Mijn mooiste nachtmerrie
- 1. -
Ik brak bijna mijn benen toen ik de trap af rende om de voordeur open te doen. Al twee keer was de bel gegaan en ik had het gewoon niet gehoord. Júist vandaag had ik het niet gehoord.- 1. -
Ik trok zonder pardon de deur open en vloog degene die aangebeld had zonder te kijken wie het was om de hals. Gelukkig wist ik dat het Collin was, aangezien ik zijn figuur uit duizenden kon herkennen.
“Wauw, Alena. Zo snel ben je normaal nooit,” lachte hij terwijl hij mijn kapsel ruïneerde.
“Ik weet het. Dit was toch echt mijn record. En ik zat nog aan mijn huiswerk ook,” zei ik met een van mijn trotste houdingen.
“Jij en huiswerk? Sinds wanneer gaat dat samen?” Collin grijnsde zijn witte tanden bloot. Als vanzelf ging mijn tong over mijn tanden – sinds twee weken was mijn beugel er eindelijk uit. Dat mocht wel ook, ik zat al in het vierde jaar van de havo.
“Sinds ik heb besloten toch mijn examen maar te gaan halen,” zei ik droog.
“O, toch wel? Sinds ik ben vertrokken naar Engeland hou je bij hoog en laag vol dat je bij mij komt wonen.”
“Dat weet ik, maar ik heb zo’n enorme intelligentie dat ik het niet kon maken om dat weg te gooien. Bovendien weet je hoe pap is,” grinnikte ik.
“Ja, dat weet ik. Waar is hij trouwens? En mam? Ik dacht even dat ik voor ’n leeg huis stond.”
“Pap is nog op z’n werk. En mam is boodschappen doen voor vanavond,” antwoordde ik, terwijl ik Collins koffer naar binnen sleepte. Hij was zwaar, heel zwaar.
“Morgen komen James, Avery en Sky, hè. Zij stappen morgenochtend op het vliegtuig,” deelde Collin mee. Het waren zijn Engelse huisgenoten. Ze woonden met z’n vieren in een appartement middenin Londen, waar Collin besloot te gaan studeren toen hij zijn vwo had afgerond. Nu hadden ze vakantie, drie maanden lang, omdat ze allemaal hun opleiding hadden afgerond en met z’n vieren besloten er nog eentje achteraan te doen. Vraag me niet waarom, ik zou het na zeventien jaar school echt helemaal gehad hebben. Ik had het nu al gehad en ik zat pas in mijn examenjaar. Collin leek zó oud naast mij en ik leek zó jong naast zijn vrienden. Ik was net zestien, Collin was eenentwintig. Sky was twintig, Avery en James waren net zo oud als Collin. Ik was het ukje van de familie, maar Collin en ik hadden een heel hechte band. Sinds hij weg was, was het alsof er een stukje in mij eruit gerukt was en vertrokken was naar Londen om te gaan studeren aan de universiteit.
“Ja, mam heeft de logeerkamer al helemaal klaar gemaakt.” We hadden een redelijk groot huis. Oké, we hadden een heel groot huis. Een enorm huis. Een... ik dwaal af. Ons huis lag in de polder. Het was een huis tussen een boerderij en een villa in met een enorme tuin en een heel streng alarmsysteem. Zo streng, dat Collin en ik heel vaak betrapt werden als we stiekem ’s nachts eropuit probeerden te gaan. Afgelopen kerstvakantie nog. Wat had ik het koud gehad toen mijn vader buiten een preek af kwam steken, in de vrieskou.
“Oké, mooi. En ik slaap op mijn eigen, vertrouwde kamertje?” Collin gaf me een duwtje en pakte een glas uit het keukenkastje.
“Ja, naast dat van mij. Ik was net blij dat ik verlost was van dat gesnurk van jou... en dan kom je weer drie maanden naar huis,” grijnsde ik. Collin had net zijn glas met kraanwater gevuld en gooide het over me heen. Het kwam zo onverwacht dat ik verstijfd bleef staan.



