Verraderlijke macht

The One Shot Club bestaat uit leden die elkaar opdrachten geven om een verhaal te schrijven. Zowel de aanvragen als de eindresultaten zijn hier te vinden!
Plaats reactie
Kira
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 24
Lid geworden op: 06 jun 2013 15:14

Dit verhaal heb ik geschreven naar de volgende opdracht:

Jouw HP is ridder in de middeleeuwen. Hij zelfs de rechterhand van de lokale Heer. Echter, deze heer is gezien de omgeving niet meer dan middelmatig in troepen en land. Je HP kan bij een andere Heer in diensttreden. Blijft hij loyaal als rechterhand, of kiest hij voor een sterkere en beter landheer?

Verraderlijke macht

Vlak voor de poort stond een paard stil. De ruiter stapte af en keek schichtig om zich heen. Als niemand hem zag, zouden hem ook geen lastige vragen gesteld worden. Hij liet zijn paard aan het begin van de stallen los, een staljongen zou hem wel opvangen.
Terwijl hij het kleine kasteel binnenstapte, draaide hij zich nog eens om en keek over de binnenplaats. De bomen en de vochtige aarde verspreidden de geur van verse regen. Het grindpad dat naar de poort leidde, lag er vredig bij. Dit was geen binnenplaats zoals de meeste anderen. Het was bescheiden, niet eens met stenen belegd. Toch had hij zich nooit eerder iets aangetrokken van de bescheidenheid ervan. Hij schudde zijn hoofd. Dit was niet het moment om sentimenteel te doen. Er wachtten belangrijkere zaken. Binnenkort zou hij deze plek nooit meer terugzien. Maar hij was ervan overtuigd dat hij dit zou vergeten wanneer hij in zijn nieuwe stad aankwam. Hij was er vandaag geweest en de omvang van het kasteel had hem verbaasd. Het was hem nog steeds een raadsel waar hij het aanbod om zich bij de heer van Leicester te vestigen, aan te danken had. Hij, de generaal van Loughboroughs niet al te indrukwekkende leger.
‘’Owen!’’ klonk het achter hem. Geschrokken draaide hij zich om. Zijn heer kwam de trappen afgedaald en keek hem lichtelijk verbaasd aan. ‘’Waar kom jij vandaan?’’ Er was niets van verwijt in zijn stem te horen.
Owen sloeg zijn ogen neer. Hij slikte. Het deed hem pijn om zijn heer te verraden, dat kon hij niet ontkennen. John van Loughborough was misschien niet degene met het meeste aanzien, maar hij behandelde hem als vriend. Dat was iets wat maar weinig landheren deden. ‘’Er gingen geruchten door Loughborough,’’ verzon Owen, ‘’iets over wat er morgen zou gebeuren. Maar het was niets, ik heb het gecontroleerd.’’
John glimlachte. ‘’Ik kan me geen betere raadgever wensen dan jou, Owen, altijd op de plaats waar je moet zijn.’’
Hij knikte, maar durfde zijn heer niet aan te kijken. Het voelde alsof het woord ‘verrader’ op zijn voorhoofd geschreven stond.
‘’Over morgen wilde ik het nog met je hebben,’’ ging John verder, ‘’is alles gereed?’’
‘’Alles is gereed,’’ bevestigde Owen. Morgen zou de laatste strijd zijn die hij voor Loughborough vocht. Niet dat ze een kans maakte om de strijd te winnen, het ging ook niet om iets belangrijks. Maar John had erop gestaan dat Loughborough zou vechten voor een klein stuk grond, om niet helemaal met zich te laten sollen. Na de strijd morgen zou hij opgehaald worden door soldaten van Leicester. Dit was zijn laatste avond in Lougborough.
‘’Goed,’’ met een tevreden glimlach draaide John zich weer om naar de trap, ‘’ik zie je morgen op het strijdveld.’’

Owen draaide zich om in zijn bed en zuchtte. In het donker waren nog net de vormen van zijn vertrouwde kamer te onderscheiden. Alles leek de vriendelijkheid van Loughborough uit te stralen, de vriendelijkheid van John. Hij sloot zijn ogen en probeerde de slaap te vatten.
Deed hij er goed aan om over te lopen naar Leicester? Hij zou stijgen in rang en aanzien. Hij zou daar echt belangrijk zijn. Het leek een droompositie, een kans die hij moest grijpen. Hij zou gek zijn als hij het niet deed. Toch vervulde de gedachte om Loughborough voor altijd achter zich te laten hem met pijn. Hij probeerde zich niet voor te stellen hoe John zou reageren als hij merkte dat zijn meest dichtbijstaande raadgever niet meer terugkwam. Het zou hem raken, dat wist Owen wel zeker. John was zelf een eerlijk man, oprechter kon niet. En hij zou zeker nooit verwachten dat hij hem dit aandeed. Hij zou het misschien niet eens geloven, tot hij na weken nog niet was teruggekeerd. Owen kon het zelf eigenlijk ook niet geloven voor het zover was.

‘’Mijnheer!’’ Er werd op zijn deur gebonkt. Moeizaam kwam hij overeind. Hij had pas een paar uur voor zonsopgang de slaap kunnen vatten. ‘’Mijnheer, uw harnas!’’
Hij brulde iets naar de deur en stond op. De zon stond al hoger dan ze nu moest staan, zag hij tot zijn schrik. Hij opende de deur en liet de schildknaap binnen.
‘’De troepen kunnen ieder moment vertrekken!’’
Owen zuchtte. Dat kon er ook nog wel bij vandaag. Toen maakte hij haast met het aantrekken van zijn wapenuitrusting.

‘’Owen,’’ zuchtte John opgelucht, toen hij aan het hoofd van de troepen verscheen. ‘’Ik ben blij dat je er bent.’’
Owen keek naar zijn heer. De manier waarop hij op zijn paard zat, was bewonderenswaardig. Hij wist dat ze weer een nederlaag tegemoet reden, maar hij bleef rustig. Zijn gezicht was vastberaden en nooit verloor hij zichzelf in jaloezie of nijd. Snel wendde hij zijn blik af. ‘’Het is tijd.’’
Het was niet ver rijden naar de plek waar slag zou worden geleverd. Het leger was ook niet groot en het zou al helemaal geen veldslag worden waar men over napraatte. Eigenlijk was het een lokaal conflict dat meer ging om het lef een leger te sturen, dan dat het werkelijk iets betekende.
‘’Owen?’’ Ze hielden halt tegenover het leger van de tegenstander. John keek hem vragend aan.
Het duurde even voor hij begreep wat zijn heer wilde. Natuurlijk, zoals altijd zou hij het leger toespreken voordat de strijd begon. Het duurde even voor hij de woorden kon vinden. Er rustte en druk op zijn schouders. Dit was de laatste keer dat hij voor het leger van Loughborough sprak. Hij moest een waardig laatste woord tegen hen zeggen.
Na zijn toespraak leek niemand iets bijzonders gemerkt te hebben. Of ze konden het erg goed verbergen, maar dat geloofde hij niet.
‘’Ten strijde!’’ schreeuwde hij. Met zijn zwaard vooruit gestoken stormde hij op de vijand af.
Hij vocht harder dan normaal, en ook roekelozer. Het leek alsof zijn schuldgevoel er minder door werd. John streed aan zijn zijde, hij verloor hem geen moment uit het oog.
Plotseling steigerde zijn paard. Owen rolde achterover uit het zadel. Daarna leek alles tegelijk te gebeuren. Twee grote hoeven kwamen op zijn gezicht af. John liet zich tegen de borst van het paard vallen, zodat het uitweek. Ondertussen klonk er een trompetgeschal vanuit het open veld. Het paard dat was uitgeweken, stapte met zijn hoef op Johns rechterarm. Owen kroop tussen een wirwar van paardenbenen door naar hem toe. Opnieuw klonk er trompetgeschal. De legers weken uiteen en hij rechte zijn rug om te zien wat er gebeurde.
Een troep soldaten die de vaandels van Leicester droegen, kwam hem tegemoet over het leegstromende slagveld.
‘’Nee,’’ fluisterde Owen verward. Hij keek weer naar John. ‘’Nu nog niet.’’
John hief zijn hoofd met een pijnlijk gezicht op en keek hem aan. ‘’Wat is er aan de hand?’’
‘’Niets… Ik.. Ik ben zo terug.’’ Hij sprong op en trad de soldaten van Leicester tegemoet. Toen hij overeind stond, stonden ze pal voor hem.
‘’Generaal van Lougborough?’’ vroeg een jonge man hem.
Hij knikte.
‘’Het is tijd. Er is een paard voor je gezadeld, je moet nu meekomen.’’ Er werd een wit paard zonder ruiter naar voren gestuurd.
Vertwijfeld pakt Owen de teugels vast. Hij haalde diep adem en keek om naar John. Toen schudde hij zijn hoofd en gaf de teugels aan de man op het paard. ‘’Breng de heer van Leicester mijn excuses.’’ Zonder een antwoord af te wachten draaide hij zich om en liep terug naar John. Hij hielp hem aan zijn ongewonde arm overeind. ‘’We gaan naar huis.’’
Hij wist niet wat er gebeurd zou zijn als John zijn leven vandaag niet voor hem gewaagd had. Hij wilde het ook niet weten. Dit zou toch niet meer gebeuren.
Words find their way, from our fantasy through our past. But we have to write them at last. Only then can a story be.
The words are already in my head for ages. Still I am afraid to write them down, to release what's only mine.
It needs time.
Blieje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1444
Lid geworden op: 02 apr 2013 22:57

Leuk verhaaltje! Goed aan de opdracht gehouden!

Groetjes Blieje :super
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
dancing in the sun
Vulpen
Vulpen
Berichten: 390
Lid geworden op: 27 sep 2011 18:43
Locatie: You can't buy a house in heaven.

Mooi verhaal, en je hebt je inderdaad goed aan de opdracht gehouden! Top. :)
Ik vind het einde erg mooi.

Er valt erg weinig aan op te merken. Naar mijn mening ging het gedeelte nadat Owen van zijn paard afvalt iets te snel en was het een beetje onoverzichtelijk - maar ik ben dan ook een redelijk onzorgvuldige lezer.
Persoonlijk zou ik de laatste paar alinea's iets uitgebreider schrijven. Niet omdat het onduidelijk is, maar omdat de spanningsboog een beetje 'boem pats' is afgebroken. Ik vind dat het verhaaltje iets te abrupt is afgelopen.

Kijk maar wat je ermee doet. Al met al vind ik het een goede one shot. :)
Truth be told, I miss you.
And truth be told, I'm lying.
Kira
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 24
Lid geworden op: 06 jun 2013 15:14

Dank jullie.

Dat zou wel eens kunnen kloppen wat je zegt, over dat de laatste alineas nogal haastig zijn. Ik zat daar namelijk zelf nogal krap omdat ik te veel woorden had. Ik probeer mijn one shots altijd zo min mogelijk woorden te houden omdat het niet gaat om achtergrondzaken, maar dat was in dit geval misschien niet helemaal goed.
Ik ga er nog even naar kijken.
Words find their way, from our fantasy through our past. But we have to write them at last. Only then can a story be.
The words are already in my head for ages. Still I am afraid to write them down, to release what's only mine.
It needs time.
Plaats reactie

Terug naar “The One Shot Club”