
De Schemerheks
"Ga mee met Jasmijn," beval Rozemien. Ze keek me kort aan. Ik schudde mijn hoofd.
"Jij hoort hier niet thuis, meisje," zei ze zachtjes. Haar stem trilde. Haar blik was terug gericht op de vier figuren die uit de mist waren verschenen. Ze waren gekleed in lange jurken en hadden een gevaarlijke blik in hun ogen. Zij waren duidelijk de jager. Wij waren de prooi. Bert had mijn hand nog steeds vast. Hij trok er aan als teken dat ik met hem mee moest gaan. Ik maakte me los uit zijn greep. Mijn vriend keek me vragend aan.
"Ga naar je moeder. Ik help Rozemien," siste ik, "Ik kan dit aan. Jij moet naar de rest van je familie,"
"Schat, dit begrijp je niet, dit kan je niet aan. Dit gaat verder dan wat jij dag in dag uit doet. Met deze mensen kan je niet praten," er klonk angst in zijn stem. Ook hij hield zijn blik niet van de figuren die enkele meters voor ons stonden af.
"Ga!" beval ik hem. Hij knipperde even, draaide zich vervolgens om en liep de richting uit die de rest van zijn familie was uitgelopen. Ik keek hem na tot hij was verdwenen in de dikke mist. Rozemien stond naast mij. Ze had haar fijne handen gebald tot vuisten. Er ging een kracht van haar uit die ik nog maar een keer in mijn leven had gevoeld. Met een schok drong het tot me door. Zij was niet zo anders dan mijn moeder. Waarschijnlijk deelden ze hetzelfde geheim. Dat betekende dat Jasmijn en de moeder van Bert net als ik waren.
De vier figuren kwamen enkele stappen dichterbij. Het licht rondom ons veranderde. Net nog had je ondanks de dikke mist nog gemerkt dat de zon er ergens was. Het was donkerder aan het worden. Het schemeruur was begonnen. Mijn uur.
"Wat je hier gaat zien, blijft tussen ons," fluisterde Rozemien mij toe. Ik knikte. Dat vond ik een goede afspraak. Zij zou zelf ook dingen zien die ze waarschijnlijk niet van mij had verwacht. Ze opende haar rechterhand voorzichtig. Ik zag er blauwe lichtgevende parels uit opstijgen. Ze mompelde woorden die ik niet verstond en haar blik was nu helemaal gericht op de groep voor ons. Enkele tellen later schoot ze de parels in hun richting. Een vrouw met lange blonde haren, stak haar linkerhand omhoog en de parels vielen op de grond. Rozemien zette geschrokken een stap naar achter.
"Ze zijn sterker geworden," fluisterde ze. Ze wierp me snel een blik om in te schatten hoe ik zou reageren op dit bovennatuurlijke gebeuren dat rondom mij plaatsvond. Ik slikte en knikte haar toe.
"Ze hebben het moment in hun voordeel uitgekozen," ging Rozemien op fluistertoon verder, "De schemer. Mijn krachten zijn niets waard als er geen zon is, hun krachten sterken aan van zodra de zon begint te dalen. De schemer is het moment waarop onze beiden soorten het zwakst zijn,"
Verbaasd keek ik haar aan. Er waren twee soorten en geen van hen was krachtig tijdens het schemeruur? Bert's tante keek me verontschuldigend aan. Ze balde opnieuw haar handen tot vuisten en schoot opnieuw wat van die blauwe parels af, maar opnieuw had het weinig effect. De vier anderen moesten wel hun krachten bundelen om de aanval af te houden, maar binnen enkele minuten zouden zij de bovenhand krijgen in dit gevecht. Tenzij ik mijn ware gelaat liet zien.
De vrouw met het blonde haar stapte naar voor zodat ze nu nog maar op twee meter bij ons vandaan stond.
"We maken jullie af," siste we naar Rozemien en wierp mij een vernietigende blik toe.