HOOFDSTUK 1
IN DE SCHADUW VAN HET VERLEDEN
Zilveren maanlicht glipte door de witte glasgordijnen van het ruim opgezette en uiteraard luxueuze privévertrek van de premier. Zijn tweepersoonsbed stond helemaal in de uiterste rechterhoek bij de twee grote ramen en recht tegenover de rijkbewerkte mahoniehouten deur die toegang gaf tot zijn eigen domein.
Vanuit zijn positie, die zo nu en dan enigszins radicaal veranderde, zou zijn vrouw meteen kunnen concluderen dat hij of een onrustige slaper was, of hij lag weer eens wakker en probeerde al woelend een houding te vinden waarin hij rustig in slaap zou kunnen vallen.
De premier hád in de eerste plaats zelfs geen vrouw en blijkbaar vannacht al helemaal geen goede manier kunnen vinden, om eens lekker in slaap te vallen.
In dat geval had het hebben van een vrouw, wellicht een significant verschil gemaakt. En hij was ervan overtuigd dat dat nou juist hetgeen was dat eraan ontbrak.
Of was er toch nog iets anders?
Onwillekeurig moest hij terugdenken aan de uiterst onaangename oudejaarsavond die over was gegaan in een nog vervelendere oudejaarsnacht!
Toen produceerde zijn hersens ineens wel een film zo leek het, die hij nog net zo haarscherp voor zich zag (zelfs in dit donkere privévertrek) alsof hij er opnieuw zelf weer bij was!
De nieuwjaarsdag….
Oh, die nieuwjaarsdag waarin het totaalplaatje op gruwelijke wijze waarheid was geworden!
De premier lag op zijn rechterzijde en tuurde naar de muur links van hem.
Hij zuchtte. Met die zucht hoopte hij de gedachten aan een lange, vermoeiende en uiterst lastige week uit te bannen. Maar hoe hij het ook probeerde de beelden drongen zich steeds meer en meer aan hem op…
Het Judascomplot (Fantasy)
Het was een week geweest, beginnende vanaf het moment dat hij op die bewuste oudejaarsdag
’s avonds naar het late RTL-4 nieuws had gekeken. En die op die avond een live-uitzending verzorgde zodat er televisiebeelden van overal in de wereld de huiskamers van zijn burgers werden inzonden met fraaie shots van oogstrelende taferelen met siervuurwerk.
Intussen gaapte een grote menigte soms uitgelaten en dan weer ademloos naar de pikzwarte nachtelijke hemel, terwijl er hoog boven hun hoofden de mooiste en grootste stukken siervuurwerk kei hard knallend in een veelkleurige gloed uiteenspatte. Hierdoor werd de Eiffeltoren verlicht, de Big Ben in een veelkleurige gloed gedompeld wat wel even wat anders was dan dat oude vertrouwde goud, waardoor hij op die avond nog meer leek te schitteren dan anders. Ja, zelfs het saaie grijs van beeld van De Verlosser in Rio de Janeiro wist dit sierlijke, maar knappe staaltje pyrotecnics te verdrijven!
Maar al deze pracht en praal, zo wist de premier nu maar al te goed, had echter hier een donkere schaduw geworpen op de nieuwjaarsdag die kraakhelder, maar koud was geweest…
Op kou kun je je kleden, zegt men. Dat klopte ook, zo wist de premier en dacht weer even terug aan zijn verkiezingscampagne die al even koud en nat was geweest; Nederland, hé?
Maar iets had die dag, de nieuwjaarsdag, die hij inmiddels al weer een week achter zich gelaten had, doen aanvoelen alsof het onvoorstelbaar had gevroren. Onwillekeurig wist hij heel goed dat hij die nieuwjaarsdag, de ochtend van die eerste januari, nog helemaal niet vergeten was en hij was zich er terdege van bewust dat hij zeer zeker niet de enige was!
Het had bovendien niet eens écht gevroren!
Oh… Bij die gedachte alleen al kolkte het bloed als maar sneller door de aderen van de premier!
Maar hoe hij ook zijn best deed zich te ontspannen, hoe meer hij zichzelf daar weer op de persconferentie op dat verhoogde en haastig geïmproviseerde podiumpje zag staan. Hetzelfde podium als vanwaar hij die redevoering had gehouden, staand tegenover de haastig toegestroomde media en een immense bezorgde mensenmassa.
’s avonds naar het late RTL-4 nieuws had gekeken. En die op die avond een live-uitzending verzorgde zodat er televisiebeelden van overal in de wereld de huiskamers van zijn burgers werden inzonden met fraaie shots van oogstrelende taferelen met siervuurwerk.
Intussen gaapte een grote menigte soms uitgelaten en dan weer ademloos naar de pikzwarte nachtelijke hemel, terwijl er hoog boven hun hoofden de mooiste en grootste stukken siervuurwerk kei hard knallend in een veelkleurige gloed uiteenspatte. Hierdoor werd de Eiffeltoren verlicht, de Big Ben in een veelkleurige gloed gedompeld wat wel even wat anders was dan dat oude vertrouwde goud, waardoor hij op die avond nog meer leek te schitteren dan anders. Ja, zelfs het saaie grijs van beeld van De Verlosser in Rio de Janeiro wist dit sierlijke, maar knappe staaltje pyrotecnics te verdrijven!
Maar al deze pracht en praal, zo wist de premier nu maar al te goed, had echter hier een donkere schaduw geworpen op de nieuwjaarsdag die kraakhelder, maar koud was geweest…
Op kou kun je je kleden, zegt men. Dat klopte ook, zo wist de premier en dacht weer even terug aan zijn verkiezingscampagne die al even koud en nat was geweest; Nederland, hé?
Maar iets had die dag, de nieuwjaarsdag, die hij inmiddels al weer een week achter zich gelaten had, doen aanvoelen alsof het onvoorstelbaar had gevroren. Onwillekeurig wist hij heel goed dat hij die nieuwjaarsdag, de ochtend van die eerste januari, nog helemaal niet vergeten was en hij was zich er terdege van bewust dat hij zeer zeker niet de enige was!
Het had bovendien niet eens écht gevroren!
Oh… Bij die gedachte alleen al kolkte het bloed als maar sneller door de aderen van de premier!
Maar hoe hij ook zijn best deed zich te ontspannen, hoe meer hij zichzelf daar weer op de persconferentie op dat verhoogde en haastig geïmproviseerde podiumpje zag staan. Hetzelfde podium als vanwaar hij die redevoering had gehouden, staand tegenover de haastig toegestroomde media en een immense bezorgde mensenmassa.
Ook de woorden waaruit die verklaringen hadden bestaan waren niet meer dan haastig en nota bene nog wel door hemzelf bedacht. In een wel heel priegelig handschrift had hij nog net al de woorden weten te persen op zo’n stukje wat niet meer was dan ettelijke tientallen vierkante centimeter…
De premier draaide zich kreunend op zijn andere zij.
Hij lag met zijn gezicht naar de twee grote ramen die hem overdag een goed uitzicht verschaften op het brede plein en de oprijlaan vóór het paleis. Terwijl hij luisterde naar het uitbundige getjilp van krekels in het keurig gemaaide groene gras dat het midden van de oprijlaan sierde, in de hoop dat hem dat tenminste genoeg kalmeerde om een dappere poging tot slapen zelfs maar te durven ondernemen!
Maar hij moest tot zijn grote ergernis algauw concluderen dat dat zelfs helemaal niets hielp!
De premier draaide zich weer om; nu lag hij op zijn rug.
De premier draaide zich kreunend op zijn andere zij.
Hij lag met zijn gezicht naar de twee grote ramen die hem overdag een goed uitzicht verschaften op het brede plein en de oprijlaan vóór het paleis. Terwijl hij luisterde naar het uitbundige getjilp van krekels in het keurig gemaaide groene gras dat het midden van de oprijlaan sierde, in de hoop dat hem dat tenminste genoeg kalmeerde om een dappere poging tot slapen zelfs maar te durven ondernemen!
Maar hij moest tot zijn grote ergernis algauw concluderen dat dat zelfs helemaal niets hielp!
De premier draaide zich weer om; nu lag hij op zijn rug.
Hij tuurde naar het rijkbewerkte plafond dat in het midden gekenmerkt werd door een enorme diamanten kroonluchter die het maanlicht dat door de grote ramen viel twinkelend reflecteerden, zodat er op de verwarmde vanillekleurige marmeren vloer kleine ruitvormige lichtplekken zichtbaar waren.
Het plafond was verder bewerkt met prachtige beschilderingen waaronder vakkundig geschilderde portretten van elke leider van dit land die ooit, zij het nou kortgeleden of al heel lang geleden hier hun intrek hadden genomen.
Met een vlaag van geamuseerd sarcasme vroeg zich vol leedvermaak af of zij, net als hij, ook weleens zulke slapenloze nachten hadden gekend ten tijde van hun ambtstermijn.
Vast wel, dacht hij met een vlaag van amusement.
Tot zijn vreugde merkte hij dat die gedachte hem enigszins geruststellend werkte, en voor het eerst sinds die week verscheen er iets van een grijns op het gezicht van de premier.
Het plafond was verder bewerkt met prachtige beschilderingen waaronder vakkundig geschilderde portretten van elke leider van dit land die ooit, zij het nou kortgeleden of al heel lang geleden hier hun intrek hadden genomen.
Met een vlaag van geamuseerd sarcasme vroeg zich vol leedvermaak af of zij, net als hij, ook weleens zulke slapenloze nachten hadden gekend ten tijde van hun ambtstermijn.
Vast wel, dacht hij met een vlaag van amusement.
Tot zijn vreugde merkte hij dat die gedachte hem enigszins geruststellend werkte, en voor het eerst sinds die week verscheen er iets van een grijns op het gezicht van de premier.
Op de plaats waar het bed van de premier stond was dik, hoogpolig marineblauw tapijt gelegd dat zijn bed omlijstte en zowat zijn hele kamer beslag. De rand van dat hoogpolige tapijt reikte tot ongeveer ’n meter vóór de ramen, zodat er opnieuw een lijstvorm ontstond waar dan weer het vanillekleurige marmer zichtbaar was. Dat vanillekleurig marmer was dat hier en daar doorvlochten met witte, grijze en zwarte aderen.
Ook in het midden, waar de kroonluchter hing en rechts van zijn beddeneind waar een eindje verderop bijzettafel stond die net als de deur uit glanzend mahoniehout was vervaardigd, was een uitsparing in het tapijt vrijgelaten voor de eveneens rijkelijk bewerkte mahoniehouten stoelen die het tafeltje omringden.
Het tafelblad was ingelegd met hetzelfde marmer als de vloer.
Nu gleed de blik van de premier naar een iets meer centraler gelegen plaats in zijn privévertrek: dat waar de rijkelijk versierde en kunstig vervaardigde marmeren schouw zijn opwachting maakte om een blikvanger in de ruimte te zijn voor vele van zijn ‘kiezers’ of die verduvelde paparazzi.
Want… zo vernam hij vaak uit de, op zulke momenten, meestal zwijgzame mond van zijn ijverige dienstmeid die (wanneer ze weer eens alleen met hem in zijn kamer was) hem alles vertelde over wat ze had gezien of gehoord. Zo wist hij dat zijn kamer vaak werd tentoongesteld aan gewone bezoekers, doorgaans burgers, of tot ergernis van zichzelf en blijkbaar ook die van de dienstmeid: royaltykenners, althans dat beweerden zijzelf tenminste…
Ook in het midden, waar de kroonluchter hing en rechts van zijn beddeneind waar een eindje verderop bijzettafel stond die net als de deur uit glanzend mahoniehout was vervaardigd, was een uitsparing in het tapijt vrijgelaten voor de eveneens rijkelijk bewerkte mahoniehouten stoelen die het tafeltje omringden.
Het tafelblad was ingelegd met hetzelfde marmer als de vloer.
Nu gleed de blik van de premier naar een iets meer centraler gelegen plaats in zijn privévertrek: dat waar de rijkelijk versierde en kunstig vervaardigde marmeren schouw zijn opwachting maakte om een blikvanger in de ruimte te zijn voor vele van zijn ‘kiezers’ of die verduvelde paparazzi.
Want… zo vernam hij vaak uit de, op zulke momenten, meestal zwijgzame mond van zijn ijverige dienstmeid die (wanneer ze weer eens alleen met hem in zijn kamer was) hem alles vertelde over wat ze had gezien of gehoord. Zo wist hij dat zijn kamer vaak werd tentoongesteld aan gewone bezoekers, doorgaans burgers, of tot ergernis van zichzelf en blijkbaar ook die van de dienstmeid: royaltykenners, althans dat beweerden zijzelf tenminste…
En opnieuw was hij ervan overtuigd dat er vast een paar van hen helemaal geen kenner waren, maar een journalist, een paparazzi-journalist met een lekker scherp intellect om juist datgene op zo’n manier te vragen zodat zij precies hoorden wat ze eigenlijk helemaal niet hadden mogen horen!
Oh, volgens zijn eigen mening mocht hij nog maar wat van geluk spreken dat zijn dienstmeid op zulke momenten wijselijk haar mond hield!
Zij waren het, zo vermoedde hij, die bijgedragen hadden aan die uiterst vervelende, maar niet minder noodzakelijke persconferentie die hij op nieuwjaarsdag nota bene had moeten houden op dat haastig geïmproviseerd podium!
O, en wat waren de camera’s en de journalisten hongerig en dorstig geweest naar feiten, updates en nog niet verworven kennis over alles waar hij, noch de meest intelligente en vooraanstaande onderzoekers, ook maar enig antwoord op hadden kunnen vinden, laat staan geven…
De premier zuchtte weer, ditmaal dieper in en langzamer uit.
Maar de verwachtingsvolle gezichten van journalisten en cameramannen, noch de gezichten van zijn politieke tegenstanders die hem vol slecht verborgen leedvermaak vanuit een van de voorste rijen hadden aangestaard, verdwenen niet voor zijn geestesoog, maar doemden ronddraaiend steeds beter voor hem op!
Oh, volgens zijn eigen mening mocht hij nog maar wat van geluk spreken dat zijn dienstmeid op zulke momenten wijselijk haar mond hield!
Zij waren het, zo vermoedde hij, die bijgedragen hadden aan die uiterst vervelende, maar niet minder noodzakelijke persconferentie die hij op nieuwjaarsdag nota bene had moeten houden op dat haastig geïmproviseerd podium!
O, en wat waren de camera’s en de journalisten hongerig en dorstig geweest naar feiten, updates en nog niet verworven kennis over alles waar hij, noch de meest intelligente en vooraanstaande onderzoekers, ook maar enig antwoord op hadden kunnen vinden, laat staan geven…
De premier zuchtte weer, ditmaal dieper in en langzamer uit.
Maar de verwachtingsvolle gezichten van journalisten en cameramannen, noch de gezichten van zijn politieke tegenstanders die hem vol slecht verborgen leedvermaak vanuit een van de voorste rijen hadden aangestaard, verdwenen niet voor zijn geestesoog, maar doemden ronddraaiend steeds beter voor hem op!
Want terwijl zijn speech vorderde, kon je algauw maar beter spreken van een slechte excuusbrief!
Naarmate hij halverwege was, had hij inmiddels al zo’n tien keer zijn excuus gemaakt en verbetering evenals een oplossing beloofd, maar merkte op dat moment niet dat hij in herhaling viel; hetgeen voor een spreker de doodszonde betekende.
Toen hij uiteindelijk zwetend als ‘n vergiet waaruit water stroomt zijn luisteraars bedankte, waarbij hij meer naar de microfoon had gestaard dan naar de toeschouwers, laat staan even in één van de tientallen camera’s die het geïmproviseerde podium omringde had gekeken, werkte zijn gedachten op topsnelheid.
Maar hij wist dat hij die hier niet kon- en mocht uiten, terwijl hij intussen de aftocht blies en zich haastig naar zijn zwarte, geblindeerde luxwagen spoedde.
De premier voelde hoe het bloed door zijn aderen kolkte en zelfs naar zijn hoofd steeg toen hij daar in zijn bed lag en weer de woede voelde opkomen die hij al tijdens de toespraak had willen uiten, maar die toen werd verdrongen door een nog heftiger gevoel van intense schaamte.
De woede die hij had gevoeld speelde hem vannacht, vanaf het moment voor de toespraak tot nu, al voor de derde keer parten.
Naarmate hij halverwege was, had hij inmiddels al zo’n tien keer zijn excuus gemaakt en verbetering evenals een oplossing beloofd, maar merkte op dat moment niet dat hij in herhaling viel; hetgeen voor een spreker de doodszonde betekende.
Toen hij uiteindelijk zwetend als ‘n vergiet waaruit water stroomt zijn luisteraars bedankte, waarbij hij meer naar de microfoon had gestaard dan naar de toeschouwers, laat staan even in één van de tientallen camera’s die het geïmproviseerde podium omringde had gekeken, werkte zijn gedachten op topsnelheid.
Maar hij wist dat hij die hier niet kon- en mocht uiten, terwijl hij intussen de aftocht blies en zich haastig naar zijn zwarte, geblindeerde luxwagen spoedde.
De premier voelde hoe het bloed door zijn aderen kolkte en zelfs naar zijn hoofd steeg toen hij daar in zijn bed lag en weer de woede voelde opkomen die hij al tijdens de toespraak had willen uiten, maar die toen werd verdrongen door een nog heftiger gevoel van intense schaamte.
De woede die hij had gevoeld speelde hem vannacht, vanaf het moment voor de toespraak tot nu, al voor de derde keer parten.
Hoe in ’s hemelsnaam kon men van hem en de experts verwachten dat ze binnen één nacht met een waterdichte verklaring op de proppen konden komen betreffende, om maar eens iets te nomen, die plotselinge landelijke stroomuitval? En hoe durfde men zelfs maar te insinueren dat een eventuele oorzaak voor ten minste één van de even schokkende als onverwachte en daarom niet minder rampzalige spoorloze verdwijningen van hele gezinnen ouders met kinderen waarvan de meesten nog niet meer waren geweest dan een zuigeling, te wijten was geweest aan een meer dan gebrekkig disciplinair en gedurfd optreden van de autoriteiten en dan vooral de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de AIVD? Of dat hij en zijn regering het plotseling in elkaar storten van tientallen huizen op de één of andere manier toch wel hadden moeten kunnen zien aankomen?
De premier was er daarom als de kippen bij, toen hij ook hier op moest komen om voor deze tragische en al even mysterieuze ongelukken eveneens (voor zover dat mogelijk was) nogmaals een logische verklaring te geven die bij zijn kiezers, want zo zag hij zijn inwoners altijd, hopelijk opnieuw in goede aarde viel.
Maar hij geloofde er allang niet meer in en dáár had hij alle reden toe…
De premier was er daarom als de kippen bij, toen hij ook hier op moest komen om voor deze tragische en al even mysterieuze ongelukken eveneens (voor zover dat mogelijk was) nogmaals een logische verklaring te geven die bij zijn kiezers, want zo zag hij zijn inwoners altijd, hopelijk opnieuw in goede aarde viel.
Maar hij geloofde er allang niet meer in en dáár had hij alle reden toe…
Zijn opponenten op politiek vlak maakten namelijk intussen nou niet bepaald al te onopvallend gebruik van zijn geleden imagoschade! Ze deden er dan ook niet bepaald hun best voor om dat tot acceptabele proporties te verminderen en het daarbij te laten... Nee in tegendeel: ze staken het nou niet bepaald onder stoelen of banken!
En daar was ook maar wat weinig reden toe, zo vond de premier zelf overigens ook, want het was toch wel uiterst opvallend te noemen hoezeer het land in de greep van angst leefde.
Zijn politieke tegenstander die hem het minst naar het hart stond, deed echter nog een duit in het zakje door openlijk in een live NOS-uitzending, die een tijdje na zijn drie persconferenties was uitgezonden op televisie, te verklaren dat: “Onze zichtbare premier echter volkomen onzichtbaar lijkt te hebben gehandeld en diens acties bijna net zo onvruchtbaar zijn geweest als de ‘resultaten’ en ‘onderzoeksuitslagen’ waarmee de tientallen onderzoekers van de diverse rampen na afloop mee op de proppen kwamen. Alsof het land al niet genoeg in de greep is van een nare, haast tastbare angst!”
Ja, en hoezeer die angst onder de bevolking leefde, merkte de premier zelf trouwens ook.
En daar was ook maar wat weinig reden toe, zo vond de premier zelf overigens ook, want het was toch wel uiterst opvallend te noemen hoezeer het land in de greep van angst leefde.
Zijn politieke tegenstander die hem het minst naar het hart stond, deed echter nog een duit in het zakje door openlijk in een live NOS-uitzending, die een tijdje na zijn drie persconferenties was uitgezonden op televisie, te verklaren dat: “Onze zichtbare premier echter volkomen onzichtbaar lijkt te hebben gehandeld en diens acties bijna net zo onvruchtbaar zijn geweest als de ‘resultaten’ en ‘onderzoeksuitslagen’ waarmee de tientallen onderzoekers van de diverse rampen na afloop mee op de proppen kwamen. Alsof het land al niet genoeg in de greep is van een nare, haast tastbare angst!”
Ja, en hoezeer die angst onder de bevolking leefde, merkte de premier zelf trouwens ook.
Vanaf het moment dat het tweede gezin spoorloos verdwenen was, werd door hele gezinnen met kinderen hun huis en haard van het ene op het andere moment massaal verruild voor dat ene gezellige buurthuis of het gezellige stamcafé op de hoek van een straat. Voor de gezinnen die kinderloos waren, was dit in eerste instantie dan ook een aller-vreemdste gewaarwording geweest! Al die huizen en straten waar je normaliter tientallen kinderstemmen zou horen opklinken, of ouders die hen riepen om zo te gaan eten lagen er nu verlaten, stil en uitgestorven bij.
Nadat er een tijd verstreken was en het er op den duur naar uit begon te zien dat de gezinnen met kinderen niet één-twee-drie meer thuis zouden komen als de dreiging niet afgenomen was, begonnen nu ook oudere samenwonenden, verloofden, gehuwden of alleen samenwonende stelletjes hun huizen tijdelijk te verruilen.
Dit werd door de kinderloze stelletjes, de ongehuwde, de niet-verloofden en de alleen samenwonende stelletjes gedaan uit pure solidariteit: wellicht hadden zij later ook nog wel die ene kinderwens, en dan moesten ze er niet aan denken dat zij of hun kinderen of zelfs het hele gezin spoorloos zou verdwijnen…
Daarom leek het wel alsof het ineens sociaal als zowel ook verdacht en onrespectvol naar anderen toe was, als je alleen al de durf kon opbrengen om je huis en haard níét te verruilen voor dat o zo gezellige gemeenschapshuis of die ene gezellige grote kroeg op de hoek van de straat.
En dat in deze gevaarlijke tijden!
Nadat er een tijd verstreken was en het er op den duur naar uit begon te zien dat de gezinnen met kinderen niet één-twee-drie meer thuis zouden komen als de dreiging niet afgenomen was, begonnen nu ook oudere samenwonenden, verloofden, gehuwden of alleen samenwonende stelletjes hun huizen tijdelijk te verruilen.
Dit werd door de kinderloze stelletjes, de ongehuwde, de niet-verloofden en de alleen samenwonende stelletjes gedaan uit pure solidariteit: wellicht hadden zij later ook nog wel die ene kinderwens, en dan moesten ze er niet aan denken dat zij of hun kinderen of zelfs het hele gezin spoorloos zou verdwijnen…
Daarom leek het wel alsof het ineens sociaal als zowel ook verdacht en onrespectvol naar anderen toe was, als je alleen al de durf kon opbrengen om je huis en haard níét te verruilen voor dat o zo gezellige gemeenschapshuis of die ene gezellige grote kroeg op de hoek van de straat.
En dat in deze gevaarlijke tijden!
Algauw puilde de buurthuizen en café’s zowel in de ochtend, als in de middag en avond evenals ’s nachts helemaal uit van de mensen en kinderen…
Naarmate er weer een paar dagen versteken waren, las de premier tot zijn ontsteltenis in de krant hoe ineens hele hordes ouderen bij elkaar in het grootste huis dat een oud familielid maar bezat introkken, om maar niet alleen onder een dak te hoeven verblijven nu de straten zo uitgestorven waren!
Naarmate er weer een paar dagen versteken waren, las de premier tot zijn ontsteltenis in de krant hoe ineens hele hordes ouderen bij elkaar in het grootste huis dat een oud familielid maar bezat introkken, om maar niet alleen onder een dak te hoeven verblijven nu de straten zo uitgestorven waren!
Toen de week om was en hij de avond voor deze, waarop hij in zijn bed lag en aan de voorbije zaken terugdacht, ook in deze ruimte was geweest, had hij aan zijn hoge bureau gezeten en had hij de eindeloze stroom aan e-mails doorgelezen.
De inhoud van die lawine aan e-mailtjes bestond uit (wat de laatste tijd maar al te gebruikelijk was geweest) talloze vragen waarop mensen een antwoord eisten, maar waarop de premier noch een intelligenter persoon dan hij zelfs geen antwoord op had.
Wanneer hij dan niet op die klachtenstroom aan e-mailverkeer had gereageerd, (zoals die keer hiervoor het geval was gewest) ontstond er in zijn mailbox een heus e-mailinfarct waardoor de pc vastliep en hij de volgende dag een technicus had moeten laten komen om het probleem op te lossen.
Het enige lichtpuntje na zo’n tsunami aan e-mails met alleen maar klachten, was dat de pc zodanig was gecrasht dat de ICT’er Windows er opnieuw op had moeten installeren om hem weer aan de praat te krijgen.
Toen de premier laat op de middag er weer achter kon, had hij tot zijn opluchting gemerkt dat er tenminste één voordeeltje was behaald: doordat de pc was gecrasht, had de ICT’er ook Outlook Express opnieuw op moeten zetten en zo had hij ook weer een schoon, nieuw en leeg account.
Lang had hij hier echter niet van kunnen genieten, want algauw stroomden (tot ergernis van de premier waardoor zijn bloeddruk gevaarlijk steeg) de mails weer binnen!
De inhoud van die lawine aan e-mailtjes bestond uit (wat de laatste tijd maar al te gebruikelijk was geweest) talloze vragen waarop mensen een antwoord eisten, maar waarop de premier noch een intelligenter persoon dan hij zelfs geen antwoord op had.
Wanneer hij dan niet op die klachtenstroom aan e-mailverkeer had gereageerd, (zoals die keer hiervoor het geval was gewest) ontstond er in zijn mailbox een heus e-mailinfarct waardoor de pc vastliep en hij de volgende dag een technicus had moeten laten komen om het probleem op te lossen.
Het enige lichtpuntje na zo’n tsunami aan e-mails met alleen maar klachten, was dat de pc zodanig was gecrasht dat de ICT’er Windows er opnieuw op had moeten installeren om hem weer aan de praat te krijgen.
Toen de premier laat op de middag er weer achter kon, had hij tot zijn opluchting gemerkt dat er tenminste één voordeeltje was behaald: doordat de pc was gecrasht, had de ICT’er ook Outlook Express opnieuw op moeten zetten en zo had hij ook weer een schoon, nieuw en leeg account.
Lang had hij hier echter niet van kunnen genieten, want algauw stroomden (tot ergernis van de premier waardoor zijn bloeddruk gevaarlijk steeg) de mails weer binnen!
Hij vermoedde dat de ICT’er vast en zeker ook al aan had gedacht om zijn e-mailadres op de website van het Ministerie aan te passen nu hij eenmaal een nieuw account met e-mailadres had gekregen waardoor men hem nu weer kon e-mailen totdat ook deze pc het zou begeven.
Na een diepe zucht te hebben geslaakt van ergernis bij het horen van nog meer ‘pingetjes’ die betekenden dat hij alwéér nieuwe mails had ontvangen en bij het zien van zoveel nieuwe, langdradige mails die vermoedelijk niets anders dan negatieve inhoud zouden bevatten, sloot hij de pc via het startmenu af, rekte zich eens goed uit en was uiteindelijk opgestaan.
***************************************************************************************
De premier knipperde in het donker even met zijn ogen en geeuwde.
Hij raakte daardoor de draad van zijn gedachten kwijt en de aanblik van het werkgedeelte van zijn privévertrek (waar zijn rijkbewerkte en besneden hoge stoel, zijn mahoniehouten hoge bureau stond met daarop de computer) hielp hem die gedachtestroom niet meer terug naar de oppervlakte.
Opgelucht slaakte hij een intense zucht van verlichting omdat hij nu toch nog de hoop koesterde dat hij weldra alsnog in slaap zou vallen vannacht… Zónder dat zijn geheugen hem nog eens opnieuw zou herinneren aan deels vergeten feiten.
Het gapen had er blijkbaar voor gezorgd dat hij zich nu eens eindelijk kon ontspannen zonder dat er ook nog maar een flintertje informatie opnieuw door zijn hersens werd geproduceerd, en dat stelde hem nu voor het eerst sinds vannacht pas écht gerust. Want dat betekende dat er niets meer was waardoor hij de slaap nu niet zou kunnen vatten!
Eindelijk!
Na een diepe zucht te hebben geslaakt van ergernis bij het horen van nog meer ‘pingetjes’ die betekenden dat hij alwéér nieuwe mails had ontvangen en bij het zien van zoveel nieuwe, langdradige mails die vermoedelijk niets anders dan negatieve inhoud zouden bevatten, sloot hij de pc via het startmenu af, rekte zich eens goed uit en was uiteindelijk opgestaan.
***************************************************************************************
De premier knipperde in het donker even met zijn ogen en geeuwde.
Hij raakte daardoor de draad van zijn gedachten kwijt en de aanblik van het werkgedeelte van zijn privévertrek (waar zijn rijkbewerkte en besneden hoge stoel, zijn mahoniehouten hoge bureau stond met daarop de computer) hielp hem die gedachtestroom niet meer terug naar de oppervlakte.
Opgelucht slaakte hij een intense zucht van verlichting omdat hij nu toch nog de hoop koesterde dat hij weldra alsnog in slaap zou vallen vannacht… Zónder dat zijn geheugen hem nog eens opnieuw zou herinneren aan deels vergeten feiten.
Het gapen had er blijkbaar voor gezorgd dat hij zich nu eens eindelijk kon ontspannen zonder dat er ook nog maar een flintertje informatie opnieuw door zijn hersens werd geproduceerd, en dat stelde hem nu voor het eerst sinds vannacht pas écht gerust. Want dat betekende dat er niets meer was waardoor hij de slaap nu niet zou kunnen vatten!
Eindelijk!
Maar… nadat er nog een heel uur voorbij was gekropen, sliep hij echter nog steeds niet!
Geïrriteerder dan hij ooit op zichzelf was geweest, zelfs nog geïrriteerder dan hij zich had gevoeld na zo’n slopende week waarin hij vaak had gedacht dat hij inderdaad een slechte premier was doordat hij niet met een goed stel oplossingen of oorzaken op de proppen had weten te komen tijdens die drie persconferenties.
Zuchtend kwam hij overeind in bed, zwaaide zijn benen over de bedrand, liep naar de kast, griste daar zijn kamerjas van een haak en liep tot halverwege het midden van de kamer en bleef toen abrupt staan.
Geïrriteerder dan hij ooit op zichzelf was geweest, zelfs nog geïrriteerder dan hij zich had gevoeld na zo’n slopende week waarin hij vaak had gedacht dat hij inderdaad een slechte premier was doordat hij niet met een goed stel oplossingen of oorzaken op de proppen had weten te komen tijdens die drie persconferenties.
Zuchtend kwam hij overeind in bed, zwaaide zijn benen over de bedrand, liep naar de kast, griste daar zijn kamerjas van een haak en liep tot halverwege het midden van de kamer en bleef toen abrupt staan.
Hij liet zijn vermoeide blik door de sfeervol en chique ingerichte ruimte gaan, waarvan de sfeerlampen die aan de muren hingen, met een zachte klik vanzelf aangingen. Het sfeervolle schijnsel wist de donkere schaduwen die zich op de grond en bij de muren aftekenden enigszins te verdrijven. De kroonluchter, die aan het plafond hing, wierp een twinkelend, bewegend lichtspel van ruitvormige lichtplekken op het blauwe hoogpolige tapijt dat werd weerkaatst in zowel de twee grote ramen als in het blinkende zilver van de spiegel die boven de rijkbewerkte marmeren schouw hing.
Toen draaide de premier zich om zodat hij met zijn gezicht naar de twee ramen stond en zag hoe mistflarden langzaam aan de ramen voorbijtrokken.
Hij zette nog een paar flinke passen dichterbij totdat hij letterlijk met zijn neus tegen het koude glas van één van de ramen gedrukt stond.
Toen draaide de premier zich om zodat hij met zijn gezicht naar de twee ramen stond en zag hoe mistflarden langzaam aan de ramen voorbijtrokken.
Hij zette nog een paar flinke passen dichterbij totdat hij letterlijk met zijn neus tegen het koude glas van één van de ramen gedrukt stond.
Zijn regelmatige ademhaling veroorzaakte algauw een witgrijs waas (dat verscheen zodra hij inademde en weer wegtrok als hij uitademde) op het koude glas dat een sterk contrast vormde met de inktzwarte duisternis die zich achter de ruit uitstrekte.
De premier liet zijn blik van rechts naar links glijden en vise versa.
Plotseling ontwaarde hij halverwege het grasveld het schijnsel van de witte halogeenlampen die het water van de fontein blauwwit lieten oplichten vanuit de nachtelijke duisternis waardoor het net zilverblauw leek. Een kwart maan stond aan de hemel waardoor hij alleen het midden en het dichtstbijzijnde gedeelte van het grasveld vanuit de positie waar hij nu stond, duidelijk kon doorgronden, zij het met enige hulp van het maanlicht dat precies het midden van het grasveld leek te beschijnen met zijn intense zilverwitte, haast magische schijnsel.
En op dat moment gebeurde het…
De premier liet zijn blik van rechts naar links glijden en vise versa.
Plotseling ontwaarde hij halverwege het grasveld het schijnsel van de witte halogeenlampen die het water van de fontein blauwwit lieten oplichten vanuit de nachtelijke duisternis waardoor het net zilverblauw leek. Een kwart maan stond aan de hemel waardoor hij alleen het midden en het dichtstbijzijnde gedeelte van het grasveld vanuit de positie waar hij nu stond, duidelijk kon doorgronden, zij het met enige hulp van het maanlicht dat precies het midden van het grasveld leek te beschijnen met zijn intense zilverwitte, haast magische schijnsel.
En op dat moment gebeurde het…
Terwijl hij met zijn rug naar zijn kamer stond, werd het ineens doodstil in de ruimte.
Even drong dat niet tot hem door. Maar dit veranderde echter toen hij zijn eigen hartslag hoorde bonken in zijn borst.
De premier snakte naar adem…
Hij had nog nooit eerder zijn hartslag zo luid horen kloppen! Hij was zelfs nog nooit echt dusdanig ziek geweest dat het een bezoekje aan een huisartsenpraktijk waardig was geweest.
De stilte werd nog intenser…
Tot zijn afschuw merkte hij nú dat hij zijn hartslag zelfs tussen zijn oren voelde en hoorde bonken, alsof er iemand met een hamer op zijn trommelvliezen sloeg.
Hij voelde hoe de adrenaline door zijn aderen begon te stromen…
De premier zuchtte en gaf zichzelf een mentale uitbrander.
Hij deed belachelijk! Er was helemaal niets anders aan deze avond dan alle die hieraan waren voorafgegaan!
Desondanks keek hij even steels achterom, alsof hij de minieme twijfel die hem nu ineens bekroop alsnog teniet wilde doen.
Even drong dat niet tot hem door. Maar dit veranderde echter toen hij zijn eigen hartslag hoorde bonken in zijn borst.
De premier snakte naar adem…
Hij had nog nooit eerder zijn hartslag zo luid horen kloppen! Hij was zelfs nog nooit echt dusdanig ziek geweest dat het een bezoekje aan een huisartsenpraktijk waardig was geweest.
De stilte werd nog intenser…
Tot zijn afschuw merkte hij nú dat hij zijn hartslag zelfs tussen zijn oren voelde en hoorde bonken, alsof er iemand met een hamer op zijn trommelvliezen sloeg.
Hij voelde hoe de adrenaline door zijn aderen begon te stromen…
De premier zuchtte en gaf zichzelf een mentale uitbrander.
Hij deed belachelijk! Er was helemaal niets anders aan deze avond dan alle die hieraan waren voorafgegaan!
Desondanks keek hij even steels achterom, alsof hij de minieme twijfel die hem nu ineens bekroop alsnog teniet wilde doen.
Intussen groeide de stilte nog intenser en werd drukkend…
Toen de premier zich ervan had verzekerd dat er niemand achter hem de kamer in was geslopen, zonder dat hij dit had gemerkt, tuurde hij weer door één van de ramen naar buiten.
Veel was er echter niet te zien, behalve zijn eigen doodsbange spiegelbeeld en de weerkaatsing van het licht dat de kroonluchter door de ruimte achter hem verspreidde.
Opeens ving zijn gehoor het onmiskenbaar getik op van de wekker op zijn nachtkastje. En tot zijn schrik merkte hij dat ie’ als maar langzamer begon te tikken totdat ie’ uiteindelijk helemaal stil viel en het getikt plotseling helemaal ophield!
De snelle ademteugen van de premier veroorzaakte iedere keer een nieuw en opvallender waas op het koude glas, waardoor het steeds minder de tijd kreeg om te vervagen en het wasem steeds groter werd. Hierdoor kon de premier onmogelijk zien wat er zich buiten zijn kamer afspeelde.
Hij slikte en duwde ietwat vertwijfeld op zijn beide gehooringangen in de hoop dat hij het gewoon verkeerd gehoord had en het maar verbeelding was geweest.
Toen dit niet het geval bleek draaide hij zich geïrriteerd om en liep naar zijn nachtkastje en wondt wild de wekker op die algauw weer wellustig erop los tikte.
Toen de premier zich ervan had verzekerd dat er niemand achter hem de kamer in was geslopen, zonder dat hij dit had gemerkt, tuurde hij weer door één van de ramen naar buiten.
Veel was er echter niet te zien, behalve zijn eigen doodsbange spiegelbeeld en de weerkaatsing van het licht dat de kroonluchter door de ruimte achter hem verspreidde.
Opeens ving zijn gehoor het onmiskenbaar getik op van de wekker op zijn nachtkastje. En tot zijn schrik merkte hij dat ie’ als maar langzamer begon te tikken totdat ie’ uiteindelijk helemaal stil viel en het getikt plotseling helemaal ophield!
De snelle ademteugen van de premier veroorzaakte iedere keer een nieuw en opvallender waas op het koude glas, waardoor het steeds minder de tijd kreeg om te vervagen en het wasem steeds groter werd. Hierdoor kon de premier onmogelijk zien wat er zich buiten zijn kamer afspeelde.
Hij slikte en duwde ietwat vertwijfeld op zijn beide gehooringangen in de hoop dat hij het gewoon verkeerd gehoord had en het maar verbeelding was geweest.
Toen dit niet het geval bleek draaide hij zich geïrriteerd om en liep naar zijn nachtkastje en wondt wild de wekker op die algauw weer wellustig erop los tikte.
‘Wat heb ik toch?’ mompelde hij, terwijl hij woest zuchtend terugbeende naar zijn oorspronkelijke positie bij het raam waar het waas dat zijn adem zojuist nog had achtergelaten inmiddels was weggetrokken. ‘Als ik hier nog langer blijf treuzelen en ik niet als de wiedeweer in mijn bed geraak en niet heel gauw de slaap vat, word ik dadelijk nog paranoïde!’
Even wierp hij nog een vluchtige blik op de paleistuin ver beneden hem waar de fontein vrolijk klaterde in de overigens doodstille nacht.
Het geluid van de tjilpende krekels in het gras –
De premier snakte opnieuw naar adem en weer verscheen er weer dat bekende waas op het ijskoude glas voor hem. Met zijn rechterhand veegde hij geïrriteerder dan ooit het waas weg en staarde ontgoocheld naar buiten.
‘De krekels…’ stamde hij. ‘Hun getjilp i… –’
Even wierp hij nog een vluchtige blik op de paleistuin ver beneden hem waar de fontein vrolijk klaterde in de overigens doodstille nacht.
Het geluid van de tjilpende krekels in het gras –
De premier snakte opnieuw naar adem en weer verscheen er weer dat bekende waas op het ijskoude glas voor hem. Met zijn rechterhand veegde hij geïrriteerder dan ooit het waas weg en staarde ontgoocheld naar buiten.
‘De krekels…’ stamde hij. ‘Hun getjilp i… –’
Ssssj…
Met een ruk draaide de premier zich om en wist meteen dat zulk geluid maar door één ding kon worden veroorzaakt.
Zijn blik schoot, zoals een magneet de aantrekkingskracht heeft op zijn tegenpool, naar de marmeren schouw die de ouderwetse open haart omlijstte.
Een tochtvlaag verspreidde zich razendsnel door zijn privévertrek, terwijl hij vol verbijstering kennis nam van het laatste vlammetje dat voor zijn ogen vanuit zichzelf uitging op een groot, gortdroog en goed stuk aanmaakhout dat nog nauwelijks door de vlammen was aangetast.
De premier huiverde even, zuchtte en stootte een gesmoorde, klaaglijke jammerkreet uit!
Hij moest nu wel tegenover zichzelf toegeven dat hij nu toch écht balanceerde tussen hoop en vrees.
Met ieder sliertje rook dat zich vanuit de deels vergane en verkoolde stukken brandhout kringelend een weg omhoog baande door de zwartgeblakerde schoorsteen, wist de premier dat zijn allerlaatste sprankje hoop letterlijk voor zijn ogen in rook was opgegaan…
‘Ha–’ hakkelde de premier met een verrassend hoog piepstemmetje dat hij sinds zijn tijd als brugklasser niet meer had gehad. ‘Hallo…?’
Met een ruk draaide de premier zich om en wist meteen dat zulk geluid maar door één ding kon worden veroorzaakt.
Zijn blik schoot, zoals een magneet de aantrekkingskracht heeft op zijn tegenpool, naar de marmeren schouw die de ouderwetse open haart omlijstte.
Een tochtvlaag verspreidde zich razendsnel door zijn privévertrek, terwijl hij vol verbijstering kennis nam van het laatste vlammetje dat voor zijn ogen vanuit zichzelf uitging op een groot, gortdroog en goed stuk aanmaakhout dat nog nauwelijks door de vlammen was aangetast.
De premier huiverde even, zuchtte en stootte een gesmoorde, klaaglijke jammerkreet uit!
Hij moest nu wel tegenover zichzelf toegeven dat hij nu toch écht balanceerde tussen hoop en vrees.
Met ieder sliertje rook dat zich vanuit de deels vergane en verkoolde stukken brandhout kringelend een weg omhoog baande door de zwartgeblakerde schoorsteen, wist de premier dat zijn allerlaatste sprankje hoop letterlijk voor zijn ogen in rook was opgegaan…
‘Ha–’ hakkelde de premier met een verrassend hoog piepstemmetje dat hij sinds zijn tijd als brugklasser niet meer had gehad. ‘Hallo…?’
Haastig struinde hij naar de enige deur die toegang gaf tot zijn vertrek en draaide met een bevende rechterhand de sleutel die altijd op het slot stak om; dit was altijd een soort van routinematige voorzorgsmaatregel van hem geweest.
Met zijn rug tegen de nu gesloten deur van zijn privévertrek aan geklemd tuurde hij angstvallig naar de bijna gedoofde resten in de open haart.
Plotseling hoorde hij gestommel dat afkomstig leek te zijn van de gang.
‘Vast de beveiliging’, mompelde hij tegen zichzelf en opende de deur.
Daarop had hij resoluut de sleutel met een klik weer omgedraaid in het slot zodat de deur weer open kon en stak verwachtingsvol zijn hoofd om de deurpost en tuurde de lange gang in.
Tot zijn verbijstering was er niemand te zien…
De lange gang met aan weerszijden tientallen mahoniehouten deuren met eenzelfde gouden deurknop met slot van waarachter ongeveer dezelfde kantoor- en privéruimtes zoals die van hem schuilging, was en bleef verlaten.
Met zijn rug tegen de nu gesloten deur van zijn privévertrek aan geklemd tuurde hij angstvallig naar de bijna gedoofde resten in de open haart.
Plotseling hoorde hij gestommel dat afkomstig leek te zijn van de gang.
‘Vast de beveiliging’, mompelde hij tegen zichzelf en opende de deur.
Daarop had hij resoluut de sleutel met een klik weer omgedraaid in het slot zodat de deur weer open kon en stak verwachtingsvol zijn hoofd om de deurpost en tuurde de lange gang in.
Tot zijn verbijstering was er niemand te zien…
De lange gang met aan weerszijden tientallen mahoniehouten deuren met eenzelfde gouden deurknop met slot van waarachter ongeveer dezelfde kantoor- en privéruimtes zoals die van hem schuilging, was en bleef verlaten.
Nijdig smeet hij de deur weer in het slot, draaide de sleutel om en beende woest naar zijn bed. Daar aangekomen, ging het op de bedrand zitten, smeet zijn pantoffels in een hoek, stak één been onder de dekens en wilde net aanstalten maken om in zijn geheel onder de dekens te kruipen, toen hij warempel opnieuw een geluid hoorde…
Het was in ieder geval afkomstig uit de buurt van de open haard. Maar… daar zag hij niets vreemds aan: het vuur was uit en er kringelde nu niet langer rookslierten vanuit de houtresten omhoog.
Heel langzaam haalde de premier zijn ene been weer onder de lakens vandaan en liep tot halverwege het midden van zijn kamer en keek nog eens goed naar de haard.
Ook nu hij dichterbij gekomen was, zag hij niets vreemds.
Plotseling klonk er boven zijn hoofd een luide bonk, als dat van een slag op een grote trommel...
De ogen van de premier werden groot toen hij zich realiseerde wat dat geluid kon veroorzaken en meteen daarop vernauwde zijn ogen zich tot nietige spleetjes.
Opeens hoorde hij nog zo’n doffe bonk, alsof er iemand op het dak bezig was de schoorsteen vanaf boven af te sluiten.
Het was in ieder geval afkomstig uit de buurt van de open haard. Maar… daar zag hij niets vreemds aan: het vuur was uit en er kringelde nu niet langer rookslierten vanuit de houtresten omhoog.
Heel langzaam haalde de premier zijn ene been weer onder de lakens vandaan en liep tot halverwege het midden van zijn kamer en keek nog eens goed naar de haard.
Ook nu hij dichterbij gekomen was, zag hij niets vreemds.
Plotseling klonk er boven zijn hoofd een luide bonk, als dat van een slag op een grote trommel...
De ogen van de premier werden groot toen hij zich realiseerde wat dat geluid kon veroorzaken en meteen daarop vernauwde zijn ogen zich tot nietige spleetjes.
Opeens hoorde hij nog zo’n doffe bonk, alsof er iemand op het dak bezig was de schoorsteen vanaf boven af te sluiten.
‘Hallo…?’ bracht schor uit, ook al wist hij dat het eigenlijk zinloos was en naïef ook, als je als premier van een land antwoord verwachtte van een onzichtbaar iets dat geluid maakt op het dak van je presidentieel gebouw.
Plotseling klonk er een luid en hol ploppend geluid, alsof iemand een ontstopper uit een wc tok.
De premier grijnsde zuur. ‘Nou, zei hij ‘die Assepoester maakt tegenwoordig zelfs méér dan alleen de haard schoon!’
Toen hij dat zei, klonk er ineens een ondefinieerbaar zoevend geluid op, dat uit de richting van de open haard leek te komen… En voordat de premier het wist, hoorde hij een geluid dat nog het meest leek op een vallende postzak. De dreun waarmee die neerkwam was zó hard, dat de vloer in zijn hele vertrek trilde!
Achter hem hoorde de premier een luide ‘doing!’ gevolgd door het geluid van brekend glas.
Zijn wekker was van het nachtkastje gevallen, maar ging desondanks verwoed door met tikken.
Het volgende moment kolkte stofwolken en as als één zwartgrijze massa zijn kamer in en verblindde hem compleet. Terwijl de premier hoestend en proestend iets naar achteren uitweek, trokken de stof- en aswolken langzaam op en regende het voor het eerst niet buitenshuis maar ín zijn privévertrek!
Plotseling klonk er een luid en hol ploppend geluid, alsof iemand een ontstopper uit een wc tok.
De premier grijnsde zuur. ‘Nou, zei hij ‘die Assepoester maakt tegenwoordig zelfs méér dan alleen de haard schoon!’
Toen hij dat zei, klonk er ineens een ondefinieerbaar zoevend geluid op, dat uit de richting van de open haard leek te komen… En voordat de premier het wist, hoorde hij een geluid dat nog het meest leek op een vallende postzak. De dreun waarmee die neerkwam was zó hard, dat de vloer in zijn hele vertrek trilde!
Achter hem hoorde de premier een luide ‘doing!’ gevolgd door het geluid van brekend glas.
Zijn wekker was van het nachtkastje gevallen, maar ging desondanks verwoed door met tikken.
Het volgende moment kolkte stofwolken en as als één zwartgrijze massa zijn kamer in en verblindde hem compleet. Terwijl de premier hoestend en proestend iets naar achteren uitweek, trokken de stof- en aswolken langzaam op en regende het voor het eerst niet buitenshuis maar ín zijn privévertrek!
De as en rookpluimen waren nog niet helemaal opgelost, of hij ontwaarde al een donker silhouet in de korrelige stofwolk die nog steeds in zijn kamer hing en hem een goed zicht belette.
De premier sloeg de figuur met samengeknepen ogen en een hand voor zijn mond om maar geen as of rook binnen te krijgen, gade, terwijl het silhouet van wat onmiskenbaar een mager man was, kordaat en verbazingwekkend kwiek op hem toe kwam gelopen.
Hij aanschouwde met gestaag groeiende verbazing hoe deze onbekende persoon as van zijn vreemde, sjofele en ouderwetse kledij klopte en intussen nader op hem kwam toegesneld.
EINDE HOOFDSTUK 1
De premier sloeg de figuur met samengeknepen ogen en een hand voor zijn mond om maar geen as of rook binnen te krijgen, gade, terwijl het silhouet van wat onmiskenbaar een mager man was, kordaat en verbazingwekkend kwiek op hem toe kwam gelopen.
Hij aanschouwde met gestaag groeiende verbazing hoe deze onbekende persoon as van zijn vreemde, sjofele en ouderwetse kledij klopte en intussen nader op hem kwam toegesneld.
EINDE HOOFDSTUK 1