Zo. En hier is het einde!
Super bedankt allemaal voor het lezen, de lieve reactie's en opbouwende feedback
*hugs you all*
Ik ben een slechte poster geweest en dat weet ik heel goed, maar degene die hebben doorgezet, een pluim voor jullie.
Goed, ik zal nu maar het stukje posten, heh heh.
* * *
Botigues
-de ultieme Versierpoging-
Ugh.
Ik lig op mijn bed. Na het akkefietje met Ralf heb ik Seb niet meer gesproken (wat inmiddels vijf dagen geleden is). Durfde ik niet. Panda en Nick heb ik verteld dat het oké was gegaan, maar dat het volgens mij niks wordt met Ralf en ik heb wat woorden losgelaten over Seb. Na die woorden vroegen ze, zoals het een jongen betaamd, niet meer verder. Phil heb ik ook gesproken, maar ik was om het onderwerp heen gedraaid. Phils kennende zou ze het er niet bij laten liggen (aantekening: bereid je voor op Phil).
Was vandaag alleen nog naar de bakker geweest en heb, omdat ik me rot verveel en me nogal vreemd voelde, een praatje met de bakker gemaakt. Op de één of andere manier had ik het idee gekregen dat hij me niet zo mocht.
Zeer vreemd, want ik was echt de aardigheid zelve. Als er een prijs voor Aardigheid zou worden uitgereikt zou ik zeker in de middenmoot eindigen, misschien zelfs hoger. Zo in de buurt van de Dalai Lama. Ik noemde hem de hele tijd 'vriend', en zoals echte vrienden behoren te doen vertrouwde ik hem een paar leuke anekdotes toe.
Ik vertelde hem bijvoorbeeld over die keer dat Panda en ik besloten onze creatieve kant te uiten en meededen aan de cursus Manden Maken. Ik was natuurlijk de Artisticiteit zelve en reeg dropjes en enkele sinaasappelen door mijn mand heen. Panda wilde echter een statement met zijn mand maken: De Wereld Is Gek Geworden En Waarom Zijn de MacSalad Shakers Uit Het Assortiment Geschrapt? (Wie hij ermee wilde bereiken weet ik ook niet, de MacDonalds Mandenbrigade?)
In ieder geval verschroeide hij met een aansteker de randjes van zijn mand. Helaas stak hij daarmee ook de manden van de bejaarden naast hem in de fik. De bejaarden werden panisch en deden van 'kwijl kwijl' en lieten hun kunstgebit uit hun mond vallen. En nu zijn we voor altijd verbannen uit het activiteitencentrum van het bejaardentehuis.
Toen werd ik de bakker uitgezet.
Zonder brood.
“ALEXANDRA BERNINGHEM!”
O, shit.
Dat was Phil, in de deuropening van mijn kamer. Hijgend en met een rood hoofd. WAAROM had mam haar binnen gelaten? En ik had nog zo instructies gegeven om dat juist niet te doen. De verrader.
“Jij gaat onmiddellijk naar Seb!”
Ik verstop kreunend mijn hoofd in mijn kussen. Panda en Nick hadden het haar verteld, dat weet ik zeker. Phil ploft op mijn bed neer en grijpt me vast.
“Het gaat je niet lukken,” zegt ze gemeen grijnzend. “Wat je ook probeert, het gaat je niet lukken. Al moet ik je naar Seb toe sléúren.”
“Hfft gjeeen swin,” zeg ik tegen mijn kussen.
“Wat zeg je?” Ze grist het kussen onder me vandaan.
“Het heeft geen zin,” zeg ik met mijn ogen dicht. “Hij vindt me toch niet leuk. Welke gek helpt nou iemand een ander te versieren wanneer hij verliefd is op diegene. Ik zal je zeggen wie: niemand.”
“Lex, soms ben je echt heel langzaam,” zegt Phil glimlachend. “Waarom denk je dat Panda Seb in de eerste plaats je liet helpen? Omdat hij écht zo goed erin was om je tips te geven, of iets anders?”
Ik doe meteen mijn ogen open. “Wat bedoel je,” vraag ik langzaam. “Ik had hem, voordat Panda hem aan me voorstelde, nog nooit eerder gezien.”
“Jawel, je hebt hem eerder ontmoet,” zegt Phil wijsneuzerig.
“Niet waar.”
“Wel.”
“Nietes!”
“Alex,” zucht Phil. “Hier heb ik geen tijd voor. Luister, toen je Panda mee nam naar dat feest om Jon te wreken, botste je toen niet tegen iemand op?”
Ik kom overeind en krab even nadenkend aan mijn hoofd. “Weet ik niet meer. Kan wel, hoezo?”
“Omdat, domoor,” zegt Phil met een fonkeling in haar ogen die ik niet kan plaatsen. Ze slaat me voor mijn hoofd met mijn kussen. “Seb je daar voor het eerst heeft gezien. Hij zag je op dat feest en vond je meteen leuk, waarom is me een raadsel, maar goed daar ga ik niet over. Over op het verhaal: gelukkig voor Seb was hij vrienden met Panda, zodat die hem kon helpen. Panda nam direct de eerste beste gelegenheid aan om jullie te koppelen, zoals het een goede vriend betaamd. Waar denk je eigenlijk dat ‘Code Rode Bamboestok’ voor staat? Ik zal je zeggen waarvoor het staat. Het staat voor: ‘Alex is hier’. Tjeez Lex, ik kan niet geloven dat je, je Seb niet meer herinnert, het arme schaap.”
Ik staar even wezenloos voor me uit. “Phil.”
“Ja?”
“Sleur me eens naar Seb toe.”
Tien minuten later.
“Alex! En Phil! Wat leuk dat jullie er zijn.” Seb glimlacht en doet de deur nog een stukje open. “Kom erin.”
“Sorry, Seb, ik kom niet,” zegt Phil liefjes. “Alleen Alex komt, ze moet je namelijk iets vertellen. Nou, hup.” Ze schuift me de gang in en trekt de deur zelf achter zich dicht.
Zo snel gaat dat dus.
“O?” Seb lijkt even uit het veld geslagen. “Oké, kom.” Hij pakt mijn arm en ik kan het niet helpen maar opeens ben ik me heel erg bewust van zijn aanrakingen –waarom was me dat nooit eerder opgevallen?! Zelfs de blauwe pluk in zijn haar ziet er in één keer heel leuk uit. Alles aan hem ziet er gewoon leuk uit.
Even later zitten we op zijn versleten, zwarte bank.
“Dus… wat is er gebeurd,” vraagt Seb voorzichtig. Hij probeert mijn blik te vangen, maar ik kijk naar alles behalve naar hem dus lukt het hem niet. “Alex.”
Pfoe. Dit is lastig. Het lijkt bijna een examen, mijn gevoelens opbiechten. Mijn economie examen, laatst, was ook al zo moeilijk. Maar ik denk dat ik me er met behulp van een aantal leuke anekdotes wel doorheen heb weten te slaan. Toen er een vraag over werkeloosheid kwam heb ik bijvoorbeeld het hele verhaal opgeschreven over ome Berend die werkeloos was en er op een gegeven moment zo depressief van werd dat hij zich zelf van kant besloot te maken. Maar dan wel op een mooie manier. Hij reed dus naar Parijs en wilde zichzelf van de Eiffeltoren gooien, maar toen hij boven was ontmoette hij een vrouw die hem van het idee afbracht.
Later bleek het een man te zijn, maar ze wonen nu wel samen in Florida. Ik vind het zo'n prachtig verhaal, ik raak iedere keer weer ontroerd.
Met een schokje besef ik dat Seb me nog steeds verwachtingsvol aankijkt. Juist.
“O, Ralf en ik bestaat niet meer,” zeg ik luchtig. “Hé, kijk een vliegende konijn!”
“Wat? Waarom,” vraagt Seb, mijn laatste zin negerend. “Is er iets gebeurd?” Hij klinkt oprecht gechoqueerd en dat stoort me een beetje. Ik had gedacht dat hij blij zou zijn nu Ralf er niet meer was en meteen voor me op zijn knieën zou gaan (Phil beweerde dat hij me echt leuk vindt).
“Hij zei dat ik iemand anders leuk vind en dat het daarom niet kan werken,” zeg ik daarom stijfjes.
“En wat zei jij toen?”
“Dat het niet waar was, maar hij zei toen dat ik wel altijd naar iemand anders toe ga voor als ik in de problemen zit en om advies te vragen en… nou ja, toen besefte ik opeens dat het wáár was.”
“Dat wat waar was,” vraagt Seb zachtjes.
“Tja, dat ik ondertussen iemand anders eigenlijk leuker vind dan hem. Eigenlijk al een hele tijd.” Zo. Het hoge woord is eruit. Niet meer verder vertellen.
“En wie is dat dan?” dringt Seb de Vervelende Dringer aan.
“Nou, het is een lang en ingewikkeld verhaal waarin veel personages en karakters voorkomen waaronder een zeemeermin met een lange staart en een konijn maar ook ik en jij en hij komen er in voor, net als Panda, Nick en Phil en mijn vader en moeder, nee zelfs onze voorouders en de Neanderthalers en God en Zeus en misschien ook wel Japie Krekel, hij is tenslotte ons geweten, ik bedoel als hij het geweten van Pinokkio is, waarom dan niet die van ons? Vraag ik me wel eens af, vraag jij je dat ook wel eens af? Dat lijkt me wel, want het is een elementaire vraag, over atomen gesproken, wist je dat Albert Einstein steengoed piano kon spelen? Echt waar, als hij niet het buskruit had uitgevonden, of waar hij ook beroemd mee is geworden, dan had hij vast…”
“ALEX!” onderbreekt Seb me en ik stop abrupt met praten. Hij grinnikt en gaat verder: “Ik vroeg een hele simpele vraag, niet de levensgeschiedenis van Einstein en Pinokkio en weet ik veel wie nog meer.”
“O, nou ja, dat dus.”
“Wat?”
“Jij.”
“Ik?”
“Ja, jij!” zeg ik gefrustreerd. “JIJ!”
Hij zegt niets. Geweldig. Bén ik een keer serieus en dan zegt hij niks. Als de stilte me te lang duurt sta ik op en begin ik naar de gang toe te lopen. Het werd dus een nachtje kniezen en emmers Ben&Jerry’s naar binnen werken.
“Wat dacht je ervan dat we morgen overdag gaan skaten en ’s avonds in de Emilio uit eten gaan,” hoor ik dan achter me. Ik bevries ter plekke –wat nog best lastig is, want ik was net bezig over een stapel zooi te stappen en nu hangt één been heel hoog in de lucht. Ik hoor dat hij opstaat en achter me komt staan.
“Nou, wat denk je ervan,” vraagt Seb zachtjes in mijn oor. Zijn adem strijkt langs mijn nek. Totaal niet verwacht, die nabijheid. Ik vergeet na te denken en val langzaam voorover.
“Alex… ? Lex? Wat doe je?!” Seb grijpt me net op tijd bij mijn middel vast en trekt me weer overeind. Hij lacht.
“Ik… ik, eh. Wacht eens even, jij vond skaten toch verschrikkelijk,” zeg ik dan met opgetrokken wenkbrauwen en een rood hoofd. Ik draai me om in zijn houdgreep, zodat ik zijn gezicht kan zien. Shit, niet goed. Zijn groene ogen leiden me te veel af.
“Dat ligt eraan,” antwoordt hij nadenkend. “Niet als het met een leuk iemand is. Hé, sta eens stil. Volgens mij heb je hier iets…”
Ik glimlach. “Denk je soms dat ik daarvoor val? Dan ken je mij niet goed genoeg, meneertje. Ik weet heus wel dat, dat een smoes is om-” Verder praten is onmogelijk aangezien Seb zijn mond zachtjes op de mijne heeft gedrukt.
En goh…
Ik vind die smoes van hem eigenlijk best nog wel leuk. Als hij het zegt om dit te doen dan mag hij het wel vaker zeggen. Ik sla mijn armen om zijn nek, ga op mijn tenen staan en zoen hem terug. Ik weet niet hoe vaak ik wel niet in de boeken heb gelezen dat als je een jongen zoent hij naar een bepaald iets smaakt –meestal iets lekkers- maar Seb smaakt nergens naar. Hij ruikt wel heel lekker trouwens (naar verf gemixt met douchezeep en zijn eigen jongensgeur) en zijn lippen zijn echt heel zacht. Heel, heel zacht.
Vele eeuwen later trek Seb zich weer terug en laat hij zijn voorhoofd lichtjes tegen de mijne steunen.
“Dus, het is een ja?”
“Wat denk je zelf, Cupido? Natuurlijk is het een ja! Maar denk maar niet dat ik je ooit ga aanraden aan iemand anders als de Versierders-adviseur, want het spijt me om je dit te moeten mededelen maar… je bent echt verschrikkelijk slecht.”
EINDE