Het gevaar uit het Asland

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
jveenstra
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 jun 2012 18:34

Hallo allemaal,

ik heb op het moment het idee om een boek te schrijven, en ik vroeg mij af wat men er tot nu toe van dacht, ik heb alleen nog een epiloog. en ben ondertussen rustig nieuwe hoofdstukken aan het uitwerken in mijn hoofd. voor ik deze echt op papier ga zetten wil ik graag enkele reacties horen.
ik zit niet te wachten op ''f*cking slecht verhaal" of dergelijke dingen maar ik wil gewoon tips en adviezen, en als je het niks vind wil ik dat ook graag horen maar vertel er dan wel even bij waarom.

Jveenstra,

proloog
Ik voelde iets achter mij, langzaam ik draaide me om en keek; Niets. Er waren enkel schaduwen in het duister. In de verte hoorde ik een Uwan schreeuwen.
Ik had er pas een keer eerder eentje gehoord, de nacht dat mijn vader stierf. Dit kon geen goed teken zijn. Ik draaide me om en begon weer te rennen.
Weer voelde ik iets achter me. Ik wist het zeker maar ik durfde me niet om te draaien, bang voor wat ik zou zien. Ik rende door en voor mij zag ik de Ipotanische zee en aan de overkant het eiland Chariclo, deel van het eilandenrijk van de Centari, daar zou mijn vader mij heen brengen op de dag dat ik veertien zou worden. Die dag is allang gekomen maar mijn vader leefde al niet meer.
Hij was omgekomen door een aanval uit het Asland, en daarom ben ik nog hier.
Ik rende door en belandde op het strand. Het zand was nog warm van de middagzon. Ik hijgde zwaar maar rende verder, struikelend door het zand. Eenmaal bij de waterlijn aangekomen liet ik me in het water vallen. Hier zou ik veilig zijn, volgens Falantir, hij scheen alles te weten over dit wezen dat ’s nachts door de bossen doolde. Weer hoorde ik de Uwan schreeuwen.
Een donkere schaduw dook op tussen de bomen. De schim kwam langzaam het strand op. Falantir had het fout, dacht ik bij mezelf. Ik knipperde even om scherper te zien.
Toen ik een silhouet kon herkennen zag ik dat het geen monster was. Het was een meisje, van ongeveer 15 jaar, even oud als ik. Haar heldere blauwen ogen spraken boekdelen. Ze was doodsbang. Haar blonde haren en witte jurk danste op de plots ontstane windvlagen.
Toen ging de wind liggen, even snel als hij kwam verdween hij weer. Tegelijkertijd verdween ook de maan achter een wolk.
Alles ging toen plotseling heel snel. Achter de silhouet van het meisje zag ik een tweede komen, veel groter. Hier zag ik geen duidelijke contouren in. Ik schreeuwde naar het meisje dat ze weg moest rennen. Ze draaide zich om, richting het bos en zette een stap. “Nee de andere kant op!” Riep ik. De twee schaduwen smolten samen, een schreeuw en een doffe klap. Toen was het stil, doodstil.
Ik zag nog drie schaduwen tussen de bomen. Stonden die daar al langer? Ik wist het niet. Ik zag de schaduwen langzaam verdwijnen en dacht, Falantir had dus toch gelijk. Ik voelde een klap op mijn achterhoofd en alles werd zwart.
Laatst gewijzigd door jveenstra op 19 jun 2012 16:58, 1 keer totaal gewijzigd.
Rubenorignal
Balpen
Balpen
Berichten: 184
Lid geworden op: 10 dec 2011 16:25
Locatie: Hoorn

hooi, J veenstra

Als eerste hier is het voorsteltopic viewforum.php?f=15
Daar kan je wat over jezelf vertellen en dan weten mensen een beetje wie je bent. Welke Genre je het liefst schrijft of leest. Je leefdtijd, hobby's en dat soort dingen. =) dan lezen ook meer mensen je verhaal =)

zo nu dan even over je verhaal

Om het verhaal wat duidelijker te maken zou ik een enter zo af en toe doen dat leest wat fijner.
Ik voelde iets achter mij. ik draaide me om en keek. Niets. Enkel schaduwen. Het was donker
hier zijn je zinnen heel erg kort wat ook niet bepaald fijn leest.
Ik zou het meer zo doen:

Ik voelde iets achter mij , langzaam draaide ik me om en keek Niets. Het was te donker, er was net genoeg licht om schaduwen te zien vallen om te grond.
Alles gin toen plotseling heel snel
Bij ging mist een G
richting het bos en zette een stap. ‘’Nee de andere kant op! Riep ik. De twee schaduwen smolten samen, een schreeuw en een doffe klap. Toen was het stil, doodstil.
Hier bijvoorbeeld zou ik een spatie zetten na de punt ook zou je aanhalings tekens kunnen gebruiken.

richting het bos en zette een stap.
''Nee de andere kant op!'' riep ik.
De twee schaduwen smolten samen, een schreeuw en een doffe klap. Toen was het stil, doodstil.

Ook zijn sommige stukjes onduidelijk zoals :
Toen ging de wind liggen, even snel als hij kwam verdween hij weer.
hier dacht ik dat het over dat meisje ging, maar na een paar keer lezen hadi k pas door dat het over de wind ging haha. dat komt omdat de wind niet genoemd word eerder behalve in die zin. als je een stukje terug had neergezet van plots stak er een harde wind op is het een stuk duidelijker

Verder een leuk verhaal tot nu toe, het is net iets te kort om een goed idee/beeld van het verhaal te krijgen. Maarja ik zou zeggen ga door haha

Groetjes rubenoriginal
"Go hard or go home"

Rubenoriginal
jveenstra
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 jun 2012 18:34

Bedankt voor de feedback, ik heb een topic geopend op het voorstelforum.
verder heb ik een aantal aanpassingen gemaakt in het proloog en heb ik een nieuw hoofdstuk. het zullen korte hoofdstukken worden zoals je kunt zien aan de grote van het volgende stukken.Graag een reactie :)


Hoofdstuk 1
Een dreunende hoofdpijn deed mij ontwaken.
‘’Waar was ik?’’ dacht ik, en tegelijkertijd kwam het beeld van het meisje dat werd meegenomen door de schaduw weer in mij op.
'De schaduw, wat was dat ding?' vroeg ik mij af.
Ik moest naar Falantir. Ik stond op. Dat was de eerste fout. Ik vloekte en liet mij terugvallen in het zand. Ik legde mijn hoofd terug in het water en bad naar de Morgense om mijn pijn weg te nemen. Volgens Matsya, mijn broer, bestonden de Morgense niet.
Falantir zei altijd van wel. Ik geloofde hem en bad daarom opnieuw om de pijn weg te nemen.
Ik stond langzaam op en draaide mijn hoofd rond. De pijn was minder.
Ik bedankte de Morgense en liep richting het bos. Terug naar waar ik vandaan kwam. Ik liep het hele woud door, ik zag geen spoor van de schaduw die ik had zien staan tussen de bomen noch van het blonde meisje. De gehele terugtocht dacht ik aan dat blonde meisje.
'Wie was dat, en, waar kwam ze vandaan?' en nog veel meer vragen spookten door mijn hoofd. Antwoorden kreeg ik echter niet.
Aan de rand van het Tatariawoud zag ik mij broer staan.
Ik riep hem “Matsya, ik ben hier!” zei ik.
ik trok een sprintje. Dat was de tweede fout. Ik zag de grond op me af komen en weer werd alles zwart.

Ik rende weer door het bos. Ik was aan de rand en zag de Ipotanische zee, ik draaide mij om en zag nog net een blond meisje met blauwe ogen dat werd meegesleurd door een schaduw. Drie andere schaduwen keken toe vanuit het woud. Ik voelde en klap tegen mijn achterhoofd en werd wakker.
Ik lag in mijn eigen bed. Naast mij stonden Falantir en Matsya. Ze waren verwikkeld in een heftige discussie en hadden niet door dat ik al wakker was.
'Het komt door die verhalen die jij hem altijd verteld.' zei Matsya, 'Daarom ging hij op onderzoek en moet je nu eens kijken, hij ligt al twee lichtcyclussen op bed'
'Rustig Matsya,' zei Falantir, 'kijk hij is al wakker.'
Ik voelde mij betrapt en schaamde me dat ik niets gezegd had.
'Hoe gaat het met je?' Vroeg Falantir.
'Het gaat zei ik, ik heb vooral honger.' zei ik.
Een glimlach verscheen op zijn gezicht en hij zei, 'Zie je Matsya, er is niets aan de hand met je kleine broertje.'
Hij draaide zich weer naar mij en vroeg of ik rechtop kon zitten.
Ik lachte en sprong het bed uit om wat te eten te pakken.
De derde fout in korte tijd. Ik zag nog net mijn broers armen mij opvangen en toen werd alles zwart.
Laatst gewijzigd door jveenstra op 24 jun 2012 19:56, 2 keer totaal gewijzigd.
anne2663
Potlood
Potlood
Berichten: 92
Lid geworden op: 29 mei 2012 20:28
Contacteer:

nou, beloofd is beloofd he, dus hier komt mijn reactie (pampampampaaam)
ik neem aan dat je nog ergens gaat uitleggen wat al die (plaats)namen inhouden, want ik volg nog niet 100% wat er nu precies aan de hand is, maar das juist leuk, dan wordt de lezer tenminste een beetje nieuwsgierig ;p
ga in elk geval door! (al denk ik dat je dat toch al wel van plan was)

maar nu even met de spellingscontrole eroverheen:

ten eerste:
jveenstra schreef: Daarom ging hij op onderzoek en moet je nu eens kijken, hij ligt al twee lichtcyclussen op bed. Rustig Matsya, zei Falantir, kijk hij is al wakker. Ik voelde mij betrapt en schaamde me dat ik niets gezegd had. Hoe gaat het met je? Vroeg Falantir. Het gaat zei ik, ik heb vooral honger. Hij lachde en zei, zie je Matsya? Er is niest aan de hand met je kleine broertje, kun je rechtop zitten?
volgens mij moeten hier nog wat aanhalingstekens komen, want citaten en beschrijvingen staan nu dwars door elkaar, dus:

'Daarom ging hij op onderzoek en moet je nu eens kijken, hij ligt al twee lichtcyclussen op bed.'
'Rustig Matsya,' zei Falantir 'Kijk hij is al wakker.
Ik voelde mij betrapt en schaamde me dat ik niets gezegd had.
'Hoe gaat het met je?' vroeg Falantir.
'Het gaat,' zei ik 'Ik heb vooral honger.'
Hij lachte ( <-- dat klopte ook niet helemaal) en zei: 'Zie je Matsya? Er is niets (er stond niest) aan de hand met je kleine broertje, kun je rechtop zitten?'


Die laatste zin zou ik trouwens opsplitsen: Er is niets aan de hand met je kleine broertje.' (bijv.) hij draaide zich nu naar mij toe en zei: 'Kun je rechtop zitten?'


ten tweede:
jveenstra schreef: Vroeg hij mij?
deze zin vat ik niet helemaal, maar dat kan aan mij liggen natuurlijk ;D

zo, dat was het wel denk ik

kom maar op met de rest van het verhaal! :D
Don't cry because it's over, but smile because the of the wonderful experience you had :)
jveenstra
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 jun 2012 18:34

Achja, daar zal ik volgende keer toch wat beter op letten, wanneer een persoon iets zegt en wanneer er iets beschreven wordt. bij je tweede punt moest er geen vraagteken komen te staan maar een punt.
jveenstra schreef:Er is niest aan de hand met je kleine broertje, kun je rechtop zitten? Vroeg hij mij?
moet veranderen in : "er is niets aan de hand me je kleine broertje. Kun je rechtop zitten?" vroeg hij aan mij.

De hij is in dit geval dus Falantir.

Ik zal proberen een korte beschrijving te geven van het gebied waar dit zich afspeelt, of hoe het tot nu toe in mij hoofd zit.
In het midden van de tot nu toe bekende map, ligt een grote rivier die vanuit een bergkam uit het noorden stroomt. deze rivier verdeeld 2 grote landen. (de namen daarvan zijn nog onbekend, en deze zal ik nu voor het gemak solar(links) en luna(rechts) noemen.) Ten zuidwesten van Solar ligt het eilanden rijk van de centari (zie proloog). dit eilandenrijk ligt in de Ipotanische zee en bestaat uit 4 hoofdeilanden, waarvan degene die het dichtst bij de kust ligt Chariclo heet. ten noordwesten van Solar ligt ''Het Asland'' een dood gebied waar naar verluid weinig kan leven en gruwelijke monsters leven. de zee tussen het Asland en Solar is ruw en slechts op een klein stuk bevaarbaar. hier staat een (muur/strategisch gebouwde stad of iets dergelijks) om de rest van solar te beschermen tegen de gevaren uit het Asland. ten zuidoosten van Luna ligt nog een eiland. (...) verdeeld over deze landen, behalve het Asland, liggen 6 grote wouden verspreid waarin elfachtige wezens wonen met magische krachten.
ik ben van plan een variatie van dit stukje ook te verwerken in het verhaal maar voor nu is het misschien wel handig.

het verhaal speelt zich af in het zuidwesten van het solar. langs de kust bij de Centari-eilanden. hier ligt het Tatariawoud. een uitloper van een groot woud waar elfachtige wezens wonen.

Ik hoop dat jullie hier (voor nu) iets aan hebben. ik ga zeker verder en neem alle adviezen gretig op en ben ermee bezig het verhaal te verbeteren en nieuwe hoofdstukken te schrijven.
jveenstra
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 jun 2012 18:34

Ik heb op het moment het proloog en nog 2 hoofdstukken daarnaast. ik geloof echter dat deze drie stukken samen het proloog vormen.
Net als eerder, feedback is meer dan welkom. :)


Hoofdstuk 2
Het volgende moment dat ik wakker werd lag ik niet in mijn eigen bed. Ik lag in een ronde, houten kamer. In de kamer lag een groen tapijt en in het plafond waren ringen gekerfd. Ik zocht naar de bron van het licht en zag een klein raampje. Daarachter zag ik enkel groen. Ik lag niet meer op grond niveau, besefte ik. Ik lag in een houten kamer in een boom. Ik hoorde een zacht gekraak en er ontstond een opening in de wand. Er liep een vrouw naar binnen. Met een elegante handbeweging sloot de opening achter haar weer. Ze was gekleed als een prinses in een lichtbruine jurk die tot haar voeten reikte met een prachtige ketting met een zilveren bedeltje eraan in de vorm van een Uwan. Ze droeg geen schoeisel en het leek of ze ligt over het tapijt zweefde. Dat was onmogelijk hield ik mijzelf voor.
“Goedemorgen.” Zei de vrouw met een licht accent.
Ze keek me aan met haar donker bruine ogen en even kon ik aan niets anders denken dan aan de blauwe ogen van het meisje op het strand, dat door de schaduw was meegenomen.
“Ik ben Miranda” zei de vrouw zacht. “hoe heet jij?”
Ik vertelde haar dat ik het naamrecht niet ontvangen had.
Dit scheen haar te intrigeren en ze vroeg wat het naamrecht inhield. Ik vroeg mij af wie deze vrouw was, dat zij het naamrecht niet kende en ik begon te vertellen. Over de traditie dat elke jongen op zijn veertiende verjaardag naar een van de vier Centari-eilanden gaat met zijn vader om een naam te ontvangen. Toen viel ik stil.
Miranda vroeg mij hoe oud ik was. Ik aarzelde even en zei toen “Ik ben vijftien mevrouw.”
Ze zei dat ze gewoon Miranda heet en vroeg mij waarom ik dan nog geen naam had. Weer aarzelde ik, er viel een stilte die een eeuwigheid leek te duren en uiteindelijk zei ik "Mijn vader is overleden toen ik twaalf was mevrouw.”
“Miranda” zei ze, en daarna “Het spijt me dat te horen.”
Weer was het stil. Ze vroeg me of ik kon staan.
Rustig stond ik op. Deze keer viel ik niet om. Ik liep rustig heen en weer en zei toen dat het ging.
“Kom”, zei ze en liep weer naar de wand die openging met een handbeweging.
Ik liep door de opening en keek naar beneden. Het huisje, of wat het ook was, hing niet in een boom. Het stond gewoon op de grond en het tapijt liep ook buiten de ronde kamer verder. Ik besefte toen dat het geen tapijt was. Het was de bosgrond waar ik op stond.
Weer wenkte Miranda mij en zei dat ik haar moest volgen. Ik deed wat ze mij opdroeg en begon achter haar aan te lopen.
Ze liep zo gracieus, zoiets had ik nog nooit gezien. Zo soepel als ze zich door het bos bewoog, het was ongelofelijk. Terwijl we liepen viel langzaam het duister in. Ik stond stil en genoot van het woud. Toen ik weer opkeek was Miranda nog enkel een schim die zich snel door het donkere woud bewoog. Een ogenblik was ik terug in het Tatariawoud en zag ik de schaduwen tussen de bomen voor me.
Toen hoorde ik de stem van Falantir vanachter de schaduwen komen.
Hij gebood me richting het vuur te komen. Bij het vuur stonden vier mensen. Behalve Falantir en Miranda waren ook Matsya en een onbekende man aanwezig. De onbekende had net als Miranda een ketting met een bedel van een Uwan om zijn nek. Een iets grotere bedel dan Miranda had, ook hij droeg geen schoeisel en hij was gewikkeld in een donkere mantel die hem vrijwel onzichtbaar maakte wanneer je niet goed keek.
De man gebood mij te vertellen wat er gebeurt was vier nachten geleden.
Ik vertelde hen wat er gebeurd was. Zo nu en dan stelden zij een vraag of vroegen zij mij uit te leggen wat ik bedoelde.
De onbekende vertelde dat het wezens uit het Asland geweest moeten zijn. Mensachtige wezens die de onheilsvogel temmen en meenemen op jacht.
Ik vroeg hem wie het blonde meisje was.
“Een meisje met te veel kennis van het Asland.” Zo beantwoorde hij mijn vraag.
Toen stond hij op en liep weg. Ik was uitgeput en Miranda bracht mij terug naar de kamer waarin ik wakker was geworden. Ik vroeg haar of zij het blonde meisje persoonlijk kende.
Ze vertelde mij dat ze haar wel eens vastgehouden had. “voor je in slaap valt wil ik je nog een ding geven.” Zei Miranda tegen mij.
“Wat dan?” vroeg ik haar.
“Een naam” zei ze.
Toen viel ik in slaap.
Toen ik weer wakker werd lag ik in mijn eigen bed. Het was doodstil buiten. Ik dacht terug aan de vorige dag, of was het een droom geweest? Toen voelde ik een ketting om mijn nek hangen. Ik greep het vast en hield het voor mij ogen. Het was een gouden cirkel met een diamanten afbeelding van een vlam erin. Op de achterkant stond een kort stukje tekst. 'Arutha, Vlam van het noorden en Heer van het Asland.'
Dit was onmogelijk dacht ik, Miranda?
Ik schrok alweer wakker. De schreeuw van een Uwan had mij gewekt. De kamer om mij heen stond in brand. In een kleine cirkel om mij heen leken de vlammen aan een onzichtbare bal te likken. Ik sprong op en rende mijn kamer uit.
“Matsya” schreeuwde ik, “waar ben je?”
toen zag ik hem in de deuropening liggen. Een pijl door zijn borst. De vlammen vergrepen zich al aan zijn kleding. Ik rende naar hem toe en wilde hem oppakken. De hitte hield mij tegen. Ik sprong over hem heen en rende weg. Tranen biggelden over mijn wangen. Ik rende tot ik niet meer kon en voor de vierde keer in korte tijd werd het zwart voor mijn ogen.
’Arutha, Vlam van het noorden en Heer van het Asland.” Hoorde ik Miranda fluisteren. “alleen jij kunt de natuurlijke orde herstellen. Ik wacht op je in het Asland.”


Voor nu is dit het einde van het verhaal. ik moet mij even op school gaan richten, toetsweek komt eraan. stiekem blijf ik rustig doorwerken hieraan maar op een lager tempo. ik hoop dat jullie er tot nu toe van genoten hebben.Jveenstra
Laatst gewijzigd door jveenstra op 24 jun 2012 19:52, 6 keer totaal gewijzigd.
zwarte-prinses
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 8
Lid geworden op: 11 jun 2012 19:03

ik vindt hem echt leuk, ik hou wel van zulke soort verhalen. :)
anne2663
Potlood
Potlood
Berichten: 92
Lid geworden op: 29 mei 2012 20:28
Contacteer:

elfachtige wezens? :D *stuitert hieperactief op en neer* jeahh, nu blijf ik zeker meelezen, of je 't nou wil of niet ;p
die beschrijving heeft het een en 't ander duidelijk gemaakt (btw, hoe kom je op die namen?? ik ben daar niet zo creatief mee..)
het verhaal is in elk geval erg leuk om te lezen (:

toetsweek? praat me er niet van.. bij ons is de PWW vandaag begonnen en gaat door tot dinsdag (gelukkig niet in het weekend, fieuww), met andere woorden: ik zou nu dus aan het leren moeten zijn... :$
succes met je toetsen!

ook hoofdstuk 2 is weer leuk, maarrrr wel met drie kleine foutjes
dus, zoek dekking, hier komt de beruchte spellingscontrole weer:

Ze was gekleed als een prinses in een lichtbruine jurk die tot haar voeten reikten met een prachtige ketting met een zilveren bedeltje eraan in de vorm van een Uwan.

reikten = reikte

Mensachtige wezens die de onheilsvogel temde en meenamen op jacht.

temde = temden

Tranen biggelde over mijn wangen.

biggelde = biggelden

dat was het wel weer voor vandaag (:
Don't cry because it's over, but smile because the of the wonderful experience you had :)
jveenstra
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 jun 2012 18:34

@Zwarte prinses, kijk, alle positieve reacties zijn welkom. Leuk om te horen :)

@Anne2663, Ik zou vereerd zijn als je blijft meelezen ;)
Namen haal ik voor een deel uit mijn onderbewuste, een deel uit oude mythologie en andere fantasy boeken.
Zo heb ik de naam Centari afgeleid van het woord Centaur, Chariclo komt van één van de 4 bekendere van de Centaurs.
de namen Matsya en Falantir zijn zomaar in me opgekomen.
de namen Miranda en Arutha heb ik (deels) uit de boekenserie van Raymond E. Feist. één van de beste fanatasy schrijvers. ik zou je echt aanraden zijn boeken te lezen als je houd van fantasy boeken!
Jij ook succes met leren. nog een weekje bikkelen en je bent er weer even vanaf!

de spelling ga ik meteen verbeteren ;)

bedankt voor de reactie allebei!
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ik vind het een goed verhaal, wel vind ik dat de proloog geen echte proloog is, het is gewoon het begin van hoofdstuk een. Dus ik zou dat gewoon bij hoofdstuk een voegen.
anne2663
Potlood
Potlood
Berichten: 92
Lid geworden op: 29 mei 2012 20:28
Contacteer:

Haha, niet té vereerd hè, ik ben de koningin niet :P (gelukkig)
laat me raden, Arutha heb je van 'De Moordenaars' uit de Krondor-serie ;p
jep, ik heb even op de site van de bieb gekeken en toen flitste die naam voorbij
(Feist heeft echt iets te veel boeken/series geschreven... 0.o)

enneeh, waar blijft het volgende stukje? (A)
Don't cry because it's over, but smile because the of the wonderful experience you had :)
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

haha duidelijk geen feist kenner, arutha is een belanrijk personage in meerdere Feist boeken, meerdere series ook. Maar Feist is inderdaad echt een aanrader, wel beginnen bij het juiste boek van de juiste serie, anders weet je al dingen die je nog helemaal niet wilt weten.
anne2663
Potlood
Potlood
Berichten: 92
Lid geworden op: 29 mei 2012 20:28
Contacteer:

@yociame,
ghehe, idd ik ben geen kenner :$
maar daar gaat deze vakantie verandering in komen ;D
ach ja, ik heb wel vaker van dit soort faalacties (A)
Don't cry because it's over, but smile because the of the wonderful experience you had :)
Rubenorignal
Balpen
Balpen
Berichten: 184
Lid geworden op: 10 dec 2011 16:25
Locatie: Hoorn

Het is een leuk verhaal maar er zijn wat dingen die ik persoonlijk vervelend vind of in ieder geval niet fijn vindt lezen.

Zoals gesprekken ze zjin gewoon op een zin wat ik heel erg onduidelijk vindt. Ook lijkt het zo een lap tekst ik wilde het al eerder lezen maar omdat het zo een lap tekst leek deed ik dat niet...

En oo kzoals yociame al zei is de proloog geen proloog wasnt hoofdstuk 1 gaat daar gewoon verder en hoofdstuk 2 zou ik ook nog bij 1 doen omdat er niet veel in gebeurt en het is dan ook zo kort. En aangezien het gewoon verder gaat bij de soort van zelfde plek zou ik er een hoofdstuk van maken.

Maar verder een leuk verhaal!
"Go hard or go home"

Rubenoriginal
jveenstra
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 jun 2012 18:34

Daar ben ik weer met een nieuw stuk van het verhaal. De hoofdstukken moet ik inderdaad herindelen maar daar ga ik aan beginnen wanneer ik wat verder in het verhaal ben zodat ik duidelijk kan zien wat er gebeurt en misschien moeten bepaalde delen naar voren of naar achter gehaald worden tegen die tijd om het chronologisch te laten lopen.
Verder heb ik wat vaker op de enter gedrukt, ook heb ik de eerdere stukken bewerkt zodat het wat makkelijker leest (hoop ik)
in ieder geval, het volgende stuk van het verhaal. nu noem ik het nog even hoofdstuk 3, maar daar gaat binnenkort verandering in komen denk ik zo.

Hoofdstuk 3
‘Kom Miranda, we moeten verder!’ Riep Falantir naar achter. ‘Waar hangt die jongen toch uit?’ zei hij meer tegen zichzelf dan tegen Miranda.
‘Ik kom eraan!’ Schreeuwde Miranda terug.
Waar was die jongen? Het was nu drie dagen na die brand in het huis van Falantir en nog steeds was er geen spoor van de jongen die zij tot Arutha had gedoopt.
Ze rende een stukje over het met kiezels bedekte strand en greep Falantir bij zijn mouw. Samen liepen ze verder over het strand langs het grote Tatariawoud.
Het was een warme morgen terwijl het paar stevig doorwandelden. De ochtendzon had zojuist de schaduwen uit het woud verjaagd. De golven sloegen luid op het strand en verstoorde de rust die over het land lag. De schaduw van een vogel vloog over de het strand.
Miranda volgde de schaduw tussen de bomen verdween.
Ze waren al twee dagen onderweg en hadden op enkele plekken de aanwezigheid van de jongen opgemerkt. Hij was makkelijk te volgen. Af en toe leek het alsof de jongen gevonden wilde worden door achtervolgers.
Het was natuurlijk logisch, de jongen had geen jarenlange ervaring met reizen en het uitwissen van zijn sporen. Anders dan Miranda die bijna een eeuw door de wildernis gezworven had.
Toch was het raar hoe haar leven was gelopen. Tijden haar lange tocht vanuit het Asland helemaal naar het donkere Tatariawoud had ze een hoop gezien. Vele wouden en lange vlaktes had ze verkend en nergens had ze zich beter thuis gevoeld dan hier.
Vaak vroeg ze zich af wat haar toch zo op haar gemak liet voelen hier in de omgeving van het Tatariawoud. Het was niet het geluid van de zee zo dichtbij die de nachtelijke stiltes doorbrak, noch het uitzicht dat ze had wanneer ze in een van de hoge bomen zat in het hart van het woud.
Met haar scherpe blik kon ze alle vier de grote eilanden van het Centari rijk zien, inclusief het woud van de Norgani. Het kleinste van de zes wouden waar de elven heersen.
Zelfs de serene rust die het hele gebied uitstraalde was niet datgene dat haar zo op haar gemak stelde. Het was de jongen, Arutha, die haar dat vertrouwde gevoel gaf. Wist ze sinds enkele dagen. Met zijn verdwijning was ook het vertrouwde gevoel verdwenen.
Nu was ze samen met Falantir op pad om de jongen te vinden.
‘Wat maakt die jongen zo speciaal ?’ Vroeg ze aan Falantir.
Hij haalde ze schouders op en zei ‘Daar moeten wij dus achter zien te komen. Ik denk dat hij weleens degene kan zijn die orde op zaken gaat stellen. Al te lang ligt het Asland gescheiden van de rest van het land en bepalen de Olfen wat er gebeurt aan deze kant van de muur.’
‘Dat is zeker waar.’ Antwoordde Miranda. ‘Hoe heeft het zover kunnen komen dat de elfen zo veranderd zijn? Wij zijn een van de weinige die weten van de verandering van de elfen en de reden dat de muur gebouwd is, maar toch begrijp ik het nog niet helemaal.’
‘Stil” fluisterde Falantir opeens. ‘Kom mee, het bos in.’
Ze rende naar de boomgrens en verdwenen tussen de bomen. Na een paar minuten verlaagde Falantir het tempo tot ze weer op een normale snelheid liepen.
‘Wat was er?’ vroeg Miranda.
Falantir antwoordde niet meteen maar keek om zich heen. ‘Er was iemand daarginds’ zei hij. ‘We zijn hem nu kwijt, denk ik.’
‘Wie was er dan?’ vroeg Miranda.
‘Geen idee, maar ik heb zo het gevoel dat we daar binnenkort achter gaan komen. Kijk, daar is de jongen pas nog geweest.’ Zei Falantir wijzend naar een rotsformatie waar duidelijke sporen waren van een mens.
‘Falantir?’ hoorde ze zacht vanachter een aantal bomen komen.
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”