De Zon

Hier vind je alle voltooide dramatische verhalen!
Plaats reactie
CasBuijs
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 29 aug 2012 15:42

Mijn eerste meer 'abstracte' verhaal, wat zal bestaan uit vier delen, veel leesplezier :)
De zon
1

Langzaam opent zij haar ogen. Een kamer, een kamer waar nooit is iets geweest en toch alles wordt bewaart. Een kamer van warme vlammen die je niet kan voelen en die al lang gedoofd zijn, maar toch smeulen op een plaats waar alleen jij kan zijn. Een kamer met gouden omlijste gezichten van lachende kinderen, die vrolijk in een kringetje om een kastje staan. Een wit kanten kleed ligt op tafel en hangt sierlijk van het donkere hout af. Het ruikt gezellig in de kamer en zij hoort water pruttelen, een bekend geluid dat haar aan mensen van buiten de kamer doet denken. Buiten het gepruttel klinkt het geluid van het tikken van de klok, de onverstoorbaar vrolijk het wijsje van de dag aangeeft. Een prachtige kandelaar hangt aan het dak, als de zon aan de hemel. Het licht van de kandelaar lijkt zelfs een warme gloed te geven, die de rustige, vrolijke sfeer van de kamer complimenteert. Ze voelt dat het lastig is om te bewegen, opstaan lijkt bijna niet te lukken. Waarom? Eerst was het geen probleem, was er iets veranderd dat ze hoorde te weten? Ze keek naar de fonkelende gouden ring om haar vinger en glimlachte, zonder te weten waarom. De warmte in de kamer werd verstoort door een koude windvlaag van achteren, maar dit alarmeerde haar niet, ze wist dat het veilig was, al wist ze niet waarom. Ze merkte de gestalte op en zijn vlugge voetstappen herkende ze uit duizenden. De jongeman liep regelrecht door naar de waterkoker en schonk twee kopjes thee in. Hij liep met een klein dienblad naar de vrouw toe en reikte haar het kopje aan. De jongeman glimlachte terwijl hij langzaam een slokje nam. De jongeman vertelde haar over dingen die zij niet begreep, het ging over een ‘bedrijf’ en een jongentje dat naar de naam ‘Joris’ luisterde, maar onbewust kwam er een gevoel van vertrouwdheid in haar naar boven. Dit was goed, wist ze. Dit was normaal. Ze knikte en glimlacht bij het horen van het verhaal en de jongeman beantwoorde haar glimlach met een nog bredere. Er miste echter iets. Ze wreef met haar middelvinger en wijsvinger tegen elkaar, daar hoorde iets te zitten, maar de jongeman merkte het op en schudde zijn hoofd. Ze praatten nog even verder, de jongeman kwam immers altijd en altijd hadden ze gepraat. Maar naar afloop wist ze nooit meer waarover. Soms herinnerde ze het zich plotseling weer, maar dat was steeds minder. Er was een ding waar ze geregeld over praatten, iets dat ze niet leuk vond, dat wist ze wel. Iets dat haar rillingen gaf en verdrietig maakte. Ze leefde in dit vreemde kamertje zo lang als ze zich kon herinneren, de jongeman was er altijd geweest, en soms waren er ook anderen, maar ze was hun gezichten verloren. Ze vroeg zich af wat er buiten de kamer was, ze had nog nooit geprobeerd om hem te verlaten. Maar ze wist dat het niet kon, je kon de kamer toch niet zomaar verlaten?
Wordt vervolgd
Laatst gewijzigd door CasBuijs op 11 mar 2013 18:20, 2 keer totaal gewijzigd.
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
CasBuijs
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 29 aug 2012 15:42

Heb ik de titel verkeerd geschreven!? Dit meen je toch niet X.x
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Kun je aanpassen: eerste post aanpassen en dan de titel veranderen.
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
CasBuijs
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 29 aug 2012 15:42

Bedankt :D
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
artikel
Computer
Computer
Berichten: 2659
Lid geworden op: 16 sep 2011 16:45

Een erg leuk geschreven verhaal. De laatste zin maakt mij heel erg nieuwsgierig naar de rest van het verhaal. Je hebt de kamer waar je hoofdpersoon in zit goed en duidelijk beschreven. Maar let wel op dat je ook niet alles maar puntgewijs gaat opnoemen, dat kan als vervelend worden ervaren. Ikzelf had daar niet echt last van. Je kan het vermijden door je hoofdpersoon bijv. een actie te laten doen en tijdens die reactie iets van de opgeving te beschrijven. Maar dat is mijn persoonlijke mening.
Voor de rest heb je het erg leuk geschreven. Daarnaast heb je mij erg nieuwsgierig gemaakt en zit ik al met vele vragenin mijn hoofd. Ik kijk dus zeker uit naar de volgende stukken!

Succes met het verder schrijven!
It's okey to be afraid!
Ellie Goulding
CasBuijs
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 29 aug 2012 15:42

@Christian Damen : Nogmaals bedankt :) Anders had ik met deze titel vastgezeten xD
@artikel : Bedankt voor je advies, het is een beetje lastig om zo'mn verhaal als dit goed over te kunnen brengen, het mag geen zinloze filler zijn en toch moet je langzaam het mysterie kunnen ontrafelen, ik heb de stukken verderop aangepast en de hoofdpersoon wat acties gegeven om wat meer aan het verhaal toe te voegen.

2
__________________________________________________________________________________
De kamer, de kamer waar niets is en toch alles wordt bewaart. Het was donker buiten, er hing een dikke grijze mist die het einde van de weg buiten hulde in mysterie. Ze was nieuwsgierig naar het einde van de straat en trachtte op te staan. Dit maal was ze voorbereid op hoe moeizaam het ging, en ze drukte zich langzaam uit haar comfortabele stoel. Toen ze opgestaan was wreef ze pijnlijk over haar rechterarm, ze had er teveel druk op gezet. Haar huid voelde als papier en haar botten voelden stroef en oud. Ze schuifelde langzaam naar het raam, want ze kon niet riskeren om te vallen. Ze kwam aan bij het raam en staarde naar buiten, maar kon niet zien wat er achter de mist was, hoe hard ze het ook zou proberen. Het was bijna alsof er niks meer achter de mist was. Ze was echter te moe geworden om terug te gaan naar haar eigen stoel, en besloot plaats te nemen in een oude rieten schommelstoel bij een oude televisie. Besluitloos bleef ze even zitten, niet wetend wat te doen. De jongeman was vandaag niet gekomen, ze had zich erg eenzaam gevoeld. Ze wierp een blik op de waterkoker, er zat precies nog genoeg in voor één kopje, dat ze voor niemand kon schenken. Wat was er nog te doen? Haar ogen speurden de kamer af, op zoek naar iets van interesse, of iets dat het vuur van gedoofde vlammen weer kon laten terugkeren, al was het maar een beetje. De foto’s deden haar weinig, al brachten ze een vage glimlach op haar gezicht, maar de rest van de kamer was kaal en leeg. Ze wierp een blik op de kandelaar, die nog steeds de hele kamer verlichte, was de kandelaar er niet geweest, dan was het hier net zo donker als buiten.

‘Zij die bij de zon proberen te komen branden alleen hun handen.’

De uitspraak galmde door haar hoofd, het waren bekende woorden. Ze bleef nog even zitten, met scherven van haar geheugen, die ze hopeloos in elkaar trachtte te zetten. Misschien was er wat op tv, dacht ze twijfelachtig en drukte zichzelf weer overeind om naar de tv te lopen ze slofte langzaam naar de televisie, toen haar blik op de videorecorder viel, waar een band nog uit hing.
‘Ach, waarom ook niet,’ zei ze bij zichzelf en duwde de band in de recorder. Ze pakte de afstandsbediening en zette de televisie aan. Langzaam stapte ze naar achteren en zakte terug in haar stoel. Ze richtte de afstandsbediening op de televisie en drukte op ‘play’. Ze zag twee gelukkigen, twee die elkaar verrijkten. Ze zag een raaf en een zwaan. De raaf trots en trouw, de zwaan sierlijk en dolgelukkig. De twee maakten een belofte om elkaar nooit te verlaten, om elkaar nooit te verraden. Na de belofte vlogen de twee het geluk tegemoet, niet wetend wat ze te wachten stond.
‘Is het niet prachtig?’ zei ‘ze gelukkig.
‘Ja,’ zei de ander. ‘Dat is het zeker.’
Naast haar stond een kale man met een ronde bril en een zwart, donker pak, een gouden ring fonkelde om zijn vinger.
‘Kun je het je herinneren?’ zei de man, zijn armen waren achter zijn rug gevouwen, net als een raaf.
‘Ja,’ fluisterde zij zachtjes.
De mist voelde dunner, een schim van wat er achter de mist was kon ze nu zien, heel eventjes. Eventjes was het weer vijftig jaar geleden, eventjes was zij weer de zwaan.

Wordt vervolgd..

Ik hoop dat het duidelijk is wat er aan de hand is, maar als het goed is valt op het laatst alles op zijn plaats. :)
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
artikel
Computer
Computer
Berichten: 2659
Lid geworden op: 16 sep 2011 16:45

Met dit nieuwe stuk maak je mij weer erg nieuwsgierig! Ik zie dat je nu inderdaad soms een handeling hebt gekoppelt aan ook het beshrijven van de omgeving waar op dit moment jouw hoofdpersonage zich bevind. Een zekere en goede vooruitgang!
Er zaten hier en daar nog enkele foutjes; ik zou ze graag voor je willen verbeteren maar je leert er mee van als je zelf de fouten opzoekt en ze er ook uithaalt. En het is beetje moeilijk voor mij om via het "mobiele" OV fouten eruit te halen, SORRY!

Voor de rest heel veel succes met het verder schrijven! Ben erg nieuwsgierig nasr het vervolg :p
It's okey to be afraid!
Ellie Goulding
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik vind dat je een mooie schrijfstijl hebt, zeker het eerste stuk heb je erg beeldend geschreven :)

Het verhaal neemt bij hoofdstuk twee een hele andere wending dan ik eerst dacht :P Eerst dacht ik dat ze gekidnapt ofzo was (A) Haha. Maar nu klinkt ze als een oude vrouw, die last heeft van dementie. De mist was daar, voor mij, de trigger voor. Ik heb dat al in meer verhalen gelezen :) Ben benieuwd waar het heen zal gaan, al heb ik wel een vaag vermoeden.
de kamer waar niets is en toch alles wordt bewaart.
bewaard

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
CasBuijs
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 29 aug 2012 15:42

@artikel Dankjewel :D Ik heb een paar spelfouten eruit weten te halen, ik laat het nog een keer aan een goede vriendin lezen, wiens haviksogen niets ontgaat XD
@-Maaike- Ja, de mist en de raaf zijn twee symbolen die opvallend veel voorkomen in mijn verhalen :P "De kamer waar niets is en alles wordt bewaard" is ook symbolisch voor het hoofd :)
Ik ben in ieder geval blij met alle feedback ^^ Dit is het eennaarlaatste stuk van mijn 'verhaaltje' wat een deel is van wat ik later tot een bundel maak.
3
__________________________________________________________________________________

De kamer waar niets is en toch alles wordt bewaart. De kamer was veranderd, al wist ze niet hoe lang het geleden was dat ze de video terug had gekeken, herinneringen van eenzame dagen spookten door haar hoofd, maar er was geen zekerheid dat deze dagen echt waren. Het was drukker geworden in de kamer, mensen in wit kwamen elke dag naar de kamer, elke keer was hun gezicht weer nieuw. De gezelligheid van het bezoek van vroeger was weg, het was geen hand meer die haar langzaam op eigen benen liet staan en leerde lopen. Nee, het waren honderden handen die haar in allerlei richtingen trokken, en elke ruk maakte haar zwakker. Hoe hard ze ook schreeuwde, de handen stopten niet. En niemand leek te merken hoe dik de mist werd, hoe verstikkend hij was, en hoe alles in de mist verdwenen was. Ze kon het einde van haar kleine tuintje niet meer zien. Opstaan ging ook niet meer, ze had de kracht er niet meer voor, verzucht bleef ze in de stoel zitten, ze was eventjes alleen, maar wat deed het er nog toe? Geen persoon op aarde kon haar van haar eenzaamheid afhelpen. Meestal staarde ze nu uren uit het raam de mist in, hopend dat ze er iets in kon zien, hopend dat de mist een beetje verdunde. Hoe meer ze echter leek te kijken, hoe meer de mist dichterbij leek te komen. De kamer was niets meer, het was een plaats waar vlammen aten van alles dat je dierbaar was, al kon je ze niet zien en voelen. Op een kastje stonden gouden omlijste gezichten van kinderen die ze niet herkende, ze stonden in een strakke, rechte rij naast elkaar, alleen maar om één keer in de week afgestoft te worden. Een wit kanten kleed hangt somber en slap van de donkere houten tafel af. De klok tikt onverbiddelijk door. Elke slag een herinnering aan een eenzame realiteit. Aan het plafond hing een oude kandelaar, een kandelaar wiens licht zwak en koud was. Een koude windvlaag van achteren af verandering in de sfeer in de kamer, en ze hoorde voetstappen om haar heen, al waren ze niet de vlugge voetstappen die ze gewend was, deze waren veel harder, maar waren toch heel aarzelend. De jongeman nam plaats tegenover haar op een stoel, maar hij sprak niet. Ze keek hem meewarig aan, waarom zei hij niets? Was er iets gebeurt?
‘Wat is er?’ vroeg ze zachtjes. ‘Is er iets gebeurt?’
Tranen brandden in de ogen van de jongeman, het waren tranen die al lang vastzaten, tranen die hij beloofd had voor zich te houden. Ze merkte de aanwezigheid van twee anderen in de kamer en draaide haar hoofd, daar stond een blonde vrouw en een kleine jongen. De jongen open lachend zijn mond bij aanblik van de vrouw en spreidde vrolijk zijn armen, hij wilde een stap naar voren zetten, maar haar moeder greep hem bij zijn jas beet en trok hem terug naar haar doen. Het jongentje keek zijn moeder onbegrijpend aan, maar die had haar ogen gesloten en met pijn en schaamte haar blik afgewend. De vrouw wendde haar blik terug naar de jongeman, wiens gezicht en ogen rood waren geworden, terwijl tranen over zijn wangen zich een weg naar beneden baanden.
‘Wat is er aan de hand?’ Vroeg ze. ‘Wie zijn die mensen?’
De jongeman snikte nog harder en pakte haar handen beet, die ze snel terugtrok en de jongeman verbaasd aankeek, en hij beantwoorde haar blik.
‘Mama,´ fluisterde hij wanhopig, maar ze herkende de jongeman niet meer.

Wordt vervolgd
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Mooi vervolg weer! Ik vind dat je de gevolgen van de mist goed hebt beschreven
De kamer waar niets is en toch alles wordt bewaart.
bewaart = (is) bewaard
Was er iets gebeurt?
‘Wat is er?’ vroeg ze zachtjes. ‘Is er iets gebeurt?’
gebeurt = gebeurd

Ik vroeg me af waarom je de tekst in het midden centreert? Eigenlijk zie je dat alleen bij gedichten. Bij verhalen is het doorgaans beter om links uit te lijnen. Dat leest ook fijner (we zijn niet anders gewend :P )

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
CasBuijs
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 29 aug 2012 15:42

@-Maaike- Dankjewel, ik weet eigenlijk niet waarom ik het in het midden heb gezet, ik wilde even iets nieuws proberen denk ik :p
Dit is in ieder geval het laatste en langste hoofdstuk, ik was niet echt tevreden met het originele einde, dus is dit het nieuwe, een stuk uitgebreider en wat minder cryptisch dan de rest, maar ik hoop dat jullie het leuk vinden ^^

4
VALSE HAVEN

Ze was in een wit dorpje, niet langer in de kamer. De mist was naar haar gekropen totdat het haar huid aanraakte. De mist was in een muur van witte tegels veranderd. Het was een canvas geworden, een canvas waar het dorpje verschenen was. In het midden van het dorp bevond zich een kleine kerk met de heilige Maria in het midden. Om het kerkje waren drukke, gezellige winkelstraatjes met iedere vrijdag een markt. Om de straatjes waren kleine, witte, losstaande huisjes met rieten dakjes, groene tuintjes met kleurige bloemen en elk huisje had een bakstenen schoorsteen die nooit rookte, want het was nooit koud in het dorpje.
‘Goedemorgen mevrouw,’ zei een bekende koopman vrolijk en zwaaide uitbundig naar de vrouw, die op haar wandelstok leunend naar de man keek en glimlachte.
´Ik heb vandaag weer gerookte paling ingekocht, uw favoriet!´
Ze glimlachte en kocht een pakje, waarnaar ze langzaam verder liep door de straat. Overal stonden mensen die haar kenden en mensen die ook zij zelf herkende. Het maakte haar blij.
´Goedendag, hoe is het met uw nieuwe geraniums?’
‘Goed nieuws, mijn zoontje is weer te been!’
‘Ik heb een perfect recept voor pudding gevonden, wilt u het proberen?’
‘Dag mevrouw, moet ik u helpen oversteken?’
Uiteindelijk bereikte ze het midden van het dorp en groette de pastoor.
Hij droeg zijn gebruikelijke witte kleren en had een dikke vierkante bril op, met de dikste glazen die ze ooit gezien had. Hij had kort bruine haren en zijn statige houding maakte hem een respectabel man.
‘Goedemorgen, bent u zondag weer aanwezig?’
‘Natuurlijk,’ zei ze glimlachend. ‘Ik zou het voor geen goud willen missen!’
‘Mooi,’ zei de pastoor tevreden en keek haar toen vragend aan. ‘Is er iets mis?’
‘Nee hoor,’ zei de vrouw. ‘Ik dacht aan de tijd voordat ik hier kwam wonen, al is dat allemaal een beetje vaag.’
‘Zit er maar niet teveel over in,’ zei de pastoor toonloos en boog zich naar haar toe. ‘Dit is u thuis, dit is uw wereld, u hoort hier.’
De vrouw knikte zwijgzaam, en besloot dat het tijd was om te gaan.
‘Ik zie u nog wel,’ zei ze.
‘Tot dan mevrouw, God zij met u.’
De pastoor boog en klemde zijn hand stevig om de bijbel, waarnaar hij rechtsomkeer de kerk in maakte.
De vrouw keerde zelf terug naar haar huis, waar ze even bezoek ontving van een kennis uit het dorpje en een kopje thee met ze dronk. Daarna ging ze naar bed, ze bewoog verbazend makkelijk en viel vroeg in slaap, om de volgende dag weer een nog betere dag te maken.

Die ochtend ging ze weer vroeg het dorpje in.
‘Goedemorgen mevrouw, ik heb vandaag weer gerookte paling ingekocht! Uw favoriet!’
‘Dag mevrouw, hoe is het met de geraniums?’
‘Moet ik u helpen oversteken?’
‘Bent u zondag weer aanwezig?’
‘Natuurlijk,’ antwoordde ze.
‘Mooi, God zij met u.’
De vrouw ging weer naar bed om de volgende dag nog beter te maken.
‘Ik heb het perfecte recept voor pudding gevonden, wilt u het proberen?’
‘Mijn zoontje is weer ter been!’
‘Goedendag, bent u morgen weer aanwezig?’
‘Ik heb weer gerookte paling gekocht!’
‘God zei met u!’
‘Moet ik u helpen oversteken?’
‘Dit is uw thuis.’
‘Goedemorgen.’
‘Dit is uw wereld.’
‘Lekker weertje, nietwaar?’
‘U hoort hier.’

‘ANNABEL!’
De stem was als een klap in het gezicht, en de vrouw schrok op uit haar trance. Voor haar stond iemand die niet in het plaatje paste. Geen permanent lachend figuur met witte kleren. Het was een kale man met een ronde bril en zwart pak. Zijn gouden ring fonkelde om zijn ringvinger. De naam was bekend, zo had haar moeder haar altijd genoemd. Ze keek de man geschrokken aan, wat deed hij hier?
‘Annabel,’ zei hij, zijn stem was laag en zacht, maar had een warme en lieve ondertoon. ‘Wordt wakker Annabel, het is tijd om te gaan.’
Een van de bewoners zag de man staan en ging tussen hem en Annabel instaan.
´Wat moet u?’ riep de man vijandig. ‘Een oud vrouwtje bang maken? Schaamt u zich niet!?’
De man wilde er iets tegen in brengen, maar het was alsof het hele dorp zich tegen de enige zwarte vlek in het dorp hadden gekeerd. De raaf kraste verbaasd en stapte naar achteren.
‘Hoe durft u!’
‘Een man van uw leeftijd!’
‘Ze heeft u niet nodig! Ze hoort hier thuis!’
‘U hoeft niet te bepalen wat goed voor haar is!’
De man wankelde toen hij onder de voet werd gelopen en langzaam verdween in de helderwitte massa. Ze zag nog net hoe zijn arm naar haar toe reikte, en toen samen met de ring werd verzwolgen. De menigte zwermde weer uiteen, maar er was niks meer te zien. De raaf was weggejaagd.

Het was zondag, en de vrouw had haar aan haar belofte gehouden.
‘Dames en heren,’ zei de pastoor. ‘Ik wil u bedanken voor uw aandacht, maar nu voor iets anders!’ Annabel zat met haar handtas op schoot in het midden van de kerk, haar eikenhouten wandelstok rustte op het bankje waar ze naast zat. Ze klapte beleefd toen de plaatselijke balletvereniging op het podium stapte. Een vrouw van middelbare leeftijd stapte het podium op, gevolgd door een rijtje huppelende jonge meisjes. De muziek begon te spelen en de meisjes dansten op de maat. Ze herkende de muziek, de mooie klanken, het deed haar aan iets denken.
‘Het zwanenmeer,’ fluisterde ze zachtjes. ‘Wat mooi, daar heb ik altijd al naartoe gewild.’
‘Dat weet ik.’
Ze draaide haar hoofd, naast haar zat de kale man, die haar strak in de ogen keek. De sfeer was weer gespannen geworden, de mensen in de kerk waren niet meer hun ontspannen zelf, maar zaten strak rechtop, hun hoofden draaiden langzaam naar de vrouw en de man, hun ogen waren slechts felrode stippen.
‘Annabel, je kent met toch nog wel?’
De man legde zijn hand op de hare, en toen wist ze het weer. Even wist ze weer hoe het vroeger was, een herinnering die van haar alleen was. Een herinnering die niet als dit dorp was. Ze zag een klein bruinharig meisje met wit jurkje en bijpassend hoedje met een kleine zwartharige jongetje spelen. Ze zag de twee in een boomhut, ze zag twee kinderen in de klas naast elkaar zitten. Ze zag de jongen een andere jongen een dreun geven, omdat hij het meisje beledigd had. Ze zag de twee dansen op het schoolfeest. Ze zag de twee picknicken, feesten en trouwen. De zwaan in haar prachtige jurk en de man in zijn mooie pak. Ze zag de man in het groen haar salueren en haar verlaten, de laatste keer dat ze hem levend zou zien. Ze voelde tranen over haar wangen stromen.
‘Ik zie het,’ fluisterde ze, de hele menigte was opgestaan en drom om de twee heen, maar Annabel bleef dit maal dicht bij de man.
‘Blijf bij die man vandaan! Hij kletst enkel lasterpraat!’ riep de marktkoopman.
‘Blijf hier Annabel,’ zei de pastoor. ‘Hier ben je veilig, je wilt niet in de boze buitenwereld zijn, het is er koud en eenzaam! Hier hoor je thuis!’
Annabel bleef angstig staan, ze wist niet wat ze moest doen. Twijfel en angst vulden haar hart, en dat allemaal door die man. Maar toch, de raaf had haar blijdschap bezorgt, de raaf had haar leven verrijkt.
‘Annabel,’ zei de man ernstig. ‘Je kunt met mij meekomen. Je kunt zo ver gaan als je wilt, maar je kunt nooit meer terug.’
‘Blijf hier mevrouw! Dit is een veilige haven!’
De man stapte naar de menigte toe, zijn zwarte vleugels beschermden haar van de rode ogen.
‘Hier tikt de klok steeds trager, men leeft hier in eeuwige onwetendheid, en ooit stopt het dorpje met bestaan, voor eeuwig versteend en verzwolgen door de mist.’
‘Luister niet naar die lasterpraat!’ riep de pastoor. ‘Hij is incompleet, hij bezorgt u angst en verdriet, wij zijn perfect, wij zijn alles wat u nodig hebt!’
‘Stilte!’ riep de vrouw. ‘Ik heb er genoeg van!’
ze greep haar wandelstok en stapte op haar beurt weer voor de raaf.
‘Ik snap het eindelijk,’ zei ze tot zichzelf. ‘Deze plek in niets meer dan een grote leugen!’
Ze haalde uit met haar wandelstok en sloeg tegen de muur van de kerk, die versplinterde in grote scherven en de mist achter de muur onthulde. De koopman liep op de man af, maar ze sloeg tegen de koopman met haar wandelstok, die explodeerde in een wolk van glinsterende scherven.
‘Wat doe je!?’ riep de pastoor. ‘Je wilt niet weten wat buiten dit dorp is! Er is daar niks voor jou! Dit is jouw wereld! Jouw plek! Wat maakt het uit als het niet echt is? Dit is beter dan de echte wereld!’
‘Spaar me je onzin,’ zei de vrouw boos. ‘Ik heb jaren in een kamer opgesloten gezeten, ik heb me altijd afgevraagd wat er buiten de mist was. Als ik hier blijf, kom ik nooit een stap verder! Het maakt me niet uit wat de realiteit is, het punt is dat je de waarheid in het gezicht moet kijken, hoe erg deze ook is!’
Ze haalde haar trouwring van haar vinger, gooide hem de lucht in en sloeg hem met haar wandelstok het altaar op. De pastoor dook weg en de ring raakte de muur achter hem, maar de kerk, het dorp en alle mensen versplinterden tot in het niets, alleen zij, de raaf en de verwilderde pastoor waren er nog. Maar de bijbel was onthuld een klembord te zijn, en zijn gewaad een labjas. Ze rukte ze duivelse slang van haar arm, wiens elixer bewezen had slechts een vergif te zijn. Het groene draad van haar leven schokte steeds minder vaak, als een vis die te lang op het droge had gelegen. De mist veranderde in rijen witte tegels, ze voelde zichzelf op een zijdezacht oppervlak liggen, zwarte gestaltes bogen zich over haar heen, velen bezorgd, anderen angstig. Maar achter de gedaantes zag zij de zon. De zon die je nooit zou kunnen aanraken, maar iedereen zou het proberen. Of je nou een ander als steun gebruikte of zelf vleugels van was maakte, iedereen zal proberen bij de zon te komen. De raaf spreidde zijn vleugels en schoot de lucht in, waar hij door de zon in vloog, en verzwolgen werd door het heldere witte licht. Ze strekte haar arm uit.
‘Harrie,’ zei ze verlangend. ‘Ik kom er aan!’
De zwaan spreidde ook haar vleugels en steeg op, de lucht in, op de zon af. Ze vloog het licht in, ze hoorde mensen haar naam roepen, maar ze keerde niet terug, want daar zou de mist weer terugkruipen, en haar opnieuw verzwelgen. Ze volgde de raaf en samen vlogen ze hoog boven de wolken, hoog boven de mist. Ze kon zo ver gaan als ze wilde, maar ze kon nooit meer terug.

EINDE


Bedankt voor het lezen...

Mocht je je trouwens afvragen waarom dit stukje niet is zoals de rest, dat is omdat ik er met mijn verslaving aan symboliek ook een symbolische reden voor heb:
De uitleg in het dorpje is veel helderder, omdat mensen altijd aannemen wat het meest logische is, de punt van dit verhaal gaat over het mooie van mysterie, hoe meer Annabel in de echte wereld is, hoe meer cryptisch het wordt, omdat de realiteit niet zwart en wit is, omdat de realiteit iets is wat je zelf moet uitvinden, iets dat anders is voor iedereen. En dat maakt het zo mooi.

Aangepast op feedback
Laatst gewijzigd door CasBuijs op 11 mar 2013 18:22, 1 keer totaal gewijzigd.
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Mooi vervolg! Ik miste op zich de schrijfstijl niet die je in de andere stukken had. Misschien omdat de mist er niet in het dorpje was en het dus ook niet nodig was ;)

Het verhaal vond ik intrigerend. En heb er zeker van genoten!
De mist was naar haar gekropen totdat het haar huid aanraakte. De mist was in een muur van witte tegels veranderd. De mist was een canvas geworden, een canvas waar het dorpje verschenen was.
Ik vind het jammer dat je drie zinnen achter elkaar begint met "De mist". Het maakt het een beetje eentonig.

In je eerste bericht kun je het boektekentje aanvinken, dan weet iedereen dat het af is en komt het uiteindelijk op de boekenplank terecht ;)

Goed geschreven!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
CasBuijs
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 29 aug 2012 15:42

Heel erg bedankt, dit is misschien een late reactie, maar dit was toch zeker een van mijn favoriete verhalen die ik heb geschreven. Ik weet niet of iemand dit vermoedde, maar dit verhaal schreef ik voor mijn oma, die aan alzheimer leed. Ik schreef dit verhaal om Mijn angst dat oma ons later niet meer zou herkennen, zover is het nooit gekomen, want ze is met pasen overleden. Dus schrijf ik deze reactie nog om iedereen die het verhaal gelezen heeft dubbel te bedanken, want ik heb Mijn verdriet en angst ermee een plaats kunnen geven.
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Gecondoleerd :( Sterkte!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”