Dit is een kort verhaal wat ik even geleden heb geschreven. Ik vond dit forum plotseling terug. Ik poste hier ooit fantasy verhalen (die ik overigens nooit afmaakte). Nu ben ik een aantal jaartjes ouder en ik heb al ruim drie jaar geschreven, dus de reacties zullen misschien anders zijn. ik ben benieuwd!
Leefbaar
“Leefbaar? Wat is dat dan precies?” vroeg Lydia, terwijl ze haar hoofd naar mij toe draaide. Soms was ik bang dat haar hoofd zich van haar schouders zou verwijderen als ik zag hoe moeizaam dat ging. Lydia was oud, bejaard zelfs. Mijn moeder had haar aan mij voorgesteld en gevraagd of ik af en toe wat klusjes voor haar zou willen doen. Ik had geaarzeld, maar denkend aan mijn geldnood had ik het baantje toch aangenomen.
Ik dacht even na. ‘Leefbaar’ was gewoon een uitdrukking. Voor mij hield het in dat er niets op de grond lag waarover ik zou struikelen en dat de lucht in de kamer veilig was om in te ademen. Voor deze vrouw zou het misschien iets heel anders betekenen.
“Wat betekent het voor u?” vroeg ik, bij gebrek aan een antwoord.
“Ik vroeg het aan jou.”
Het was een eigenwijs mens, deze Lydia. Af en toe kon ik haar oude, schriele nekje wel omdraaien. Maar ze kon het niet helpen, de gedachten in haar hoofd hadden nog maar zo weinig samenhang. De dementie nam steeds meer van deze vrouw weg. Daarom had ik zo opgezien tegen dit baantje, ik was niet zo goed in die beleefdheidspraatjes. Ik ging in gesprekken graag de diepte in. Dat was op een aantal heldere momentjes na voor Lydia simpelweg niet meer mogelijk. Ik keek haar kort aan voordat ik antwoord gaf.
“dat hangt ervan af. Ik bedoel simpelweg dat u hier veilig kunt leven.”
Ik keek haar niet aan en raapte een paar orthopedisch verantwoorde schoenen op. Ik haalde mijn neus op, deze schoenen waren duidelijk niet leefbaar.
“Maar dat is niet alles?” vroeg Lydia.
Ik haalde mijn schouders op en dacht na over iets wat ik ooit had gehoord op de middelbare school.
“Je zou het ook kunnen hebben over levenskwaliteit.”
De oude vrouw bromde iets als: “ja ja”. Ze ging er verder niet op in. Ze had het ondertussen voor elkaar gekregen volledig onderuitgezakt in de rolstoel te gaan zitten. Zo was het net een puber, die weigerde rechtop te zitten.
“Waar kunt u nou echt van genieten?”
Ik was oprecht nieuwsgierig. Ik had deze vrouw altijd professioneel benaderd, alleen haar leven op orde gehouden. Ik besefte opeens dat zij ook een karakter had, dat zij niet slechts een demente vrouw was. Maar ze reageerde niet op de vraag. Ze was verwikkeld in een strijd met haar stoel, vastbesloten toch weer een goede houding aan te nemen. Het leek alsof ze zich wilde voorbereiden op het geven van een sensibel antwoord.
“Wat zou u het liefst willen doen?” vroeg ik, subtiel van strategie veranderend. Ik was nu achter haar gaan staan, klaar om de kamer te verlaten.
“Een kopje koffie drinken.”
De oude vrouw glimlachte in zichzelf, haar linkeroog rolde iets opzij. Ze haalde rochelend adem en keek me verwachtingsvol aan. Ik zuchtte en duwde haar rolstoel voort.