Proloog
Als ik mijn ogen open zie ik een ruimte die voor mij onbekend is. Naar mate ik verder kijk denk ik ik dat het een ziekenhuiskamer moet voorstellen. Ik denk dat vanwege het bed waar ik in lig. Het is zo een typisch ziekenhuisbed. Ik lig best wel hoog. Hoger dan als ik in een normaal bed lig.
Het enige wat ik verder zie zijn vier witte muren. Het enige wat ik hoor is het tikken van een klok.
Als ik om me heen kijk merk ik dat ik aan een infuus zit. Ik huiver, ik haat naalden.
'Hallo?'. Ik schrik van mijn stem. Het is niet mijn stem. Als je het tenminste een stem kan noemen, want meer dan wat schor gekras komt er niet uit mijn keel.
Blijkbaar heeft iemand me toch gehoord want de deur vliegt open.
‘Uhm, hallo? Is hier iemand?’ Een verpleger –ik ga er vanuit dat het een verpleger is- kijkt onderzoekend de kamer rond. ‘Pff, het lijkt wel of ik gek ben geworden. Ik zweer dat ik een stem hoorde’.
Verbaasd kijk ik hem aan. Zit hij me in de maling te nemen ofzo? Ik moet toegeven dat hij dan wel heel goed kan acteren. Het lijkt net alsof hij me echt niet ziet.
‘Haha, heel grappig,’ zeg ik met een heldere stem.
De verpleger kijkt verschrikt op. Ik zie de angst in zijn ogen staan. Wat een lolbroek, ik vind dit anders helemaal niet grappig.
‘Oh god, er zit hier een geest! Ik neem ontslag. Ja, dat ga ik doen! Ik moet hier zo snel mogelijk weg.’
Voordat ik iets terug kon zeggen was hij de kamer al uit geraced. Jammer, eigenlijk was hij best wel knap. Ik schrik op uit gedachten als ik een andere verpleger mijn kamer binnen komt.
‘Ha, eindelijk kunt u me vertellen wat er aan de hand is?’.
De verpleger loopt onverstoorbaar door naar de muur en hangt iets op. Zonder antwoord te geven loopt hij weer weg. Pas bij het weglopen zie ik dat hij oordopjes in had.
Lekker dat heb ik weer denk ik mopperend bij mezelf. Aandachtig bestuurdeer ik wat hij heeft opgehangen. Het is een foto van een leeg ziekenhuisbed. Pas als ik goed kijk zie ik dat het geen foto is. Het is een spiegel. Waarom zie ik mezelf niet? Heb ik geen spiegelbeeld?
‘Oh my god,’ fluister ik.
Opeens dwarrelt er een briefje op mijn bed. Snel lees ik de tekst.
Geen zorgen, ik kom je halen.
Kritiek is zeker welkom! =)
x
**Aangepast na feedback.
Onzichtbaar
-
- Puntenslijper
- Berichten: 18
- Lid geworden op: 10 mei 2012 22:19
Laatst gewijzigd door xLove_Denise op 31 jul 2012 17:46, 2 keer totaal gewijzigd.
Oh, spannend. Erg leuk geschreven en het maakt mij erg nieuwsgierig naar de rest van het verhaal. Het is makkelijk weg te lezen door de duidelijke taalgebruik die je gebruikt.
Echter heb ik één foutje op dit moment gespot:
Naar mate ik verder kijk denk ik ik dat het een ziekenhuiskamer moet voorstellen.
Die 2de "ik" moet weg om de zin duidelijk te maken
Echter heb ik één foutje op dit moment gespot:
Naar mate ik verder kijk denk ik ik dat het een ziekenhuiskamer moet voorstellen.
Die 2de "ik" moet weg om de zin duidelijk te maken

It's okey to be afraid!
Ellie Goulding
Ellie Goulding
-
- Puntenslijper
- Berichten: 18
- Lid geworden op: 10 mei 2012 22:19
Oeps, klopt 
&& dan denk je dat je het helemaal door heb gelezen.. xd

&& dan denk je dat je het helemaal door heb gelezen.. xd
Goed begin! Ik ga me erdoor afvragen wat er gebeurt is.
Ik ben benieuwd naar het volgende stuk!
Deze zin klopt niet helemaal. Ik denk dat je met 'zie' 'zit' bedoelt of dat 'in' er niet tussen hoort. Ik zou ervan maken: 'lig ik in een ruimte die....'Als ik mijn ogen open zie ik in een ruimte die voor mij onbekend is.
Ik zou hier beschrijven waarom ze vanwege het bed denkt dat ze in een ziekenhuiskamer ligt. Ik snap natuurlijk dat ze ziet dat het een ziekenhuisbed is, maar je kunt bijvoorbeeld wat kenmerken noemen, bijvoorbeeld: ik denk dat vanwege het bed waar ik in lig. Aan beide zijkanten wordt ik beschermd door bedhekken en mijn lichaam wordt warm gehouden door een wit laken die netjes over mij heen gedrapeerd ligt.Naar mate ik verder kijk denk ik dat het een ziekenhuiskamer moet voorstellen. Ik denk dat vanwege het bed waar ik in lig.
Ik ben benieuwd naar het volgende stuk!
-
- Puntenslijper
- Berichten: 18
- Lid geworden op: 10 mei 2012 22:19
Bedankt voor de feedback =) ik heb het aangepast .
Hoofdstuk 1
Een beetje zenuwachtig loop door de gangen van het ziekenhuis. Dit is mijn eerste werkdag, ik mag het niet verpesten. Eigenlijk was ik veel te laat met het opgeven voor mijn stage. Gelukkig kon ik nog in dit ziekenhuis terecht. Voorlopig loop ik stage als doktersassistente.
Ik loop regelrecht door naar het kantoortje van Dokter S. Hemelen. De dokter bij wie ik stage loop. Het is een beetje een vreemde man, dat wel. Maar dankzij hem heb ik een stage, dus ik mag hem wel.
‘Laurens, fijn dat je er bent!’ Om de kracht van zijn woorden te versterken klopt hij me stevig op mijn rug. ‘Ik heb een leuk idee. Je gaat je je hele stage op één patiënt richten.’
Mijn gezicht betrekt meteen. Ik wil juist zoveel mogelijk mensen beter maken. Wat heb ik nou aan één patiënt.
De dokter ziet de betrekking op mijn gezicht meteen. ‘Het klinkt misschien saai, maar ik werk met mensen die al heel lang in het ziekenhuis liggen. Vrees niet, je hoeft niet meteen te kiezen. Maak vandaag maar met iedereen kennis.’
Verbaasd knik ik. Oke, het is misschien niet wat ik verwacht had, maar het is beter dan niets toch?
Ik kijk de lijst met patienten door. Er liggen zo een tien mensen op deze afdeling. Bij iedereen staat uitgebreid geschreven wat diegene mankeert en wat het behandelsplan is. Dr. Helemelen houd van nauwkeurig werken merk ik.
Toch verbaasd het me dat er bij één patiënt nog helemaal niets staat. Misschien is ze vandaag pas binnen gebracht opper ik. Bij het lezen van de naam gaat er een golf van herkenning door me heen. Dat is onmogelijk, de kans dat ik iemand hier ken is heel klein. Misschien lijkt die naam gewoon heel erg op die van iemand anders. Wel een mooie naam, vind ik. Het is geschreven in een ander handschrift. Heel meisjesachtig, in tegenstelling tot de hoekige letters van de dokter.
Fee van Hamelen – Kamer 104A
Bij haar ga ik sowieso een bezoekje brengen. Met een zucht kijk ik op de lijst. Laat ik maar bij het begin beginnen en de 1e naam van de lijst bezoeken.
Hier gaat het om een oude man van vierentachtig. Hij heeft het syndroom van Moebius.
Ik vermoed dat het gezichtsverlamming is. Volgens mij heb ik dat ergens geleerd in een proefwerk. Mijn vermoeden wordt bevestigt als ik de kamer binnenkom. Hij kan ook niet meer praten en hij heeft een sondevoeding. Ik zie dat het rond etenstijd is, dus ik kijk op het behandelsplan wat voor soort eten hij nodig heeft. Het wassen is gelukkig pas nog gedaan. Ik zie het niet zo zitten om hem te gaan wassen...
Na hem zijn medicijnen te hebben gegeven besluit ik naar de volgende patiënt te gaan. Jammer voor die meneer maar ik denk niet dat ik hem ga begeleiden.
Zo ga ik de hele dag bij allerlei patiënten langs. Behalve een vrouw met geheugenverlies is er niet echt een patient die ik interessant vind.
Er staan nog maar één naam op de lijst. Fee van Hamelen.
Stil sta ik voor de deur. Er klinkt geen geluid uit de kamer dus waarschijnlijk heeft ze geen bezoek. Voorzichtig leg ik mijn hand op de deurklink, ik neem een diepe teug adem en loop naar binnen...
Hoofdstuk 1
Een beetje zenuwachtig loop door de gangen van het ziekenhuis. Dit is mijn eerste werkdag, ik mag het niet verpesten. Eigenlijk was ik veel te laat met het opgeven voor mijn stage. Gelukkig kon ik nog in dit ziekenhuis terecht. Voorlopig loop ik stage als doktersassistente.
Ik loop regelrecht door naar het kantoortje van Dokter S. Hemelen. De dokter bij wie ik stage loop. Het is een beetje een vreemde man, dat wel. Maar dankzij hem heb ik een stage, dus ik mag hem wel.
‘Laurens, fijn dat je er bent!’ Om de kracht van zijn woorden te versterken klopt hij me stevig op mijn rug. ‘Ik heb een leuk idee. Je gaat je je hele stage op één patiënt richten.’
Mijn gezicht betrekt meteen. Ik wil juist zoveel mogelijk mensen beter maken. Wat heb ik nou aan één patiënt.
De dokter ziet de betrekking op mijn gezicht meteen. ‘Het klinkt misschien saai, maar ik werk met mensen die al heel lang in het ziekenhuis liggen. Vrees niet, je hoeft niet meteen te kiezen. Maak vandaag maar met iedereen kennis.’
Verbaasd knik ik. Oke, het is misschien niet wat ik verwacht had, maar het is beter dan niets toch?
Ik kijk de lijst met patienten door. Er liggen zo een tien mensen op deze afdeling. Bij iedereen staat uitgebreid geschreven wat diegene mankeert en wat het behandelsplan is. Dr. Helemelen houd van nauwkeurig werken merk ik.
Toch verbaasd het me dat er bij één patiënt nog helemaal niets staat. Misschien is ze vandaag pas binnen gebracht opper ik. Bij het lezen van de naam gaat er een golf van herkenning door me heen. Dat is onmogelijk, de kans dat ik iemand hier ken is heel klein. Misschien lijkt die naam gewoon heel erg op die van iemand anders. Wel een mooie naam, vind ik. Het is geschreven in een ander handschrift. Heel meisjesachtig, in tegenstelling tot de hoekige letters van de dokter.
Fee van Hamelen – Kamer 104A
Bij haar ga ik sowieso een bezoekje brengen. Met een zucht kijk ik op de lijst. Laat ik maar bij het begin beginnen en de 1e naam van de lijst bezoeken.
Hier gaat het om een oude man van vierentachtig. Hij heeft het syndroom van Moebius.
Ik vermoed dat het gezichtsverlamming is. Volgens mij heb ik dat ergens geleerd in een proefwerk. Mijn vermoeden wordt bevestigt als ik de kamer binnenkom. Hij kan ook niet meer praten en hij heeft een sondevoeding. Ik zie dat het rond etenstijd is, dus ik kijk op het behandelsplan wat voor soort eten hij nodig heeft. Het wassen is gelukkig pas nog gedaan. Ik zie het niet zo zitten om hem te gaan wassen...
Na hem zijn medicijnen te hebben gegeven besluit ik naar de volgende patiënt te gaan. Jammer voor die meneer maar ik denk niet dat ik hem ga begeleiden.
Zo ga ik de hele dag bij allerlei patiënten langs. Behalve een vrouw met geheugenverlies is er niet echt een patient die ik interessant vind.
Er staan nog maar één naam op de lijst. Fee van Hamelen.
Stil sta ik voor de deur. Er klinkt geen geluid uit de kamer dus waarschijnlijk heeft ze geen bezoek. Voorzichtig leg ik mijn hand op de deurklink, ik neem een diepe teug adem en loop naar binnen...
Nee! Wat gemeen om bij een spannend stuk te eindigen
Wel slim, nu maak je me nieuwsschierig naar hoe het verder gaat
Ik heb zo'n vermoeder dat Fee van Hamelen het meisje is van de proloog, maar we zullen zien!


'Ik' ontbreektEen beetje zenuwachtig loop door de gangen van het ziekenhuis.
Staan = staatEr staan nog maar één naam op de lijst.
Ik zie dat Mooonie de fouten er al heeft uitgehaald. Voor de rest is het een mooi verhaal en erg leuk beschreven. Ook is het fijn dat je niet hele lange stukjes plaatst, die korte stukjes vind ik zelf namelijk makkelijker om te lezen. Je hebt het zo geschreven dat mijn aandacht tot het laatste woord is blijven plakken, ik heb bij sommige verhalen dat ik gewoon een stukje oversla en daarna het alsnog begrijp, maar bij jou had ik helemaal geen zin om een stukje over te slaan. Het einde heb je erg leuk en spannend geschreven, zo hou je zeker de aandacht van de lezer nog even vast.
Al met al, een goed verhaal
Al met al, een goed verhaal

It's okey to be afraid!
Ellie Goulding
Ellie Goulding