En als iemand een idee heeft voor een gepaste titel: laat het me gerust weten! ;p
Opm: dit verhaal is niet voor gevoelige lezers en (ik denk toch) met een reden 16+

Hoofdstuk 1
‘Dus jij komt bij mij intrekken?’ Twee bruine ogen keken hem recht aan. Het waren niet meer dezelfde grote, schattige ogen, die hij eerst had gekend. Het jonge meisje was aan het evolueren. Ze was groter geworden, haar haar was langer en de eerst nog schattige jurkjes maakten plaats voor kapotgescheurde jeans en nonchalante sweaters. Hij vroeg zich af hoe haar lichaam onder de dikke, losse trui er uit zou zien. Vrouwelijker?
Het was natuurlijk niet alleen het lichamelijke dat veranderde, ook mentaal was ze veranderd. Hij herkende het schuchtere meisje niet meer. In de ogen van de jonge vrouw die voor hem stond, stond geen angst meer te lezen. Alleen verachting en –terechte- woede. Ze moest eens weten waar hij nu aan dacht.
Met een zo goed mogelijk gespeelde vrolijkheid leidde hij haar en haar begeleidster die haar tot hier had gebracht, naar binnen. Zijn koninkrijk, noemde hij het ook wel. Binnen verwelkomde hen een aangename warmte die afkomstig was van het haardvuur in de hoek. Het vuur slokte gretig de laatste restjes hout op en verwelkomde de nieuwe lading takken en stronken die hij er snel op gooide. Hij bood zijn bezoekers een plaats aan in de bruine, leren zetels en vroeg of ze iets wilde drinken. Geen van beiden hadden er nood aan, maar de oudere vrouw vroeg uiteindelijk toch voor een koffie met het excuus dat een extra oppepper haar goed zou doen na een zware autorit door de sneeuw.
De keuken grensde onmiddellijk aan de woonkamer en werd er alleen van gescheiden door een groot eiland, waarrond er minstens vijf zitplaatsen waren. Ironisch, als je wist dat hij alleen woonde en bijna nooit volk ontving. De muren waren typisch voor een boerderij: ze bestonden uit dikke, grijze op elkaar gestapelde stenen. Een muur was klaarblijkelijk gerenoveerd: de witte kleur onderbrak het motief van de rijen grijze stenen. Het plafond werd ondersteund door grote houten balken. Een prachtig staaltje werk van architectuur, merkte de oudere vrouw op. Haar ogen konden maar niet genoeg krijgen van deze prachtige kamer, die gezelligheid uitstraalde en hen met liefde leek te ontvangen. Het was een kamer waar je graag zat. Het interieur was praktisch, maar gezellig ingericht. De bruine zetels pasten bij de donkerbruine eikenhouten kasten en het lichtbruine parket. Ook in de keuken viel de lichtbruine kleur op. Een tapijt zorgde voor een evenwicht tegenover de koude, kille stenen van de muren.
Buiten enkele keukenkastjes die in het gebroken wit waren geschilderd, bestonden de meeste kastjes uit planken van lichtbruin hout. Het aanrecht was afgewerkt met donkerblauwe, op maat gemaakte arduinen platen, die een fortuin moesten hebben gekocht.
Wanneer ze hem een compliment gaf over zijn goede smaak wat betrof het inrichten van het huis, nam hij het op met een korreltje zout. Iedereen die genoeg werkte en veel geld verdiende had wel een goede smaak. Zij hadden tenslotte de mogelijkheid om het huis mooi in te richten door het geld waarover ze beschikten.
Niettemin was hij natuurlijk trots op zijn ‘koninkrijk’. Na vele jaren werken en renoveren had hij het tot het uiteindelijke resultaat gekregen. Hij dacht terug aan de tijd dat hij de boerderij, na een lange reis van enkele jaren, had gekocht. Het was een bouwvallig krot geweest, maar het was hem niet te doen om het interieur of de staat waarin het huis verkeerde, maar om de grootte er van. Hij had tijd, tijd om het zo te maken tot hij tevreden was en die tijd was eindelijk aangebroken. Een extra stuk maakte het plaatje helemaal compleet: zijn nichtje die, na de dood van haar vader en de dementie van haar moeder, bij hem kwam wonen. Nu was het interieur volledig af.
Een vrouw had hij nooit gehad, al was dat niet te merken aan zijn manier van wonen. Nergens hingen vuile kleren, nergens lagen bierblikjes of etensresten. Het huis toonde een nette en propere indruk. De man verbaasde de oudere vrouw, die er een gerust hart over had gekregen, nu ze wist dat het meisje in goede handen was.
Ze begreep nog steeds niet waarom het meisje halsstarrig had geweigerd om bij haar oom te komen wonen. Dit was een perfecte plek om groot te worden en er waren niet echt andere mogelijkheden. Of ze moest gaan wonen bij haar grootouders, die verhuisd waren naar een ander, ver land of ze zou nog bij een nieuw pleeggezin kunnen gaan wonen, maar meisjes van haar leeftijd hadden weinig kans uitgekozen te worden. De voorkeur van de jonge, frisse koppels ging namelijk uit naar een kleine schattige baby, in plaats van een slungelige puber met streken. Niemand wilde de uitdaging aangaan een puber op te voeden. Iedereen kende de mogelijke problemen maar al te goed. Dit was de juiste en meest praktische oplossing.
Na de nodige formaliteiten en beleefdheidsvragen ,en wanneer de oudere vrouw naast het meisje en voor de man zat met een verse kop koffie in haar handen, ging het gesprek verder.
De vrouw schraapte haar keel om de laatste handelingen te overlopen.
‘Dus…’ Ze schoof de bril van haar hoofd op haar neus en las nog enkele regels voor van het papier. ‘Ja, ja, ja…’ Mompelde ze wat afwezig in zichzelf, terwijl ze enkele regels afging.
‘Aha, hier staat het.’ Zei ze uiteindelijk. Ze overhandigde de man het document en wees met haar vers gelakte nagel, de regel tekst aan die ze daarjuist nog had zitten opzoeken. ‘We komen gedurende een korte periode elke maand eens langs om te kijken of alles hier vlot verloopt. Zo kijken we na of ze nog goed haar best doet op school, dat haar punten behoorlijk zijn en dat ze het patroon van een normaal leven terug heeft opgepakt. Hé?’ De vrouw duwde lichtjes met haar ellenboog tegen de zij van het meisje dat afwezig knikte ten antwoord. Haar aandacht was niet meer gevestigd op de twee volwassen personen, haar mening deed er toch niet toe, maar naar de ‘versieringen’ die aan de wand hingen. Vol afgrijzen staarde ze naar de hoofden van dieren die in rijen van drie naast elkaar hingen. Ze herkende de duidelijk spitse neus van een vos en de iets bredere kop van een wolf. Ook het hert en een everzwijn waren voor haar niet onbekend. Allemaal keken ze haar met een nietszeggende, doodse blik aan. Weldra, dacht ze, zouden ze mij daar ook tussen kunnen hangen. Het mooie, dure interieur was haar niet eens opgevallen. De dieren zeiden genoeg.
‘Dat kan geen probleem zijn.’ Haar aandacht werd weer getrokken naar haar oom, die net met een schorre stem iets had gezegd. Hij moest haar starende blik hebben gevoeld, want hij keek haar kort aan. Hun blikken kruiste elkaar voor enkele seconden en nog voor ze hem zag grijnzen wende ze haar hoofd af en rustte ze haar blik op iets in het oneindig. Alles was beter dan het gemarteld worden door zijn blik, die veel herinneringen bij haar opwekte.
‘Oke, laten we dit dan maar afsluiten. We verwachten van u de volledige medewerking en wilt u hier…’ De vrouw haalde een tweede document boven. ‘En hier, uw handtekening zetten. Dan kan ik weldra vertrekken en jullie hier alleen laten om terug kennis met elkaar te maken. Het is zeker al lang geleden?’ Ze kreeg geen antwoord. De man had het te druk met het nalezen van het document en het zetten van zijn handtekening en het meisje staarde nog steeds naar het niets. Ze begreep de reactie van het kind nog wel. Op een jonge leeftijd haar vader verloren en dan haar moeder die dement in een zorgtehuis zat. Door niemand meer herkend of liefgehad. Gelukkig had ze nu haar oom, die voor haar kon zorgen. Tevreden over deze nieuwe mogelijkheid voor het meisje stond ze recht. ‘Ok, dan laat ik jullie nu alleen. Over enkele dagen kom ik terug en dan zullen het maanden worden voor jullie me terug zouden zien. Maar volgens mij ga je niet naar mijn komst zitten uitkijken, liefje. Je gaat het hier naar je zin krijgen. Ik voel het gewoon.’ Ze gaf het meisje een zoen en de man een formele handafdruk en liet zich door beiden naar de deur leiden. Buiten op het erf nam ze een laatste keer afscheid, door nog voor dat ze in haar auto stapte vriendelijk te zwaaien.
Het meisje voelde tot haar ongenoegen een stevige arm die rond haar schouder werd geslagen. Samen met haar oom zwaaide ze kort de vrouw uit tot deze achter de buxushaag verdween. Achter de gesloten deur, onzichtbaar voor buitenstaanders, draaide haar oom zijn hoofd naar haar toe. Hij snoof de geur van haar lichaam op en fluisterde in haar oor: ‘Ik heb je gemist meisje…’
Ow en indien je de hoofdstukken te lang vindt, graag melden, dan splits ik de hoofdstukken nog even op in deeltjes zodat het aangenaam blijft om het te lezen ;D
xx, Plushie