
In dit deel worden de personages allemaal uitgebreid voorgesteld. Veel romantiek zit er nog niet in omdat ik jullie eerst graag kennis laat maken met de personages, maar voor de romantiek moet je wachten op de volgende post.

Ik hoop dat jullie het verhaal leuk vinden Xx
‘Daar staan toch twee meisjes? Ga met hen praten.’ Ik zuchtte. ‘Ja en dan mam? Wat verwacht je dat er dan gaat gebeuren?’ Mama raakte geïrriteerd. ‘Dan niet’, zei ze. ‘Hoezo dan niet? Ik vroeg alleen wat je verwachtte dat er dan ging gebeuren.’ Ze keek me chagrijnig aan. Boos pakte ze het tijdschrift op, waarin ze aan het lezen was. Ik gluurde even naar de meisjes. Een jaar of twaalf, te jong voor mij. Om als jongere van vijftien op een camping te zitten met je ouders, nee, dat is niet altijd een pretje.
De meisjes kwamen mijn kant op lopen. Samen met hun ouders keken ze naar de rivier die voor onze tent langs stroomde. Ik pakte een tuinstoel en begon aan het tweede boek dat ik had meegebracht. Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat de jongen, van de tent naast ons, mij steeds zat te bekijken. Vanachter zijn Blackerry staarde hij steeds naar me, totdat ik opkeek. Ik zag de lol er wel van in, wanneer hij opkeek bleef ik hem gewoon aanstaren, dat durven de meesten niet. Het broertje van die jongen kwam net terug van een fietstocht en liep naar het water, waar ook de meisjes met hun ouders stonden. Ze raakten aan de praat. Al gouw stond de oudere buurjongen er ook bij en samen leken ze het gezellig te hebben. Toch maar even naar toe lopen dan. ‘Hoi’, was het meest creatieve wat ik kon bedenken. Gelijk keek iedereen mijn kant op en werd er tegelijk door iedereen op een mompelende toon ‘hoi’ terug gezegd. ‘Ik ben Isa’, stelde ik me voor. Ik zag nu al dat één van de twee meisjes ouder was dan twaalf, ze leek eerder van mijn leeftijd, vijftien, misschien wel zestien. Dat meisje stelde zich voor als Cato. Haar jongere zus nam het gesprek gelijk over, ‘en ik ben Joëlle.’
Ik zag dat mijn buurjongen me nog steeds aan het bekijken was. ‘En hoe heet jij?’ Vroeg ik op een uitdagende manier. Hij toonde niet veel interesse. Hij vertelde zijn naam, Benjamin en keek vervolgens weg. ‘Hebben jullie misschien zin in een potje basketbal?’ Vroeg Joëlle. Ik knikte, eindelijk van dat saaie niks doen af. Het broertje van Benjamin wilde ook graag meespelen. Elf jaar was hij volgens mij. ‘Nee Joey, zoek je eigen vrienden.’ Alweer begon Joëlle zich ermee te bemoeien. ‘Laat hem gewoon meegaan.’ Benjamin keek haar geërgerd aan en richtte zich vervolgens weer op zijn broertje. Joey bleef zeuren dat hij mee wilde en zelfs toen we weg liepen bleef hij ons achtervolgen. Tot op het moment dat Benjamin echt aan hem duidelijk maakte dat hij hem er niet bij wilde hebben. Joey liep bedroefd en boos terug naar zijn tent. ‘Heeft iemand een basketbal?’ Vroeg ik. ‘Die ligt in de kantine, ik haal hem wel’, zei Joëlle. Benjamin zuchtte. ‘Eindelijk even van dat kind af.’ Cato vertoonde een kleine glimlach, maar keek toen weer wat verlegen naar de grond.
‘Hey Lucas!’ Schreeuwde Benjamin. Er kwam een niet al te grote maar wel erg gespierde jongen op ons aflopen. ‘Hey’, begroette hij ons. Hij bestudeerde mij en Cato en stelde zich voor. Voordat wij de kans kregen om meer dan onze namen te zeggen kwam Joëlle naar ons toe, met een basketbal in haar hand. ‘Laten we spelen!’ Lucas knikte, ‘goed idee, moet ik Saar nog ophalen?’ Een mondhoek van Benjamin schoot omhoog. ‘Nah’, zei hij, ‘die komt vanzelf wel.’ Met de hele groep van vijf kinderen liepen we naar de achterkant van de camping, precies helemaal aan de andere kant van de plek van onze caravan. Tijdens het basketballen merkte ik dat Lucas telkens probeerde de bal van Cato af te pakken en daarbij zijn armen om haar heen sloeg, dit deed hij alleen bij haar, niet bij mij of Joëlle. Cato was een mooi meisje met lange blonde haren en een sportieve look, een beetje verlegen was ze ook. Nadat ik merkte dat de jongens niet echt geïnteresseerd in mij waren, maar eerder in de blondine Cato, ging ik aan de kant zitten op de grond, samen met Joëlle. Zij was het met me eens, de jongens hadden een oogje op Cato. ‘Hoe is zo’n blondine toch ook te weerstaan’, dacht ik hardop.
Na een tijdje zag ik dat er twee mensen aan kwamen lopen. Een meisje met donkerblond krullend haar, niet echt een schoonheid en een jongen met een petje op, wie ik indeelde bij de categorie sexy, populair, knap, maar geen hersens. Het meisje bleek de zus van Lucas. Saar heette ze. De jongen was een vriend van Benjamin en Lucas, hij kwam van een andere camping, tegenover de onze, aan de andere kant van de rivier. Saar kwam bij ons zitten en praatte een beetje, maar net als Cato was ze redelijk verlegen. Ik informeerde naar de jongen die bij haar liep. Hij was nu aan het basketballen. ‘Dat is Floris’, zei Saar. ‘Hij is een player, word maar geen vrienden met hem.’ Het klonk mij als een uitdaging in de oren. Ik word nu dus zeker vrienden met die gast. Floris, Benjamin, Lucas en Cato hadden nu ook genoeg van het basketballen en wilden bij ons komen zitten. ‘Zullen we anders op het terras gaan zitten?’ Stelde ik voor, me vooral richtend op Floris. Hij glimlachte naar me en knikte samen met de anderen ja. Ik kreeg er kriebels van in mijn buik. Toen we allemaal zaten, begon Floris Cato te versieren. ‘Ga je mee naar het hok?’ Cato vond dit geen goed idee. Nogmaals vroeg Floris het. ‘Ga je mee?’ Weer schudde Cato haar hoofd. Floris pakte een ring uit zijn jaszak. ‘Gekregen van een meisje. Ik hoef hem niet, wil jij hem?’ Goede versiertruc dacht ik, maar niet heus. Nadat Cato ook de ring had geweigerd richtte Floris zich op mij. ‘Isa was het toch?’ Ik knikte. ‘Ga jij wel mee naar het hok?’ Ik snapte niet wat hij met hok bedoelde. ‘Wanneer?’ Vroeg ik. ‘Nu’, was het antwoord. Het was onderhand half tien en mijn ouders zouden het nooit goed vinden dat ik dan nog van de camping afging. Ik schudde daarom ook mijn hoofd, ‘Sorry, ik ga niet mee.’ Floris vond het niet leuk dat hij afgewezen werd door alle meisjes en begon te praten over de meisjes op zijn camping. Ik luisterde niet meer en begon te praten met alle anderen.
Ik zag onder andere dat Joëlle jaloers was, omdat Floris alleen mij en Cato probeerde te versieren en niet haar. Zonder dat ik het in eerste instantie doorhad stonden de jongens op. ‘Wij gaan naar het hok’, zei Lucas. ‘Tot de volgende keer’, zei Floris vooral aan mij gericht. Even nadat ze weg waren merkte ik dat ik moe was en kondigde ik aan dat ik naar bed ging. De rest van de groep vond het ook wel bedtijd en gezamenlijk liepen we ieder naar onze eigen tent. ‘Hoi mam, hoi pap, ik ga slapen.’ Ze keken beide van het krantje op, dat ze aan het lezen waren. ‘Was het gezellig’, vroeg mams. ‘Ja hoor’, schreeuwde ik vanuit da caravan naar buiten, ‘maar nu ga ik slapen, welterusten.’ Ik knipte het nachtlampje in de caravan uit en viel bijna gelijk in slaap.