Inktzwarte Verleiding

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Hello people!
Dit is een verhaal wat is voortgekomen uit een experiment wat Jodie bedacht had. Zij zou één a4tje schrijven, waar ik op door zou gaan totdat ik ook weer een a4tje vol had enzovoort. Alles op de improvisatie en na een tijdje werd het elkaar zo moeilijk mogelijk maken dat de ander zich in allerlei bochten moest wringen om verder te komen^^ na een tijdje zijn we ermee gestopt, maar we vonden het wel een verhaal waard. Dus hebben we er een verhaallijn bij bedacht en zijn we nu bezig om het helemaal uit te werken. Elk hoofdstuk schrijven we apart en daarna kijken we welke we het beste vinden. Dus de volgorde kan wel een anders zijn dan ieder één hoofdstuk. Maar dat zullen we zien!
Voor nu, laat jullie meeslepen in de zoveelste vreemde wereld vol magie die wij in onze gestoorde geesten hebben geproduceerd! :D
-------------------------------------------------------------------------------------------------


Inktzwarte Verleiding


Hoofdstuk 1

De dood van een koning
Era Ceithre
1597


Eathan duwde voorzichtig de gelakte deur open, zijn oren gespitst op elk klein geluid dat de aanwezigheid van iemand anders verraadde. Het enige wat hij hoorde was zijn eigen gespannen ademhaling. Hij gluurde de hoek om en zag wat hij al gehoopt had: de kamer was leeg.
Een ondeugende grijns kwam op zijn gezicht en hij schoot snel naar binnen. De wanden van de kamer waren beschilderd met jachttaferelen en er brandde vuur in de haard, wat een aangename geur verspreidde. Gedroogde salie smeulde tussen de stenen.
Eathan sloop verder de kamer in en bleef staan bij het roodhouten boudoir. Een manshoge spiegel was erboven gehangen, de lijst versierd met gouden krullen. Maar dat was niet hetgeen wat zijn aandacht had getrokken, dat was het kleine doosje wat op het boudoir stond. Een snoeppot, waar de adel zijn bonbons en andere lekkernijen bewaarde.
Hij haalde het met paarse linten versierde dekseltje eraf en staarde gulzig naar het lekkers dat onthuld werd. Na even aarzelen, haalde hij er drie bonbons uit en stak er eentje in zijn mond. De volle smaak van chocola liet hem genietend glimlachen. Hij knipoogde naar zijn spiegelbeeld en zette de deksel weer op zijn plek. De andere twee bonbons verdwenen in zijn vuile broekzakken, een traktatie voor een andere keer.
Hij vond het leuk om elke keer iets van de adel te stelen, ze hadden toch genoeg. Het was echter niet de reden waarvoor hij hier was gekomen. Hij stapte naar de deur aan zijn linkerzijde toe en opende die op de goede gok. Zijn groene ogen begonnen opgewonden te glinsteren. De kleedkamer.
Hij keek nog een keer achterom om er zeker van te zijn dat niemand binnenkwam en stapte de kamer binnen. Een enorme spiegel nam de rechtermuur volledig in beslag. Al Eathans bewegingen werden perfect nagedaan. Zijn straatkleren misstonden volledig in de luxueuze inrichting.
Hij grinnikte en trok een gek gezicht naar zichzelf. Gelukkig zou generaal Arkyn nooit te weten komen dat Eathan had ingebroken, hij was niet van plan om zich te laten betrappen.
Met een opgewonden gevoel van verwachten stapte hij naar de diepbruine kasten toe. Ze namen de muur voor hem in beslag en torenden hoog boven hem uit.
Op zijn tenen lukte het hem net om bij het hengsel te komen. Soepel draaide de kastdeur open en onthulde hetgeen waarvoor Eathan hier was. Mooie kleren om zichzelf mee op te dossen.
Hij graaide een jasje uit de kast dat zwaar was van de versieringen die erin verwerkt waren. Het officiële jasje van een generaal. Arkyn had het laten verfraaien, zodat het goud nog meer schitterde en de zilveren lijnen duidelijk te zien waren.
Grinnikend sloeg Eathan het jasje om en bekeek zichzelf in de spiegel. Zijn smalle lichaam verzoop bijna in het te grote kledingstuk.
Hij trok de stof strakker om zijn lijf heen, zodat hij zichzelf beter kon zien. Het teken van de Citadel zat ergens op zijn buik in plaats van precies op zijn hart. De poorten waren met zilveren lijnen aangegeven, met daarboven de gouden zon. Sterren waren op zijn rechterschouder geborduurd.
Hij stak zijn schouders naar achteren, tuitte zijn lippen afkeurend en hief zijn neus hoog op in de lucht.
“Generaal Arkyn, verdomd mieters om je weer eens te zien. Wat zei je, mijn beste? Vind je mijn kleren te protserig. Maar mijnheer, ik volg alleen maar uw schijnende voorbeeld.”
Hij draaide grijnzend een rondje voor de spiegel. De achterpanden fladderden vrolijk met de beweging mee. Zo oneerbiedig was het jasje waarschijnlijk nog nooit behandeld.
Eathan liet zijn vingers over de gouden manchetknoppen glijden en even kwam een verleidelijke gedachte in hem omhoog. Als hij ze zou meenemen, hoefde hij een hele tijd geen klusjes meer te doen in de Citadel of daarbuiten. De bewoners van het hoerenhuis waar hij woonde, wisten vast wel iemand die het goud om zou kunnen ruilen voor klinkende munten.
Zijn hand trok de smalle dolk tevoorschijn die hij altijd aan zijn gordel droeg. Een paar snelle sneden en hij zou rijk zijn. Maar generaal Arkyn zou het meteen doorhebben als hij het jasje zou dragen en dan zou de gehele bewaking aangescherpt worden. Eathan zou nooit meer zijn hobby kunnen uitvoeren.
Het geluid van een opengaande deur haalde hem uit zijn gedachten. Geschrokken stopte hij het mes weg en probeerde het jasje los te maken. De knopen lieten zich echter niet vangen door zijn trillende vingers. Zware voetstappen galmden door de aangrenzende kamer; aan het geluid te horen waren het twee personen. Eathan struikelde naar achteren, tegen de kast aan. Een paar kleerhangers bonkten tegen de achterkant, wat hem een sprongetje van schrik liet maken. De deur bleef echter gesloten.
Eindelijk lukte het om de knopen open te krijgen en hij bevrijdde zich snel van het jasje. Tijd om het netjes op te hangen was er niet, dus gooide hij het slordig op de bodem van de kast. Gedempte stemmen klonken door de muren heen; de woorden waren niet te verstaan. Eathans blik schoot naar de deur: zijn enige vluchtweg. Daar kon hij niet meer uit.
Hij snelde naar het smalle raam toe en probeerde het open te duwen. Het gepiep dat hem toe krijste vertelde hem dat dat niet vaak gebeurde. Het had trouwens toch niet geholpen, de kamer bevond zich op de tweede verdieping. De stenen binnenplaats gaf geen vooruitzicht op een zachte landing.
Met moeite lukte het hem om de paniek die in hem opborrelde weg te slikken. Zo zachtjes als hij kon, sloot hij het raam. Zijn gedachten schoten alle kanten op, maar er kwam geen ontsnappingsmogelijkheid in hem op. Het enige wat hij kon doen was wachten en hopen dat generaal Arkyn zijn kleedkamer nog niet in hoefde te gaan.
Eathan ademde diep in om zichzelf wat tot bedaren te brengen en draaide zich om. Er stond iemand in de kamer!
Geschrokken sprong hij naar achteren en zag de ander hetzelfde doen. De bruine haren die alle kanten opstaken, zagen er bekend uit, net zoals het bleke gezicht. Het duurde even voordat hij doorhad dat hij naar zijn eigen verwilderde spiegelbeeld stond te staren.
De spanning verliet via een zucht zijn lichaam en hij wilde net grinniken om zijn domheid, toen hij de klink van de deur naar beneden zag gaan. Meteen rende hij naar de enige schuilplaats die hij voor zich zag: de kast.
Snel glipte hij tussen de kleren door en sloot de deuren. De kleerhangers rammelden zachtjes tegen het hout. Hij trok ze met een ruk stil.
Het wollige tapijt dempte de voetstappen van degene die de kamer binnen waren gekomen. Eathans hart bonkte zo hard in zijn keel dat hij kon zweren dat het mijlenver te horen was. De voetstappen klonken steeds dichterbij. Elk moment konden de deuren opengetrokken worden om hem op heterdaad te betrappen. Het zou zijn dood betekenen, generaal Arkyn stond erom bekend dat hij harde straffen uitdeelde…



Edit: aangepast na Maaikes feedback
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Mm, nog een verhaaltje van jullie beiden. Altijd leuk! :D Maree, vergeten jullie die andere hele leuke niet? (A) *pruillip*

Spannend begin, en ooh ik wil nu ook bonbons :P Haha. Ik vind de details die beschreven worden erg mooi en ze weten de sfeer mooi te beschrijven :)
Het teken van de Citadel zat op ergens op zijn buik in plaats precies op zijn hart.
Deze zin klopt geloof ik niet helemaal niet.

Ga zo door! Ben benieuwd of hij betrapt wordt.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Het eerste opje moet weg inderdaad :P Saskia, als je iets moet veranderen welg oed doen hea ;) xD hahaha.
*Kijkt streng, of doet poging tot xD *

En Maaike, ik ga even kijken na nano... ( ik wil het nog altijd redden (A) ) xD

Saskia, ik vind je beschrijvingen in dit stukje nog steeds super leuk :D, eigenlijk gebeurd er helemaal niks in maar toch weet je het levendig te beschrijven.

Volgens mij bestaat deze duo trouwens al langer dan die andere :O of niet?
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Maaike: haha, daarvoor moet je Jodie heel boos aankijken :p ik had het al herschreven, maar zij is het stuk kwijtgeraakt --' En dank je :D foutje heb ik verbeterd, haha, verkeerd geprobeerd om een andere fout te verbeteren xD
@ Jodie: hehehe (a) sorry xD en dank u, dank u^^ ik had het even gecheckt, en inderdaad, deze is van vorig jaar juni... nou ja, rond die tijd, terwijl nano van november vorig jaar is. Goed gezien :p
----------------------------------------------------------------------------------------------------


Het geruis van kleding was duidelijk hoorbaar, net zoals een diepe zucht die veel te dicht bij Eathan had geklonken.
“Eindelijk dat warme onding uit, het was veel te heet in de kroonzaal. Al die mensen daar…” Generaal Arkyn was duidelijk door het hout van de kast heen te horen. Zijn stem had iets nasaals, alsof hij aan een chronische verkoudheid leed.
“Het nieuws van de dood van de koning heeft zich kennelijk snel verspreid.” De andere stem klonk veel lager en had een diepe ondertoon die je dwong om ernaar te luisteren. Het was echter niet het geluid dat Eathan liet verstijven, het waren de woorden die de ander had gesproken. De koning dood? Maar hij was een halve dag geleden nog springlevend geweest! Eathan had hem met zijn hele gevolg zien vertrekken, op reis naar Vreandan om de diplomatieke banden aan te halen.
Generaal Arkyn lachte. “Natuurlijk, als er iets is waar de mensen hier van smullen, zijn het wel drama en sappige roddels. Ik denk dat de eerste complottheorieën binnenkort de straten op worden geslingerd. Ik heb een bediende al horen zeggen dat het een moordenaar was, ingehuurd door Askal. Onzin, die noorderlingen zijn veel te bang voor ons om daar zelfs maar aan te denken, maar dat weet het gepeupel kennelijk niet. Ach, geef ze eens ongelijk, een moordaanslag is veel spannender dan een op hol geslagen paard.”
Het bleef even stil voordat de ander iets zei. Zijn woorden klonken voorzichtig, alsof hij ze woog voordat hij ze uitsprak. “Ik denk dat de mensen niet eens ongelijk hebben met hun geroddel.”
“Wat?”
Door de plotselinge uitbarsting schoot Eathan geschrokken naar achteren. Zijn hoofd klapte pijnlijk tegen achterwand aan.
“Als je er meer van weet, zeg het dan! De kroonprins zal je rijkelijk belonen als je de daders van de moord op zijn vader vind!”
De man lachte schamper. “Rijkelijk belonen? Ik denk eerder dat mijn hoofd dan niet veel langer op mijn schouders zal zitten.”
“Bedoel je… Nee, dat kan niet, de kroonprins zal zijn vader nooit laten doden! Daarvoor is hij te zwak. Vrede en gelijkheid, wat koop je daar in deze tijden voor?”
Eathans hart bonkte luid in zijn keel. Hij schoof wat naar voren en drukte zijn oor tegen het hout om het antwoord van de ander beter te kunnen horen. Deze informatie was veel geld waard als ze bij de juiste mensen terechtkwam!
“Ik denk dat je je in hem vergist. Ik heb gehoord dat de kroonprins wilde voorkomen dat de poorten werden geopend en daarom zijn vader heeft gedood.
“Bazel niet, man. De poorten zijn een mythe, dat weet ieder weldenkend mens.”
“De kroonprins kennelijk niet,” zei de andere man wrang.
Generaal Arkyn lachte luid. “De kroonprins is seniel, je bent gek als je in zijn woorden gelooft. En dit bewijst het. Alleen kleine kinderen en dwazen geloven in het bestaan van de poort, niemand heeft het ooit gezien. En- aha!”
De kastdeuren werden met een ruk opengetrokken, zo snel dat Eathan geen tijd had om zich te bewegen. Een grote vuist schoot naar voren en pakte hem bij zijn kraag vast. Voor hij het wist, bungelde hij in de lucht terwijl hij oog in oog hing met het woedende gezicht van generaal Arkyn. Zijn donkerbruine ogen waren tot twee gloeiende spleetjes geknepen.
“Wat heb jij allemaal gehoord?” bulderde hij en schudde zijn vangst door elkaar. Eathans hoofd klapte van voor naar achteren, en hij kneep jammerend zijn ogen stijf dicht. “Antwoord me! Wat heb jij allemaal gehoord?”
“Niets.” Eathans stem trilde door de angst die door zijn hele lichaam gierde. Talloze verhalen van generaal Arkyns martelingen schoten door zijn hoofd, de een nog erger dan de ander.
Een hand kletste vanuit het niets tegen Eathans wang. Hij piepte van de pijn die zich als een brandend vuur over zijn huid verspreidde.
De generaal trok hem dichterbij, zo dicht dat Eathan Arkyns speeksel op zijn wang voelde sproeien. “Lieg niet! Wat heb jij allemaal gehoord?”
“Rustig, Arkyn, zo krijg je niks uit hem.”
De woedende trekken van de generaal verkilden en zijn mond werd nog smaller, maar ondanks dat liet hij Eathans kraag los. Zijn hand bleef echter om de keel van de jongen, een dreigende belofte.
Eathans blik schoot dankbaar naar zijn redder. De man die naast de generaal stond had blond, rommelig haar en een gezicht bezaaid met sproeten. Het gaf hem iets zachts, een indruk die meteen verdwenen was zodra je in zijn ogen keek. De donkergrijze irissen zagen er zo hard en koud uit als graniet. Generaal Ivan.
Het gerucht ging dat de twee generaals elkaar haatten en Eathan had met eigen ogen gezien hoe de twee mannen elkaar de loef probeerden af te steken. Hoeveel van dat was gemeend geweest en hoeveel was toneelspel?
Generaal Arkyn boog zich naar Eathan toe, die gelijk zijn aandacht terug naar de generaal richtte. Het zware parfum waarmee de man zich besproeide, drong Eathans neus binnen en liet hem bijna niezen. Hij wist de kriebel nog net te onderdrukken.
“Luister, vuile rat, je gaat me nu meteen vertellen in wiens opdracht je in mijn kast zit en misschien laat ik je dan leven.”
“Van niemand,” piepte Eathan. Meteen werden zijn haren beetgepakt en naar achteren getrokken. Hij jankte van pijn. Zijn hoofdhuid schreeuwde dat het elk moment van zijn schedel kon scheuren.
“Alstublieft heer, geloof me!” wist hij uit te brengen, “Niemand heeft me opdracht gegeven!”
“Ik denk niet dat hij liegt.”
Eathan kon wel huilen van opluchting. Weer redde generaal Ivan hem, nu van een zekere dood. De volgende woorden boorden echter Eathans hoop weer in de grond.
“Maar hij weet te veel. We moeten van hem af.”
Generaal Arkyns lippen trokken omhoog in een sadistische grijns. Plezier fonkelde in zijn donkere ogen terwijl zijn hand zich dichter om Eathans keel sloot. “Dan zullen we nu helaas afscheid van hem moeten nemen.”
Zijn vingers groeven in Eathans huid en drukten zijn luchtpijp dicht. De jongen hapte instinctief naar lucht, maar er drong niets door de klemmende greep heen. Hij begon tegen te spartelen, klauwde zijn handen om die van Arkyn. Het haalde niets uit.
De randen van Eathans gezichtsveld begonnen te trillen. Zwarte vlekken dansten voor zijn ogen en groeiden bij elke samentrekking van zijn hart. Zijn longen gilden om lucht, net zoals de rest van zijn lichaam. Druk bouwde zich op in zijn borstkas. Zijn hart bonkte tegen zijn ribbenkast aan, alsof het elk moment door zijn bottenkooi heen kon breken. En misschien was dat ook wel zo.
Een scheurende pijn trok door zijn borst en liet hem het kleine beetje zuurstof uitschreeuwen in een geluidloze kreet. Een veel te hete gloed trok door zijn lichaam en kwam samen bij zijn hart. Zijn lichaam schokte. Met nog maar een vaag besef van bewustzijn hoorde hij iets uiteen scheuren, daarna zakte hij weg in gezegend zwart.



--------------------------------------------------------------------

Ghehehe, de eerste dode is gevallen :twisted: en het ziet ernaaruit dat we een nieuwe hp moeten zoeken, Jodie, zorg jij daarvoor? :p
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Sandraa2
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 18 nov 2012 13:48
Contacteer:

Heel mooi geschreven!
En ik vind het ook heel leuk dat jullie het samen doen :D
For sale: Babyshoes, never worn
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik geloof er niets van. Jullie laten nooit je hoofdpersoon zo snel doodgaan :O Er is vast nog wel ergens een rolletje voor hem weggelegd :roll:

Wel heel spannend geschreven! Al heb ik mijn portie wreedheed wel gehad voor deze morgen, na ook Littekens bijgelezen te hebben xD Haha

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Een geweldig verhaal. Ik word er helemaal vrolijk van. De titel klonk ook al zo duister en wilde het meteen lezen. Arme jongen. Die generalen zijn wel heel wreed, maar dat moet je ook wel zijn in jullie verhalen, want anders heb je er geen rol in. Snel verder!
Super leuk dat jullie samen schrijven.
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Nou Saskia, zullen we dat dan maar doen ;).
Sinds ons eerste karakter al zo snel faalde zullen we maar een nieuwe introduceren. Misschien brengt deze het er beter van af.

@Sandraa, leuk dat je meeleest en dat je duo verhaal ook leuk vind :D. Meestal zijn die wat minder in trek :( Ik snap er niks van als het door zulke geweldige schrijvers als saskia en mij wordt gedaan ( Zo even mijn ego weer gestreeld voor vandaag (A) ghhihi )
@Maaike, hahah je moet ook niet te veel verhalen lezen uit onze handen xD, dan heb je binnenkort je portie wreedheid voor een heel leven wel weer gehad xD
@Romy, hahah xD en dan worden wij sadisten genoemd xD.

Oke, laten we nu maar verder gaan :P
Hoofdstuk 2.

Het meisje met Magie
Era Colyps
163
De zilte lucht uit de luchtkanalen trok door haar neus heen. Genietend sloot Mirene even haar ogen en streek haar blonde haren die warrig om haar hoofd waaiden uit haar gezicht. Ze keek samen met haar moeder naar het langzaam kleiner wordende vleugelschip. De brede, waaiervormige vleugels klapten mee op de stromingen van de wind en dreven het schip verder bij hun zwevende eiland weg naar het volgende toe.
Een warme hand sloot zich om de hare. Gelijk richtte Mirene haar aandacht op haar moeder. De vrouw naast haar liet een zucht van verlichting vallen terwijl ze toekeek hoe het schip tot een puntje verging in het verre luchtruim. Mirene voelde diezelfde opluchting door haar eigen lichaam stromen. Haar zus was eindelijk weer een tijdje het huis uit, mee met haar vader om de wijn te verkopen.
De opluchting verdween al snel van haar moeders mooie, ivoren gezicht en nu pas kon je echt goed haar vermoeidheid zien. Ouderdomslijnen waren te vinden rond haar mond, ogen en op haar voorhoofd.
Mirene gaf een kneepje in haar moeders hand; veel meer kon ze niet doen. Meteen keek de vrouw naar haar. Een glimlach nam de ouderdom van haar gezicht weer weg.
“Kom, dan gaan we terug naar huis.”
Het schip was inmiddels al in de verte verdwenen, maar Mirene wilde nog niet gaan. Ze hield van deze plek. Om uit te staren over de diepte met de haven, de enige ontsnappingsplek van dit eiland, nog geen kilometer bij haar vandaan.
“Gaat u maar alvast, moeder. Ik kom zo, oké?”
Even kwamen de zorgen terug op haar moeders gezicht. Haar grijsblauwe ogen schoten naar het luchtruim en uiteindelijk weer terug naar haar dochter.
“Ik wil dat je voor het volgende uurslag thuis bent. En kom niet te dicht bij de rand.”
Mirene glimlachte, blij dat haar moeder haar toestemming gaf om iets langer te blijven. “Dank u, moeder. Ik zal op tijd zijn.”
De vrouw leek nog steeds te twijfelen over haar genomen besluit, maar liep uiteindelijk toch weg. Mirene keek haar na totdat ze niet meer te zien was en liet zich daarna bij de rand neerzakken. Niet te dichtbij, ze nam haar moeders waarschuwing ter harte. Ze keek naar de eilanden die net als haar eigen dorpje dobberden op de wind. Je kon ze vredig zien mee glijden met het getij. Lange wortels staken onder de eilanden uit en zwaaiden als slingers heen en weer. Het was een prachtig gezicht.
Mirene keek naar de plaats waar het vleugelschip verdwenen was. Een mismoedig gevoel kroop bij haar naar binnen en bond zich strak om haar hart. Ze had vroeger nooit durven denken dat ze ooit haar zus graag zou zien vertrekken.
Wat was er gebeurd met het meisje waar ze ooit naar op had gekeken?
Ze streek over haar armen, een rilling gleed over haar rug heen. Nog steeds kon ze de aanraking van de nu kille vrouw op haar lichaam voelen. Een die haar bloed ijskoud maakte en haar spieren in verzet deed brandden. Snel zette ze de gedachten van haar af. Haar zus was nu weg, even geen tirannie, geen pijn.
Deze momenten moest ze koesteren. Het was de enige tijd dat het leven weer voelde zoals het was toen ze nog een kind was.
Een zachte bries van een warme luchtstroom waaide in haar gezicht, alsof zelfs de natuur haar wilde opvrolijken. Mirene lachte. De energie kietelde haar huid. Als ze zich goed concentreerde kon ze het zelfs zien: Opgloeiende lijnen die al het leven met elkaar verbond. Ze bewogen steeds, kronkelden en spleten uiteen. Mirene stak haar hand uit; meteen klonterde de lijnen vlak boven haar palm samen. Niemand behalve de mensen met een gave zou het zien en dat was maar goed ook. Mirene mocht geen magie beoefenen. Haar moeder erkende niet eens dat ze de kracht bezat. Ze was een meisje dat een normaal leven als huisvrouw moest gaan leven. Naar een academie gaan had nooit in het plan gestaan.
Mirene bracht de energie naar de grond. De samengesmolten bol stroomde direct de aarde in. Even lichtte het fel op, en toen was het weg.
Gefascineerd keek Mirene toe hoe een bloem uit het niets ontsprong. Het opende zijn paarse blaadjes, alsof het al maanden aan het groeien was. Het was prachtig om te zien hoe je met magie het leven in iets kon blazen.
Een klok sloeg in de verte. Zijn galmende geluid liet vogels opvliegen en eiste ieders attentie.
Een half uurslag was voorbij. Ze kon maar beter op huis afgaan. Met een sprongetje stond ze weer op twee voeten en vluchtig klopte ze haar rokken af. Moeder zou niet blij zijn om de grasvlekken erin te zien. Ze keerde zich weg van het prachtige uitzicht en liep met haastige passen naar het dorp. Het glooiende landschap ontnam haar het zicht ervan. Zodra ze op het hoogtepunt aangekomen was, keek ze neer op het idyllische plaatsje. Het was niet groot, hoogstens driehonderd mensen woonden hier. De ronde huizen stonden ruim uit elkaar en kriskras over het hele land verspreidt. Een enkele keien weg liep er tussendoor, speciaal aangelegd om vrachten te vervoeren. Voor de rest kon je alleen maar zandpaden vinden.
Mirene liep naar beneden. De aflopende ondergrond liet haar al gauw rennen. Ze hield haar rokken op om niet te struikelen. Het interesseerde haar niets of rennen niet voor een dame was; het voelde heerlijk vrij om iets te doen wat niemand van je verwachtte.
Hupsend wist ze voor de ingang van het dorp af te remmen. Af leunde ze tegen de ronde muur van het dichtstbijzijnde huisje aan. Hij was tot in perfectie dicht gemetseld, zoals ieder huis dat was. Deed je dat niet, en zat er ook maar een kleine scheur in je muur dan zouden de helwezens je halen, diep in de nacht.
Mirene wist niet of het waar was, maar alleen de gedachten al liet haar huiveren.
Een paar horigen die over de straat liepen, trokken haar aandacht. Ze glimlachten en zwaaiden haar toe.
Hier kende iedereen elkaar. En vooral als je de dochter was van de beste wijnverkoper, was je in trek.
Mirene zwaaide vrolijk terug naar de twee mannen die met hun opgetuigde ezel langskwamen. Ze brachten hun thuis altijd de kaas en als kind had Mirene vaak zat op hun boerderij van het lekkernij gesnoept.
“Nog een fijne dag, mooie Mirene,” riep er een haar na met een knipoog.
Mirene voelde haar wangen warm worden. Ze wist wel dat ze haar maar plaagden, maar toch voelde ze zich altijd opgelaten als iemand zo’n opmerking maakte.
“Mirene, Mirene!”
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Hé, dit stukje ken ik al! Post eens iets nieuws :p sorry, dat moest even (a) ohh, je hebt trouwens nog een verplichting bij Littekens! Daar wil ik wel iets nieuws gepost zien!
En ik denk dat Mirene het beter doet eigenlijk. Vrouwen he, die worden niet zo vaak aangevallen, zeker niet omdat ze niet zo dom zijn om zich in een kast te verstoppen --' eigenlijk best een faalactie van Eathan xD maar dit begint nog lekker rustig :P
En ik vind nog steeds dat je de wereld mooi hebt beschreven! Ik krijg er echt zo'n fantasy-brokkenvliegendsteen- wereld bij! Mooi, mooi^^
Ga snel verder! Ik ben heel heel heel erg benieuwd wat er verder gaat gebeuren, ik denk dat ik vanavond niet goed kan slapen als ik het niet snel weet :O
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Wauw. De wereld die je beschrijft is zo leuk en fantasierijk. Het doet me op de één of andere manier heel erg aan Mario op de Nintendo 64 denken. Ik weet niet of je dat kent, maar dan is er op een gegeven moment een level, waar hij een petje met vleugels kan krijgen en dan staat hij op een plateau, zwevend in de lucht, omringd door wolken enzo. Waarom ik Mario met Mirene associeer.. geen idee. Te grote fantasie? :p
Maar goed.. geen foutjes kunnen vinden, mooi is dat! Je weet haar persoonlijkheid in dit ene stukje al perfect neer te zetten. MIJN COMPLIMENTEN! :D
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

hahah je moet ook niet te veel verhalen lezen uit onze handen xD
Haha, schrijf eens een bloedloos-verhaal (A)

Leuk vervolg! Ik dacht in eerste instantie dat Mirene op het schip zat, dus toen bleek dat ze op de kade stond vond ik dat een beetje verwarrend. Het schip vind ik wel heel gaaf, het lijkt een steampunk achtige wereld te zijn. Klopt dat? :D

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

@Saskia, jaja ik ga zo weer schrijven aan Littekens, alleen duurt het nog tot na mn tentamen voor ik het plaats.
Eathan is eigenlijk best wel een enorme faal haha xD
@Romy, hhahah Mario world! xD wahaha, jaa dat wordt hem :P. En danku dank u, :D
@Maaike, Een bloedeloos verhaal :O... Maar maar... bloed is kracht die mijn verhalen tot leven roepen, die het hart laten kloppen!
Uhmm ik heb niet zoveel verstnad van steampunk xD duss geeen idee of dat klopt xD haha.

Oke, nieuw stukje :)


De schreeuwende afleiding kwam als geroepen. Een meisje rende haastig op haar af. Lange, rode haren wapperden achter haar aan en de mand die aan haar arm hing, deinde gevaarlijk op en neer.
Hijgend stopte ze vlak voor Mirenes neus.
“Hoi Sarah,” bracht Mirene er veel rustiger uit. Sarah was haar vriendin al sinds hun peutertijd.
“De Anna is net in de haven aangekomen,” begon Sarah zodra ze weer op adem was gekomen.
De Anna was een veerpont die van het vaste land Mikara naar dit eiland heen en weer vloog. Voornamelijk de jonge vrouwen waren opgewonden als de pont weer was aangekomen. Het betekende nieuwe gezichten, en misschien zelfs potentiële echtgenoten.
Sarah was degene die altijd het hoogst aan het springen was. Ze kwam uit een stuk armer gezin dan Mirene en het vinden van een goede man was een van haar hoogste prioriteiten.
“Ik kan niet gaan kijken, Sarah. Ik moet zo thuis zijn.”
Meteen gooide Sarah haar grootste wapen in de strijd. Een pruillipje liet haar mond trillen en haar grote, groene ogen keken smekend naar haar vriendin.
“Alsje-alsje-alsjeblieeeft!” smeekte ze met een hoog stemmetje.
Het waanbeeld van onschuld.
“Ik...” Mirenes ogen schoten naar de grote klok die hoog boven het dorpje uittorende. Ze had nog iets meer dan een kwart uurslag om thuis te komen. Met een zucht gaf ze toch toe. “Oké, maar maar heel kort anders wordt mijn moeder woest.”
Een enorme glimlach brak het zielige gezicht van Sarah. De roodharige sloeg haar armen om Mirene en sprong op en neer.
“Ik wist wel dat je zou meekomen!”
Appels en peren rolden over de grond en meteen stopte het meisje haar enthousiasme. “Woeps.”
Met een rol van haar ogen hielp Mirene het fruit opruimen. Soms was haar vriendin zo lomp.
Zodra het fruit weer veilig terug in de mand was, pakte Sarah Mirenes hand en samen haastten ze zich naar de kleine haven waar het pondje altijd in aankwam.
De Anna stond al te deinen tussen de twee kades. Met haar enorme vleugels in rust uitgespreid, was ze een wonderbaarlijk aangezicht. Mirene kon de energieën er omheen voelen gonzen. Het waren magiërs die zorgden dat een vleugelschip niet naar beneden stortte, en de wind aanstuurden om het de goede kant op te leiden.. Mirene vroeg zich af hoe het zou zijn om zoveel kracht te hebben. Ze wist dat ze zonder opleiding het nooit zou kunnen, maar dat maakte niet uit. Nu leefde ze ook goed.
Luchtbotters gooiden touwen naar beneden die de dokkers vastknoopten aan ijzeren uitstulpingen.
Mirene en Sarah bleven op enige afstand staan, zodat ze niemand voor de voeten liepen. Er waren meerdere mensen met hun bezigheden gestopt om te kijken wat er allemaal gebeurde.
Het meeste was vrouwvolk. De arme mannen die van het pontje afkwamen, zouden zich wel afvragen waar ze nu weer beland waren. Als ze niet oppasten waren ze de volgende dag nog aan iemand uitgehuwd.
Mirene zag de kapitein op het voordek verschijnen. In zijn zwarte jasje waarvan de knopen er bijna afsprongen, stak hij af tegen alle in lompen geklede luchtbotters. Hij tuurde even naar beneden om te zien of alles goed vast zat voor hij het commando gaf de steiger te laten zakken.
Mirene lachte toen haar vriendin op en neer sprong van ongeduld.
“Ik voel gewoon dat dit mijn dag is. Mijn droomprins komt zo meteen over de steiger gewandeld!”
“Net zo als hij dat de vorige vijf keer deed?” merkte Mirene grijnzend op.
Sarah sloeg haar armen over elkaar en tuitte haar lippen. “Dit keer is hij er echt.”
Mirene kon alleen maar harder lachen om de eigenwijsheid van Sarah. “Natuurlijk.”
Er viel een stilte tussen de twee toen de steiger met een klap op de kade terecht kwam. Een paar luchtbotters kwamen er over heen gewandeld om alles te controleren, daarna verschenen twee gestaltes. Er was niets van hen te zien. Ze hadden zich volledig verborgen onder donkere mantels. Mirene vernauwde haar ogen.
Vreemd, het was hier warm genoeg om op korte mouwen te lopen. Wat hadden ze te verbergen? Of wisten ze al van de horde die hen zou bestormen en leek het hen beter om anoniem te blijven?
Sarah keek teleurgesteld naar de verhulde mannen.
“Hoe weet ik nou of daar mijn aanstaande man bij zit?” mopperde ze verontwaardigd.
Mirene schudde glimlachend haar hoofd. “Ik denk dat ze al over je ingelicht waren en zich liever verborgen houden.”
Sarah stak haar tong uit. “Heel grappig, Mir.”
Een luidde klokslag leidde hen af. Mirene keek verschrikt omhoog. Een uurslag was verstreken. Ze was te laat.
“Oh nee! Moeder vermoord me.” Zonder op een antwoord te wachten, tilde ze haar rokken op en begon te rennen. “Dag, Sarah!” schreeuwde ze nog vluchtig in haar sprint.
De huizen schoten voorbij tot ze buiten het dorpje was. Grote wijngaarden vulden nu het landschap. Midden tussen de ranken rees een hoog huis op. Haar thuis.
Zenuwen gierden door haar lijf terwijl ze de grote, koperen klopper vastpakte. Hoe zou haar moeder reageren? Met dichtgeknepen ogen sloeg ze het ding tegen het hout. Het geluid galmde achter de deuren verder en al snel kon je een dienster naar de deur horen lopen.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Dit verhaal bevestigd mijn theorie, een verhaal van jullie samen kan gewoon niet slecht zijn! Ik heb nog geen flauw idee waar het heen gaat, maar mijn aandacht hebben jullie.
Ik vertrouw die twee mannen met die donkere mantels niet...misschien door het feit dat ze donker zijn, haha.
Mirene zag de kapitein op het voordek verschenen.
Verschenen = verschijnen
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Nah, geen steampunk als magiërs het schip laten vliegen :P (Steampunk is moderne technologie in een ouderwets jasje, dat is geloof ik wel een redelijke beschrijving. Het ziet er altijd fantasie achtig uit, heel cool :D )

Ik vind Sarah leuk. Rood is al sowiso gaaf, maar dat hyperactieve past er heel goed bij. En je maakt me heel nieuwsgierig naar die mysterieuze personen. Ik denk dat ze naar Mirene op zoek zijn omdat ze toverkracht heeft maar het niet mag gebruiken (A) hehe

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Yay. Weer leuk stukje. De mannen die met dat schip aankomen hè. Zijn dat de mannen die Eathen vermoord hebben?
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

@Moonie, Danku danku :D
@Maaike, aahh dat ken ik wel xD zo iets ben ik nu ook mee bezig te ontwikkelen, ghehe :P. En jaa :D, ZIe Saskia in you face! ( saskia kreeg hoofdpijn van haar xD )
@Romeh, we zullen het zien we zullen zien :P

En het laatste stukje van hoofdstuk 2

Met een glimlach werd er geopend. Zodra het dienstertje zag dat Mirene voor de deur stond maakte ze een diepe buiging.
“Goedendag, vrouwe.”
Mirene knikte alleen en glipte naar binnen. Het liefst was ze meteen naar haar kamer gevlucht, maar ze wist dat dat alleen maar uitstellen was van de tirade die zou komen. Schuifelend als een klein kind met haar hoofd naar de grond en haar handen voor haar ineen geslagen, liep ze de grote hal door naar de kamer.
Ze kon haar moeder in de fluwelen stoel zien zitten. Met haar benen over elkaar geslagen en haar handen krampachtige op de leuningen.
Ze durfde niet naar haar moeders gezicht te kijken.
“Weet je hoe laat het is?”
Mirene kromp in elkaar van de toon waarmee haar moeder sprak. “Het spijt me, moeder. Ik was bij het aanmeerpunt van de Anna. Ik..”
“Geen smoesjes!” Haar moeder vloog op vanuit haar stoel. Even keek Mirene op recht in haar woeste ogen.
“Je moet leren verantwoordelijk te worden, Mirene. Jij bent niet de enige hier op de wereld.”
Mirene kneep haar ogen dicht. “Ja, moeder,” fluisterde ze zachtjes.
“Ga naar je kamer, Teddy zal je halen voor het eten.”
Mirene vluchtte gelijk naar boven toe. Alles om weg te komen bij die kwade blik van haar moeder.
Ze trok de deur van haar kamer open en liet zich op het hemelbed neervallen. Haar ogen gleden naar het grote schilderij recht tegenover haar bed. Vier mensen waren er in afgebeeld. Haar familie. Ze bleef kijken naar de knappe, jonge vrouw die erop stond. Haar zus. Ze voelde een wrange woede in haar naar boven komen. Dit kwam allemaal door haar zus, Martha. Hun moeder was altijd al bezorgd geweest, maar pas toen Martha dagenlang in het bos verdween, was het zo doorgeslagen. Daarvoor was alles nog goed geweest, had haar zus nog oog voor haar en niet alleen voor goud en was hun moeder nog rimpelvrij geweest.
Met een zucht draaide Mirene zich een halve slag. Ze sloot haar ogen.
Misschien moest ze Sarah’s plan ook maar gaan volgen en zo snel mogelijk een goede man vinden zodat ze dit huis uit kon.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Hihi, leuk stukje. Wat een moeder.. Mirene blijkt wel uit een rijk gezin te komen, zeg. Een dienstmeid... Een fluwelen stoel... wauw.
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Teddy! Wat een schattige naam voor een dienstmeisje :D Die naam doet me denken dat het een lief meisje is (En toen bleek het een vervelende jongen te zijn.. oeps xD )

Jullie maken me heel nieuwsgierig waarom die zus naar het bos is gegaan. Wat was daar, dat een meisje er dagenlang in verdwijnt (ga me niet zeggen, dat de gebroeders Grimm een plekje hebben weten te bemachtingen :O )

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Romy: Hm, nu je het zo zegt, eigenlijk wel he! Mirene heeft het goed getroffen xD
@ Maaike: Hè, shit, je hebt het geraden xD Gebroeders Grimm... zeker weten dat zij het waren! Ghehe, you'll see, you'll see :p hopelijk is het een verrassing^^
En het is weer my time to shine! Kijken hoelang dit karakter het volhoudt, ghehehe xD ach, we zullen maar gelijk zeggen dat de dooie die gevallen was iemand anders was dan jullie dachten.... dundundunnn xD
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 3

Kirra
Era Ceithre
1597

Eathan had geen idee hoeveel tijd er voorbij was gegaan voor hij zijn ogen weer opende. Hijgend staarde hij naar het tapijt dat tegen zijn gezicht kriebelde. Het duurde even voordat alles wat er gebeurd was terug zijn geest in schoot, maar toen dat gebeurde kwam alles met een harde klap aan.
Hij vloog overeind, zijn protesterende spieren negerend, en staarde naar de muur voor hem. Generaal Arvyn was tegen de stenen aangedrukt. Aan zijn vreemd vervormde lichaam en de barsten in de muur te zien was het niet zachtzinnig gegaan. Zijn ogen stonden wijd opengesperd; de angst en pijn waren er nog in te zien. Maar dat was niet hetgeen wat Eathan het meest misselijk maakte: dat was zijn borst. De dure kleding was aan stukken gescheurd rond het hart en onthulde bloederig vlees. Stukken vel hingen naar buiten, alsof iets groots in zijn ribbenkast gegraaid had.
Even kon Eathan alleen maar naar de man staren terwijl zijn maaginhoud razendsnel omhoog kolkte. Hij zakte op zijn knieën en gaf over.
Een beweging vanuit zijn ooghoeken liet hem schrikken. Zijn blik ging meteen naar de generaal, in overtuiging dat hij op wonderbaarlijke wijze nog leefde, maar de man hing doodstil.
De zich omhoog duwende man onder Arvyn was de oorzaak van de beweging. Generaal Ivan schudde versuft zijn hoofd. Zijn ogen gleden naar beneden alsof hij zich niet goed kon concentreren en elk moment weer bewusteloos neer zou vallen.
Eathan strompelde angstig naar achteren. De generaal had Arvyn vermoord! Maar zodra die gedachte vorm kreeg in zijn hoofd, drongen vier woorden naar de voorgrond en raakten hem met een misselijkmakend besef.
Jij hebt hem vermoord.
Paniek nam hem over. Hij was de kamer al uitgerend voordat hij het goed en wel besefte. De onverstaanbare woorden die Ivan hem naschreeuwde joegen hem op om sneller te rennen.
De gangen schoten langs zijn gezichtsveld voorbij, maar hij nam geen details op. Als een blinde rende hij weg van het misdrijf dat hij gepleegd had. Hij duwde zich langs bedienden heen, liep een edele omver en struikelde bijna over zijn eigen voeten terwijl hij de trap afrende. Al snel hadden de wachten door dat er iets niet klopte. Hun kreten snelden hem achterna, gezamenlijk met hun stampende voetstappen.
Opeens was daar de buitenlucht. Happend naar adem kwam hij tot stilstand en keek om zich heen naar een plek om weg te vluchten. Gedachten raasden door zijn hoofd heen, te snel om van nut te zijn. Weg, hij moest hier weg.
“Eathan!”
Met wild kloppend hart draaide hij zich om. Een dienstmeisje kwam aangelopen, haar gezicht betrokken van bezorgdheid. Sarah.
Hij kon haar alleen maar met grote ogen van paniek aankijken en deinsde achteruit toen ze haar hand naar hem uitstak. Stel dat er hetzelfde met haar gebeurd als met Arvyn!
“Wat is er aan de-”
De schreeuwen van de wachten overstemden haar vraag. Met een ruk draaide Eathan zijn hoofd om en zag vier mannen op hem af komen rennen. Zonder ook maar na te denken kwam zijn voeten weer in beweging. Hij dook onder Sarahs uitgestoken arm door en negeerde haar geroep.
De ophaalbrug was dichtbij, nog twintig stappen en hij zou bij zijn vrijheid zijn! De donkere schaduw van de stenen boog viel over hem heen. Nog tien stappen…negen…acht…
Iets greep zijn arm vast en hield hem tegen. Door zijn vaart schoot hij door en klapte tegen de muur aan. Versuft wankelde hij naar achteren. Iemand pakte hem bij zijn nekvel en sleurde hem mee. Hij was te verdwaasd om tegen te stribbelen.
Een deur ging open en werd meteen achter hem gesloten. Het geroep van de soldaten werd afgezwakt, maar was nog wel te horen. Ze begonnen op het hout te bonken met een vreemd dof geluid. De deur moest wel heel dik zijn.
Hij kreeg niet de rust om zijn ogen te laten wennen aan het donker. Zijn redder duwde hem voor zich uit en trapte tegen zijn schenen toen hij niet opschoot.
“Waar breng je me naar toe?”
Weer een trap. Hij jankte en besloot verder zijn mond te houden.
Ze liepen de gang door die eindeloos lang leek. Fakkels wierpen flakkerende schaduwen op de grond. Hij had geen idee waar ze waren; hij mocht alleen in het hoofdgebouw komen en hij had nooit de lust gevonden om het kasteel te gaan ontdekken. Het hoofdgebouw was waar alle pracht en praal was, waarom zou hij ergens anders naartoe gaan?
Eindelijk beval de man om stil te staan. Eathan leunde tegen de muur aan en sloot zijn ogen. Zijn neus voelde aan alsof hij gebroken was en zijn hielen schrijnden bij elke hartslag. Het liefste had hij zich in een hoekje opgekruld om te gaan slapen.
Een tik tegen zijn wang haalde hem uit zijn dromen. Zijn ogen schoten open en eindelijk zag hij wie hem gered had. Zijn hart stopte een moment met kloppen. Het was generaal Ivan.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ik vind het super! Maar hoe kan het ook anders als jullie twee het samen schrijven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik wist het! In het eerste hoofdstuk zouden jullie hem niet laten sterven, misschien hoofdstuk 2, maar niet in 1 :P Hehe.. Maar er is wel iets raars met hem aan de hand..

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”