Merel en haar modder avontuur

[Marriel]

Merel verveelt zich deze dag, eigenlijk wilt ze naar buiten maar het regent.


Dan eindelijk gaat het zonnetje schijnen, “mama mag ik naar buiten om te spelen”. Mama kijkt naar buiten, “is goed meid maar als het weer gaat regenen dan kom je gelijk naar huis, en doe een jas aan!” Merel trekt snel haar jas aan en pakt haar fiets, ze rijdt naar de kleine speeltuin waar ze haar beste vriendin Jasmijn ziet. “Hallo Jasmijn”, Jasmijn zwaait vrolijk naar haar en samen genieten ze van het droge weer. Ze spelen circus en acrobaat op alle speeltoestellen.


Maar dan wordt het opeens donker en begint het te regenen, “kom we gaan snel naar mijn huis” zegt Jasmijn. “Nee, ik wil buiten blijven en die regen gaat toch zo over”zegt Merel, Jasmijn kijkt naar boven “oké”. Merel danst en huppelt met Jasmijn door de regen en ze worden kletsnat, “als mama dat zal zien zal ze vast boos worden” vertelt Merel aan Jasmijn. Dan gaat Merel op een stukje muur lopen, plons! Daar ligt ze in een diepe modder plas, ze heeft pijn en haar kleren en jas zitten onder de modder. Jasmijn rent naar haar vriendin, “gaat het”. “Ja, het gaat wel maar nu zijn mijn kleren vies en nat, mama zal nu echt kwaad worden”. Merel veegt de modder van haar broek en jas en samen met Merel spellen ze nog een tijdje, het regent nog steeds en af en toe wat harder. “Zullen we nu wel naar mijn huis gaan, dan kan je eigen schoonmaken en opdrogen”, “mag dat wel van je moeder” Natuurlijk mag dat wel en samen fietsen ze naar haar huis.


“Ben je nu al terug, hallo Merel. Wat ben je vies, wat is er gebeurt?’’. “Merel vertelt het verhaal en ook dat ze bang is dat mama boos wordt”, “zal ik mama bellen dat je hier bent, maar ik zal niks vertellen dat je vies en nat bent oké?”. Merel knikt ja en ondertussen heeft ze haar jas en schoenen uitgedaan, “ik heb met je moeder gesprokken en die vindt het goed dat je hier bent. Ga maar eerst even douchen dan zal ik even kijken wat ik kan doen om je kleren en jas schoon te krijgen”. Merel bedankt de moeder en samen met Jasmijn loopt ze naar boven, Jasmijn wijst de weg en als Merel onder de douche staat brengt Jasmijn de kleren naar haar moeder. Als Merel klaar is doet ze wat kleren aan van Jasmijn die klaar gelegd zijn voor haar en loopt naar beneneden. “Kijk eens wat een schoon meisje ben je. Kom ga maar bij Jasmijn zitten op de bank dan krijgen jullie warme chocolademelk en een koekje” zegt de moeder van Jasmijn. Beide drinken hun chocolademelk op, “ik ga boven nog even wat pakken” zegt Jasmijn. Net dat Jasmijn boven is gaat de deurbel, “o jee, Merel dat is je moeder!” zegt de moeder van Jasmijn. Wat nu, als mama nu zo ziet weet ze gelijk dat er iets is gebeurt. “Kom snel doe de capuchon van de vest maar op en loop maar naar boven”, Merel doet de capuchon op en loopt naar boven net op dezelfde tijd als de moeder van Jasmijn de deur open doet. “Goedemiddag, dacht kom even langs hoe het met mijn dochter gaat?”. “Goed, kom maar binnen dan zal ik gelijk even thee zetten”. De moeder van Merel doet haar jas uit en loopt door naar de woonkamer, “is ze boven?”. “Ja, ze is boven maar ik moet even wat vertellen”. De moeder van Jasmijn legt alles uit over de kleine modder avontuur van Merel en dat ze ook bang is dat haar moeder boos wordt en dat ze straf krijgt. “Nee, zal niet boos worden alleen een beetje teleurgesteld”, “zullen we Merel even maar laten denken dat u van niks weet!”. “Ja, dat is een goede”, de moeder van Jasmijn loopt naar boven “Merel even kijken, trek deze kleren aan van Jasmijn die lijken op jouw kleren dan zal mama niks merken oké. Dan als je klaar bent kom je even met Jasmijn gedag zeggen”.


Enkele tien minuten later komt Merel met Jasmijn naar beneneden, ze trilt een beetje omdat ze bang is dat mama het ontdekt. “Hoi mama”, “dag kleine meid, ben je lief aan het spelen bij Merel. Dacht kom even langs om te kijken hoe het gaat en dan kunnen we straks gelijk even met zijn tweeën naar de supermarkt”. Mama ziet niet dat ik andere kleren aan heb, wat een geluk denk Merel. “Kijk eens meiden wat drinken voor jullie, kom er gewoon even gezellig bij zitten dan mogen jullie straks weer verder spelen”. De meiden gaan zitten en allebei naast hun eigen moeders, “Merel ga eens staan, ja dan heb ik toch even goed gezien!”. Merel denkt gelijk dat mama het toch gezien heeft dat ze andere kleren aanheeft die van Jasmijn, ze kan amper stilstaan van het de trillingen en het zweet staat op haar voorhoofd! “Je kleren zijn wat te klein geworden, we gaan vanmiddag wel even gelijk kijken voor het boodschappen doen voor nieuwe, oké. En waarom zweet je, heb je het warm? ” Merel klikt ja en zegt dat ze het inderdaad warm heeft van het spelen en gaat weer zitten, dan als ze klaar zijn met drinken lopen ze snel naar boven. “Kijk de jas van je dochter is weer gewassen en droog kan ze hem zo weer aan”, “mooi, wat doen we met de kleren zal ik deze morgen komen brengen?”. ”Ja, dat is goed, laat haar nog maar even het idee hebben dat haar moeder niks in gaten heeft” De moeders lachen en de moeder van Jasmijn hangt de jas van Merel op aan de kapstok. Dan worden de meiden geroepen, “kom Merel jas aandoen dan gaan we”. Merel staat even stil dat mama nog steeds niks in de gaten heeft en de kleren dan, ze ziet het toch wel want de kleren zijn te klein? Maar ze pakt haar jas en trekt deze aan, “Merel is dit wel jouw jas, deze is zo schoon!” vraagt haar moeder. “Dat komt door de regen mama, doei Jasmijn en Fadette, tot morgen”


Merel fietst met haar moeder naar de stad en ze gaan eerst voor nieuwe kleren kijken en dan boodschappen doen. In de avond als Merel al haar pyjama aan heeft komt ze nog even haar moeder welterusten wensen, “Merel deze kleren kunnen wel in de oude kleren container niet, ze zijn je toch al te klein”. Merel schrikt, “mama ik moet wat vertellen” zegt ze met knikkende knieën. Merel doet haar verhaal over de modder en de regen en dat de kleren eigenlijk van Jasmijn zijn. Als ze met tranende ogen naar haar beneden kijkt, “Merel kijk mij eens aan, mama wist van je modder avontuur en dat je kleren aanhad van Jasmijn. Haar moeder heeft het mij verteld en wat je dacht als ik het zal ontdekken, zullen we afspreken dat je volgende keer gewoon dan thuiskomt en de waarheid vertelt. We gaan morgen wel de kleren verwisselen”. Merel knikt ja en geeft haar moeder een dikke knuffel, dan gaat ze met blij en gerust gevend gevoel naar bed.

[artikel]

IK vind alle verhalen die u tot nu toe heeft geschreven erg leuk, ook deze is weer erg leuk. U zet alle karakters neer als een echt persoon en dat zorgt ervoor dat ik het met plezier lees. Ook de gedachten van de kinderen zet u erg goed neer. Mooi werk.

Hier zijn nog wat verbeteringen:

Als Merel klaar is doet ze wat kleren aan van Jasmijn die klaar gelegd zijn voor haar en loopt naar beneneden.

Hier heeft u de fout gemaakt dat u bij het woord beneden een "ne" teveel heeft geschreven.

Enkele tien minuten later komt Merel met Jasmijn naar beneneden, ze trilt een beetje omdat ze bang is dat mama het ontdekt.

Ook hier is beneden weer fout geschreven

Mama ziet niet dat ik andere kleren aan heb, wat een geluk denk Merel.

Omdat Merel een derde persoonsvorm is moet bij denk en nog extra t: denkt Merel.

“Merel deze kleren kunnen wel in de oude kleren container niet, ze zijn je toch al te klein”.

Deze zin is een beetje raar, maar ik snap wel wat je bedoelt. Het zou beter zijn als u de eerste deel van de zin iets anders maakt zodat je het duidelijk maakt dat de "niet" daar in de zin een soort van vraag is.

Bijv.:
'Merel, deze kleren kunnen wel in de oude kleren container, of niet? Ze zijn toch al te klein'.


Ik hoop dat u het kritiek begrijpt

De inhoud van het verhaal is wel erg leuk dus schrik niet van de kleine schoonheidsfoutjes. Iedereen maakt nog wel eens door de snelheid wat fouten, want volgens mij is de snelheid van het typen de schuldige voor deze kleine foutjes. Ga zeker verder met het schrijven van uw verhalen, ik vind ze namelijk erg leuk

[Christian Damen]

Een echt 'slice of life' verhaal. Twee puntjes:

Ben je nu al terug, hallo Merel. Wat ben je vies, wat is er gebeurt?’’. “Merel vertelt het verhaal en ook dat ze bang is dat mama boos wordt”, “zal ik mama bellen dat je hier bent, maar ik zal niks vertellen dat je vies en nat bent oké?”.

Allereerst moet het voltooid deelwoord in de tweede zin 'gebeurd' zijn.
Je rommelde hier een beetje met je quotaties. Ik denk dat het beter zou zijn als je het als volgt vorm geeft:

"Ben je nu al terug, hallo Merel. Wat ben je vies, wat is er gebeurd?’’
Merel vertelt het verhaal en ook dat ze bang is dat mama boos wordt.
“Zal ik mama bellen dat je hier bent, maar ik zal niks vertellen dat je vies en nat bent oké?”.

Let op dat het bij conversaties prettig is als er een nieuwe regel wordt begonnen wanneer de spreker is veranderd.

'Enkele tien minuten'
is een beetje een rare constructie: Met 'enkele' geef je aan dat je een schatting geeft, maar daarna geef je direct een absoluut aantal aan. Ik zou kiezen tussen enkele en tien.

[-Maaike-]

Alweer zo'n leuk verhaal Alleen, wat flauw van die moeder om haar dochter zo te plagen Haha

Ik heb een tip voor je om de dialogen wat overzichtelijker te maken voor je lezers. Nu heb je namelijk alles achter elkaar staan, ook al zegt iemand anders iets. Het is beter als je, wanneer iemand anders wat zegt je dit op een nieuwe regel plaatst.

Kijk zo:
Maar dan wordt het opeens donker en begint het te regenen,
“kom we gaan snel naar mijn huis” zegt Jasmijn.
“Nee, ik wil buiten blijven en die regen gaat toch zo over” zegt Merel,
Jasmijn kijkt naar boven “oké”.
Merel danst en huppelt met Jasmijn door de regen en ze worden kletsnat, “als mama dat zal zien zal ze vast boos worden” vertelt Merel aan Jasmijn. Dan gaat Merel op een stukje muur lopen, plons! Daar ligt ze in een diepe modder plas, ze heeft pijn en haar kleren en jas zitten onder de modder.
Jasmijn rent naar haar vriendin, “gaat het”.
“Ja, het gaat wel maar nu zijn mijn kleren vies en nat, mama zal nu echt kwaad worden”.
Merel veegt de modder van haar broek en jas en samen met Merel spellen ze nog een tijdje, het regent nog steeds en af en toe wat harder.
“Zullen we nu wel naar mijn huis gaan, dan kan je eigen schoonmaken en opdrogen”,
“mag dat wel van je moeder”
Natuurlijk mag dat wel en samen fietsen ze naar haar huis.