Lucard

Hier vind je alle voltooide, overige verhalen!
Plaats reactie
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

geen idee of het iets goed is. ben er ook nog maar net aan bezig.
--------------------------------

Emma leunt zuchtend naar achter. Eindelijk is haar huiswerk af. -Man, die van Aardrijkskunde had een slechte bui vandaag. Anders gaf ze niet zo veel huiswerk-
Dan roept haar moeder. “Emma! We gaan eten!”
“Ik kom!” Ze zucht nog eens en kijkt op haar kalender. Morgen is het dertien oktober. En dat is de dag van het jaar dat er wel iets gebeurt. Tot nu toe waren de dingen die gebeurden nooit goed. Ze rilt.
“Emma! Het eten wordt koud!”
“Ik kooom!” ze kijkt nog een keer naar de kalender en verlaat haar kamer.

De volgende morgen is het al zo ver: ze mist de bus. Dus moet ze te voet naar school. Want wachten op de volgend gaat niet. Een half uur later komt ze aan op school. De bel is al lang gegaan dus rent ze naar de klas. Gelukkig, denkt ze, de leerkracht is er nog niet. Ze gaat naar haar plaats, helemaal aan het raam in de hoek vanachter.
“Ah, Emma! Ben je weer te traag geweest?” Emma bevriest. -Toch niet weer die Simon. Hij laat me ook nooit met rust- denkt ze geïriteert. Omdat Emma de traagste in lopen is en Simon de snelste bij turnen maakt hij daar opmerkingen over. -Het is ook het enigste waar hij opmerkingen over kan geven- denkt ze, -want in al de rest ben ik namelijk het beste-
“Blijkbaar zijn haar hersens zo traag dat ze lang moet wachten om een woord terug te zeggen.” De groep rond Simon lacht mee. Emma draait zich om en opent haar mond maar schud haar hoofd.
“Wat schud je met je hoofd?”
“Ik ga mijn woorden niet aan jou vuil maken.” Zegt Emma en ze zet zich op haar plaats. Dan komt de leerkracht binnen. Iedereen gaat achter zijn stoel staan.
“Goede morgen allemaal.”
“Goede morgen mevrouw Eriks.”antwoord iedereen in koor.
“Ga maar zitten.” Iedereen gaat weer zitten. De leerkracht kucht en iedereen kijkt naar haar. “Voordat we met de les beginnen moet ik jullie aan iemand voorstellen.” Ze wenkt en er komt een jongen de klas binnen gestapt. Emma bekijkt hem. Hij is slank van figuur, wat gespierd en zijn gezicht is geweldig knap. De andere meisjes beginnen te giechelen en te fluisteren tegen elkaar.
“Lucard is een nieuwe leerling. Hij is ouder dan jullie omdat hij een hele tijd niet naar school is geweest en daarom moet hij de leerstof in halen.” Lucard kijkt de klas rond.
“Waar zou je willen zitten?” vraagt mevrouw Eriks aan hem. Verschillende meisjes steken hun hand op en roepen ‘ naast mij is nog plaats’. Lucard stapt zonder iets te zeggen door de klas en stopt bij de bankt waar Emma zit.
“Emma, vind je het goed dat jij naast Lucard gaat zitten? Jij bent toch de snelste leerling qua snappen van de leerstof. Je kunt hem wat helpen.” Mevrouw kijkt haar glimlachend aan en Emma haalt haar schouders op. Als ze allemaal zitten beginnen ze met de les. Al snel merkt Emma dat Lucard de leerstof al kent.
-Waarom zit hij hier dan?- Ze kijkt schuin naar hem.
-Hij is vreemd. Hij zegt niks, hij zit hier omdat hij een tijd niet naar school geweest is en moet de leerstof in halen, maar ik zie dat hij die al zeer goed kent. Waarom is hij niet naar school geweest? En hoe oud zou hij zijn?- vraagt ze zich af. Dan kijkt hij opeens naar haar. Hun ogen ontmoeten elkaar. Emma kijkt verschrikt voor zich. Hij blijft naar Emma kijken en stil aan begint ze rooie wangen te krijgen. Tot haar opluchting gaat de bel. Iedereen stormt de klas uit.
“Emma en Lucard? Zouden jullie even hier willen blijven?”
“ja mevrouw.” De klas is leeg.
“Emma, zo als ik daar net zei weet Lucard niet de leerstof. Ik wil dat jij hem bijles geeft.” Zegt mevrouw. -Bijles?- denkt Emma verbaasd, -Hij kent toch alles?- Ze vind niet dat zij er iets over moet zeggen dus gaat ze akkoord.
“Euh, ja. Als jij dat ook goed vind, Lucard.” Emma kijkt vragend naar hem. Hij blijft gewoon naar haar staren en knikt bijna niet zichtbaar ja. Mevrouw klapt in haar handen.
“Oké. Iedere dag na school mag je deze klas gebruiken. Ga nu maar naar de speelplaats.” Zegt mevrouw Eriks. Emma stapt de klas uit en gaat naar haar vriendinnen Die buiten staan te wachten.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 10 jun 2013 11:58, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

“Ik heb gehoord dat er een nieuwe jongen in jullie klas zit.” Zegt Tine. Emma knikt.
“Hm. Ik zit naast hem.” Zegt ze rustig.
“Wie is het?” vragen haar vriendinnen nieuwsgierig. Ze kijken de speelplaats rond.
“Hij daar,” Emma wijst naar Lucard, “Die jongen die in de schaduw staat.”
“Wauw! Zo een knappe! En jij zit naast hem? Gij hebt geluk.” Zegt Tine jaloers.
“Hoe heet hij?” vraagt Karla.
“Lucard.” Zegt Emma verveeld.
“Oh, dat is een mooie naam.” Zegt Ester, die bijna alle jongens namen mooi vind. Emma kijkt Ester spottend aan.
“Vind je dat een mooie naam? Ik vind hem raar. Weet je, hij is helemaal raar.”
“Kom Emma. Wees eens vriendelijk. Hij is nieuw.’
“Weet ik. Ik zit bij hem in de klas.” Ruth draait met haar ogen.
“Zo ga je nooit een lief krijgen.”
“Moet ik ook niet hebben. Je hebt daar niks dan problemen mee.”
“Hoe kan je dat weten als je er nog nooit één hebt gehad?” Emma draait zich verschrikt om. En ja hoor, daar staat Christien. “Ben je niet blij om me te zien?” vraagt Christien met een brede grijns.
“Niet echt. Ik heb wel wat beters te doen dan op zo een mottig gezicht te staan kijken.” Antwoord Emma met een even brede grijns op haar gezicht.
“Wat zei je daar?”
“Niks.”
“Oh jawel." zegt Christien neidig. "Nou, moet jij eens goed luisteren. Ik laat me niet door een kind van een klas lager dan mij uitmaken.” Er staan opeens twee jongens naast haar en pakken Emma vast.
“Ook al ben je een meisje, we zullen je niet ligt aan pakken.” En daar slaat er één haar vlak in het gezicht. Maar Emma zet haar tanden in die zijn hand.
“Auw, Ze heeft me gebeten.”
“Daar zul je voor boeten.” Dan gaat de bel. Emma zucht, gered door de bel. De rest van de dag verloopt rustig. Die avond moet ze geen bij les geven. Emma mist weer de bus en gaat dus te voet naar huis. Maar dan wordt haar weg versperd.
"Zo, zo. Ben je alleen? We hebben nog een rekening met jou te verheffen."
"Stuur die rekening dan maar mijn moeder. Ze zal het geld geven."
"En nog een grote mond ook." Ze stappen op haar af en sluiten haar in. Ze krijgt een duw in haar rug en valt. Ze beginnen haar te schoppen. Emma rolt zich op en sluit haar ogen. Opeens stopt het schoppen. Emma opent haar ogen en ziet dat er iemand voor haar staat. De persoon kijkt de jongens recht in hun ogen aan.
"Wat moet jij hier, nieuwe?" ze ziet dat het Lucard is.
"Geef antwoord! Je hebt niks met dit te maken dus hoepel maar op." Maar Lucard blijft hen maar aan staren. Zijn gezicht beweegt niet en de jongens beginnen zich wat ongemakkelijk te voelen.
"Kom, ze is het niet waard om voor te vechten." zegt één ven hen en de jongens vertrekken. Emma staat at wankelend recht.
"Zeg, bedankt. Maar waarom ben je hier eigenlijk? Neem je de bus niet?" Lucard kijkt haar aan met de zelfde blik als dat hij de groep jongens aan had gekeken. Er loopt een rilling over haar rug. Wat een ogen. Net als in de klas. Zo, ja hoe moet je dat noemen? Zijn blik zo dood, ja dood is de juiste benaming. Er zit geen greintje emotie in. Ondertussen heeft Lucard zijn blik van haar af gewend en is al verdwenen om de hoek. Emma kijkt verbaasd naar de hoek. Hoe is hij in hemelsnaam zo snel daar geraakt? Ze haalt haar schouders op en gaat weer richting huis.

Zo als ze had verwacht was haar moeder dood ongerust.
"Waar zat je?" vraagt haar moeder, maar ze slaat haar hand voor haar mond als ze Emma’s vuile kleren en de bult op haar voorhoofd ziet. "Ben je weer lastig gevallen door die jongens?" Emma knikt.
"Maar deze keer was er iemand die ze tegen hield." zegt Emma terwijl ze aan de keukentafel gaat zitten.
"Wie?"
"Hij is nieuw op school. Ik zit naast hem en moet hem bij les geven na school."
"Ah, een nieuwe jongen? En, wat voor iemand is hij? Hoe oud?" Haar moeder verzorgt ondertussen haar blauwe plekken.
"Hij is vreemd, draagd pikzwarte kleren. Hij is een jaar of twee ouder dan mij en hij zegt geen woord, zijn blik is dood." Emma’s moeder kijkt verbaasd
"Dood?"
"Ja, zo noem ik het toch, man die gasten zijn gevlucht voor die blik. Er zit geen greintje emotie in. Ik vroeg hem iets en bedankte hem en hij staarde me toen aan. Ik kreeg er kippenvel van. Nu nog als ik er aan denk."
Haar moeder lacht.
"Denk er dan niet aan. Volgens mij heb je het je maar ingebeeld. Ga maar aan je huiswerk denken. Ik zal je roepen als we gaan eten." Emma pakt haar boekentas en gaat naar haar kamer. Maar erg veel aan haar huiswerk denkt ze niet. Nu dat ze nog eens goed nadenkt zat er wel wat emotie in die blik. Maar een emotie die ze in haar leven nog nooit zo sterk heeft gezien: afgunst. Het leek wel als of hij van me walgde. Maar waarom? --Ruik ik dan zo vies? Nee dat kan niet, ik heb me nog maar van de ochtend gedoucht. Ik zal het hem morgen eens vragen- Ze bekijkt haar huiswerk en begint er aan.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Emma had zo slecht geslapen dat ze de bus weer miste. Onderweg naar school vraagt ze zich af waarom ze zo slecht geslapen heeft. -Ik dacht aan Lucard- Ze schud rap die gedacht weg. Nee, aan hem denkt ze niet. hij is raar. Niet alleen zijn naam, maar zijn uiterlijk en zijn lichaamsuitstraling zijn raar. Ze zucht -nu denk ik toch aan hem. Waarom? Hier voor dacht ik nooit aan een jongen- ze schud haar hoofd en begint te lopen.

Ze komt weer net op tijd. Als ze de klas binnen gaat ziet ze dat Lucard er al is. Ze wandelt naar haar bank en denkt vlug na wat ze tegen hem kan zeggen. Hij heeft uiteindelijk haar gisteren geholpen.
"Euh, goede morgend, Lucard." Hij wendt haar nog geen blik. Hij staart maar naar zijn bank.
"Zeg, nog eens bedankt voor gisteren." Nu kijkt hij haar aan. Emma slikt.. wat een ogen. Het begint haar te duizelen. Net als ze flauw dreigt te vallen springt Lucard recht en vangt haar op. Emma knippert met haar ogen. Dan merkt ze dat ze in de armen van Lucard ligt. Ze begint hevig te blozen en springt recht.
‘Oh, het spijt me. Ik heb slecht geslapen." Hij kijkt haar maar aan, pas wanneer de leerkracht binnen komt draait Lucard zich om en zet zich weer neer aan de bank. Emma kijkt hem aan en zet zich ook neer.
"Waarom spijt het jou? Jij hebt toch niks mis dan?" hoort ze een stem naast haar. Ze kijkt verbaasd naar Lucard en Lucard kijkt haar aan. Ze blijven zo even zitten.
"Neem allemaal jullie boek op pagina 120." zegt de leerkracht, Lucard wendt zijn blik af en kijkt voor zich. Tijdens de les dwalen Emma’s gedachten weg. -Hij praat tegen mij en even later negeert hij mij. Hij is echt raar- Daar straks toen ze in zijn armen lag had ze hem eens goed bekeken. Zijn haar is vrij lang en pik zwart. En wat nog vreemder was hij draagt oorbellen. Ze heeft ooit wel eens een jongen met één oorbel gezien. Maar nog nooit eentje die er twee draagt, en dan nog kruisen. En hij draagt er ook een rond zij nek. Wie draagt er in deze tijd nu een kruis? Is hij soms gelovig? Dan hoort ze dat de leerkracht haar roept.
"Ja, mevrouw?" de leerkracht kijkt haar vragend aan.
"Weet jij het antwoord op vraag 4?’ Emma kijkt op haar blad.
"Nee mevrouw."
"oké, wie weet wel het antwoord?" H

et antwoord hoort Emma al niet meer want ze is weer in haar gedachten verdiept. Tijdens de middag pauze hangen er weer een hele hoop meiden rond Lucard. En de volgende dag ook en die daarna, steeds meer en meer. Ook komen er steeds meer nieuwe jongens bij. Op een dag komt er weer een nieuwe leerling en hij is helemaal het zelfde gekleed als Lucard. En heel de dag hangt hij rond samen met Lucard. De volgende dag is er weer een nieuwe leerling en ook die voegt zich bij Lucard. Na een week houd het op bij tien nieuwe leerlingen en het zijn allemaal jongens, geen één meisje. Iedere dag komen ze tegelijk met Lucard naar op school. Vanaf dat ze de poort binnen stappen hangen de meiden rond hen. Maar het intresseseert Lucard blijkbaar niets, hij negeert ze allemaal. Nou, negeren kan je niet echt noemen, want als er eentje iets vraagt geeft hij wel antwoord, maar dat is ook al. Emma kijkt toe van een afstand, want ook haar vriendinnen hangen rond hem.
-Waarom?- Die vraag stelt ze zich zelf heel vaak. Zelf vind ze de groep van Lucard niet speciaal. Het zijn allemaal jongens in het zwart en dragen een kruis rond hun nek, Lucard is de enigste die oorbellen draagt. Ze zijn allemaal vrij lang en smal, en hun gezichten zijn geweldig knap. Dat is alles. Er zijn nog meer gasten die zo zijn, maar daar hebben ze geen oog voor, die hysterische meiden. Dan gaat de bel.
Emma zet zich op haar plaats. De plaats naast haar is weer leeg, Lucard deed het zo goed dat hij door mocht en nu zit hij twee jaar hoger dan haar. Ook al negeerde hij haar, toch mist ze hem als buur. Het was de eerste keer sinds een paar jaar dat er iemand naast haar had gezeten. Ze denkt terug aan die ene avond dat hij haar gered had van die gasten. Waarom was hij daar? de leerkracht kijkt naar haar en roept haar naam. Pas na drie keer hoort Emma haar.
"Ja mevrouw?"
"Je let weer niet op."
"Sorry mevrouw."
"Blijf je vanavond maar na." Emma knikt zuchtend.

Wanneer de laatste bel gaat vertrekt iedereen naar huis, behalven Emma.
“Waarom moet mij dit toch altijd over komen. Het is allemaal die Lucard zijn schuld.” Mompelt ze.
“Wiens schuld?” Emma springt van schrik recht. Naast haar zit er een jongen die ze nog nooit gezien had. Hij is net als Lucard lang en heel knap, maar deze jongen kijkt vriendelijker en heeft blond haar en groen achtige ogen. De leerkracht kijkt haar vragend aan.
"Gaat het, Emma?" Emma verontschuldigt zich en gaat weer zitten. -Zie je nu, Emma, je begint nog gek te worden door Lucard-. Dan klinkt weer die stem.
“Jij, gek? Word je gek? Door wie?”. Emma kijkt naast haar en ziet dat de jongen haar nu ook aankijkt.
“Zeg, wat doe jij raar. Eerst spring je recht en dan begin je, je hoofd te schudden. Ik moet straks nog geloven dat je echt gek wordt.” Lacht de jongen.
“Wie ben je?” De jongen glimlacht.
“Nou ik ben een vriend.”
“Een vriend?” vraagt Emma verbaasd.
“Ja, wat is daar mis mee?”
“Wel, eh. Ik ken jou helemaal niet, ik heb je zelfs nog nooit gezien. Hoe kan je dan een vriend van me zijn?”
“Ik heb je al een tijd in de gaten en die nieuwe jongens ook.” Nu kan Emma haar oren niet geloven.
“Je zegt dat Lucard en zijn groep me al lang in de gaten hebben?” De jongen kijkt haar verwondert aan.
“Waarom denk je anders dat de leider zelf naar deze school komt na zo veel tijd nergens naar toe gegaan te zijn?” Emma snapt er nu niets meer van. De jongen ziet dat ze het niet snapt.
“In ieder geval, maak je er nu geen zorgen over, als er iets is ben ik er altijd.” Emma wil nog iets vragen, maar dan staat de leerkracht recht.
"Oké, jullie mogen gaan." Emma naast zich en ziet dat de jongen al weg is.
"Emma, kom eens hier." De leerkracht roept haar. "Voel je, je wel goed? Je deed nog al raar."
"Er zat een vlieg, en die was lastig." De leerkracht kijkt haar aandachtig aan en laat haar dan maar gaan.

Emma verlaat de klas. Nu zit ze nog met meer vragen. Wie was die persoon die naast haar zat? En wat bedoelde hij met een vriend van haar te zijn? Als ze buiten komt ziet ze dat de groep van Lucard bij de poort staat. -Net wat ik nodig had- denkt ze sarcasties. Emma ademt diep in en loopt dan door. Ze kijkt niet één van de groep aan en kijkt recht voor zich. Dan opeens struikelt ze en valt recht in de armen van één van de jongens. Emma stelt zich rap recht en verontschuldigd zich. Wanneer ze door wil stappen pakt de jongen haar hand vast.
"Waarom zo een haast? Je hebt je verwond, kom dan zal ik het verzorgen." Emma kijkt de jongen aan. Hij heeft een knap gezicht, en heeft vuur rood haar. Emma moet toe geven dat hij erg knap is, maar die blik in zijn ogen is raar. Emma's knie bloed en wanneer de jogen haar been vast pakt wordt hij weg geduwd door iemand anders. Emma kijkt op en ziet Lucard.
“Zeg, Luc, waarom duw je hem weg?” zegt een andere jongen.
“Ja, ik wil haar verzorgen, of mag dat niet?” vraagt de rood harige jongen, maar in plaats van antwoord te geven staart Lucard hem recht in de ogen.
“Oh, nu snap ik het. Je wilt haar voor je zelf houden. Is dat onze dank om je te volgen? We mogen haar niet eens aan raken!" Een paar jongens grijpen hem vast en trekken hem weg bij Lucard en Emma. Pas als de jongen gekalmeerd is kijkt Lucard naar Emma. Hij pakt zijn zakdoek, geeft die aan haar en stapt dan, zonder één woord te zeggen, samen met zijn groep weg. Emma blijft nog even zitten met de zakdoek in haar hand en in plaats van de zakdoek op haar wond te leggen, stopt ze hem in haar zak en pakt een papieren zakdoek uit haar rugzak.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Vreemd, wat is er met Emma dat haar bijzonder maakt? ik zal het wel lezen
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

“Jij bent laat thuis.” Emma’s moeder zit aan de keuken tafel te lezen als Emma binnen komt
“Sorry, maar ik moest na blijven en ik was dan nog eens gevallen. Gelukkig was er een jongen en die was zo vriendelijk om mij op te vangen en mij een zakdoek te geven.” Haar moeder ziet de schaafwond.
“Kom, dan zal ik het verzorgen.” Terwijl dat ze aan de tafel zitten, praten ze over van alles.

“En, hoe zit het nu met die Lucard? vraagt haar moeder.
“Ach, zwijg me er van. Hij doet echt raar, eerst zat hij naast mij en negeert me, en dan mocht hij opeens twee jaar hoger gaan. Hij brengt allemaal nieuwe jongens mee en ze zijn allemaal in het zwart gekleed en dragen een kruis rond hun nek als ketting, Lucard zelf draag dan ook nog eens oorbellen in de vorm van kruisen.” Haar moeder moet glimlachen.
“Wie weet zijn ze een nieuwe sekte.”
“Wel, dan mogen ze van mijn part ook hun sekte vormen op een andere school. Sinds dat zij er zijn kan geen enkele meid meer normaal doen. Ze komen nog maar de speelkoer op of al de meiden gaan naar hen toe en vallen bijna flauw als een van de jongens met hun praat of nog maar gewoon naar hun kijkt.”
“Och meisje toch, let er maar niet op. Misschien kan je eens uit zoeken waarom ze zo aanbeden worden door de andere meiden.”
“Dat meen je toch niet, mama!” roept Emma.
“Toch wel, ik merk dat je gedrag verander is sinds die jongen op school is gekomen. Je zit al tijd met je hoofd in de wolken, je slaapt nog slechter en je klaag als maar door over die Lucard en zijn bende.” Daar moest Emma haar moeder wel gelijk in geven. Wat ze ook probeert, ze denkt iedere keer weer aan Lucard.
Emma gaat naar haar kamer en neemt een blad papier. Ze schrijft allerlei punten op waardoor de meisjes die jongens zo mooi vinden. Even later heeft ze een hele lijst met voor- en nadelen. “Amai, ik had nooit gedacht dat de lijst zo groot ging zijn.” Zucht ze. Als ze de lijst nog eens leest snapt ze waarom die meiden Lucard en zijn groep zo super vinden. Maar waarom zijn ze eigenlijk naar deze school gekomen? Dat wil ze graag weten. Ze hadden even goed een andere school kunnen nemen, een veel grotere school. De school waar Emma nu zit is erg klein en er zitten niet veel leerlingen. -En toch kiest die Lucard er voor om juist naar deze kleine school te gaan met z’n groep.–
-‘Ik heb je al een tijd in de gaten en die nieuwe jongens ook.’– Emma schud haar hoofd. Waarom denkt ze nu aan die woorden van die rare jongen? Hoe kan Lucard haar nu al lang in de gaten hebben als ze hem niet eens kent?
–‘Waarom denk je anders dat de leider zelf naar deze school komt na zo veel tijd nergens naar toe gegaan te zijn?’– de woorden galmen in haar hoofd. Emma werd haast al gek van al het piekeren over Lucard en dan komt die vreemde jongen er ook nog eens bij. Ze besluit om vroeg naar bed te gaan, want ze kan zich toch niet concentreren op haar huiswerk. maar veel slapen doet ze niet. De hele nacht ligt ze te woelen en te dromen over Lucard en die blonde jongen. Als ze de volgende ochtend wakker word herinnerd ze zich nog maar één droom. Ze droomde over de val van gisteren avond en dat die rood harige jongen haar been vast pakte. Wanneer ze naar zijn tanden keek zag ze dat hij scherpe hoektanden had. Nu dat ze er aan denkt, Lucard en zijn groep lijken wel op die verhalen van vampiers. Maar die bestaan toch niet? Ook al was het maar een nachtmerrie, ze besluit toch om het te onderzoeken.

Als ze haar uniform aantrekt voelt ze iets in haar zak. Ze kijkt en ziet dat het Lucards zakdoek is. –die moet ik straks direct terug geven. – denkt ze. Buiten haalt ze net de bus en is voor een keer dus op tijd op school. Ze kijkt of ze Lucard ziet, maar ze ziet hem nergens. Dus besluit ze om tot de middag te wachten. Tijdens de les probeert ze zo goed mogelijk op te letten. Maar dan komt de leerkracht van Lucards klas het lokaal binnen gestormd.
“Mevrouw Eriks, één van uw leerlingen is mijn les binnen gestormd en wil niet weg gaan voor dat één van mijn leerlingen hem zijn excuses aanbied.” Tot haar schrik merkt Mevrouw Eriks nu pas dat er iemand mist. Meteen gaat mevrouw Eriks mee, en omdat niemand anders voor de klas kon zorgen moeten ze mee. Als ze het ander lokaal binnen komen ziet Emma dat de groep nieuwe jongens zich beschermend voor Lucard heeft gezet en dat de jongen van haar klas er voor staat.
“Hoe durf je hem aan te vallen!” roept de rood harige jongen, die gisteren Emma had opgevangen. Emma ziet dat Lucard een rode plek op zijn wang heeft en ze krijgt medelijden met hem, want het ziet er erg pijnlijk uit. Nu herkent Emma de jongen: het is Rick. Rick staat te beven van woede.
“Nee, hoe durven jullie mijn vriendin zo te vernederen!” roept Rick terug.
“We kennen jou vriendin niet eens, hoe kunnen we haar dan vernederen?” zegt de rood harige jongen, nog steeds kwaad. Rick wijst naar Lucard.
“Mijn vriendin is een grote fan van jou, laatst had ze speciaal voor jou een lunch gemaakt. Toen ze het aan jou gaf nam je het aan en wat was ze in de wolken. Maar even later kwam ze wenend naar me toe, en raad eens waarom? Ze was gaan kijken of je het allemaal had opgegeten, maar ze vond de lunch, onaangeroerd, in de vuilbak! Ze voelde zich vernederd, weet je dat? Ze is er nu nog niet goed van! Daarom wil ik je excuses!” Even is iedereen stil, maar dan begint de rood harige te lachen.
“Is dat alles? Gewoon een stomme lunch die in de vuilbak gesmeten is geweest? Weet je, eigenlijk moet jij je excuses aanbieden. Je hebt hem geslagen zonder een echte reden.” Zegt de rood harige jongen lachend.
“Zeg rooie, ik had het niet tegen jou.” De rood harige jongen stopt met lachen en kijkt nu woedend.
“Hoe noemde je me?” sist hij woedend tegen Rick.
“Wat? Ik ken je naam niet en dus noem ik je rooie. Je bent de enigste met rood haar dus dan weet je tegen wie ik het heb.” Wanneer de jongen Rick wil slaan, legt Lucard zijn hand op de schouder van de jongen. die kijkt naar Lucard.
“ Kom op! Ik wil gewoon hem laten voelen dat…” maar Lucard kijkt hem nu doordringend aan en meteen geeft de jongen het op en gaat naast Lucard staan. Lucard wend zich naar Rick. “Het spijt me dat ik haar zo gekwetst heb. Ik krijg zo veel lunches van de meiden dat ik ze niet allemaal kan op eten. Maar als ze het nog eens wil proberen, zeg haar dan dat ik het deze keer zeker zal op eten.” Rick kijkt stom verbaasd naar Lucard en ok de anderen zijn verbaasd. Vooral Emma had niet verwacht dat Lucard zijn excuses zou bieden voor zo een domme lunch. Stammelend zegt Rick dat hij er mee akkoord is en gaat dan met zijn klas mee. De rest van de tijd hebben ze geen les, want Mevrouw moet met Rick naar de directeur en van alles regelen.

Dan gaat de middagbel. Meteen gaat Emma op zoek naar Lucard en zijn groep. Even later ziet ze de groep, maar Lucard is er niet bij. dus zoekt ze verder. Ze zoekt heel de speelplaats af en vind Lucard op het grasveldje. Ze stapt naar hem toe en gaat naast hem zitten. Als ze naar hem kijkt ziet ze dat hij haar aan kijkt. Meteen kijkt ze weer weg.
“Euh, ik kwam je zakdoek terug geven. En ik..” Emma haalt diep adem “Ik wil je nog bedanken voor gisteren avond. Dat was alles.” Ze staat recht en wil weg gaan.
“Waarom blijf je niet even?” hoort ze hem tot haar verbazing vragen. Even twijfelt Emma om door te gaan, maar dan zet ze zich toch weer neer. Zo zit ze stil naast hem, terwijl Lucard languit in het gras ligt, met zijn ogen dicht. Heel voorzichtig bekijkt Emma hem eens. Hij is niets veranderd, nog steeds is hij lang, smal, zwart haar, draagt zwarte kleren, heeft een kruis als ketting en als oorbellen.
“Ben ik zo interessant?” vraagt hij. Emma schrikt en kijkt weer voor zich.
“Niet echt. Misschien vinden die andere meiden je interessant, maar ik weet het niet.” Ze pakt haar fles water en wil drinken, maar denkt dan opeens aan de plek waar Rick hem geslagen had.
“Heb je eigenlijk al ijs op die plek gelegd?” vraagt ze, maar ze ziet al dat hij het niet gedaan heeft. Ze pakt haar eigen zakdoek, maakt hem nat en zet zich dichter bij Lucard zodat ze het op de wond kan leggen.
“Als het te koud is moet je het maar zeggen.” Ze legt de zakdoek op de rode plek, Lucard trekt een beetje weg.
“Sorry, deed het pijn?” vraagt ze geschrokken.
“Nee, het is wat koud.” –gelukkig– denkt ze en ze legt de zakdoek er weer op. Zo zitten ze daar.
“Nee maar, wie we hier hebben.” Emma kijkt geschrokken om en ziet de hele groep voor hen staan.
“Hé, ben jij niet die meid die gisteren gestruikeld was?” Emma kijkt naar de rood harige jongen en knikt.
“Hm, ik wou dat ik ook zo een meisje had dat me verzorgde.” Zegt een andere jongen.
“Ja, kom eens hier, ik wil ook wel wat verfrist worden.” Emma wil recht staan en weg gaan, maar Lucard houd haar tegen en trek haar tegen zich aan.
“Laat ze, ze zijn gewoon jaloers.” Fluistert Lucard in haar oor. Dan gaat de bel.
Emma springt recht en rent naar haar klas. Lucard kijkt haar na.
“Jullie kunnen je mannier toch ook nooit houden.” Zucht hij. De anderen kijken een beetje schuldig naar elkaar.
“Sorry Luc. We zullen proberen ons in te houden. Maar waarom laat je deze wel je verzorgen en de anderen niet? Er hebben er daarnet al rond de twintig meiden het gevraagd en tegen hen zei je dat het niet nodig was.” Lucard kijkt naar de rood harige jongen.
“Ze vroeg het niet, Dolf. ze deed het gewoon.” Zegt Lucard en hij stapt weg. De anderen haasten zich om hem te volgen.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

De rest van de dag verloopt rustig. Ook de andere dagen gaat het goed. Lucard en zijn groep worden nog steeds aanbeden door de meiden, Emma staat gewoon weer aan de kant en haar vriendinnen snappen niet waarom. Toch is er iets veranderd. Lucard was altijd bezig met al die meiden. Maar nu kijkt hij vaker rond, om te zien of hij Emma kan vinden. Dolf en de andere merken de verandering op.
“Toch wel vreemd om onze leider zo te zien.” Zegt één van hen.
“Ja Tim, daar heb je gelijk in. Tot nu toe had hij nooit interesses in iemand anders en nu is hij naar deze school gekomen van wegen deze meid en zoekt hij haar altijd.” Zegt Dolf.
“Maar jammer genoeg is zij niet één van al deze bewonderaars.” Zucht een andere. Dolf grijnst.
“Daar komt nog wel verandering in.” Zegt hij, nog steeds grijnzend. De anderen kijken hem vragend aan, maar Dolf zegt niets. Maar Lucard heeft iets in de gaten. Want niet veel later stapt Lucard naar hen toe. “Ik verbied jullie om ook maar iets te doen bij haar.” Zegt hij, en kijkt naar Dolf. Die kijkt even uitdagend terug, maar kijkt al snel weer weg. Dan ziet Dolf Emma lopen. Hij glipt weg en volgt haar. Net wanneer hij haar wil aanspreken komt er een jongen naar Emma gelopen. Dolf gelooft zijn ogen niet en ook Emma is verrast.
“Hé Emma, ken je me nog?” vraagt de jonge aan Emma.
“Natuurlijk! Jij was die tijdens de studie naast me zat.” Antwoord Emma verbaasd. “Ik heb je niet meer gezien sinds die dag. In welk jaar zit je?” De jongen denkt even na.
“Even zien, ik denk twee jaar hoger dan jij.” Zegt hij nadenkend.
“Net als Lucard, zit je bij hem in de klas?” vraagt Emma, maar de jonge schud van nee.
“Ik zit in klas B en Lucard zit in klas A.” Dan denkt Emma opeens weer aan iets.
“Zeg, jij kent mijn naam nu wel, maar wat is jou naam?” De jonge lacht.
“Heb ik het dan nog niet gezegd?” Emma schud van nee. De jonge maakt opeens, tot Emma’s verbazing, een buiging voor haar.
“Vergeef me dat ik me nog niet voor gesteld heb. Mijn naam is Legna.”
– Weeral zo een rare naam– denkt Emma. Ze zetten zich op een bankje neer.
“Zo te zien ben jij niet zo een fan van Lucard en zijn groep,” Zegt Legna na een poosje. “ Komt het omdat je hen niet interessant vind? Of haat je ze omdat ze deze rustige school op stelten zetten?” vraagt hij. Emma schrikt van die laatste vraag en antwoord snel.
“Ik haat ze helemaal niet. Ik ben blij voor de anderen dat er eens wat ambiance op school is. Maar daarom moet ik er ook niet zo bij gaan lopen als al die andere meiden. Zelfs mijn vriendinnen brengen hun speeltijden door bij de groep. Niet dat ik het erg vind.” Ze zwijgt even. Legna kijkt haar aan.
“Zie je wel, ik had gelijk. Je haat Lucard en zijn groep. Ze hebben zelfs je vriendinnen af gepakt.” Zegt hij grijnzend. Emma kijkt hem aan.
“Nee, ik haat ze niet. Je hebt het mis. Oké, dat ik een beetje boos ben, is waar. Maar Lucard kan er toch ook niets aan doen dat hij zo knap is? Hij kwam gewoon naar deze school en al de meiden begonnen te flippen. Hoe had hij dat ooit kunnen voorzien?” zegt ze, nog steeds hem aan kijkend.
“Wat wil je daarmee zeggen?” vraagt Legna serieus.
“Dat ik het hen niet kwalijk neem. En vooral Lucard niet.” zegt ze rustig. Legna kijkt haar vreemd aan.
“Dus als ik het goed begrijp steek je de schuld op al die meiden en niet op Lucard?” Emma knikt. Hij schud zijn hoofd en staat recht.
“Hm, ik denk dat ik mijn tijd hier verdoe. Ik dacht dat je net als ik een hekel aan hem had, maar zo te zien niet.” hij kijkt haar nog een keer aan en stapt dan weg.
“Wacht! Waarom haat je hem zo veel?” roept Emma nog naar hem, maar hij is al weg. Emma blijft zitten en snapt er nu helemaal niets meet van. Ze merkt niet dat Dolf weg sluipt en terug keert naar de groep.
“Hé Dolf, je ziet er uit of je een spook gezien hebt.” Ze moeten allemaal lachen.
“Ja, nu lachen jullie nog. Eens zien of je nog steeds lachen als ik jullie vertel wie ik gezien heb.”
“Wie dan?” vraagt Tim aan Dolf.
“Ik heb Hem gezien.” Zegt hij serieus. De anderen kijken hem met grote ogen aan.
“Dat meen je niet.”
“Toch wel. Ik was van plan om met Emma te gaan praten, maar toen kwam Hij opeens naar haar toe en ze begonnen met elkaar te praten. Blijkbaar hadden ze elkaar al eens ontmoet.” Zegt Dirk zachtjes. Iedereen is opeens stil.
“Wat moeten we nu doen?”
“Onze leider beschermen en er voor zorgen dat Emma niet in de val trapt van Hem.” Zegt Dolf fluisterend. “In ieder geval vertel er niets van tegen Luc.” Iedereen knikt en ze maken een afspraak om Emma om de beurt in de gaten te houden.

Emma zit nog steeds op de bank na te denken wanneer Dolf naar haar toe stapt.
“Yo!” roept die en zet zich naast haar. Emma kijkt naar hem en de beelden van haar droom komen weer boven.
“Rustig, ik bijt niet hoor. Wil gewoon met je praten.” Lacht Dolf en tot Emma’s opluchting zijn z’n tanden gewoon. –Zie je wel Em, het was maar een droom-
“Waarover wil je dan praten?” vraagt Emma en merkt dat Dolf haar nu serieus aan kijkt.
“Die jongen van daarnet, waar heb je hem leren kennen?”
“Lenga? Een tijd geleden moest ik na blijven en toen zat hij naast me.”
“Wat vind je van hem?” Emma snapt niet waarom hij dat allemaal moet weten, maar antwoord toch. Ze doet haar mong open en wil net iets zeggen wanneer er een meisjes stem opeens iets roept. Nog geen minuut later is heel de bank omringt met meiden.
“Oh Dolf, dat is niet eerlijk ik wil ook met jou alleen zijn.”
“Dolf! Wil je met me uit gaan!” er wordt van alles geroepen. Dolf moet recht staan, want hij wordt haast verpletterd. Hij probeert Emma te vinden in de groep, maar Emma is al lang weg. Ze staat ver genoeg van de groep en kijkt naar hen.
“Ik vind hem net zo vreemd als jullie.” fluisterd Emma en stapt weg.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Wanneer Dolf terug bij de groep komt weet hij dat hij onder zijn voeten gaat krijgen van Lucard. Ze staan hem allemaal op te wachten, maar tot zijn verbazing zegt Lucard er niets van.
“Je hebt geluk, we moesten je gaan zoeken, maar Luc heeft daarnet met Emma gesproken.” Dolf kijkt verbaasd op.
“Met haar gesproken?”
“Ja, ze merkte dat jij hier niet was en kwam naar ons toe en zei dat je opgehouden werd door een bende meiden. Na dat te zeggen stapte ze gewoon weer weg.” Zegt Tim. Dolf gelooft zijn oren niet.
“Dat is pas een vriendelijke meid.” Zucht een andere. “Jammer dat ze van Luc is.”
“Zeg dat wel.” Mompeld Dolf en kijkt naar Lucard. –Nu snap ik wat je zo speciaal aan haar vind- denkt hij en wanneer de bel gaat, gaan ze allemaal weer bij de poort staan.

De school is gedaan en iedereen begeeft zich naar de poort. Emma ziet dat Lucard en zijn groep er ook staat en natuurlijk wordt de door gang naar buiten geblokkeerd door de meiden. Emma zucht en probeert zich er door te wringen. Opeens hoort ze op gewonden kreten en kijkt ze naar rechts. Tim had net een meisje over haar haar gestreeld en ze ziet nu zo rood als een tomaat. Al de andere jongens waren ook vriendelijk tegen over de meiden, alleen Lucard staat daar maar. –Kijkt hij nu naar mij?- denkt Emma. –Ik zal het me wel in beelden, hij kan me onmogelijk uit heel die massa halen- En ze begint weer verder te duwen om door de poort te geraken. Stil aan merkt ze dat de groep voor haar aan de kant gaat en dat ze zonder moeite door kan stappen. Wanneer Emma rond zich kijkt, ziet ze dat iedereen naar iets achter haar staart. Emma draait zich om en kijkt recht in de ogen van Lucard. Geschrokken draait ze zich weer om en stapt door. Er stijgt gefluister op en Emma merkt al snel dat de meeste niet eens zijn met hoe ze reageerde op Lucard. Ze trekt het zich niet aan en stapt gewoon door. Wanneer ze buiten de schoolpoort is blijven Lucard en zijn groep staan en richten ze zich weer naar de groep.

Emma dacht dat dit toeval was, maar het herhaalt zich de volgende avond zich weer en die daar na ook. Steeds wanneer ze door de poort wil gaan, stapt Lucard juist achter haar zodat ze zonder moeit er door kan. Emma negeert hem en dat stelt haar in een slecht beeld bij al de meiden, want hoe durft ze hem te negeren? Om de zo veel dagen komt Legna naar haar toe en stelt haar steeds weer dezelfde vraag.
“Haat je Lucard?” en steeds weer antwoord ze van nee, waardoor Legna zich omdraait en weg stapt zonder nog een woord te zeggen.
Emma begint het wat beu te worden, maar ze houd zich goed.

Tot die ene maandag ochtend. Emma gaat naar haar lokker en wanneer ze die ziet slaakt ze een kreet. Heel haar lokker staat vol geschreven met haat berichten en wanneer ze hem open doet zitten er allemaal bedrijgbrieven in. Ze was het al gewoon dat ze gepest werd en gehaat werd door al de meiden, maar dit ging er over. Er heeft zich een hele groep rond haar gevormd en er wordt gefluisterd.
“Dat gebeurt er nu als je Lucard negeert.”
“Net goed, ze is een schande voor deze school.”
“Wat als ze beslissen om hier weg te gaan van wegen haar?” Het gefluister wordt steeds luider en luider. Tim wandelt net op dat moment door de gang en ziet de groep. –Is dat niet bij Emma’s lokker? Ik moet Luc halen.- Zo snel als hij kan rend Tim naar de anderen, maar Lucard is er niet bij.
“Van waar die haast Tim?” Dolf vraagt.
“Vlug! Er is iets met Emma!” Dolf springt recht en samen met de anderen rennen ze naar Emma’s lokker.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

De groep is nog groter geworden en haast iedereen is aan het praten. Emma staart maar naar haar lokker en beweegt zich niet. Alles draaid voor haar en ze probeert zich sterk te houden, maar het lukt niet.
“Emma!” Hoort ze iemand roepen en Emma kijkt naar links. Ze ziet Dolfs gezicht en dan wordt het haar te veel. De nachtmerries iedere nacht, het gepset en de vragen van Legna komen allemaal naar boven. Er rolt een traan over haar wang en dan verliest ze het bewust zijn.

Dolf ziet de angst in Emma’s ogen steeds groter worden. Hij wil net iets roepen wanneer hij de traan ziet.
“Ze valt flauw.” Roept Tim. Dolf gaat het niet halen om haar op te vangen. Dan klinken er verbaasde kreten en tot hun opluchting zien ze hoe Emma in de armen van Lucard ligt.
“Luc.” Zegt Dolf met een glimlach, kijkt dan naar de lokker en wordt woest.
“Wie heeft dit gedaan!” roept hij kwaad.
“Maakt dat uit? Ze is jullie vijand.”
“Ja, ze haat jullie.”
“Wie het ook deed, ze deden het voor jullie.” Dolf kijkt vol ongeloof naar de groep. Ook de andere zijn geschrokken. Ze wisten dat meiden erg konden zijn, maar ze hadden dit nooit verwacht.
“Dolf.” Dolf draait zich om naar Lucard en stapt aan de kant. Lucard staat recht, met Emma in zijn armen, en kijkt de groep doordringend aan. Ook al lijkt hij kalm, iedereen die in zijn ogen kijkt wordt stil van zijn intense blik.
“Ik wil maar één ding zeggen: ik vergeef jullie nooit.” Iedereen hapt naar adem en het is voor een hele poos muisstil. Dan ontstaat er een ruzie tussen twee meisjes. Lucard kijkt naar hen en de groep gaat aan de kant.
“Van waar deze ruzie?” vraagt Tim.
“Zij zei dat als ik dit deed dat jullie mij speciaal zouden vinden.” Zegt één van hen kwaad en wijst naar een meisje met okerbruine krullen. Dolf herkent haar, ze is de leider van de Lucfanclub.
“Hoe durf je! Je ligt uit de club!” roept ze kwaad.
“Als of ik daar nog wil blijven. Lucard vergeeft me nooit wat ik gedaan heb.” Zegt het meisje en er rollen tranen over haar wangen Tim schudt zijn hoofd en stapt naar Lucard.
“Daar heb je dus de schuldige.” Zegt Tim, maar Lucard wend haar geen blik.
“Ja ik was het, maar ik deed het voor jou Luc.” Zegt het meisje met de krullen. “Je hebt alleen maar oog voor haar," en ze wijst naar Emma. "Ze is slecht want ze negeert en haat jullie.” Lucard kijkt de groep rond.
“Zij die Emma nog één keer kwetsen zullen het niet snel vergeten.” Zegt Lucard, waardoor Dolf en de anderen elkaar glimlachend aan kijken. Lucard draait zich om en stapt richting de ziekenkamer met Emma, die nog steeds bewusteloos in zijn armen ligt.
“Luc! Wat is er nu zo speciaal aan haar dat je iedereen negeert?” vraagt het meisje met de krullen. Lucard stopt, kijkt zo teder naar Emma dat iedereen wenst dat ze in haar plaats lag.
“Ze is mijn verloofde.” Zegt Lucard.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

WAT!! ik snap het niet :')
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

wat snap je niet?
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Even later zitten ze met z’n alle in de ziekenkamer en kijken naar Emma die, tot ieders opluchting, in een diepe slaap ligt.
“Waarom heb je het ons nooit verteld?” vraagt Tim aan Lucard, die op de rand van het bed zit en naar Emma kijkt.
“Ja, als we dat hadden geweten hadden we haar vanaf het begin tegen die meiden kunnen beschermen.” Zegt Dolf en hij wordt weer kwaad als hij denkt aan de lokker.
“Ze weet het niet.”
“Wat?” zegt iedereen in koor.
“Het is zo lang geleden en ik neem aan dat ze na die gebeurtenis alles vergeten is.” Zucht Lucard. Niemand weet waar hij het precies over heeft tot Tim een idee krijgt.
“Ah! Je bedoelt toch niet die nacht dat jou...” Lucard knikt.
“Kan iemand me nu eindelijk uitleggen wat er hier aan de hand is!” roept Dolf opeens, die er helemaal niets van snapt.
“Sst, straks wordt ze wakker.” Snel slaat Dolf zijn voor zijn mond.
“Hm, waarschijnlijk omdat je nog niet zo lang in de clan zit dat je er nog niet van gehoord hebt.” Zegt Tim en kijkt naar Lucard, die knikt.
“Dit gaat, als ik het goed heb, allemaal om de moord op Lucs ouders.” Tim ziet dat Lucard het er moeilijk mee heeft en na een poosje staat die recht.
“Houd hier wacht, Tim en Dolf. De anderen gaan Emma’s lokker schoon maken en verbrand de brieven, ik ga met de directeur spreken.” Zo zitten Tim en Dolf even later alleen bij Emma.
“Lucards ouders? Ik dacht dat ze gewoon gestorven waren." zegt Dolf na een poosje. "Zo wordt het toch verteld in de clan.”
“Klopt, maar in werkelijkheid zijn ze vermoord. De dader is nog niet gepakt geweest, omdat de enigste getuigen is alles vergeten door de trauma.” Zegt Tim en kijkt naar Emma. Dolf moet even hier over na denken.
“Dus als ik het goed heb was Emma een goede vriend van Lucard?” Tim knikt.
“Ze waren buren en zaten altijd naast elkaar in de klas. Meeste mensen vermeden Lucard en zijn ouders, iedereen vond ze raar en had schrik van ze. Lucard was altijd alleen en maakte nooit vrienden.” Zucht Tim en denkt terug aan hoe het vroeger was. Hij zelf probeerde altijd contact te maken met Lucard, maar die gunde Tim nog geen blik.
“Maar dat veranderde allemaal toen ze hier kwamen wonen." gaat Tim verder. "Zo als je misschien weet moesten ze vluchten uit hun vorige dorp van wegen geruchten die waren versprijd.” Dolf knikt, hij weet nog hoe woedend zijn leermeester was geweest toen die dat te horen kreeg.
“De dag dat ze in het huis trokken ging de deur van hun rechterburen open en kwam er een meisje uit. Ze was twee jaar jonger dan Lucard, maar daar trok ze zich niets van aan. Zonder angst liep ze naar buiten, samen met haar moeder, en ze begroete onze leiders en Lucard op een normale manier. Het meisje vroeg meteen aan Lucard of hij haar vriend wou worden en in het begin negeerde Lucard haar, maar al snel smolt ook zijn coolheid voor haar.” Dolf ziet jaloezie in Tims ogen.
“Hoe weet je dit allemaal zo goed?”
“Ik was er bij. Mijn vader was de bediende van de leiders en omdat ik Lucards leeftijd was werd ik als zijn persoonlijke begeleider aangenomen.”

Een poosje zitten ze stil naar Emma te kijken.
“Oké, dus ze waren buren.” Zegt Dolf opeens en kijkt Tim aan. “Maar dat verklaart nog niet waarom ze zijn verloofde is.” Tim kijk van Dolf naar Emma en zucht.
“Zelfs ik ben verbaasd daar over.”
“Dus jij weet het ook niet?” Tim schud van nee.
“Ik ben een paar maand weg geweest, wie weet dat er buiten de moord op de leiders nog meer gebeurt is.” Tim balt zijn vuisten.
“Als ik nu niet weg was geweest met mijn vader waren de leiders nu nog misschien levend.” Dolf kijkt verrast naar Tim, wiens ogen vol schuldgevoel staan. Dat had hij nooit verwacht, Tim is normaal altijd rustig en vrolijk. Hij doet zijn mond open om iets te zeggen wanneer ze beweging in het bed horen. Tegelijk kijken ze naar het bed en zien Emma rechtop zitten.
“Waar ben ik?” vraagt Emma en kijkt vol verbazing rond zich.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Dreamrose
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 27 feb 2012 20:18
Locatie: Almere

Je houd het spannend! Wil wel weten wat er allemaal gebeurd is, goed teken :p
Snel verder!
Live it, Love it, Read it.
Don't judge a book, by the cover.
Music on, World off.
May the odds be EVER in your favor.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Rustig maar ik snap alles, ik weet alleen nog niet alles dat is wat het lastig maakt. Ik ben gewoon super benieuwd naar alles.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

oh ok, ik dacht dat ik misschien het niet goed uitlegde :)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Dolf snelt zicht naar Lucard terwijl Tim Emma verteld dat ze bewusteloos was gevallen en dat Lucard haar naar hier gedragen had. –Bloost ze nu?- denkt Tim en kijkt naar de wat rode wangen van Emma. Op dat moment komt Dolf terug met Lucard en de anderen. Allemaal hangen ze rond Emma en behandelen haar vriendelijker dan normaal.
“Heb je honger?”
“Of dorst?”
“Zal ik je kussen wat op kloppen?”
“Wacht, ik zal het raam open doen zodat je wat frisse lucht krijgt.” Emma luistert alleen maar vol verbazing en weet niet wat te zeggen.
“Jullie brengen haar van de kaart.” Hoort ze opeens een stem en ze ziet dat het Lucard is. Meteen maken ze ruimte en Lucard zet zich op de rand van het bed.
“Hoe voel je je?” vraagt Lucard.
“Ik voel me super.” Lacht Emma, maar haar glimlach verdwijnt snel als ze Lucard aan kijkt en er komen tranen.
“Sorry.” Zegt Emma en probeert de tranen weg te vegen. Lucard kijkt naar Tim en die knikt. Stilletjes verlaten ze de kamer en laten Lucard bij Emma achter.
“Waarom doe je dat toch steeds?” vraagt Lucard opeens.
“Wat doe ik steeds?” vraagt Emma, nog steeds snikkend.
“Sorry zeggen wanneer je niets verkeerds gedaan hebt.”
“Ik.. Ik heb het jullie moeilijk gemaakt, wat zullen die meiden niet zeggen als ze je hier zien met mij?” Lucard kijkt haar doordringend aan.
“Dat maakt mij het alleen maar makkelijker.” Hij ziet dat Emma hem niet snapt.
“Kan je staan?” Ze knikt en komt uit bed, maar zakt meteen tegen Lucard aan.
“Sorry, het duizeld.”
“Nu doe je het weer.”
“Sorry.” Lucard kijkt haar aan en ze begint te lachen. Ook bij Lucard verschijnt er een glimlach. –Wow, hij is nog knapper wanneer hij glimlacht.- denkt Emma verbaasd en ze voelt hoe ze begint te blozen.
“Kom, ik breng je naar je klas.” Zegt Lucard en samen vertrekken ze naar Emma’s klas.

Natuurlijk gaan al de gesprekken over het feit dat Emma Lucards verloofde blijkt te zijn. De leider van de Lucfanclub, Christien, doet er alles aan om te ontdekken of dit nu echt is of niet. Maar wat ze ook doet, niemand weet het antwoord. Dus besluit ze om het aan Emma zelf te vragen.

Tijdens de middag zit Emma buiten in het gras en zo als gewoonlijk is ze alleen.
“Nee maar, zit je helemaal alleen?” hoort ze een stem die ze nu net niet wil horen. Naast haar ploft Christien neer in het gras.
“Is toch niet erg als ik naast je kom zitten?” Emma haalt haar schouders op.
“Je hebt het wel goed voor mekaar gekregen hé?”
“Hoezo?”
“Niemand keek eerst naar je om en nu gaan opeens al de gesprekken over jou.” –Ik wist het- denkt Emma en kijkt Christien aan.
“Ik weet het, ik negeer Lucard en zijn groep omdat ik ze volgens iedereen haat. Wat dus niet waar is.” Tot Emma’s verbazing kijkt Christien haar verwonderd aan.
“Dat is al lang verleden tijd Emma. Iedereen heeft het over wat Lucard over je zei toen hij je naar de ziekenkamer droeg.” Emma heeft geen idee waar Christien het over heeft.
“Je het weet het niet?” Christien lacht. “Nee maar, wat een nieuws. Lucard noemt je zijn verloofde en jij weet er niets van.” Emma’s ogen worden groter van ongeloof.
“Wat zei je net?”
“Wel Lucard noemde je zijn...”
“Daar ben je Emma!” roept opeens iemand en ze zien hoe Dolf en Tim naar hen toe komen rennen. Christien wordt rood wanneer Tim naar haar glimlacht.
“We zochten je. Lucard wil je spreken.”
“Mij spreken?”
“Ja, kom vlug.” Dolf grijpt haar hand en trekt Emma met zich mee. Christien kijkt haar jaloers na.

“Dolf, is het waar wat Lucard zei?”
“Geen tijd, Lucard wacht op je.”
“Ik wil graag antwoord.” Maar Dolf zwijgt en trekt haar gewoon mee.
“Dolf!” roept Emma nu wat kwaad en trekt haar hand los. Dolf kijkt verrast naar haar.
“Is het waar wat Christien zei over dat Lucard me zijn verloofde noemde?” Dolf kijkt twijfelend naar Tim, die zijn handen op Emma’s schouders legt.
“Ik denk dat hij daar zelf op wil antwoorden.” Emma wil het eigenlijk nu weten, maar gaat toch zonder probleem mee.
Lucard en de anderen zitten op de gewoonlijke plek, rechts op de speelplaats waar de picknick tafels staan.
“Luc, ze is er.” Zegt iemand, de gesprekken verstommen en ze kijken allemaal naar Emma. Emma voelt zich niet echt op haar gemak met al die ogen op haar gericht.
“Jongens.” Meteen begint iedereen weer gewoon te praten, als of Emma er niet is. Dolf leid haar tot bij Lucard, die een tafel verder zit, en gaat dan ook bij de anderen zitten. Een poosje blijft Emma gewoon naar Lucard kijken.
“Je hoeft niet bang te zijn, zet je maar neer.” Wat aarzelent zet ze zich tegen over Lucard en ademt diep in en uit.
“Ik weet zeker dat je vragen hebt.” Ze knikt.
“Daar net zei Christien dat jij beweert dat ik jou verloofde ben.” Emma kijkt schuin naar Lucard, die geen kick geeft.
“Ehm, klopt het dat jij dat gezegt hebt?”
“Ja.”
“Waarom?”
“Omdat het de waarheid is.” Emma bekijkt Lucards gezicht en ziet dat hij serieus is.
“Dat kan gewoon niet.”
“Toch wel, het is jaren geleden besloten dat jij mijn verloofde werd.”
“Maar ik ken jou niet eens.” Even blijft het stil tussen hen, maar dan begint Lucard het te vertellen.
“Ik ken jou al sinds je zes jaar. Ik kwam met mijn ouders naast je wonen en ook al moest niemand iets van ons weten kwam jij samen met je moeder ons verwelkomen als buren. Sinds die dag zat je elke dag bij mij thuis.” Emma luisterd vol ongeloof naar het verhaal en krijgt geen woord uit haar mond.
“Het was een geweldige tijd, tot die ene avond. Ik was die avond niet thuis en jij kwam toch langs. Je zou wel wachten tot ik thuis kwam, en dat deed je ook. Die avond zijn mijn ouders vermoord, en jij was de enigste getuigen.” Zegt Lucard en kijkt haar recht in de ogen aan. –Nee, dit kan niet.- schiet er door haar hoofd heen en ze staat met een ruk recht.
“Ik weet daar niets van, er hebben zo lang ik me kan herinneren nooit mensen naast ons gewoond.”
“Dat komt omdat je door de trauma alles vergeten bent.” Emma schudt wilt haar hoofd.
“Nee nee nee! Je hebt de verkeerde.” Zegt ze en stapt weg. De anderen kijken haar na en alleen Dolf gaat achter haar aan.
“Emma, luister nu gewoon!” roept hij haar na.
“Nee, ik wil hier niets over horen!” roept ze terug en rent zo snel als ze kan naar de meisjestoileten, waar ze zich tot de bel gaat op sluit.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

De rest van de dag probeert ze Lucard en de anderen te vermijden, wat haar niet echt zo goed lukt want Lucard had opdracht gegeven haar ‘te beschermen’ tegen eventueele pesterijen. Dus word ze steeds door twee van de groep gevolgt, wat na een poosje echt op haar zenuwen begint te werken. Wanneer de school gedaan is is ze opgelucht dat ze niet tot haar huis gevolgt wordt. Met een diepe zucht laat ze zich in de zetel vallen.
“Zo een zucht meisje, gaat alles wel goed?” vraagt haar moeder en Emma schudt haar hoofd. Haar moeder zet zich naast Emma in de zetel.
“Vertel het een keer.” Emma doet haar mond open en wil alles vertellen, maar in plaats te vertellen stelt ze een vraag.
“Klopt het dat er ooit een koppel met een jongen hier naast gewoond hebben?” De blik in haar moeders ogen zegt haar al genoeg.
“Dus het is toch allemaal waar.”
“Waar heb je dat gehoord?”
“Lucard, hij vertelde me deze middag dat hij ooit met zijn ouders naast ons gewoond heeft.” Even weet haar moeder niet wat te zeggen.
“Waarom weet ik daar niets van?” Haar moeder pakt Emma’s handen vast en kijkt haar recht aan.
“Je bent het door de trauma allemaal vergeten. Ik had gehoopt er nooit iets over te moeten zeggen, maar dat is nu te laat.” Ze zucht. “Zoals die Lucard al gezegt heeft hebben er inderdaad een koppel met hun zoon naast ons gewoond. Ze waren anders dan de doorsnee mensen en iedereen vermeed hen. Op de dag dat ze hier kwamen wonen rende je naar de voordeur en probeerde die open te doen. Ik vroeg je wat je ging doen en je antwoorde dat je vrienden ging worden met de jongen. Dat gebeurde uiteindelijk ook. jullie zat in de zelfde klas ook al was hij ouder dan je en jullie zaten naast elkaar. Ieder moment dat je kon zat je hier naast. Je was zo gelukkig.”
“Maar dat bleef niet zo hé? Lucard vertelde me dat zijn ouders vermoord zijn en dat ik de enigste getuigen ben.” Haar moeder knikt.
“Toen je maar niet naar huis kwam ging ik kijken waar je bleef. Toen ik buiten kwam stond de deur wagenwijd open en de jongen stond versteend in de deur opening. Toen ik binnen keek draaide mijn maag haast om.” Ze slikt even.” Eerst wilde ik jou zoeken, maar ik moest de politie bellen. Dus heb ik de jongen mee naar buiten genomen en meteen de politie gebeld. Toen de politie binnen gingn vonden ze jou tegen de muur zittend, met je kleren onder het bloed en je staarde met grote paniekerige ogen voor je. Nergens reageerde je op, tot dat de politie je wilde op pakken. Je krijsde alles bij elkaar en niemand mocht je aanraken, buiten de jongen. Het moment dat hij je vast had viel je in slaap en wanneer je wakker werd wist je niets meer van de buren en de moord.” Emma laat alles even bezinken, het is ook zo vreemd om dat te horen zonder het te kunnen herinneren.
“Wat gebeurde er met de jongen?” vraagt Emma na een poosje.
“Die werdt door een erg dure zwarte wagen op gehaald en ik heb hem nooit meer gezien.”
“Wat was zijn naam eigenlijk?”
“Jij noemde hem altijd Luca, maar of dat dat zijn echte naam is weet ik niet.”
-Luca, of is het Lucard?- vraagt Emma zich af en staat recht.
“Ik ga naar boven. Roep maar als het eten klaar is.” Zegt ze zachtjes en gaat de trap op.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Emma probeert van alles om haar gedachten op iets anders te zetten, maar niets helpt. Uiteindelijk geeft ze het op en legt ze zich op haar bed. Ze denkt aan wat er vandaag allemaal gebeurt was. Eerst valt ze flauw en wordt door Lucard weg gedragen, dan krijgt ze te horen dat hij beweert dat ze zijn verloofde is en naderhand verteld hij haar dat ze enigste getuigen was bij de moord op zijn ouders. Na een poosje te piekeren springt ze recht.
“Ik wordt hier alleen maar zot van. Goed, ik ga naar hier naast.” Zegt ze luid op en rent de trap af en gaat naar buiten. Voor de deur van het huis naast haar blijft ze even aarzelen, wat als er nog sporen zijn van de moord? Ze schudt haar hoofd en draait aan de klink. Tot haar verbazing gaat de deur gewoon open. –Zat die dan nooit op slot?- vraagt ze zich af en kijkt naar binnen. Het is er wat schemerig en het ruikt er muf. Voetje voor voetje stapt Emma naar binnen en stopt dan om te luisteren. Het enigste wat ze hoort is het geklop van haar hart en haar ademhaling, dus schuifelt ze verder. In de deur opening van de living blijft ze staan en kijkt de lege kamer rond. Opgelucht ademt ze uit, de muren zien gewoon wit en ook de vloer is netjes. Waarschijnlijk wilden ze het nog verkopen, maar niemand wilde het hebben na wat er gebeurd was. Een poosje blijft ze zo staan en neemt dan een besluit. Ze zet één voet vooruit, in de kamer. Vol ongeloof ziet ze hoe de kamer opeens verandert. Er staan meubels en aan de muren hangt er prachtig behang. In de zetel zitten een man en een vrouw, terwijl er op de grond een jongen een boek aan het lezen is.
“Ah Emma, liefje. Wat fijn dat je er weer bent, Luc vroeg zich al af waar je bleef.” Emma kijkt vol verwondering naar de jongen die haar met dezelfde intense blik als Lucard aan kijkt.
Even sluit ze haar ogen en wanneer ze ze weer open doet is de kamer weer leeg. –Wat was dat nu net?- Emma vindt het maar eng en wil eigenlijk weg gaan, maar iets in haar zegt dat ze door moet gaan, dus zet ze de andere voet ook in de kamer en weer verandert de kamer. De man staat deze keer en kijkt door het raam, terwijl de vrouw een schaal met koekjes op tafel zet.
“Zie eens hier, liefje. Eet maar zo veel als je wilt.” Emma zit hoe een klein meisje naar de tafel stapt en een koekje in haar mond steekt.
“Wanneer komt Luca terug?” vraagt ze.
“Luc kan lang wegblijven.”
“Ik wacht wel.” Dan verschiet Emma zich een ongeluk want de bel gaat. Het kleine meisje huppeld richting Emma en gaat gewoon door haar heen. Veel tijd heeft Emma niet om zich daar druk om te maken, want er klinkt een gilletje en iemand rent langs haar heen de kamer binnen. Wat Emma dan ziet is nog erger dan de ergste nachtmerrie. Ze zakt op de grond en slaakt een bloedstollende gil.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
MeTheWriter
Balpen
Balpen
Berichten: 156
Lid geworden op: 06 jan 2013 03:02

Wauw, meer!
Dreamrose
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 27 feb 2012 20:18
Locatie: Almere

Kan hier niet zo heel snel fouten in ontdekken.
Verder verder verder verder verder verder verder!!
Live it, Love it, Read it.
Don't judge a book, by the cover.
Music on, World off.
May the odds be EVER in your favor.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

heb snel nog een stukje geschreven :)
--------------------------------------------

Emma had het niet gemerkt na school, maar ze werd dus wel degelijk gevolgd door Dolf. Hij bekeek Emma’s huis vanaf de overkant, het was dus ook hij die de gil het eerste hoorde en meteen de straat overrende en haast tegen Emma’s moeder op botst die het huis uit snelt.
“Emma! Emma!” roept haar moeder luid en ziet dan de deur van het lege huis open staan. “Nee..” zegt ze angstig en haast zich naar binnen. Meer en meer mensen verzamelen zich voor het huis en even later staat de politie er.
“Tss, nu kan ik niet meer naar binnen.” Mompelt Dolf en houdt zich schuil in de menigte, maar uiteindelijk wint zijn bezorgdheid het van Lucards waarschuwing over onopgemerkt te blijven en rent ook Dolf het huis binnen.
“Hé jij daar!” roept een agent, maar Dolf rent gewoon door en binnen ziet hij Emma, hevig bevend, in haar moeders armen. Geschrokken kijkt haar moeder naar Dolf.
“Wie..”
“Ik ben een vriend van Emma, we zouden vandaag samen huiswerk maken en toen hoorde ik haar gil.” Verzint Dolf snel en hurkt neer bij Emma en kijkt haar aandachtig aan. –Het lijkt wel of ze ons niet ziet.- denkt Dolf. Met grote, doodsbange, ogen staart Emma voor zich en ze ziet niets wat er op dat moment gebeurt. Wat Emma wel ziet is haar verloren herinnering van die vreselijke avond. Ze ziet alles weer voor zich gebeuren: de vreemde man die haar aan de kant had geduwd bij de deur en zomaar naar binnen rende, de moord zelf die ze zag toen ze recht was gestaan en aan de man wilde vragen wie hij was en dan de bedreiging.
“Vertel niemand, maar dan ook niemand dat je mij zag of ik kom ook jou zoeken.” Had de dader tegen haar gezegd en door de angst het ooit te zeggen had haar geheugen elke herinnering aan dat huis weggestoken. Het moment dat het gezicht van de dader dichter bij haar komt herkent ze hem.
“Nee, nee, nee, nee.” Jammer Emma. Dolf pakt Emma’s armen vast en begint aan haar te schudden.
“Emma! Wordt wakker!” Roept Dolf, terwijl Emma’s moeder hem probeert te stoppen. Zelfs wanneer Dolf door de politie weg gehaalt wordt blijft Dolf roepen.
“Luca heeft je nodig!” roept Dolf en met een schok komt Emma weer tot zich zelf. Wat verward kijkt rond zich en ziet dat hoe twee agenten Dolf vast hebben.
“Laat hem los, Dolf is een vriend.” Zegt ze en na wat aarzelen laten ze Dolf los. Snel rent Dolf terug naar Emma.
“Wat is er gebeurt?”
“Ik weet het weer.”
“Meen je dat?” Emma knikt.
“Vanaf dat ik de woonruimte binnen stapte zag ik beelden van vroeger.” Zegt Emma en rilt als ze er terug aan denkt. “plus ik weet de dader.” Zegt ze er haast fluisterend achter.
“Wie? Wie is het! Vertel me Emma!” maar Emma schud haar hoofd en kijkt met zo een gepijnigde blik in haar ogen naar Dolf dat die er stil van wordt.
“Alstublieft laat me het niet zeggen.” Na dat gezegd te hebben moet Emma mee met de politie, waar ze alles verteld buiten dan wie de dader is.
“Emma, die dader krijgt geen kans om naar jou toe te komen. Zeg gewoon de naam en hij is zo goed als opgepakt.”
“Nee, hij komt me halen.” Antwoord Emma en weigert verder te praten.
“Alstublieft agent, laat haar naar huis gaan. Ze heeft net een grote schok gehad.” De agent begrijpt het en laat Emma met haar moeder mee naar huis gaan. Daar kruipt ze meteen in haar bed en rolt zich op onder haar deken.
-Ik mag niets zeggen, anders komt hij me halen.- denkt Emma, maar ze is zich zelf voor de gek aan het houden. Want ze is helemaal niet bang dat de dader haar zal vinden, oh nee. Ze heeft meer angst om het te geloven.
-Ik kan het gewoon niet geloven dat hij het gedaan heeft, ik kan het...- Emma schudt haar hoofd. Het is geen kwestie van niet kunnen, maar van niet willen. Ze wil gewoon niet geloven dat dat de dader is. Na een poosje valt ze in een onrustige slaap vol met dromen over die vreselijke avond en van de dader, die ze maar al te goed kent.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
MeTheWriter
Balpen
Balpen
Berichten: 156
Lid geworden op: 06 jan 2013 03:02

Wie is die dader? Echt, je kan spannend schrijven!
Dreamrose
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 27 feb 2012 20:18
Locatie: Almere

Verder! Anders krijg je mijn serieuze blik hoor :o --> :gr: (Ja, dat is mijn serieuze blik u.u)
Live it, Love it, Read it.
Don't judge a book, by the cover.
Music on, World off.
May the odds be EVER in your favor.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

De volgende dag wordt Emma laat wakker. Snel kleed ze zich om en stormt luid de trap af.
“Rustig Emma!”
“Sorry, maar als ik me haast haal ik de bus nog.”
“Ik heb school al gebeld dat je vandaag niet gaat komen.” Emma kijkt haar moeder aan.
“Maar ik moet naar school.”
“Waarom?”
“Ik moet...Er is iets dat ik iemand moet vragen.”
“Moet dat echt vandaag? Je hebt rust nodig na gisteren.” Maar Emma luisterd al niet meer en rent naar buiten. Ze haalt net nog de bus en komt tegen de middag op school. Meteen gaat ze naar de picknick tafels waar Lucard met zijn groep zit. Dolf springt verrast op wanneer hij haar ziet.
“Je moeder zei dat je rust nodig had, na gisteren.” Emma negeert hem en stapt gewoon door naar Lucard. Vlak voor hem stopt ze.
“Ik weet alles weer, Luca.” Zegt ze en Lucard kijkt haar met een ruk aan.
“Echt?” vraagt hij, zo verwonderd mogelijk maar zijn ogen staan opgelucht.
“Ja.”
“En de..”
“De dader weet ik ook.” Na dat ze dat gezegd heeft komt heel de groep er bij staan, want ze willen het allemaal horen. Maar in plaats van het te zeggen stelt Emma een vraag.
“Waar was je eigenlijk die avond? Je ouders zeiden dat je weg was, maar niet naar waar.” Er klinken verontwaardige kreten en Dolf kijkt haar kwaad aan.
“Hoe durf je onze leider te verdenken van moord op zijn eigen ouders.”
“Rustig Dolf, ze zal wel een reden hebben. Ze is ook de enigste getuigen.” Zegt Lucard en kijkt Emma recht in de ogen. Na een poosje heeft Emma de neiging om weg te kijken van Lucards intense blik, maar ze verplicht zichzelf om te blijven kijken.
“Om te antwoorden op je vraag: ik was naar een privé verjaardagsfeestje.”
“Hij liegt niet want ik heb hem naar daar gebracht.” Zegt Tim dan en komt naast Lucard staan.
“Kunnen die mensen bewijzen daar je al die tijd geweest bent?”
“Ja en ik ook.” Antwoord Tim voor dat Lucard iets kan zeggen.
“Hm... Was het erg ver van je huis?”
“Ja, wel een halve dag reizen.” Antwoord Tim weer. Emma kijkt nu naar Tim.
“Als je dan toch alles zo goed weet kan je me dit ook vertellen. Welke kleur jurk had Lucards moeder aan die avond?” Lucard wil iets zeggen, maar Emma kijkt hem snel aan.
“Wat voor een vraag is dat?”
“Weet je het niet?”
“Natuurlijk weet ik het wel, ze had een rode jurk aan met rode hakken en haar haar was mooi in een dot opgestoken. Nu goed?” zegt Tim kwaad, maar die kwaadheid verdwijnt wanneer hij Lucards gezicht ziet.
“Wat is er Lucard?” vraagt Tim bezorgt.
“Mijn moeder had helemaal geen jurk aan, ze was net terug van de fitnis en had sportkleren aan.” Er hangt een doodse stilte in de groep.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Dreamrose
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 27 feb 2012 20:18
Locatie: Almere

Veder :)
Live it, Love it, Read it.
Don't judge a book, by the cover.
Music on, World off.
May the odds be EVER in your favor.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Sorry, beetje druk gehad. Hier is nog een deeltje ^^
----------------------------------------------------------

Tim kijkt de groep wat angstig aan.
“Denken jullie nu echt dat ik het gedaan heb? Door zo een stomme fout?” Emma kijkt hem aan.
“Lucards moeder had zich omgekleed nadat hij vertrokken was en had een rode jurk en rode hakken aangedaan. Niemand, buiten de dader, is binnen geweest nadat ze zich had omgekleed. Dus kan jij het dan weten en waarom heeft de dader dan jou gezicht?” Emma zit de radeloosheid op Tims gezicht.
“Geloof me nu, ik heb het niet gedaan. Ik was heel de tijd bij Lucard.”
“Ik herinner me dat je op een moment weg was,” zegt Lucard opeens.
“Ik...” Tim geeft het op. “Goed goed, ik zal het vertellen. Ik ben naar je huis geweest, maar toen ik daar aan kwam stond de deur open en waren je ouders al dood. De dader stond nog midden in de kamer en zag me. Hij heeft me toen met een mes bedreigd en gaf me de opdracht om tegen Emma te zeggen dat als ze iets zou vertellen dat ik haar zou vinden.”
“Geloof je dit zelf? Welke dader laat nu een getuigen gaan?” Dolf grijpt Tims arm. “Geef nu gewoon toe dat jij de moordenaar bent.” Emma sluit haar ogen en probeert de herinnering aan de dader boven te halen. Nu dat Tim dat gezegd heeft moet ze toe geven dat de persoon die binnen was gerend andere kleren aan had dan degene die tegen haar gesproken had. Ze haalt Tims gezicht voor zich, er staat angst in zijn ogen te lezen.
“Sorry Tim, ik heb je valselijk beschuldigd.” Zucht Emma tot ieders verbazing.
“Wat zeg je nu Emma?”
“Dat Tim niet de dader is. Nu ik goed nadenk had de dader andere kleren aan en ook een kap met een sjaal voor zijn mond. De persoon die tegen me gesproken had heeft totaal andere kleren aan.” Tim kijkt opgelucht naar Emma.
“Nog maal sorry.”
“Allemaal goed en wel, maar wie is nu de echte dader?” Emma denkt nog eens goed na.
“Ah, herinner je je nog die ene vreemde jongen die regelmatig bij jou was?” vraagt Emma opeens aan Lucard, die knikt.
“Dat was mijn neef. Vanaf het begin dat hij je zag was hij zot op je.”
“Ja, maar ik vond hem vreemd.” Opeens slaakt Tim een kreetje.
“Wat krijg jij?”
“Lucard! Twee dagen voor de moord, toen was je neef er toch?”
“Ja.”
“Weet je nog dat die toen zo kwaad was geworden toen hij te horen kreeg dat je ouders hadden besloten dat Emma jou verloofde zou worden?”
“Nu dat je het zegt, hij was wel wat kwaad je. Hij wilde Emma zelf hebben.” Emma kijkt van de ene naar de andere.
“Waarom besloten jou ouders dat ik je verloofde zou worden?”
“Zo gaat dat nu eenmaal in de clan. De ouders kiezen voor de kinderen met wie ze gaan trouwen, of ze dat nu willen of niet.” Emma wil nog wat zeggen, maar Dolf onderbreekt haar.
“Dat kan later nog uitgelegd worden, ik wil nu weten wie de dader is en wat Lucs neef er mee te maken heeft.” Iedereen kijkt naar Tim.
“Volgens mij is jou neef de dader. Het was die dag nog niet officieel vast gelegd dat ze jou verloofde ging zijn, dus als hij je ouders vermoorde konden ze dat ook nooit meer doen.” Emma staart vol ongeloof naar Tim.
“Dat is toch geen reden om te moorden?”
“Bij ons is dat zeer normaal Emma.”
“Er wordt wel voor minder gedood in de clan.” Zucht Dolf en Emma krijgt medelijde met hem door de triestige blik in zijn ogen. Ook de anderen kijken wat triest.
“Lucard, enig idee waar je neef nu is?” Lucard schud zijn hoofd.
“Euh Luc, ik moest je dit al eerder gezegd hebben, maar je neef...”
“Is hier.” Iedereen draait zich met een ruk om en staren naar de jongen die achter hen staat. Emma gelooft haar ogen niet.
“Dag neefje van me.” Lacht de jongen. Iedereen gaat beschermend voor Emma en Lucard staan. Lucard kijkt de jongen recht aan.
“Legna.”
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Oeh spannend, ik vermoed/hoop dat er nu een paar antwoorden komen over de aard van de clans, want als er een is zijn er altijd meer.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Emma kijkt van Lucard naar Legna en terug.
“Wacht even, zijn jullie familie van elkaar?”
“Jammer genoeg wel.” Antwoord Dolf.
“Ze het vroeg het niet aan jou hond,” zegt Legna, nog steeds met een glimlach op zijn gezicht. “Hoe noem je me daar bastaard!” roept Dolf woedend en de glimlach verdwijnt van Legna’s gezicht.
“Durf me nog één keer zo te noemen en je bent er geweest.” Sist Legna.
“Kom maar op, bastaardje.” Dolf kijkt hem uitdagend aan, maar voor Legna iets kan doen houdt Lucard Dolf tegen.
“Vertel eens Legna, waarom ben je hier?”
“Om naar school te gaan natuurlijk, ik ben door mijn ouders hier naar toe gestuurd omdat jij hier ook kwam. Niemand wist de reden waarom je opeens terug naar school wilde gaan, maar ik weet nu waarom. Je wilde je verloofde zien.” Legna knipoogt naar Emma.
“Zo te zien heb je nog steeds een goede smaak neefje.” Lacht Legna. “Alleen jammer dat het niet officieel gemaakt is. En met je ouders dood zit je met een probleem want je bent nog niet oud genoeg om het zelf te doen.” Emma heeft het gevoel dat Legna er van geniet om het er bij Lucard nog eens in te wrijven.
“Zorg maar dat niemand anders haar pakt voor je achtien wordt.”
“Niemand krijgt haar te pakken, wij beschermen haar.”
“Oh natuurlijk, je schoothondjes zullen haar bewaken, maar ik waarschuw je: er zijn meer kapers op de kust dan je denkt.” Na die woorden draait Legna zich om en stapt lachend weg.
“De griezel, ik ben er zeker van dat hij de dader is.”
“We zoeken dat later uit, nu gaat Emma voor.”
“Juist, we moeten haar beschermen en zoeken wie de anderen zijn die haar willen.”
“Is het dan nog niet duidelijk? Het nieuws zal waarschijnlijk al bij elke clan gekomen zijn en nu willen ze dat Emma bij hun clan hoort. Weet je nog de geruchten van dat meisje dat niet bij een clan hoort maar toch Het heeft?”
“Ja, maar wat heeft dat hier mee te maken?”
“Wel, zij is het.” De hele groep kijkt naar Emma die totaal geen idee heeft waar ze het over hebben.
“Oké, ik begin het beu te worden. Ik eis dat iemand me verteld wat er met Legna en die clans is. En wat zou ik hebben dat alleen de clans normaal hebben?”
“Rustig aan Emma, ik zal alles uitleggen maar niet nu. We hebben al te veel kijkers,” zegt Lucard en nu pas merkt Emma de groep die wat verder op hen staat te bekijken.
“Als het goed is kom we deze avond bij je langs en dan krijg je de volledige uitleg.”
“Beloofd?”
“Beloofd.” Emma gaat er mee akoord en hoopt dat de dag snel avond is.

Wanneer Emma samen met Lucard en de anderen die avond de schoolpoort verlaat worden ze langs alle kanten bekeken en er wordt van alles gefluisterd. Lucard buigt zich naar Emma
“Trek het je niet aan, ze zijn gewoon jaloers.” Zwijgend stappen ze door en wat zijn ze blij als ze bij Emma’s huis komen.
“Mam! Ik heb wat vrienden mee, we zullen naar mijn kamer gaan!” roept Emma wanneer ze binnen stappen.
“Als je dat nu had laten weten had ik gezorgt voor wat lekkers.” Antwoordt haar moeder, die uit de living komt. Wanneer ze de groep ziet blijft ze staan.
“Wel heb je ooit.”
“Dit is Lucard en een paar andere vrienden. We hebben wat te bespreken dus gaan we naar mijn kamer.” Haar moeder kijkt naar Lucard en weet niets te zeggen wanneer ze de intense blik in zijn ogen ziet.
“Kom, deze kant op,” zegt Emma en gaat hen voor de trap op. De groep volgt haar en haar moeder staart hen na.
“Sorry voor de rommel, maar ik ben niet gewoon om vrienden op bezoek te hebben.” Verontschuldigt Emma zich, terwijl ze wat boeken en ander gerief van de grond raapt en op haar kast legt.
“Zoek maar een plaatsje uit.” Emma zelf zet zich, in kleermakers zit, op haar bed en Lucard zet zich op de rand van het bed. De rest begint de kamer te bestuderen en pakken van alles op en kijken in de kasten. Lucard merkt dat Emma het niet zo graag heeft en laat ze stoppen. Snel zet iedereen zich neer en Lucard begint met vertellen.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Eindelijk duidelijkheid :D
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Hopelijk is dit meer duidelijkheid :)
--------------------------------------
“Wat ik nu over ons ga vertellen moet strikt geheim blijven.”
“Waarom?”
“Luister en je zal het snappen,” zegt Dolf en Emma doet haar mond dicht.
“Goed, de clans. Ik zal daar mee beginnen, dan gaat de rest ook wat gemakkelijker.” Lucard zwijgt even, schraapt zijn keel en kijkt Emma recht aan.
“In totaal zijn er zes clans, die in rangen verdeel zijn. Iedere clan moet luisteren naar de hoogste in de rang, wat ze ook doen of vragen, want weigeren wordt zwaar gestraft. Niemand weet van de clans omdat ze geheim moeten blijven, want wat wij doen als werk is tegen de wet.” Emma wacht even en stelt dan na een lange stilte toch haar vraag.
“Wat is er dan zo speciaal aan dat werk?” Ze kijkt van Lucard naar de anderen en tot haar verwondering kijkt iedereen meteen weg. Alleen Dolf blijft haar aan kijken.
“Als niemand het wil zeggen zeg ik het wel. Wij zijn namelijk een soort huurmoordenaars. Al jaren beoefent elke clan een soort special art waar door ze ongezien binnen en buiten kunnen komen.”
“Dus jullie zijn ninjas?” Iedereen begint te lachen, wat de intense sfeer breekt. Tim kijkt haar lachend aan.
“In een bepaalde manier kan je ons vergelijken met ninjas ja, maar we zijn toch anders. Want die special art is niet gewoon een gevechtsport of een truck, iedere clan heeft een eigen gave.”
“Wat kunnen jullie dan?” Even kijkt iedereen naar Lucard die naar Dolf knikt. Plotseling kijkt Emma recht in het gezicht van haar zelf. Van schrik valt ze achteruit en Lucard houd haar net tegen voor ze uit bed valt. Waneer weer terug kijkt zit Dolf er weer.
“Hoe...”
“Dolfs clan kan zich veranderen in elke persoon die ze aanraken.” Legt Tim uit en Dolf verandert in Tim. Twee anderen in de groep veranderen zich ook in een ander en wanneer Dolf zich voor de derde keer veranderd heeft hij het hoofd van Tim, maar het lichaam van Dennis. Iedereen rolt om van het lachen en ook Emma lacht.
“Dit is geen tijd voor spelletjes.” Mopert Lucard, maar Emma ziet dat hij moeite heeft om zijn lach in te houden. Snel is iedereen weer zich zelf en wachten ze tot Lucard weer verder gaat.
“Ehum, zo als je dus ziet is dat hun clans gave, ze staan derde in de rang. Ze kunnen het als spelletje gebruiken, maar daar wordt het dus meestal niet voor gebruikt. Ze kunnen zo onopgemerkt ergens binnen sluipen en hun job uitvoeren.”
“Heb jij dat al eens moeten doen?” Lucard knikt.
“Wij allemaal, op onze tiende krijgen we een soort inweiding en dan krijgen we onze eerste job. Als je het haalt ben je waardig lid van de clan. Jammer genoeg gebeurt het vaak dat ze het niet halen, met de gevolgen nadien.” Er hangt een zware stilte in de kamer. Iedereen is denkt aan de clan en aan hun eerste job. Emma merkt dat ze er moeite mee hebben.
“Ik weet nu de gave van de derde clan, maar wat is die van de anderen?” Tim springt recht en glimlacht.
“Mijn clan staat tweede in de rang en wij kunnen de vijand voelen. We kunnen onze ogen sluiten en nadat we een persoon hebben horen wandelen kunnen we zijn voetstappen overal er uit halen. Hoe druk het ook is, we vinden hem of haar.” Buiten Tim is er nog één andere uit de tweede clan. Clan vier blijkt erg goed met medicatie en verzorging om te kunnen, daarom dat er maar eentje is. Ze zijn erg waardevol in een misie. Clan vijf en zes zijn meer vechters, de ene werkt met wapens en de anderen met de blote handen. Emma staat versteld van de demonstraties en pas na een poosje merkt ze dat ze Lucards gave nog niet kent. Ze draait zich om naar Lucard en opent haar mond om het te vragen, maar Lucard is haar voor.
“Mijn clans gave kun je niet als een gave zien, het is meer een vloek dan iets anders.”
“Hoe bedoel je?”
“Wat Lucard bedoelt is dat...”
“Zwijg Dolf.” Tot Emma’s verbazing sluit Dolf zijn mond en krijgt hij er geen woord meer uit. Lucard zucht.
“Spreek.”
“Ha, dat is beter.”
“Snap je nu wat ik bedoel? Mijn clan heeft de gave van het woord. Als ik het wou kon ik je alles laten doen wat ik zei dat je doet.” Lucard staat recht en verlaat de kamer.
“Heb ik iets gevraagd wat ik niet mogt vragen?”
“Rustig maar Emma, je hebt niets verkeerds gedaan. Lucard heeft ooit een ongelukje gehad met zijn gave en sinds dien haat hij het.” Legt Tim uit en terwijl hij het uitlegt ziet Emma hoe Dolf zich in Tim verandert en hem na doet. Ze proest het uit en ook de anderen lachen luid.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Dolf blijft zich maar in anderen veranderen, van jong naar oud en steeds weer moet iedereen lachen, tot dat hij zich in Legna veranderd. Snel verandert hij weer in zich zelf.
“Sorry, deed het zonder na te denken.”
“Geeft niet Dolf.” Iedereen is stil en kijkt rond zich.
“Waarom heb ik zo het gevoel dat Legna niet gewild is bij iedereen?”
“Omdat hij een bastaard is.” Zegt Dolf met een vies gezicht.
“Dolf, je weet dat ik dat woord niet wil horen.” Ze draaien zich met een ruk om en zien Lucard weer binnen komen. Dolf buigt zijn hoofd en mompelt wat.
“Wat zei je daar?”
“Het is toch de waarheid.” Antwoordt Dolf nu wat luider en even kijkt Lucard hem kwaad aan. Emma kijkt van de één naar de andere en probeert ondertussen het gezicht van Legna voor zich te halen.
“Hm, hij ziet er inderdaad helemaal anders uit dan jij.” Zegt ze tegen Lucard, die diep zucht.
“Het klopt dat hij anders is, ik hou gewoon niet van het woord bastaard. Mijn nonkel was verloofd met mijn tante toen hij Legnas moeder leerde kennen. Ze waren smoor verliefd op elkaar en van het één kwam het ander. Omdat in de clans de regel is dat de ouders de verloofde van hun kind kiezen moest mijn nonkel het uit maken met Legnas moeder, maar wat hij niet wist was dat ze ondertussen al zwanger was. Jaren later staat Legna met een brief voor de deur van mijn nonkel en hij herkent Legnas moeder meteen in hem. Na lang gepraat neemt hij Legna in huis als zijn zoon.”
“Dan is je nonkel nog een vriendelijke mens.” Dolf lacht.
“Dat had je gedacht, Lucards nonkel nam Legna alleen maar in huis omdat zijn vrouw geen kinderen kon krijgen. En wie moet er anders hem op volgen?” Lucard schraapt zijn keel en gaat verder.
“Legna werd vermeden door al de clans en stilaan groeide zijn haat tegen over zijn vader en de clans meer en meer. Jammer genoeg is zijn uiterlijk niet alleen wat hem anders maakt, want ook zijn gave is uniek,” zegt Lucard en kijkt Emma aan. “volgens mij heb je er al iets van gemerkt tijdens dat nablijven.”
Emma denkt terug aan dat moment.
“Wat viel je op toen hij met je sprak.”
“Hm, het leek wel als of hij...” Haar ogen worden groter. “Nee, dat meen je niet.Kan hij gedachten lezen?” Lucard knikt.
“Hij is de enigste die het kan, wat er voor zorgt dat mensen hem nog meer vermeiden. Want wie heeft het nu graag dat een andere al je gedachten kent?”
“Maar dat is toch zielig? Legna kan er toch ook niets aan doen dat hij die gave heeft en dat zijn moeder niet getrouwt was mijn je nonkel?”
“Dat zijn twee redenen, maar er is nog een derde.”
“Welke dan?”
“Legnas moeder was niet uit één van de zes clans, wat taboo is.” Emma laat de woorden even tot zich door dringen.
“Maar wacht eens, als het taboo is dat je trouwt of gewoon al samen bent iemand buiten de clans... Hoe komt het dan dat je ouders mij kozen als jou verloofde?”
“Dat vraag ik me ook af, maar blijkbaar vond niemand dat een probleem want anders zouden ze niet jaloers zijn geweest. Zelfs nu wordt er nog ruzie gemaakt over wie jou mag hebben.” Emma snapt het niet, waarom willen al die mensen nu juist haar hebben?
“Maar ik ben helemaal niet speciaal.” Zegt ze zachtjes, waarop Lucard haar kin vast pakt en haar hoofd zachtjes naar boven trekt zodat ze elkaar in de ogen kijken.
“Oh jawel, jij bent een nakomeling van de zero clan.”
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

“Zero clan?” roept iedereen in koor.
“Maar Lucard, dat is een legende.”
“Niet zo maar een legende, het is de waarheid. Vroeger bestond er echt een zero clan, die boven al de andere clans stond, maar ze werden het meeste gevreest.”
“Van wegen hun gave?” Lucard knikt.
“Als het nog meer gevreesd wordt dan jou clans gave moet het wel erg sterk zijn.”
“Zelfs in de legende wordt er niet veel over verteld.”
“Vertel Lucard, wat was hun gave?” vraagt Emma
“Ze waren de schaduw meesters. Ze werkte vooral ’s nachts en konden overal vandaan komen. Ze maakte zich één met elke schaduw en niemand zag of hoorde hen en ook niemand ontkwam aan hen. De zero Clan was zo gevreesd dat er een compolt werd gesmeet tussen de zes andere clans en op een maanloze nacht werd heel de zero clan uitgemoord. Omdat er geen getuigenen zijn kan niemand de daders terecht stellen dus is het verhaal veranderd in een legende en wordt er verder over gezwegen.” Emma had stil geluisterd en schud haar hoofd.
“Dit kan toch niet? Je zegt net zelf dat heel de clan uitgemoord was, dus hoe kan ik er dan een afstammeling van zijn?”
“Jij bent niet de enigste. Je moeder is ook van de zero clan, maar ze kan dat super goed verbergen. Door dat jij je herinneringen kwijt was, was je ook vergeten dat je van die clan bent wat je tot nu toe beschermd heeft. Nu dat je alles weer weet van toen zullen ook die herinneringen weer boven komen en volgens mij hebben de andere clans het al lang gevoelt dat je van de zero clan bent.” Dolf springt recht en grijpt Emmas handen vast.
“Wees gerust Emma, ik zal je beschermen.”
“Ik ook.” Zegt Tim en legt zijn hand boven op die van Dolf.
“Vergeet ons niet!” en de anderen leggen ook hun hand er boven op. Lucard legt als laatste zijn handen en kijkt Emma recht in de ogen aan.
“Al kost het mijn leven, ik laat je niet nog eens gaan.” Emma voelt hoe ze er van moet blozen en kijkt snel weg, maar Dolf heeft het gezien en grijnst breed.
“Je moet niet zo blozen hoor, we weten allemaal dat je Lucard leuk vind.”
“Ik bloos helemaal niet!” roept Emma en wordt nog rooier, waar door iedereen in de lach schiet en zelfs bij Lucard verschijnt er een glimlach. Emma glimlacht ook en kijkt van de groep rond.
Wel, als zij het zijn voel ik me veilig en een beetje aandacht van jongens kan nu ook niet zo veel kwaad, denkt ze. Dan worden ze geroepen door Emmas moeder dat het eten klaar is.
“Eten!” roept Dolf en stormt de kamer uit, met Tim vlak achter hem en ook de rest stormt er met veel geduw en geroep acher aan. Emma kijkt naar Lucard die zucht.
“Ze zijn goed, maar vanaf dat ze eten zien lijken ze wel beesten.”
“Ik vind het nog grappig. Kom, straks is alles op.” Lacht Emma en sluit als laatste haar kamer deur en volgt Lucard naar de eetkamer.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

aha dat is dus het hele punt, ik vermoed dat emma haar moeder wel aan de tand zal gaan voelen, want dit houd je toch niet zo lang voor je kind verborgen...
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

In de eetkamer gaat het er levendig aan toe. Het zijn warme broodjes en ze vliegen in het rond, zelfs het belleg wordt rond gegooid en geen enkele keer valt er iets. Emma’s moeder kijkt er wat angstig naar.
“Wees gerust mevrouw, ze zijn gewoon om alles te gooien.” Zegt Lucard.
“Dat zie ik. Zo lang er maar niets breekt is het goed.” Wanneer iedereen even later klaar is haasten ze zich naar de living om tv te kijken. Alleen Emma, Lucard en haar moeder blijven aan tafel zitten.
“Mam, ik moet je wat vragen.”
“Je wilt weten waarom ik nooit verteld heb over de zero clan.” Even weet Emma niet wat te zeggen en knikt dus maar.
“Het moest geheim blijven, want zo als je al vast gehoord hebt is de rest van de clan helemaal uitgeroeid.”
“Wat ik graag wil weten is hoe u zo lang on opgemerkt hebt kunnen leven.”
“Ik heb mijn gaven op gegeven.”
“Opgegeven?”
“Kan dat dan?” Emma’s moeder knikt.
“Haar vader bleef achter in de clan en heeft ons helpen ontsnappen. Er bestaat een soort ritueel waardoor iemand zijn gave afstaat in ruil voor een gewoon leven, alleen betaal je er een grote prijs voor.”
“En dat is?”
“Ik ben alle herinneringen van vroeger kwijt. Zelfs die van mijn ouders, mijn man en jou geboorte.” Zegt Emma’s moeder een een trillende stem.
“Ik weet ergens dat het mijn man was die ons hielp ontsnappen, maar ik weet het niet zeker.”
“Ja, rituelen hebben jammer genoeg een hoge prijs.”
“Maar hoe erg ik het ook vind, ik had er alles voor over om jou te beschermen Emma.”
“Zelfs al je herinneringen?”
“Zelfs nog veel meer.”
“Maar als u alles kwijt bent, hoe weet u dan dat Emma uw dochter is en dat u van de clan bent?”
“Ik had een brief geschreven met de belangrijkste dingen er in. Het duurde wel jaren voor ik het echt geloofde, maar nu weet ik het zeker.”
“Ik dacht dat het kwam door vaders overlijden.”
“Deels, want dat had ik ook opgeschreven.” Even is het stil en is ieder verzonken in zijn eigen gedachten. Het is Dolf die de stilte verbreekt.
“Lucard! Dit moet je zien!” Zo snel als ze kunnen haasten ze zich naar de living en kijken naar de tv.
“Die idiote Legna is aan de pers aan het vertellen dat Emma een overlevende is van de zero clan. Nu weet iedereen het en komen ze achter haar aan.”
“Ontplof!” roept Lucard kwaad en iedereen springt een gat in de lucht wanneer de tv ook echt ontploft.
“Rustig Lucard, wij doen er alles aan om haar te beschermen. Niemand krijgt onze meesteres voor dat ze ons neer hebben gehaald.”Zegt Dolf en knielt neer. Ook de anderen knielen voor Lucard en Emma.
“Wij staan onder uw bevel en halen elke vijand neer. Geef ons onze order heer.” Roepen ze in koor. Emma en haar moeder kijken toe hoe Lucard bevelen geeft en hoe iedereen meteen in actie schiet.
“Wees gerust mevrouw, u en uw dochter zijn in goede handen.”
“Dat weet ik.” Zeg Emma’s moeder en bedankt Lucard.

De volgende dagen wordt het huis steeds weer aangevallen door de verschillende clans. Want de clans leider die met Emma trouwt wordt gezien als de machtigste. Na een week besluiten ze om Emma naar het land van Lucard te brengen.
“De enigste mannier om dit te laten stoppen is om jullie verloving wettelijk te maken.”
“Verloving?” stammelt Emma en kijkt wat geschrokken naar Dolf.
“Je moet niet meteen te trouwen, maar vanaf dat het wettelijk is kan niemand je meer lastig vallen.”
“Maar wie zegt dat ik dat wil?”
“Wat?”
“Oké ik vind Lucard leuk en lief, maar met hem verloven gaat toch nog iets te ver. Ik ken hem amper.”
“Dat doet er nu toch niet toe?”
“Kan het nog verbroken worden?”
“Eh, nee.”
“Daar heb je het al. Ik weiger.”
“Toe nou Emma, vroeger vond je het niet erg.” Zeg haar moeder.
“Ik was nog maar een kind!” Roept Emma kwaad en rent naar haar kamer.
“Heeft ze nu net Lucard afgewezen?”
“Wow, dat is dan ook voor het eerst.”
“Ja, meestal is het andersom en moet Lucard hen afwijzen.”
“Hey Luc, hoe voelt dat?” Dolf kijkt hen kwaad aan.
“Dit is niet om mee te lachen!” meteen stopt het gebabbel.
“Als ze blijft weigeren hebben we een probleem. Wat denk jij Luc?” Iedereen kijkt naar Lucard.
“als ze niet wil kan ik haar niet dwingen. Zo lang we geen andere oplossing gevonden hebben moeten we ons staande houden.”
“Dat meen je toch niet? Dit kan maanden, wat zeg ik, jaren duren.”
“Meer heb ik niet te zeggen.” En Lucard verlaat de kamer.
“Zag je zijn ogen? Ze stonden zo triest.”
“Tja, Emma heeft hem net afgewezen, nadat hij al die tijd zo naar haar op zoek was.”

Die avond gaat klopt Dolf op Emmas slaapkamer deur.
“Emma kom je eten?” Er komt geen antwoord.
“Emma?” Dolf klopt weer, maar het nog steeds stil. Na wat aarzelen doet Dolf de deur open en blijft versteend staan.
“Jongens! Emma is weg!” brult hij uit alle macht en rent naar het raam dat wagenwijd open staat. De jongens stormen de kamer binnen en doorzoeken heel de kamer.
“Legna.” Iedereen kijkt geschrokken naar Lucard.
“Denk je?”
“Ik ruik het zo. Legna is hier geweest en heeft haar mee genomen.”
“Denk je dat hij...”
“Hij is geniepig en weet mensen te manupileren door dat hij gedachtens kan lezen. Het zou me niet verwonderen dat hij het zo ver wil krijgen dat Emma met hem trouwt.”
“Dan halen we haar gewoon weg bij hem.”
“Ben je zot? Zelfs al is hij van Lucards clan kunnen we niet zomaar daar binnen vallen.” Niemand weet wat ze moeten doen en kijken vol hoop naar Lucard.
“Dolf en Tim gaan met mij mee, de rest blijft hier het huis bewaken.”
“Waar gaan we heen?”
“Ik ga mijn neef eens een bezoekje brengen.” Zegt Lucard en samen met Tim en Dolf vertrekt hij even later naar het land van Lucard.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Zo als de gewoonte is moet Lucard eerst een aanvraag doen om te mogen spreken met Legna. Het duurt drie dagen voor dat ze eindelijk toestemming hebben gekregen van Lucards oom. Zo snel als ze kunnen gaan Lucard, Tim en Dolf naar Legnas huis. Het huis ziet er precies zo uit als dat van Lucard en al de andere clanleiders: helemaal van hout, met papiere schuifdeuren van binnen en met een prachtige tuin. Het lijkt precies op een groot japans huis, wat best wel bij de clans past vanwegen hun ‘ninja’ gave.
Ze stoppen voor de deur en Lucard trekt aan de bel. Het duurt een poosje voor een jongevrouw, één van de werksters, de deur open doet.
“Ik heb een afspraak met mijn neef.”
“Hij verwacht u. Volgt u maar.” Zegt de vrouw, terwijl ze een buiging maakt en hun voor gaat naar een kamer.
“Ah Lucard! Wat supper dat je eens op bezoek komt. Het spijt me dat het zo lang duurde voor je toestemming kreeg, maar ik had het een beetje druk.”
“Met ontvoeren zeker.” Mompelt Dolf en krijgt een waarschuwende blik van Lucard.
“Zet jullie, ik zal vragen of ze wat drinken brengen.” Zegt Lenga vriendelijk en wijst naar de kussens op de grond, maar Lucard blijft gewoon staan en kijkt zijn neeft dood serieus aan.
“Waar is ze?”
“Wie?”
“Doe nu niet als of je van niets weet. Mijn verloofde is spoorloos verdwenen en plotseling keer jij terug naar hier.”
“Is dat een beschuldeging? Je weet hoe ernstig dit kan worden als anderen dit te horen krijgen.”
“Ha, alleen jij krijgt problemen.” Zegt Dolf en kijkt kwaad naar Legna, die naar hem glimlacht.
“Dat denk ik niet. Jullie hebben geen enkel bewijs dat ik haar heb ontvoerd.”
“Maar ze is hier wel.”
“Wie weet.” Lucard stapt tot vlak voor Legna, die meteen rechtspringt.
“Als je haar ook maar iets aandoet zal dat je beste dag nog niet zijn.” Zegt Lucard met een diepe drijgende stem en kijkt zijn neef donker aan.
“Nog drijgen ook, je bent echt goed bezig zo. Binnen kort ben je je plaats als leider nog kwijt ook.” Even staan de twee neven als twee kemphanen tegen over elkaar, tot dat Legna zich omdraait.
“Ik heb genoeg van dit. Jullie kunnen gaan.”
“We zijn nog niet uitgesproken Legna.”
“Toch wel neef van me.” Legna trekt aan een koort en meteen komen er vier bewakers de kamer binnen.
“Laat mijn neef en zijn twee schoothonden uit.” Dolf wordt rood van woede.
“jij mislukte ba...”maar Tim houdt hem tegen trekt hem met zich mee. Wanneer ze buiten staan wordt de deur met een smak achter hen dicht gedaan.
“Waarom hield je me tegen?” vraagt Dolf kwaad aan Tim.
“Ik had hem gewoon een slag in zijn gezicht moeten geven.”
“Denk je dat we daar dan heelhuids weg geraakt zouden zijn? Legna is niet vies van eigen familie te doden.”
“Ooit krijg ik hem wel.” Gromt Dolf en kijkt kwaad naar de gesloten deur.
“Wat ga je nu doen?” vraagt Tim aan Lucard, die gewoon naar het huis staat te staren.
“Dolf, heb je één van die bewakers kunnen aanraken?”
“Euh ja.”
“Goed, ik wil dat je naar binnen gaat en kijkt waar Emma zit.”
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Sorry dat ik zo lang niet meer geschreven heb, had totaal geen inspiratie meer.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

“Weet je zeker dat ze daar wel is? Wie weet is ze gewoon weg gelopen.”
Wanneer Lucard hem aankijkt buigt Dolf snel zijn hoofd en verandert in één van de bewakers. Dolf kent die blik van Lucard maar al te goed en het is onmogelijk om dan nee te zeggen tegen hem. In het begin had Dolf zijn twijfels over Emma, maar nu zou hij er alles aan doen om haar terug te vinden. Zo snel mogelijk gaat Dolf op zoek naar die ene bewaar, zorgt dat die uitgeschakkelt wordt voor een poosje en doorzoekt dan het huis. Het huis is echt reuze groot, er kunnen wel drie gezinnen haast wonen. Tja, hoe groter het huis hoe meer aanzien je krijgt, want dat betekent dat veel geld hebt.

Na een poosje is Dolf het zoeken beu en wil net opgeven wanneer hij een bediende met een eetplateau ziet. Hij besluit om haar te volgen en tot zijn opluchting brengt ze hem tot bij de kamer waar de stem van Emma woedend klinkt.
“Ik wil helemaal geen eten! Ik wil naar huis!” Er klinkt geluid van een bord dat op de grond kapot valt. Dolf stapt naar de deur opening en ziet hoe de bediende zich op haar knieën zet om het op te ruimen. Wanneer hij het zo allemaal ziet moet hij grinniken. Het is weer echt iets voor Emma om inplaats van bang of verdrietig juist heel kwaad te zijn. Wanneer de bediende de kamer verlaat stapt Dolf binnen. Meteen krijgt hij een kussen naar zijn hoofd gegooid.
“Ik had gezegt dat ik geen bewaking wil, ik loop echt niet weg. Plus ik wil wat privesie, ik ben ten slote een vrouw.” Dolf doet zijn best om niet te lachen, maar wanneer Emma hem recht aankijkt proest hij het uit.
“Jij een vrouw? Zo als je hier bezig bent lijk je meer op een beest.” Even weet Emma niet hoe ze moet reageren, maar wanneer ze Dolf ziet veranderen worden haar ogen groot van verbazing.
“Dolf!”
“Ssst.”
“Sorry. Wat doe jij hier?”
“Ik moest je komen zoeken van Luc, wat me ook gelukt is.”
“Ik had je echt niet herkent. Kom je me hier weg halen?”
“Wel, dat gaat jammer genoeg niet.”
“Waarom niet?”
“Als Legna ziet dat je weg bent verdenkt hij Luc meteen en komt er oorlog tussen de twee huizen.” Daar had Emma niet aangedacht. De clan regels zijn zo vreemd voor haar en ze had niet verwacht dat ze echt oorlog zouden voeren.
“Wat doen we dan?”
“Weet ik niet.”
“Je bent me gaan zoeken en je hebt niet eens een plan? Dat is erg slim.”
“Luc heeft niets anders gezegt.” Even is het stil, maar dan komt er een brede grijns op Dolfs gezicht.
“Ik heb een idee.”

Even later komt Dolf weer bij Lucard, maar hij verteld enkel Tim het plan.
“Waarom vertel je Lucard niets?”
“Als Luc het weet kan Legna het zo te weten komen. Je weet toch dat bij onderhandelingen geen enkel ander persoon er bij mag zijn? Dus zo lang dat zij twee bezig zijn gaan wij het plan uitvoeren.”
“Oké, ik licht de anderen in.”
“Enkel degene wiens naam ik opgeschreven heb oké?”
“Oké.” Wanneer Lucard hen roept vertrekken ze terug naar het huis van Lucard, waar Tim meteen een paar telefoontjes doet. De weken daar op worden er veel berichten en gesprekken gehouden tussen Lucard en Legna, maar ze eindigen allemaal met dat Legna ontkent dat Emma bij hem is. Uiteindelijk schrijft Lucard een brief naar zijn oom, die meteen Legna bij zich roept en hem verplicht een onderhandeling te regelen. Met grote tegen zin geeft Legna toe dat Emma bij hem is, maar hij weigert haar te tonen. Dan breekt de dag aan en vertrekt Lucard naar het huis van Legna voor de onderhandeling.
“Tim, is alles in orde voor het plan?” vraagt Dolf fluisterend en Tim knikt.
“Goed, dan kunnen we van start gaan.”

Lucard wordt door een bewaker naar een kamer gebracht waar maar één enkele deur is. Er zijn totaal geen ramen en buiten een stevige houte tafel met aan elk eind een stoel staat er niets in de kamer. Toch is het er niet pikdonker, er hangt een grote luster in het midden van de kamer die een spookachtige gloed geeft. Lucard zet zich neer en kijkt recht voor zich, naar de andere kant van de tafel waar Legna zit. De bewaker verlaat de kamer en nadat de deur met een klap dicht slaat wordt het muisstil.

Een hele poos zegt geen van de twee een woord, ze staren gewoon naar elkaar. Lucard met een doodserieuse blik en Legna met een brede grijns, als of hij er plezier in heeft.
Dan breekt Legna de stilte.
“Zo neefje, dus jij wilt onderhandelen. Wat wil je dan van me hebben dat je zo ver gaat?”
“Je weet drommels goed wat ik wil hebben Legna, doe nu niet als of je het niet weet.”
“Oh ja, die meid. Ze is best wel een moeilijke, hoe je op zo iemand verlieft kan worden is me een raadsel.”
“Wel dan, als je Emma toch zo moeilijk vindt kan je haar terug geven.”
“Haha, dat zou wel makkelijk zijn hé neefje.” Legna kijkt Lucard recht in de ogen aan en grijnst.
“Jammer genoeg kan ik haar niet geven, want ze is al van mij.”
“Van jou? Emma heeft de vrije keuze om te kiezen van wie ze is.”
“Niet meer.” Lucards ogen worden steeds groter en hij slaat woedend met zijn vuist op tafel.
“Hoe durf je zo iets te doen!” roept Lucard woedend en Legna haalt grinnekend zijn schouders op.
“Veel keus had ik niet. Iemand die zo wild is moet getemd worden en wat is een betere metode dan maindcontrole?”
“Je weet toch dat Emma niet meer zo zal zijn als normaal? Ze is gewoon een pop nu.”
“Wat maakt het uit? Ze doet alles wat ik vraag of zeg, wat wil ik meer?” Lucard moet zijn best doen om zich in te houden. Hij zou zo Legna kunnen verplichten Emma weer normaal te maken, maar dat is tegen de regels van de onderhandeling.
“Op dit moment is Emma onderweg naar het hoofdgebouw om daar onze verloving te onderteken. Als het goed is zal ze terug zijn op het moment dat we ons laatste besluit moeten maken. Jammer genoeg zal dat niet door kunnen gaan want ze is dan oficieel van mij.” Legna begint hard op te lachen en stil aan begint Lucard de hoop te verliezen om Emma ooit weer te zien.

Na dat kort gesprek was Legna recht gestaan en liep wat rond in de kamer. Lucard bleef naar een oplossing zoeken om Emma toch vrij te krijgen maar dan ging de deur opeens open en staat Emma in de deur opening. Legna stapt lachend op haar af en omhelst haar.
“Brave meid.”
“Ze is geen huisdier Legna!”
“Wat maakt jou dat nu uit? Ze is nu van mij dus doe ik wat ik wil met haar.”
“Ik krijg je nog wel Legna, al komt er een oorlog van.”
“Ha, mij best. Doe wat je niet laten kunt, maar weet wel één ding: alleen ik kan haar weer de oude maken. Je hebt me nodig, levend.” Legna wenkt zijn bewakers.
“Leid hem naar buiten, onze onderhandeling is afgelopen.” Ruw wordt Lucard vast gegrepen en letterlijk buiten gegooid. Meteen rend Tim op hem af en helpt Lucard recht te staan.
“Hoe is het gegaan?”
“We zijn te laat, Emma is onder controle van Legna. Ik had het moeten weten dat hij dat ging doen.”
“Laten we maar naar huis gaan en daar zien wat we er aan kunnen doen.” Bedroeft gaat Lucard naar huis.

Zo als altijd wordt hij begroet door de bedienden in zijn huis en normaal begroet hij hen terug, maar deze keer negeert hij en wil gewoon naar zijn kamer.
“Meneer, een paar minuten geleden zijn er bezoekers voor u gekomen.”
“Ik zal ze wel een uitnodeging sturen voor een andere keer.”
“Dat gaat niet meneer.”
“Waarom niet?”
“Ze wachten op u in de living.” Zuchtend gaat Lucard dan maar naar de living en wanneer hij ziet wie de bezoekers zijn valt zijn mond haast open van ongeloof. Recht voor hem in de zetel zitten Tim, een paar anderen van de groep en...
“Emma! Wat doe jij hier?” Lachend stapt Emma op Lucard af en omhelst hem.
“Ze hebben me bevrijd.”
“Maar hoe? Ik zag je daar net nog bij Legna.”
“oh, dat is Dolf.” Lucard snapt er helemaal niets meer van dus legt Tim het uit. Dolf had het plan gekregen om zich zelf in Emma te veranderen zodat Emma zelf daar weg kon. Toen ze dat wilde doen kreeg Dolf het plan van Legna te horen. Dus veranderde ook Dolfs plan. Emma leerde van Dolf hoe zich tegen Legnas kracht moest beschermen en ze deed als of ze onder zijn controle was. Toen ze in het hoofdgebouw was hebben Dolf en de anderen haar bevrijd.
“Jullie weten toch dat er nu een oorlog komt?”
“Die zal niet komen.” Zegt Emma.
“Toch wel Emma, de clan regels zijn anders dan de regels van de andere mensen.”
“Ze kunnen geen oorlog maken om het recht te krijgen op een persoon die al van iemand is.” Lucard kijkt Tim vragend aan.
“Wel,” begint Emma en stil aan worden haar wangen roder, “in plaats van de verloving van Legna te tekenen heb ik die van jou getekend.”
Laatst gewijzigd door lisbeth op 09 jun 2013 23:52, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Even hangt er een doodse stilte in de kamer.
“Zeg dan iets.” Mompelt Emma met een rode kop.
“Ik dacht dat je niet wilde.”
“Het was de enigste oplossing.”
“Oh.”
“En ik heb er over na gedacht de tijd dat ik bij Legna zat. Het is een grote stap, maar we moeten toch niet meteen te trouwen. Dus heb ik al de tijd tot we oud genoeg zijn om je te leren kennen.” Lucards kijkt glimlachend naar Emma, wat erg zeldzaam gebeurd.
“Zeg Luc, Emma is nu wel veilig maar ik denk niet dat Legna het laat rusten.”
“Oh dat zal die volgens mij wel moeten doen.” Iedereen draait zich om naar de deur opening waar Dolf opeens staat.
“Wat bedoel je daar mee?”
“Ik liet hem nog een tijdje met me spelen en opeens stond zijn vader daar. Man wat kan die kwaad worden. Het nieuws dat Emma nu van Luc is is al overal de ronde aan het gaan en blijkbaar had iemand Legnas vader laten weten dat Legna Emma had ontvoerd terwijl ze bij jou hoort. Je had zijn gezicht moeten zien toen hij hoorde dat Emma en Luc nu verloofd zijn.” Dolfs hoofd veranderd meteen in die van Legna en doet het meteen na. Al snel verdwijnt de spanning en is iedereen luid op aan het lachen.

Nu dat alles goed gekomen is keert Emma weer naar huis en Lucard besluit om samen met de andere jongens in het huis naast dat van Emma te gaan wonen. Natuurlijk komen er een paar bediende mee en wanneer ze zien hoe Emma gekleed gaat doen ze er alles aan om haar te veranderen in een echte clans vrouw. In het begin vindt Emma het vreselijk, maar al snel wend ze er aan en in ruil om zich zo te kleden en gedragen krijgt ze les in hoe ze haar gave moet gebruiken. Stil aan beginnen Emma en Lucard elkaar beter en beter te leren kennen en al snel zijn ze onafscheidelijk.

De grote vakantie is voorbij en de school begint weer. Op de speel koer is iedereen druk bezig met zijn of haar vrienden te begroeten en vol op te vertellen over wat ze gedaan hebben. Dan gaat de poort open en lijkt het wel als of iedereen stopt met wat ze doen en naar de poort kijken.
“Hebben jullie ons gemist?!” roept iemand en meteen beginnen er meiden te roepen en naar de poort te lopen.
“Moest dat nu echt Dolf?”
“Wat? Ze hebben ons waarschijnlijk vreselijk gemist deze zomer en ik wilde hen gewoon opvrolijken.”
“Denk eens aan Emma, ze had hier niet zo goede herinneringen aan weet je nog?”
“Oh!” Ondertussen is het al een grote drukte rond hen, vooral meiden natuurlijk.
“Waarom moeten jullie toch zo er uit zien?” zucht een meisjes stem en iedereens blik gaat naar Lucard die hand in hand loopt met Emma. Iedereen gelooft zijn ogen niet. Emma heeft zwarte kleren aan en net als Lucard heeft ze kruis oorbellen. Het is het teken van Lucards clan dat je hoger op staat.
“Is dat Emma?”
“Waar?”
“Kijk daar, naast die Lucard.”
“Wow! Wat is ze veranderd.”
“Ik ga een foto trekken.” Meteen snellen ook de jongens naar de poort. Lucard en de anderen kijken naar Emma die glimlacht naar de jongens. Zo begint een nieuw school jaar en een heel nieuw leven voor Emma. Hoe erg ze ook in het begin wenste dat ze Lucard nooit had leren kennen, ze zou hem nu voor geen goud meer kunnen missen.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”