

Veel Leesplezier

Het Poppenhuis
Jack slenterde door de vochtige ruimte. Betonnen muren waren bedekt met mos en op sommige plaatsen waren zelfs barsten verschenen. Jack haalde diep in door zijn neus, hij kon de angst bijna ruiken, de angst die ook zijn vriend moest hebben gevoeld. Lange, zwarte snoeren hingen van het plafond, maar door de duisternis kon hij niet zien waar ze vandaan kwamen. Ooit hadden er mensen aan gehangen, en als meesteres van deze marionetten had ze hen gebruikt voor haar walgelijke zaakjes.
Lichamen zoals u maar wilt, wanneer u maar wilt!
Rekken met reageerbuizen stonden veilig achter slot en grendel. Jack had nooit gedacht dat zijn vaders stamcelonderzoek voor zoiets als dit zou worden gebruikt.
´Geef een mens macht en hij zal het misbruiken,´ mompelde Jack bij zichzelf.
Maar hij wist wat er was gebeurd. Iemand had een idee gekregen, de witte as lag er nog steeds. Plotseling waren de lichamen niet zo mooi meer. Nu was het een spookhuis, met alleen de geruchten die nog over waren. Of niet? Verschrikt keek Jack om en haalde zijn vertrouwde Corona tevoorschijn. De zilveren plasmarevolver glinsterde in het licht van het enige kleine raampje van de grijs met groene ruimte. Vanuit de achterkant van de ruimte hoorde Jack een gorgelend en kreunend geluid. Hij hoorde een enkele voet zichzelf door een plas water schuiven, waarnaar het andere moeizaam meegesleept werd. Jack verroerde zich niet en uiteindelijk kwam het schepsel moeizaam zijn gezichtsveld ingelopen. Je kon het nauwelijks nog menselijk noemen: Schimmel groeide praktisch over zijn hele lichaam en hij was spiernaakt. Het vreemdste aspect waren de spieren die vreemd en uit verhouding leken. Zijn linkerbeen was breed en dik, en op het ander kon hij nauwelijks staan. Het schepsel deed een vergeefse poging om Jack beet te pakken, maar het greep enkel verwoed om zich heen en Jack realiseerde zich dat het blind was. Hij richtte behoedzaam zijn revolver tussen de ogen van de arme ziel, in de hoop hem pijnloos uit zijn lijden te kunnen verlossen. Hij stond op het punt de trekker over te halen, maar hij werd verstoord door een vreemd zoemend geluid, dat leek op een oude computer die trachtte op te starten. Jack leek er minder aandacht aan te hechten dan de man, die angstig zijn handen tegen zijn oren drukte en trachtte weg te rennen, maar hij was blijkbaar vergeten dat hij maar op één been kon lopen en viel met zijn gezicht in de plas groene drek. Plotseling werd de man door iets groots opgetild en naar het plafond getrokken, waar het door de duisternis werd opgeslokt. Jack hoorde gesmoorde kreten en zag tot zijn afgrijzen bloed naar beneden druppelen. Hij aarzelde niet en maakte een soepele sprong naar achter. Hij hoorde een doffe bonk voor hem, wat erop duidde dat zijn aanvaller gemist had. Jack sprintte half slippend de kamer uit en maakte zijn weg door het uitgebreide gangenstelsel van de faciliteit. Zijn aanvaller leek elektronisch te zijn, hij moest een manier verzinnen om het uit te schakelen.
Misschien is er wel een controlekamer, dacht Jack bij zichzelf. Hij baande zijn weg een lange steile trap op, maar voelde plots iets haken achter zijn been. Een gevaarlijk uitziende zwarte klauw had hem beet bij zijn hiel en trok hem weer de trap af. Instinctief richtte Jack zijn revolver en loste twee helblauwe schoten naar beneden. Het licht van zijn schot verlichte de structuur van de robot een beetje, en Jack zag hoe hij de tentakel raakte. Deze ontplofte en barstte in tweeën, waardoor de grote klauw losliet. Hij krabbelde overeind en klom verder de trap op. Hij beukte zich door de houten deur bovenaan de trap en arriveerde in een nog grotere zaal dan eerst. Hij kon niet zien wat er vanbinnen te zien was, maar hij staarde opeens in honderden felle lampen, hij had de grote van de robot ruim onderschat. Duizenden klauwen aan tentakels schoten op hem af. Hij dook weg, maar voelde enkele klauwen zich aan zijn armen en benen grijpen. Met al zijn kracht richtte hij zijn pistool en schoot enkele klauwen los van zijn armen en wurmde zich uit de greep in zijn benen. Hij zag een deur en aarzelde niet. Hij sprintte zo hard als hij kon richting de zwarte deur en sloeg hem haastig achter zich dicht toen hij er doorheen was. Net op tijd.
‘De controlekamer,’ hijgde Jack opgelucht. Hij bofte ontzettend.
Hij greep de grote rode hendel in het midden van het controlepaneel, tegelijkertijd beukte een enorme arm zich door de deur en greep zijn rechterschouder. Jack trok en voelde de greep van de robot verslappen. Hij legde zijn hand sussend op de zwarte arm.
‘Stil maar,’ fluisterde hij. ‘Je mag slapen.’