De bewaker van de legendes

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Er was eens, toen de bergen nog jong en de legendes talrijk waren, een jongen.
Deze jongen, met zijn donkergroene ogen en blond stekelhaar, was tamelijk klein en lenig gebouwd. Met zijn 14 zomers oud moest hij al meehelpen met de oogst. Hij was goed bevriend met de zoon van de plaatselijke smid, Konar de Gezwinde. Ze kenden elkaar al van toen ze het eerste levenslicht zagen, en op diezelfde dag werden hun beide vaders weduwnaar.
Maar goed, deze jongen, wiens naam Lagnok de Hertenveller luidde, was aan het zwoegen op de enige akker die zijn vader bezat terwijl de zon hoog aan de hemel stond en zijn schijnsel hem bijna verblindde als hij even rechtstond om zijn rug te ontlasten van het harde werk.
Hij glimlachte even, want hij zag dat het werk bijna voltooid was. Misschien nog enkele dagen en dan zou hij van zijn vader wel een dag of twee vrij krijgen, om met Konar te gaan vissen. Terwijl hij daaraan dacht zag hij in de verte iets bewegen. Net op het moment dat hij ervan overtuigd was dat hij zich iets inbeeldde bemerkte hij een kleine stofwolk en viel hem op dat de stip langzaamaan groter werd, en het pad dat langs de akker en het houten, armzalige hutje waar hij met zijn vader woonde, volgde richting dorp. Toen hij daarover nadacht kon hij ook al zien dat het slechts om één jongeman ging die op een prachtig wit paard over de weg denderde. Lagnok stond op het punt zich om te draaien om weer aan het werk te gaan, toen de ruiter, die zich had uitgedost in een donkerblauw hemd van zijde en een lichtblauwe satijnen broek, halt hield voor zijn akker.

“Beste man, zou u mij kunnen vertellen of Ednegel zich nog ver bevindt? Want mijn paard is moe en mijn keel droog.” zei de man, met een spottende ondertoon. Grimmig antwoorde hij.
“En wie wil dit dan wel weten?” Wat de ruiter hem antwoordde vervulde hem met vreugde, een bewaker van de legendes was gekomen! Hij wees deze man met zijn klederdracht meteen de weg naar zijn dorp. Toen de man over de heuvel, die zijn akker van het dorp scheidde, was verdwenen, liet hij zijn gereedschap vallen zonder daar aandacht aan te besteden. Hij liep alsof zijn leven ervan afhing naar de smidse, die zich in het midden van alle huizen bevond. Eindelijk ging hij een legende horen. Toen men hem vreemd aankeek, en sommigen al schuddend zeiden dat de jeugd gek was riep hij naar iedereen die het maar kon horen – of men dat nu wou of niet – dat er een bewaker van de legendes in het dorp was aangekomen. Dit nieuws vervulde de mensen met nieuwsgierigheid en nu volgden zij Lagnok naar het dorp. Hij spoedde zich dus eerst naar de smidse, een hutje dat bijna net zo armzalig was als het zijne, met als enige verschil dat het er altijd warm was, door het vuur van de smidse.

Dnaloer, de vader van Konar, vroeg lachend of het jeugdige geweld dan eindelijk toch van plan was zijn smidse te mollen. Maar Lagnok was niet in de stemming voor “humor” zoals Dnaloer het graag omschreef en vroeg hijgend – zelfs voor jeugdig geweld is lopen uitputtend – waar Konar was. Toen die, een gespierde jongeman met kort zwart haar, die tevens de grootste jongen van het dorp was, hoorde dat een bewaker was gearriveerd gingen ze gedrieën, want ook Konar's vader ging immers mee, naar de plaatselijke herberg. Een echte herberg kon men het niet noemen, maar hoe kon het ook anders in zo’n klein gehuchtje? Daar had zich ondertussen al een hele menigte verzameld. De ruiter, die daarnet nog aan de jonge man de weg had gevraagd, had het zich gemakkelijk gemaakt op de enige bank die de herberg rijk was. De waard deed er ondertussen alles aan om het hem naar zijn zin te maken.
De nestor van het dorp haastte zich tussen de verzamelde inwoners, haalde even adem en vroeg: “Is het werkelijk waar dat u een bewaker van de legendes bent?” Zijn stem trilde van oprechte vervoering. “Wel”, zo begon de man...
Laatst gewijzigd door Invictus op 29 okt 2013 18:19, 4 keer totaal gewijzigd.
daantjeschrijft
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31

Weer een verhaal waarin een oude wereld tevoorschijn komt :D . Daar hou ik van.
Je hebt het goed geschreven, met een mooi woordgebruik.

Paar kleine dingetjes:
zei de man, op een spottende ondertoon.

'Op' = 'met' : met een spottende ondertoon.
“Beste man, zou u mij kunnen vertellen of Ednegel zich nog ver bevindt? Want mijn paard is moe en mijn keel droog.” zei de man, op een spottende ondertoon. Grimmig antwoorde hij: “En wie wilt dit dan wel weten?”. Wat de ruiter hem antwoordde vervulde hem met vreugde, een bewaker van de legendes was gekomen!
Gesproken regels kun je het beste op een nieuwe regel beginnen zo blijft het voor men duidelijk wat er door wie gezegd word, dus op deze manier:

“Beste man, zou u mij kunnen vertellen of Ednegel zich nog ver bevindt? Want mijn paard is moe en mijn keel droog.” zei de man, op een spottende ondertoon.
Grimmig antwoorde hij: “En wie wilt dit dan wel weten?”.
Wat de ruiter hem antwoordde vervulde hem met vreugde, een bewaker van de legendes was gekomen!


Tenzij dezelfde persoon iets zegt, wat doet en weer spreekt. Dit mag je gewoon op dezelfde regel behouden.
Op de manier:
'Dialoog,' deed de persoon. 'Dialoog.'
Zei hij. 'Dialoog.'


antwoorde = in v.t antwoordde. Met een dubbele d.
In feite is de dubbele punt niet nodig. Dat kun je gewoon op deze manier doen.
Grimmig antwoorde hij. “En wie wilt dit dan wel weten?”.
Ook is er geen punt ter afsluiting nodig. Het vraagteken en de aanhalingsteken zijn voldoende om de zin af te sluiten. Dus eigenlijk is de punt overbodig.
De nestor van het dorp haastte zich tussen de verzamelde inwoners, haalde even adem en vroeg: “Is het werkelijk waar dat u een bewaker van de legendes bent?”. Zijn stem trilde van oprechte vervoering. “Wel”, zo begon de man...
Zelfde verhaal als bovenstaand:

De nestor van het dorp haastte zich tussen de verzamelde inwoners, haalde even adem en vroeg “Is het werkelijk waar dat u een bewaker van de legendes bent?”
Zijn stem trilde van oprechte vervoering.
“Wel," zo begon de man...


Voor de rest goed geschreven, en ik ben benieuwd of het verdergaat. In dat geval ga ik je zeker volgen :super

Groetjes
Even Miracles take A Little Time
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Bedankt voor de opmerkingen, die zijn aangepast in mijn notities en in de post :)

“ik ben inderdaad een bewaker van de legendes."

Het hele dorp zweeg en een verwachtingsvolle stilte daalde neer. De man, die gespeelde verbijstering ten toon spreidde, mompelde, maar zo dat zelfs een dove het zou kunnen horen, dat de gastvrijheid hier te wensen overliet. De waard, die dit bijna als een persoonlijke belediging opnam , vroeg of de bewaker nog iets wenste. “Welzeker, een zacht bed met propere lakens zou wonderen doen. De weg naar dit dorp," – hij spuwde het woord bijna uit – "was lang en onaangenaam.” aldus zijn antwoord en terwijl hij dat zei voegde hij daad bij woord en stond op. De verbijsterde waard leidde de man naar de enige kamer die de herberg rijk was. De oudste man van het dorp, die alom geroemd was om zijn wijsheid en kennis, probeerde de ruiter nog op andere gedachten te brengen, maar tevergeefs. Op de vraag wanneer hij hun duidelijkheid over zijn komst zou verschaffen antwoordde hij mysterieus dat die tijd nog wel zou komen. Konar keek even zijdelings naar zijn vriend, teleurgesteld over het feit dat hij niets meer zou te weten komen. Hij merkte echter op dat Lagnok heel aandachtig naar dit tafereel keek en probeerde subtiel zijn aandacht te trekken. Men kon Konar echter als alles beschrijven, behalve subtiel. Lagnok, die bijna zijn evenwicht verloor, keek kwaad op naar Konar en siste een woord, dat zelfs de grootste schelm nog beledigend zou vinden.

Toen het plein langzaamaan leeg begon te lopen en de dorpelingen weer verder gingen met hun werk en ook Dnaloer naar zijn smidse wederkeerde vroeg Konar aan Lagnok wat hij nu eigenlijk aan het bestuderen was. Lagnok wimpelde zijn vraag, nog wat chagrijnig van de subtiliteit van Konar, af door te zeggen dat hij zijn ideetje nog niet helemaal had uitgewerkt. Konar, die hierbij zijn wenkbrauwen optrok zweeg zuchtend. Als Lagnok een “ideetje” had mocht men nog blij zijn als het ging over iets simpels als een vliegmachine, een manier om boodschappen snel over het dorp te verspreiden of het verleggen van een rivier.

Lagnok bemerkte Konars wantrouwen in zijn ideetje en op een toon waaruit Konar afleidde, dat hij maar beter niet het verkeerde antwoord kon geven, of er soms iets mis was met zijn ideetje. Daar voegde hij nog aan toe dat hij tenminste ideeën had. Konar, die geen zinnig antwoord kon bedenken zuchtte diep. Waarom is hij nooit goed met woorden! Nee, dacht hij, geef mij maar iets dat je kunt oplossen met pure daadkracht, zoals hij het graag omschreef.
Laatst gewijzigd door Invictus op 29 okt 2013 18:32, 3 keer totaal gewijzigd.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Nu hij daar verder over nadacht ontpopte zich in zijn hoofd, als een zaadje dat begint te groeien, een plan. Zonder dat één van beide vrienden het bemerkte stapten ze elk naar hun eigen woning, in diep gepeins verzonken en zich mompelend verontschuldigend tegenover iedereen waar ze tegen aanliepen
Noch Lagnok, noch Konar merkte dat ze vanuit een raam op de bovenverdieping van de herberg door twee paar ogen werden gadegeslagen. “Wel, wel, dat is interessant…” zei een stem die de meest moedige vent in een zielig hoopje zou kunnen veranderen.

Toen de maan aan de hemel verscheen en de haardvuren in de verschillende huizen van het dorpje nog slechts smeulden gleed Konar stilletjes –of dat probeerde hij althans– van zijn met hooi gevulde matras en botste onhandig tegen de emmer waarin hij zijn gevoeg moest doen. Terwijl hij nog net op tijd een vloek onderdrukte sloop hij naar de deur van de slaapkamer die hij met zijn vader deelde. Gelukkig was Dnaloer zelfs niet door een beer wakker te krijgen en vulde hij de hele smidse met zijn gesnurk, maar desondanks deed Konar zijn uiterste best om toch maar geen geluid te maken. Langzaam opende hij de piepende deur, terwijl zweetdruppeltjes tergend langzaam over zijn voorhoofd kropen.

Nu was hij aangekomen in de eigenlijke smidse en ook hier probeerde hij zich lichtvoetig naar de laatste deur, die hem scheidde van de nachtelijke koelte, te begeven. Net als hij even ontspande, juist voor hij de uitgang bereikte botste hij tegen een ijzeren staaf op de grond die luid nagalmend tegen de houten wand van de hut kletterde. Konar bukte zich in een reflex razendsnel en wachtte, wat voor hem een eeuwigheid leek, tot hij zeker wist dat niemand door dit geluid gewekt was. Nu, zo mogelijk nog voorzichtiger dan daarjuist, kroop hij over de vloer naar de deur die hem van het dorpsplein scheidde.

Even later liep hij door de straatjes van het dorp naar de herberg zonder veel aandacht te besteden aan zijn omgeving. Mocht hij dat wel gedaan hebben, dan had hij misschien gezien dat iemand hem volgde, op slechts enkele meters afstand, die van de schaduwen gebruik maakte om ongezien dichterbij te komen…
Laatst gewijzigd door Invictus op 29 okt 2013 18:32, 3 keer totaal gewijzigd.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Toen een hand, gebruind door de zon, Konar vastgreep aan zijn gerafelde hemd, ontsnapte er een gil uit zijn mond. Angstig keek hij, om te zien wie hem beslopen had, naar de gebruinde hand die hem vasthield, gevolgd door een arm waaraan men kon zien dat ze toehoorde aan iemand die al lange tijd lichamelijke arbeid verrichte, om uiteindelijk uit te komen bij het jeugdige gezicht van iemand die hij maar al te goed kende. Even was hij opgelucht, door het feit dat hij dan toch niet ontdekt was. Toen hij een verontwaardigde opmerking wou maken over het feit dat Lagnok hem zo had laten schrikken, fluisterde die laatste dat dat wel kon wachten. “Ik neem aan dat je hetzelfde van plan was als ik. Dan kunnen we elkaar maar beter helpen, is het niet?” Konar knikte, overtuigd door deze woorden. Lagnok’s bliksemsnelle verstand en zijn eigen spierkracht waren al eerder een goed team gebleken.

Met de komst van Lagnok, die besloot dat het misschien beter was om het toch wat voorzichtiger aan te pakken en niet zomaar te proberen binnen te stormen – wat Konar bijna als een beledeging opvatte, slopen ze nu, gebruik makend van de schaduwen, naar de achteringang van de herberg. Op het moment dat Konar de deur wou openen hield Lagnok hem tegen. “Wacht even.” Terwijl hij dat zei haalde hij een klein flesje boven dat tot de rand gevuld was met een zwarte substantie. Dit flesje had hij enkele maanden geleden geruild met een handelaar die een tussenstop had gemaakt in zijn dorp. Die had beweerd dat deze vloeistof ervoor zorgde dat oude deuren weer als nieuw klonken. Lagnok had hier meteen de praktische kant van gezien en ondanks luid hoongelach van Konar toch het flesje gekocht. Daar was zijn vriend hem nu dankbaar om, want de herbergier sliep misschien wel niet zo vast als zijn vader deed.
Lagnok opende de deur voorzichtig en de scharnieren maakten nu geen enkel geluid meer. Daarna wachtten beide vrienden korte tijd in het achterkamertje, tot hun ogen zich hadden aangepast aan het donker. Even later stapten ze – muisstil, weliswaar – naar de deur die hen scheidde met de traphal. Ook deze deur onderging dezelfde behandeling als zo-even. Ze beseften alle twee dat het moeilijkste stuk nu ging beginnen. De oude, versleten trap zou ongetwijfeld kraken onder hun voetstappen…

Tot het uiterste geconcentreerd, met het puntje van zijn tong uit zijn mond, probeerde Lagnok als eerste geluidloos de trap op te geraken. Eerst zette Lagnok zijn tenen, daarna liet hij uiterst langzaam zijn voet zakken en herhaalde het proces met zijn andere voet. Konar lette aandachtig op en toen Lagnok zo goed als geruisloos boven raakte zette ook hij eerst zijn tenen, daarna liet hij langzaam zijn voet zakken en herhaalde hij dit proces voor zijn andere voet. Toen hij echter voelde dat dit lukte overviel hem het gevoel dat hij dit wel zou kunnen, want Lagnok was het immers ook gelukt. Dat gevoel werd hem fataal.

Juist wanneer hij op het punt stond zijn tenen weer neer te zetten op de volgende trede donderde hij –ietwat minder geruisloos dan zijn vriend – van de trap. Razendsnel haastte Lagnok zich dan ook naar beneden. Konar begreep onmiddellijk dat hun plan mislukt was en stond nu dan ook snel als een angstig hert op. Helaas tevergeefs. “Dat zij niet meer vluchten, zij die vielen, dat zij stoppen, zij die vielen, dat zij komen, zij die vielen.” zei een kalende man van een respectabele leeftijd met een elegant baardje – zo vond hij zelf althans, gehuld in een mantel van een donkergroene stof die geen van beide vrienden meteen kon thuisbrengen. Deze man stond bovenaan de trap, met naast hem de geopende deur van een kamer in de herberg. Op onverklaarbare wijze konden ze zich niet meer bewegen en langzaam stegen beide vrienden op, totdat hun schoeisel de grond net niet meer raakte. Niet snel daarna zweefden ze de trap op – dit keer volledig geluidloos, op enkele verbaasde uitroepen na – tot ze recht voor deze wonderbaarlijke man stonden en met een bons op de grond belanden. Met een gezicht zoals dat van een oude man die vertederd naar zijn kleinkinderen kijkt vroeg hij, met een krakende, onaangename stem: “Zin in thee?”.
Laatst gewijzigd door Invictus op 29 okt 2013 18:33, 3 keer totaal gewijzigd.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Zonder te wachten op een antwoord maakte de oude man hen verstaanbaar dat ze de slecht verlichte kamer moesten binnengaan. Deze kamer was de enige die zich op de bovenverdieping bevond. Op het moment dat de deur zich sloot, verscheen de ietwat mollige herbergier onderaan de trap, een kaars in de ene hand en een keukenmes in het andere. Hij was gekleed in een wit, wollen nachtkleed met een soortgelijke slaapmuts die zijn kale hoofd bedekte. De lege trapgang zorgde ervoor dat er op zijn gezicht een uitdrukking verscheen die wees op complete verbazing. De herbergier had immers kunnen zweren dat hij iemand van zijn trap had horen vallen.

Lagnok, die het eerst van zijn verbazing bekwam, zag dat het enige bed in de kamer onbeslapen was. Niet veel later viel hem de tafel in het midden van diezelfde kamer op, gevolgd door de bewaker van de legendes, gezeten op één van de vier stoelen die zich in het vertrek bevonden. Het weinige licht in de kamer kwam niet van het venster - een gat in de wand van de kamer, dat gedicht was door krakkemikkige luiken. Neen, het grillige licht kwam van een kandelaar waarvan het kaarsvet langzaam op de tafel drupte. Bazig gebaarde de oude man naar de stoelen, alsof hij naar slaven gebaarde die willoos doen wat hun meester verlangt. Ondanks hun jeugdige trots durfde geen van beiden zijn bevel te negeren, waarna ook hij plaatsnam. "Tunod kennen jullie al, neem ik aan?". De oude man keek aanmoedigend naar Lagnok en Konar, op een manier die Lagnok's vader niet zou misstaan als hij onverwijld een uitleg verwachtte over één van Lagnok's activiteiten. Voornamelijk zijn inventieve activiteiten, bedacht Konar smalend. Mogelijks daardoor kwam het dat Lagnok zich geroepen voelde instemmend te antwoorden. Dit was het moment waarop de oude man zich voorstelde als Eci en duidelijk maakte dat ook hij een bewaker van de legendes was.

Toen ze slechts luttele seconden later beiden op het punt stonden Eci onder vragen te bedelven werd de kamer plots verlicht door een licht dat zowel in sterkte als in grootte de kandelaar overtrof. Nadat zijn ogen aan het felle schijnsel gewend waren geraakt zag Lagnok dat de bron van dit alles een haardvuur was dat hem bij zijn vluchtige eerdere inspectie niet was opgevallen. Het meest opmerkelijke was echter wel dat deze ontstoken was zonder dat één van de leden van het aanwezige gezelschap het haardvuur ook maar van dichtbij benaderd had. Schijnbaar niet verbaasd door dit feit begon Tunod voorbereidingen te treffen om een kleine ketel aan de kook te brengen, die hij achteloos uit een jutten zak haalde. Op een niet al te flatterende manier werd de ruimte tussen Konar's boven- en onderlip aanzienlijk groter.

Zichtbaar geamuseerd door dit feit verzekerde Eci hen dat hun vragen beantwoord zouden worden. Lagnok en Konar, wiens nieuwsgierigheid nu wel degelijk een kookpunt bereikte - in tegenstelling tot een zekere ketel - , verbaasden zich al snel doordat de oude man hun een verhaal begon te vertellen.

Toen Lagnok zijn nieuwsgierigheid over dit laatste uitdrukte kreeg hij als antwoord dat er wel degelijk een verschil tussen een verhaal en een legende bestond. Eci voegde daar nog mysterieus aan toe dat, om te begrijpen wat er zo-even gebeurd was, legendes essentieel waren.

De oude man herbegon, nu met een krachtigere stem en een bijna euforische bijklank, zijn grijze ogen blinkend van oprechte vervoering. "Lang, lang geleden, was er eens een eiland genaamd Esperia, waar de bomen altijd groen en het graan altijd geel zag, waar de vruchtbare grond het de boeren makkelijk maakte, daar waar handel met andere landen tot grote rijkdom zou kunnen leiden, ware het niet dat de woeste zee elke poging om het eiland te verlaten onmogelijk maakte. Door dit ongelukkige feit voeren er al generaties lang geen boten meer in de buurt van Esperia en zodoende werd het bestaan van een andere wereld buiten het eiland, van leven buiten Esperia, langzaam maar zeker een mythe en zoals alle mythes, door de zogenaamd weldenkende mens als onzin bestempeld. Misschien spreekt het idee van een heremietenbestaan op een idyllisch, vruchtbaar eiland jullie wel aan. Zeker gezien Esperia gezegend was met een totaal gebrek aan metalen - en dus ook aan ijzeren slachtmachines. Dit alles bleek een vloek."

Toen Eci de dampende kop aannam die Tunod hem aanbood liet hij genietend een kleine hoeveelheid van de warme substantie zijn keel in glijden - pink omhoog. Ondertussen merkte Lagnok dat een ontmoeting met de koude vloer niet uit te sluiten zou zijn, als hij zijn zitvlak niet snel naar achteren verplaatste, zo erg boeide dit relaas hem. Niet veel later kregen ook Konar en hij een tas thee en hervatte de oude man met zijn groene gewaad de legende.
Laatst gewijzigd door Invictus op 30 okt 2013 13:54, 3 keer totaal gewijzigd.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Mocht het mogelijk zijn over de tijd heen te vliegen, zoals een vogel over land, dan zou men lang, lang geleden, misschien wel een eiland ontdekken dat Esperia werd genoemd. Een eiland dat met elk woord van een zekere man met een bepaald gewaad meer vorm kreeg. Als men de tijd zou kunnen versnellen zou het mogelijk geweest zijn om te zien hoe een bergketen werd gevormd in het oosten, niet veel later gevolgd door het ontstaan van een florerende stad in het westen. Daarna zou men misschien wel het typerende geschreeuw hebben gehoord van een pas geboren baby…

Langzaamaan strekte hij zijn kleine armpjes uit, waarna hij zuchtend uit zijn hemelbed klom. De ironie van het lot, bedacht hij. Hooggeboren met alle privileges die bij zijn stand pasten en die ene kleine voorwaarde. Als hij had mogen kiezen was hij nog liever de armste onder de armen geweest, want een levende dode verkoos hij boven het zijn van een dode levende. Liever zou de kleine man leven in het licht, in plaats van te schijnen in het donker. Hij zuchtte nogmaals, zijn onontkoombaar lot in gedachten houdend. Niet veel later verliet hij zijn slaapkamer die volledig leeg was, op zijn hemelbed na, dat versierd was met de meest prachtige taferelen gemaakt door een vaardige meester in de houtbewerking, wiens gelijke zijn pad nog niet gekruist had. De volgende kamer, tevens de laatste van zijn persoonlijke vertrekken, was werkelijk reusachtig en bovendien letterlijk tot aan de nok gevuld met boeken. Aangezien hij met zijn lichaam geen grootse daden kon verrichten exerceerde hij zijn geest tot het uiterste. Alles wat er te weten viel, wist hij. Helaas was de edele kunst van het streven naar wijsheid slechts weinigen gegund. Al deze boeken waren uniek, van elk boek dat zich in zijn kamer bevond waren er geen duplicaten, waar dan ook op het eiland. Met hem zou die kennis sterven. Om niet overwonnen te worden door een waanzinnige angst focuste hij zijn gedachten op de wederkerende gewoontes van elke dag. Linkervoet naar voor. Rechtervoet naar voor. Linkervoet naar voor. Eindelijk, na wat een eeuwigheid leek, bereikte hij de andere kant van de kamer. De enige plaats waar er een opening was voorzien tussen al de, op het eerste zicht puur willekeurig geplaatste boeken, was bij een deur wiens grootte paste bij de kamer waarin die zich bevond. Aan die deur hing er een klein gouden belletje en geïrriteerd door het feit dat hij zelfs niet eens de kracht had om een deur open te trekken trok hij aan een touw dat verbonden was met het belletje, waarna de kamer gevuld werd door echo’s van een licht galmend, zangerig geluid. Een mollige vrouw sloeg de deuren open, en het scheelde geen haartje of de massieve houten deur zou hem geplet hebben.

“Had u mij nodig, mijn heer?” riep Amliw uit, terwijl ze zichtbaar probeerde te verbergen dat een grote teleurstelling haar ten deel gevallen was. Hij was zelfs niet eens verbaasd door deze aanslag, want voor sommigen van zijn – hij glimlachte even - broers was elke dode afstammeling een tegenstander minder. “Hoe, in naam van de zeven zeeën, zou ik anders die deur open hebben gekregen?” vroeg de levende dode. Amliw keek de dwerg minachtend aan voor ze meedeelde dat ze de kamer moest verlaten, want het werk van een dienaar stopt immers slechts bij het graf van de meester. Met deze profetische woorden stampte ze weg, spottend lachend met haar meester.

Langzaam stak hij zijn hoofd uit de deur, speurend naar een mogelijke valstrik. Buiten zijn vertrekken kon hij niets vertrouwen. Nu was er geen tijd meer om in zelfmedelijden weg te zinken, het gevaar kon overal loeren. Tot zijn spijt zag hij dat de gang volledig verlaten was. Het waren ideale omstandigheden om hem snel te elimineren. Nerveus sprong hij van het ene been naar het andere. “Bij het schuim van de zeven!” Zo vloekte hij hartgrondig, terwijl hij de goden benoemde voor de tweede keer die ochtend. Veel tijd om daarover verder na te denken gaf hij hemzelf niet, treuzelen leidde tot niets. Net zo snel als zijn korte beentjes hem konden dragen probeerde hij de eetzaal te bereiken. Hij verafschuwde de weelde die hij zag, de grote rode loper die in het midden van de gangen lag, de glanzende muren van lichtbruin hardhout. Zonder dat hij er erg in had was hij door zijn overpeinzingen overwelmd en steeds trager gaan lopen. Dat was het moment waarop hij gewacht had terwijl hij hem tot stilstand riep en hij tevergeefs de benen nam.


“De inwoners van Esperia waren vredig ingesteld en vrede heerste over het westelijke deel van het eiland… Doordat een reusachtige bergketen in het oosten, van de noordkust tot de zuidkust, het eiland verdeelde wist niemand nog wat er zich daarachter bevond en geen enkele ontdekkingsreiziger was wedergekeerd. Maar waarom, behalve drang naar avontuur, zou men het vruchtbare en vredige westen willen verlaten? Het was daar dan ook dat de enige stad op Esperia ontstond, waar vakmanschap ruimte kreeg en sommigen wetenschap waardeerden. Het is daar, in het paleis van de koning, dat onze legende begint."
Laatst gewijzigd door Invictus op 30 okt 2013 14:32, 5 keer totaal gewijzigd.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Konar onderbrak Eci. “Maar hoe kan Esperia dan een vloek zijn? Alles was er vredig en de grond was er vruchtbaar.” “Het ongeduld van de jeugd.” verzuchtte hij. “Een legende heeft tijd nodig, want ook een eikel kan niet zomaar een eikenboom worden net zoals een ei geen kip wordt zonder kuiken geweest te zijn. Goed, ik beantwoord je vraag, maar dan moet je me beloven dat geen vragen zullen volgen.” Terwijl hij terloops nog eens een geërgerde blik naar Konar wierp, zette hij zijn legende voort, niet verwachtend dat Konar antwoord gaf. “Esperia werd dus bestuurd door een koning. Deze koning had het recht om eenieder te nemen die zich op het eiland bevond en dat gaf een behoorlijk indrukwekkend nageslacht. Echter werd niet het recht van de eerstgeborene gerespecteerd, oh nee, slechts het recht van de sterkste. Dat, Konar, is de vloek van het eiland. Niet de slimste, nog de eerstgeborene, neen, diegene die het sterkst is. De burgers van Esperia zouden in opstand kunnen komen ten gunste van een andere troonopvolger. Juist om dat te voorkomen, om geen enkele twijfel over de rechtmatige koning te laten ontstaan, was er de volgende traditie. De enige stad die zich in Esperia bevond, en dit is essentieel, bevond zich vlak naast de zee. Rond het strand dat langs één kant aan de stad gelegen was, had men enorme muren gebouwd, die slechts dan hun nut kregen. Deze muren hadden twee in- en uitgangen, één die op een reusachtig plein voor het paleis uitkwam, een werkelijk grootse poort, opgefleurd met ontelbaar veel heroïsche taferelen en een kleine, onversierde deur die leidde naar het platteland van de stad.

Na de dood van een koning wachtte men tot de zee verder wegtrok als gewoonlijk, zoals eens in een maanwissel plaatsvond. Dan moesten alle familieleden van de overleden koning ogenblikkelijk vanuit het paleis door de grote poort naar het strand. Nu moeten jullie begrijpen dat dit strand groot was om te ommuren, wel tweeduizend voetstappen lang en vijfhonderd voetstappen breed. Dit strand was gevuld met rotsformaties en grotten, het ideale terrein voor een slachtpartij. Hier vochten al deze verwanten tot de dood, zodat de sterkste onder hen koning kon worden. Het was een strijd tegen de tijd, want de zee kwam terug en slokte langzaam maar zeker alle lichamen op, levend of dood, in een nooit stillende honger. Er waren twee manieren om het strijdperk te verlaten, door de grootste poort, die slechts weer geopend werd door de militie van de stad als de zee al zachtjes tegen diens muren klotste, met slechts één overlevende voor die poort. Of men kon door een klein poortje in de stadsmuur, waarmee men alle recht op de kroon liet vallen. Nog nooit had een van die vluchtelingen langer dan een jaar geleefd. Elke koning was bang om zijn of haar kroon te verliezen.”

“Wat?” onderbrak Lagnok hem, “Een koning is toch altijd mannelijk?” Grinnikend antwoorde Eci hem. “Een koning bij ons is mannelijk, maar toen bestond er slechts één woord voor koning en koningin. Vrouwen en mannen waren gelijk.” en, voor de derde keer die avond, terwijl de kaars al een kwart van diens lengte had verloren en de maan haar hoogtepunt bereikte, nipten Lagnok, Konar en Tunod aan inmiddels koud geworden thee, luisterend naar de wondere wereld die Eci schiep.

“Dus, in het paleis van de koning zag een jongetje het levenslicht. Deze baby zag eruit zoals elk van zijn leeftijdsgenoten, tot die begonnen te groeien en hij niet. Op een bepaalde leeftijd stopte hij daar gewoon mee. Door wanhoop gedreven en gepest door zijn vroegere vriendjes besloot hij dan maar zijn geest te trainen en ontdekte een grote innerlijke drang naar kennis. Omdat hij de zoon van de koning was kreeg hij wat hij maar wilde wanneer hij maar wilde. Rijkdom moest de naderende dood van velen verhullen, zoals sneeuw doet wanneer de koude winter nadert.”

Lagnok fluisterde, geboeid als hij was, zonder aandacht te besteden aan zijn omgeving, gevangen in het web van woorden dat de man weefde. “Wat was zijn naam?”
“Net zoals Konar krijg ook jij een antwoord en ook dit antwoord zal je laatste zijn. Hij had geen naam. Om ervoor te zorgen dat niemand kon treuren om de doden, dat onderlinge vriendschappen de traditie niet zouden tegenhouden, daarom had het koninklijk nageslacht geen naam.”

“Hoe wreed!” riep Konar uit, terwijl zijn handen bijna trilden van verontwaardiging. “Wie zijn wij om te oordelen over andermans waarden?” Voor het eerst die nacht zei Tunod iets. Lagnok bemerkte Eci’s goedkeurend knikje niet, terwijl hij nadacht over Tunod’s woorden. Ook hij had dit immers verafschuwd. “Maar,” zo pleitte Konar, “dit is toch niet echt gebeurd?” “Jij zegt dat dit niet werkelijk is gebeurd. Toch was jij werkelijk kwaad.” Met die woorden besloot Tunod de discussie en vervolgde Eci hun reis met woorden, naar het eiland van de hoop.
Laatst gewijzigd door Invictus op 30 okt 2013 14:56, 1 keer totaal gewijzigd.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

De dwerg hoorde het stemgeluid van zijn zogenaamde broer terwijl panische angst bezit van hem nam. Steeds sneller probeerde hij zich uit de voeten te maken. Hij hoorde de arrogante stemmen al en kon de bitsige sfeer al bijna opsnuiven. Helaas. Net toen hij bij de laatste splitsing kwam werd hij bij de kraag gegrepen en door krachtige armen omhoog gehesen terwijl hij bungelend met zijn voeten spartelde zoals ook een gevangen vis zou doen terwijl zijn levenseinde naderde. “Wel, wel, broer.” De onmiskenbare minachting die de mond van de gespierde jongen verliet terwijl hij de kleine man broer noemde zou zelfs de grootste dommerik zijn opgevallen. Net op dat moment kwamen er twee mensen langzaam door de gang gelopen. Hij stelde zijn eerdere veronderstelling bij, iedereen behalve de reus die nu de gang doorwandelde, geëscorteerd door een meisje en haar stok. De dwerg had haar nog nooit gezien zonder stok en zou dat waarschijnlijk ook nooit doen. Zijn broer was ondertussen van zijn teleurstelling bekomen, vandaag zou hij de dwerg niet kunnen doden, maar probeerde de twee toch om te praten. “Loop door, dit zijn jullie zaken niet.”

Geërgerd schudde zij haar hoofd. “Vraag je nu om een aframmeling? Blessures wil je echt niet hebben, nu vader zo zwak is, is het niet?” Grommend draaide hij zich om, schattend hoeveel kans hij maakte hen te verslaan. Hij ramde de dwerg tegen de muur, waarna die laatste met een spreekwoordelijke plof op de vloer belande. “Wij zien elkaar nog wel.” De gespierde jongen liep weg, terwijl hij enige waardigheid aan de dag probeerde te leggen. Dat zou op zich al een mislukking zijn, maar in deze omstandigheden kwam afgang misschien meer in de buurt. Hij lachte even om zijn binnenpretje waarna hij de pijn die zijn rug plaagde bemerkte.

“Enige dankbaarheid zou niet misplaatst zijn.” sprak ze dwingend, waarna ze aan de reus duidelijk maakte om de dwerg mee te nemen. “Ik heb dank zusterlief, maar mijn maag is leeg en mijn rug doet pijn. Dit is niet echt het perfecte moment voor een onderonsje, toch?” Hij had immers bemerkt dat ze terugkeerden naar de slaapvertrekken, maar vanuit zijn positie, op de grond meegesleept als een stuk vuil, was het hoogst opmerkelijk dat hij de vorige zin kon voortbrengen. Daarna liet hij zich zwijgend meeslepen, terwijl hij steeds meer wantrouwen koesterde tegenover de jonge vrouw en de grote dommekracht.
Hij werd een kamer in gesleept die bijna identiek aan de zijne was, met als verschil dat de boekenplanken vervangen waren door wapenrekken. Hij gruwelde bij de duidelijke fascinatie van deze vrouw voor bogen, stokken, zwaarden. Alles wat in hout vervaardigd kon worden en als wapen kon gezien worden had zij. Verder zag hij in het midden van de kamer een bed liggen, waarop hij fronsend zijn wenkbrauwen optrok.

Zij bemerkte zijn gefrons en sprak snel, om te voorkomen dat enige andere gedachte zou volgen. “Advaran slaapt hier, want iemand zo sterk als hij zou anders allang zijn uitgeschakeld.”
“Hoezo Advaran? Het is toch verboden een naam te hebben.” Ze lachte kil. “Dit systeem is gruwelijk. Je eigen familie afslachten als naamloze honden. Wij hebben tenminste nog waardigheid. Ik ben Korolea.” Zijn ogen speurden de omgeving af naar enig wapen dat hij zou kunnen gebruiken om de uitgang te bereiken. Ook dit bemerkte zij. “Ga, als je wilt gaan. Maar ons aanbod is slechts één keer geldig.” Nieuwsgierig gemaakt door deze woorden gaf hij haar aan verder te gaan
.
Laatst gewijzigd door Invictus op 30 okt 2013 15:38, 3 keer totaal gewijzigd.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

“Hoe had je gedacht de deur te bereiken?” Hij glimlachte weemoedig, de dodenpoort zou hij nooit kunnen bereiken. Zij op haar beurt bemerkte aan zijn moedeloze blik en zijn neerhangende schouders dat voor haar een hopeloze man stond. Ze vroeg zich af waarom ze deze man had uitgenodigd in haar vertrekken. “Ik had een plan verwacht van iemand wiens geleerdheid zo berucht is.” Hierdoor schijnbaar onaangedaan vroeg hij naar haar voorstel. “Wij willen vluchten door de deur. Jij lijkt ons de ideale aanvulling voor ons team. Advaran kan je dragen zodat je ons niet zou ophouden. Ik heb je lange tijd bestudeerd. Je eerlijkheid maakt je betrouwbaar en je wijsheid maakt je nuttig.”

“Waarom zou ik jullie vertrouwen? Een domme reus en een omhooggevallen vrouw.” “Simpelweg omdat het je aan keuze ontbreekt.”

Het gesmolten kaarsvet was nu groter dan de kaars zelf en de maan moest slechts nog de helft van de helft aan de hemel reizen. Een geeuw verstoorde het bijna gemoedelijke verhaal van de oude man en zowel Konar als Lagnok voerden een werkelijk heldhaftige strijd tegen hun steeds zwaarder wegende oogleden. Een bekend gegrinnik vulde de kamer. “Ik vrees dat ik jullie wat heb opgehouden, jongelingen. Misschien is het tijd om naar jullie stede terug te keren. Zonder slaap is goede waarneming onmogelijk. Wat is het leven, zonder ogen om te bestuderen, zonder oren om te begrijpen, zonder vingers om mee te verkennen, zonder neus om mee te ruiken en zonder mond om van dit alles te proeven. Leven en slapen zijn eeuwig met elkaar verbonden. Zonder slaap geen leven en zonder leven geen slaap.” Zonder dat één van hen hier iets van begreep, wat begrijpelijk was in de toestand waar zij zich in bevonden, strompelden ze beiden naar de deur, liepen de trap af en verdwenen in de nacht.

Lagnok zuchtte, want hij had nog een lange weg te gaan. Hij verliet de herberg – langs de voordeur dit keer en mompelde iets onverstaanbaars in Konar’s richting als afscheidsgroet. Terwijl Konar zich bijna letterlijk over het plein naar de smidse sleepte liep Lagnok langzaam naar de aarden weg die naar zijn huis leidde. Hij verliet het dorp op een sukkelachtig drafje om de heuvel die zijn huis van het dorp scheidde te beklimmen. Op dat moment gebeurden er drie dingen op bijna net hetzelfde moment die Lagnok zich later haarscherp zou herinneren. Hij bemerkte het zoevend geluid van een voorwerp dat hij maar al te goed kende, gevolgd door de gebruikelijke stoot adrenaline met daarna een pijnlijke inslag in zijn arm tot gevolg. Juist voor hij het bewustzijn verloor hoorde hij nog het typerende geluid van een hinnikend paard.
Laatst gewijzigd door Invictus op 03 okt 2013 22:37, 1 keer totaal gewijzigd.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Mooi verhaal! Ik vind de tijdsetting leuk, ik heb daar wel wat mee :) En ik ben benieuwd hoe de legende verder zal gaan.

Ga zo door!
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

-Maaike- schreef:Mooi verhaal! Ik vind de tijdsetting leuk, ik heb daar wel wat mee :) En ik ben benieuwd hoe de legende verder zal gaan.

Ga zo door!
Bedankt ;)
Ik was eerlijk gezegd gestopt met het schrijven van dit verhaal. De opmerkingen die ik heel vaak kregen waren dat de verhaallijn te onduidelijk was alsmede dat mijn zinnen te lang waren, wat het lezen vermoeilijkt. Is dit je ook opgevallen?
Raages
Potlood
Potlood
Berichten: 64
Lid geworden op: 27 sep 2013 16:41
Locatie: Weststellingwerf

Dit verhaal trok ook mijn aandacht en ik heb het daarom ook helemaal en zelfs voor een tweede keer gelezen.
Uit meerdere Vlaamse uitdrukkingen meen ik op te maken, dat je in Vlaanderen woont en ga daarom niet op die afwijkingen in.

Toen de man over de heuvel was verdwenen, die zijn akker van het dorp scheidde, liet hij zijn gereedschap vallen en zonder daar aandacht aan te besteden liep hij naar de smidse die zich in het midden van alle huizen bevond alsof zijn leven ervan afhing . Eindelijk ging hij een legende horen. Toen men hem vreemd aankeek, en sommigen al schuddend zeiden dat de jeugd gek was riep hij naar iedereen die het maar kon horen – of men dat nu wou of niet – dat er een bewaker van de legendes in het dorp was aangekomen. Dit nieuws vervulde de mensen met nieuwsgierigheid en nu volgden zij Lagnok naar het dorp. Hij spoedde zich eerst naar de smidse, een hutje dat bijna net zo armzalig was als het zijne, met als enige verschil dat het er altijd warm was, door het vuur van de smidse.

In dit stuk zeg je twee maal dat hij zich naar de smidse begeeft. ??


De onderstaande taal/schrijf foutjes kwam ik er nog in tegen:
1e deel: “En wie wilt dit dan wel weten?” Moet zijn: "En wie wil dit dan wel weten?"
2e deel: Langzaamaan is volgens mij twee woorden of vervang het door langzamerhand.
2e deel: In de zelfde zin staat verdergingen, ook dat zijn twee woorden.
3e deel: 2e zin: en verontschuldigingen mompelend tegen iedereen waartegen ze aanliepen. Dit zou ik schrijven als: en verontschuldigden zich mompelend tegenover iedereen waar ze tegen aanliepen.
Deel 4: Konar vastgreep aan zijn geraffelde hemd ... Hier bedoel je waarschijnlijk: gerafelde hemd.
Deel 4: “Ik neem aan dat je hetzelfde van plan was als mij. ... Dat laatste woord hoor je wel vaker, maar moet toch echt worden vervangen door: ik
Deel 4: Lagnok’s bliksemsnelle verstand en zijn eigen spierkracht hadden al eerder een goed team gebleken. ... "hadden" zou ik vervangen door: waren
Deel 5: zodoende werd het bestaan ... .... als onzin bestempelt. Hier is "bestempelt" een voltooid deelwoord en dient met een d te eindigen: bestempeld
Deel 6: zijn onontkoombaar lot in gedachten houden. Volgens mij moet hier achter houden nog een d: houdend.
Deel 6: Dat was het moment waarop hij gewacht had terwijl hij hem tot stilstand riep en hij tevergeefs de benen nam. Deze zin kan ik niet in het verhaal plaatsen.
Wie brengt hem tot stilstand?
Deel 7: Eerste regel: twee dialogen op 1 regel is verwarrend.
Deel 8: Zelfde fout nog steeds.
Deel 9: “Advaran slaapt hier, want iemand zo sterk als hem zou anders.... "Hem" is niet goed, dat moet "hij" zijn.

Ik vind het een goed verhaal. Je zinnen zijn soms lang, maar nooit te lang. Het past goed in de sfeer van het geheimzinnige dat het iets lastiger leest.
Dat houdt de lezer scherp. Ik zou er gewoon aan verder werken, het biedt nog vele mogelijkheden voor een langer verhaal of boek. Je gebruikt een gevarieerde woordenschat zodat je de lezer niet snel zult gaan vervelen. Ga door. :super
Er zit voldoende fantasie in en toch blijf je redelijk dicht bij de werkelijkheid, zodat de lezer zich zelf gemakkelijk een beeld kan vormen bij het verhaal.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Raages schreef:Dit verhaal trok ook mijn aandacht en ik heb het daarom ook helemaal en zelfs voor een tweede keer gelezen.
Heel erg bedankt daarvoor.
Uit meerdere Vlaamse uitdrukkingen meen ik op te maken, dat je in Vlaanderen woont en ga daarom niet op die afwijkingen in.
Klopt, die opmerking heb ik al meerdere keren gekregen. Is dit storend?
Toen de man over de heuvel was verdwenen, die zijn akker van het dorp scheidde, liet hij zijn gereedschap vallen en zonder daar aandacht aan te besteden liep hij naar de smidse die zich in het midden van alle huizen bevond alsof zijn leven ervan afhing . Eindelijk ging hij een legende horen. Toen men hem vreemd aankeek, en sommigen al schuddend zeiden dat de jeugd gek was riep hij naar iedereen die het maar kon horen – of men dat nu wou of niet – dat er een bewaker van de legendes in het dorp was aangekomen. Dit nieuws vervulde de mensen met nieuwsgierigheid en nu volgden zij Lagnok naar het dorp. Hij spoedde zich eerst naar de smidse, een hutje dat bijna net zo armzalig was als het zijne, met als enige verschil dat het er altijd warm was, door het vuur van de smidse.

In dit stuk zeg je twee maal dat hij zich naar de smidse begeeft. ??
Verbeterd.


De onderstaande taal/schrijf foutjes kwam ik er nog in tegen:
1e deel: “En wie wilt dit dan wel weten?” Moet zijn: "En wie wil dit dan wel weten?"
Aangepast.
2e deel: Langzaamaan is volgens mij twee woorden of vervang het door langzamerhand.
Dit is mijn inziens wel correct (http://woordenlijst.org/zoek/?q=langzaamaan&w=w).
2e deel: In de zelfde zin staat verdergingen, ook dat zijn twee woorden.
Veranderd.
3e deel: 2e zin: en verontschuldigingen mompelend tegen iedereen waartegen ze aanliepen. Dit zou ik schrijven als: en verontschuldigden zich mompelend tegenover iedereen waar ze tegen aanliepen.
Dat is inderdaad beter, hierbij dan ook aangepast.
Deel 4: Konar vastgreep aan zijn geraffelde hemd ... Hier bedoel je waarschijnlijk: gerafelde hemd.
Inderdaad.
Deel 4: “Ik neem aan dat je hetzelfde van plan was als mij. ... Dat laatste woord hoor je wel vaker, maar moet toch echt worden vervangen door: ik
Aangepast.
Deel 4: Lagnok’s bliksemsnelle verstand en zijn eigen spierkracht hadden al eerder een goed team gebleken. ... "hadden" zou ik vervangen door: waren
Klinkt inderdaad beter.
Deel 5: zodoende werd het bestaan ... .... als onzin bestempelt. Hier is "bestempelt" een voltooid deelwoord en dient met een d te eindigen: bestempeld
Veranderd.
Deel 6: zijn onontkoombaar lot in gedachten houden. Volgens mij moet hier achter houden nog een d: houdend.
Inderdaad.
Deel 6: Dat was het moment waarop hij gewacht had terwijl hij hem tot stilstand riep en hij tevergeefs de benen nam. Deze zin kan ik niet in het verhaal plaatsen.
Wie brengt hem tot stilstand?
Hier past een nuance die ik in het Nederlands niet tot uiting kan brengen: gezien de prinsen in Esperia geen namen hebben gebruik ik "hij", waarbij het hier dus over twee verschillende personen gaat. De persoon die hem tot stilstand brengt, hem achtervolgt en vervolgens vasthoud is een en dezelfde persoon.
Deel 7: Eerste regel: twee dialogen op 1 regel is verwarrend.
Het probleem dat ik dan heb is dat er aan de regel dan een abrupt einde komt, maar het ene is blijkbaar storender dan het andere?
Deel 8: Zelfde fout nog steeds.
Zie hierboven. :)
Deel 9: “Advaran slaapt hier, want iemand zo sterk als hem zou anders.... "Hem" is niet goed, dat moet "hij" zijn.
Aangepast.

Ik vind het een goed verhaal. Je zinnen zijn soms lang, maar nooit te lang. Het past goed in de sfeer van het geheimzinnige dat het iets lastiger leest.
Dat houdt de lezer scherp. Ik zou er gewoon aan verder werken, het biedt nog vele mogelijkheden voor een langer verhaal of boek. Je gebruikt een gevarieerde woordenschat zodat je de lezer niet snel zult gaan vervelen. Ga door. :super
Er zit voldoende fantasie in en toch blijf je redelijk dicht bij de werkelijkheid, zodat de lezer zich zelf gemakkelijk een beeld kan vormen bij het verhaal.
Dank voor de uiterst uitgebreide feedback!
Raages
Potlood
Potlood
Berichten: 64
Lid geworden op: 27 sep 2013 16:41
Locatie: Weststellingwerf

Het Vlaams is niet storend, maar er is wel eens een woordkeuze die Nederlanders wat vreemd in de oren klinkt.
Zo geraken Belgen bovenaan de trap, maar Nederlanders komen boven aan de trap.
Wij halen dan weer geen flesje boven, bij ons komt zoiets tevoorschijn.
En Belgen gebruiken nog al vaak het woord terug, maar in een iets andere betekenis dan Nederland. Echter ook in gelijke situaties en dat maakt het dan wel eens verwarrend. Het ontbreekt mij nu even aan een goed voorbeeld. Maar ik vind Vlaams wel een prettige taal, komt misschien omdat mijn verre voorouders uit Lille kwamen en die spraken toen (1597) Vlaams. :mrgreen:
DennisHarderwijk98
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 8
Lid geworden op: 01 sep 2013 16:44

Wauwie!!! Wat een leuke stijl heb jij qua schrijven. Echt leuk om te lezen hoe je de personages omschrijft.
je vertelt op een mooie manier hoe het landschap eruit ziet, hier een voorbeeld:

Maar goed, deze jongen, wiens naam Lagnok de Hertenveller luidde, was aan het zwoegen op de enige akker die zijn vader bezat terwijl de zon hoog aan de hemel stond en zijn schijnsel hem bijna verblindde als hij even rechtstond om zijn rug te ontlasten van het harde werk.

Erg leuk!!!

Gr
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Ik ben ietwat onthutst door het feit dat ik dan toch zoveel positieve feedback krijg. Hierdoor gesterkt heb ik de intentie om dan toch een vervolg te schrijven. Bedankt daarvoor :)
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Invictus schreef:Bedankt ;)
Ik was eerlijk gezegd gestopt met het schrijven van dit verhaal. De opmerkingen die ik heel vaak kregen waren dat de verhaallijn te onduidelijk was alsmede dat mijn zinnen te lang waren, wat het lezen vermoeilijkt. Is dit je ook opgevallen?
Aawh, jammer. Is er nog een kans dat je het weer oppakt? (A)

Ik moet even graven - want het staat niet helder meer op m'n netvlies (de rode draad wel hoor!) - maar, ik geloof dat ik op een gegeven moment het gevoel had dat er twee verhaallijnen waren. Maar dat vond ik niet storend omdat ik er van uit ging dat dat later wel helder zou worden :)
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Ik dacht dat ik de connectie tussen beiden duidelijk had gemaakt - blijkbaar niet dus. Het ene verhaal ontstaat doordat Eci een "legende" vertelt.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ah, oke. Die connectie heb ik denk ik gemist :) Desalniettemin wil ik graag verder lezen :P
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Hij slaagde, met moeite, erin om zijn vreugde te verbergen. Misschien zou hij dan toch nog de dag overleven dat zijn beminde vader de zeven zou ontmoeten. “Spreek, kleine man.” Mocht iemand anders, met een redelijkere grote en minder proportionele spieren, dit aan hem zeggen zou de kleine man van een groot temperament getuigen. Desondanks wierp hij een blik die boekdelen sprak op zijn grote broer, voor hij aan diens verzoek voldeed.

“Goed, als je het zo bekijkt, dan lijkt het mij wel redelijk om op jullie voorstel in te gaan. Maar voor ik verder samenwerk heb ik enkele eisen. Mijn naam zal als volgt klinken: Norlandur, de Geweldige, voor nu en voor de eeuwigheid. En, om mijn verheven persoon te beschermen van enig kwaad, zou het passend zijn om mij te dragen op alle openbare gelegenheden.” Voldaan door de gedachte dat hij zijn punt had duidelijk gemaakt, keek hij naar zijn twee bloedverwanten zoals een havik naar een regenworm, zijn klauwen onwaardig.

Hij was dan ook hoogst verbaasd toen het meisje hem begon uit te lachen, niet veel later gevolgd door het bulderende gelach van de reus. “Respect verdien je niet door woorden, kleine man.” Dit alles tot grote ergernis van de man wiens naam voor de eeuwigheid zou bestaan. Later zouden die woorden een waarheid bevatten, die de pas genoemde Norlandur toen helaas ontging en slechts de rode tint die zijn wangen al sierde nog roder maakte, bij de gedachte dat hij zoiets had gezegd.
Laatst gewijzigd door Invictus op 07 okt 2013 11:56, 2 keer totaal gewijzigd.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Langzaam stapte hij door het koude bos, met boven de bladerloze bomen niets dan een grauwe, donkergrijze hemel. De harde aarde knerpte onder zijn lederen laarzen en de wind gierde door zijn kleren. Hij stopte even en snoof. Een glimlach verscheen op zijn gezicht, dat noch als oud noch als jong kon worden omschreven. De man stapte verder, zeker van de weg, door het donkere en koude bos. Hij wist dat angst zijn vijanden verlamde, zo zeker als hij wist wat ze van plan waren. De Distel en de Roos. Nieuwe spelers op het speelbord van de Dood. En de Dood, dat was hij.

Konar schrok wakker toen hij uit zijn bed gelicht werd door een opgewonden Tunod. Het geluid dat Tunod daar bij maakte overtrof het geluid dat Konar die nacht al had gemaakt en men kon veel zeggen over beren en hun slaap, ook beren konden horen. Zo gebeurde het dat het niet veel zou gescheeld hebben of Dnaloer had zonder veel moeite de zeer magere Tunod op de zeer harde vloer laten terechtkomen.

Net op tijd herkende de smid echter de bewaker van de legendes, wat die laatste er niet van kon weerhouden door middel van een schrille uitroep blijk te geven aan een zekere mate van verrassing. “U bent Dnaloer, is het niet?” merkte eenzelfde bewaker op om zijn waardigheid te hervinden. Dnaloer, die op zijn beurt was bekomen, besefte nu pas wat hij zo-even bijna had gedaan en begon zich stamelend in verontschuldigingen uit te drukken, en niet veel later, toen Tunod zijn vraag herhaalde, bevestigde hij diens vermoedens. “Ik vrees dat uw zoon u zal moeten verlaten. Het is belangrijk dat hij zich onmiddellijk klaar maakt voor vertrek. Wanneer de Dood zelf nadert is het tijd om weg te gaan, zo ver, dat zelfs de Dood niet volgen kan.”
Laatst gewijzigd door Invictus op 07 okt 2013 12:00, 1 keer totaal gewijzigd.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heel goed dat je de legende schuingedrukt zet, dat maakt het een heel stuk overzichtelijker :D En een spannend vervolg!

Heb verder niets op of aan te merken, behalve ga zo door :)
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Bedankt :)

Eci, wiens stem rust en wiens gezicht kalmte uitstraalde, antwoordde de oude man, zich richtend tot alle aanwezigen. “Het gerucht is waar,” zo begon hij, waarna onrust zich meester maakte onder de brave lui van Ednegel, “en om uw vraag te beantwoorden, ik ben Eci, bewaker van het Boek en houder van de Scepter.” Mocht iemand het proberen zou het moeilijk zijn om te beslissen welke van de twee voorgaande mededelingen meer gepraat en geschuifel veroorzaakte. “Pak uw spullen en haast u over de wegen, naar Fednegir, de onneembare stad.” Oorverdovend was het geluid dat de menigte nu voortbracht, maar met een simpel gebaar van de houder van de Scepter keerde de stilte weer in het landelijke dorp. Terwijl een merel floot en twee vlinders dansten sprak Eci kort maar krachtig. “Ga nu, om nooit meer weer te keren.”

Na die simpele woorden draaide hij zich om en nam hij de handen van Tunod en Konar vast, hoewel Konar overdonderd was door de ommekeer die de vriendelijke oude man van die nacht had gemaakt om nu een kil en rationeel dit mee te delen. Verdwaasd voelde hij hoe Eci’s vingers zijn hand omsloten. De bewaker van het Boek mompelde enkele woorden. Plots was Ednegel weg, om plaats te ruimen voor het uitzicht op iets wat Konar nog nooit had mogen aanschouwen, vele dagreizen van waar hij geboren was.

Toen Lagnok bijkwam was de zon reeds achter de heuvels verdwenen. Hij merkte dat hij zich bevond op een plek omgeven door bomen en verlicht door vuur. Toen hij zich naar de warme stralen van wat, afgaande op diens schijnsel, een reusachtig vuur moest zijn werd hij getroffen door felle, stekende pijn aan zijn rechterbovenarm. Hij herinnerde zich plots weer wat er was voorgevallen en voelde dan ook met zijn linkerhand of de pijl zijn arm doorboord. Tot zijn opperste verbazing ontdekte hij echter dat de wonde was afgesloten met het blad van een voor hem onbekende plant.

Hij kreunde toen de pijn wederkeerde, nu nog heviger dan zonet. Toch probeerde hij zich langzaam om te draaien, nieuwsgierig naar wie hem had verzorgd en het vuur had aangemaakt. Hij gebruikte zijn linkerarm als steun waarna hij niet veel later stevig op zijn voeten stond. “Wie bent u?” waren de eerste woorden die zijn keelgat verlieten nadat hij zich had omgedraaid. Een opmerkelijk gedrongen man met een al even opmerkelijke haarstijl, zowel aan de boven- als aan de onderkant van zijn gezicht, maakte niet in het minst aanstalten om die vraag te beantwoorden. Lagnok bemerkte in diens ogen een genoegen in de gehele situatie.
Laatst gewijzigd door Invictus op 07 okt 2013 13:01, 2 keer totaal gewijzigd.
Raages
Potlood
Potlood
Berichten: 64
Lid geworden op: 27 sep 2013 16:41
Locatie: Weststellingwerf

Het valt niet mee om de draad in je verhaal te blijven volgen, maar ik doe mijn best om mee te lezen.

Antwoordde de oude man moet het zijn.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Raages schreef:Het valt niet mee om de draad in je verhaal te blijven volgen, maar ik doe mijn best om mee te lezen.

Antwoordde de oude man moet het zijn.
Bij het volgende stukje zou een en ander duidelijk moeten worden.
Aan allebei: bedankt om te blijven lezen.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Goed vervolg :)

Wie waren Eci en Ednegel ook als weer? Ik ben echt rampzalig met namen en als ze lastig zijn, wordt het vaak een brei in mijn hoofd (A) De smid en de jongens kan ik wel uit elkaar houden :D Alleen die twee riepen even een vraagteken op. Ik herkende de namen wel uit de eerdere delen, alleen ik weet niet meer wie ze zijn :$

Verder, maak je het spannend; Ik werd erg nieuwsgierig door: "en haast u over de wegen, naar Fednegir, de onneembare stad". Ben heel benieuwd hoe deze onneembare stad eruit ziet.

Ga zo door!
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

Beste Invictus,

het spijt me dat je zo lang op een reactie van het Tipp-ex-team hebt moeten wachten. Het lijkt een beetje doodgebloed te zijn.
Als compensatie heb ik de eerste zes posts van je verhaal nauwkeurig onder de loep genomen en ik zal alles wat me opgevallen is voor je op een rijtje zetten. De volgende posts komen ook nog, zo gauw ik er 's avonds een keer tijd voor kan vrij maken.
(Ik heb geen reacties van andere mensen gelezen, dus het kan zijn dat ik dingen zeg die al aangestipt zijn.)

Ik let op alles, van zinsopbouw, grammatica en spelling tot schrijfstijl, dialogen, beschrijvingen en stilistische middelen. Dat die laatste er bij jou ook daadwerkelijk inzaten, is op zich al een compliment waard. Dat ben ik hier op Online Verhalen nog niet vaak tegen gekomen, zeker niet bij iemand van jouw leeftijd. Proficiat.

Ik zal eerst algemeen zeggen wat ik er tot nu toe van vond.
Ten eerste heb je een heel rijke fantasie en hier en daar heel sterke verhaalideeën. Esperia bijvoorbeeld, met de inwoners die langzaam de buitenwereld als mythe gaan ervaren. Dat is een interessant gegeven.
Ten tweede werd ik werkelijk omver geblazen door het vocabulaire dat je tot je beschikking hebt. Je kent woorden die ik om me heen nog maar zelden hoor. Opnieuw is dat zeker voor je leeftijd bijzonder, want je bent 15, toch? Of is die informatie op je profielpagina inmiddels achterhaald?
Je hebt een heel mooie verheven schrijfstijl die in principe goed past bij het soort verhaal, maar pas wel op. Soms, en dat zal ik bij de preciezere doorloop ook aangeven, wordt het (mijns inziens) tot in het belachelijke doorgetrokken. Je bedoelt je verhaal heel serieus, met hier en daar een grapje tussendoor uiteraard, maar soms zijn al te moeilijke woorden of omslachtige beschrijvingen wat overdreven en worden ze lachwekkend.

Goed, nu de diepte in.

Eerste post
Er was eens, ...
Ik heb al gezien dat de 'Er was eens' een regelmatig terugkomend fenomeen is in je verhaal. Leuk, past bij de algehele sfeer. Bewust verwezen naar sprookjes, omdat die in het verlengde liggen van legendes, in feite?
Maar goed, ...

Dit is een typische spreektaaluitdrukking. Het past niet met de voor de rest behoorlijk verheven schrijfstijl, wat mij betreft.
... een prachtig wit paard over de weg denderde.
Dat woord gebruik ik meestal als ik het over een trein heb, maar niet meteen bij een paard. Mijn mening, uiteraard. Het is niet fout.
met een spottende ondertoon
Aan de ene kant goed dat je het erbij zet, maar als die man iets op een spottende manier zegt, kun je dat in de uitspraak zelf ook meer naar voren laten komen. Laat hem de jongen bijvoorbeeld niet aanspreken met 'beste man', maar met 'zeg knul' of iets in die geest.
een bewaker ... was gekomen!
Dit lijkt een zogeheten key point te zijn in je verhaal. Het is nota bene de titel. Toch gaat deze onthulling over de mans identiteit, of liever zijn functie (of wat is het eigenlijk?) wel heel erg snel. We horen het niet eens uit zijn eigen mond zelf, het wordt erbij gezegd. Ik had het mooier gevonden (maar dat is uiteraard een kwestie van smaak) als deze mededeling in de directe rede had gestaan. Bijvoorbeeld:

"En wie wil dit dan wel weten?"
De onbekende man trok zijn wenkbrauwen even verontwaardigd op bij deze, wat hem betrof, brutale vraag. Vervolgens glimlachte hij lichtjes en antwoordde, terwijl hij zijn hoofd lichtjes vooroverboog:
"Mijn naam is niet belangrijk, maar u mag weten dat ik een Bewaker van de Legendes ben."
Als aan de grond genageld bleef Lagnok staan en liet de woorden tot zich doordringen. Een gevoel van vreugde en opwinding overviel hem en stamelend wees hij de Bewaker de weg.


Waarschijnlijk in het geheel niet zoals jij het zou doen, maar als het zo onthuld wordt heeft het naar mijn mening meer impact.
Hij wees deze man met zijn bedenkelijke klederdracht meteen de weg naar zijn dorp.

Wat bedoel je hier precies met bedenkelijk?
Toen de man over de heuvel was verdwenen, die zijn akker van het dorp scheidde, liet hij zijn gereedschap vallen en zonder daar aandacht aan te besteden liep hij naar de smidse die zich in het midden van alle huizen bevond alsof zijn leven ervan afhing .
Deze zin is wat aan de lange kant en bovendien is een aantal zaken onduidelijk. Zoals het er nu staat, lijkt het net alsof de smidse zich in het midden van alle huizen bevond alsof zijn leven (die van de smidse dus) ervan afhing. Dit kan niet, want de smidse heeft geen leven, maar toch is het beter om zo'n onduidelijkheid te vermijden. Maak er bijvoorbeeld dit van:

Toen de man over de heuvel, die zijn akker van het dorp scheidde, was verdwenen, liet hij zijn gereedschap vallen zonder daar aandacht aan te besteden. Hij liep alsof zijn leven ervan afhing naar de smidse, die zich in het midden van alle huizen bevond.
Hij spoedde zich dus eerst naar de smidse,

Overbodige herhaling, als je het mij vraagt en bovendien staat het wat houterig. In plaats van deze zin, kun je ook simpelweg meteen verdergaan (in een nieuwe alinea) met:

Het hutje van de smidse was bijna net zo armzalig als het zijne, ...
– zelfs voor jeugdig geweld is lopen uitputtend –

Dit vond ik leuk. ;)
met z'n gedrieën
Schoolvoorbeeld van hypercorrectie. Het is ofwel 'ze gaan met z'n drieën' of 'ze gaan gedrieën', maar geen combinatie daarvan. (Je zou overigens ook kunnen beargumenteren dat dit een contaminatie is, maar dat is terminologische muggenzifterij.)
onder tussen
Ondertussen is één woord, maar dat weet je, want in de volgende regel doe je het wel goed.
“Wel”, zo begon de man...
Ik zou het woord 'zo' hier weglaten.

Tweede post
propere lakens
Als je daarmee 'schone lakens' bedoelt, lijkt het me ietwat te overdreven archaïsch taalgebruik. Zoals ik in het algemene stukje zei: pas op dat het niet ridicuul wordt.
De weg naar dit dorp – hij spuwde het woord bijna uit – was lang en onaangenaam.”
Interpunctiegevalletje: vergeet die aanhalingstekens op alles wat gezegd wordt niet. Hoe ik het zou doen:

"De weg naar dit dorp," - hij spuwde het woord bijna uit - "was lang en onaangenaam."
Op de vraag wanneer de onthulling dan wel zou plaats vinden ...

De onthulling? Sinds wanneer is er sprake van een onthulling? Of is deze onduidelijkheid bewust in het verhaal aangebracht en probeer je de lezer expres te verwarren? In dat laatste geval lukt dat, maar vergeet niet dat dat voor een lezer ook vermoeiend werkt, waardoor de aandacht juist verslapt.
Konar keek even zijdelings naar zijn vriend, teleurgesteld over het feit dat hij niets meer zou te weten komen. Hij merkte echter op dat Lagnok heel aandachtig naar dit tafereel keek en probeerde subtiel zijn aandacht te trekken. Men kon Konar echter als alles beschrijven, behalve subtiel. Lagnok, die bijna zijn evenwicht verloor, keek kwaad op naar Konar en siste een woord, dat zelfs de grootste schelm nog beledigend zou vinden.
Zelfs al lijkt het voor jou waarschijnlijk evident wat je hier bedoelt, ik kan me voorstellen dat een lezer bij deze passage verward raakt. Waarom probeert Konar precies Lagnoks aandacht te trekken? Simpelweg om hem te laten weten, dat hij zo teleurgesteld is dat hij niets meer te weten komt? (We weten overigens nog steeds niet precies wat hij aan de weet had willen komen.) En wat doet hij vervolgens precies, wat zou weinig subtiel is, waardoor Lagnok bijna uit evenwicht raakt? Waar was Lagnok overigens zo gebiologeerd naar aan het kijken? Het tafereel. Maar wat wordt daarmee bedoeld? Het gesprek tussen de nestor (overigens weer zo'n waarover ik me verbaas dat iemand het nog kent) en de Bewaker? Vermoedelijk, maar het is niet duidelijk. Wees hier wat concreter, voor zover dat kan.
Een paar vragen oproepen bij het publiek om de spanning erin te houden is goed, maar als er teveel onduidelijkheid is, verslapt de aandacht.
wederkeerde
Schitterend woord, daar niet van, maar opnieuw lijkt het me hier overdreven archaïsch en verheven. Een god of belangrijk persoon keert weder naar de aarde, of naar zijn wereld of zijn mensen. Een grootste gebeurtenis. Hier gaat iemand simpelweg terug naar huis. Die gaat gewoon terug, die keert niet weder. Misschien gevoelsmatig.
Lagnok wimpelde zijn vraag, nog wat chagrijnig van de subtiliteit van Konar, af door te zeggen dat hij zijn ideetje nog niet helemaal had uitgewerkt. Konar, die hierbij zijn wenkbrauwen optrok zweeg zuchtend. Als Lagnok een “ideetje” had mocht men nog blij zijn als het ging over iets simpels als een vliegmachine, een manier om boodschappen snel over het dorp te verspreiden of het verleggen van een rivier.
Ten eerste is het nog steeds onduidelijk waarom ze nu precies om een 'ideetje' zitten te springen. Dat begint, vind ik althans, op dit moment irritant te worden.
Ten tweede vind ik het een aparte vergelijking. Een manier om boodschappen snel over het dorp te verspreiden kan voor sommigen, als ze daar ervaring mee hebben, nog 'simpel' zijn, maar een vliegmachine bouwen of een rivier verleggen is beslist niet simpel. Bedoel je daarmee aan te geven dat Lagnoks ideetjes nooit 'simpel' zijn en zijn eigen kunnen ver te boven gaan? Dat de 'simpliciteit' van de zojuist genoemde best moeilijke dingen nog het minst erg is van wat hij zich soms in zijn hoofd haalt? Of betekent dit dat de genoemde dingen in de wereld waarin zij leven daadwerkelijk simpel zijn?
Lagnok bemerkte zijn wantrouwen in zijn ideetje en vroeg, op een toon waaruit Konar afleidde dat hij maar beter niet het verkeerde antwoord kon geven of er iets mis wat met het feit dat hij een idee had.
Te weinig komma's, waardoor de zin onduidelijk wordt. Opnieuw ga je overigens door over dat 'ideetje' van Lognak, terwijl ik als lezer me nog steeds aan het afvragen was wat die Bewaker allemaal te betekenen had en waarom die jongens informatie van hem willen hebben. Je verhaal verliest hier vaart.
Wat de zin betreft:

Lagnok bemerkte Konars wantrouwen in zijn ideetje en op een toon waaruit Konar afleidde, dat hij maar beter niet het verkeerde antwoord kon geven, vroeg hij of er iets mis was met zijn ideetje.

Derde post

Hier had ik weinig op aan te merken. Een typefoutje:
waker
Dat moet uiteraard 'wakker' zijn.

Vierde post
Konar vastgreep aan zijn gerafelde hemd ontsnapte er een gil uit zijn mond
Er moet een komma tussen 'hemd' en 'ontsnapte', als ik mij niet vergis.

Over het algemeen zou ik overigens willen zeggen, dat je verhaal misschien ook wat meer vaart zou krijgen als je de directe reden (dat wil zeggen, dialogen met aanhalingstekens) wat meer gebruikt. Wat ik vaak zie, is dat je de constructies als 'hij zei dat...' 'hij antwoordde dat...' en dan een lange bijzin met veel moeilijke woorden en vergelijkingen erin (want daar ben je goed in, dat hebben we gezien). Weinig realistisch en bovendien maakt het het verhaal lastig om te volgen. Probeer wat meer echte gesprekken erin te verwerken.
overtuigd door deze woorden.
Als je het mij vraagt een overbodige toevoeging, hij knikte immers al.

De hele geschiedenis op de trap en met de magiër bovenaan is overigens erg leuk. Waarom het zo belangrijk is dat ze bij hen binnendringen en bovendien wat ze verwacht hadden te vinden als het wel gelukt zou zijn zonder ze wakker te maken, is nog wel een prangende vraag. In ieder geval wel leuk geschreven stuk.

Het is inmiddels tien over half een, dus ik zal proberen de vijfde en de zesde post er morgen op te zetten. Als ik nog een andere keer tijd heb, zal ik proberen de rest ook nog te lezen. Je verhaal boeit beslist! (In de vijfde en zesde post word ik ook wel wat positiever over meer dingen. Sorry als ik klonk als een afkraker, ik ben vrij direct in mijn kritiek.)

Hopelijk had je er tot dusver wat aan!

Groeten, Lilian.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

@ -Maaike- Ednegel was het dorp van Lagnok, Eci de oude magiër. :)
@ Artemiss Wow, dank voor deze post. Aanpassingen zijn helaas nog niet voor direct (school :S) maar wees er zeker van dat ik al je aanwijzingen grondig zal bestuderen en, in een latere fase, implementeren. Een afkraker ben je zeker niet, alle kritiek is welkom en zeker gezien het positieve karakter van je bericht. Nogmaals dank!

Aan allen, zoals hierboven al te lezen: ik heb momenteel erg weinig tijd om verder te schrijven, maar dat hoop ik over twee weken dan weer in te halen.
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

Dag Invictus,

ten eerste graag gedaan. :)
Ik begrijp je volkomen. Wacht maar totdat je straks op het HBO of de universiteit zit, dan heb je zo ongeveer helemaal geen tijd meer over. (Grapje hoor, valt reuze mee: ik heb hier ook nog tijd voor, dus...)
Ik ga verder met wat ik gisteravond nog gelezen had.

Vijfde post
dat gedicht was door bijpassende luiken

Ja, luiken zijn meestal wel bijpassend, anders functioneren ze niet. Overbodige toevoeging dus, lijkt me.

De uitvoerige beschrijving van de kamer en de dialoog zijn misschien wat al te uitvoerig. Ook hier vind ik trouwens wat ik eerder zei: gebruik meer directe rede. Meer echte gesprekken dan 'hij zei dat', 'hij antwoordde dat', enz. Nu is dat ook een kwestie van smaak, misschien vind jij dit wel mooier.
De oude man keek aanmoedigend naar Lagnok en Konar, op een manier die Lagnok's vader niet zou misstaan als hij onverwijld een uitleg verwachtte over één van Lagnok's activiteiten. Voornamelijk zijn inventieve activiteiten, bedacht Konar smalend. Mogelijks daardoor kwam het dat Lagnok zich geroepen voelde instemmend te antwoorden
Dit is een vergelijking die moeilijk te begrijpen is, omdat we vrij weinig weten over de relatie tussen Lagnok en zijn vader en ook nog niet heel veel over Lagnoks karakter. Bovendien is het misschien overdreven om ongeveer twee regels te besteden aan de beschrijving van hoe iemand keek. Daarnaast vroeg ik me af wat je hier bedoelt met het woord 'inventieve'.
zijn vluchtige eerdere inspectie
Inspectie? Hij keek eerder eventjes de kamer rond. Ik vind 'inspectie' horen bij een lijkschouwing of ander soort recherchewerk, maar hier lijkt het me wat overdreven. (Ook hier weer: pas op dat het niet belachelijk wordt.)
Op een niet al te flatterende manier werd de ruimte tussen Konar's boven- en onderlip aanzienlijk groter.
Dit is een hele leuke zin, maar hetzelfde verhaal als daarnet weer: het wordt komisch. Misschien is dat je bedoeling ook, maar op de meeste momenten heb ik sterk de indruk dat dit een serieus fantasyverhaal is. Je kunt ook gewoon zeggen dat zijn mond openviel.
- in tegenstelling tot een zekere ketel, verbaasden zich al snel over het feit dat de oude man hun een verhaal begon te vertellen.
Drie dingen hierover.
Ten eerste valt het me op, dat je heel vaak 'het feit dat' gebruikt. Het klinkt erg statig en plechtig of ingewikkeld, terwijl dat vaak niet nodig is. Je kunt het af en toe wel doen natuurlijk, maar niet iedere keer als het kan. Je kunt het hier bijvoorbeeld heel goed vervangen door het woord 'doordat' of eventueel 'omdat' (maar 'doordat' is correcter.)
Ten tweede: waarom is dit gegeven zo verbazend? In principe is het niet vreemd, lijkt me, als Bewakers van Legendes verhalen (legendes) gaan vertellen. Op zich is het opmerkelijk, omdat er eerst gezegd werd dat al hun vragen beantwoord zouden worden, maar in plaats daarvan begint deze man nu zelf een verhaal te vertellen. Ook vreemd, omdat Tunod (als ik de goede te pakken heb) zelf helemaal niet zo welwillend was om dingen te vertellen. De situatie dat deze mannen de voor hen volstrekt onbekende jongens opeens binnenlaten en hen vervolgens een verhaal gaan vertellen, alsof dat van te voren altijd al de bedoeling was geweest. Nogmaals, misschien is deze verwarring oproepen ook je bedoeling. In dat geval gaat het heel goed.
Ten derde ben je achter 'ketel' het tweede streepje vergeten, waardoor de zinsbouw weer wat onduidelijk wordt. Bovendien vind ik het een verwarrende, overbodige toevoeging. Ik vatte het eerst ook op als een poging tot humor, die alleen iets te vergezocht is om begrepen te worden, vermoed ik.
Toen Lagnok zijn curiositeit over dit laatste uitdrukte kreeg hij als antwoord dat er wel degelijk een verschil tussen een verhaal en een legende bestond.
Twee dingen.
Ik neem aan dat je met 'curiositeit' 'nieuwsgierigheid' bedoelt. Let op dat het Nederlandse equivalent van het Engelse 'curiosity' niet nieuwsgierigheid betekent, maar merkwaardigheid. Nu kan Lagnok best merkwaardig zijn, maar het lijkt me sterk dat hij die merkwaardigheid bewust uitdrukt. Op een uitdrukking of opmerking krijgt men overigens doorgaans geen 'antwoord' maar eerder een 'reactie'. Het is bovendien heel vaag wat hier nu precies gezegd is. Nogmaals: gebruik meer directe rede.
Ander ding: 'dat er wel degelijk een verschil tussen een verhaal en een legende bestond'. Er is voor zover ik weet in het hele verhaal tot nu toe nog nooit door een personage of door de verteller anders gesuggereerd. Vanwaar 'wel degelijk'?
om te begrijpen wat er zo-even gebeurd was
Wat was er zo-even gebeurd? Vage aanduiding. Hier raakte ik de draad van het hele gebeuren nogal kwijt. (Kan ook zijn dat ik niet goed opgelet heb, leg het me vooral uit.)
De oude man herbegon,
Tjonge. Het werkwoord 'herbeginnen' heb ik voor het laatst horen gebruiken in het mooie België, waar de mensen meer Frans-georiënteerd zijn ("recommencer"). Ben je toevallig een Belg, of vond je het oude werkwoord gewoon mooi? Ik vind het een tikje te ouderwets, maar nogmaals, dat is een kwestie van smaak.
nu met een krachtigere stem en een bijna euforische bijklank
'Euforisch' betekent bij mijn weten dat je zo ongeveer uit elkaar springt van pure vreugde of dat je wel zou kunnen janken van geluk. Weet je zeker dat die lading hier van toepassing is?
"Lang, lang geleden, was er eens een eiland genaamd Esperia
Leuk. Toevallig van het Spaanse 'esperanza', 'hoop'? :)

Ik merk dat je verhaal hier plotseling een heel andere wending krijgt. Het blijkt plotseling een soort raamvertelling te zijn. Een structuur die behoorlijk ingewikkeld kan zijn, zeker om te schrijven en je hebt het prachtig opgebouwd. Compliment. Het hele idee van het eiland Esperia waar de mensen de buitenwereld als mythe beginnen te zien is heel sterk. Ik ben momenteel bezig met een verhaal waar een vergelijkbaar element inzit. Niet denken dat ik het van je gejat heb, dus. ;)
Zonder gekheid, heel mooi gedaan!
door de zogenaamd gezonde mens als onzin bestempeld
Bedoel je niet eerder 'de verstandige mens' of 'de mens met een gezond verstand'? Een gezond mens betekent in eerste instantie lichamelijk gezond. Ik twijfel erover of je het allegorisch mag gebruiken.
het idee van een heremietenbestaan
Prachtig woord, daar niet van, maar ik begin me af te vragen wie je doelgroep is. Bij 'kluizenaarsbestaan' is het aantal mensen dat hun woordenboek erbij moet pakken kleiner, denk ik. Het is wel mooi, natuurlijk. Een zin later gebruik je het woord 'idyllisch'. Ik blijf me over je verbazen (in de positieve zin van het woord).
gezegend was met een totaal gebrek
Dit noemt men een paradox. Een gebrek is normaal gesproken iets negatiefs, waarmee iemand nu gezegend (positief) is. Dat is tegenstrijdig, desalniettemin klopt het in het verhaal natuurlijk wel dat het 'gebrek' aan ijzeren slachtmachines (overigens mooie metafoor voor wapens, maar ik vraag me opnieuw af hoeveel mensen dat hebben begrepen) voor het eiland een zegen was. Heb je deze stijlfiguren bewust gebruikt? Dan stijg je nog meer in mijn achting. Pas, nogmaals afhankelijk van je doelgroep, wel op dat je tekst niet al te academisch wordt.
Ondertussen merkte Lagnok dat, als hij zijn zitvlak niet snel naar achteren verplaatste, een ontmoeting met de koude vloer niet uit te sluiten zou zijn, zo erg boeide dit relaas hem.
Dat-als-constructie! Opgelet. In het Nederlands zou het officieel moeten zijn: Ondertussen merkte Lagnok dat een ontmoeting met de koude vloer niet uit te sluiten zou zijn, als hij zijn zitvlak niet snel naar achteren verplaatste Achter het voegwoord 'dat' mag geen voorwaarde geplaatst worden.
Daarnaast vind ik het een grappige zin, maar misschien had het voor zoiets kleins wat korter gekund.

Zesde post
Mocht het mogelijk zijn over de tijd heen te vliegen, zoals een vogel over land, dan zou men lang, lang geleden, misschien wel een eiland ontdekken dat Esperia werd genoemd.
Mooie vergelijking! Het wordt hier opeens bijna poëtisch, ook in het vervolg van het schuingedrukte deel. In de tweede alinea van de post stapel je een hele serie antitheses op elkaar, terwijl je gebruik blijft maken van metaforen waarvan de betekenis op dit moment nog onduidelijk is. Wel mooi. Ik moet erbij zeggen, dat ik nog nooit eerder op ov een verhaal kon analyseren en stijlfiguren ontdekken zoals bij jou. Daarom vraag ik telkens of je het bewust doet, want ik vind het bijzonder.
Alleen dit viel me op: een levende dode beter dan een dode die leeft? Dat is dan weer geen antithese, want je zegt twee keer hetzelfde. Moet ik hierbij denken aan zombies of geesten? Waar gaat dit over?
Helaas was de edele kunst van het streven naar wijsheid slechts weinigen gegund.
Het streven naar wijsheid wordt voornamelijk aangeduid met de term 'filosofie' en valt technisch gezien niet onder de 'kunsten'. Detail.
Daarna zou men misschien wel het typerende geschreeuw hebben gehoord van een pas geboren baby…
Eerst dacht ik dat het stuk na deze zin over die baby ging. Wilde je dat zo bewust laten lijken? Die dwerg kwam wel erg uit de lucht vallen. En waarom is de baby geïntroduceerd? Of komt dat nog?
Zo vloekte hij hartgrondig
Toe maar. Hartgrondig zeg je meestal bij zoiets als een liefdesverklaring, maar bij een vloek is het niet gebruikelijk. Mag wel natuurlijk, maar ik zou er nooit voor kiezen.
was hij door zijn overpeinzingen overwelmt
Au. Overwelmd. Het valt mee, het is de eerste keer dat ik je op een fout van dit kaliber betrap. ;)
Dat was het moment waarop hij gewacht had terwijl hij hem tot stilstand riep en hij tevergeefs de benen nam.
Onduidelijke verwijzing. De eerste 'hij' lijkt niet de dwerg te zijn, heb ik dat goed? Plotseling is er een derde persoon in het spel en dat is niet duidelijk.
Het is daar, in het paleis van de koning, dat onze legende begint.
Oh, nu begint het pas? ;)
Dus de passage over de dwerg was weer een soort tussenverhaal binnen het raam van de raamvertelling. We hebben dus nu drie lagen:
1. Lagnok en Konar die bij de Bewakers van de Legendes binnendringen en daar hun verhaal te horen krijgen.
2. De geschiedenis van Esperia, verteld door één van de Bewakers.
3. Het verhaal over de dwerg, dat schijnbaar overal volledig los van staat.
Eerst doe je het verhaal over Esperia in normale letters, als directe rede van de vertellende Bewaker, vervolgens ga je daarover in schitterend poëtisch taalgebruik verder in het schuingedrukt. Daarna is het verhaal van de dwerg schuingedrukt en vervolgens in de laatste alinea weer gewoon en gaat het weer over Esperia. Waar Lagnok en Konar zijn op dit moment, is niet meer duidelijk (voor mij althans).
Je hebt de raamvertelling overigens wel mooi opgebouwd.

Nogmaals, ik wil je niet bedelven onder de kritiek! Over het algemeen doe je het erg goed. Zodra ik er tijd voor heb (tentamenweek komt eraan) zal ik de rest ook lezen en becommentariëren.

Veel succes!

Groeten,
Lilian.
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

Dag Invictus,

hierbij de volgende twee posts besproken.

Zevende post
Deze koning had het recht om eenieder te nemen die zich op het eiland bevond en dat gaf een behoorlijk indrukwekkend nageslacht.
Bedoel je hier nemen in de seksuele betekenis? Dat vind ik voor de beschaafde oude man een wat vulgaire term, zeker als je bedenkt hoe de stijl tot nu toe geweest is. En 'indrukwekkend' in welk opzicht? Groot in aantal, sterke kinderen, gezonde kinderen, mooie kinderen?
Rond het strand dat langs één kant aan de stad gelegen was, had men enorme muren gebouwd, die slechts dan hun nut kregen.
Wanneer is 'dan'? Je hebt nog nergens duidelijk uitgelegd waar die 'dan' op slaat.
Nu moeten jullie begrijpen dat dit strand reusachtig was, wel tweeduizend voetstappen lang en vijfhonderd voetstappen breed.
Nou ja, 'reusachtig' valt wel mee. Als je met een voetstap echt alleen de voetafdruk bedoelt, wat ik hier in eerste instantie zou denken, dan is een voetstap gemiddeld een centimeter of 30. Dat zou voor de lengte zo'n 600 meter betekenen en voor de breedte 150 meter. Even ter vergelijking: het Scheveningse strand alleen al is 4 km lang (ligt er een beetje aan waar je de grens legt) en ik schat zo'n 300 meter breed. Ook al bedoel je passen van normaal gesproken ongeveer een meter elk, dan heb je het nog over een relatief klein strandje van 2 km lang, maar wel 500 meter breed! In fantasie kan natuurlijk alles en zeker de tweede optie zou een ruimte bieden die groot genoeg is voor een gevecht op leven en dood, maar dat kan al gauw op een strand, want meestal zijn die in ieder geval wat langer dan jij hier schetst.
Dit is in zijn algemeenheid een tip: als je vreemde verre landen in fantasiewerelden beschrijft, bedenk dan of je in onze wereld bestaande maten en maatstaven aan wilt houden of niet. Ik ben van mening dat het het beste is om dat tot op zekere hoogte wel te doen, omdat lezers uit onze wereld zich er dan beter iets bij voor kunnen stellen. (Niet dat iedereen zo gek is om er, zoals ik, een rekenmachine bij te pakken en eens uit te rekenen of het allemaal wel klopt.)
Dit strand was gevuld met rotformaties en grotten
Haha, die rotformaties ook. Best grappige tikfout. Zouden het rotsformaties kunnen zijn? ;)

Vraagje tussendoor, dat ik zou hebben gesteld als ik me in Lagnoks of Konars positie zou hebben bevonden: wat doen ze als niemand het gevecht of de vloed overleeft, of als alleen zij die door het kleine deurtje vluchten het overleven, met andere woorden: als er géén rechtmatige troonopvolger is?
...luisterend naar de wondere wereld die Eci schiep.
Interessante formulering. Ik had tot nu toe het idee dat Eci een waargebeurd verhaal aan het vertellen was, maar als je het zo stelt zoals hier, lijkt het er meer op dat hij alles heeft verzonnen. Hij schiep die wereld immers. Dat zou ik althans een leuke interpretatie van deze zin vinden.
Rijkdom moest de naderende dood van velen verhullen, zoals sneeuw doet wanneer de koude winter nadert.
'Van velen'? Van wie dan allemaal? En hoe moet ik sneeuw zien als metafoor van rijkdom?
Om ervoor te zorgen dat niemand kon treuren om de doden, dat onderlinge vriendschappen de traditie niet zouden tegenhouden, daarom had het koninklijk nageslacht geen naam.
Ten eerste heel leuk, origineel idee. Wat ik er alleen niet van begrijp is het volgende: Hoe kan het feit dat zij geen naam hadden het ontstaan van vriendschappen voorkomen? Je kunt best een vriendschap met iemand opbouwen, ook al heeft die persoon geen naam. Als je elkaar aardig genoeg vindt, geef je elkaar desnoods een naam. Op dezelfde manier kun je ook best treuren om de dood van iemand die geen naam had. Al was het maar dat je erom treurt dat hij nooit een naam had.
“Maar,” zo pleitte Konar, “dit is toch niet echt gebeurd? Waarom spreek je dan over hen als mensen?”
Als Konar vraagt 'Dit is toch niet echt gebeurd?', bedoelt hij dat dan als in: 'Jullie zeiden eerder dat het niet echt gebeurd was' of als in 'Ik kan moeilijk geloven dat dit echt gebeurd is en daarom ga ik er vanuit dat het niet echt gebeurd is'?
En hij spreekt over hen als mensen omdat het al dan niet fictief ook mensen waren, toch? Ik begrijp die vraag ook niet goed.

Achtste post
...en door krachtige armen naar omhoog gehesen...
Ik weet niet of het grammaticaal echt fout is, maar ik zou die 'naar' weg hebben gelaten.
...terwijl hij bungelend met zijn voeten spartelde zoals ook een gevangen vis zou doen terwijl zijn levenseinde naderde.
Heel treffende vergelijking en het is geweldig dat je er zoveel op een goede manier weet te gebruiken, maar ik ga hier toch een hele flauwe opmerking bij maken: een vis heeft geen voeten, hè. Technisch gezien, als je zegt 'zoals ook een gevangen vis zou doen', dan verwijs je naar hoe hij 'bungelend met zijn voeten spartelde'.
“Wel, wel, broer,” de onmiskenbare minachting die zijn mond verliet terwijl hij de kleine man broer noemde zou zelfs de grootste dommerik zijn opgevallen.
Ten eerste mis ik een werkwoord als 'klonk' tussen het woord 'broer' en 'de'. Beter nog zou zijn als je van die komma een punt zou maken en van die 'd' een hoofdletter. Zo dus:

"Wel, wel, broer." De onmiskenbare minachting...

Ten tweede vind ik het gebruik van 'de grootste dommerik' hier niet op zijn plaats. Dat is echter iets persoonlijks, dus je hoeft er geen acht op te slaan. Toch zal ik uitleggen wat ik erop tegen heb: het vermogen om andermans gevoelens en bedoelingen in diens uitspraken en gezichtsuitdrukkingen waar te nemen is een vaardigheid die niets met dom of slim te maken heeft. Dat noem je sociale intelligentie en mensen die op andere gebieden erg onwetend zijn en zo (meestal ten onrechte) voor dom worden versleten, kunnen op het sociale vlak heel intelligent zijn. Mensen die deze vaardigheid in hevige mate missen, hebben meestal een vorm van autisme of een dergelijke stoornis. Je hebt er uiteraard niet zo diep over nagedacht en het is maar een klein detail van de tekst, maar ik wou het (misschien juist om die reden) even aanstippen.
Hij stelde zijn eerdere veronderstelling bij, iedereen behalve de reus die nu de gang doorwandelde geëscorteerd door een meisje en haar stok.
Een veronderstelling is een aanname, maar ik heb je nog niet over een eerdere aanname horen spreken. Wie is de 'hij' hier overigens? De reus of de dwerg? De reus die door het meisje wordt geëscorteerd, is die nieuw binnengekomen of is dat dezelfde reus als eerst? En wie is 'iedereen' en wat doet of heeft die 'iedereen' precies, wat de reus en het meisje met de stok blijkbaar niet doen of hebben (gezien de 'behalve').
Hij was ondertussen van zijn teleurstelling bekomen en probeerde de twee nu om te praten.
Welke teleurstelling? Om te praten om wat wel of niet te doen? Ik ben hier volledig de draad van je verhaal kwijt. Het komt vooral door veel onduidelijke verwijzingen en korte, vage aanduidingen van dingen die voor jou als schrijver uiteraard vanzelfsprekend zijn. Het is volgens mij niet de eerste keer dat ik in je verhaal op dergelijke onduidelijkheden stuit. Iets om op te letten.
...waarna die laatste met een spreekwoordelijke plof op de vloer belande.
Een spreekwoordelijke plof? Dus geen echte plof? Wat voor geluid was dat dan, toen hij de grond raakte?
...waarna ze aan hem duidelijk maakte om de dwerg mee te nemen.
Wie is 'hem'? Want ik heb sterk de indruk dat die 'hem' zelf de dwerg was.
...de jonge vrouw en haar begeleider
En wie is dat eigenlijk? Die reus?
...die bijna identiek hetzelfde was als de zijne,
Contaminatie of pleonasme, dat weet ik niet meer zeker. In ieder geval: het is ofwel 'hetzelfde als' of 'identiek aan'. Maar identiek betekent al hetzelfde, dus het is niet zinnig om die twee achter elkaar te zetten.

Nog veel succes met alles wat je voor school moet regelen en succes met het verder schrijven!
Ik probeer hopelijk binnenkort tijd te maken om deze analyse af te maken.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Artemiss schreef:Beste Invictus,

het spijt me dat je zo lang op een reactie van het Tipp-ex-team hebt moeten wachten. Het lijkt een beetje doodgebloed te zijn.
Als compensatie heb ik de eerste zes posts van je verhaal nauwkeurig onder de loep genomen en ik zal alles wat me opgevallen is voor je op een rijtje zetten. De volgende posts komen ook nog, zo gauw ik er 's avonds een keer tijd voor kan vrij maken.
(Ik heb geen reacties van andere mensen gelezen, dus het kan zijn dat ik dingen zeg die al aangestipt zijn.)

Ik let op alles, van zinsopbouw, grammatica en spelling tot schrijfstijl, dialogen, beschrijvingen en stilistische middelen. Dat die laatste er bij jou ook daadwerkelijk inzaten, is op zich al een compliment waard. Dat ben ik hier op Online Verhalen nog niet vaak tegen gekomen, zeker niet bij iemand van jouw leeftijd. Proficiat.

Dank :)

Ik zal eerst algemeen zeggen wat ik er tot nu toe van vond.
Ten eerste heb je een heel rijke fantasie en hier en daar heel sterke verhaalideeën. Esperia bijvoorbeeld, met de inwoners die langzaam de buitenwereld als mythe gaan ervaren. Dat is een interessant gegeven.


Ten tweede werd ik werkelijk omver geblazen door het vocabulaire dat je tot je beschikking hebt. Je kent woorden die ik om me heen nog maar zelden hoor. Opnieuw is dat zeker voor je leeftijd bijzonder, want je bent 15, toch? Of is die informatie op je profielpagina inmiddels achterhaald?

Ik ben inderdaad 15. Ik vermoed dat ik mij zo'n vocabularium heb kunnen aanmeten door heel veel te lezen, al sinds ik 6 ben.

Je hebt een heel mooie verheven schrijfstijl die in principe goed past bij het soort verhaal, maar pas wel op. Soms, en dat zal ik bij de preciezere doorloop ook aangeven, wordt het (mijns inziens) tot in het belachelijke doorgetrokken. Je bedoelt je verhaal heel serieus, met hier en daar een grapje tussendoor uiteraard, maar soms zijn al te moeilijke woorden of omslachtige beschrijvingen wat overdreven en worden ze lachwekkend.

Het is inderdaad een wankel evenwicht.

Goed, nu de diepte in.

Eerste post
Er was eens, ...
Ik heb al gezien dat de 'Er was eens' een regelmatig terugkomend fenomeen is in je verhaal. Leuk, past bij de algehele sfeer. Bewust verwezen naar sprookjes, omdat die in het verlengde liggen van legendes, in feite?

Klopt. Verder zou dit kunnen aangeven dat iemand een legende vertelt.
Maar goed, ...

Dit is een typische spreektaaluitdrukking. Het past niet met de voor de rest behoorlijk verheven schrijfstijl, wat mij betreft.

Ook niet als het hier gaat over de onbepaalde spreker/schrijver die aan het woord is? Wat stel je dan voor?
... een prachtig wit paard over de weg denderde.
Dat woord gebruik ik meestal als ik het over een trein heb, maar niet meteen bij een paard. Mijn mening, uiteraard. Het is niet fout.

Denderen brengt een soort van extra beweging in het verhaal. Als ik moet kiezen voor galopperen of denderen zou ik, in deze situatie, eerder daarvoor kiezen. Het impliceert een haast, iets ongewoons.
met een spottende ondertoon
Aan de ene kant goed dat je het erbij zet, maar als die man iets op een spottende manier zegt, kun je dat in de uitspraak zelf ook meer naar voren laten komen. Laat hem de jongen bijvoorbeeld niet aanspreken met 'beste man', maar met 'zeg knul' of iets in die geest.

Dat is waar ik het juist wou over laten gaan: hij wordt heel vaak aangesproken met knul of jongen. Dan komt er plots een zwierige edelman die hem, op een omfloerste manier, uitlacht.
een bewaker ... was gekomen!
Dit lijkt een zogeheten key point te zijn in je verhaal. Het is nota bene de titel. Toch gaat deze onthulling over de mans identiteit, of liever zijn functie (of wat is het eigenlijk?) wel heel erg snel. We horen het niet eens uit zijn eigen mond zelf, het wordt erbij gezegd. Ik had het mooier gevonden (maar dat is uiteraard een kwestie van smaak) als deze mededeling in de directe rede had gestaan. Bijvoorbeeld:

"En wie wil dit dan wel weten?"
De onbekende man trok zijn wenkbrauwen even verontwaardigd op bij deze, wat hem betrof, brutale vraag. Vervolgens glimlachte hij lichtjes en antwoordde, terwijl hij zijn hoofd lichtjes vooroverboog:
"Mijn naam is niet belangrijk, maar u mag weten dat ik een Bewaker van de Legendes ben."
Als aan de grond genageld bleef Lagnok staan en liet de woorden tot zich doordringen. Een gevoel van vreugde en opwinding overviel hem en stamelend wees hij de Bewaker de weg.


Hier heb je wel een punt. Ik vind echter dat de lezer zijn fantasie ook moet laten leiden en dat is ook vaak de reden waarom ik de indirecte reden gebruik. Verder gaat de zwierigheid van de man, de speelsheid, verloren door bovenstaande - in my humble opinion -, hoewel dat ook aan de woordkeuze kan liggen. Dit brengt me tot een essentiële vraag: mocht ik meer dialogen in de directe reden uitschrijven, zou het dan voor de lezer verstaanbaarder en spannender worden?

Waarschijnlijk in het geheel niet zoals jij het zou doen, maar als het zo onthuld wordt heeft het naar mijn mening meer impact.

Ik denk er over om dit te veranderen, nadat iemand mijn bovenstaande vraag beantwoord heeft. Ik twijfel namelijk of dat een verbetering zou zijn.
Hij wees deze man met zijn bedenkelijke klederdracht meteen de weg naar zijn dorp.

Wat bedoel je hier precies met bedenkelijk?

Daarvoor wordt aangegeven dat de man een"donkerblauw hemd van zijde en een lichtblauwe satijnen broek" draagt. Bedenkelijk, zo dacht ik, duidt hier dan ook op de vraagtekens die Lagnok zich daarbij stelt. Ik moet toegeven dat ik toen een ietwat satirischer verhaal in mijn hoofd had dan het huidige resultaat en zal "bedenkelijk" dan ook weglaten.
Toen de man over de heuvel was verdwenen, die zijn akker van het dorp scheidde, liet hij zijn gereedschap vallen en zonder daar aandacht aan te besteden liep hij naar de smidse die zich in het midden van alle huizen bevond alsof zijn leven ervan afhing .
Deze zin is wat aan de lange kant en bovendien is een aantal zaken onduidelijk. Zoals het er nu staat, lijkt het net alsof de smidse zich in het midden van alle huizen bevond alsof zijn leven (die van de smidse dus) ervan afhing. Dit kan niet, want de smidse heeft geen leven, maar toch is het beter om zo'n onduidelijkheid te vermijden. Maak er bijvoorbeeld dit van:

Toen de man over de heuvel, die zijn akker van het dorp scheidde, was verdwenen, liet hij zijn gereedschap vallen zonder daar aandacht aan te besteden. Hij liep alsof zijn leven ervan afhing naar de smidse, die zich in het midden van alle huizen bevond.

Aangepast.
Hij spoedde zich dus eerst naar de smidse,

Overbodige herhaling, als je het mij vraagt en bovendien staat het wat houterig. In plaats van deze zin, kun je ook simpelweg meteen verdergaan (in een nieuwe alinea) met:

Het hutje van de smidse was bijna net zo armzalig als het zijne, ...

Ik vind dat dit het idee dat er een weliswaar onbepaalde verteller aanwezig is, voedt.
– zelfs voor jeugdig geweld is lopen uitputtend –

Dit vond ik leuk. ;)

Dank :)
met z'n gedrieën
Schoolvoorbeeld van hypercorrectie. Het is ofwel 'ze gaan met z'n drieën' of 'ze gaan gedrieën', maar geen combinatie daarvan. (Je zou overigens ook kunnen beargumenteren dat dit een contaminatie is, maar dat is terminologische muggenzifterij.)

Aangepast.
onder tussen
Ondertussen is één woord, maar dat weet je, want in de volgende regel doe je het wel goed.

Aangepast.
“Wel”, zo begon de man...
Ik zou het woord 'zo' hier weglaten.

Ook hier weer hetzelfde argument: iemand vertelt het verhaal. Verder heeft "zo" iets lyrisch, dat ik wel passend vind.

Tweede post
propere lakens
Als je daarmee 'schone lakens' bedoelt, lijkt het me ietwat te overdreven archaïsch taalgebruik. Zoals ik in het algemene stukje zei: pas op dat het niet ridicuul wordt.

Hier, in het verre Vlaanderen, is het heel gebruikelijk om propere lakens te gebruiken.
De weg naar dit dorp – hij spuwde het woord bijna uit – was lang en onaangenaam.”
Interpunctiegevalletje: vergeet die aanhalingstekens op alles wat gezegd wordt niet. Hoe ik het zou doen:

"De weg naar dit dorp," - hij spuwde het woord bijna uit - "was lang en onaangenaam."

Aangepast.
Op de vraag wanneer de onthulling dan wel zou plaats vinden ...

De onthulling? Sinds wanneer is er sprake van een onthulling? Of is deze onduidelijkheid bewust in het verhaal aangebracht en probeer je de lezer expres te verwarren? In dat laatste geval lukt dat, maar vergeet niet dat dat voor een lezer ook vermoeiend werkt, waardoor de aandacht juist verslapt.

Onthulling is hier misschien wel een groot woord, gezien de verwachtingsvolle stilte slechts impliciet duidelijk maakt dat men verwacht dat de bewaker uitleg geeft over zijn komst. Dit heb ik dan ook iets anders verwoord.
Konar keek even zijdelings naar zijn vriend, teleurgesteld over het feit dat hij niets meer zou te weten komen. Hij merkte echter op dat Lagnok heel aandachtig naar dit tafereel keek en probeerde subtiel zijn aandacht te trekken. Men kon Konar echter als alles beschrijven, behalve subtiel. Lagnok, die bijna zijn evenwicht verloor, keek kwaad op naar Konar en siste een woord, dat zelfs de grootste schelm nog beledigend zou vinden.
Zelfs al lijkt het voor jou waarschijnlijk evident wat je hier bedoelt, ik kan me voorstellen dat een lezer bij deze passage verward raakt. Waarom probeert Konar precies Lagnoks aandacht te trekken? Simpelweg om hem te laten weten, dat hij zo teleurgesteld is dat hij niets meer te weten komt? (We weten overigens nog steeds niet precies wat hij aan de weet had willen komen.) En wat doet hij vervolgens precies, wat zou weinig subtiel is, waardoor Lagnok bijna uit evenwicht raakt? Waar was Lagnok overigens zo gebiologeerd naar aan het kijken? Het tafereel. Maar wat wordt daarmee bedoeld? Het gesprek tussen de nestor (overigens weer zo'n waarover ik me verbaas dat iemand het nog kent) en de Bewaker? Vermoedelijk, maar het is niet duidelijk. Wees hier wat concreter, voor zover dat kan.
Een paar vragen oproepen bij het publiek om de spanning erin te houden is goed, maar als er teveel onduidelijkheid is, verslapt de aandacht.

Dit heb ik expres gedaan (meer spanningsopbouw): dit is de voorzet voor iets dat later nog moet gebeuren. Verder dacht ik dat het duidelijk was dat Konar Lagnok aanstootte, maar deze passage zou ik niet graag willen veranderen, gezien ik dit juist typerend aan mijn schrijfstijl vind: omschrijving in plaats van beschrijving.
wederkeerde
Schitterend woord, daar niet van, maar opnieuw lijkt het me hier overdreven archaïsch en verheven. Een god of belangrijk persoon keert weder naar de aarde, of naar zijn wereld of zijn mensen. Een grootste gebeurtenis. Hier gaat iemand simpelweg terug naar huis. Die gaat gewoon terug, die keert niet weder. Misschien gevoelsmatig.

Ik vind het op zich passend bij het hele gebeuren. Wederkeerde geeft iets heroïsch aan het hele verhaal en het bouwt de spanning op (naar mijn inziens).
Lagnok wimpelde zijn vraag, nog wat chagrijnig van de subtiliteit van Konar, af door te zeggen dat hij zijn ideetje nog niet helemaal had uitgewerkt. Konar, die hierbij zijn wenkbrauwen optrok zweeg zuchtend. Als Lagnok een “ideetje” had mocht men nog blij zijn als het ging over iets simpels als een vliegmachine, een manier om boodschappen snel over het dorp te verspreiden of het verleggen van een rivier.
Ten eerste is het nog steeds onduidelijk waarom ze nu precies om een 'ideetje' zitten te springen. Dat begint, vind ik althans, op dit moment irritant te worden.
Ten tweede vind ik het een aparte vergelijking. Een manier om boodschappen snel over het dorp te verspreiden kan voor sommigen, als ze daar ervaring mee hebben, nog 'simpel' zijn, maar een vliegmachine bouwen of een rivier verleggen is beslist niet simpel. Bedoel je daarmee aan te geven dat Lagnoks ideetjes nooit 'simpel' zijn en zijn eigen kunnen ver te boven gaan? Dat de 'simpliciteit' van de zojuist genoemde best moeilijke dingen nog het minst erg is van wat hij zich soms in zijn hoofd haalt? Of betekent dit dat de genoemde dingen in de wereld waarin zij leven daadwerkelijk simpel zijn?

Hiermee laat ik het tussen het eerste en het tweede, het is aan de lezer om een keuze te maken wat het meest bij Lagnok past.
Lagnok bemerkte zijn wantrouwen in zijn ideetje en vroeg, op een toon waaruit Konar afleidde dat hij maar beter niet het verkeerde antwoord kon geven of er iets mis wat met het feit dat hij een idee had.
Te weinig komma's, waardoor de zin onduidelijk wordt. Opnieuw ga je overigens door over dat 'ideetje' van Lognak, terwijl ik als lezer me nog steeds aan het afvragen was wat die Bewaker allemaal te betekenen had en waarom die jongens informatie van hem willen hebben. Je verhaal verliest hier vaart.
Wat de zin betreft:

Lagnok bemerkte Konars wantrouwen in zijn ideetje en op een toon waaruit Konar afleidde, dat hij maar beter niet het verkeerde antwoord kon geven, vroeg hij of er iets mis was met zijn ideetje.

Aangepast.

Derde post

Hier had ik weinig op aan te merken. Een typefoutje:
waker
Dat moet uiteraard 'wakker' zijn.

Aangepast.

Vierde post
Konar vastgreep aan zijn gerafelde hemd ontsnapte er een gil uit zijn mond
Er moet een komma tussen 'hemd' en 'ontsnapte', als ik mij niet vergis.

Aangepast.

Over het algemeen zou ik overigens willen zeggen, dat je verhaal misschien ook wat meer vaart zou krijgen als je de directe reden (dat wil zeggen, dialogen met aanhalingstekens) wat meer gebruikt. Wat ik vaak zie, is dat je de constructies als 'hij zei dat...' 'hij antwoordde dat...' en dan een lange bijzin met veel moeilijke woorden en vergelijkingen erin (want daar ben je goed in, dat hebben we gezien). Weinig realistisch en bovendien maakt het het verhaal lastig om te volgen. Probeer wat meer echte gesprekken erin te verwerken.
overtuigd door deze woorden.
Als je het mij vraagt een overbodige toevoeging, hij knikte immers al.

Hmm, ik denk dat ik het toch maar zo laat, omwille van het lyrische, het "ongewone" dat dit toevoegt aan het verhaal.

De hele geschiedenis op de trap en met de magiër bovenaan is overigens erg leuk. Waarom het zo belangrijk is dat ze bij hen binnendringen en bovendien wat ze verwacht hadden te vinden als het wel gelukt zou zijn zonder ze wakker te maken, is nog wel een prangende vraag. In ieder geval wel leuk geschreven stuk.

Dat heb ik niet verwerkt in het verhaal, zie ik nu. Dat zal ik dan nog moeten doen.

Het is inmiddels tien over half een, dus ik zal proberen de vijfde en de zesde post er morgen op te zetten. Als ik nog een andere keer tijd heb, zal ik proberen de rest ook nog te lezen. Je verhaal boeit beslist! (In de vijfde en zesde post word ik ook wel wat positiever over meer dingen. Sorry als ik klonk als een afkraker, ik ben vrij direct in mijn kritiek.)

Hopelijk had je er tot dusver wat aan!

Ik bemerk dat ik erg weinig van je opmerkingen heb geïmplementeerd in het verhaal, voornamelijk omdat dit dan de grond van het verhaal, de sfeer die ik wil opbrengen, in het gedrang zou brengen. Ik neem wat je zegt echter zeker mee naar volgende verhalen (onder meer de indirecte rede). Zoals je onderhand wel al zal weten ben ik je enorm dankbaar voor alle tijd die je hierin hebt gestoken.

Groeten, Lilian.
Het vervolg zal echter ook niet voor direct zijn: mijn inspiratie voor dit verhaal is momenteel weg en ik schrijf momenteel andere "ideetjes" uit :P
Laatst gewijzigd door Invictus op 30 okt 2013 13:22, 2 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

Dit wordt een leuke wisselwerking. :)
Wat dat 'maar goed' betreft, zei ik al, dat het puur gevoelsmatig was. Ik zou 'hoe dan ook' of 'in ieder geval' hebben gezegd, omdat ik dat minder als spreektaal vind klinken. Ik snap nu beter, dat je het idee van een verteller probeert over te laten komen. Ieder verhaal heeft overigens altijd een verteller, ook als die wat minder als 'verteller' klinkt dan bij jou.
Over de 'propere lakens': mijn excuses, dat hoort natuurlijk bij dat mooie Vlaams waar wij hier in het hoge noorden wat minder aan gewend zijn. Dan moet je al mijn kritiek over dat al te ouderwetse en hoogdravende maar achterwege laten, het zou best kunnen dat dat allemaal gewoon bij het Vlaams hoort.
Wat je verdere reacties betreft, leg ik me overal bij neer: het blijft tenslotte jouw verhaal en iedereen heeft een eigen schrijfstijl.
Ik ben zelf bezig aan een fantasyverhaal. Mocht ik er ooit in een (vrees ik) niet al te nabije toekomst aan toekomen het te plaatsen, zou ik het op prijs stellen als je mij daarover ook je mening gaf. Ik ben benieuwd of je mijn schrijfstijl dan ook te simpel of modern vindt.
Zal ik de laatste vier posts van je verhaal ook nog becommentariëren, of geloof je het wel? ;)
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...

-Herman van Veen
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Artemiss schreef:Dag Invictus,

ten eerste graag gedaan. :)
Ik begrijp je volkomen. Wacht maar totdat je straks op het HBO of de universiteit zit, dan heb je zo ongeveer helemaal geen tijd meer over. (Grapje hoor, valt reuze mee: ik heb hier ook nog tijd voor, dus...)
Ik ga verder met wat ik gisteravond nog gelezen had.

Vijfde post
dat gedicht was door bijpassende luiken

Ja, luiken zijn meestal wel bijpassend, anders functioneren ze niet. Overbodige toevoeging dus, lijkt me.

Aangepast (veranderd in krakkemikkig).


De uitvoerige beschrijving van de kamer en de dialoog zijn misschien wat al te uitvoerig. Ook hier vind ik trouwens wat ik eerder zei: gebruik meer directe rede. Meer echte gesprekken dan 'hij zei dat', 'hij antwoordde dat', enz. Nu is dat ook een kwestie van smaak, misschien vind jij dit wel mooier.

Zoals al eerder aangegeven, dit neem ik mee naar volgende verhalen, het past - vind ik - wel bij dit verhaal.
De oude man keek aanmoedigend naar Lagnok en Konar, op een manier die Lagnok's vader niet zou misstaan als hij onverwijld een uitleg verwachtte over één van Lagnok's activiteiten. Voornamelijk zijn inventieve activiteiten, bedacht Konar smalend. Mogelijks daardoor kwam het dat Lagnok zich geroepen voelde instemmend te antwoorden
Dit is een vergelijking die moeilijk te begrijpen is, omdat we vrij weinig weten over de relatie tussen Lagnok en zijn vader en ook nog niet heel veel over Lagnoks karakter. Bovendien is het misschien overdreven om ongeveer twee regels te besteden aan de beschrijving van hoe iemand keek. Daarnaast vroeg ik me af wat je hier bedoelt met het woord 'inventieve'.
zijn vluchtige eerdere inspectie
Inspectie? Hij keek eerder eventjes de kamer rond. Ik vind 'inspectie' horen bij een lijkschouwing of ander soort recherchewerk, maar hier lijkt het me wat overdreven. (Ook hier weer: pas op dat het niet belachelijk wordt.)
Op een niet al te flatterende manier werd de ruimte tussen Konar's boven- en onderlip aanzienlijk groter.
Dit is een hele leuke zin, maar hetzelfde verhaal als daarnet weer: het wordt komisch. Misschien is dat je bedoeling ook, maar op de meeste momenten heb ik sterk de indruk dat dit een serieus fantasyverhaal is. Je kunt ook gewoon zeggen dat zijn mond openviel.

Dit vind ik dan weer passend bij mijn schrijfstijl: omschrijving.
- in tegenstelling tot een zekere ketel, verbaasden zich al snel over het feit dat de oude man hun een verhaal begon te vertellen.
Drie dingen hierover.
Ten eerste valt het me op, dat je heel vaak 'het feit dat' gebruikt. Het klinkt erg statig en plechtig of ingewikkeld, terwijl dat vaak niet nodig is. Je kunt het af en toe wel doen natuurlijk, maar niet iedere keer als het kan. Je kunt het hier bijvoorbeeld heel goed vervangen door het woord 'doordat' of eventueel 'omdat' (maar 'doordat' is correcter.)

Klopt, daar ben ik al vaak op gewezen. Het is op één of andere manier ingebakken geraakt in mijn taalgebruik. Ik probeer hier aan te werken (= aangepast :) ).

Ten tweede: waarom is dit gegeven zo verbazend? In principe is het niet vreemd, lijkt me, als Bewakers van Legendes verhalen (legendes) gaan vertellen. Op zich is het opmerkelijk, omdat er eerst gezegd werd dat al hun vragen beantwoord zouden worden, maar in plaats daarvan begint deze man nu zelf een verhaal te vertellen. Ook vreemd, omdat Tunod (als ik de goede te pakken heb) zelf helemaal niet zo welwillend was om dingen te vertellen. De situatie dat deze mannen de voor hen volstrekt onbekende jongens opeens binnenlaten en hen vervolgens een verhaal gaan vertellen, alsof dat van te voren altijd al de bedoeling was geweest. Nogmaals, misschien is deze verwarring oproepen ook je bedoeling. In dat geval gaat het heel goed.

Wel, ze verbazen zich erover dat de man, in plaats van hun vragen te beantwoorden, hun een verhaal begint te vertellen. Blijkbaar is dat niet geheel duidelijk?

Ten derde ben je achter 'ketel' het tweede streepje vergeten, waardoor de zinsbouw weer wat onduidelijk wordt. Bovendien vind ik het een verwarrende, overbodige toevoeging. Ik vatte het eerst ook op als een poging tot humor, die alleen iets te vergezocht is om begrepen te worden, vermoed ik.

Aangepast. Verder was het inderdaad een minder geslaagd poging tot humor, die ik toch ga laten staan en dan wel om de volgende redenen:
1) het versterkt, nogmaals, het gevoel dat iemand een verhaal vertelt
2) het maakt de situatie wat luchtiger - het geeft zowaar ademruimte aan het verhaal.

Toen Lagnok zijn curiositeit over dit laatste uitdrukte kreeg hij als antwoord dat er wel degelijk een verschil tussen een verhaal en een legende bestond.
Twee dingen.
Ik neem aan dat je met 'curiositeit' 'nieuwsgierigheid' bedoelt. Let op dat het Nederlandse equivalent van het Engelse 'curiosity' niet nieuwsgierigheid betekent, maar merkwaardigheid. Nu kan Lagnok best merkwaardig zijn, maar het lijkt me sterk dat hij die merkwaardigheid bewust uitdrukt. Op een uitdrukking of opmerking krijgt men overigens doorgaans geen 'antwoord' maar eerder een 'reactie'. Het is bovendien heel vaag wat hier nu precies gezegd is. Nogmaals: gebruik meer directe rede.

Inderdaad. Om één of andere rede bedenk ik vaak mijn tekst in het Engels om die daarna in het Nederlands uit te schrijven: hierdoor dat dit slordigheidsfoutje erin is geslopen. Aangepast.

Ander ding: 'dat er wel degelijk een verschil tussen een verhaal en een legende bestond'. Er is voor zover ik weet in het hele verhaal tot nu toe nog nooit door een personage of door de verteller anders gesuggereerd. Vanwaar 'wel degelijk'?

"(...) ze verbaasden zich over het feit dat hij hun een verhaal begon te vertellen. Toen Lagnok zijn nieuwsgierigheid hierover uitdrukte (...) wel degelijk (...)"
Ook hier is er dus een onduidelijkheid ontstaan door indirecte rede. Je kent ondertussen wel al mijn mening hierover.

om te begrijpen wat er zo-even gebeurd was
Wat was er zo-even gebeurd? Vage aanduiding. Hier raakte ik de draad van het hele gebeuren nogal kwijt. (Kan ook zijn dat ik niet goed opgelet heb, leg het me vooral uit.)

Dat het haardvuur was ontbrand zonder dat iemand ook maar in de buurt kwam, of - zo nodig - dat ze zomaar naar boven zweefden in de traphal.
De oude man herbegon,
Tjonge. Het werkwoord 'herbeginnen' heb ik voor het laatst horen gebruiken in het mooie België, waar de mensen meer Frans-georiënteerd zijn ("recommencer"). Ben je toevallig een Belg, of vond je het oude werkwoord gewoon mooi? Ik vind het een tikje te ouderwets, maar nogmaals, dat is een kwestie van smaak.

Ook hier weer, dit werkwoord wordt nog redelijk vaak gebruikt in Vlaanderen. Uit pure curiosity, wat gebruikt men hier dan voor in Nederland?
nu met een krachtigere stem en een bijna euforische bijklank
'Euforisch' betekent bij mijn weten dat je zo ongeveer uit elkaar springt van pure vreugde of dat je wel zou kunnen janken van geluk. Weet je zeker dat die lading hier van toepassing is?

Ja, daar ben ik vrij zeker van.
"Lang, lang geleden, was er eens een eiland genaamd Esperia
Leuk. Toevallig van het Spaanse 'esperanza', 'hoop'? :)

Helaas pindakaas (om eens een cliché te gebruiken). Ook hier weer van het Frans: espérer (hopen) en eigenlijk zelfs van spes (Latijn: hoop).

Ik merk dat je verhaal hier plotseling een heel andere wending krijgt. Het blijkt plotseling een soort raamvertelling te zijn. Een structuur die behoorlijk ingewikkeld kan zijn, zeker om te schrijven en je hebt het prachtig opgebouwd. Compliment. Het hele idee van het eiland Esperia waar de mensen de buitenwereld als mythe beginnen te zien is heel sterk. Ik ben momenteel bezig met een verhaal waar een vergelijkbaar element inzit. Niet denken dat ik het van je gejat heb, dus. ;)
Zonder gekheid, heel mooi gedaan!

Dank!
door de zogenaamd gezonde mens als onzin bestempeld
Bedoel je niet eerder 'de verstandige mens' of 'de mens met een gezond verstand'? Een gezond mens betekent in eerste instantie lichamelijk gezond. Ik twijfel erover of je het allegorisch mag gebruiken.

Aangepast naar de weldenkende mens.
het idee van een heremietenbestaan
Prachtig woord, daar niet van, maar ik begin me af te vragen wie je doelgroep is. Bij 'kluizenaarsbestaan' is het aantal mensen dat hun woordenboek erbij moet pakken kleiner, denk ik. Het is wel mooi, natuurlijk. Een zin later gebruik je het woord 'idyllisch'. Ik blijf me over je verbazen (in de positieve zin van het woord).

Ik wist niet dat heremiet zo'n bijzonder woord was. Nogmaals dank :)
gezegend was met een totaal gebrek
Dit noemt men een paradox. Een gebrek is normaal gesproken iets negatiefs, waarmee iemand nu gezegend (positief) is. Dat is tegenstrijdig, desalniettemin klopt het in het verhaal natuurlijk wel dat het 'gebrek' aan ijzeren slachtmachines (overigens mooie metafoor voor wapens, maar ik vraag me opnieuw af hoeveel mensen dat hebben begrepen) voor het eiland een zegen was. Heb je deze stijlfiguren bewust gebruikt? Dan stijg je nog meer in mijn achting. Pas, nogmaals afhankelijk van je doelgroep, wel op dat je tekst niet al te academisch wordt.

Inderdaad, dit wel om twee redenen (nogmaals):
1) gezegend en gebrek versterken elkaar - om op je vraag te antwoorden: ja
2) zou kunnen duiden op Goddelijke inmenging

Ondertussen merkte Lagnok dat, als hij zijn zitvlak niet snel naar achteren verplaatste, een ontmoeting met de koude vloer niet uit te sluiten zou zijn, zo erg boeide dit relaas hem.
Dat-als-constructie! Opgelet. In het Nederlands zou het officieel moeten zijn: Ondertussen merkte Lagnok dat een ontmoeting met de koude vloer niet uit te sluiten zou zijn, als hij zijn zitvlak niet snel naar achteren verplaatste Achter het voegwoord 'dat' mag geen voorwaarde geplaatst worden.
Daarnaast vind ik het een grappige zin, maar misschien had het voor zoiets kleins wat korter gekund.

Ik vrees dat mijn kennis van de Nederlandse grammatica achterloopt op mijn woordenschat. Ook hier weer verschillen we, wat dat betreft, in mening (omschrijving, enzovoort enzoverder).

Zesde post
Mocht het mogelijk zijn over de tijd heen te vliegen, zoals een vogel over land, dan zou men lang, lang geleden, misschien wel een eiland ontdekken dat Esperia werd genoemd.
Mooie vergelijking! Het wordt hier opeens bijna poëtisch, ook in het vervolg van het schuingedrukte deel. In de tweede alinea van de post stapel je een hele serie antitheses op elkaar, terwijl je gebruik blijft maken van metaforen waarvan de betekenis op dit moment nog onduidelijk is. Wel mooi. Ik moet erbij zeggen, dat ik nog nooit eerder op ov een verhaal kon analyseren en stijlfiguren ontdekken zoals bij jou. Daarom vraag ik telkens of je het bewust doet, want ik vind het bijzonder.
Alleen dit viel me op: een levende dode beter dan een dode die leeft? Dat is dan weer geen antithese, want je zegt twee keer hetzelfde. Moet ik hierbij denken aan zombies of geesten? Waar gaat dit over?

Het moet zijn: een dode levende.
Helaas was de edele kunst van het streven naar wijsheid slechts weinigen gegund.
Het streven naar wijsheid wordt voornamelijk aangeduid met de term 'filosofie' en valt technisch gezien niet onder de 'kunsten'. Detail.

Dat is eerder een discussiepunt dan iets anders, lijkt me.
Daarna zou men misschien wel het typerende geschreeuw hebben gehoord van een pas geboren baby…
Eerst dacht ik dat het stuk na deze zin over die baby ging. Wilde je dat zo bewust laten lijken? Die dwerg kwam wel erg uit de lucht vallen. En waarom is de baby geïntroduceerd? Of komt dat nog?

De dwerg is de baby (ouder, maar toch). Blijkbaar niet duidelijk?
Zo vloekte hij hartgrondig
Toe maar. Hartgrondig zeg je meestal bij zoiets als een liefdesverklaring, maar bij een vloek is het niet gebruikelijk. Mag wel natuurlijk, maar ik zou er nooit voor kiezen.

Bij hartgrondig krijg ik altijd het beeld van een hevig vloekend persoon voor mij. Naja, technisch gezien is het niet fout.
was hij door zijn overpeinzingen overwelmt
Au. Overwelmd. Het valt mee, het is de eerste keer dat ik je op een fout van dit kaliber betrap. ;)
Dat was het moment waarop hij gewacht had terwijl hij hem tot stilstand riep en hij tevergeefs de benen nam.
Onduidelijke verwijzing. De eerste 'hij' lijkt niet de dwerg te zijn, heb ik dat goed? Plotseling is er een derde persoon in het spel en dat is niet duidelijk.

Dat is puur om te benadrukken dat ze geen namen hebben, wat later duidelijk wordt. Dit gaat dan wel ten koste van de duidelijkheid. Is dit heel storend?
Het is daar, in het paleis van de koning, dat onze legende begint.
Oh, nu begint het pas? ;)
Dus de passage over de dwerg was weer een soort tussenverhaal binnen het raam van de raamvertelling. We hebben dus nu drie lagen:
1. Lagnok en Konar die bij de Bewakers van de Legendes binnendringen en daar hun verhaal te horen krijgen.
2. De geschiedenis van Esperia, verteld door één van de Bewakers.
3. Het verhaal over de dwerg, dat schijnbaar overal volledig los van staat.
Eerst doe je het verhaal over Esperia in normale letters, als directe rede van de vertellende Bewaker, vervolgens ga je daarover in schitterend poëtisch taalgebruik verder in het schuingedrukt. Daarna is het verhaal van de dwerg schuingedrukt en vervolgens in de laatste alinea weer gewoon en gaat het weer over Esperia. Waar Lagnok en Konar zijn op dit moment, is niet meer duidelijk (voor mij althans).
Je hebt de raamvertelling overigens wel mooi opgebouwd.

Er spelen zich momenteel twee dingen af:
1) de man vertelt een legende aan Lagnok en Konar
2) doordat de man dit vertelt ontstaat ergens in het verleden een eiland, Esperia "dat met elk woord van een man (...) meer vorm kreeg."

De lezer krijgt het relaas over een bepaalde dwerg op Esperia en krijgt tegelijkertijd een deel van de legende zoals Eci die verteld. Is dit ook niet duidelijk?


Nogmaals, ik wil je niet bedelven onder de kritiek! Over het algemeen doe je het erg goed. Zodra ik er tijd voor heb (tentamenweek komt eraan) zal ik de rest ook lezen en becommentariëren.

Veel succes!

Groeten,
Lilian.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Artemiss schreef:Dag Invictus,

hierbij de volgende twee posts besproken.

Zevende post
Deze koning had het recht om eenieder te nemen die zich op het eiland bevond en dat gaf een behoorlijk indrukwekkend nageslacht.
Bedoel je hier nemen in de seksuele betekenis? Dat vind ik voor de beschaafde oude man een wat vulgaire term, zeker als je bedenkt hoe de stijl tot nu toe geweest is. En 'indrukwekkend' in welk opzicht? Groot in aantal, sterke kinderen, gezonde kinderen, mooie kinderen?

"Nemen" of "verkrachten" staan dicht bij elkaar, beiden duiden op een eenzijdige beslissing tot seksueel contact. Hier lijkt verbloemend taalgebruik me niet voor de hand liggend, gezien die nuance verloren kan gaan. Indrukwekkend, licht ironisch, en uit de voorgaande context afgeleid duidt, zonder realistische andere mogelijkheid - althans zo dacht ik, op groot in aantal.
Rond het strand dat langs één kant aan de stad gelegen was, had men enorme muren gebouwd, die slechts dan hun nut kregen.
Wanneer is 'dan'? Je hebt nog nergens duidelijk uitgelegd waar die 'dan' op slaat.

"Dan" heeft betrekking op de traditie die in de vorige zin terloops genoemd wordt.
Nu moeten jullie begrijpen dat dit strand reusachtig was, wel tweeduizend voetstappen lang en vijfhonderd voetstappen breed.
Nou ja, 'reusachtig' valt wel mee. Als je met een voetstap echt alleen de voetafdruk bedoelt, wat ik hier in eerste instantie zou denken, dan is een voetstap gemiddeld een centimeter of 30. Dat zou voor de lengte zo'n 600 meter betekenen en voor de breedte 150 meter. Even ter vergelijking: het Scheveningse strand alleen al is 4 km lang (ligt er een beetje aan waar je de grens legt) en ik schat zo'n 300 meter breed. Ook al bedoel je passen van normaal gesproken ongeveer een meter elk, dan heb je het nog over een relatief klein strandje van 2 km lang, maar wel 500 meter breed! In fantasie kan natuurlijk alles en zeker de tweede optie zou een ruimte bieden die groot genoeg is voor een gevecht op leven en dood, maar dat kan al gauw op een strand, want meestal zijn die in ieder geval wat langer dan jij hier schetst.
Dit is in zijn algemeenheid een tip: als je vreemde verre landen in fantasiewerelden beschrijft, bedenk dan of je in onze wereld bestaande maten en maatstaven aan wilt houden of niet. Ik ben van mening dat het het beste is om dat tot op zekere hoogte wel te doen, omdat lezers uit onze wereld zich er dan beter iets bij voor kunnen stellen. (Niet dat iedereen zo gek is om er, zoals ik, een rekenmachine bij te pakken en eens uit te rekenen of het allemaal wel klopt.)

Gezien het feit dat dat strand ommuurd is zou dat betekenen dat de muur wel 3 kilometer lang is, wat op zich toch wel opmerkelijk is. Dit heb ik bij deze dan ook anders verwoord.
Dit strand was gevuld met rotformaties en grotten
Haha, die rotformaties ook. Best grappige tikfout. Zouden het rotsformaties kunnen zijn? ;)

Wie weet? :P

Vraagje tussendoor, dat ik zou hebben gesteld als ik me in Lagnoks of Konars positie zou hebben bevonden: wat doen ze als niemand het gevecht of de vloed overleeft, of als alleen zij die door het kleine deurtje vluchten het overleven, met andere woorden: als er géén rechtmatige troonopvolger is?

De tweede optie zal mogelijks nog toegelicht worden.
...luisterend naar de wondere wereld die Eci schiep.
Interessante formulering. Ik had tot nu toe het idee dat Eci een waargebeurd verhaal aan het vertellen was, maar als je het zo stelt zoals hier, lijkt het er meer op dat hij alles heeft verzonnen. Hij schiep die wereld immers. Dat zou ik althans een leuke interpretatie van deze zin vinden.

Of door zijn woorden ontstaat een wereld, wat op zich al eens werd aangehaald. Wie weet?
Rijkdom moest de naderende dood van velen verhullen, zoals sneeuw doet wanneer de koude winter nadert.
'Van velen'? Van wie dan allemaal? En hoe moet ik sneeuw zien als metafoor van rijkdom?

Eigenlijk slaat de sneeuw hier op de dood van velen, omdat er in de barre winterkou ook veel mensen sterven.
Om ervoor te zorgen dat niemand kon treuren om de doden, dat onderlinge vriendschappen de traditie niet zouden tegenhouden, daarom had het koninklijk nageslacht geen naam.
Ten eerste heel leuk, origineel idee. Wat ik er alleen niet van begrijp is het volgende: Hoe kan het feit dat zij geen naam hadden het ontstaan van vriendschappen voorkomen? Je kunt best een vriendschap met iemand opbouwen, ook al heeft die persoon geen naam. Als je elkaar aardig genoeg vindt, geef je elkaar desnoods een naam. Op dezelfde manier kun je ook best treuren om de dood van iemand die geen naam had. Al was het maar dat je erom treurt dat hij nooit een naam had.

De eerste wordt al ontkracht door het volgende stukje, het tweede gaat over herdenking. Als iemand geen naam heeft, als het verboden is iemand een naam te geven, hoe zal het nageslacht hem dan herdenken?
“Maar,” zo pleitte Konar, “dit is toch niet echt gebeurd? Waarom spreek je dan over hen als mensen?”
Als Konar vraagt 'Dit is toch niet echt gebeurd?', bedoelt hij dat dan als in: 'Jullie zeiden eerder dat het niet echt gebeurd was' of als in 'Ik kan moeilijk geloven dat dit echt gebeurd is en daarom ga ik er vanuit dat het niet echt gebeurd is'?
En hij spreekt over hen als mensen omdat het al dan niet fictief ook mensen waren, toch? Ik begrijp die vraag ook niet goed.

"Waarom spreek je dan over hen als mensen?" heb ik weggelaten.

Achtste post
...en door krachtige armen naar omhoog gehesen...
Ik weet niet of het grammaticaal echt fout is, maar ik zou die 'naar' weg hebben gelaten.

Aangepast.
...terwijl hij bungelend met zijn voeten spartelde zoals ook een gevangen vis zou doen terwijl zijn levenseinde naderde.
Heel treffende vergelijking en het is geweldig dat je er zoveel op een goede manier weet te gebruiken, maar ik ga hier toch een hele flauwe opmerking bij maken: een vis heeft geen voeten, hè. Technisch gezien, als je zegt 'zoals ook een gevangen vis zou doen', dan verwijs je naar hoe hij 'bungelend met zijn voeten spartelde'.

Klopt.
“Wel, wel, broer,” de onmiskenbare minachting die zijn mond verliet terwijl hij de kleine man broer noemde zou zelfs de grootste dommerik zijn opgevallen.
Ten eerste mis ik een werkwoord als 'klonk' tussen het woord 'broer' en 'de'. Beter nog zou zijn als je van die komma een punt zou maken en van die 'd' een hoofdletter. Zo dus:

"Wel, wel, broer." De onmiskenbare minachting...

Aangepast.

Ten tweede vind ik het gebruik van 'de grootste dommerik' hier niet op zijn plaats. Dat is echter iets persoonlijks, dus je hoeft er geen acht op te slaan. Toch zal ik uitleggen wat ik erop tegen heb: het vermogen om andermans gevoelens en bedoelingen in diens uitspraken en gezichtsuitdrukkingen waar te nemen is een vaardigheid die niets met dom of slim te maken heeft. Dat noem je sociale intelligentie en mensen die op andere gebieden erg onwetend zijn en zo (meestal ten onrechte) voor dom worden versleten, kunnen op het sociale vlak heel intelligent zijn. Mensen die deze vaardigheid in hevige mate missen, hebben meestal een vorm van autisme of een dergelijke stoornis. Je hebt er uiteraard niet zo diep over nagedacht en het is maar een klein detail van de tekst, maar ik wou het (misschien juist om die reden) even aanstippen.

Zie hieronder.
Hij stelde zijn eerdere veronderstelling bij, iedereen behalve de reus die nu de gang doorwandelde geëscorteerd door een meisje en haar stok.
Een veronderstelling is een aanname, maar ik heb je nog niet over een eerdere aanname horen spreken. Wie is de 'hij' hier overigens? De reus of de dwerg? De reus die door het meisje wordt geëscorteerd, is die nieuw binnengekomen of is dat dezelfde reus als eerst? En wie is 'iedereen' en wat doet of heeft die 'iedereen' precies, wat de reus en het meisje met de stok blijkbaar niet doen of hebben (gezien de 'behalve').

De veronderstelling verwijst naar de grootste dommerik, wat eigenlijk zegt dat de reus niet de meest verlichte inwoner van Esperia is.
Hij was ondertussen van zijn teleurstelling bekomen en probeerde de twee nu om te praten.
Welke teleurstelling? Om te praten om wat wel of niet te doen? Ik ben hier volledig de draad van je verhaal kwijt. Het komt vooral door veel onduidelijke verwijzingen en korte, vage aanduidingen van dingen die voor jou als schrijver uiteraard vanzelfsprekend zijn. Het is volgens mij niet de eerste keer dat ik in je verhaal op dergelijke onduidelijkheden stuit. Iets om op te letten.

Aangepast.
...waarna die laatste met een spreekwoordelijke plof op de vloer belande.
Een spreekwoordelijke plof? Dus geen echte plof? Wat voor geluid was dat dan, toen hij de grond raakte?
...waarna ze aan hem duidelijk maakte om de dwerg mee te nemen.
Wie is 'hem'? Want ik heb sterk de indruk dat die 'hem' zelf de dwerg was.

Aangepast.
...de jonge vrouw en haar begeleider
En wie is dat eigenlijk? Die reus?

Aangepast.
...die bijna identiek hetzelfde was als de zijne,
Contaminatie of pleonasme, dat weet ik niet meer zeker. In ieder geval: het is ofwel 'hetzelfde als' of 'identiek aan'. Maar identiek betekent al hetzelfde, dus het is niet zinnig om die twee achter elkaar te zetten.

Aangepast.

Nog veel succes met alles wat je voor school moet regelen en succes met het verder schrijven!
Ik probeer hopelijk binnenkort tijd te maken om deze analyse af te maken.
Invictus
Potlood
Potlood
Berichten: 78
Lid geworden op: 01 aug 2013 11:27

Artemiss schreef:Dit wordt een leuke wisselwerking. :)
Wat dat 'maar goed' betreft, zei ik al, dat het puur gevoelsmatig was. Ik zou 'hoe dan ook' of 'in ieder geval' hebben gezegd, omdat ik dat minder als spreektaal vind klinken. Ik snap nu beter, dat je het idee van een verteller probeert over te laten komen. Ieder verhaal heeft overigens altijd een verteller, ook als die wat minder als 'verteller' klinkt dan bij jou. Over de 'propere lakens': mijn excuses, dat hoort natuurlijk bij dat mooie Vlaams waar wij hier in het hoge noorden wat minder aan gewend zijn. Dan moet je al mijn kritiek over dat al te ouderwetse en hoogdravende maar achterwege laten, het zou best kunnen dat dat allemaal gewoon bij het Vlaams hoort. Wat je verdere reacties betreft, leg ik me overal bij neer: het blijft tenslotte jouw verhaal en iedereen heeft een eigen schrijfstijl.

Ik ben zelf bezig aan een fantasyverhaal. Mocht ik er ooit in een (vrees ik) niet al te nabije toekomst aan toekomen het te plaatsen, zou ik het op prijs stellen als je mij daarover ook je mening gaf.

Nu maak je me nieuwsgierig. :) Verwacht je maar vast aan een uitgebreide feedback, hoewel ik het gevoel heb dat dat bij jou niet nodig zal zijn.

Ik ben benieuwd of je mijn schrijfstijl dan ook te simpel of modern vindt.

Ik zie niet in hoe een schrijfstijl simpel kan zijn. Duidelijker, meer op actie gericht, ... maar simpel? Nee, dat denk ik niet. Ook zie ik niet in waarom mijn schrijfstijl oud zou zijn. Omdat ik veel woordenschat gebruik? Is het gebruiken van je kennis betreffende woordenschat dan plots taboe geworden?

Zal ik de laatste vier posts van je verhaal ook nog becommentariëren, of geloof je het wel? ;)
Ik denk dat de tendens hetzelfde zal zijn. Meer directe reden, meer duidelijkheid, meer "compassie" met de lezer, als ik het als dusdanig mag bekijken.
Je opmerkingen hebben mijn verhaal verbeterd en me op enkele pijnpunten gewezen waar ik zelf niet van bewust was. Nogmaals dank!
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”