
Maar: eerst even een nette introductie! Ik ben al een tijdje bezig met dit verhaal, dat (moet) gaan (gaat) over de opkomst, het verval en uiteindelijk de ondergang van een band en haar leden. Ik heb veel ideeën voor dit verhaal liggen en wil er graag aan verder, maar de motivatie ontbreekt me soms wat, dus hopelijk kan ik mezelf er toe zetten er regelmatiger aan te schrijven door het hier te posten en te proberen het bij te houden. En als mensen het leuk vinden om te lezen is dat natuurlijk helemaal mooi meegenomen

Het is nu nog niet echt 16+, maar dat wordt het later wel, dus ik zet het icoontje er alvast op. Het gaat trouwens om muzikanten van een metalband, maar laat dat je niet tegenhouden als je een godsgruwelijke hekel hebt aan metal of liever naar Jan Smit luistert. Afgezien van wat rondvliegende bandnamen gaat het vooral om de ontwikkeling van de personages en de perikelen rondom en binnen de band.
Goed, een eerste poging dan maar!
_________________________________________________________________________________
1.
Het gebeurde zo vaak. Cole had er ook al vaak over gelezen en gehoord. Muziek was een magisch iets, een therapeutisch iets, een psychologisch iets. Muziek was, meer dan alles, een uitlaatklep voor mensen. Voor luisteraars, maar nog meer voor muzikanten, voor hun positieve emoties, maar vooral voor negatieve. Het had hem altijd aannemelijk geleken, hij had er nooit zo bij stilgestaan. Hij realiseerde zich pas hoe heftig het was toen het in zijn eigen leven gebeurde. Toen pas drong het tot hem door dat het wel eens levens kon gaan kosten. Van dat dat zou gebeuren, had hij die dag nog geen idee.
Het begon allemaal op een nog zorgeloze dag in de muziekwinkel.
‘Hé Cole, moet je dit zien.’
Cole keek op van de bak met kleurige basplectra. Zijn beste vriend David stond aan de andere kant van de lobby, naast de kassa. Hij wenkte en keek naar het bord met advertenties en oproepen. Zijn wijsvinger was gericht op een uitgetypt a4-tje.
Cole liet de bonte verzameling plectra in zijn handen weer in de bak vallen.
‘Wat is er?’ vroeg hij.
David tikte tegen de advertentie zonder zijn ogen er van af te wenden.
‘”Jonge platenmaatschappij Darkpath records zoekt muzikanten voor nieuwe nu-metalband”,’ las hij voor.
Cole liep naar hem toe en wierp ongeïnteresseerd een blik op zijn horloge. ‘O. En dus?’
David schoof wat opzij zodat Cole naast hem kon komen staan en liet zijn vingers langs de regels glijden.
‘Nieuw platenlabel… blablabla…’ las hij verder. ‘… opgericht door… allemaal niet belangrijk, muzikanten… aha, hier.’ Hij trok de advertentie half van het prikbord af en gebaarde naar Cole dat hij mee moest lezen.
‘”Mannelijke vocalisten (ook grunt), lead/rhythm gitaristen, bassisten, toetsenisten en last not but least drummers voor extreme nu-metalband met DM invloeden. Songwriters ook welkom.” Wat is DM?’
‘Weet ik niet. Death Metal, denk ik.’
‘O ja. Eh, even kijken… “podiumervaring geen vereiste-“’
‘-maar geen amateurs,’ vulde Cole aan. ‘Jammer Dave, maar wij zijn amateurs. Ik wel, in ieder geval.’ David liet het papier los en keek hem aan.
‘Wat? Nee joh, idioot. Als jij vindt dat je een amateur bent, wat is dan volgens jou een professional? Flea? Paul Gray?’
‘Bijvoorbeeld.’
David schudde zijn hoofd en richtte zich op het papier.
‘Ik doe wel of ik dat niet gehoord heb. Kijk, ze hebben 23 augustus open audities aan de Rembrandtkade 125/126. Zie je, ‘open audities‘. Dat is net zoals met Idols en zo man, dat betekent dat iedere kneus het mag proberen.’
‘En dat betekent ook dat er overal steengoede gasten vandaan komen die al tien jaar podiumervaring hebben. Laat zitten, Dave. Daar gaan wij echt niet doorheen komen met z‘n tweeën.’ Cole pakte zijn pak snaren, kabel en Davids effectenpedaal en zijn snoer bij elkaar. ‘Kom, we gaan afrekenen, dan kunnen we bij mij nog even jammen.’ Hij wilde zich omdraaien en naar de kassa lopen, maar David pakte hem bij zijn arm.
‘Ho, wacht eens even,’ zei hij en hij trok Cole weer naar het mededelingenbord. ’Niks jammen, we jammen al sinds we twaalf zijn, Cole. Laten we er nou eens werk van gaan maken. Laten we er nou eens iets mee gaan dóén.’
Cole trok zijn arm los.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg hij tegen beter weten in.
David wees naar de advertentie. ‘Zo. Gewoon naar die audities gaan en spelen tot we een ons wegen. Misschien maken we een kans, misschien niet, maar hoe dan ook moeten we hem niet laten lopen.’
Cole knikte. ‘Ja, en waarschijnlijk wordt dat het tweede en staan we daar voor Piet Snot.’
David haalde zijn schouders op. Aan de uitdrukking op zijn gezicht zag Cole al dat hij te laat was. David had die vlammende vastbeslotenheid in zijn ogen gekregen die vertelde dat zijn idee zich steevast in zijn kop had genesteld. Hij wist nu al dat hij het voor geen goud meer uit zijn hoofd zou krijgen. Cole begreep hem op zich ook wel: David speelde al bijna tien jaar en hij kon niemand meer vinden die hem les kon geven, omdat hij zelf altijd beter was. Hij wilde al jaren in een band, had zelf een paar armzalige pogingen ondernomen die altijd op niets waren uitgelopen, maar ondanks dat ging hij altijd door. Wat er ook gebeurde, David incasseerde de klap, krabbelde overeind en begon weer van voren af aan.
Cole slaakte een zucht.
‘Oké, oké,’ gaf hij zich gewonnen voordat Dave hem met allerhande argumenten zou bestoken. ‘Je hebt gelijk, misschien is het een kans. Maar…’
David keek hem aan, met zijn hoofd lichtjes schuin.
‘Maar wat?’ vroeg hij.
Cole haalde zijn schouders op. ‘Gewoon. Straks is het weer een teleurstelling en daar worden we ook niet vrolijk van.’
David lachte breed. Hij stak zijn armen in de lucht en deed alsof hij poseerde.
‘Disappointment is my middle name, baby,’ zei hij met een stem alsof hij Elvis nadeed.
Cole lachte en gaf hem een stomp.
‘Doe normaal,’ zei hij. ‘Zet lekker jezelf voor lul als ik er niet bij ben. Kom, we gaan naar huis, we hebben het er nog wel over. 23 augustus is nog ver weg .’
Dave schudde zijn hoofd en pakte zijn effectpedaal weer op.
‘Best, schijterd,’ zei hij. ‘Maar voor we weggaan neem ik het telefoonnummer van dat label mee en reken maar dat ik ze ga bellen. Of je het nu leuk vindt of niet.’
‘Leef je uit, Dave.’