

Veel leesplezier

:
'Je moet het doen! Het zal iedereen blijer maken.' Zegt May.
'Nee, juist niet! Je zal iedereen pijn doen. Iedereen verdriet aandoen. Dit helpt niks!' Gilt Noa.
Ik schud mijn hoofd: 'Wat moet ik doen? Jullie zijn mijn beste vrienden. Zorg dat jullie het eens worden. Anders heb ik er niets aan.'
Ik hoor May en Noa zuchten.
Ze roepen tegelijkertijd: 'Ík heb gelijk. Dat weet je.'
'Wie moet ik vertrouwen? May, je hebt mij vaak geholpen, vaker dan Noa. Maar Noa zorgt er altijd voor dat ik én de anderen blij worden.'
'Vertrouw mij.' Zegt May liefdevol.
'Nee, mij. Je weet zelf wat goed voor je is.' Fluistert Noa.
Één enkele traan rolt over mijn wang. 'Als ik het gewoon laat gaan. Er niets aan zal doen, dan is het toch ook goed?'
Ik voel de woede van May en de glimlach van Noa.
May gromt, dat hoor ik niet vaak: 'Je móét het doen. Dat weet je!'
Ik open mijn mond om haar tegen te spreken maar de stem van Noa houdt me tegen: 'Ik wil dat je doet wat je goed lijkt, maar ik zeg je, wat May zegt klopt niet. Jezelf laten verdwijnen maakt niemand gelukkig. Misschien alleen jou. Maar denk ook aan wat je vrienden zullen zeggen en vinden.'
'Die lachen zich dood, dan zijn ze eindelijk van haar af.' Sist May.
Ik sta op en wil bij mijn ruzie makende vrienden weglopen. Maar ze zijn altijd al bij me. 'S ochtends, 's middags en 's avonds.
Altijd. Gewoon altijd.
'Probeer niet bij mij weg te lopen. Je weet dat, dat niet kan.' May gromt alweer.
'Doe alleen wat goed voelt.' Brengt Noa uit.
'Ga weg! Ga weg bij mij! Laat me alleen...' De tranen stromen over mijn wangen, 'Laat me eens alleen. Ik wil jullie niet bij me hebben.'
Die laatste zin komt er schreeuwend uit. De deur wordt met een ruk opengetrokken. Daar, in de deuropening, staat een in wit geklede man.
Hij is één van die vele die me proberen hier weg te krijgen. Maar ik wil niet. Ik wil dat ze Noa en May bij me weghalen. Met dat kalmeringsspul.
'Zijn ze er weer?' Vraagt de man met medelijden.
'Ja.' Ik knik heftig.
Mijn tranen vliegen in het rond.
'Waarom willen ze niet weg? Waarom laten ze me niet met rust?' Ik gil het uit.
'Schizofrenie gaat niet zo makkelijk weg. Waarschijnlijk nooit meer.'
Mijn mond valt open.
May heeft gelijk. Ik ben gestoord.
Per ongelijk heb ik dat laatste gezegd.
'Dat willen ze je laten geloven. Maar, we gaan proberen ze uit je hoofd te krijgen.'
'Dat lukt hem niet! Dat mag niet!' Sist May.
'Hopelijk wel. Dat is het beste voor Lyra.' Zegt Noa.
Ik voel hun tranen zich vermengen met die van mij.