Iemand met een misdadig verleden loopt 's nachts over straat en ziet iets/iemand, heeft het een betekenis of is het iets onschuldigs, wat doet hij?
Dit is wat ik er van gemaakt heb, geniet ervan en als je commentaar hebt graag hieronder posten!

De Opdracht
Het was donker en het regende. De straten in het havenstadje lagen er verlaten bij, natte koude klinkers. De wind loeide en joeg de golven met harde klappen tegen de kade op. Op straat was geen mens te zien. Hij glimlachte, de perfecte situatie voor een opdracht. Snel stak hij over, waarmee hij de warmte en het licht van de kroeg achter zich liet. Hij trok zijn leren trenchcoat wat hoger op en zijn hoed met brede rand wat verder naar voren. Het was wel even lopen. Af en toe schoot er een rat voor zijn voeten weg. Vanavond moest het gebeuren, zijn opdrachtgever had hier lang op gewacht. Deze klus mocht hij niet verpesten.
Hij zuchtte. Dit soort klussen waren voor hem ook geen dagelijks werk meer. Hij begon de kick van zijn baan te verliezen, misschien was dit zijn laatste klus wel. Nu nog even concentreren. Het doel van zijn nachtelijke wandeling kwam steeds dichterbij. Daar was het verlaten pakhuis. De zwarte leren handschoenen aan en de eerste deur door. De metalen trap op. Zijn voetstappen galmden door de open ruimte. Eerste verdieping, tweede, derde. Uiteindelijk kwam hij aan bij de laatste. Hij liep naar het raamkozijn. Er zat geen glas meer in, hier werd het alleen maar makkelijker van. Hij klapte stil zijn standaard uit en ging op één knie zitten. Zijn sniper haalde hij in drie stukken onder zijn jas vandaan. Hij draaide de aparte stukken op elkaar en schroefde als laatste de demper erop. Hij richtte zijn vizier op de straat. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Petrov, zou hier over een paar minuten voorbij rijden in zijn limousine. Het wachten begon.
Een paar jaar terug was de VN in het geheim overgenomen door de strijdmachten van de Sovjet-Unie, mede door zijn hulp. Hij had toen echter niet begrepen dat hij aan de ‘foute’ kant stond. Dit was hem helaas maar al te pijnlijk duidelijk geworden toen hij zag wat de Russen met hun macht deden. Corruptie, politieke moorden, genocide, niets was te gek. Hij rilde even, hij dacht niet graag terug aan zijn ‘misdadige’ verleden. Nu zou hij het rechtzetten. Dit was niet alleen een opdracht, het was ook een persoonlijke wraakactie voor alles wat de Russen hem en zijn familie hadden aangedaan. Focus. Hij hoorde een auto aankomen. Even trok iets aan de overkant van de straat zijn aandacht. Het zou wel niets zijn. Al zijn zintuigen waren gespannen. Het geluid van de auto werd harder. Hij laadde een kogel. Het moest in één keer goed gaan. Opnieuw trok iets aan de overkant zijn aandacht. In een flits zag hij een rode baret. Shit. Snel trok hij zijn pistool en draaide zich om. Rennend richting de trap luisterde hij of hij buiten al lawaai hoorde. De Russen hadden hem ontdekt.
Een deur, een verdieping lager, sloeg dicht. Dit ging helemaal fout. Hij rende de trap af. Dit was de enige weg uit het pakhuis. Eenmaal op de derde verdieping klonk een stem. “Je bent ontdekt Robert. Geef je maar over, je komt hier nooit meer uit.” Snel rende Robert naar de plek waar hij de stem had gehoord. Rennend door het pakhuis stond hij ineens in een kamer met alleen een tafel in het midden. Aan de andere kant van de kamer stond een schimmig figuur tegen de muur geleund, twee pistolen getrokken. Snel schoot Robert twee keer. Raak. Alleen zakte de figuur niet in elkaar, maar verdween het en dook het aan de zijkant van de kamer weer op. Weer schoot hij, weer raak. Weer twee kogelgaten in de muur en niet in de persoon. Wat was dit? “Geef het op Robert.” Klonk de stem nu vanuit een andere hoek in de kamer. Zoiets had Robert nog nooit meegemaakt. Dit was dus waar de Russen op het departement van geheime gelegenheden aan werkten. Twee schoten klonken weer, verbaasd keek hij naar de figuur in de hoek. De pistolen hadden niet uit Roberts wapen geklonken. Toch zakte de schim in elkaar. Aan het raam stond een vrouw, de rook kwam nog uit haar pistool. “Kom mee, we hebben dingen te bespreken.”