boord. Een ongelukkige officier van dienst op de brug van de S79 was hier spoedig achter gekomen. Nadat hij de Tormen uit de schaduw van de Pallas had zien komen had de man het nodig gevonden hen op denigrerende wijze te moeten verwelkomen. Het vechtlustige antwoord daarop was aan boord van alle schepen in het konvooi het onderwerp van gesprek geworden. De Tormen had er zelfs spoedig haar bijnaam Tormentor mee verdient.
battlestar Pallas
Het persoonlijke vertrek van de kolonel onthulde meer aan luitenant Diana dan de man achter het bureau aan haar kwijt zou willen. Op de foto's aan de muur tegenover haar was de kolonel in zijn jongere jaren te herkennen. Een stralende cadet tussen andere officieren in opleiding. Later als luitenant met een meisje aan zijn zijde. In de volgende fotolijsten steeg hij geleidelijk in rang tot haar ogen op de laatste foto bleven rusten. Een glimlachend vrouw met haar kinderen. Er was een recent uitziende rouwband aan bevestigd. Diana maakte haar blik er met moeite van los. Ze zag de doordringende ogen van de man op zich gericht en bleef bewegingloos in de houding staan. Het was een taxerende blik waarmee hij haar gade sloeg. Benieuwd naar de officier wiens bestemming hij klakkeloos had overgenomen.
"Met wie heeft mijn officier van communicatie aan boord van de Tormen gepraat?"
De vraag werd op een toon gesteld alsof hij deze op haar afvuurde. Beschuldigend, bijna.
"Rosalinda verzond de oproep waarmee we met elkaar in contact kwamen en daarna heb ik met uw officier van communicatie gesproken, meneer." Ze zag de kolonel met een uitdrukkingloos gezicht knikken.
"Heeft u luitenant Nagala beledigd?"
"Nee, meneer."
"Wie dan wel, luitenant?", ging de kolonel op een onverbiddelijke toon verder.
"Wick, meneer."
"Wick? Geen rang. Het is dus een burger. Net als die Rosalinda."
"De bemanning van de Tormen bestaat uit civiele en militaire mensen, meneer."
"Dat is mij al bekend, luitenant. Luitenant Nagala voelde zich persoonlijk door hem beledigd. Het schijnt dat deze Wick hem uitschold en de hele koloniale marine erbij."
De kolonel zag de bezoeker in het gezicht kleuren.
"Wick en luitenant Veerle hebben de bom aan boord van de basestar gebracht, meneer." Na alles wat ze hadden meegemaakt had Diana het gevoel dat de shuttlepiloot haar verdediging verdiende. Deze kolonel moest weten dat hij meer was dan iemand die een officier van zijn bemanning had uitgescholden. "Zonder hem was ik nu niet hier."
De kolonel zweeg. Hij besefte maar al te goed wat ze hiermee wilde zeggen zonder het hardop uit te hoeven spreken.
"Waar is hij nu?" Slecht op haar gemak zag hij de luitenant een nog rechtere houding aannemen. "Rust, luitenant," zei hij gebiedend.
Diana nam een gemakkelijkere houding aan terwijl ze razendsnel nadacht over wat ze moest zeggen zonder Wick af te vallen.
"Onderweg naar uw verblijf zagen we de reparaties, meneer. Hij vond...", ze aarzelde even om verder te gaan, "hij vond het beter om hen daarbij te helpen dan hier zijn... eh, nou... hier..."
"Zijn tijd te verdoen?", raadde de kolonel. Als hij had gedacht dat de piloot niet nog roder kon worden dan vergiste hij zich. Waarschijnlijk had deze Wick het op een kleurrijkere manier tegen haar gezegd. De kolonel begon uit te kijken naar het moment waarop hij kennis zou maken met deze man. "Luitenant Nagala had het vast verdiend."
"Meneer?"
"Ik respecteerde zijn grootvader als superieur en heb mijn leven aan de admiraal te danken, maar de luitenant zal moeten leren dat met zijn achternaam niet automatisch alle deuren voor hem worden open gehouden", zei de kolonel, "Misschien moet ik deze Wick een rang van officier geven en aan boord nemen", mijmerde hij hardop.
"Ik betwijfel of het een goed idee is, meneer." Diana zag de kolonel zijn wenkbrauwen fronsen. "De civiele bemanning van de Tormen heeft onderweg nogal wat meegemaakt en ze vormen een hechte eenheid. Ik denk dat hij liever aan boord van de Tormen blijft."
De ogen van de kolonel leken dwars door haar heen te gaan.
"Volgens mij hebben niet alleen de burgers onderweg het nodige mee gemaakt" concludeerde hij na enige seconden van stilte, "maar je hebt me weten te overtuigen."
Diana haalde opgelucht adem. Het was echter van korte duur.
"Vertel hem dat hij hierbij de rang van luitenant heeft gekregen en vanaf vandaag bij de koloniale marine dient. Jij bent met onmiddellijke ingang bevorderd tot kapitein. Neem luitenant Wick mee terug als je XO om het commando over de Tormen op je te nemen. De formaliteiten daarvoor zullen we op een later moment regelen."
"Meneer?", slaagde Diana er nog net ontzet uit te brengen.
"Ik kan geen schip vol eigenzinnige burgers met raptors en wapens in het konvooi tolereren, kapitein. Het is je de afgelopen weken gelukt om deze piraten in het gareel te houden. Het zal je de verdere reis naar Kobol ook wel lukken. Succes."
Voor ze besefte wat er nu was gebeurd stond de verse kapitein met de insigne van luitenant nog op haar uniform al weer op de gang. Waar een op wacht staande marinier voor haar salueerde, maar ze was te diep in gedachten om het op te merken.
"Dat is nog niemand gelukt", mompelde kapitein Diana, "zelfs de Cylons niet."