Proloog
Haat is een sterk gevoel. Je kan het op vele manieren voelen. Bij mij is Haat niet een gevoel dat simpelweg komt en gaat, Haat beheerst mijn leven.
Een leven dat velen van jullie zullen vrezen.
Ik was een monster, een moordenaar. Maar niettemin ook iemand met gevoel.
Hoofdstuk 1
Ik was een deel van een tweeling.
Niet dat we ook maar enigszins op elkaar leken.
Mijn zus verlangde naar perfectie.
Ik verlangde naar mijn wraak.
'De keer dat je lachte was lang geleden,' zei mijn zus zacht. Ze keek me aan, in haar grijs blauwe ogen stond een nonchalante blik, maar aan haar stem hoorde ik dat ze het meende.
Ik keek op, zo bleven we elkaar stilletjes aankijken. 'Sinds wanneer maak jij je zorgen om hoeveel ik lach?' vroeg ik schamper.
'Ik maak me geen zorgen om hoeveel je lacht, je doet verkeerde dingen.'
Ze keek even om zich heen. Haar lange blonde haren zwiepte heen en weer. Toen keek ze me weer recht aan. Haar lange koude vingers raakte zachtjes mijn arm. In haar ogen stond oprechte bezorgdheid.
'Maak je geen zorgen, Laqueta, ik weet wat ik doe,' antwoordde ik.
Ze liet mijn arm los, hoewel ik bijna zeker wist dat het door de waarschuwende blik in mijn ogen kwam.
Langzaam stond ik op van mijn bed.
'Dit keer ben ik voorbereid. Ik zal niet falen.'
Ook zij stond op, en legde haar hand op mijn schouder.
‘Wat wil je er mee bereiken?’ fluisterde ze, en ik hoorde hoe ze trillerig adem haalde. Ze was bang.
‘Wraak,’ zei ik zachtjes.
‘Het zal je nooit lukken.’ Ik draaide me naar haar om, ze haalde haar hand van mijn schouder, ‘het zal je dood worden Jinera!’ Tranen welde op in haar ogen, ‘ik wil je niet kwijt,’ smeekte ze.
Ik keek haar recht aan, tranen stonden in haar ogen. Ze was zwak. ‘Je raakt me ook niet kwijt, ik let op mezelf,’ antwoordde ik. Mijn ogen dwaalde af van mijn zus’s prachtige gezicht.
Ze ging op mijn bed zitten, en omklemde met haar vingers de lakens.
‘Ik... ik beloof je te helpen,’ fluisterde ze ademloos. Mijn ogen schoten naar haar gezicht, tranen liepen nog steeds langs haar wangen, maar over de vastberadenheid van mijn zus was niet te twisten. Ik hief mijn hoofd op, en glimlachte heel lichtjes.
‘Ik zal je nooit in de steek laten,’ verzekerde ze me. Ik wist dat ze loog, iedereen liet mij in de steek.
Haat
De keuze van de titel is belangrijk. Het moet de lezer aanspreken en uitnodigen tot het lezen van je verhaal.
Nu vind ik "Haat" geen ding waar ik graag over lees of mee bezig ben en gelukkig zijn er meer mensen die er zo over denken. Het zou niet best zijn als het anders was. Maar elk verhaal verdient bekeken te worden als verhaal.
Na jouw verhaal te hebben gelezen, kan ik de conclusie trekken dat het een soort fragment is uit een groter geheel.
Er is geen echt begin en het eindigt zeker niet. Eigenlijk gebeurt er weinig of niets en dat is voor veel lezers toch een reden tot afhaken.
Ik weet wel dat je in een 500 woorden geen bestseller kunt toveren. Wellicht had in korte lijnen eerst kunnen aangeven waar je verhaal over gaat en wat de lezer mag verwachtten. Nu val je als lezer in een situatie waarvan slecht met veel fantasie iets te maken valt. In je proloog geef je wel aan wat voor soort mens je bent, maar de conclusie dat je een monster bent zou ik aan de lezer over laten na dat het verhaal gelezen is. Mensen willen zich niet graag vereenzelvigen met monsters of slechte mensen. Oh, ze willen er wel over lezen, maar niet als hoofdpersoon, daarvoor kiezen ze toch liever een held.
Je begint overigens met een zin die meteen twijfel oproept. Je schrijft: Ik was een deel van een tweeling. Vervolgens blijkt die andere helft, je zuster nog steeds te leven en bij je te zijn. Je had dus moeten zeggen: Ik ben een deel van een tweeling.
Tot zo ver mijn indrukken van jouw verhaal. Laat het je niet ontmoedigen, maar probeer je verhaal anders te presenteren.
Nu vind ik "Haat" geen ding waar ik graag over lees of mee bezig ben en gelukkig zijn er meer mensen die er zo over denken. Het zou niet best zijn als het anders was. Maar elk verhaal verdient bekeken te worden als verhaal.
Na jouw verhaal te hebben gelezen, kan ik de conclusie trekken dat het een soort fragment is uit een groter geheel.
Er is geen echt begin en het eindigt zeker niet. Eigenlijk gebeurt er weinig of niets en dat is voor veel lezers toch een reden tot afhaken.
Ik weet wel dat je in een 500 woorden geen bestseller kunt toveren. Wellicht had in korte lijnen eerst kunnen aangeven waar je verhaal over gaat en wat de lezer mag verwachtten. Nu val je als lezer in een situatie waarvan slecht met veel fantasie iets te maken valt. In je proloog geef je wel aan wat voor soort mens je bent, maar de conclusie dat je een monster bent zou ik aan de lezer over laten na dat het verhaal gelezen is. Mensen willen zich niet graag vereenzelvigen met monsters of slechte mensen. Oh, ze willen er wel over lezen, maar niet als hoofdpersoon, daarvoor kiezen ze toch liever een held.
Je begint overigens met een zin die meteen twijfel oproept. Je schrijft: Ik was een deel van een tweeling. Vervolgens blijkt die andere helft, je zuster nog steeds te leven en bij je te zijn. Je had dus moeten zeggen: Ik ben een deel van een tweeling.
Tot zo ver mijn indrukken van jouw verhaal. Laat het je niet ontmoedigen, maar probeer je verhaal anders te presenteren.
Ik ben het niet eens met Raages de titel nodigde mij wel degelijk uit om te lezen. Waarom weet iik niet. Verhaalen met langere titels laat ik meestal links liggen.
Ik vond het verhaal heel uitnodigend en stoorrde me niet aan het feit dat er (nog) niets gebeurd. Ik ben heel benieuwd naar het vervolg.
Ik vond het verhaal heel uitnodigend en stoorrde me niet aan het feit dat er (nog) niets gebeurd. Ik ben heel benieuwd naar het vervolg.
Er zijn maar twee dingen in het leven die je kunt bereiken met je ogen een beetje dicht. Liefde en vrede.