Angelo Alas

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Proloog

Dieprode druppels bloed vielen op de met mos begroeide stenen. Met het laatste beetje kracht wat ik had, haalde ik uit. Dat was zonder enig succes te boeken en met een diepe zucht liet ik mijn zwaard vallen. De ontmoeting van het zwaard met de rotsen maakte een kletterend geluid wat zich diep in mijn hoofd boorde.
Het vuur in mij doofde langzaam en alles wat ik zag of hoorde verdween naar de achtergrond.
Wat wel tot me doordrong was de zon die net opkwam en fel in mijn gezicht scheen. De warmte maakte me rustig, misschien was dit een teken van bovenaf en moest het zo zijn.
Op dat moment bedacht ik me dat iemand als ik zich geen mooier einde kon wensen. Voorzichtig liet ik me op één knie vallen. Voor me zag ik het zwaard waar mijn bloed aan kleefde. Het was zo goed gepoetst dat ik tussen de bloedvlekken door mijn eigen gezicht kon zien.
De afgelopen jaren hadden hun tol wel geëist. Op mijn linkerwang had ik een horizontaal, langwerpig litteken. En de rechterkant van mijn gezicht was ook niet bepaald ongeschonden gebleven, daar was ik een half zintuig verloren. Een zwart ooglapje bevestigde dat. Dat was een nog pijnlijkere ervaring geweest dan deze.
Als mijn moeder nog had geleefd had ze het vast heel erg gevonden, ze sprak tegen iedereen over haar zoon met ogen zo blauw als de Mediterraanse zee net als die van haar. Van vader had ik de zwarte lokken geërfd die nu doorweekt waren door regen en bloed.
Het wapen waarmee ik gedood zou worden werd met kracht omhoog geheven, om vervolgens als een spies door mijn hart geregen te worden.
Men zegt dat je je hele leven voorbij ziet komen op zo'n moment, voor mij gold dit niet. Het enige wat ik dacht was: Hoe heeft dit zo ver kunnen komen?
Laatst gewijzigd door justme op 06 jan 2013 12:20, 1 keer totaal gewijzigd.
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

De geur van vers gebakken brood wekte me. De warme zon versterkte de geur en het gevoel van de zomer. Ik liet me uit mijn hangmat glijden en liep naar het balkon.
Turend over de rand keek ik naar beneden, naar de klanten die zich al voor de bakkerij ophoopten. Dat gebeurde altijd in de zomer, de bakkerij stond dan zo vol dat de klanten buiten moesten wachten. Vanwege het weer was dat helemaal niet erg. De damesclub stond bij het raam te kletsen over de laatste roddels van de buurt, terwijl de oudste mannen van het dorp op een bankje tegen over ze zaten. Ze bekeken de net geklede dames en gaven ze cijfers, meestal niet heel hoog. Wanneer er een groepje jonge meiden gekleed in zomerjurkjes langsliepen fluisterden ze iets en grinnikten daarna geheimzinnig.
'stelletje oude viespeuken.' dacht ik grijnzend.
Op mijn oude dag zou ik er waarschijnlijk precies zo bij zitten. Bij die gedachte schudde ik mijn hoofd. Waarschijnlijk zou dat niet gebeuren aangezien ik blauwe ogen had. Het was een unicum, ik was de enigste jongen in ons dorpje met blauwe ogen en misschien wel de enigste in heel Italië. Het succes bij het vrouwelijk geslacht was nog niet wat je kunt noemen succesvol, ik was er ook niet echt mee bezig moet ik eerlijk toegeven.
Daar had ik het te druk voor, want wanneer ik niet mijn ouders in de bakkerij hielp was ik met mijn broertje en mijn beste vriend aan het voetballen. Mijn broertje was maar twee jaar jonger dan mij, hij leek op mijn beide ouders, maar niet op mij. Ze hadden hem vernoemd naar mijn grootvader: Marco, het halve dorp heet zo. Dus zo ook mijn beste vriend, tijdens het voetballen kon dit nog al eens verwarrend zijn. Mijn naam komt hier minder voor: Angelo. Een naam gekozen door mijn moeder, omdat ik ogen als een engel had volgens haar.
Op de plek waar we woonden was het net alsof de tijd had stilgestaan. In ons dorp was geen toerisme, geen haast, geen grote bedrijven. Het lag in de binnenlanden van Italië en was zo klein dat het me zou verbazen dat je het in een atlas of gids terug kunt vinden.
Het leek of de tijd hier had stil gestaan, je weet hier precies wie een computer heeft en of diegene internet heeft. Wij hadden dit niet, ik moest altijd naar onze buren. De familie Donzio, bestaande uit een weduw vrouw en een tweelingdochter. Mijn vader vond altijd dat het geen toevoegende waarde op het leven had. Het is wel zo dat je meer contact met elkaar had. Wij internetten bij onze buren, maar zij keken bij ons tv.
Ons dorpje kende precies twee auto's en één vespa scooter. Het was een hecht dorp, wat over elkaar roddelde, maar wanneer je in de problemen zat, stond iedereen voor je klaar.
Ik snoof de geur nog eens diep op van het verse brood en liep weer terug naar binnen.
Deze dag was net als andere dagen, toch zal ik juist deze dag nooit vergeten. De dag dat alles waar ik van hield veranderde. Waarom het gebeurde weet ik nu nog niet en daar zal ik wel nooit achter komen.

Een gewone jongen van zestien in een saai dorp, wat wilde ik nog meer? Ik wilde niets meer, maar het lot was andere dingen met me van plan. Teruggekomen in de slaapkamer, merkte ik op dat mijn broertje al uit de veren was. Die was vast beneden aan het snoepen van het gebak. Na nog een stap te hebben gezet, voelde ik een vreselijke pijn in m'n rug, het duizelde voor mijn ogen en mijn longen knepen af. Ik nam aan dat het wel door de hitte moest komen, wat vreemd was aangezien het mij vaak niet heet genoeg kon zijn.
"Angelo is een koudkleumer" zei moeder altijd met een knipoog.
Langzaam liet ik me in mijn hangmat zakken en sloeg mijn ogen dicht. Dat is het enige wat ik nog weet voordat ik mijn ogen weer opende.

Voor me zag ik de dokter staan, hij scheen met een fel lampje in m'n ogen. "Hij wordt wakker mevrouw Michi." hoorde ik zijn schorre stem zeggen. De man was altijd al schor geweest, niet vreemd als je zo veel sigaren rookt.
Ik opende mijn ogen en rekte me uit. "het gaat alweer." zei ik geruststellend. De aanblik van mijn moeder beviel me niet, ze was altijd zo gauw ongerust. Dat was niet nodig en ik wilde dat ze weer zou kalmeren.
Ik voelde me ook geheel genezen, ik had me nog nooit zo goed gevoeld! De pijn in mijn rug was verdwenen en terwijl ik me uitrekte ging ik rechtop zitten.
Vader liep net de kamer binnen met een dienblad, rijkelijk gevuld met heerlijke broodjes en een kop verse cappuccino. Met een open mond en wijdopen gesperde ogen keek hij me aan. Het dienblad gleed uit zijn handen en viel op de grond. De broodjes rolden over de vloer en het kopje koffie spatte uiteen.
De dokter stamelde wat en deed een stap naar achteren.
Mijn moeder sloeg haar hand voor haar mond en fluisterde: "Dit kan niet waar zijn."
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Langzaam was ik overeind gekomen en naar de andere kant van mijn kamer gelopen. Daar hing een grote spiegel die me een reflectie aan mij toonde die ik niet gewend was.
Twee bordeauxrode vleugels sierden mijn rug. Om er zeker van te zijn dat ze niet alleen voor de sier waren probeerde ik ze te bewegen. Dit lukte zonder enige moeite of pijn. Verwonderd keek ik de andere aanwezigen in de kamer aan.
"Wat is er gebeurd?" vroeg ik, in mijn achterhoofd wetende dat niemand hier een antwoord op had.
We besloten dit eerst nog stil te houden tot we er zelf meer van wisten. Dus was mijn slaapkamer mijn enige uitzicht. De dag duurde lang op deze manier en het was zulk mooi weer. Te mooi om binnen in mijn slaapkamer te zitten.
Uiteindelijk na de restjes van mijn avondmaal naar beneden te hebben gebracht, ging de zon langzaam en spektaculair onder. De lucht veranderde van paars naar oranje en rood. Zodra dit geweldige schouwspel voorbij was werd het donker. Zo donker was het in geen tijden geweest, na een poosje zoeken, lukte het me niet de maan te vinden. Waarschijnlijk zat ze verscholen achter de donkere nachtwolken. Het ideale weer, alsof het lot ermee speelde.
Zoals zo vaak in mijn leven besloot ik mijn stoute schoenen aan te trekken. Rustig klom ik op de railing van het balkon en probeerde zo het dak op te klouteren. Vanaf het moment dat ik kon lopen had ik niets anders gedaan dan klimmen, vallen en opstaan. Dit was een peulenschil voor mij, met die vleugels werd het wel een tikje zwaarder.
Eenmaal op het dak ging ik op de rand staan zodat ik het hele dorp kon overzien. Alleen de kerktoren stak erboven uit. Dat was mijn doel besloot ik, ik zou van hier naar de top van de kerk vliegen en weer terug.
Een flinke aanloop moest voldoende zijn om me van de grond te krijgen. Gelukkig was ons dak plat en kon ik zo meer vaart maken.
Met de wind in m'n rug rende ik naar de andere kant van het dak en duwde me met een stevige trap van het dak af. Op het moment dat ik onder me keek, besefte ik dat het heel verkeerd af zou kunnen lopen.
Mijn vleugels lieten me niet in de steek. Met wat lichte turbulentie kwam ik op de kerktoren aan.
Hier was ik nog nooit geweest en het uitzicht was geweldig. Nog even keek ik naar de grond en omliggende gebouwen om er zeker van te zijn dat niemand me had gezien.

Vanaf die dag zou alles veranderen en elke avond vloog ik een stukje. Steeds verder weg, soms de bergen in of zelfs over een dichtbij liggende stad of dorp. Het duurde alleen niet lang voor mijn capriolen niet meer onbekend waren.
Niets vermoedend lag ik op een ochtend in bed, de deur werd open gezwaaid en voor me stond een kwade moeder. "Waarom zei je niets. We hebben het je nog zo verboden." zei ze bijna huilend.
Ik ging zitten en keek haar aan. "Mam ik doe het alleen wanneer niemand het ziet."
Met haar handen in de lucht mompelde ze iets en nam toen plaats in een afbladerende roze stoel die naast mijn hangmat stond. "Luister ik hoor van klanten dat ze een engel hebben gezien en dat hij alleen 's nachts verschijnt. Er gaan allerlei geruchten door het dorp. De ene beweerd dat je door god gezonden bent en anderen noemen je de engel uit de hel. Geloof me jongen dit gaat zo verkeerd aflopen."
Met een zucht gaf ik toe. "Denk eens aan alle dingen die ik zou kunnen doen voor de dorpelingen." probeerde ik nog. Moeder keek me streng aan.
"Het zal niet meer gebeuren, dat beloof ik."
  • everybody`s story is unique
ScytheNL
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 26
Lid geworden op: 26 jun 2012 10:58
Locatie: Rotterdam
Contacteer:

Ik heb nog niet alles gelezen, maar wat me opvalt... Er is iets in je taalgebruik wat m.i. 'niet klopt'. Zinnen als deze:

"...Met het laatste beetje kracht wat ik had, haalde ik uit. Dat was zonder enig succes te boeken..."
Wel of niet succes boeken, dat is iets dat in mijn beleving niet hoort bij de actie ervoor, de wanhoopsdaad van het uithalen met de laatste kracht, en dan missen.

"...En de rechterkant van mijn gezicht was ook niet bepaald ongeschonden gebleven, daar was ik een zintuig verloren..."
Waarom niet gewoon 'Daar was ik een oog verloren'? Een oog is geen zintuig, 'het zicht' is een zintuig, en aangezien hij of zij nog één oog heeft, is dat zintuig niet kwijtgeraakt. Verminderd, ja, maar niet weg.

"...Het wapen waarmee ik gedood zou worden werd met kracht omhoog geheven, om vervolgens als een vleesspies door mijn hart geregen te worden..."
Een vleesspies? Alweer niet een beeldspraak die ik persoonlijk zou gebruiken. Een vleesspies roept bij mij associaties op met lekker eten, barbecueën met vrienden in de tuin als de zon schijnt. Niet met het beëindigen van iemands leven met een wapen. En met kracht omhooggeheven... Ik kan me voorstellen dat het met kracht neerkomt, of met kracht vooruitgestoten wordt. Met kracht omhooggeheven, dan is het wapen zelf dus heel erg zwaar, zodat degene die het vast heeft moeite moet doen het van de grond te krijgen?

In deel twee gaat het op dezelfde weg verder:
"naar de klanten die zich al voor de bakkerij ophoopten."
Nu stel ik me dus een gigantische krioelende massa mensen voor die elkaar zowat onder de voet lopen voor de bakkerij, waardoor de lichamen van degenen die onder de voet zijn gelopen zich voor de deur ophopen... Ophopen lijkt me hier niet het juiste woord.

"ik was de enigste jongen in ons dorpje met blauwe ogen en misschien wel de enigste in heel Italië"
Ik weet niet in welk jaar je verhaal zich afspeelt. Als het rond 1400 is zou dit misschien kunnen kloppen, dat weet ik niet. Maar als het een verhaal in de moderne tijd is? Ik ben zelf half Italiaans, dus ik kom er regelmatig (Sterker nog: Ik heet Angelo :D). Blauwe ogen zijn echt geen zeldzaamheid, zelfs niet meer in kleine dorpjes. Overigens is het enige, niet enigSTe.

Verder lijkt je reactie op de vleugels die ineens op je rug zitten me op z'n allerminst gezegd nogal laconiek: Je beweegt ze even, en meteen erna vlieg je al rond in het dorp... Ik zou me toch als eerste helemaal kapot schrikken en richting ziekenhuis racen... Of naar de kerk, als je gelovig bent :D

Op zich is het verhaal zelf helemaal niet slecht... Maar dit soort details stoort me in het lezen, en als het een boek was zou ik na het lezen van de proloog en het begin van hoofdstuk 1 al besloten hebben het niet te kopen.

Ik hoop dat dit aankomt zoals het bedoeld is: Een eerlijke mening waarmee ik je niet wil beledigen of kleineren :)
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Zucht...

Je hebt gelijk het schrijft ook niet lekker... ik denk dat dit mijn schrijfstijl is... ookal is hij waardeloos....
hoe dan ook, als er geen animo voor dit verhaal is kan het wat bij betreft wel verwijderd worden.
Dus als er meer mensen zijn die zich aan mijn schrijfstijl ergeren, XD
  • everybody`s story is unique
ScytheNL
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 26
Lid geworden op: 26 jun 2012 10:58
Locatie: Rotterdam
Contacteer:

justme schreef: Dus als er meer mensen zijn die zich aan mijn schrijfstijl ergeren, XD
Hahaha zo erg is het nu ook weer niet :P En het is niet de schrijfSTIJL, het is gewoon sommige beschrijvingen die niet helemaal... lekker zijn... :) Niet wanhopen :)
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Dankjewel voor de tips, ik verbeter het andere wanneer het verhaal af is, maar probeeer op jou manier verder te gaan :D jij hebt trouwens ook leuke verhalen


Ik breek niet graag beloftes, maar dit was een noodgeval.
De avond viel al over ons rustige dorpje. We zaten met ons gezin bij de tafel en waren een potje aan het kaarten. Voor ons huis ontstond een tummult en het lawaai drong bij de woonkamer binnen.
Geschrokken keken vader en moeder elkaar aan. Marco en ik keken op onze beurt hun weer aan. Even waren we versteend en konden niets doen. Vader stond als eerst op en haastte zich naar buiten, hij werd al gauw door moeder achtervolgd. Marco keek me aan en haalde zijn schouders op, ook hij stond op om te vertrekken. Ik wist dat hij niet naar buiten zou gaan, maar naar de onbeheerde bakkerij, waar gebakjes klaarstonden voor de volgende dag.
Even zat ik in dubio, een snelle blik op het tafelkleed deed me beseffen wat ik moest doen. Snel sloeg ik het om me heen en liep naar buiten. Daar trof ik een hele horde dorpsbewoners aan, zo te zien bijna iedereen. "Wat is er aan de hand'?" vroeg ik bezorgd aan moeder die druk in gesprek was met onze buurvrouw. "Het is kleine Bianca van hier tegenover, ze ging weg om wat brood bij ons te halen, maar ze is niet meer teruggekomen. Wat als ze is meegenomen door zo'n viespeuk, maar niemand in het dorp lijkt me zo. Zou het die ene..."
"Bedankt mam." Ik rolde met mijn ogen en liep verder op zoek naar mijn vader, die was spoorloos in de menigte. Er moest nu iets gebeuren en ik wist dat je van boven veel meer zicht had.
Zonder verder na te denken nam ik een besluit. Zo onopvallend mogelijk verschanste ik me in een steegje naast ons huis. Met een ruk gooide ik het tafelkleed af, en zette me af. Het was nog niet eerder gelukt om van de grond af op te stijgen.
Wonder boven wonder lukte het en met een enorme kracht zweefde ik door de lucht. Onder me stonden alle mensen die kleiner en kleiner werden. Ze zouden me vast niet opmerken, aangezien het al donker werd.
Met een turende blik als een havik over het dorp en omliggende weilanden, viel me niets vreemds op. Voorzichtig ging ik wat lager vliegen. Verder op zag ik het meer schitteren in het maanlicht. Met een vaart dook ik er opaf Aangezien niemand op het water kon lopen ging ik laag vliegen, dicht bij het oppervlak. Mijn linkervleugel sneed door de waterspiegel. Dit voelde geweldig en gaf een adrenalinestoot.
Dit was voor korte duur, want ik zag een roze vlekje in de verte drijven op het water. De wind droeg me naar mijn doel en met mijn vleugels gaf ik nog een extra zetje. Het was heet, de hitte van de dag was nog niet weggetrokken. Met een uithaal greep ik het roze object, wat het truitje van Bianca bleek te zijn.
Bianca zat er nog in, ik had haar gevonden. Op de kant aangekomen werd ik overspoeld door dorpelingen die niet wisten wat belangrijker was, de engel of het kindje.
Een traan gleed over mijn wangen terwijl ik het levenloze lichaampje op de kant legde. Ze bewoog niet, ze leek te slapen.
Wat er toen gebeurde begreep niemand insclusief ik zelf. Automatisch knielde ik en hield mijn hoofd net iets boven het kleine meisje. Een soort adem verliet mijn mond en vond de weg naar de hare. Hierop opende ze haar ogen en keek me verwonderd aan.
"Bianca!" riep haar moeder en haastte zich naar ons toe.

Vanaf dat moment kon ik niet meer stuk. In het dorp was ik de held, met huldiging en al. Wanneer er problemen waren kwamen ze bij mij. Wanneer er iets goeds gebeurde, bedankten ze me.
Het was allemaal te mooi om waar te zijn en dat was het helaas ook.
Twee weken na mijn huldiging was mijn heldendom over, voorbij, finito. We zaten met het hele gezin thuis voor de tv. Een tune kondigde het begin van het journaal aan. De headline deed ons opschrikken: Helse Engelen. De keurig in pak gestoken nieuwslezer vertelde dat overal ter wereld engelen verschenen. Ze zouden duivelse krachten hebben en dood en verderf zaaien. Daarop volgde een filmpje waarin te zien was hoe zo'n "engel" een dorpje in scandinavië compleet verwoest had. Alles stond in lichter laaien. Vanaf dat moment wist ik dat mijn lot bezegelt was. Mijn ouders begonnen te huilen en ik kon aan mijn broertje zien dat hij zijn tranen inhield. Ik zelf wilde wel huilen, maar de tranen kwamen maar niet.
"Het is goed zo." wist ik nog uit te brengen.
Laatst gewijzigd door justme op 06 jan 2013 12:35, 1 keer totaal gewijzigd.
  • everybody`s story is unique
ScytheNL
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 26
Lid geworden op: 26 jun 2012 10:58
Locatie: Rotterdam
Contacteer:

Ah, het verhaal neemt een spannende wending :)

Even snel wat me opviel, deze zin heb je dubbel:
"De avond viel al over ons rustige dorpje, normaal gesproken rustig dorpje".

en hier mis je denk ik een punt?
"Met een vaart dook ik er opaf Aangezien niemand op het water kon lopen ging ik laag vliegen, dicht bij het oppervlak"


Maar verder mooi vervolg,
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Het uitzicht vanaf de Big Ben was geweldig. Ik keek over heel Londen terwijl mijn haren in de sterke wind wapperden. Met gesloten ogen liet ik mijn gedachten wegvaren. Varen over een rivier die uitmondde in het meer bij mijn geboorteplaats, mijn thuis.
Een stomp in mijn maag bracht me weer terug in de realiteit. 'Iemand thuis.' mompelde een geïrriteerde stem. Het was Jump, een jongen net als ik. Hij was op dezelfde manier veranderd in een engel. Geen van ons twee wist waarom het gebeurde of wat we moesten doen. Thuisblijven was voor ons beiden geen optie geweest.
Nog geen twee uur waren er verstreken na het nieuwsbericht of een speciale eenheid van de politie stond met grof geweld op de voordeur te bonken. Alle voorzorgsmaatregelen waren genomen, tot aan pantservoertuigen toe.
Er was geen tijd om afscheid te nemen, maar diep in ons hart wisten we dat ik zou vertrekken en dat ik nooit meer terug zou keren.
Behendig sprong ik door het raam aan de achterkant van het huis en strekte mijn vleugels. Met een vluchtige blik achterom zag ik dat mijn familie me nakeek totdat ik in de bewolkte lucht verdween.
Nu, wanneer ik er aan denk krijg ik nog steeds tranen in mijn ogen.
Ik zwierf van stad naar dorp, van bewoonde naar onbewoonde wereld en van berg naar dal. Na een nacht lang gevlogen te hebben begon ik uitgeput te raken. Mijn oriëntatiegevoel was nihil en lager vliegen durfde ik niet, omdat ik bang was dat het leger me zou zien of wie dan ook achter mij aan zou zitten. Het lukte me een nacht lang te vliegen. Zelfs de ochtend haalde ik nog, maar tegen de middag begon ik hoogte te verliezen.
Zo lang waren mijn vleugels nog nooit getest. Naar beneden kijkend probeerde ik uit te vinden, waar ik me bevond. Aan het landschap te zien was ik richting het Noord Westen gevlogen, meer was er niet uit op te maken.
Totdat er een icoon in het vizier kwam: de grote klokkentoren van Londen. Het was windstil en met elke spier in mijn lijf moest ik mezelf in de lucht zien te houden. De wereld begon wazig en draaierig te worden voor mijn ogen. Zonder er ook maar erg in te hebben, viel ik uit de lucht en er was niets tegen te doen. Het was alsof mijn batterij was uitgezet, niets werkte meer. Met een grote smak kwam ik op het water terecht, waarna het me opslokte. Langzaam zonk ik steeds dieper en dieper.
Met grote verbazing had Jump het gezien vanaf de Big Ben en kwam me redden. Sindsdien is dit mijn thuis en het is prima. Natuurlijk zou ik zo graag mijn familie weer willen zien, maar dat kan niet meer.
'Wil je ook?' vroeg Jump terwijl hij een krant voor me hield gevuld met vette stukken gebakken aardappel.
Ik schudde mijn hoofd.
Met een zucht ging Jump zitten en begon aan zijn koningsmaal. 'Je dwaalt steeds af m'n vriend. Waar zit je met je gedachten?' vroeg hij terwijl hij dat eigenlijk wel wist. 'Hoe dan ook, je moet wel goed blijven eten.'
Met een zucht stond ik op. 'Waarom hebben ze ons nog niet gevonden.'
Jump slikte en zei: 'Polities vliegen niet, al zouden ze ons vinden, wat kunnen ze doen? Die traditionele Engelsen gaan echt hun eigen klokje niet opblazen.'
Ik draaide me om en leunde tegen de binnenkant van een stenen boog. 'Niet alleen dat, maar wat dacht je van die andere engelen ze moeten toch weten dat we er zijn.'
Jump haalde zijn schouders op. 'Wist jij van hun bestaan voordat je het op tv zag?'
Daar had hij een punt. Het begon te motregenen. Ik deed een stapje terug zodat ik niet nat werd.
Naar de lucht kijkend besefte ik me, dat niet voor altijd zo kon blijven.
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Het was een nacht als alle nachten. Jump zijn gesnurk hield me uit mijn slaap en daarom draaide ik me voor de zoveelste keer om.
Ik legde mijn handen achter mijn hoofd en staarde naar boven. Naar het stenen plafond. Waarschijnlijk zou Klaas Vaak vannacht niet bij me langskomen. In eerste instantie niet een groot probleem, ik had nog genoeg stof tot nadenken.
Aan het gekreun van Jump merkte ik dat hij weer een nachtmerrie had. Geeuwend stond ik op om mijn plicht te doen. Met de punt van mijn laars duwde ik tegen z'n schouder. Normaal gesproken schoot hij overeind en na twee tellen barstte hij dan in lachen uit. Nu was het anders: hij bazelde verder en zijn ogen gingen schokkend open en dicht.
'Jump.' fluisterde ik en bukte naast hem neer. 'Jump.' zei ik nu iets luider. Voorzichtig pakte ik zijn schouder en bewoog die heen en weer. Het was alsof ik een natte zeem vastpakte. Hij was compleet doorweekt. Snel voelde ik aan zijn voorhoofd. Hij stond in vuur en vlam, een hevige koorts nam bezit van zijn lichaam.
Hij pakte mijn pols en mompelde woorden die ik niet kon verstaan. De paniek sloeg bij me toe en helder denken was voor mij verleden tijd. 'Naar een dokter?' dacht ik. Vervolgens besefte ik dat die flauw zou vallen of de politie zou bellen. Nog nooit had ik me zo alleen gevoeld. Wie kon mij helpen?
'Je temperatuur moet zakken vriend, hou vol.' mompelde ik en scheurde een stuk van mijn pas verworven cape af. Met een sprong duikte ik naar beneden en hield net halt boven het donkere water van de Theems. Met een snelle beweging dompelde ik de lap stof onder en wrong hem licht uit. Mijn vleugels hadden nog nooit zo snel kracht gezet om weer boven te komen.
Jump veroerde geen vin, gelukkig was zijn ademhaling nog wel duidelijk zichtbaar. Eerst hield ik het doekje boven zijn mond en kneep hem uit zodat er wat vocht bij hem naar binnen druppelde. Hij likte over zijn lippen. 'Dat is een goed teken.' moedigde ik mezelf aan.
Na zijn gezicht te hebben gedept legde ik de lap op zijn voorhoofd. Nu ik beter naar hem keek, deed hij me aan mijn kleine broertje in Italia denken.
Voor hem was ik minstens zo zorgzaam geweest. Inmiddels was Jump mijn tweede broertje geworden, zonder hem wist ik niet wat ik moest doen.
De klok van de Big Ben sloeg en even kwam de maan achter de wolken vandaan tevoorschijn. Tenminste zo leek het.
Een fel licht scheen over Jump's lichaam en kwam steeds dichterbij. Ik werd verblind en kon bijna niets meer zien. 'Wacht eens even.' dacht ik. Nu de Big Ben uitgeslagen was hoorde ik het geluid van een helikopter.
Er werd iets in het engels geroepen door een megafoon. Ik kon er niet uit opmaken wat ze wilden. Mijn verstand was blanco, en verkeerde in een toestand van onbesef.
De bewegingen die mijn lichaam maakte waren zonder mijn regie. Voordat iets tot me doordrong, had ik Jump opgetild en vloog ik boven het wateroppervlak van de Theems.
Niet beseffend of ik landinwaarts of op de zee afvloog. Ver op de achtergrond hoorde ik schoten. 'We gaan dood.' bedacht ik me. Nu is het moment, het einde is daar. Uit deze situatie zou ik me onmogelijk kunnen redden. Ik keek naar beneden terwijl het wateroppervlake onder me doorraasde. De moed om ook maar een seconde achterom te kijken ontbrak me. Als we stierven wilde ik het niet zien aankomen.
Na een vlugge blik op Jump geworpen te hebben, was duidelijk dat hij nergens weet van had. Hij was weer weggedommeld. Weer klonk er een schot. Uit man en macht probeerde ik hoger te vliegen, maar het lukte niet. Boven de wolken zou het al lastiger voor ze worden. Wie waren ''ze'' eigenlijk? 'Ik weet niet eens door wie we worden vermoord.' dacht ik.
Weer klonk een schot en ik voelde een helse pijn in mijn rechtervleugel. Na een laatste stuiptrekking was het onmogelijk verder te vliegen. Stevig omklemde ik Jump terwijl het ijskoude water steeds dichterbij kwam.
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Met halfopen ogen tuurde ik naar boven. Langzaam dreven wolken voorbij, roze gekleurd door de ondergaande zon. Met enige moeite lukte het me te gaan staan.
Om me heen kijkend besefte ik waar ik was, maar tegelijkertijd waar ik niet was. In de verte lag mijn geboorteplaats. Het kleine Italiaanse gehucht. Dat was te herkennen uit duizenden. De lucht opsnuivend rook het zelfs als thuis.
Verderop zag ik het meer. Zonder te weten waarom, liep ik er op af. Steeds dichterbij komend zag ik het oude houten bankje. Vanaf daar kon je rustig zitten te genieten van het uitzicht op het geweldige meer en daarachter de indrukwekkende bergen en heuvels.
Er zat iemand op het bankje. Ik haalde diep adem en liep door. Behendig sprong ik op het oude hout en ging zitten.
'Angelo, is het geen prachtig gezicht.' zei de persoon die naast me zat.
Meteen wist ik wie het was. Opa had tot aan zijn dood toe elke avond op dit bankje gezeten om de zonsondergang te bewonderen. 'Je weet maar nooit wanneer het je laatste is.' zei hij dan altijd. Op een bijzondere manier voelde het vertrouwd.
'Ja, elke zonsondergang is uniek.' zei ik terwijl een traan over m'n wang liep. 'Ben ik dood opa?' vroeg ik.
'Angelo, m'n jongen. Vrees niet, Hij is goed.' zei opa en sloeg een arm om mijn schouders. De zon liet het landschap tot leven komen en zorgde voor de meest indrukwekkende kleurspektakels die ik ooit had gezien. 'Nu nog niet.' zei ik een snik onderdrukkend. Opa lachtte en gaf een flinke klop op mijn schouder.
'Heb geen angst Angelo, je bent één van hen.'

'Hij komt weer bij, maak hem goed vast.' zei een stem in gebrekkig engels. Er brandde een fel licht, waardoor ik mijn ogen niet kon openen. Alsof iemand mijn gedachten kon lezen werd de lamp uitgedaan.
Er was een hoop drukte op de achtergrond of was het de voorgrond? Het was alsof ik gedrogeerd was en daardoor kon ik het niet plaatsen. Net als veel andere geluiden.
Mijn zicht was slecht ookal had ik mijn ogen wagewijd open gesperd. Enkel gekleurde vlekken waren zichtbaar, maar vormen zag ik niet.
'Zijn waarden zijn normaal dokter.' zei een zoete vrouwenstem. De dokter bromde iets terug en stond op. Na een aantal voetstappen in mijn richting voelde ik een hand mijn hoofd heen en weer bewegen.
'Uiterst merkwaardig. Voorlopig is hij te zwak voor alle testen. Stop hem in de koepel en laat hem een week, als het moet twee uitrusten.' mompelde de dokter.
Mijn beeld werd helderder en nu kon ik al een gezicht herkennen. Mijn spraak was weg en ik kon me amper bewegen. 'Wat hebben ze met me gedaan?' vroeg ik me af.
Door de angstige gedachten die me bekropen werd ik moe. Ik sloot mijn ogen en meteen doken er beelden op van mijn laatste momenten bij bewustzijn. De helikopter, het water, Jump. 'Waar is Jump?' fluisterde ik plotseling.
Een zachte hand pakte mijn pols, waarschijnlijk om mijn hartslag te voelen. Met veel moeite opende ik mijn ogen weer en keek recht in een paar grijze ogen. 'Rustig maar.' zei een lieve maar zekere stem. 'Waar is Jump?' vroeg ik en keek om me heen. Er was net zo'n tafel als waar ik op lag, maar die was leeg. Er was geen spoor van Jump te bekennen. De assistente leek me niet te begrijpen en maakte aantekeningen op een klembord. Er kwam een brede man aanlopen in een grijs uniform. Hij trok de riemen die om me heen gespannen waren zo strak aan, dat ik bijna geen lucht meer kon krijgen.
'Mike! Dat is veels te strak.' zei de assistente nu. Meteen werden de riemen losser gemaakt.
'Je hoorde toch wat de dokter zei.' zei nu een zware en geïrriteerde stem. De vrouw schudde haar hoofd ontzet en zei: 'Waar ben je bang voor? Hij is zelfs te zwak om te praten.'
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Na een aantal dagen voelde het alsof het dagelijks leven weer op een apparte manier weer vorm begon te krijgen. Ik zat gevangen in wat ze de 'koepel' noemen. Het was een koepel, van doorzichtig materiaal wat op kunststof leek, waar ik met geen mogelijkheid door heen zou komen.
De grond was van steriel staal. Het was zo groot als ongeveer een half voetbalveld en ik had ruimte om te vliegen. Tenminste dat denk ik, ik had het nog niet uitgetest. Daar was ik nog te zwak voor en ik wilde niet sneller sterk lijken dan nodig. Die testen waar ze over spraken leek me maar niets.
De deur werd voorzichtig geopend. De vrouwelijke assistent in lange witte jas kwam naar binnen. Zij had er die dag voor gezorgd dat ik niet door te strak aangetrokken riemen zou stikken. Ze had een dienblad bij zich waar mijn voedsel op lag.
Van dit eten kreeg je geen honger. Eerder het tegenovergestelde, je maag keerde zich tegen je. En ik vroeg me af of paranoïde begon te worden, want ik kreeg het vermoeden dat er misschien spul doorheen werd gegooid wat me geen goed deed. Misschien kalmeringsmiddelen om me rustig te houden en te zorgen dat ik niet probeerde uit te breken. Als dat het geval was, had het effect, want ik had net genoeg energie het eten tot me te nemen. Daarna zakte ik in elkaar op mijn even steriele bed en sliep voor mijn eigen gevoel wel twee hele uren.
Het vreemde was dat ik voortdurend werd bekeken en ik had het niet door. Alleen naar de wc gaan, onder strenge begeleiding, was privé.
'Hoe gaat het vandaag AA012?' vroeg ze goedgehumeurd.
AA afkorting van Angelo. Waar 012 voor staat weet ik niet. Ze noemen me niet bij naam, ze zullen wel afstandelijk moeten blijven. Ik ben vast een soort project voor hen, puur zakelijk. Een normaal weldenkend mens zou hier gek van geworden zijn. Ik daarintegen anticipeerde hier op en zag het als de normaalste zaak van de wereld. Het leven ging zijn dagelijkse gangetje en ik hoopte dat als ik dit vol zou houden het weer als vroeger zou zijn.
'Goed.' antwoordde ik even goedgehumeurd terug.
'Ik hoop dat je honger hebt, want ik heb iets Italiaans weten te regelen.' zei ze trots en zetten een dienblad vol Italiaanse lekkernijen voor me neer. De geuren van verse pasta en zelfgemaakte pastasaus dampte van de borden. Ernaast lag een minipiza met ansjovis.
Verwonderd keek ik ernaar. 'Waar heb je dit vandaan, dit is iets heel anders dan wat ik normaal gewend ben.'
Ze bloosde. 'Zelf gemaakt, ik hoop dat je het lekker vind.'
'Dus jij bent stiekem een echte Italiaanse keukenprinses.' zei ik met een flirterige knipoog.
'Nou, mijn moeder is half Italiaans en ik verzeker je dat zij het nog honderd keer zo lekker kan maken.'
Een wacht kwam binnenlopen met een groot machinegeweer. Zo te zien geladen en klaar om te schieten op elke onverwachte beweging. Hij keek naar de assistente met een strenge blik.
Ze veranderde onmiddelijk, haar blos verdween en ze keek serieus.
'Bedankt...' probeerde ik. Ze keek me onzeker aan, bijna angstig. Misschien had ze dit baantje wel tegen haar wil. Sinds dag één probeer ik achter haar naam te komen, maar die gaf ze niet prijs. Net zo min als de bepantserde en gespierde mannen die mijn deur bewaakten, of de gekke geleerden in lange witte gewaden.
De geur van de pasta was bedwelmend en ik waande me weer in mijn geliefde Italia. Bij elke hap sloot ik mijn ogen en met elke hap veranderde de wereld om me heen in thuis.
De oude kleine huisjes, de geurige en kleurige bloemen, de spelende kinderen, het geluid van stromend water van het kleine riviertje, de geur van de bakkerij. Alles speelde zich voor mijn ogen af. Het voelde als een droom die werkelijkheid werd.

De slaap had me te pakken gekregen. Na het geweldige Italiaanse maal, droomde ik verder in het Italiaans. Ondanks dat ik niet wakker wilde worden, nooit meer, had ik geen keus.
Met een luid gekletter werd de metalen deur opengeslagen van de koepel. Alles speelde zich wazig voor me af, omdat ik nog half sliep. Ik ging rechtop zitten en wreef in mijn ogen. De dingen die ik hoorde en zag speelden in de verte af. Een lichaam werd naar binnen gegooid en kwam met moeite overeind.
'Geef het op, jij zult hier nooit ontsnappen. Ons beveiligingssysteem is zo veel beter dan dat in Canada.' mompelde de dokter die ook mij had onderzocht. 'Wij zijn in alles beter dan Canada.' mompelde één van de gepantserde mannen. De andere naast hem grinnikte en kreeg een stomp van de dokter.
'Jullie zijn monsters.' schreeuwde een oversture stem, waarna een schreeuw volgde. Een onbeheersbare schreeuw die voortkwam uit gruwelijke pijnen. Ik zag voor me hoe de persoon in elkaar zakte en roerloos bleef liggen.
'Dat was nog maar 650 Volt, je wilt hem niet uittesten op de maximale stand of wel?' grinnikte de dokter. 'Trouwens jij bent het monster, wij niet.'
Ik sprong overeind en rende er op af, nog steeds zag ik niet alles helder, maar ik deed mijn best. 'Hé, waar denk je dat je mee bezig bent.' zei ik op woeste toon.
Het slachtoffer had voorrang op mijn woede jegens de gekke geleerden en gepantserde voertuigen. Voorzichtig knielde ik neer bij hetgeen wat voor me lag. Zo te zien twee vleugels. Voorzichtig vouwde ik eentje aan de kant en er kwam een pijnlijk gezicht te voorschijn omlijst met donkerrood haar. Twee diepzeeblauwe ogen keken me recht aan. Toen ik opkeek zag ik dat we alleen waren en de soldaten en de gekke geleerde de koepel hadden verlaten.
'Rustig aan.' zei ik en hielp haar rechtop te gaan zitten.
Ze knikte, maar zei geen woord. Mijn blikken werden gemeden. Of zat ze zo diep in gedachten verzonken?
Laatst gewijzigd door justme op 06 jan 2013 13:01, 3 keer totaal gewijzigd.
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Met moeite hield ze een mok warme koffie vast in haar beide handen. Ze was gemarteld, gepijnigd en onmenselijk behandeld. Je kon het zien, niet zo zeer aan verwondingen een paar blauwe plekken op haar benen en een schram op haar linkerhand, maar het was af te lezen aan haar houding.
Nog geen woord had haar mond verlaten. Misschien was ze bang voor me of voor nog meer pijn.
Nu ik erbij nadenk ik had ook nog niets tegen haar gezegd.
'Gaat het weer een beetje.' vroeg ik voorzichtig.
Ze dronk haar koffie in één teug op. 'Het kan niet beter. Ik ben net geëlektrocuteerd maar voor de rest prima.'
''Ik kan er toch ook niets aan doen.'' dacht ik, maar zei dit niet.
Met veel moeite lukte het haar overeind te komen. Ik keek haar verbaasd aan. 'Wat ga je doen?' vroeg ik.
Ze gaf geen antwoord en liep verder. Om zich heen kijkend begon ze haar vleugels uit te schudden, waarbij een paar veren op de grond viel.
Zo te zien probeerde ze de lucht in te komen. Rustig liep ik naar haar toe. Tot mijn verbazing zette ze zo veel kracht dat het haar lukte op te stijgen. Hoger dan twee meter kwam ze niet, want ze viel uit de lucht. Ik ving haar op in mijn beide armen.
'Als ik jou was, zou ik dat nog maar even uit je hoofd laten.' zei ik.
Ik zette haar voorzichtig op de grond.
'Arm, mak lammetje. Wat wil je dan? Hier zitten wachten zodat ze op je kunnen experimenteren of een nieuw wapen op je testen.' zei ze bits en schudde me van zich af. Haar voetstappen kletterden op de chirurgisch stalen vloer. Van buiten de koepel kwam geen reactie, ze zagen ons dus nog niet als een bedreiging.
'Ik begrijp je wel, maar je zult eerst op krachten moeten komen.' probeerde ik kalm.
Ze barstte in lachen uit en ging in kleermakerszit op de grond zitten. Het begon koud te worden in de koepel. ''Ze hebben de verwarming ook nog eens uitgedaan.'' dacht ik.
'Luister ik ben nogal een heethoofd en ik begin het behoorlijk warm te krijgen. Ze kunnen ons misschien wel horen praten nu, maar doe een stapje terug en zodra ik het teken geef kom je achter me aan. En wat je ook doet, kijk niet om!' zei ze op gedempte toon.
Ze stond op en ging stevig met beide benen op de grond staan. Haar handen hield ze gestrekt voor zich uit met de handpalmen richting de bovenkant van de koepel.
Ik dacht dat ze haar verstand verloren had. Wat zij van plan was had ik mijn leven niet geloofd als ik het niet had gezien.
Met een luidde schreeuw zette ze kracht bij en blies met hevige vuurstormen die haar handen verlieten de bovenkant van de koepel eraf. Waarna alles zich zo snel afspeelde, dat ik het nu nog niet besef. 'Dat was het teken.' riep ze luidkeels over haar schouder.
Er heerste totale chaos, sirenes klonken, overal kwame mannen tevoorschijn die tot aan de tanden toe bewapend waren. Krachtig en behendig maakte ze zich los van de grond en verdween in de stofwolk van de explosie. Stuntelig ging ik haar achterna. Een kogel vloog rakelings langs mijn gezicht, het was nog minder dan een centimeter. Boven me werd gereageerd op het schot en er raasde een vuurbal langs me naar beneden. De verzengende hitte verschroeide een paar van mijn lokken. Ik zag niets en werd van twee kanten aangevallen. Ookal was het van één kant onbewust.
Met gesloten ogen vloog ik zo snel ik kon en hoopte dat ik niet geraakt zou worden.
Laatst gewijzigd door justme op 06 jan 2013 13:03, 2 keer totaal gewijzigd.
  • everybody`s story is unique
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ah ik was dit verhaaltje en beetje vergeten. Maat ik vind hem wel tof en goed. Enkel de overgang tussen de laatste twee stukjes is te snel.

Ik kon niet goed opmaken wat er precies gebeurde. Hij zit in een koepel en ze stoppen er nog en andere bij in of zo? Dat beschrijf je niet, geen echte binnenkomst enkel een slaande deur.
Daarna voert hij haar vleugels open, wordt daar niet in belemmerd en dan heeft ze opeens koffie en zit ze bij hem.

Ik kan wel bedenken wat je bedoeling is hoe het loopt, maar het staat er gewoon niet.

Verder wel leuk !!
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Bedankt :D blij dat iemand het verhaal leest. Ik heb het zo goed mogelijk proberen te fixen :P en aan het laatste hoofdstuk heb ik nog wat toegevoegd. Bedankt voor je berichtje, hoop dat je verder leest!
ik sta voor meer suggesties altijd open :P
  • everybody`s story is unique
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ah tof ze kunnen dus nog meer dan alleen vliegen of zij kan in ieder geval meer. Wat ik leuk vind is dat jouw hp niet zo zeer een held is. Hij laat alles gelaten over zich heen komen. Dat is niet standaard en daarom leuk.
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

@ Yociame, bedankt dat je het verhaal nog steeds leest :)Dat was stiekem mijn bedoeling een beetje :P schrijf jij trouwens ook verhalen, want ik kan er geen van je vinden?

'Zouden we ze kwijt zijn?' hijgde ik terwijl ik probeerde uit te vinden waar we precies waren. 'Blijf vliegen, zo makkelijk komen we er niet van af.' kreeg ik als antwoord. Het was bewolkt, dus ze zouden vast wel moeite hebben ons te vinden. We verdwenen weer even in een wolk. Ik ging naast haar vliegen. Haar vleugels waren groter dan de mijne in een feloranje kleur. 'Hoe heet je eigenlijk?' vroeg ik. Voor ze daar antwoord op kon geven werden we verrast door een formatie straaljagers die plotseling achter ons opdoken.
'Wat? We zitten in een wolk, hoe hebben ze...' riep ik ongelovig. Er werden schoten gelost die langs ons vlogen, waarschijnlijk waarschuwingsschoten.
'Warmte sensoren. Het is hier koud, wij zijn de enige warmtebronnen.' Riep ze met hese stem en pakte mijn hand vast. Ze trok me zo snel naar beneden, dat ik amper kon ademhalen. We lieten ons vallen met een enorme snelheid. 'Wat doe je? Zo storten we te pletter.' riep ik naar haar. Ik kreeg geen antwoord, dus keek ik maar naar beneden. We waren uit de wolkenlaag vandaan en ik kon nu zien waar we naartoe doken.
Onder ons was alleen water te bekennen. We zaten boven zee en wat voor zee. De golven waren hoog en ruw.
'Houd je adem in en probeer zo recht mogelijk in het water te komen.' zei ze terwijl ze mijn hand los liet.
Zou dit mijn laatste poging zijn tot ontsnappen. Misschien wilde ze zelfmoord plegen en gaf ze het allemaal op.
'Miria, trouwens.' zei ze en glimlachte nog net een moment voor we met ons beiden de woest kolkende massa in doken.

Ik keek omhoog en zag dat er op het wateroppervlak geschoten werd. Miria zwom naar me toe en pakte m'n hand. We zwommen zo snel we konden en dat was maar goed ook, want toen ik over mijn schouder keek zag ik een grote bom het water in scheren. De explosie veroorzaakte golven die ons zelfs nog voort stuwden.
We waren al geruime tijd onder water en ik begon toch weer behoefte aan zuurstof te krijgen, ik was dan wel een gevleugeld wezen maar zeker geen meermin.
Zo te zien had Miria iets gevonden, want ze trok me mee. Er was een gigantische rotswand, we zwommen erlangs naar boven en konden ons achter een rotsblok verstoppen. We kwamen proestend en happend naar lucht, boven water. Snel keken we om ons heen, maar gelukkig was er geen spoor meer van de straaljagers te bekennen.
'Bah ik haat water, ik ben een heethoofd niet een waterrat.' proestte Miria die haar natte lokken over haar schouder gooide. 'Ach je weet wat ze zeggen van water en vuur.' zei ik. 'Trouwens hoe kan het dat jij dat wel kan en ik niet. Op de dag dat ik vleugels kreeg, dacht ik dat dat wel het gekste zou zijn wat ik ooit mee zou maken.'
'Jij hebt nog veel te leren groentje, maar luister. Ik weet ook niet alles, ik weet alleen dat het zo is en ik kan me prima redden. Alleen het is een harde les om te leren wie je wel en wie niet kunt vertrouwen.' zuchtte ze.
'Wat gaan we nu doen?' vroeg ik en bedacht me dat er niet veel was, wat we konden doen.
Maria rolde met haar ogen. 'Nou mijn hoofdzakelijke bezigheid is om uit hun handen te blijven. Ik weet niet of dat idee jou bevalt, maar gebruik het als inspiratie.' De zee sloeg een gigantische golf over ons heen en weer kwamen we proestend boven water. 'Laten we eerst maar eens droog land gaan zoeken.' stelde ik voor.
Miria knikte. We zwommen naar het strand en lieten ons op onze buik in het zand vallen. 'Als ze ons nu zien, zijn we dood.' zei ik. 'Niet zo achterdochtig, zo actief zijn ze nou ook weer niet en het ligt hier zo lekker.' antwoordde Miria.
'hmmm.' antwoordde ik en sloot mijn ogen.
'Luiwammes, draai je om. Deze zonsondergang wil je niet missen.'
Ik draaide me om en keek naar de grote gele vuurbal die nog net boven de horizon hing. De kleuren van de wolken waren betoverend en weerkaatsten op de de zeespiegel wat het een nog honderd keer zo'n mooi spektakel maakte. Voor even waren alle zorgen vergeten. Alles was mooi op dit moment, de zon die rustig onder zakte, de wilde zee die voor veel geruis en spektakel zorgde voor ons. Het was goed zo, het was mooi en elke dag die ik hierna zou leven zou ik terug denken aan dit moment. Hoe moeilijk het voor me zou worden, dit moment zou het dragelijk maken.
Het water spoelde tot onze voeten en trok zich snel terug. 'We moeten droog zien te worden, want het wordt donker.' zei Miria. Ik knikte en stond op om hout te verzamelen. 'Waar zouden we zijn.' riep ze me na. Ik haalde mijn schouders op. 'Ik weet niet eens waar we vandaan komen.' riep ik terug.
  • everybody`s story is unique
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Stiekem nog wel XD

Nee ik schrijf niet echt verhalen, bedenk ze wel in mijn hoofd maar het komt er totaal niet goed uit.
Ik ben wel een leesverslaafde, al zo lang als ik letters kan begrijpen, en bevalt iets mij dan blijf ik het volgen, behalve als er lang niet gepost wordt en ik het simpel weg vergeet dat een verhaal mij beviel.
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Op het moment staat dit verhaal even op pauze want ben druk bezig met mn verhaal int dramatheater: Zijn gevangene. Dus als er nog mensen die dit lezen, dan weet je dat effe :P

Het is tijd om verder te gaan! :)
Laatst gewijzigd door justme op 19 dec 2012 20:52, 1 keer totaal gewijzigd.
  • everybody`s story is unique
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ja ik wilde al iets met boosheid gaan doen en zo
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hoofdstuk 10 Uitgesloten

De volgende dag bereidden we ons voor. Ik wist niet waarop, maar ik had besloten naar Miria te luisteren. Ze was de enige die ik kon vertrouwen en ik had geen keus. Ze beloofde dat alles een stuk duidelijker zou worden.
Ze kwam teruglopen uit de zee, ze had haar haren gewassen, voor zover dat hier mogelijk was.
Ineens had ik een gevoel van heimwee. Naar huis, mijn gezin, mijn geboorteland en mijn normale leven. Waarschijnlijk had ik rond deze tijd brood staan bakken en was ik allang uit bed. Wanneer mijn leven normaal was gebleven. Dan hadden mijn broertje en ik de bakkerij over genomen. Waren we met de twee knapste meisjes van ons dorp getrouwd en hadden we elk vier kinderen gehad.
'En ze leefden nog lang en gelukkig.' mompelde Miria tussen mijn dagdroom door. Met een opgetrokken wenkbrauw keek ik haar aan. Kon ze nu ook al gedachten lezen?
Ze schudde haar lange lokken uit en fatsoeneerde ze.
'Hoe wist je dat ik daar aan dacht?' vroeg ik.
Verbaasd keek ze me aan. 'Waar heb jij het over ik mompelde tegen mezelf.' zei ze, 'Waar dacht jij dan aan?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, niets hoor.'
Miria haalde haar schouders op en schudde haar vleugels uit, een paar oranje veren dwarrelden door de lucht en belandden zachtjes in het zand. Met een flinke kreun rekte ze zich uit. 'Zo ben je er klaar voor?' vroeg ze en knipoogde naar me.
Onder flink gewapper schudde ook ik mijn vleugels uit en ging in start positie staan.
'Ik houd me niet in, je moet maar eens proberen me bij te houden. Alleen de sterksten overleven.' zei ze grinnikend. Met een grote vleugel slag schoot ze de lucht in. Het enige wat ze achter liet waren een aantal van haar veren. Ik volgde haar voorbeeld, maar haalde lang niet zo veel snelheid als haar. Eenmaal boven de wolken zag ik haar een stuk verderop zweven. Met een paar vleugelslagen haalde ik mijn achterstand in en vlogen we achter elkaar door de lucht. Ik vroeg me af waar we naartoe zouden gaan. De zon scheen fel en verblinde me bijna.
Als je de films geloofde zouden we naar een grot gaan of een tempel. Daar zouden we een soort schat vinden met de verklaring. Een magisch beeld, tekening, kaart of een soort drankje of poeder.
Er zouden schilderingen en tekeningen zijn die dateren uit jaren voordat de mensheid bestond.
Het zou allemaal een stuk duidelijker worden. Uit het niets dook Miria naar beneden en ik moest moeite doen om haar bij te kunnen houden. We doken door de grijze wolken, dat voorspelde niet veel goeds en inderdaad voelde ik zodra we eronder uit kwamen regendruppels. We zaten midden in een stortbui. Naar beneden kijkend probeerde ik te zien waar we nou eigenlijk naar toe gingen, maar ik zag geen grot en al helemaal geen tempel. Misschien moesten we door een gang of een put om er te komen. We kwamen tot stilstand op de grond en we waren allebei tot op het bot doorweekt. Zo te zien had het hier al een poosje geregend, want overal lagen waterplassen en van de weg was niets meer over dan een modderig zandweggetje. Miria keek argwanend om zicht heen. 'Kijk goed uit, als je ook maar iets verdachts ziet: wegwezen. Zit dan niet over mij in, maar red jezelf.' zei ze en liep verder. We liepen bij een heuvel op en verderop zag ik een klein soort fabriekje staan.
'Gaan we daar heen?' vroeg ik verbaasd.
Miria knikte en gebaarde dat we op moesten schieten. We versnelden onze pas en kwamen aan bij de voordeur. 'Het is een soort centrale en laboratorium.' zei ze en morrelde aan de deur. Al gauw zwaaide de deur op en en konden we binnen treden.
Het was er donker en de sfeer was niet zo plezier. Het was kil en griezelig. Er stonden overal machines en laboratorium uitrusting.
Dit was niet wat ik in gedachten had en waarschijnlijk zou niet veel me duidelijker worden, maar zou ik hier alleen maar meer vragen krijgen.
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hoofdstuk 11 Geschiedenis

'Kan de verwarming hier niet aan?' vroeg ik in mijn handen blazend. Miria keek me aan en begon te lachen. 'Oh ja dat is waar ook.' Ze pakte een kruk en sloeg de poot eraf waarna ze hem in de brand zette. 'Een fakkel, meer heb ik je niet te bieden.' zei ze en overhandigde het brandende stuk hout aan me. Een warme gloed verwarmde me en ik moest de fakkel ver van me af houden om te zorgen dat ik me niet zou branden. Dat ding was echt heel heet.
Onze voetstappen weergalmden door de enorme hal. Miria maakte een vuurbal en hield hem vast met haar handen, zodat we iets konden zien.
We gingen rechtsaf in een deuropening waar de deur uit miste. De ruimte was simpel, alle muren waren uitgerust met videoschermen. In de kamer zelf stonden een aantal boekenkasten en een bureau wat helemaal bezaaid was met papieren, boeken, kaarten en pennen. Miria liep erop af en schoof de papieren aan de kant. Eronder lag een laptop, zo te zien een oudje.
'Miria, ik wil graag weten wat er aan de hand is, ik accepteerde wat er gebeurde en stelde geen vragen. Totdat ze me opsloten en onderzoeken met me wilde uitvoeren.'
'Geloof me, ik doe m'n best, maar heb echt geen antwoord op alle vragen.' Met een ratelend geluid startte de laptop op. 'Hij doet het nog.' zei ze met een glimlach.
'Mag ik wat vragen.' zei Angelo en ging zitten op een bureaustoel. 'Ja.' zei Miria terwijl ze bezig was gegevens in te tikken op de laptop. 'Hoe ben jij... Nou ik bedoel wat is er met jou gebeurd dat je...'
Miria hield op met typen en staarde naar het scherm. 'Hoe ik ben geworden wat ik ben. Ik moet je waarschuwen dat het een lang verhaal is.'
Ze naam plaats op de andere bureaustoel, hij maakte een beangstigend krakend geluid, alsof hij elk moment in elkaar kon zakken. Met een zucht vouwde ze haar armen over elkaar en leunde achterover.
Ik schraapte m'n keel en zag dat ze het moeilijk had. Zo emotioneel had ik haar nog nooit gezien. Van haar gezicht kon je aflezen dat ze er moeite mee had, ze sloot haar ogen en dacht na.
'Ik kom uit een perfect gezin. Een superlieve moeder en vader. Ik was de jongste thuis, ik had een oudere broer en een oudere zus. We waren allemaal normaal, mijn vader had een eigen zaak, mijn moeder deed het huishouden en wij gingen keurig naar school. Ik kom oorspronkelijk uit montana. We gingen op vakantie naar de bossen in de zomer. Kennissen van ons hadden er een chalet in de bossen. Het stond in zo'n vakantiepark, je weet wel wat ik bedoel. Het was ongelofelijk heet, dus wilde de rest alleen maar in de chalet zitten te zweten. Ik heb geen last van de hitte dus ging ik op pad.' Even hield ze op en keek naar de grond. Ze veegde met de rug van haar hand over haar voorhoofd. 'Eh, ja. Ik ging dus het bos in en liep een stukje net als iedere dag. De geur van de bomen en de knappende takjes onder m'n voeten, heerlijk. Hoe dan ook, ik had al een heel eind gelopen. Ik was ook nog zo stom geweest om van het pad af te wijken. Plotseling voelde ik een heftige pijn, het was zo erg. Ik dacht dat het mijn laatste uren waren geweest en dat ik er zou sterven. Schreeuwend van de pijn rolde ik over de grond. De pijn zorgde ervoor dat ik bewusteloos raakte.
Eenmaal bijgekomen staarde ik omhoog naar de lucht en zag dat het donker was geworden. Mijn familie zou vast erg ongerust zijn, maar hier zouden ze me nooit vinden. Met veel moeite wist ik overeind te komen en ontdekte ik dat er iets op mijn rug zat. En daar waren ze: twee vleugels, ik kon het niet geloven. Ik besloot dat ik eerst maar eens thuis moest zien te komen en dan zou ik wel naar mijn gevederde vrienden kijken of laten kijken door een dokter. Het lukte me om het pad terug te vinden, maar nu moest ik nog thuis zien te komen. De pijn werd weer erger en ik zakte ineen.' Ze zuchtte weer. 'Ik heb gehuild, geschreeuwd en gebeden om hulp.'
  • everybody`s story is unique
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ah je bent weer eens verder gegaan leuk, en ook leerrijk dat je haar iets meer karakter geeft
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Klote autocorrect
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”