Mijn verhaal is ook te lezen op Girlscene.
Mijn verhaal bevat 16+ inhoud. En kan triggers bevatten. Hiervoor opgelet!
''Het enige dat ik je ooit gevraagd heb, was om me vast te houden. Om van me te houden. Om me nooit meer alleen te laten. Dat was het enige, en dat zal altijd het enige blijven.''
Hou me vast.
Inleiding
Depressieve Laura blijft helemaal alleen achter, als haar ouders en jongere broertje Sjoerd op vakantie gaan naar Gran Canaria. Vijf weken lang tijd voor haarzelf, en haar gedachten. Dat was precies wat ze nodig had, dacht ze. Maar alles loopt anders...
Hoofdstuk 1
Goed dan. Hier zat ik dan. Helemaal alleen. Ja echt, ouders en broertje op vakantie. Ik hoefde niet mee. Ik had er beter aan gedaan als ik wel mee was geweest. Dat weet ik zeker. Alhoewel, als ik wel mee was geweest, lag ik hier nu niet met hém in mijn armen. Nu kon ik eindelijk voor hem zorgen. Iets wat drie weken geleden wel anders was.
Drie weken geleden
‘Dag mam! Dag pap! Dag Sjoerd!’ riep ik en zwaaide mijn ouders uit. Ze gingen voor vijf weken naar een of ander Canarisch eiland. I don’t care. Ik was tenminste thuis. Ik hield niet van op vakantie gaan. Eigenlijk hield ik nergens van. Ja, dat klopt, ik was een pessimist. Het had allemaal met mijn verleden te maken. Ik praatte er niet over. Met niemand. Mijn enige steun en toeverlaat had me in de steek gelaten. En dat brak me nog steeds elke dag. Mijn moeder kwam nog een keer naar me toe, en gaf me een dikke knuffel. ‘Pas goed op jezelf’.
Twee dagen waren verstreken, twee dagen vol kwelling. Ik maakte mezelf gek. Zoals ik altijd deed, maar als je alleen was, pakte het harder aan natuurlijk. Geen afleiding, niets op tv, en ik had totaal geen zin om in de regen naar mijn paard te gaan. Zomers in Nederland. Alleen maar regen, en af en toe 30 graden. Daarna storm. En weer regen. Zo ging het elke zomer opnieuw. Maar dat maakte mij niet uit. Ik zat toch maar binnen.
Dag drie. Het regende super hard, en het was al halverwege de middag. Met mijn gedachten, ging het niet goed. Zachtjes uitgedrukt. Ik had de neiging mezelf pijn te doen. De spanning werd me teveel, dus ik besloot naar buiten te gaan. Ik liep door onze gigantische tuin, en het duurde niet lang meer, of ik voelde de regen niet meer. Ik schreeuwde. Vervloekte mijn leven. Waarom? Waarom moest mij dit overkomen? Waarom kon ik niet gelukkig zijn zoals de rest. Ik dwaalde een beetje rond, en besloot tegen de schuur aan te gaan zitten. Ik weet niet hoelang ik er zat, ik was alle besef van tijd kwijt. Doelloos staarde ik vooruit. Het regende ontzettend hard. Ik bleef zitten. Ik voelde het eigenlijk
niet echt. De pijn van binnen was erger.
‘Laura? Wat doe je buiten in de stromende regen?’
Ik hoefde niet op te kijken om te weten wie tegen mij praatte. Hij was het. Ik voelde een hand rondom mijn middel. Hij trok me omhoog, en ik leunde tegen hem aan.
‘Kom, we gaan naar binnen’, zei hij en ondersteunde me naar mijn huis.
‘Dankje’, wist ik uit te brengen toen we binnen stonden. Ik rilde inmiddels van de kou.
‘Waarom zat je buiten in de regen?’
‘Ik weet het niet.’
‘Waar zijn je ouders?’
‘Op vakantie.’
Hij rolde met zijn ogen.
‘Dat ze een 16-jarige dan alleen thuis laten. Eentje die blijkbaar niet voor haarzelf kan zorgen.’
Ik keek hem verward aan. Wat deed hij hier? Ik dacht dat hij me nooit meer wilde zien.
Ik zag dat hij een deur open trok. De badkamer deur.
‘Kom’, zei hij. Ik liep naar hem toe. Hij hielp me uit mijn natte kleren, en zette me onder de warme stralen van de douche. Ik voelde me ongemakkelijk, maar ook weer niet. Tot mijn verbazing trok hij ook zijn kleren uit, en kwam naast me staan. Zijn lichaam was goddelijk. Hij draaide me om, zodat ik met mijn buik de zijne kon aanraken. Hij omhelsde me. Ik liet mijn tranen gaan.
Hij hield me vast. Zoals een vader, zijn verloren dochter troostte. Ja, dat was wel de beste beschrijving. En dan verloren in de zin van…de weg kwijt zijn. Geestelijk. Net voordat ik verrimpelde handen kreeg, trok hij mij de douche uit. Hij droogde me af.
‘Shit, droge kleren voor je vergeten’, zei hij.
‘Ik loop wel even naar boven’, zei ik zachtjes en verliet de badkamer. Eenmaal op mijn kamer aangekomen, drong het pas tot me door wat er net gebeurd was. Holy shit. Met trillende handen, van de zenuwen, trok ik mijn mooiste spijkerbroek aan. Wat voor shirtje zal ik hier eens op doen? Ik wist niet waarom ik zo dacht, ik gaf normaal gesproken niets om hoe ik eruit zag. Maar dit was niet normaal. Als ik er nu niet goed uitzag, dan zou hij weg gaan. En nooit meer terug komen. En dan ook echt nooit meer. Dat zei het stemmetje in mij. En ik gaf haar gelijk. Zoals altijd eigenlijk. Uren discussies hebben met mezelf…wetende dat ik haar toch gelijk geef. Verspilde energie. Ik hoorde een klopje op mijn deur. Dat zal hij wel zijn. Ik antwoordde met een ‘’ja’’. Hij kwam mijn kamer binnen en bekeek hem goed. Ik schaamde me. Het was een bende. Hij glimlachte.
‘Je ziet er moe uit…misschien kan je beter je pyjama aan doen en gaan slapen.’
Zonder iets te zeggen trok ik mijn spijkerbroek weer uit, en trok mijn mooiste pyjama aan. Daarna liep ik langzaam naar mijn bed, en ging onder de warme dekens liggen. Het viel me nu pas op, dat hij alleen maar een boxershort aan had. Hij kwam naast me liggen. Zijn armen om me heen.
‘Ik weet niet wat er allemaal aan de hand is, waarom ik terug gekomen ben…’, zijn stem stierf weg.
‘Ik denk dat ik je mistte. Ondanks al je leugens tegen mij. Hoe kon je?’
Ik verstarde. Nee, niet over mijn verleden met hem beginnen. Alsjeblieft.
‘Laura?’
‘Wessel ik…’ de tranen stroomde opnieuw. Wessel trok me dichter tegen zich aan, en troostte me.
‘Het is oké, ik ben niet meer boos op je. Je bent een wrak Laura…zoals ik je net aan trof in de regen. Ga slapen.’
En meteen vielen mijn ogen dicht. Ik was moe. Té moe om ze open te houden, en te kijken naar de jongen waar ik zoveel naar verlang.
Hou me vast
-
- Balpen
- Berichten: 144
- Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31
Ik vond het ook mooi, al krijg ik wel een idee dat hij een stuk ouder is dan zij. Vooral door de opmerking:
Ook het feit dat ze zijn troost vergelijkt met die van een vader. Mijn vader is nooit naast mij komen staan in de douche
. Had die ook niet hoeven proberen, maar in ieder geval gaf me dat ook het gevoel van een leeftijdsverschil.
In ieder geval vond ik het mooi geschreven. Maak je het nog langer of blijft het zo?
Niet bepaald een uitspraak voor een tienerjongen, althans niet degene die ik ken en kende. Zij waren maar al te blij als ik alleen thuis was, haha.‘Dat ze een 16-jarige dan alleen thuis laten. Eentje die blijkbaar niet voor haarzelf kan zorgen.’
Ook het feit dat ze zijn troost vergelijkt met die van een vader. Mijn vader is nooit naast mij komen staan in de douche

In ieder geval vond ik het mooi geschreven. Maak je het nog langer of blijft het zo?
Even Miracles take A Little Time
@Daantjeschrijft: Het gaat om een 17-jarige jongen
Die al wat ouder is voor zijn leeftijd. Ik schrijf gewoon wat in me op komt, en zo ontstaan mijn personages. En het verhaal wordt nog langer 


http://onlineverhalen.nl/forum/viewtopic.php?f=75&t=149132
Let op! Dit stuk kan heel trigger gevoelig zijn!
Hoofdstuk 2
Ik werd wakker. Keek om me heen. Donker. Vermoeid ging ik rechtop zitten om op de wekker te kijken. Half negen ’s ochtends. Wessel lag niet meer langs me. Ik stond op, en trok gauw mijn kleren aan. Ik hoorde keuken geluiden beneden. Rustig liep ik de trap af, trok de deur open, en zag Wessel die boterhammen aan het smeren was.
‘Goedemorgen’, zei hij toen hij me zag.
‘Wat doe je?’ vroeg ik.
‘Ontbijt maken voor jou, ik heb al ontbeten.’
Ik ging aan tafel zitten, en Wessel schoof een bord met vier boterhammen naar me toe.
‘En je eet alles op. Ik fiets nu naar huis, spullen halen. Kleren enzo. Want ik ben niet van plan weg te gaan, totdat je ouders terug zijn.’
Ik was al twintig minuten alleen. Het ging mis. Ik voelde mijn lichaam trillen. Ik wist precies wat dit betekende. Mijn ogen trokken naar het mes toe. Zal ik? NEE. Echt niet. De verleiding bleef. Het vrat me op. Mijn boterhammen stonden nog steeds recht voor mijn neus. Onaangeraakt. Het zweet brak me uit. Fáck. Totdat het te sterk werd. En ik toe gaf.
‘Wat is hier gebeurd?’ riep Wessel verschrikt uit toen hij weer terug kwam, met een koffer in zijn hand. Mijn hand zat onder opgedroogd bloed. Ik geef toe, het was erg uit de hand gelopen.
‘Ik neem je mee naar een dokter’, zei hij en tilde me op. Ik wist niet eens dat ik op de grond zat.
‘Nee.’
‘Laura…wat dan?’
‘Niks’, zei ik schouder ophalend.
‘Wel iets. Waar liggen de verband spullen?’
‘In de kast, in de hal ergens.’
Ik zag hoe Wessel snel naar de kast liep, en alles over hoop haalde. Althans dat laatste hoorde ik. Vloekend smeet hij van alles op de grond. Even later kwam hij terug met de verbanddoos.
‘Doe je hand omhoog.’
Ik deed wat er van me gevraagd werd. Snel verbond hij mijn verwonde hand. Daarna tilde hij me op, en legde me op de bank neer.
‘Ik wil nooit meer zien, dat jij dit jezelf aan doet’, zei hij boos. Heel boos. Een traan viel naar beneden.
‘Wessel…je begrijpt het niet.’ En ik begon te huilen. Hij nam me in zijn armen.
‘Inderdaad’, fluisterde hij. Hij wiegde me heen en weer. Het voelde goed.
‘Moet je een pijnstiller tegen de pijn?’
Ik knikte.
‘Ruim je ook de troep op die je gemaakt hebt?’ vroeg ik.
‘Laura…is dat echt waar jij je zorgen om maakt?’ zei hij en er ontstond een glimlach op zijn gezicht.
Ondanks de situatie, ontstond er ook een kleine glimlach op mijn gezicht.
Hoofdstuk 2
Ik werd wakker. Keek om me heen. Donker. Vermoeid ging ik rechtop zitten om op de wekker te kijken. Half negen ’s ochtends. Wessel lag niet meer langs me. Ik stond op, en trok gauw mijn kleren aan. Ik hoorde keuken geluiden beneden. Rustig liep ik de trap af, trok de deur open, en zag Wessel die boterhammen aan het smeren was.
‘Goedemorgen’, zei hij toen hij me zag.
‘Wat doe je?’ vroeg ik.
‘Ontbijt maken voor jou, ik heb al ontbeten.’
Ik ging aan tafel zitten, en Wessel schoof een bord met vier boterhammen naar me toe.
‘En je eet alles op. Ik fiets nu naar huis, spullen halen. Kleren enzo. Want ik ben niet van plan weg te gaan, totdat je ouders terug zijn.’
Ik was al twintig minuten alleen. Het ging mis. Ik voelde mijn lichaam trillen. Ik wist precies wat dit betekende. Mijn ogen trokken naar het mes toe. Zal ik? NEE. Echt niet. De verleiding bleef. Het vrat me op. Mijn boterhammen stonden nog steeds recht voor mijn neus. Onaangeraakt. Het zweet brak me uit. Fáck. Totdat het te sterk werd. En ik toe gaf.
‘Wat is hier gebeurd?’ riep Wessel verschrikt uit toen hij weer terug kwam, met een koffer in zijn hand. Mijn hand zat onder opgedroogd bloed. Ik geef toe, het was erg uit de hand gelopen.
‘Ik neem je mee naar een dokter’, zei hij en tilde me op. Ik wist niet eens dat ik op de grond zat.
‘Nee.’
‘Laura…wat dan?’
‘Niks’, zei ik schouder ophalend.
‘Wel iets. Waar liggen de verband spullen?’
‘In de kast, in de hal ergens.’
Ik zag hoe Wessel snel naar de kast liep, en alles over hoop haalde. Althans dat laatste hoorde ik. Vloekend smeet hij van alles op de grond. Even later kwam hij terug met de verbanddoos.
‘Doe je hand omhoog.’
Ik deed wat er van me gevraagd werd. Snel verbond hij mijn verwonde hand. Daarna tilde hij me op, en legde me op de bank neer.
‘Ik wil nooit meer zien, dat jij dit jezelf aan doet’, zei hij boos. Heel boos. Een traan viel naar beneden.
‘Wessel…je begrijpt het niet.’ En ik begon te huilen. Hij nam me in zijn armen.
‘Inderdaad’, fluisterde hij. Hij wiegde me heen en weer. Het voelde goed.
‘Moet je een pijnstiller tegen de pijn?’
Ik knikte.
‘Ruim je ook de troep op die je gemaakt hebt?’ vroeg ik.
‘Laura…is dat echt waar jij je zorgen om maakt?’ zei hij en er ontstond een glimlach op zijn gezicht.
Ondanks de situatie, ontstond er ook een kleine glimlach op mijn gezicht.
http://onlineverhalen.nl/forum/viewtopic.php?f=75&t=149132
Let op! Heel hoofdstuk 3 is trigger gevoelig!
Hoofdstuk 3
Ik rende. Ik vloog. Hoog tussen de wolken door. Geen enkele regenwolk te zien. Ik landde rustig op een wolk. Heerlijk zacht. Ik gaf de wolk een knuffel.
‘Lau’, begroette een warme stem me, terwijl ik langzaam mijn ogen openden. O hemel. Had ik nou alweer geslapen? Ik kwam blijkbaar veel te veel slaap te kort. Wessel zat tv te kijken, en ik lag languit op de bank. Hij keek voetbal.
‘Hoe laat is het?’ vroeg ik.
‘Half drie.’
PSV scoorde. Het publiek was door het dolle heen, en Wessel zat flink te balen.
‘Dit wordt niks meer, kom we gaan wandelen’, zei hij en hij zette de tv uit. Ik keek hem verschrikt aan. Ik kwam nooit verder dan mijn eigen tuin eigenlijk. Behalve dan als ik naar mijn paard moest, of naar school.
‘Niet zoveel zin in’, piepte ik.
Hij pakte mijn hand vast en trok me overeind.
‘AU’, gilde ik en zakte in elkaar op de grond. Hij pakte mijn verkeerde hand.
‘Sorry, en je gaat mee. Ik moet met je praten.’
Ik ademde diep de frisse buitenlucht in. Ik was bang, maar toch voelde dit fijn. Mijn verwonde hand had ik diep in mijn zak gestoken, zodat niemand het zag. Mijn andere hand lag in de hand van Wessel.
‘Wat is er gebeurd toen je bij die internet gast langs ging? Die ene waarmee je loog.’
Zo. Dit was wel heel direct. Ik keek naar de grond. Ik voelde gewoon dat hij me strak aan keek. Nu moest ik praten.
‘Je hebt gelogen Laura. Gelogen dat je kanker had, dat je dus dood zou gaan. Maar eigenlijk wilde je aandacht. Vooral de mijne. Omdat je van me houd. Je wilde liefde. Liefde die je eigenlijk niet van je ouders krijgt. Ik heb het door. En daarom ben ik terug. Ik kan niet beloven dat ik je de juiste liefde kan geven. Maar vriendschappelijke liefde kan ik wel geven. Ik ben terug Laura’, zei Wessel en keek me afwachtend aan.
‘Je had zogenaamd een vriendje via internet, die alles bevestigde. Ik heb contact met hem gehad, en hij gaf als eerste toe dat je loog. Dus nu weet je ook hoe ik erachter ben gekomen. En hij heet niet Dexter, maar Bram.’
Wessel stopte weer. Nu ook met lopen. Hij pakte me vast en knuffelde me. En weer brak ik. Weer barstte ik in tranen uit. Hij snapt het. Eindelijk snapt hij het.
‘Rustig maar. Waarom ben je naar hem toe gegaan. Je weet toch dat dat gevaarlijk is?’
Ik knikte. We gingen op een muurtje zitten. Net zolang totdat ik weer in staat was om te praten.
‘Het klopt Wessel. Ik heb aandacht nodig. Maar geen aandacht van andere, alleen die van jou. Want ja, ik hou van je. Ook al ben je nooit de mijne geweest en zal je dat nooit worden. Want jij voelt niet hetzelfde voor mij. Dexter…ik bedoel Bram, was een jongen die mij dat wel gaf….en hij hielp me jou voor me te winnen. Hij zei dat ik moest liegen…en dat deed ik stom genoeg. Het spijt me zo.’
‘Laura, ik wil nu weten wat er gebeurd is toen je bij hem was.’
‘Hij heeft me aangeraakt’, zei ik zachtjes. Ik voelde de tranen weer prikken. Deze keer liet ik ze niet gaan.
‘Waar?’ vroeg Wessel door.
‘Overal…en hij heeft zijn ding gebruikt. In mij.’
Ik huilde weer. Diep en lang. De pijn kwam tevoorschijn. Diep van binnen. Innerlijke pijn.
Hoofdstuk 3
Ik rende. Ik vloog. Hoog tussen de wolken door. Geen enkele regenwolk te zien. Ik landde rustig op een wolk. Heerlijk zacht. Ik gaf de wolk een knuffel.
‘Lau’, begroette een warme stem me, terwijl ik langzaam mijn ogen openden. O hemel. Had ik nou alweer geslapen? Ik kwam blijkbaar veel te veel slaap te kort. Wessel zat tv te kijken, en ik lag languit op de bank. Hij keek voetbal.
‘Hoe laat is het?’ vroeg ik.
‘Half drie.’
PSV scoorde. Het publiek was door het dolle heen, en Wessel zat flink te balen.
‘Dit wordt niks meer, kom we gaan wandelen’, zei hij en hij zette de tv uit. Ik keek hem verschrikt aan. Ik kwam nooit verder dan mijn eigen tuin eigenlijk. Behalve dan als ik naar mijn paard moest, of naar school.
‘Niet zoveel zin in’, piepte ik.
Hij pakte mijn hand vast en trok me overeind.
‘AU’, gilde ik en zakte in elkaar op de grond. Hij pakte mijn verkeerde hand.
‘Sorry, en je gaat mee. Ik moet met je praten.’
Ik ademde diep de frisse buitenlucht in. Ik was bang, maar toch voelde dit fijn. Mijn verwonde hand had ik diep in mijn zak gestoken, zodat niemand het zag. Mijn andere hand lag in de hand van Wessel.
‘Wat is er gebeurd toen je bij die internet gast langs ging? Die ene waarmee je loog.’
Zo. Dit was wel heel direct. Ik keek naar de grond. Ik voelde gewoon dat hij me strak aan keek. Nu moest ik praten.
‘Je hebt gelogen Laura. Gelogen dat je kanker had, dat je dus dood zou gaan. Maar eigenlijk wilde je aandacht. Vooral de mijne. Omdat je van me houd. Je wilde liefde. Liefde die je eigenlijk niet van je ouders krijgt. Ik heb het door. En daarom ben ik terug. Ik kan niet beloven dat ik je de juiste liefde kan geven. Maar vriendschappelijke liefde kan ik wel geven. Ik ben terug Laura’, zei Wessel en keek me afwachtend aan.
‘Je had zogenaamd een vriendje via internet, die alles bevestigde. Ik heb contact met hem gehad, en hij gaf als eerste toe dat je loog. Dus nu weet je ook hoe ik erachter ben gekomen. En hij heet niet Dexter, maar Bram.’
Wessel stopte weer. Nu ook met lopen. Hij pakte me vast en knuffelde me. En weer brak ik. Weer barstte ik in tranen uit. Hij snapt het. Eindelijk snapt hij het.
‘Rustig maar. Waarom ben je naar hem toe gegaan. Je weet toch dat dat gevaarlijk is?’
Ik knikte. We gingen op een muurtje zitten. Net zolang totdat ik weer in staat was om te praten.
‘Het klopt Wessel. Ik heb aandacht nodig. Maar geen aandacht van andere, alleen die van jou. Want ja, ik hou van je. Ook al ben je nooit de mijne geweest en zal je dat nooit worden. Want jij voelt niet hetzelfde voor mij. Dexter…ik bedoel Bram, was een jongen die mij dat wel gaf….en hij hielp me jou voor me te winnen. Hij zei dat ik moest liegen…en dat deed ik stom genoeg. Het spijt me zo.’
‘Laura, ik wil nu weten wat er gebeurd is toen je bij hem was.’
‘Hij heeft me aangeraakt’, zei ik zachtjes. Ik voelde de tranen weer prikken. Deze keer liet ik ze niet gaan.
‘Waar?’ vroeg Wessel door.
‘Overal…en hij heeft zijn ding gebruikt. In mij.’
Ik huilde weer. Diep en lang. De pijn kwam tevoorschijn. Diep van binnen. Innerlijke pijn.
http://onlineverhalen.nl/forum/viewtopic.php?f=75&t=149132
Let op! Trigger.
Ik had geen idee hoelang we op dat muurtje zaten. Alle voorbijgangers keken ons aan. Een vrouwtje stopte.
‘Valt hij je lastig meisje?’
Wessel keek haar vuil aan, maar zei niets. Ik schudde mijn hoofd.
‘Nee’, zei ik en probeerde mijn stem vast te laten klinken.
Het vrouwtje liep door.
‘Dus…hij heeft je verkracht?’ vroeg Wessel voorzichtig en zacht.
‘Ik denk het…ik weet het niet.’
‘Maar zijn geslachtsdeel in de jouwe, zonder jouw toestemming?’
‘Ja’, zei ik zacht en probeerde de herinneringen eraan te negeren.
Wessel knikte.
‘Het spijt me Laura, maar dat heet een verkrachting.’
Hij sloeg zijn armen strakker om me heen, en weer brak ik. Ik haatte het om mijn emoties te tonen.
‘Hoe gaat het met je hand?’
‘Pijnlijk’, gaf ik toe.
‘Kom, we lopen verder’, zei Wessel en hij pakte mijn hand vast. Dit keer wel de goede.
Het rook heerlijk in de keuken. Na het wandelen had Wessel pannenkoeken gemaakt. Ik moest toegeven, hij wist wel hoe je lekker eten maakte. Ik had er drie op. Voor het eerst sinds een jaar had ik weer mijn eetlust terug. Ik wist niet wat hij met me deed. Mijn angst bleef trouwens wel. De angst dat hij me weer zou verlaten.
‘Laura, geef je hand eens’, vroeg Wessel en ik werd uit mijn gedachten gang gehaald. Ik gaf mijn hand, en hij maakte het verband los. Ik zag zijn gezicht betrekken. Ik wist dat ik deze keer veel te diep was gegaan.
‘Je huid geneest snel. Dat is goed. Ik denk dat er morgen een korstje op zit’, zei hij op een dokters toon. Hij wilde arts worden. Niets liever dan dat. Voordat hij me verliet, au weer een pijnlijke steek van binnen, las hij alleen maar boeken over het menselijk lichaam. Arts paste ook wel bij hem. Hij was goed in biologie en scheikunde, hield ervan om mensen te helpen en het menselijk lichaam interesseerde hem heel erg. Als arts is het ook belangrijk om goed met mensen om te kunnen gaan, en kalm te blijven. En ook die eigenschappen had Wessel.
‘Laura…wat wil je morgen gaan doen?’ vroeg Wessel terwijl hij een nieuw verband aanbracht.
‘Ik heb geen idee’, zei ik na waarheid.
‘We kunnen naar je paard gaan? Als je wil rijden. Gewoon een pijnstiller nemen, en handschoenen aan doen. Dan is het wond probleem ook verholpen.’
Hoofdstuk 4
Ik werd midden in de nacht wakker. Ik keek op de klok. Drie uur. Wessel lag langs me te slapen. Ik snapte er eerlijk gezegd vrij weinig van. Hij voelde niets voor me, maar lag wel langs me te slapen. Douchte samen met me, zorgde voor me. Hoe kan het dan dat hij niets voor me voelt?
Wessel bewoog langs me. Langzaam gingen zijn ogen open.
‘Hoe laat is het?’ kreunde hij.
‘Drie uur.’
‘Pff…ik ga weer slapen Lau, trusten.’
‘Wessel…mag ik iets vragen?’
Hij deed zijn ogen weer open.
‘Ga je gang, alleen ik betwijfel of het tijdstip wel juist is.’
‘Waarom zorg je voor me, douche je met me, en slapen we samen in een bed? Ik snap het niet. Je voelt niets voor me, beweer je.’
‘Ik weet niet. Het voelt als een plicht voor me. Dat douchen…dat was niet der bedoeling. Sorry. En het slapen…tja. Moet ik dan op de grond liggen?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee’.
Maar hij kon toch ook beneden op de bank slapen? Vroeg ik me af.
‘Dan heb ik geen andere keus wat het slapen betreft. Maar je hoopt dus nog dat we samen komen?’ vroeg hij voorzichtig.
‘Ja…’
Hij deed zijn ogen even dicht.
‘Er is een ander meisje Laura. Ze heet Eva, en is ontzettend leuk. Helaas ziet ze mij niet als potentieel datingsmateriaal.’
‘Je hebt een goede woordkeuze’, zei ik plagend. Ik wilde hem op fleuren. Een kleine glimlach verscheen op zijn gezicht.
‘Tja…dat heb je ervan als je je verdiept in het artsen bestaan’, plaagde hij terug.
‘Je word een goede arts later. Weet ik zeker.’
‘Dankjewel. Ik wil alleen jou nooit als patiënt zien later. Je weet wel waar ik op doel.’
Ik slikte. Ja dat wist ik inderdaad. Ik keek weer naar mijn hand. Nooit meer. Dat beloof ik mezelf.
‘Hé, ik wilde je niet verdrietig maken Lau’, zei hij.
‘Nee doe je niet. Ik beloof dat je me later nooit als zo’n patiënt ziet.’
‘Zo’n patiënt? Als wat voor patiënt zie ik je dan?’ vroeg hij geamuseerd.
‘Nou…wie weet kom ik wel onder een auto.’
‘Welke auto wil jou nou weer onder zich’, plaagde Wessel en schudde zijn hoofd.
‘Oh! Dat neem je terug’, zei ik en stak mijn tong uit.
‘Nee.’
‘Ik ga je kietelen hé’, dreigde ik.
‘Niet als ik eerst ben.’
En hij begon me te kietelen. Ik gierde het uit van het lachen. Ik kon echt niet tegen kietelen. Maar dit was geen kietelen voor me. Dit waren zijn handen op mijn lichaam. Opeens stopte hij. Ik keek hem aan. Hij keek mij aan. Hij boog zich naar me toe. Mijn neus raakte de zijne. Of raakte zijn neus de mijne? Ik wist het niet, maar het deed er niet toe. Zijn lippen zochten de mijne. Langzaam begon hij mij te zoenen.
Ik had geen idee hoelang we op dat muurtje zaten. Alle voorbijgangers keken ons aan. Een vrouwtje stopte.
‘Valt hij je lastig meisje?’
Wessel keek haar vuil aan, maar zei niets. Ik schudde mijn hoofd.
‘Nee’, zei ik en probeerde mijn stem vast te laten klinken.
Het vrouwtje liep door.
‘Dus…hij heeft je verkracht?’ vroeg Wessel voorzichtig en zacht.
‘Ik denk het…ik weet het niet.’
‘Maar zijn geslachtsdeel in de jouwe, zonder jouw toestemming?’
‘Ja’, zei ik zacht en probeerde de herinneringen eraan te negeren.
Wessel knikte.
‘Het spijt me Laura, maar dat heet een verkrachting.’
Hij sloeg zijn armen strakker om me heen, en weer brak ik. Ik haatte het om mijn emoties te tonen.
‘Hoe gaat het met je hand?’
‘Pijnlijk’, gaf ik toe.
‘Kom, we lopen verder’, zei Wessel en hij pakte mijn hand vast. Dit keer wel de goede.
Het rook heerlijk in de keuken. Na het wandelen had Wessel pannenkoeken gemaakt. Ik moest toegeven, hij wist wel hoe je lekker eten maakte. Ik had er drie op. Voor het eerst sinds een jaar had ik weer mijn eetlust terug. Ik wist niet wat hij met me deed. Mijn angst bleef trouwens wel. De angst dat hij me weer zou verlaten.
‘Laura, geef je hand eens’, vroeg Wessel en ik werd uit mijn gedachten gang gehaald. Ik gaf mijn hand, en hij maakte het verband los. Ik zag zijn gezicht betrekken. Ik wist dat ik deze keer veel te diep was gegaan.
‘Je huid geneest snel. Dat is goed. Ik denk dat er morgen een korstje op zit’, zei hij op een dokters toon. Hij wilde arts worden. Niets liever dan dat. Voordat hij me verliet, au weer een pijnlijke steek van binnen, las hij alleen maar boeken over het menselijk lichaam. Arts paste ook wel bij hem. Hij was goed in biologie en scheikunde, hield ervan om mensen te helpen en het menselijk lichaam interesseerde hem heel erg. Als arts is het ook belangrijk om goed met mensen om te kunnen gaan, en kalm te blijven. En ook die eigenschappen had Wessel.
‘Laura…wat wil je morgen gaan doen?’ vroeg Wessel terwijl hij een nieuw verband aanbracht.
‘Ik heb geen idee’, zei ik na waarheid.
‘We kunnen naar je paard gaan? Als je wil rijden. Gewoon een pijnstiller nemen, en handschoenen aan doen. Dan is het wond probleem ook verholpen.’
Hoofdstuk 4
Ik werd midden in de nacht wakker. Ik keek op de klok. Drie uur. Wessel lag langs me te slapen. Ik snapte er eerlijk gezegd vrij weinig van. Hij voelde niets voor me, maar lag wel langs me te slapen. Douchte samen met me, zorgde voor me. Hoe kan het dan dat hij niets voor me voelt?
Wessel bewoog langs me. Langzaam gingen zijn ogen open.
‘Hoe laat is het?’ kreunde hij.
‘Drie uur.’
‘Pff…ik ga weer slapen Lau, trusten.’
‘Wessel…mag ik iets vragen?’
Hij deed zijn ogen weer open.
‘Ga je gang, alleen ik betwijfel of het tijdstip wel juist is.’
‘Waarom zorg je voor me, douche je met me, en slapen we samen in een bed? Ik snap het niet. Je voelt niets voor me, beweer je.’
‘Ik weet niet. Het voelt als een plicht voor me. Dat douchen…dat was niet der bedoeling. Sorry. En het slapen…tja. Moet ik dan op de grond liggen?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee’.
Maar hij kon toch ook beneden op de bank slapen? Vroeg ik me af.
‘Dan heb ik geen andere keus wat het slapen betreft. Maar je hoopt dus nog dat we samen komen?’ vroeg hij voorzichtig.
‘Ja…’
Hij deed zijn ogen even dicht.
‘Er is een ander meisje Laura. Ze heet Eva, en is ontzettend leuk. Helaas ziet ze mij niet als potentieel datingsmateriaal.’
‘Je hebt een goede woordkeuze’, zei ik plagend. Ik wilde hem op fleuren. Een kleine glimlach verscheen op zijn gezicht.
‘Tja…dat heb je ervan als je je verdiept in het artsen bestaan’, plaagde hij terug.
‘Je word een goede arts later. Weet ik zeker.’
‘Dankjewel. Ik wil alleen jou nooit als patiënt zien later. Je weet wel waar ik op doel.’
Ik slikte. Ja dat wist ik inderdaad. Ik keek weer naar mijn hand. Nooit meer. Dat beloof ik mezelf.
‘Hé, ik wilde je niet verdrietig maken Lau’, zei hij.
‘Nee doe je niet. Ik beloof dat je me later nooit als zo’n patiënt ziet.’
‘Zo’n patiënt? Als wat voor patiënt zie ik je dan?’ vroeg hij geamuseerd.
‘Nou…wie weet kom ik wel onder een auto.’
‘Welke auto wil jou nou weer onder zich’, plaagde Wessel en schudde zijn hoofd.
‘Oh! Dat neem je terug’, zei ik en stak mijn tong uit.
‘Nee.’
‘Ik ga je kietelen hé’, dreigde ik.
‘Niet als ik eerst ben.’
En hij begon me te kietelen. Ik gierde het uit van het lachen. Ik kon echt niet tegen kietelen. Maar dit was geen kietelen voor me. Dit waren zijn handen op mijn lichaam. Opeens stopte hij. Ik keek hem aan. Hij keek mij aan. Hij boog zich naar me toe. Mijn neus raakte de zijne. Of raakte zijn neus de mijne? Ik wist het niet, maar het deed er niet toe. Zijn lippen zochten de mijne. Langzaam begon hij mij te zoenen.
http://onlineverhalen.nl/forum/viewtopic.php?f=75&t=149132
Ik kon me niet meer herinneren dat het zo lekker rook op stal. De paardenlucht zoende mijn lippen. Ik moest lachen.
‘Wat is er?’ vroeg Wessel en moest ook lachen.
‘Ik rook de paardenlucht…en moest eerlijk gezegd aan onze kus denken.’
Zijn gezicht betrok.
‘Wat is er?’ vroeg ik aan hem nu.
Hij schudde zijn hoofd.
‘Het is ingewikkeld Laura. Mijn gevoelens. Voor Eva. Wat me gister bezielde…geen idee. Maar ik zal je niet nog eens zoenen. Het spijt me.’
Ik keek hem niet begrijpend aan. Ik had de neiging om zijn ogen uit te krabben, zo kwaad werd ik ineens.
PATS.
Ik sloeg hem. Recht in zijn gezicht. En liep boos weg. Hij volgde me niet. Ik zocht troost bij mijn paard. Everdity. Mijn mooie zwarte, trouwe viervoeter. Ik dacht terug aan al onze buitenritten, aan onze wedstrijden. En ik begon te huilen. Wat moest je nou weer met jongens? Je had echt niets aan ze. Ze zoenen je, zonder enkele gevoelens.
‘Hey’, hoorde ik zachtjes achter me.
Wessel stond in de stal opening.
‘Ga weg’, snauwde ik. Mijn stem trilde van woede.
‘Nee.’
‘Ja.’
‘En dan Laura? Dan ga ik. Wie zorgt er dan voor jou…’ zijn stem stierf weg.
‘Ik zelf. Sjezus waarom wil je in godsnaam voor mij zorgen?’
Hij zuchtte.
‘Oké zoals jij wil. Dan ga ik.’
En weg was hij. Ik had hem niet nodig. Kom nou.
Ik had heerlijk gereden op mijn paard. Wat een top beest was het toch. Ik had het rijden echt gemist. Maar dat is altijd met mij. Dan heb ik geen zin, maar moet dan toch gaan rijden. En uiteindelijk loopt hij super fijn, en zou ik het liefst de volgende dag weer gaan. Het liefst zou ik samen met Everdity weg gaan. Ver weg van hier. Altijd rijden. Leven van de natuur. Mmm…dat lijkt me heerlijk.
Helaas verstoorde de telefoon mijn fijne dagdroom over Everdity. Ik nam geïrriteerd op.
‘Met Laura Zand.’
‘Laura! Met je mama. Hoe gaat het met je?’
Ik slikte. Mama. Ik mistte haar stiekem toch wel heel erg. Vooral naar alles wat er gebeurd was de afgelopen dagen. Ik was gruwelijk in de war over Wessel.
‘Mam’, piepte ik. ik verdrong mijn tranen. Anders zou ze linea directa naar huis komen.
‘Wat is er liefje?’
‘Niets, ik ben blij je stem te horen. Hoe is het daar? Lekker weer?’ praatte ik er snel over heen.
‘Het is prachtig hier, en zalig weer. We gaan zo lekker uiteten. Wat ga jij koken?’
Koken? Oh ja shit. Ik had nu geen privé kok meer. Ik keek op de klok. Zes uur.
‘Ik ga denk ik frietjes halen. Heb de afgelopen dagen al gekookt’, loog ik.
‘Lekker. Ik moet weer gaan Laura. Je red jezelf wel hé?’
‘Ja mam, alvast smakelijk.’
‘Jij ook.’
‘Dag mama!’
‘Dag lieverd!’
Ik hing op. Op naar de friet tent dan maar.
Negen uur ’s avonds. Niets op tv. Ik zou een film uit kunnen kiezen maarja. Geen zin. Ik besloot mijn beste vriendin Angela te bellen. Ze was gister terug gekomen van vakantie.
‘Heeeee An!’
‘LAU!’ Gilde ze zowat door de telefoon heen. Ik grijnsde.
‘Je hebt me gemist?’ vroeg ik onschuldig.
‘Ja echt wel! Oh er liep daar zo’n lekker ding rond…mmm. Ik wilde dat je erbij was. Dan kwam je vast over Wessel heen.’
Ik slikte.
‘Uhm ja…over Wessel. We hebben gezoend.’
‘Wat? Hoe, wanneer, en vooral waarom?’
‘Mijn ouders zijn op vakantie. En hij kwam even langs. Ik weet niet waarom, en zoende me ineens. Daarna zei hij dat het niets voorstelde. En dat hij nog steeds gevoelens heeft voor die Eva. Ik heb hem gezegd dat ik hem nooit meer wil zien’, ik verdraaide de waarheid een beetje. Een klein beetje mag toch wel?
‘Sjezus wat een klootzak. Wel goed gezegd Lau!’
‘Ja’, zei ik.
‘Hey, we spreken snel wat af. Ik moet nu hangen. Merle komt langs.’
Merle was onze andere vriendin. Nja…nadat Merle achter mijn leugens kwam, is ze nogal boos op me geweest. En doet ze nu nog steeds afstandelijk. Gelukkig heeft Angela het me 100% vergeven.
‘Is goed en veel plezier.’
Ik hing op. Alweer. Altijd ik die als eerste op moest hangen. Ik hield sowieso niet van lange telefoon gesprekken. De deurbel ging. Wie was dat nou weer? Zuchtend deed ik open. Wessel.
‘Ga je me binnen laten?’
‘Nee.’
Hij keek me aan.
‘Ik help je wel’, zei hij en tilde me op.
‘Laat me los!’ gilde ik.
‘Zo. Binnen’, zei hij en zette me op de grond neer. Daarna sloot hij de deur. Hij begon mij te zoenen. Ik wist dat het niets voor hem betekende. Maar ik kon hem niet stoppen. Het voelde te goed. Hij stopte.
‘Laten we een film gaan kijken.’
‘Ja’, zei ik en liep achter hem aan.
Hoe kon ik nou boos blijven op zulke mooie groene ogen? Hoe heb ik hem überhaupt de deur kunnen wijzen?
Omdat je zelf ook wel weet dat je het niet waard bent.
De stem kwam weer opzetten. Nee stem, dat is helemaal niet waar. Ik ben het waard. Al is het maar voor vandaag. Wessel zette een film op. Veel kreeg ik niet mee van de film. Het enige dat hij deed, was mij zoenen. De film vergeten.
‘Wat is er?’ vroeg Wessel en moest ook lachen.
‘Ik rook de paardenlucht…en moest eerlijk gezegd aan onze kus denken.’
Zijn gezicht betrok.
‘Wat is er?’ vroeg ik aan hem nu.
Hij schudde zijn hoofd.
‘Het is ingewikkeld Laura. Mijn gevoelens. Voor Eva. Wat me gister bezielde…geen idee. Maar ik zal je niet nog eens zoenen. Het spijt me.’
Ik keek hem niet begrijpend aan. Ik had de neiging om zijn ogen uit te krabben, zo kwaad werd ik ineens.
PATS.
Ik sloeg hem. Recht in zijn gezicht. En liep boos weg. Hij volgde me niet. Ik zocht troost bij mijn paard. Everdity. Mijn mooie zwarte, trouwe viervoeter. Ik dacht terug aan al onze buitenritten, aan onze wedstrijden. En ik begon te huilen. Wat moest je nou weer met jongens? Je had echt niets aan ze. Ze zoenen je, zonder enkele gevoelens.
‘Hey’, hoorde ik zachtjes achter me.
Wessel stond in de stal opening.
‘Ga weg’, snauwde ik. Mijn stem trilde van woede.
‘Nee.’
‘Ja.’
‘En dan Laura? Dan ga ik. Wie zorgt er dan voor jou…’ zijn stem stierf weg.
‘Ik zelf. Sjezus waarom wil je in godsnaam voor mij zorgen?’
Hij zuchtte.
‘Oké zoals jij wil. Dan ga ik.’
En weg was hij. Ik had hem niet nodig. Kom nou.
Ik had heerlijk gereden op mijn paard. Wat een top beest was het toch. Ik had het rijden echt gemist. Maar dat is altijd met mij. Dan heb ik geen zin, maar moet dan toch gaan rijden. En uiteindelijk loopt hij super fijn, en zou ik het liefst de volgende dag weer gaan. Het liefst zou ik samen met Everdity weg gaan. Ver weg van hier. Altijd rijden. Leven van de natuur. Mmm…dat lijkt me heerlijk.
Helaas verstoorde de telefoon mijn fijne dagdroom over Everdity. Ik nam geïrriteerd op.
‘Met Laura Zand.’
‘Laura! Met je mama. Hoe gaat het met je?’
Ik slikte. Mama. Ik mistte haar stiekem toch wel heel erg. Vooral naar alles wat er gebeurd was de afgelopen dagen. Ik was gruwelijk in de war over Wessel.
‘Mam’, piepte ik. ik verdrong mijn tranen. Anders zou ze linea directa naar huis komen.
‘Wat is er liefje?’
‘Niets, ik ben blij je stem te horen. Hoe is het daar? Lekker weer?’ praatte ik er snel over heen.
‘Het is prachtig hier, en zalig weer. We gaan zo lekker uiteten. Wat ga jij koken?’
Koken? Oh ja shit. Ik had nu geen privé kok meer. Ik keek op de klok. Zes uur.
‘Ik ga denk ik frietjes halen. Heb de afgelopen dagen al gekookt’, loog ik.
‘Lekker. Ik moet weer gaan Laura. Je red jezelf wel hé?’
‘Ja mam, alvast smakelijk.’
‘Jij ook.’
‘Dag mama!’
‘Dag lieverd!’
Ik hing op. Op naar de friet tent dan maar.
Negen uur ’s avonds. Niets op tv. Ik zou een film uit kunnen kiezen maarja. Geen zin. Ik besloot mijn beste vriendin Angela te bellen. Ze was gister terug gekomen van vakantie.
‘Heeeee An!’
‘LAU!’ Gilde ze zowat door de telefoon heen. Ik grijnsde.
‘Je hebt me gemist?’ vroeg ik onschuldig.
‘Ja echt wel! Oh er liep daar zo’n lekker ding rond…mmm. Ik wilde dat je erbij was. Dan kwam je vast over Wessel heen.’
Ik slikte.
‘Uhm ja…over Wessel. We hebben gezoend.’
‘Wat? Hoe, wanneer, en vooral waarom?’
‘Mijn ouders zijn op vakantie. En hij kwam even langs. Ik weet niet waarom, en zoende me ineens. Daarna zei hij dat het niets voorstelde. En dat hij nog steeds gevoelens heeft voor die Eva. Ik heb hem gezegd dat ik hem nooit meer wil zien’, ik verdraaide de waarheid een beetje. Een klein beetje mag toch wel?
‘Sjezus wat een klootzak. Wel goed gezegd Lau!’
‘Ja’, zei ik.
‘Hey, we spreken snel wat af. Ik moet nu hangen. Merle komt langs.’
Merle was onze andere vriendin. Nja…nadat Merle achter mijn leugens kwam, is ze nogal boos op me geweest. En doet ze nu nog steeds afstandelijk. Gelukkig heeft Angela het me 100% vergeven.
‘Is goed en veel plezier.’
Ik hing op. Alweer. Altijd ik die als eerste op moest hangen. Ik hield sowieso niet van lange telefoon gesprekken. De deurbel ging. Wie was dat nou weer? Zuchtend deed ik open. Wessel.
‘Ga je me binnen laten?’
‘Nee.’
Hij keek me aan.
‘Ik help je wel’, zei hij en tilde me op.
‘Laat me los!’ gilde ik.
‘Zo. Binnen’, zei hij en zette me op de grond neer. Daarna sloot hij de deur. Hij begon mij te zoenen. Ik wist dat het niets voor hem betekende. Maar ik kon hem niet stoppen. Het voelde te goed. Hij stopte.
‘Laten we een film gaan kijken.’
‘Ja’, zei ik en liep achter hem aan.
Hoe kon ik nou boos blijven op zulke mooie groene ogen? Hoe heb ik hem überhaupt de deur kunnen wijzen?
Omdat je zelf ook wel weet dat je het niet waard bent.
De stem kwam weer opzetten. Nee stem, dat is helemaal niet waar. Ik ben het waard. Al is het maar voor vandaag. Wessel zette een film op. Veel kreeg ik niet mee van de film. Het enige dat hij deed, was mij zoenen. De film vergeten.
http://onlineverhalen.nl/forum/viewtopic.php?f=75&t=149132