Bloederige Tranen

Hier vind je alle voltooide fantasieverhalen!
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Met een kreet op haar lippen schoot Rose overeind. Paniek raasde in haar binnenste, wat altijd gebeurde na deze nachtmerrie. Ze dwong zichzelf om haar adem zo lang mogelijk in haar longen te houden en het pas uit te blazen als haar binnenste leek te ontploffen. Het maakte haar rustiger, haar hart bonkte niet meer zo luid in haar borst en haar handen stopten met ongecontroleerd trillen.
Diep zuchtend liet ze zich tegen het houten schot aanvallen. Ze haatte het om in paniek te zijn, het was net zoals angst een emotie die ze niet kon controleren. Haar lichaam reageerde voor haar, alle reacties ingegeven door dierlijke instincten. Ze voelde zich daarna altijd zwak en misselijk, zelfs haar gedachten voelden slap. De gevolgen van de strijd die haar verstand verloren had.
Het geritsel van de zeildoek liet haar opschrikken. Een man stak zijn hoofd door de opening naar binnen toe, ze herkende hem als degene die ze met haar gegil op de vlucht had gejaagd. Zonnige sproeten liepen als een waaier over zijn lange, smalle neus. Zijn blonde haar had een flauwe koperen gloed en viel tot op zijn schouders. Hij keek haar bezorgd aan.
“Gaat het?”
Rose knikte, niet van plan om iets over haar nachtmerrie te vertellen. Ze had hem vaker gehad sinds haar vader invalide was teruggekomen van die fatale winterjacht, nu alweer zeven jaar geleden. Het was een vloek die bij haar magie zat, haar moeder had het ook. Ze kreeg herinneringen door van degenen die haar het meest na stonden, bijna altijd in de vorm van een droom. Jonathan was de enige waarbij ze wakker was geweest toen ze van zijn jeugd kon meegenieten. Ze kon er maar niet achter komen waardoor ze zijn herinneringen kon zien, ze haatte hem meer dan wie dan ook.
De man zette een kom gevuld met pap en een stuk brood op de bok en ging er zelf naast zitten. Hij glimlachte geruststellend, een lach die heel zijn gezicht liet stralen. Het verlichtte deels haar treurige stemming.
“Kijk eens, wat te eten voor je. Ik vrees dat de pap wat zurig smaakt, de melk is niet helemaal goed meer, maar ik ben bang dat vast voedsel er meteen dezelfde weg weer uitkomt. En een stuk brood, om in de pap te laten weken. Ik wist niet of je van broodpap houdt, dus heb ik het er los bijgedaan. Zie maar wat je ermee doet.”
Hij schoof de houten kom naar haar toe. Dankbaar pakte Rose het aan en begon het harde brood in de pap te dopen. Haar maag voelde als een verschrompelde knol aan die schreeuwde om iets binnen te krijgen. Hoe lang was het geleden dat ze ook maar iets had gegeten?
Uitgehongerd viel ze op de pap aan. De man volgde ondertussen al haar bewegingen alsof ze het meest interessante was dat hij ooit gezien had. Zijn lippen waren op elkaar geklemd, het kostte hem duidelijk moeite om haar de rust te geven om te eten en haar niet meteen te bedelven onder de vragen.
Nadat ze de laatste restjes pap uit de kom had geschraapt en voldaan achterover leunde, stortte hij los.
“Wat is je naam?”
“Roselyn, maar iedereen noemt me Rose.”
“Ik heet Dillan, aangenaam. Rose, vertel eens, hoe komt het dat je ziek door de bossen dwaalde? Als we je niet gevonden hadden, was de kans groot dat je dood was gegaan!” Hij liet een dramatische stilte vallen. Rose knikte, dat had ze zelf al bedacht. Teleurstelling verscheen op zijn gezicht. Hij had duidelijk een andere reactie verwacht. Wat minder enthousiast vervolgde hij zijn monoloog.
“Gelukkig weet ik iets af van geneeskunde en kon ik een paar berken en zelfs een vlier vinden! Ze deden hun werk, maar je was goed ziek. Je bent wel drie dagen in slaap geweest!”
Nu kreeg hij wel de schok die hij verwachtte. Rose voelde zich verbleken. “Drie dagen?”
Dillan knikte langzaam met grote ogen. “Drie dagen.”
Voor haar gevoel had het veel korter geduurd. Ze kon zich nog flarden van dromen herinneren, waar het onderscheid tussen haar herinneringen en die van anderen vaag was. Alleen de nachtmerrie over haar vader stond haar zo scherp op het netvlies alsof ze het een uur geleden voor haar eigen ogen had zien afspelen.
“En jullie hebben al die tijd voor mij gezorgd?”
Dillan knikte ijverig. “Ik wel. Mijn broer, Elmen, wilde nadat we je onder onze hoede hadden genomen meteen al doorrijden naar Myniadèn, met het doorzichtige argument dat we dan betere medicijnen voor je zouden kunnen krijgen. Maar ik wist dat hij gewoon naar Myniadèn wilde zodat hij de vracht kon verkopen, dus stak ik daar een stokje voor. Bovendien wist ik niet of je de rit zou overleven.”
Hij glimlachte zo zelfvoldaan dat ze het grappig had gevonden als ze zich niet schuldig had gevoeld. Ze kon zich de ruzie die de twee broers hadden gehad nog vaag voor de geest halen. De winter kon streng zijn, het was de tijd van honger en eentonig eten. Ze wilde er niet de oorzaak van zijn dat zijn familie geen voedsel had.
“Ik dank je uit de grond van mijn hart dat je me gered hebt, maar ik ben nu wel sterk genoeg om te kunnen rijden. Aan je fruit te ruiken, is het al bijna rijp.”
De mierzoete geur die onder het zeildoek vandaan kwam, werd intenser bij elke hap lucht die ze nam. Ze voelde zich steeds duizeliger worden.
Hij leek zich geen zorgen te maken. “Het kan nog wel een paar dagen wachten, ik wil niet dat je een terugval krijgt, dan is eigenlijk alle moeite voor niets geweest.”
“Ik vrees dat je broer daar anders over denkt en ik wil geen ruzie met hem.”
Zijn gezicht verstrakte. “Daar hoef je geen moeite voor te doen,” zei hij koeltjes, “Elmen is gek op ruzie maken.”
Zo was Elmen eigenlijk niet op haar overgekomen in de korte tijd dat ze hem gezien had. Meer als een rustige man die niet snel van zijn stuk te brengen was.
Een ongemakkelijke stilte ontstond tussen Dillan en haar in. Ze wist niet wat ze moest zeggen op zijn beschuldiging en hij leek van plan te zijn om op een antwoord te wachten.
“Waar is hij eigenlijk?” vroeg ze uiteindelijk.
“Buiten. Op jacht.” Zijn ogen straalden afkeuring uit. Waarvoor was dat nou weer? Hij was toch niet tegen jagen? Ze had wel een paar mensen gekend die het doden van dieren niet leuk vonden, maar ze moesten wel. Zonder vlees kon je niet overleven. Opeens besefte ze zich dat de man voor haar niet een van de dorpelingen was die ze al haar hele leven kende. Dillan was vreemd en waar hij vandaan kwam, was het nog vreemder.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

En het laatste stukje voordat ik 3 weken van de aardbodem verdwijn! ^^



Plotseling voelde ze zich niet meer op haar gemak. Ze trok zichzelf moeizaam aan het houten schot overeind. Haar benen voelden aan alsof de botten in zachte brij waren veranderd, maar toch lukte het haar om te gaan staan. De kilte was van Dillans gezicht verdwenen en was overgenomen door bezorgdheid.
“Lukt het of moet ik je helpen?”
“Het lukt wel,” perste ze er tussen haar opeengeklemde kaken uit.
Ze wilde niet toegeven dat ze te zwak was om ook maar iets met hulp te moeten doen, ze haatte het om afhankelijk te zijn. Sinds haar vader zijn benen was verloren, had ze moeten aanzien hoe het was om altijd een ander nodig te hebben om vooruit te komen. Ze had zichzelf gezworen dat ze nooit zou toestaan dat iemand haar onafhankelijkheid van haar afpakte. Het voelde eigenlijk al beschamend dat ze drie dagen bewusteloos onder de hoede van de broers had moeten doorbrengen, maar ze had geen andere opties gehad. Nu kon ze weer gedeeltelijk op zichzelf aan, dus deed ze dat ook.
Dillan pakte de kom op en sprong van de wagen af, zo ruimte voor haar makend. Rose plofte op de bok neer en dwong haar benen om van de ene naar de andere kant te zwaaien. Het kostte haar veel meer moeite dan ze gewend was. Ze liet zich van de bok afglijden en schaafde daarbij haar heup. Hijgend bleef ze staan.
Voor haar strekte een kleine open plek zich uit. Een knapperend kampvuur lag in het midden, met ernaast een stapel hout. Op de brandende takken stond een kleine ketel waar, aan de geur te ruiken, pap in zat.
Een beweging uit haar ooghoek trok haar aandacht. Meteen dook ze ineen, maar het was Elmen maar die de open plek op stapte. In zijn hand had hij een touw, waar twee dode hazen aan bungelden. Het kwijl droop bijna haar mond uit. Het was al zolang geleden dat ze vers vlees had gegeten en hazenvlees was bijzonder lekker.
Elmen had hetzelfde spitse gezicht als zijn broer, maar hij straalde niet Dillans luchtigheid uit. In feite keek Elmen ontzettend chagrijnig. Hij knikte haar nors toe en liep zonder iets te zeggen naar een kistje dat tegen de wagen stond. Daar haalde hij een mes uit en begon de haas vakkundig te villen.
“Kun je dat niet ergens anders doen?” vroeg Dillan verwijtend. Hij zag wat witjes.
Elmen verwaardigde zich niet om antwoord te geven, maar ging gewoon door. Dillan perste zijn lippen op elkaar. Toch zei hij er niks van. “Kom, Rose, dan gaan we bij het vuur zitten.” Hij greep haar arm vast en trok haar ruw mee.
Ze rukte zich los en keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ze bepaalde nog altijd zelf wat ze deed en ze was niet van plan om tussen hun ruzie in te komen staan. Even leek het alsof hij zijn irritatie op haar zou uitten, maar hij hield zijn mond dicht.
Glimlachend wendde Rose zich tot zijn broer. “Elmen, ik zal me even voorstellen, mijn naam is Roselyn, maar iedereen noemt me Rose. Ik wil je hartelijk bedanken dat jullie mij gered hebben.”
Hij knikte zonder van zijn werk op te kijken. Fronsend bekeek ze zijn snelle bewegingen. De vacht was al van de lijkjes afgepeld en hij was nu bezig met de ingewanden eruit halen. Ze wist precies hoe het moest, haar vader had het haar geleerd voordat hij zijn onderbenen verloor.
“Wat mij betreft kunnen we nadat je klaar bent met de hazen vertrekken, ik voel me goed genoeg om nog tot zonsondergang door te rijden.”
“Pas over een uur,” gromde Elmen.
“Ja, want als je hem zijn slaapuurtje niet gunt, blijft hij zo chagrijnig als nu,” zei Dillan achter haar. Ze wierp hem een vernietigende blik toe, zijn pesterige commentaar kon ze nu niet gebruiken. Hij had het fatsoen om beschaamd te kijken.
Ze richtte haar aandacht weer op Elmens gebogen hoofd. Hij had krullend donkerblond haar dat tot over zijn voorhoofd viel. Samen met de krullende neus zou hij ondeugend over kunnen komen, maar dat werd geheel teniet gedaan door zijn afstandelijke houding.
“Ik zal me volledig schikken naar jullie wensen. Dat is het minste wat ik kan doen nadat jullie me gered hebben.”
Hij kwam overeind en keek haar eindelijk aan. Ze moest iets omhoog kijken, maar hij was niet veel langer dan zij. “Dan wens ik nu dat jullie me met rust laten.” Hij liep met de bloederige lijkjes in zijn hand naar de wagen toe en hing ze op aan een haak die aan het zeil was vastgemaakt. Zonder verder iets te zeggen, verdween hij de huifkar in.
“Het was leuk je te ontmoeten,” mompelde Rose zachtjes. Ze begon te snappen wat Dillan had bedoeld.
Dillan liep naar haar toe en glimlachte scheef naar haar. “Trek het je niet aan, hij is altijd chagrijnig als zijn rustuurtje eraan komt. Over een uur zal je, denk ik, niet meer zoveel problemen met hem hebben.”
Samen liepen ze naar het kampvuur toe. De warmte die de vlammen uitstraalden was behaaglijk en verdreef grotendeels de kou. Haar kleren waren eigenlijk veel te dun voor de herfst en ze stonken naar zweet en andere lichaamsgeuren. Het liefste wilde ze meteen een bad nemen, maar ze wist niet of ze er sterk genoeg voor was en eigenlijk was het veel te koud om te gaan zwemmen. Peinzend sloeg ze haar armen om haar knieën en staarde in de roodoranje vlammen.
“Is er iets?” vroeg Dillan.
“Ik stink.” Ze grijnsde naar hem. “Is er ergens iets waar ik me zou kunnen wassen?”
Hij knikte. “Verderop is een beekje. Ik breng je er wel heen.”
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Die Elmen is wel een chagrijn zeg, haha. Wat zielig wat er met Rose haar vader gebeurt is :(
Nu drie weken wachten! Als je daarna maar met een extra lang stuk komt, haha.

Een foutje:
De man volgde ondertussen al haar bewegingen gevolgd alsof ze het meest interessante was dat hij ooit gezien had.
Deze zin klopt niet helemaal ;)

Fijne vakantie!!
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

En ik ben mijn mondeling aan het uitstellen en ga verhalen lezen, ghehe. Dus ook maar weer eens een stukje van Saskia! :D

Helemaal geen foutjes Ö Oooooooooooh.
Je gaat vooruit, goedzo! :D

Dit zinnetje:
In feite keek Elmen ontzettend chagrijnig.
vond ik wel helemaal geweldig xD

Veel plezier nog in Engeland! (:
Liefs, Marit.
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
Wannabe
Balpen
Balpen
Berichten: 122
Lid geworden op: 04 mei 2012 14:58

Heb ik mij eindelijk voorgenomen om dit verhaal weer verder te gaan volgen, omdat ik toch alles wilde weten en je leuk schrijft, GA JE 3 WEKEN WEG.
Nou, veel plezier :c
Quoth the Raven, ''Nevermore''
Abel
Potlood
Potlood
Berichten: 63
Lid geworden op: 14 mar 2012 18:49

Okee, ik ben weer bij met lezen en ik vind het nog steeds een erg leuk verhaal. Ik moet toegeven dat ik geen idee meer heb waar dit verhaal naartoe gaat. Ik verwacht dat er in die stad wel weer allemaal dingen gaan gebeuren enzo, maar ik weet niet wat. Best frustrerend =P .
Aan de grammatica valt volgens mij niets op te merken. Wel heb ik één klein foutje ontdekt:
Ze moest iets omhoog kijken, maar hij was niet veel langer dan haar.
"haar" moet "zij" zijn.
Misschien kun je nog wat meer het uiterlijk van Rose benoemen/benadrukken, want ik kan me nu nog niet echt een voorstelling van haar maken.
Verder heb ik niets op jouw verhaal aan te merken. Dus ga vooral verder :D
Groetjes Abel
Ik geloof in monsters onder mijn bed.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ah Dillan!! me likes, maar hij lijkt wel iets anders dan de vorige keer, maar dat mag natuurlijk, hoe dan ook ze verkopen nog steeds de zelfde vruchten XD
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Typisch twee broers, haha. Vooral die Dillian, lekker zijn broer irriteren xD Wie is eigenlijk de oudste? Of heb je dat nog niet beschreven? :)

Ik vind het grappig dat je Elmen zo'n duidelijk karakter hebt gegeven, ben benieuwd of hij nog veranderd na zijn schoonheidsslaapje ^_^

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

De drie weken zijn om!?
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Haha, je hebt helemaal gelijk! Ik zal dan maar meteen een stukje plaatsen, de volgende kunnen (nog xD) langer duren voordat ze komen want ze zijn wel geschreven maar ik ben er niet tevreden over --'
Emilia, nog bedankt voor je like :D
@ Mooonie: Jaa, dat klopt helemaal! En Elmen verandert nog iets... een heel klein beetje xD
@ Marit: Jeej, af en toe een berichtje van jou^^ ghehe, en die zin vond ik stiekem ook heel leuk :P
@ Wannabe: En, al klaar met lezen? :angel
@ Abel: Je vage vermoeden klopt, maar dat was ook niet zo moeilijk xD ik ben blij om te horen dat je het nog steeds een verrassing is, in mijn hoofd heeft iedereen er al helemaal doorheen geprikt xD maar dat kan eigenlijk niet... --' En je hebt helemaal gelijk met Rose! Ik zoek alleen nog een manier om haar uiterlijk erin te gooien... Maar ik denk dat ik iets gevonden heb^^
@ Yociame: Ze verkopen inderdaad nog steeds dezelfde vruchten haha xD en Dillan is indd anders, ik probeer hem steeds iets happy-go-lucky mee te geven, maar hij spartelt tegen xD
@ Maaike: Elmen is de oudste, dat zal vast niet een heel verrassing zijn :P en dank je voor je reactie!
Nu hopen dat jullie nog weten waar het over ging xD
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------



Het beekje was maar een paar voet diep, wat aan de ene kant een geluk was, ze zou niet kunnen verdrinken, maar wassen ging wel een stuk moeilijker. Het ijskoude water spoorde haar aan om snel te zijn. Binnen een mum van tijd zat ze met geleende kleren zich aan het vuur te warmen. De trui die Dillan haar had gegeven, paste verrassend goed, alleen de broek was veel te smal bij haar heupen. Ze had een oude doek om moeten slaan als geïmproviseerde rok.
Dillan liet zich naast haar op een uitgespreide deken vallen en gaf haar een mok met water. “Zo, Rose, vertel eens, waar kom je vandaan?”
“Nadir, een klein stadje dat in de bergen verstopt ligt.” Ze aarzelde even en keek hem onderzoekend aan. Hoeveel kon ze hem vertellen? Hij zag er betrouwbaar uit, maar ze wist niet of ze nog op haar intuïtie kon vertrouwen. Ze had al laten zien dat ze dom genoeg was om twee maanden lang in een farce te trappen.
“En waar kom jij vandaan?”
“Dearèn, een dorpje wat drie dagen van Myniadèn rijden afligt.”
Ze spoorde hem glimlachend aan om verder te gaan. Dillan zag er wel uit als iemand die graag over zichzelf praatte. En inderdaad, hij bleef maar doorpraten en binnen de kortste keren wist ze dat hij samen met Elmen naar Myniadèn ging om myniavruchten –de lokale fruitsoort- te verkopen, maar dat ze ook nog andere soorten fruit kweekten, dat hij een wijnvlek op zijn rug had zitten, en dat hij heel erg graag van toffeepudding hield. En nog veel meer. Ze begon hem steeds aardiger te vinden.
“…En toen keek hij ons aan alsof hij water in brand zag vliegen. Hij griste de hooivork uit mijn handen en-”
Dillan stopte abrupt met praten en keek naar een punt achter Rose. Ze draaide zich om en zag Elmen naar buiten komen. Een rustige glimlach lag op zijn gezicht.
“Goed geslapen?” Er klonk een lichte sneer in Dillans stem door.
Elmen zei er niks van en liep zwijgend naar het vuur toe. Rose volgde zijn bewegingen aandachtig, beducht op maar de kleinste verkeerde beweging. Dillan kwam op haar totaal niet bedreigend over, maar zijn broer wel. Het chagrijn waarmee hij haar behandeld had was ze nog niet vergeten.
“Ook een myniavrucht?” Hij stak zijn hand uit waar een vrucht op lag, de schil rood als bloed met wat bruine verkleuringen. Na een lichte aarzeling pakte ze hem aan. Een zoete geur kwam er vanaf, gelukkig niet zo sterk als in de huifkar.
Hoe moest ze hem opeten?
Elmen gaf Dillan ook een vrucht en ging toen aan de andere kant van het vuur zitten. Zijn ogen glinsterden waakzaam terwijl hij haar opnam. Alsof hij wachtte totdat ze een misstap beging.
Nerveus begon ze aan de schil te pulken, hopend dat hij mee zou geven. De meeste vruchten moest je schillen, maar stel dat het zoiets als een appel was?
Tot haar opluchting kon ze de schil er makkelijk aftrekken en kwam er lichtgeel, sappig vruchtvlees tevoorschijn. Ze nam een hap en spuugde het bijna meteen weer uit. Alsof ze een hap suiker had genomen! De zoetigheid vrat voor haar gevoel al meteen aan haar tanden.
“Vind je het niet lekker?” Dillan fronste zijn wenkbrauwen en ze besefte zich dat ze heel onbeleefd bezig was.
“Eh…”
Hij grijnsde. “Maakt niets uit, niet iedereen houdt er van. Ik ben dol op zoetigheid.” Om dat te bewijzen nam hij een grote hap en glimlachte naar haar. Stukjes vruchtvlees waren tussen zijn tanden te zien.
“Dillan, gedraag je als een volwassene.”
Meteen viel alle uitgelatenheid van Dillans gezicht en werd het vervangen door irritatie. Elmen trok zijn wenkbrauwen op in een stille uitdaging om er iets van te zeggen, maar zijn broer hield zijn mond. Met een klein glimlachje wendde zijn broer zich tot Rose.
“Rose was het toch?”
Ze knikte kort, niet wetend wat ze van hem moest vinden.
“Vertel je verhaal eens.”
Alle gedachten in haar hoofd vielen stil. Ze staarde hem leeg aan. “Mijn verhaal?” zei ze met een schorre stem die ze niet van zichzelf herkende.
Hij knikte. “Ja, waarom je doodziek door het bos dwaalde, waardoor wij moesten stoppen en jou moesten verzorgen.” Het verwijt was duidelijk in zijn woorden terug te horen. Dillan maakte een protesterend geluidje, maar hield zich verder stil. Toen ze naar hem keek, zag ze dat hij haar geïnteresseerd opnam. Ze slikte om de brok in haar keel weg te krijgen. Er was geen manier hoe ze er onderuit zou komen.
“Nou… ik... ik was op weg naar Nadir, waar ik woon, toen we werden overvallen door rovers.” De woorden waren uit haar mond gerold voordat ze het doorhad. Geschrokken hield ze stil, half verwachtend dat de broers overeind zouden springen en haar uit zouden maken voor leugenaar. Dat gebeurde niet. Dillan glimlachte haar bemoedigend toe en Elmen nam haar met trieste ogen op. Alsof hij al verwachtte wat er zou gebeuren.
“I-ik was de enige die kon ontsnappen. Mijn moeder, mijn zus, iedereen…” De tranen die over haar wangen gleden waren niet gespeeld. De gezichten van iedereen van wie ze gehouden had, drongen zich aan haar op en maakten haar het praten onmogelijk. Ze miste ze zo erg dat het pijn deed.
Het duurde een tijdje voordat Rose zichzelf weer onder controle kreeg. De gapende leegte in haar binnenste verdween echter niet. Ze slikte en keek naar haar redders. Elmen knikte bemoedigend en Dillan staarde haar aan alsof hij doodsbang was dat ze elk moment weer in huilen zou uitbarsten. Ze glimlachte droevig.
“Daarna ben ik rond gaan zwerven, ik wist niet waar ik heen moest. En toen regende het zo hard dat ik kou vatte. Gelukkig kwam ik jullie tegen en namen jullie me onder mijn hoede. Ik kan jullie er niet genoeg voor bedanken.”
En toch loog ze tegen hen. Beschaamd staarde ze naar haar schoot, waar haar handen met de randen van haar geïmproviseerde rok speelden. Het echte verhaal was alleen veel te pijnlijk om te vertellen.
“Kom, we gaan,” verbrak Elmen na een tijdje de stilte. Geschrokken keek Rose op. “Dillan, jij spant het paard voor.”
Dillan stoof overeind. “Ik moet altijd het paard inspannen, doe jij het eens een keer!”
Elmen keek hem doordringend aan. “Dillan, nu!”
Ze bleven elkaar een tijdje aanstaren. Uiteindelijk wendde Dillan zich af en sjokte weg. “Het paard heeft een naam, hoor,” mompelde hij chagrijnig.
Zodra hij achter de huifkar was verdwenen, kromp Rose’ maag samen. Bij Dillan wist ze zeker dat hij er niet eens aan zou denken om haar iets aan te doen, maar van Elmen wist ze het niet. Het was alsof hij een kilte uitstraalde die haar met zijn mistige vingers beroerde.
Ze keek naar de plek waar Dillan verdwenen was. “Ik, eh.. ga Dillan helpen.”
Elmen schudde zijn hoofd en liep zonder haar aan te kijken naar het vuur toe. Met een paar gerichte trappen waren de vlammen verdwenen. Al die tijd keek ze hem verstijfd aan. Wilde plannen vlogen door haar hoofd. De stok die in de buurt lag, zou haar beschermen als hij haar aanviel… ze moest hem in zijn kruis slaan, dan had ze een voorsprong…
“Rose…”
Ze wist een kreet van schrik binnen te houden toen hij haar aansprak. Hij keek op. Zijn ogen hadden niet de berekenende, gevaarlijke glans die ze had verwacht, maar stonden zacht.
“Je hoeft je verhaal niet te vertellen als het te pijnlijk is.”
Verbaasd kon ze hem alleen maar aangapen.
Hij glimlachte rustig terug. “Ik wil alleen nog één ding weten: die wyning, je noemde hem Jonathan, zit hij nog achter je aan?”
Het duurde even voordat ze haar hoofd kon schudden. “Hij is dood.”
Bij het uitspreken van de woorden was het alsof er een enorme last van haar schouders afviel, maar een vaag gevoel van onrust bleef door haar maag echoën. Zolang ze nog over hem bleef dromen, was ze nog niet helemaal van hem af.
“Daar ben ik blij om.”
Rose keek hem aan. Hij glimlachte weer die rustige lach. “Zou je Dillan willen helpen met het inspannen van het paard? Met z’n tweeën gaat het een stuk sneller.”
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

hm..Ik begin Elmen nu toch wel een beetje te mogen, maar vind Dillan nog steeds leuker :) Het las lekker weg, voor ik het wist was ik al bij het einde aanbeland. Je laat ons toch niet weer zolang wachten he? Haha. Heb je een leuke vakantie gehad?

Eén dingetje, waarvan ik eigenlijk niet zeker weet of het fout is:
Gelukkig kwam ik jullie tegen en namen jullie me onder mijn hoede. Ik kan jullie er niet genoeg voor bedanken.”
Moet het niet 'jullie hoede' zijn in plaats van 'mijn hoede'?
Silk
Balpen
Balpen
Berichten: 123
Lid geworden op: 30 dec 2011 13:34

Wow, goed opgemerkt. Saskia's verhaal leest zo vlot dat ik gewoon over dat soort dingen heen lees (en da's een compliment ;) ).
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

Ik vind het nog steeds raar dat Jonathan dood is terwijl hij best een belangrijke rol speelt. Tenminste, zoiets dacht ik (aa)

Die vrucht lijkt me trouwens erg lekker :P
When the power of love overcomes the love of power.
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Haha, toen had ik weer een stukje gelezen xD
Komt omdat ik die Elmen zo interessant vind, denk ik. I like him (:
Ik had gewoon over dat foutje heen gelezen! Ö Whoaaaaah, ik? JAAAA, ik! Er is iets mis met me, help! :D

Maar ik vond het een leuk stukje! Als ik zin heb, en tijd, lees ik nog wel een stukje mee, zolang het over Elmen gaat, want die vind ik bijzonder interessant :P

Keep going, je hebt genoeg lezers in elk geval! (:
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
artikel
Computer
Computer
Berichten: 2659
Lid geworden op: 16 sep 2011 16:45

Ik reageer niet vaak op dit verhaal maar ik lees het zeker wel. Het is gewoon een geweldig verhaal en de aandacht blijft er bij mij altijd zitten. Echt leuk geschreven!
It's okey to be afraid!
Ellie Goulding
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

En we zijn al bij hoofdstuk 11! Als het goed is zijn er nog 5 te gaan, maar ik heb het niet eerlijk verdeeld xD dus deze hoofdstukken worden ieder wat langer dan de vorige :P
@ Mooonie: Mooi, dat was ook een beetje de bedoeling^^ en vakantie was super :D de jouwe ook? Je had vast veel beter weer dan ik xD en je hebt helemaal gelijk, voor de zoveelste keer bij dit verhaal xD, ik heb het verbeterd!
@ Silk: Haha, dat vat ik zeker op als een compliment^^ dank u :D
@ Emilia: Hij speelt inderdaad een belangrijke rol en die is nog lang niet uitgespeeld, maar ja, dus alleen in flashbacks en herinneringen. Als je blijft doorlezen (even pushen haha xD) kom je er vanzelf achter hoe het allemaal zit^^ hahaha, mij eigenlijk ook xD ik stel me het eigenlijk als een hele zoete mango voor :P
@ Marit: Wow, nog een stukje! En jeej, een Elmen-fan! Dat had ik eigenlijk niet verwacht, dat iemand hem leuk zou vinden xD maar zo zie je maar weer, ieder heeft zn eigen smaak :P en ik kan je geruststellen, tot halverwege het deel komen we niet meer van 'm af, dus kan je af en toe een stukje meelezen^^
@ Jochem: Leuk dat je het ook volgt! Ik dacht dat je was afgehaakt bij het vorige deel :P en dank u voor de complimentjes^^

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------




Hoofdstuk 11

Rose had gedacht dat het bos nooit op zou houden, maar eindelijk liepen de vele bomen terug en werden ze vervangen door akkers die voor het grootste deel leeg stonden. Het oogstseizoen voor graan was al een paar weken voorbij.
De torens van Myniadèn kwamen steeds dichterbij, wat ook te merken was aan de drukte op de weg. Met open mond keek ze om zich heen. Ze had nog nooit zoveel mensen gezien! Het waren vooral karren met vruchten, noten, knollen of andere etenswaren. Heel af en toe kwam er een koets voorbij gereden en één keer kwam er een groepje mannen in maliënkolder hen tegemoet. Het drukte haar weer met haar neus op het feit dat het hier oorlog was.
“Wil jij het laatste stukje haas?”
In Dillans stem was de afkeuring te horen, maar toch pakte ze het stukje aan. Ze was erachter gekomen dat hij geen enkel vlees at, hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om dode dieren te eten. Dat was het enige punt waarop ze botsten, voor de rest kon ze uitstekend met hem opschieten. Ze konden overal over kletsen, ze hadden zelfs een gesprek gehad over de hoefslagen van Renie, het paard. Hij was zo anders dan Elmen.
Ze blikte opzij naar de man die naast haar op de bok zat. Hij had zijn blik strak op de weg gericht. De teugels lagen losjes in zijn hand, hij hoefde niet veel te leiden. Renie was een goed getraind paard.
“Zo, dan is de stank van die haas tenminste weg,” mompelde Dillan achter haar. Hij rommelde nog wat achterin de wagen en werd toen stil.
“Welterusten,” zei ze met haar mond vol haas.
Het was zijn tijd voor één van die vage rustuurtjes. Een gebruik dat de twee broers allebei in eren hielden. Ze had hen er niet naar durven vragen, bang dat ze door zouden krijgen hoe weinig ze van deze wereld wist. Het zou hen nog meer macht over haar geven en dat wilde ze voor geen goud, hoe aardig ze ook tegen haar waren geweest.
Gelukkig werd Dillan niet zo chagrijnig als Elmen, in feite werd hij juist heel druk, op het irritante af. Dan kon hij niet stil blijven zitten en zat de hele tijd te friemelen. Gisteren was hij gedachteloos aan de randen van haar rok gaan pulken en had het kledingstuk per ongeluk bijna van haar afgetrokken. Ze had hem nog net kunnen tegenhouden.
Maar alles was beter dan de ongemakkelijke stiltes die tussen haar en Elmen heersten, zelfs als hij een goede bui had. Daar werd ze bloednerveus van en begon dan, zoals altijd, hersenloos te babbelen om de stilte op te vullen. Na een handvol korte antwoorden had hij haar gevraagd om haar mond te houden. Hij kreeg er hoofdpijn van.
Dus zat ze maar in stilte naast hem.
Gelukkig was er genoeg om haar heen om haar af te leiden. Het miezerde zachtjes, maar de overkapping van de huifkar zorgde ervoor dat ze droog bleven. De voetgangers die dat geluk niet hadden, liepen met dekens over hun hoofden en ze zag zelfs iemand met een stuk stof dat gespannen zat tussen een netwerk aan houten latjes.
Er waren meer van die wonderlijke dingen waarvan ze niet wist wat het precies waren. Zo liep er een vrouw met op haar rug een boog gebonden met een pees die horizontaal liep. Ook was er een man die stukjes glas voor zijn ogen hield en daarmee alles bekeek. Rose moest zich inhouden om niet met open mond naar hem te staren. Ze voelde zich net een of andere wilde die de regels van de beschaving niet kende.
Ondanks dat de uitgestrekte muren van Myniadèn al zichtbaar waren, duurde het nog lang voordat ze werkelijk dicht bij de poort waren. Die was hoog, massief en goed bewaakt. Stoïcijnse wachters stonden aan weerszijden, hun blik gericht op het oneindige. Boven de kantelen zag ze nog meer glinsterende helmen en de toppen van iets wat enorme pijlen leken.
En… Had ze dat nu goed gezien? Met haar ogen tot spleetjes geknepen keek ze naar de bovenkant van de wachttoren. Daar hing een naakte man, heen en weer bewegend door de wind. Ze schudde haar hoofd, wreef in haar ogen en keek opnieuw naar boven. Nog steeds hing het lichaam daar, bleek afstekend tegen de granieten stenen.
“Wat doet die man daar?” had ze al gevraagd voordat ze zich weer herinnerde dat ze niet te veel vragen mocht stellen.
“Welke man?”
Ze wees hem op de bovenkant van de toren en hij keek even op voordat hij zijn blik weer op de weg richtte. Als ze enige verontrusting had verwacht, kwam ze bedrogen uit. Hij haalde achteloos zijn schouders op.
“Oh, ze hebben kennelijk een nádúra weten te vangen. Je weet wat ze met zo’n wezen doen?”
Ze schudde haar hoofd.
Een bloeddorstige grijns vertrok zijn gezicht. “De bloedarend. Ze snijden zijn ribben aan de achterkant van zijn rug los, trekken zijn longen eruit en leggen ze over zijn schouders. Vroeger werd het nog uitgevoerd in het geloof dat zijn geest Tyvol niet kon bereiken, maar nu wordt het gedaan omdat het zoveel pijn doet.”
Met wijd opengesperde ogen staarde ze hem aan. “Meen je dat?” De haas voelde opeens niet meer zo lekker aan in haar maag.
Hij draaide zijn hoofd naar haar toe, de bloedlust verdween van zijn gezicht af en werd vervangen door verbazing. “Vind je het dan niet meer dan eerlijk? Als ze één van ons weten te vangen worden we net zo behandeld.”
Ze knikte snel en wendde zich af. Waren dit nu de regels van de beschaving? Elkaar op de meest vreselijke manieren vermoorden?
De rest van de weg keek ze niet meer omhoog.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Wat ranzig wat ze met die man gedaan hebben, jakkie! Jammer genoeg zie ik het helemaal voor me. Leuk stukje weer, ook al gebeurt er niet zoveel.
Nog maar vijf hoofdstukken :( Als ze dan maar extra, extra lang zijn.
Hé, wacht eens...Ik ben geen één fout tegen gekomen! Daar gaat mijn werk, haha
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Nog vijf hoofdstukken :O Maar moet er niet nog giga veel gebeuren? Aan de andere kant ook wel leuk, want dan weet ik het einde binnenkort ^_^ Maak ze toch maar lekker lang, kan ik er wat langer van genieten :P

Je hebt de wereld leuk beschreven, zoals de stukjes glas voor de ogen van de man. Ik vraag me dan wel af hoe primitief Rose dan wel niet heeft geleefd, als de wereld haar laat voelen alsof ze een wilde is..

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Emilia, bedankt voor je like :D
@ Mooonie: Wow, geen fout deze keer! Yes, het lukt me ooit wel eens :P
@ Maaike: Ja, er moet zeker nog heel veel gebeuren! Maar het grootste deel komt nog in deel 2 naar voren (jaa, er komt een deel 2 --') dus die hoef ik in dit verhaal niet af te handelen^^ En haar wereld loopt zo'n 200 jaar achter op de ontwikkelingen, maar was daarvoor redelijk afgelegen dus alles drong sowieso lekker langzaam door daar :P

Weer een algemene vraag: wat vinden jullie eigenlijk van Rose? To be honest, ik vind haar de laatste tijd een beetje vervelend wegschrijven en vroeg me af of het bij jullie ook zo overkomt. Want dan kan ik daar proberen aan te werken.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------




De poort gaapte als een gigantische muil boven hen. Het ophaalhek was net een bek vol tanden die elk moment neer kon vallen en hen kon verpletteren. Rose schudde haar hoofd. Het was alleen maar verbeelding.
Elmen had geen last van dezelfde waanbeelden, zijn gezicht was opgeklaard en hij tikte ritmisch met zijn vingers op zijn been. Even keek hij achterom, naar de stand van de zon en graaide daarna achter zich.
“Dillan, wakker worden!”
“Uhh?” klonk Dillans slaperige stem.
Zijn broer maaide zonder naar achteren te kijken met zijn hand in de huifkar. Een gesmoorde pijnkreet klonk op en even onthulde een grijns Elmens tanden.
“Dat was mijn neus!”
Dillan dook vanuit achteren op met zijn hand beschermend over zijn gekwetste neus gelegd. Zijn haren zaten door de war, wat hem iets jongs gaf, zeker door de enorme geeuw die volgde. Hij rekte zich uit en leek nu pas goed om zich heen te kijken.
“Zijn we er al?” Hij klonk gealarmeerd.
“Ja, dus als je de teugels-”
Dillan was al van de wagen afgesprongen voordat Elmen zijn zin af had kunnen maken. Luid protesterend graaide Elmen naar Rose, maar een ruk aan haar arm bracht haar buiten het bereik van zijn handen. Met een geschrokken kreet viel ze opzij, over de reling en met een pijnlijke smak op de grond. Twee handen in haar oksels hesen haar overeind.
“Snel, snel,” fluisterde Dillan in haar oor, “anders moeten wij al het werk doen.”
Hij rende weg en ze liep snel achter hem aan. De andere menners keken verstoord op toen ze tussen hen door kwamen stuiven. Elmens kreten achtervolgden hen voor even, maar hij was al snel stil. Ze wierp een blik op hem en zag dat hij gelaten de bruine merrie aanspoorde om verder te rijden.
Dillan grijnsde voluit toen ze even later samen op hun gemakje langs de zijkant van de rij wagens liepen. “Zo, nu mag hij de hele lading laten doorzoeken, dan kunnen wij een plaatsje op de markt regelen. De rij voor de voetgangers is veel kleiner en kost veel minder tijd.”
Ze lachte. “Ah, die gedachte zit erachter, je bent gewoon lui. Zou je me de volgende keer wel willen waarschuwen? Volgens mij wordt dat een mooie blauwe plek.”
Hij grimaste verontschuldigend. “Sorry, ik kon zo snel geen andere manier bedenken.”
Ze sloten achter twee vrouwen aan in de rij die naar een kleinere poort leidde. Ernaast stonden weer twee wachters. Ze droegen een maliënkolder met op hun borst een zilveren slang die om een lelie heen kronkelde. Het wapen van Myniadèn.
De linker keek haar even aan en ze voelde haar hart een zenuwachtig sprongetje maken. Blauwe ogen. Wynings konden alleen hun ogen niet veranderen als ze een andere gestalte aannamen… Woest duwde ze de gedachte weg. Jonathan was dood, ze moest zichzelf niet aanstellen.
Toch voelde ze zich pas weer ontspannen toen ze de poort door was en de aanwezigheid van de wachter niet meer achter zich voelde.
Het kleine halletje waar ze in kwamen was kil en werd verlicht door toortsen die door de tocht onregelmatig flakkerden. Spookachtige schaduwen dansten over Dillans gezicht en veranderden hem in een karikatuur van zichzelf. Rose merkte dat ze ongewild dichter naar de muur toe was gelopen. Hij babbelde vrolijk verder. Ze luisterde maar met een half oor, de rest van haar aandacht gericht op de omgeving.
De haast claustrofobische gang kwam uit op een kamertje waar gelukkig wel ramen in zaten. Het licht wat door het dikke glas naar binnen scheen maakte alles een stuk minder dreigend. Dillan werd weer zichzelf.
Ze schuifelden dichter naar de man toe die achter een grote tafel zat waar een boek op lag. Twee wachten stonden aan weerszijden. Vanuit daar deelde een ijzeren hek de rij in twee delen: een voor de mannen en een voor de vrouwen. Ze verdwenen allebei door een deur, zodat je niet kon zien of ze weer bij elkaar kwamen. Ongerust zag Rose het aan.
“Hè? Dat was er vorig jaar nog niet.” Dillan ging op zijn tenen staan en probeerde reikhalzend over de rij te kijken.
“Wat?”
“Dat mannen en vrouwen in een aparte rij moeten gaan staan.” Hij gaf zijn vruchteloze poging op en ging weer plat staan. “Kennelijk een extra beschermingsmaatregel.”
“We komen toch wel weer bij elkaar?” Ze hoorde zelf hoe paniekerig haar stem klonk en probeerde weer rustig te worden. Dillan had het ook gemerkt, want hij glimlachte geruststellend.
“Natuurlijk. Ik zie je gewoon aan de andere kant.”
Ze hoopte maar dat hij gelijk had. Als er iets was waar ze niet aan moest denken, was het om helemaal in haar eentje in een vreemde stad te zijn. Er was maar heel weinig wat ze over de wereld buiten Nadir kende en de helft daarvan was afkomstig uit sprookjes.
Na een paar minuten wachten waren ze eindelijk aan de beurt. De man achter de tafel keek op, zijn ganzenverenpen in de aanslag.
“Naam en reden van komst graag.”
“Dillan en ik ben hier om met mijn broer, Elmen, myniavruchten te verkopen.”
De pen kraste met een scherp geluid over het perkament toen hij het opschreef. Ietwat onder de indruk bekeek ze het grote boek waarin hij werkte. Ze had nog nooit zoveel papier gezien en nu werd het haast achteloos gebruikt om dit soort onnuttige informatie bij te houden. Duyrk zou een moord hebben gedaan om zoiets in handen te krijgen.
Haar maag trok akelig samen bij de gedachte. Ze kon niet met woorden uitleggen hoe vreselijk ze hem miste. Ze waren zowat elke dag samen geweest en nu was hij opeens weg. Uit het leven gerukt door een of andere gek.
De zangerige stem van de man voor haar haalde haar uit haar gedachten. “Naam en reden van komst graag.”
Hij staarde haar geërgerd aan. Blauwe ogen. Weer flitste de paniek op en werden heel even al haar ledematen slap van angst. Al snel nam haar verstand het weer over. Jonathan was dood, wanneer drong het nu volledig tot haar door?
“Mijn naam is Rose en ik zoek werk en onderdak.”
“Vluchteling?” vroeg hij terwijl hij doorschreef.
Ze slikte een brok in haar keel weg. “Vluchteling.”




Edit: aangepast na Mooonies feedback
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Ik erger me eerlijk gezegt niet aan Rose, ik vind haar reacties heel realistisch ;)
Hoe wil je eigenlijk dat ze overkomt? Nu komt ze op mij over als een beetje een verlegen meisje die confrontaties liever vermijd en zich op de achtergrond houdt. Verder denk ik dat ze bang is voor dingen die ze niet kent, delen van de wereld waar ze nog nooit geweest is. Maar goed, dat kan natuurlijk komen door wat ze meegemaakt heeft, want daarvoor kwam ze veel vrolijker (logisch...) en avontuurlijker over.
Elmen kreten achtervolgden hen voor even, maar hij was al snel stil.
Je bent een s'je vergeten bij Elmen ;)
Als er iets was waar ze niet aan moest denken om helemaal in haar eentje in een vreemde stad te zijn.
Hier lijken wat woorden te ontbreken: 'was het' na 'denken'
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Een deel twee? Kun je het er niet gewoon achter plakken? :angel Het zou echt iets voor mij zijn, om dan deel twee te missen -.-"

Ik vind Rose een mooi personage, want ze probeert dapper te zijn ondanks ze ontzettend bang is voor de wereld om haar heen, voornamelijk voor die smiecht van een Jonathan, die gelukkig (voorlopig nog altijd) dood is.
Volgens mij is ze niet echt veranderd gedurende het verhaal, in elk geval niet storend. Misschien wil ze gewoon niet naar het einde van je verhaal toe, en schrijft ze daarom zo moeilijk weg? :angel

Beetje creepy idee dat ze de mannen en vrouwen scheiden terwijl ze de stad binnenkomen. Wat moet daar wel niet gebeurt zijn om dat te doen? Dat is meer iets voor tegenwoordig, je mist alleen nog het detectiepoortje...
Ben benieuwd waar die scheiding voor is en of ze zonder kleerscheuren de stad in komt, weer aan de zijde van Dillan.

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Mooonie: Pfieuw, gelukkig, that makes me happy^^ Ze moet op het moment eigenlijk bang voor het onbekende zijn, op haar hoede en verdrietig. En dat moet aan het einde van het eerste deel eigenlijk langzaam wegtrekken waardoor ze weer meer zichzelf wordt. Echt bedankt! Ik had er nog helemaal niet zo over nagedacht! Krijg ik weer wat rust in mijn hoofd :P
En de foutjes zijn verbeterd!
@ Maaike: Ik wil een boektekentje bij mijn verhaal kunnen zetten xD dat is eigenlijk de voornaamste reden dat ik dan een nieuw topic ga starten :P maar speciaal voor jou zal ik dan een link naar het nieuwe deel zetten. Hoewel ik nu wel heel erg vooruitloop xD
Haha, ik denk dat je gelijk hebt dat ze niet naar het einde wilt xD hoewel ik tijdens het schrijven nu minder verzet van haar heb :P

En het stukje is een beetje lang, maar ik kon het eigenlijk net niet opdelen. Dus, sorry :P
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------





De twee rijen kwamen inderdaad weer bij elkaar op een kleine binnenplaats waar een poort naar de stad toe leidde. Rose was op de rand van een kleine fontein gaan zitten en bekeek iedere man die naar buiten liep om te zien of het Dillan was.
Het miezeren was overgegaan in regen. Ze was ondertussen drijfnat en voelde zich een stuk wakkerder en rustiger dan eerst.
Ze keek op toen een groepje vrouwen de toren uit kwamen lopen, druk pratend met elkaar. Hun rij ging een heel stuk sneller dan die van de mannen. Waardoor zou dat komen?
Zelf had ze door een zilveren waas moeten lopen die op haar huid aanvoelde alsof er een vloedgolf zandkorrels over haar heengegoten werd. Iets magisch, waar ze pas achter het nut kwam toen achter haar in de rij de waas opeens bloedrood werd. De vrouw die eruit kwam gestommeld, belandde op haar knieën terwijl haar huid op een misselijkmakende manier golfde. Plukken haar vielen uit en waren verdwenen voordat ze de grond raakten. Twee wachters kwamen aanrennen en trokken haar omhoog. In plaats van de fijne trekken van een vrouw had het gezicht harde lijnen en hoogrode wangen van schaamte. Een veranderde wyning.
In zijn te krappe vrouwenkleding was hij naar een aparte ruimte geleid, waar hij even later weer terugkwam in zijn eerdere vorm. Iedereen had hem aangegaapt. Hij had de rest van de tijd niet meer op durven kijken. Arme man, dacht ze vermaakt.
Een nieuwe stroom mensen kwam uit de gang gestapt. Reikhalzend probeerde Rose te zien of ze Dillan zag. Het duurde even voordat ze hem ontdekte, hij was niet zo groot. Hij knoopte zijn blouse dicht; ze ving nog een glimp van zijn bleke borst op. Snel liep ze op hem af.
“Daar ben je! Hoe kwam het dat het zo lang duurde?”
Hij trok zijn blouse recht en haalde een hand door zijn haren, die daardoor nog verwarder raakten. “We moesten door een soort scherm lopen dat van zilver licht gemaakt leek te zijn en daarna moest ieder zich uitkleden.” Hij grijnsde. “Ik heb dingen gezien die ik van mijn leven nooit meer zal vergeten.”
Ze fronste haar wenkbrauwen. “Maar ik hoefde alleen maar door die waas te lopen. Waarom moesten jullie je helemaal uitkleden?”
Hij haalde zijn schouders op. “Geen idee, vast een extra beschermingsmaatregel. Zullen we naar de markt gaan? Anders is Elmen er dadelijk eerder dan wij.”
De onvrede om haar onbeantwoorde vraag drong al snel naar de achtergrond. Er was simpelweg te veel om naar te kijken en zich over te verbazen. De kleurrijke vaandels die hoog in de lucht wapperden, de vele huizen die twee of zelfs meerdere verdiepingen hadden, de koetsen die over de weg raasden alsof de dood hen op de hielen zat. En dan had ze het nog niet eens over de mensen.
Ze zag een vrouw lopen die een botsing met een enorme, exotische vogel leek te hebben gehad; aan alle kanten staken veren uit. Ook kwamen ze een man tegen die zijn snor in verschillende krullen had gedraaid en zijn baard had versierd met juwelen.
Na een klein kwartiertje lopen waren ze bij het grote plein aangekomen waar de markt werd gehouden. Hier was het nog lawaaierig dan op de straten, koopmannen prijsden schreeuwend hun waren aan en kinderen renden lachend rond. Rose’ slapen begonnen te bonzen van de kakafonie aan geluid. Met vertrokken gezicht wreef ze over haar voorhoofd.
“Zie je dat?”
Dillans stem had opeens een harde klank die ze niet van hem gewend was.
Geschrokken keek ze naar de richting waar hij op wees. Aan de rand van het marktplein, hoog boven de kraampjes uitstekend, stond een rij spietsen die elk een afgehakt hoofd droegen. Het zwarte haar was aan de ene helft weggeschoren en de huid was versierd met een paarse en rode lijnen die fel afstaken tegen het bleke gezicht. Weer nádúra.
“Hun verdiende loon,” siste Dillan.
In zijn ogen was zoveel haat te zien dat hij haar angst aanjoeg. Deze kant had ze nooit van hem verwacht. Had ze hem misschien te snel vertrouwd?
Toen glimlachte hij weer die lach die zo goed bij hem paste, zich volledig onbewust van haar wantrouwen. “Zo te zien zijn ze pas geleden gedood dus dat wordt een feestje vanavond! Wat een geluk!”
Rose mompelde instemmend. “Leuk.”
Gelukkig merkte hij haar gebrek aan enthousiasme niet op. Vrolijk fluitend begon hij zich een weg door de drukke menigte te banen, op zoek naar de marktmeester. Ze wierp nog een laatste blik op de hoofden en liep huiverend achter hem aan.
Hun weg bracht hen zo dicht naar de palen toe dat ze het hek kon zien dat eromheen gebouwd was. Niemand leek aanstoot aan de gruwelijke versiering te geven. Een paar kinderen waren zelfs aan de palen aan het trekken, met open mond kijkend of de hoofden naar beneden zouden vallen. Een wachter joeg hen weg. Na op de omliggende grond gespuugd te hebben, liep hij weer verder.
Waren de nádúra hier zo gehaat? Voor haar waren het niet meer dan de slechteriken uit sprookjes, die de edele maagd stalen waarop de held, meestal een wyning, haar moest redden. Maar hier waren ze onderdeel van het leven.
Weer brandden er vele vragen op haar tong, maar weer durfde ze ze niet uit te spreken.
“Komt het zien, komt het zien, Fenerald de geweldige zal u verblinden met onvoorstelbare toverkunsten!”
Een dik mannetje kreeg het voor elkaar om boven het lawaai van de menigte uit te komen. Voor zijn lengte had hij een indrukwekkende stem. Hij droeg goudfluwelen kleren en had een wapperende mantel. Op zijn hoofd stond een scheve puntmuts beplakt met sterren. Rose vond hem nu al geweldig.
Ze wees naar de magiër. “Zullen we even bij hem blijven kijken?”
Dillan keek schattend naar de man, die nu met veel lawaai en rookwolken vuurballen liet ontploffen. “Hij ziet er niet echt uit alsof hij heel goed is.”
Alsof de man het hoorde, keek hij hun kant op. Met dikke worstvingertjes wenkte hij. “Ah, een stel ongelovigen! Ik zal jullie laten zien wat het is om een magiër te zijn.”
Dillan mompelde iets wat ze niet kon verstaan en wilde weglopen, maar Rose greep hem bij zijn mouw.
“Ah, toe, we mogen toch wel wat ontspanning na die lange reis?”
Zijn grijns flitste op. “Daar heb je helemaal gelijk in. Om die paar minuutjes kan Elmen moeilijk boos worden.”
Ze stapten dichter naar het kleine podium toe. De man liet met een paar ingewikkelde handgebaren een muur van vuur om zich heen verschijnen. Na een geschreeuwd woord kwamen de vlammen samen en vormden zich tot een slang om een lelie gewikkeld. Even was het licht zo fel dat het pijn deed aan haar ogen, toen spatte alles met een luid gerinkel in elkaar.
De magiër werd weer zichtbaar. Zijn onderkinnen trilden terwijl hij met duistere stem lachte.
“De macht van Fenerald is onverslaanbaar!”
“Patser,” fluisterde Dillan in haar oor. Ze grinnikte.
Het gelach hield abrupt op. De magiër keek hen met vervaarlijke blik aan, wat zijn uitwerking grotendeels mistte omdat zijn ogen verborgen werden door enorme wallen.
“Niet onder de indruk van vuur?”
Dillan schudde zijn hoofd. “Ik heb vuur al vaker gezien.”
De man krabde bedenkelijk in zijn baard. “Geen vuur, hm? Wat dacht je van… bloemen!” Hij graaide in de lucht en hield opeens een bos met diepblauwe bloemen vast. Met een schalkse knipoog en een buiging hield hij ze Rose voor. “Voor de schone jongedame.”
Verrast pakte ze het boeket aan. De lange bloemblaadjes golfden aan de randen en werden naar het hart toe steeds lichter. Sterlelies! Haar lievelingsbloemen!
“Dank u wel, heer magiër!” zei ze verrukt.
Hij stak zijn vinger de lucht in. “Ha, ik wist het! Bloemen werken altijd.”
Na een knip van zijn vingers was de hemel opeens gevuld met fris ruikende leliebladeren. Rose keek glimlachend naar boven en voelde de blaadjes op haar gezicht dwarrelen. Ze was dol op die bloemen, zeker door de herinnering die eraan kleefde. Duyrk had haar in de boomhut overvallen en geprobeerd haar te zoenen. Boos had ze hem weggeduwd, zo hard dat hij naar beneden viel. Ze had nog nooit zo hard gelachen.
Gelukkig zat de hut niet hoog in de boom en had hij er alleen een paar blauwe plekken en een gekwetst ego aan overgehouden. Tot haar verbazing kwam hij een paar dagen later een bosje sterlelies brengen om zich te verontschuldigen. Op dat moment wist ze dat hij verliefd op haar was.
De vrolijkheid sijpelde langzaam uit Rose weg. Ze veegde de bloemblaadjes uit haar gezicht en keek Fenerald aan.
“Dank je.” Ze meende het uit de grond van haar hart.
“Zullen we verder gaan?” vroeg Dillan ongeduldig.
Ze knikte en liep achter hem aan de menigte in. Toch kon ze het niet laten om nog één keer om te kijken naar de magiër. Even was er oogcontact, toen grijnsde de man en verdween in een wolk van blauwe rook.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Ik stoor me er niet aan dat het stukje wat langer is hoor, haha :) Vind het toch wel apart hoor, dit Dillan zich uit moest kleden. Ik heb heb vermoeden dat daar nog iets achter zit...
Dat met die magier vind ik een erg leuk stukje :) Vind het altijd leuk om weer iets te weten te komen over hoe Rose haar leven eruit zag voordat Jonathan in beeld kwam.

Ik wacht met smacht op het volgende stuk!
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

hmm ik denk dingen te weten, door dat ik eerdere versies heb gelezen maar ik weet niet wat je wel gebruikt en wat niet, ik vind het oneerlijk, ik wil het weten!!

overigens is mijn dank groot voor zoveel leuke stukjes achter elkaar, en ik vermoed tot weet zeker dat er iets fout is als het gaat om het moeten uitkleden van dillin
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hehe, het stuk met die magiër geeft mij inspiratie voor mijn eigen verhaal. Dankuwel! :D Ik vond het heel mooi omschreven en die herinnering paste er heel goed bij.

Even checken of ik het goed onthouden heb :angel Jonathan was een wyning en wyningen zijn slecht. Die poortjes die rood werden en dus die wyning ontmaskerde, zorgen ervoor dat de wyning niet in de stad komt omdat ie slecht is?
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Wauw. Ik moest weet even super veel inhalen, maar ik ben blij dat ik dat eindelijk heb gedaan. Fantastisch verhaal. De personanges zijn zo goed uitgewerkt! Ik wil snel meeer! :D
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Er zit toch een voordeel aan klaarwakker zijn op dit tijdstip :P alleen heel erg jammer dat ik het stukje hierna kwijt was, het weer had gevonden en het voor elkaar heb gekregen het weer kwijt te raken --' past me, je bent een sukkel :P
En Emilia, weer bedankt voor je like, ik val in herhaling xD
@ Mooonie: Haha, ik kan alvast zeggen dat je vermoeden juist is :P en dat met Rose is goed om te weten, dan probeer ik er af en toe meer herinneringen in te proppen^^
@ Yociame: Ghehehehe, ik vind het echt leuk dat ik je nog in spanning kan laten :P en jouw vermoeden is ook jusit, maar jij speelt vals met je voorkennis xD
@ Maaike: Graag gedaan^^ al de tweede die ik onbewust help haha xD en je wijst me weer op een goed punt! Ik moet er echt eens een geschiedenisles ingooien xD wynings zijn niet slecht, al is Jonathan niet echt een goed voorbeeld daarvoor xD ik kan er binnenkort een geschiedenisles ingooien, denk ik, als je het dan nog niet snapt, moet je maar even aan de bel trekken!
@ Romy: Jeeej, jouw reactie maakt me elke keer weer blij als ik het lees^^ dank u!

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------



Het krijgen van een plek op de markt ging verrassend snel. De marktmeester kende Dillan al van gezicht, maakte even een praatje en gaf hem een plaatsbewijs mee. Dillans gezicht betrok lichtelijk toen hij las waar hun kraampje precies stond, maar hij haalde zijn schouders op en zat er daarna niet meer mee.
Elmen vergat het niet zo makkelijk. Ze hadden het kraampje al weten op te bouwen toen hij eindelijk aan kwam lopen. Zijn mond stond strak en hij keek allesbehalve vrolijk. Het was dan ook geen beste plek die ze hadden gekregen, ze zaten achterin de hoek waar het minder druk was. De luifel was bevlekt en er staken splinters uit de palen. Rose had er al een paar uit haar vingers moeten trekken.
Hij bekeek het met licht opgetrokken bovenlip en sloeg zijn armen over elkaar. “Vandaag doen we geen zaken meer. Kom, Dillan, we gaan naar de Gulden Fazant toe. Daar staat het paard al.”
Hij draaide zich abrupt om, erop vertrouwend dat zijn broertje hem zou volgen, maar Dillan bleef staan.
“Wat ga jij doen, Rose?”
Ze keek van hem naar Elmen, die zich geërgerd naar hen toe had gedraaid. Hier had ze al een tijdje over nagedacht en ze had een idee in gedachten waar hij nooit tegen kon zijn.
“Als jullie het goed vinden ga ik ook mee naar de herberg en dan help ik jullie morgen mee als dank voor het redden van mijn leven.”
Elmen deed zijn mond open, maar ze was hem voor.
“En natuurlijk betaal ik mijn eigen onkosten.”
Hij haalde zijn schouders op en liep weer verder. “Doe wat je niet laten kunt, het is jouw geld.”
Ze kreeg de neiging om haar tong naar zijn weglopende rug uit te steken. “Chagrijn,” mompelde ze.
“Heb je echt wel genoeg geld daarvoor?” vroeg Dillan bezorgd, “Anders haal ik Elmen wel over.”
Met een glimlach pakte ze de buidel die ze in haar blouse had weggestopt en rinkelde ermee. “Meer dan genoeg.”
Langzaam brak een grijns door op zijn gezicht. Hij sprong naar voren en omhelsde Rose stevig. Alle spieren in Rose’ lichaam verstijfden en paniek borrelde op. Voordat het tot een uitbarsting kwam liet hij haar los. Ze perste een lach op haar gezicht.
“Ik laat je niet alleen met Elmen,” probeerde ze luchtig uit te brengen.
Hij lachte. “Je hebt geen idee hoe dankbaar ik je daarvoor ben. In één huis met hem wonen is al erg, een week alleen met hem optrekken is een ware hel.”
Vrolijk pratend baanden ze zich een weg door de menigte heen. De markt was al een stuk rustiger geworden en de meeste kraamhouders waren bezig met hun waren weer in te pakken. De sfeer was vrolijk en werd steeds feestelijker naarmate ze dichter bij de herberg kwamen.
De gelagkamer was vol met Lys die druk met elkaar praatten. Rose merkte dat ze zich stukken beter ging voelen van de opgetogen stemming die er hing.
Een voorbijlopende man duwde een kroes bier in haar handen en hief de zijne. “Op Myniadèn! Dat die vreselijke zwijnen net zo makkelijk verslagen worden als vandaag!”
“Was de overwinning zo snel dan?” vroeg Dillan en pakte de kroes die door iemand anders naar hem uitgestoken werd.
De man knikte en een brede grijns liet zijn gele tanden zien. “Onze mannen kwamen bij Diochh aan en zagen dat het kasteel in puin lag! Alsof er een magiespreuk fout was gegaan. De enige overlevende nádúra hebben ze meegenomen en hier afgeslacht. Hun gegil was puur vermaak.”
De bloeddorstige blik die haar angst aanjoeg, kwam terug in Dillans groene ogen. Hij begon de lange man uit te horen over de martelingen die de nádúra had ondergaan. Alleen al bij het horen van de wreedheden begon haar maag om te draaien.
“Ik ga een slaapplaats regelen,” fluisterde ze naar hem. Hij wuifde naar haar zonder zijn blik van de man af te halen.
Ze baande zich een weg door de menigte heen, op zoek naar de herbergier. Alle kamers waren eigenlijk al bezet, maar na het laten zien van genoeg goud, herinnerde hij zich dat hij nog de kamer van zijn zoon had. Die was in de stad het feest vieren en zou slapen bij vrienden. Ze nam het aanbod aan, als die zoon terugkwam, zou ze wel verder zien.
Kleine slokjes nemend van haar bier zat ze even later op het smalle bed. Beneden ging het feest gewoon door. Na een paar vragen gesteld te hebben was ze erachter gekomen dat de overwinningen van Myniadèn schaars waren. De stad lag in het noordoosten, ver uit de buurt van de grens met de Tywelllanden. Diochh was maar een kleine nederzetting, maar een overwinning was een overwinning en moest goed gevierd worden.
Normaal gesproken hield ze wel van een feest, maar ze kon het beeld van de nádúra op de muur niet uit haar hoofd krijgen. Ze moest er gewoon aan wennen dat de wereld buiten Nadir harder was dan ze ooit had kunnen denken.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Leuk stuk! Verder heb ik niet zoveel te zeggen eigenlijk, haha. Ik heb geen foutjes gezien en het las lekker weg :)
Felix
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 22 aug 2012 15:14
Locatie: Achter de compu

Phoe! Ik ben nu EINDELIJK bij (heeft 4 dagen gelezen omdat het internet hapert en de andere computer het heeft begeven *baalt*) en ik wil allereerst even zeggen dat ik vind dat je echt een fantástische schrijfstijl hebt en dat ik eigenlijk niet kan begrijpen dat je genoegen neemt met het schrijven op een forum en niet gewoon een boek uitgeeft ofzo XD En geloof me dat zeg ik niet snel want op andere fora ben ik wel bekend geweest als de meest gevreesde lezer omdat ik ALTIJD wat op te merken heb...
Verder ben ik wel aardig trouwens hoor... :P

In ieder geval, ik ga in principe gewoon maar reageren op dit laatste stuk wat je hebt geschreven, omdat het anders wat teveel van het goede wordt en hier een enorm verhaal komt te staan enzo... maar ik moet wel zeggen dat ik Duyrk mis. Dat moest ik even kwijt :P
En verder denk/verwacht ik (en hoop ik heeeeel erg) dat het iets gaat worden tussen Elmen en Rose, maar dat moet ik dan nog maar even afwachten hè :D Want je laat vast niks los XD

Over dit laatste deel:
Een heerlijke lap tekst weer Sas! (Mag is je zo noemen?) Ik vind het heel leuk dat ze nu bij Elmen en Dillan blijft, maar ik hoop ook dat ze hierna niet wéér met andere mensen reist ofzo, want dan spring je zo van de ene persoon op de ander en heb je niet zozeer dat je de personage's heel goed leert kennen en ook echt van ze kan gaan houden zegmaar... (Zeg ik hier nog iets zinnigs?) Maargoed, ik weet niet hoe jij nu verder wou gaan dus misschien had jij dat ook al bedacht.
Verder moet ik je zeggen dat ik wel een beetje teleurgesteld was dat je niet was meer de omgeving omschreef hier. In mijn ogen is een markt in 'Middeleeuwse stijl' echt het toppunt van inspiratie! Denk aan al het heerlijke eten dat daar allemaal heel anders is dan bij ons. Denk aan al die vreemde huisdieren. Denk aan de geheel andere manier van kopen en gewoonten. Denk aan mensen die ze ziet die verschrikkelijk anders zijn. Een beetje zoals je deed toen ze de stad binnenreden enzo. Ik wil de sfeer kunnen PROEVEN!
Dus naar mijn mening had er in dit deel wel wat meer detail en sfeer/omgevingbeschrijving mogen zijn, aangezien je daar nou juist zo goed in bent!

Super, super, super verhaal en ik ben heeeeeel benieuwd hoe het nu verder gaat, dus schijf MEEEEER :d:
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Ik weet niet... op de één of andere manier vertrouw ik Dillan niet. Schrijf alsjeblieft snel verder.
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Emilia, bedankt voor je like :D
@ Mooonie: Hahah, ondanks dat je niet zoveel te zeggen hebt, toch heel erg bedankt voor je reactie! Ze maken me altijd vrolijk^^
@ Felix: Echt heel, heel, heel erg bedankt voor je superleuke reactie :D ghehe, dat gevreesde lezer-gedeelte is herkenbaar, ik heb ook altijd iets op te merken bij verhalen :P En jaa, arme Duyrk, zo'n kort rolletje xD en technisch gezien was het hem helemaal niet, nog zieliger haha xD en Elmen en Rose! Die combinatie had ik nog niet gehoord^^ maar ik zeg inderdaad niets haha!
Natuurlijk mag Sas, Sask mag ook, Saskia ook, alles eigenlijk zolang het geen Saskjezwaard is xD
Dillan en Elmen blijven er inderdaad nog voor heel lang bij, dus dat zit wel goed^^ En je hebt he-le-maal gelijk met je opmerking! Het is inderdaad nog een heel 'lege' markt. Fijn dat je zo kritisch bent, dat laat me gelijk ook zien waar ik niet genoeg aandacht aan heb besteedt^^ het stukje na dit stukje gaat Rose over de markt rondzwerven, dat ga ik nu uitgebreider doen dan ik in mijn hoofd had. Als je dat stukje gelezen hebt, zou ik je graag de vraag opnieuw willen stellen of de sfeer en de markt goed overkomt en of ik het bij de aankomst ook al erin zou zetten. Maar dat is voor later^^ en nogmaals, bedankt!
@ Romy: Haha, ook de eerste keer dat iemand Dillan wantrouwt xD je zult zien of je gelijk hebt, je zult zien... :P

Dit stukje is een onderdeel van een subplot wat pas bij deel twee uitgelegd wordt wie wat waar waarom, maar het moet er nu al in. Dus als jullie het niet helemaal begrijpen, no need to worry! Oh, en als jullie theorieën hebben, ik zou ze graag willen horen! Dan weet ik of ik mysterieuzer of juist transparanter moet zijn^^
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------




In de binnenstad van Myniadèn gingen de feesten op dit late tijdstip nog door, maar in de achterbuurt was het stil. Alle lichten waren gedoofd, behalve de paar magische lantaarns die sporadisch verspreid door de straten stonden.
De voetstappen van de man klonken hard op de straatstenen. Het groepje mensen dat met elkaar stond te praten, keek om naar de binnendringer in hun terrein. De mantel die zijn gezicht in schaduwen hulde, zag eruit alsof het van goede kwaliteit gemaakt was. Grijnzen blikkerden in het weinige licht en dreiging vulde het kleine straatje.
De man haalde de macht in zich naar boven en liet het om hem heen drijven als een duistere wolk. Zelfs een mens zonder magie zou het voelen. Als ze hem zouden uitdagen, zouden ze het niet overleven. Niemand keek op van een straatrat minder.
De grijnzen verflauwden en de getrokken messen gleden weer in hun schedes. Vol argwaan volgden hun blikken de voorbijlopende man, maar ze deden hem niks.
De man liep de hoek om en kwam uit bij een nog smaller straatje. Aan weerszijden rezen torenhoge stenen huizen op. De paar ramen die er waren, waren klein en afgesloten met luiken en vuil groeide er op de muren.
Elke inademing joeg de stank van ontlasting, rottend eten en rattenlijkjes zijn neus binnen. Na nog goed om zich heen te hebben gekeken, schoot hij een steegje in waar het het sterkst rook. Niemand zou hier voor zijn plezier komen. Precies de reden waarom het tegenoverliggende huis was gekozen.
Hij liet wat van zijn magie wegzakken in de deur die er verrassend stevig uit zag. Extra dik hout, zodat geluiden binnen bleven.
Na een paar minuten wachten schoot het luikje open en werden er twee samengeknepen, grijze ogen zichtbaar. Ze gleden over de verhulde gestalte, voor het luikje zich weer sloot en de deur geopend werd.
Jured maakte een buiging.
“Komt u binnen, heer.”
Op zijn gezicht was de verachting te lezen die hij niet kon verbergen. Hij werd aan dit project gebonden door de onzichtbare ketenen van geheimen die het daglicht niet konden verdragen. Tot nu toe was het genoeg om zijn zwijgen te verzekeren, maar over een niet al te korte tijd zou dat niet meer genoeg zijn.
Dit was waarschijnlijk de laatste keer dat hij Jured in levende lijve zou zien.
De gemaskerde man keek nog even achter zich voor hij Jured voorbij stapte, de kille gang in. De deur sloot zachtjes achter hem.
“Het spijt me, heer, we zijn nog aan het eten van het feestmaal wat u ons toegestuurd hebt. Ze waren vandaag erg lastig, alsof ze het aanvoelden. We kregen ze maar niet rustig.”
De man wuifde het weg. Zelfs in deze vertrouwde omgeving zette hij zijn kap niet af. Anonimiteit boven alles, hoewel Jured en zijn bazin zijn echte identiteit kenden. Het maakte hen gevaarlijk, vooral Jured. Van Lillien wist hij dat ze hem boven alles trouw zou zijn.
Hij volgde Jured naar hun persoonlijke vertrekken. De rest van het huis was ingeruimd voor het project.
Lillien stond op toen ze de kamer binnen kwamen gelopen. Ze maakte een buiging die ware verafgoodding uitstraalde. Glimlachend keek ze weer op. Een rafelig litteken liep van haar rechterslaap tot de onderkant van haar linkeroor. Een aandenken aan de oorlog, net zoals de stomp waar eigenlijk haar rechterarm moest zitten. Dat waren alleen de uiterlijke littekens, ze had er nog veel meer op haar ziel lopen. Dat was haar reden voor haar onvoorwaardelijke trouw, ze had er alles voor over om de oorlog te winnen. Zelfs onorthodoxe maatregelen.
“Eet u een hapje mee, mijn heer?” Ze wees naar de tafel die beladen was met schalen vol met het lekkerste voedsel. Hij had het zijn vertrouwelingen laten brengen. Het was een risico, maar het slagen van hun experiment was een goede reden voor een feest. Nu wisten ze dat ze dit niet voor niets deden.
“Nee, dank je, Lillien, ik kom alleen zeggen dat jullie geweldig werk hebben verricht. Er was niks meer van Diochh over, de soldaten konden zo de paar overlevenden meepikken. Precies zoals we gepland hadden. Het zal ons een groot voordeel geven in de oorlog voordat de Tywell erachter komen.”
“Fijn dat hun dood nog ergens goed voor was.” Hij hoefde zich niet eens om te draaien om de verachting op Jureds gezicht te lezen. Lilliens ogen schoten even geschrokken open, voor ze verkilden.
“Ik hoorde dat jullie een nieuw veelbelovend talent binnen hebben gekregen?” vroeg de man.
Lillien knikte enthousiast. “Jured, ga Eille eens halen. Dan kunt u het zelf voelen. Ze is de krachtigste die ik tot nu toe heb ontmoet. Als we haar goed om kunnen vormen zal ze een uitstekende aanwinst zijn!”
Zodra ze zeker wist dat Jured buiten gehoorsafstand was, boog ze zich naar de man toe. “Hij is nog nodig tot de volgende lichting,” zei ze met zo’n lage stem dat hij haar bijna niet verstond, “daarna zal ik hem vermoorden. Hij vergeet het zware gewicht van zijn eigen daden.”
Hij knikte goedkeurend. “Ik zal ervoor zorgen dat je dan een nieuweling tot je beschikking hebt. Het is jammer dat hij zo vaardig is, anders had ik hem allang laten vervangen.”
De galmende voetstappen van Jured lieten Lillien een stap naar achteren zetten. Ze pakte een snee kruidenbrood uit het mandje en begon er nonchalant van te eten. Een moment later stapte Jured naar binnen, met aan zijn hand een meisje met een betraand gezichtje.
De man hurkte bij haar neer en greep met beide handen haar hoofd vast. Snikkend probeerde ze zich los te wurmen. Haar verzet verslapte zodra hij zijn magie in haar liet glijden en in haar lichaampje liet rondrazen. Haar grote, blauwe ogen sperden zich wijd open van pijn.
Een grote kracht was voelbaar. Het was precies zoals Lillien had gezegd. Tevreden liet de man Eille los, die huilend in elkaar zakte.
“Inderdaad een grote kracht. Goed gedaan. Ik ben over een maand terug om te kijken wat de vorderingen zijn met haar en met de rest.”
Lillien maakte weer een diepe buiging. “Ik beloof u dat ze de volgende keer niet meer zal huilen. Daar zullen wij voor zorgen.”



Edit: aangepast na Felix', Mooonies en Abels feedback
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Zooo kom ik nooooit bijgelezen xD ( niet dat ik erg hard doorlees, nano slokt al mijn tijd op :( snik snik xD ) en ookniet echt handig dat ik sommige stukken dan weer dubbel lees :p haha, maar ik ben pas bij hoofdstuk 11! VOlgende week kan ik tenminste weer goed doorlezen xD :P
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Felix
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 22 aug 2012 15:14
Locatie: Achter de compu

Het is leeeuuuk... maar weird XD Ik ga me nu wel heel erg afvragen waar dit in hemelsnaam naartoe gaat?! Ik ben alleen wel heel blij dat er weer even een échte slechterik in beeld is, want bij Jonathan had ik niet het idee dat hij echt evil was zegmaar en ik vond het wel jammer dat we niet meer hebben gelezen over zijn meesteres, omdat ik haar wel heel stoer vond beschreven! Ik ben dus benieuwd wat voor rol deze slechterik gaat spelen en ik zal inderdaad in je volgende stukje even goed opletten of de sfeer beter beschreven is enzo.
Dat vond ik trouwens in deze post wel weer heel goed gedaan!
Ik weet niet of er meer fouten in zitten want ik heb nu even niet tijd om dat te gaan doornemen (doe ik laten nog wel even ;) ) Maar deze 'fout' viel me direct op:
Saskia schreef: “Ik zal ervoor zorgen dat je dan een nieuweling onder je beschikking hebt."

wordt 'tot je beschrikking' ;) anders klopt het toch niet?
Abel
Potlood
Potlood
Berichten: 63
Lid geworden op: 14 mar 2012 18:49

Zo dat was een hele lap tekst, maar dat vond ik niet erg hoor! Ik vind nog steeds dat je erg fijn schrijft. Je leest zo door de stukken heen.
Ik had nog een paar kleine foutjes ontdekt dus die heb ik hieronder even op een rijtje gezet.
De man liep de hoek om en kwam uit bij een nog smaller straatje. Aan weerszijden rezen torenhoge stenen huizen op. De paar ramen die er waren, waren klein en afgesloten met luiken en Vuil groeide er op de muren.
Dit is waarschijnlijk een typfout, maar je had 'vuil' met een hoofdletter geschreven :).
Na een paar minuten wachten schoot het luikje open en werden er twee samengeknepen, grijze ogen.
Hier mist volgens mij een woord.
Na een paar minuten wachten schoot het luikje open en werden er twee samengeknepen, grijze ogen zichtbaar.
“Fijn dat hun dood nog ergens goed voor was.” Hij hoefde zich niet eens om te draaien om de verachting op Jureds gezicht te horen.
Hier moet het 'op Jureds gezicht te zien' of 'in Jureds stem te horen' zijn.

En dan nu mijn complottheorie. Nou ik denk dus dat deze man allemaal mensen verzameld met krachten en deze gaat inzetten voor de oorlog. En aangezien Rose ook krachten heeft, en volgens mij ook best wel sterk is, denk ik dat zij ook door die man (of Lillien) wordt meegenomen en wordt getraind voor de oorlog. Ik weet niet of het ergens op slaat, maar dat was wat ik dacht. En nu gauw verder! :D
Ik geloof in monsters onder mijn bed.
CasBuijs
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 29 aug 2012 15:42

Zojuist het proloog gelezen en het lijkt me een erg interessant verhaal, ik kon niet echt fouten ontdekken, en heb het origineel nooit gelezen, maar ik ben nu al een fan, al gaat het een tijdje duren voordat ik eenmaal bij het punt ben waar het verhaal nu is xD
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

Die man is eng. Dus is ie leuk. Woopwoop (aa)
When the power of love overcomes the love of power.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Jodie: ghehehe, en ik schrijf gewoon vrolijk door :P heb weer een enorme vlaag van inspiratie en het punt waar ik zo graag wil zijn komt steeds dichterbij! Als je weer tijd hebt, roep maar, dan stuur ik je het document wel op. Kan je misschien zelfs voorlopen xD
@ Felix: die rol komt jammer genoeg pas in het tweede deel grotendeels naar voren :P maar de meesteres komt in dit gedeelte nog wel langs, jeej^^ and you're right, ik heb het meteen aangepast!
@ Abel: Leuk dat je weer bij bent! En ik heb ook jouw foutjes meteen verbeterd. Je theorie klopt half! Alleen ben ik zo onaardig om niet te vertellen wat precies wel klopt en wat niet :P
@ Cas: Hahaha, je hebt dan inderdaad nog wel een heel stuk door te lezen xD iig heel leuk dat je begonnen bent, en, mocht je onverhoopt afhaken, zou je willen vertellen waar het dan precies aan ligt? Die vraag stel ik aan iedereen, dan weet ik wat ik misschien zou moeten veranderen^^
@ Emilia: Je logica is heel erg eh... logisch xD maar hij is inderdaad leuk :3
En ik heb weer een voorraadje van eh... welgeteld één stukje xD maar daar ga ik nu aan werken, kijken of het twee stukjes kunnen zijn :P
En, as usual, dingen die niet kloppen, langdradig zijn, juist te snel gaan, voel je vrij om het te melden!
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------






Hoofdstuk 12


“Wilt u een myniavrucht kopen, meneer? Ik kan u verzekeren dat ze verrukkelijk zijn! Nee? Mevrouw, heeft u zin in onze sappige vruchten? Vijf? Dat is dan eh… Dillan?”
“Vijf vruchten voor twee koperstukjes,” zei Dillan met een vriendelijke glimlach.
De smalle vrouw, aan de verticale pupillen te zien was ze een wyning, trok een zuinig gezicht. “Ze ruiken wel heel sterk. Ik weet niet of ik daar zoveel voor wil geven.”
Een andere klant trok Dillans aandacht en hij wendde zich tot hem, zodat Rose het alleen op moest lossen. Het ging haar verrassend makkelijk af. Ze hield van de markt: de gemoedelijke sfeer die er hing, de koopmannen die elkaar allemaal kenden, het leek zoveel op thuis dat ze er vrolijk van werd. En ze was er achter gekomen dat ze goed was in het verkopen en aanprijzen van de vruchten. Het pingelen met de klanten was leuk om te doen.
“Maar mevrouw, die sterke geur komt omdat ze precies rijp zijn. Wilt u een stukje proeven? Ik kan u garanderen dat ze nog van topkwaliteit zijn.”
Ze overhandigde de vrouw een stuk myniavrucht dat ze speciaal hiervoor klaar hadden liggen. De wyning at het lichtgele stukje op, trok een bedenkelijk gezicht en knikte uiteindelijk.
“Ik wil er vijf, maar geef er niet meer voor dan anderhalve koperstuk.”
Rose aarzelde, om uiteindelijk toe te geven. Elmen had gezegd dat ze een halve koperstuk onder de prijs mocht zitten bij aanhoudende klanten.
Ze greep vijf goed uitziende myniavruchten en overhandigde ze aan de vrouw. Die stopte ze in haar mandje, dat al vol zat met vreemd uitziende donkerpaarse knollen en een bosje wortelen, en gaf Rose haar geld.
“Nog een fijne dag!”
De vrouw wuifde achteloos naar haar en verdween al snel in de drukke menigte.
Rose keek verlangend naar de kraampjes die in haar zicht stonden. Naast hen verkocht een enorme man wapens in alle vormen en maten. Ze waren van een donker en glanzend metaal gemaakt dat ze niet kende. Sierdolken gesmeed in de vorm van slangen, draken en sierlijke vogels lagen voor hem uitgestald. Aan de andere kant was een stel dat appels, peren en andere vruchten verkocht. Geen myniavruchten gelukkig.
Ze wilde dolgraag de markt verkennen om de wonderen van deze nieuwe wereld te zien, maar ze voelde zich nog steeds te schuldig tegenover de twee broers om hen zomaar in de steek te laten. Bovendien voelde ze zich zo niet zo alleen. Dillan en zelfs Elmen begonnen steeds vertrouwder te worden.
Een man die een lange jurk droeg met rijkelijk versierde zomen keek even de richting van hun kraampje op. Rose greep de mogelijkheid meteen aan.
“Meneer, wilt u een stukje van deze fantastisch smakende vruchten proeven? Nu maar een half koperstukje per vrucht, en tien stuks voor negen muntjes!”
Zonder nog naar haar om te kijken liep de man door. Ze richtte haar aandacht meteen op de andere Lys die langskwamen, maar niemand toonde interesse. Met een verlangende zucht keek ze weer even naar de kraampjes die net uit haar zicht stonden. Wat zouden die allemaal verkopen?
“Rose?” vroeg Elmen. “Over anderhalf uur is mijn rustuurtje en over tweeënhalf dat van Dillan. Het leek mij het juiste moment als jij nu een uurtje pauze gaat houden, dan is dat eerlijk verdeeld.”
Verheugd keek ze hem aan. “Echt waar? Redden jullie dat wel?”
Hij knikte. “Over een uur is het middag, dan pas komt de grootste drukte op gang. Ik wil alleen wel dat je dan terug bent, we hebben je hard nodig.”
Voordat hij het aanbod weer in kon trekken was ze al het kraampje uitgeglipt. Ze zwaaide nog even naar Dillan en liet zich door de menigte opnemen. Het was inderdaad niet zo druk als gisteren, toen ze net aan waren gekomen, maar het was maar goed ook. Nu had ze de tijd om op haar gemakje om zich heen te kijken naar de wonderen om haar heen.
Er was een vrouw die sieraden verkocht die met een innerlijk licht leken te stralen. Onder het oppervlakte van de juwelen kolkte iets levends. Ze bleef er gefascineerd naar staren totdat de menigte haar weer verder leidde, naar een kraampje dat scherp rook. Bossen knoflook waren aan de luifel geknoopt en hopen met felgekleurde kruiden lagen in de mandjes uitgestald. Geel, rood en ook nog de normale, groene kruiden, zoals tijm, rozemarijn en koriander. Ze liep snel door, de geur maakte haar hongerig.
Na bij een eettentje een vleespasteitje en een kroes honingdrank te hebben gekocht, vervolgde ze haar pas naar het midden van het plein. Daar kon je het merendeel van de straatartiesten vinden.
Het werd steeds drukker, ze moest oppassen dat haar kroes niet uit haar handen werd geslagen. Met moeite werkte ze zich langs een man die bijna net zo breed was als hij lang was, die opeens midden op het pad stilstond. Toen ze langs hem was, zag ze dat hij met een klein vrouwtje aan het praten was dat bijna vijf keer in zijn zware lijf paste. Grinnikend liep ze verder.
“Mevrouw, wilt u onze zelfspelende instrumenten kopen? Altijd muziek bij u, wanneer u maar wilt!”
Nieuwsgierig draaide ze zich om naar de man die haar had aangesproken. Hij had grijszilveren haar dat als een wolk om zijn hoofd dreef en een haastige manier van doen. Met fladderende vingers wenkte hij haar naar zijn kraampje toe, waar een kakofonie van geluid vanaf kwam.
Verschillende instrumenten lagen uitgestald op zijn tafel, ze herkende een paar luiten, twee kleine trommels en fluiten met ieder een andere grootte.
De verkoper toverde een dun, zilveren stokje tevoorschijn. “Opletten!”
De instrumenten werden meteen stil. Een paar voorbijgangers bleven staan om te zien welke voorstelling er zou komen.
De man tikte twee keer met het stokje tegen de tafel en maakte een grote zwaai. De instrumenten begonnen weer te spelen, alleen begon de een net een fractie later dan de ander. De schelle fluiten klonken afgrijselijk vals en van de trommels klopte er eentje uit de maat.
Hoofdschuddend wendden de Lys zich af. Rose liep ook verder, ze kon hier haar geld niet aan verspillen.
“Wacht,” riep de man wanhopig en greep een vrouw bij haar mouw. “Ze kunnen het wel, het ging net even fout. Alstublieft, geef me de kans om het nog een keer te doen, ik zweer dat…”
Zijn stem stierf weg in de herrie van de menigte die steeds luider werd naarmate ze steeds dichter bij het middelste plein kwam.
Acrobaten gleden door de mensenmassa heen en waar er even een vrije plek ontstond, lieten ze hun halsbrekende toeren zien. Eentje ging op haar handen staan en liep zo verder. Langzaam verdween ze uit het zicht, met een stroom lachende kinderen achter zich aan.
Een kleine ruimte was afgezet voor twee mannen die elkaar met blote handen te lijf gingen. Het was bruut geweld. De linker, met een blauwe band om zijn middel, was een stuk kleiner dan de rode man.
“Wie zet er in voor rood, het is drie tegen één dat hij wint. Verdien nu makkelijk geld!”
Drie mannen in rood-blauw gestreepte pakken liepen schreeuwend rond en probeerden de toeschouwers in te laten zetten op hun favorieten.
De rode vechter gaf de blauwe zo’n dreun dat de man op de grond viel en even bleef liggen. Bloed stroomde uit zijn neus. De menigte begon als één man af te tellen, maar net toen ze bij “Eén!” waren, krabbelde de man weer overeind. Versuft haalde hij uit naar zijn tegenstander, maar miste hem ruimschoots. De rode gaf hem een kletsende oorveeg. Om zijn as tollend viel de man op de grond en stond deze keer niet meer op.
De Lys die hun weddenschap wonnen, schreeuwden het uit van vreugde en de verliezers stonden met chagrijnig gezicht hun munten af.



Aangepast na Felix' en Mooonies feedback
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Felix
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 22 aug 2012 15:14
Locatie: Achter de compu

Saskia schreef: Een andere klant trok Dillans aandacht, Rose achterlatend om het alleen op te lossen.
Ik weet niet zeker hoor, maar dan heb je hier de 'andere klant' als onderwerp en die laat dan dus Rose achter? Want Dillan is hier niet het onderwerp, dus voor mijn gevoel klopt deze zin niet helemaal...
Saskia schreef: De vrouw wuifde haar achteloos toe en verdween al snel in de drukke menigte.
niet 'toe' maar 'na' omdat ze weggaat

Saskia schreef: Een lange man die een lange jurk droeg
Is opzich natuurlijk niet fout, maar zou ik misschien toch anders zeggen omdat het anders wat dubbel is. Maargoed dat hoeft natuurlijk niet :)
Saskia schreef: Wat zouden die verkopen?
Ook weer helemaal niet fout, maar zou ik van maken 'wat zouden die allemaal verkopen?' dat klinkt gewoon wat mooier en dan lijkt de markt op de een of andere vreemde manier wat groter XD
Saskia schreef: twee klein trommels
twee kleine trommels.
Saskia schreef: De schele fluiten klonken afgrijselijk
niet 'schele' maar 'schelle'
Saskia schreef: Langzaam verdween ze uit het zicht, met een stroom lachende kinderen achter haar aan.
Uhhmmm... het zal wel goed zijn, maar je kunt 'haar' beter vervangen door 'zich'. Dat klinkt hier net wat beter.
Het hangt zegmaar van het perspectief af...
Saskia schreef: en munten verwisselden van eigenaar.
dis geen fout, maar ik zou hier de munten niet als onderwerp kiezen... soms is dat wel leuk met voorwerpen, maar hier vind ik het een beetje gek klinken.

Verder is dit stukje over de markt echt stukken beter dan de vorige! Je hebt hier duidelijk meer moeite voor gedaan en veeeeeel meer beschreven van de omgeving. I love it! Ik krijg nu echt een duidelijk beeld van
hoe de markt er uit ziet, hoe vreemd het daar allemaal voor haar is, hoe al het heerlijke eten er uitziet en ruikt en hoe mensen zich gedragen, etc.
Super de super! Gewoon mee doorgaan, want dat is echt een van je beste punten wat schrijven betreft.
Ik ben heel erg benieuwd naar je volgende stuk, dus schrijf snel verder :D
CasBuijs
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 29 aug 2012 15:42

Ik zit nu bij hoofdstuk twee, en ik vind het erg interessant, meestal is een fantasy verhaal niet altijd fijn om te lezen, omdat je ondergedompeld wordt in de fantasie van een ander, waar je tijd voor moet nemen om het verhaal te begrijpen en je er in in te leven, bij dit verhaal voel je je meteen thuis, en dat vind ik fijn, ik dnek niet dat ik zomaar afhaak :P
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
Abel
Potlood
Potlood
Berichten: 63
Lid geworden op: 14 mar 2012 18:49

Nou dan ga ik nog maar eens verder broeden op mijn complottheorie :p.
Ik vind dit stuk ook erg goed beschreven. Mooi die omgeving enzo.
Verder heb ik eigenlijk niet zoveel te vermelden. Het was gewoon helemaal prima.
Dus nu gauw verder :).
Ik geloof in monsters onder mijn bed.
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Weer bij gelezen. Ik vraag me echt af waarom die Dillan en Elmen hun slaapje zo belangrijk vinden, haha. Misschien spoken ze daarin wel andere dingen uit dan we denken.... haha
Maar nee.. ik vertrouw Dillan nog steeds niet. Elmen daarin tegen juist wel. :$
En inderdaad wat Abel zegt, ze gaan Rose gebruiken omdat ze zo krachtig is, waarvoor.. geen idee. Misschien wel voor iets belangrijkers dan die oorlog.
Snel verder Sas, ik wil zooooo graag weten hoe 't afloopt. Omg.
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Zo, weer bijgelezen! Liep een stukje achter...maar dat betekent niet dat ik vind dat je de stukjes te snel achter eclkaar plaats! Wat mij betreft mag je elke dag een nieuw stuk plaatsen, haha.
Ik vind dat je de markt heel goed beschrijft, leuk bedacht die zelfspelende instrumenten :)
Ik ben benieuwd wat er nog voor schokkends gaat gebeuren in Myniaden (ga er zomaar van uit dat daar iets gaat gebeuren :))

Paar dingetjes nog...

Uit het vorige stuk:
Dat was haar reden voor haar onvoorwaardelijke trouw, ze had alles over voor om de oorlog te winnen.
Het tweede deel van de zin klopt niet helemaal.

Uit het nieuwste stuk:
Verschillende instrumenten lagen uitgestald op zijn tafel, ze herkende een paar luiten, twee klein trommels en fluiten met ieder een andere grootte.
Klein = kleine
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ah het geluk van lang weg zijn is altijd dat er dan meer stukjes zijn, altijd leuk.
Wat heb ik er meer over te melden, ehm dat ik vermoedens heb heel veel vermoedens deels gebasseerd op valsspelen, en deels op gewoon het lezen van een verhaal waarna je altijd dingen vermoed.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Allemaal, heel erg bedankt voor jullie reacties en natuurlijk Emilia's like :D de foutjes heb ik meteen verbeterd! ik hou het voor de verandering even kort, omdat ik hieronder mijn tekeningen dump van Dillan en Elmen^^ maar echt fantastisch dat jullie het zo leuk vinden, it makes me happy!
En hier zijn ze dan, met tromgeroffel....
Elmen :gr:
Verkleinde Afbeelding
Verkleinde afbeelding. Klik om te vergroten.

en Dillan :D
Verkleinde Afbeelding
Verkleinde afbeelding. Klik om te vergroten.

Ik weet niet of Rose er ooit komt, ik ben een ramp in vrouwen tekenen, die hebben van dat rotte, lange haar --' hoewel hier trouwens het haar ook niet klopt, dat van Elmen wappert niet genoeg in de wind xD Oh, en als je op Dillan klikt, inzoomt en goed kijkt, zie je dat hij sproetjes heeft xD
maar het is voor een beeld^^
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Vlammen die boven de menigte uitschoten trokken haar aandacht. Ze drong zich een weg door de massa heen, hopend dat de magiër er weer zou zijn. Hoewel zijn voorstelling niet bijzonder spectaculair was, vond ze hem grappig.
Een grote glimlach kwam op haar gezicht toen ze zijn mollige gezicht boven de mensenmassa uit zag steken. Hij had een vuurvos en vuurhaas tevoorschijn getoverd en liet ze met elkaar dansen. De kleine kinderen die voor hem stonden, keken met open mond naar het schouwspel.
“Zijn jullie ongelovigen klaar voor de grote finale, de ultieme eindstrijd tussen de snelle en de sluwe?” riep hij met bulderende stem en liet zijn vervaarlijke blik over zijn toeschouwers glijden.
Even hadden ze oogcontact. Hij knipoogde naar haar, voor hij zijn hoofd in zijn nek gooide en een krankzinnige lach liet ontsnappen. De vos hapte naar de haas. Die maakte zich los van de vos en rende over de mensenmenigte heen om te ontkomen aan het vlammende roofdier. Opgewonden kreten klonken door de lucht.
Rose volgde het schouwspel met glinsterende ogen, maar voelde de grote glimlach van haar gezicht vallen toen de vuurhaas langs een rij spietsen sprong. De ogen van de nádúra waren uitgepikt door de raven die zich op hun hoofden hadden genesteld.
Haar eetlust was meteen weg. Ze gaf haar nauwelijks aangeroerde pasteitje aan een zwerver, die het dolgelukkig opat, en liep weer in de richting van hun marktkraampje. Aan de klok die hoog boven de daken uitstak, was te zien dat ze nog een kwartier over had. Hopelijk was dat tijd genoeg om terug te komen.
Haar vrolijkheid was helemaal verdwenen en ze voelde zich plotseling niet meer op haar gemak. De lachende gezichten om haar heen kwamen haar gespeeld voor. Alsof, als iedereen deed dat ze vrolijk waren, ze ook vrolijk zouden zijn. Alles om maar de oorlog te vergeten, die zich mijlenver van deze markt afspeelde.
Haar droevige gedachten sleurden haar genadeloos mee naar de afgelopen paar weken. Het verdriet dat in haar borst zat, werd hard en stekelig en deed aan alle kanten pijn. Het kostte haar moeite om haar tranen terug te dringen, maar ze wilde niet huilen. Dat deed ze de laatste tijd te vaak.
“Vrouwe, wilt u een mooie ketting kopen om uw schoonheid nog meer te doen stralen?” vroeg een harde stem naast haar.
Geschrokken draaide ze zich naar de man toe en keek recht in een paar blauwe ogen. Paniek vlamde op en ze deinsde achteruit, tegen een hard lichaam aan. Jonathan! Met een ruk draaide ze zich om. Twee blauwe ogen namen haar berekend op.
“Wil de schone dame wat fruit kopen?”
Hij duwde een stel weeïg ruikende vruchten bijna in haar gezicht. De geur haakte zich vast in haar neus en maakte haar misselijk. Ze strompelde achteruit en botste tegen een paal op. Hout kraakte vervaarlijk. In een flits keek ze omhoog, nog net op tijd om een enorm doek op haar neer te zien komen. Gillend viel ze op de grond, aan alle kanten gevangen. Bij elke spartelende beweging kwam ze steeds vaster te zitten.
Handen voelden aan haar lichaam, ze probeerde ze te ontwijken, maar kon geen kant op. Wanhopig reikte ze diep in zich en graaide naar haar magie. Ze liet het uit zich stromen. De warme tintelingen zetten zich vast in de doek en scheurden de vezels aan flarden. Ze was vrij.
Ze sprong overeind en keek hijgend om zich heen, bedacht op ook maar de kleinste aanvallende beweging. Die kwam niet. Een zee van gezichten staarde haar aan alsof ze een of andere gek was die opgesloten moest worden. Langzaam drong het tot haar door dat niemand haar aan had willen vallen.
Schaamte welde in golven op en liet haar wangen gloeien. Stamelend probeerde ze uit te leggen wat er aan de hand was, maar de woorden wilden zich niet naar haar wil vormen. En al die tijd zei niemand anders iets en bleven ze maar naar haar staren. Ze kon wel door de grond zakken.
“Rose!”
Opgelucht om een bekende stem te horen, draaide Rose zich om. Elmen baande zich een weg door de menigte en kwam voor haar tot stilstand. Hoe kwam hij hier zo snel?
Toen ze om zich heenkeek, zag ze dat ze maar een paar kraampjes van die van hen afstond. Achter de houten tafel staarde Dillan haar met grote schrikogen aan. Haar maag kromp samen. Als hij haar al vreemd vond, wat zou de rest dan vinden?
“Vergeef het Rose voor haar wat vreemde gedrag, ze is een week geleden al haar familie kwijtgeraakt. De herinneringen liggen nog vers in haar geheugen,” legde Elmen uit. Ze was nog nooit zo blij geweest om zijn stem te horen.
De starende menigte veranderde in amper een seconde in een meelevende. De mensen mompelden zachtjes en wierpen Rose meelijwekkende blikken toe. Nu het spektakel opgehouden was, ging iedereen al snel weer bezig met zijn eigen zaken en had de marktgang al gauw weer zijn eerdere drukte.
Iemand schraapte zijn keel achter haar. Rose draaide zich snel om en zag de koopman voor zich staan die haar het eerste had aangesproken. Beschaamd zag ze dat hij niet eens blauwe ogen had, ze hadden een grijze kleur.
“Juffrouw, het spijt me van uw verlies, maar ik wil wel graag de schade betaald hebben die u aan mijn kraampje hebt aangericht. Anders krijg ik de marktmeester achter me aan.”
Ze voelde zich wit wegtrekken toen ze het kraampje opnam. Het was half in elkaar gestort en het doek dat aan de bovenkant was gespannen was kapot gescheurd en smeulde nog na aan de randen. Met blozende wangen graaide ze in de buidel die Jonathan haar had gegeven en haalde er een goudstuk uit. Het gezicht van de koopman vertrok. Was dat te weinig? Snel legde ze nog een munt in zijn hand.
“Hier.”
“Een is wel genoeg,” zei Elmen gladjes en greep een munt uit de hand van de koopman. Die deed zijn mond open om te protesteren, maar na een blik op Elmens gezicht sloot hij hem weer.
“Dank u, juffrouw. Het gaat u goed.” Na een korte tik tegen zijn pet was hij verdwenen.
Elmen gaf haar haar goudstuk terug en droeg haar op om te blijven staan waar ze stond. Na een kort overleg met hun buren die de verschillende soorten fruit verkochten, waarbij de vrouw telkens medelijdende blikken in Rose’ richting wierp, kwam hij naar haar gelopen, met Dillan in zijn kielzog.
Elmens gezicht had een broedende uitdrukking, hoewel er ook iets van boosheid af te lezen was. “Maiie is zo aardig om op onze kraam te passen terwijl wij naar de herberg gaan. Het is tijd om de waarheid te vertellen, Rose.”



Edit: aangepast na Romy's feedback
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Nee! Ik hoopte echt even dat het Jonathan was :( Hoewel Dillan inmiddels zijn plaats als mijn favoriete personage heeft ingenomen, had ik het wel leuk gevonden als hij het was. Nou ja, terug naar de realiteit. Ik zal Jonathan moeten vergeten, haha.

Echt een heel goed stuk, las lekker weg. En nu is het tijd voor de waarheid...spannend! Ben benieuwd wat ze allemaal gaat vertelle en hoe Elmen en Dillan reageren :)
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”