
Ik lag op een harde grond, een stoep. Zachtjes raakte ik de grond aan, ik voelde de scherpe steentjes in mijn hand prikken. Trillend opende ik mijn oogleden en schemerlicht scheen zachtjes in een steegje.
Waar was ik? Wie was ik?
Ik legde een hand op mijn buik, mijn rok zat vol bloed. Langzaam draaide ik mijn hand rond in het schemerige licht.
Een lichte huid met krassen en bloed. Een zacht gehuil kwam uit een hoek, het werd harder en harder en ik voelde dat iemand iets op me legde. Een baby, met mijn schone hand voelde ik de zachte wangetjes van het kindje.
"Yara" fluisterde ik, waarom weet ik niet.
"Ach je kunt praten" bromde iemand. Een oude zwerver zat naast me geknield. "Een wonder dat je nog leeft."
"Waar ben ik?" mijn stem brak.
"Ach ik kan niet lezen dus ik heb geen idee" zei de man.
"Wat is er gebeurd?" waarom lag ik hier, helemaal in het bloed?
"Je bent aangereden door een koets, je was aan het wandelen met je baby ofzo" de zwerver bromde iets wat klonk als 'arme meid' "ik heb je van de weg gesleept anders lag je daar nu nog, en ik heb voor 'Yara' gezorgd."
Ik voelde dat Yara bij me hoorde, ze was blijkbaar mijn dochter. Verder herinnerde ik me niets.
De zwerver klopte op mijn hoofd "het is gevaarlijk om hier te zijn als zo'n mooi meisje, als ik jou was zou ik snel een baan zoeken en een rijke man."
Mijn hoofd tolde, ik verstond dingen en bergreep ze. Ik wist dat Yara mijn dochter was en ze zo hete. Maar voor de rest.
De man hielp me omhoog en zei: "En maak nu dat je weg komt hier, dit is een slechte buurt. Bij de rijke heren kun je vast een baan vinden." Hij hing Yara in haar bundeltje doek om me heen " als je een uurtje loopt kom je bij de herenhuizen, veel zoeken naar nieuwe dienstmeisjes."
Hij duwde me naar het einde van de straat klopte me op mijn rug en liep weg, de straat weer in.
Yara sliep terwijl ik liep. Mijn benen deden pijn en mensen staarden me na, je zag natuurlijk niet elke dag in de nette straten van Londen en bebloede vrouw lopen. Ik was er achter gekomen dat ik kon lezen. Een half uur geleden was ik de zwerver verlaten en was ik de slechte delen van Londen uitgewandeld.
Ik liep langs winkels en keek in de etalages. Ik zag een meisje dat ongeveer 17 was met een kindje om haar nek en een bebloede jurk aan. Lang grijs haar hing in vlechten langs haar magere wangen en groene ogen staarden haar spiegelbeeld aan. Ze had een smal koppie met een grote kras er over. Dit was ik, een naamloos persoon die nauwelijks volwassen was en rondliep met een baby.
Mijn voeten branden hevig en ik had honger.
"Nog een half uurtje " fluisterde ik tegen mezelf, ik hoopte dat het nog zo kort was en dan moest ik nog een baantje vinden. Ik besloot de raad van de zwerver op te volgen, dienstmeisje worden.
"Ga weg!!!" een vrouw in een lange mooie jurk rende uit de winkel " Stop met staren jij FREAK!"
Een schok ging door me heen, gekwetst keek ik naar de stoep.
De vrouw was rood en liep met grote passen naar me toe, ze hief haar hand op en sloeg me recht in mijn gezicht.
Pats, ik voelde haar hand gloeien op mijn wang.
"Wegwezen jij!! SCHOREM!!" de vrouw werd roder en ik rende weg.
Ik duwde mijn hand op mijn gezicht, de wond op mijn hoofd bloedde weer. Mensen staarden me na en riepen dingen als 'freak' en 'kijk naar dat wijf'. Een traan rolde over mijn wang, ik was niemand.