Waarschuwing
Dit verhaal drijft een beetje de spot met de godsdiensten. Als je hier problemen mee hebt dan raad ik je aan om dit verhaal niet te lezen. Ik heb dit verhaal niet geschreven omdat ik mensen wil beledigen, het is gewoon de visie van mijn hoofdpersoon. Als je dit niet kan accepteren, dan vraag ik je vriendelijk om dit topic te verlaten. Dank u.
Proloog
Een aantal jaar geleden geloofde ik niet in een leven na de dood, de hemel, de hel of een andere vorm van het hiernamaals. Sterker nog, ik lachte het allemaal uit. Als iemand erover begon dan schudde ik mijn hoofd en zei hen dat ze hun onzin maar aan anderen moesten gaan verkopen. Als er zo’n jehova getuige aan de deur kwam en z’n voet tussen de deur zette, dan riep ik mijn hond om ze weg te jagen. Ja, ik was 'n brutaaltje. Maar dat is nog lang niet alles. Ik weet nog goed hoe ik bij de lessen godsdienst, als dit onderwerp aan bod kwam, luid zuchtte en dan vervolgens met m’n vriendinnen ging praten of anders m’n make-up ging bijwerken. Ik besteedde geen aandacht aan wat er werd verteld en deed niet eens de moeite om te doen alsof. Nee, iedereen mocht weten dat het me niets interesseerde, tot grote ergernis van de docent. Meestal negeerde hij me gewoon, omdat hij wist dat ik toch niet normaal zou antwoorden. Maar die bewuste dag was hij toch zo stom om naar mijn mening te vragen. Nou die heb ik hem gegeven. Ik zei dat hij mocht branden in de hel, net als al die andere godsdienstige trutjes. Sorry voor dit taalgebruik, maar zo was ik toen nou eenmaal. Deze woorden leverden me boze blikken op en een preek van de docent. Het had me moeite gekost om mijn excuses aan te bieden, maar het was of dat, of vijf weken lang op de donderdagmiddag nablijven.
Mijn klasgenoten deden wel serieus mee en kwamen soms met hele verhalen over hoe zij dachten dat het hiernamaals in elkaar stak. Waar de een sprak van een hemel voor alle gelovigen die nooit iets fout hadden gedaan, sprak de ander van een vergeving van de zonden. En waar weer een ander begon over de hel, beweerde een ander dat we als een dier herboren zouden worden. Hoe noemde ze dat nou ook alweer? Re... reïncarnatie of zoiets. Afijn, in ieder geval, iedereen dacht er anders over. Maar het mooiste was toch het verhaal van die ene jongen.
Hij was echt zo’n typische nerdje, brilletje lelijke ruitjes blouse, kort stekeltjes haar en een kop vol puisten. En dan niet te vergeten de sokken tot op zijn knieën. Ik noem hem voor het gemak even Jim.
Jim had de meest bizarre visie van allemaal. Hij geloofde namelijk in alle bovengenoemde vormen van het hiernamaals en zelfs meer, maar dan weer net iets anders.
Volgens Jim waren er verschillende dingen die na je dood met je konden gebeuren. Hij beweerde namelijk dat men na de dood eerst voor een groot altaar zou verschijnen. Daar zou een oordeel worden gegeven aan de hand van jouw manier van leven. Als je een gelovige was en je had goed geleefd dan ging je hoe dan ook naar de hemel. Had je niet zo goed geleefd maar was je wel gelovig, dan wilden je zonden je nog wel eens worden vergeven en dan kon je alsnog naar de hemel. Was je te ver gegaan, dan kreeg je een soort straf en ook dan kon je nog naar de hemel. Kortom, gelovig was zo goed als altijd hemel. Niet gelovig daarentegen zat anders. Als je niet gelovig was, maar je had nooit grote fouten gemaakt of de spot gedreven met de godsdienst, dan kreeg je een tweede kans en dan werd je opnieuw geboren in de hoop dat je dan wel zou geloven, dit kon zijn als een mens of als dier. Had je wat kleine fouten gemaakt, sorry je werd niet vergeven en dan kon je met alle andere zware niet gelovige criminelen mee naar de hel. En nu komt het mooiste. Volgens Jim was de hel leeg. Geen duivel, geen vuur, helemaal niks. Nada. Als laatste waren er dan nog, ik citeer: “Zij die ongedane zaken nog moeten afmaken of verdoemd zijn tot het eeuwige dwalen.” Vertaling: geesten.
En dat was waar ik de fout in ging. Jim werd al genoeg gepest en ik ging dat nog even een beetje aandikken. Hel, here I come!
Ik begon hem echt bizar hard uit te lachen. Zo erg dat Jim huilend de klas uit rende. Opnieuw kreeg ik de boze blikken, inclusief die van de leraar. Ditmaal kwam ik er echter niet met een preek en een excuus vanaf. Daar gingen mijn vrije donderdagmiddagen. Ik moest me melden en een briefje halen en vervolgens had meneer Trol-zo noemde ik hem altijd later zal je snappen waarom-geregeld dat ik vijf weken lang op de donderdagmiddag moest nakomen. Die donderdagen vulde ik vervolgens met het tekenen van duiveltjes. Je weet wel, rood, klein, bol mannetje, hoorns op het hoofd, puntige staart en een drietand in de hand. O, en de puntige tanden niet te vergeten. Aan het einde van de dag schoof ik deze in Jims kluisje.
Inmiddels voel ik spijt voor wat ik Jim die dag heb aangedaan. Een week na het incident bij godsdienst verscheen hij namelijk niet op school en nog eens een week later… Dat vertel ik later nog wel.
Ik weet nu dat ik al die dingen nooit had mogen doen en ik weet ook dat de toekomst heel anders geweest zou zijn als ik dit alles niet had gedaan. Misschien vertelde ik dit dan wel niet. Maar gebeurd is gebeurd, gedane zaken nemen geen keer hoe graag we dat ook willen.
Hoe het komt dat ik nu toch spijt heb en inzie dat ik dom was? Nou geloof me, daar is een hoop voor nodig geweest. Ik zal je alles vertellen, van die bewuste dag tot het eind. Mijn eind. ‘Cause this is how I died.
This is how I died
Klinkt grappig, maar het einde vind ik wat minder. "Cause this is how I died." In eerste instantie moet het "because" zijn, en ten tweede klinkt het niet zo mooi omdat het eigenlijk een Nederlands verhaal is. Maar verder klinkt het wel interessant. 

When the power of love overcomes the love of power.
Het idee is heel leuk bedacht, en je hebt een schrijfstijl die prettig leest. Er staan een paar kleine grammaticale foutjes in, maar die doen er verder niet zo heel veel toe.
Het woord 'horens' bestaat niet. Ik denk dat je het meervoud van het woord hoorn bedoelt? Dat is gewoon hoorns.
Die zelfde is één begrip, dus dat mag aan elkaar. Diezelfde.
Ergens halverwege je stukje staat er "mij visie", en ik vermoed dat dit een typefout is, maar toch: het moet "mijn visie" zijn.
Waar er op een gegeven moment "nou, dat zal ik je zeggen" staat, klinkt naar mijn idee "nou, dat zal ik je vertellen" een stuk beter.
"Cause this is how I died" kan ook best, ik denk persoonlijk dat je daar de juiste keuze hebt gemaakt. Ik vind het beter klinken dan 'because', het bekt lekkerder. Alleen, als je dat grammaticaal correct wilt doen, moet je een ' voor cause zetten om aan te geven dat er iets is weggelaten.
Maar dat zijn maar een kleine stijl- / typefoutjes, je algemene schrijfstijl is gewoon prima!
Het woord 'horens' bestaat niet. Ik denk dat je het meervoud van het woord hoorn bedoelt? Dat is gewoon hoorns.
Die zelfde is één begrip, dus dat mag aan elkaar. Diezelfde.
Ergens halverwege je stukje staat er "mij visie", en ik vermoed dat dit een typefout is, maar toch: het moet "mijn visie" zijn.
Waar er op een gegeven moment "nou, dat zal ik je zeggen" staat, klinkt naar mijn idee "nou, dat zal ik je vertellen" een stuk beter.
"Cause this is how I died" kan ook best, ik denk persoonlijk dat je daar de juiste keuze hebt gemaakt. Ik vind het beter klinken dan 'because', het bekt lekkerder. Alleen, als je dat grammaticaal correct wilt doen, moet je een ' voor cause zetten om aan te geven dat er iets is weggelaten.
Maar dat zijn maar een kleine stijl- / typefoutjes, je algemene schrijfstijl is gewoon prima!
Die laatste zin in het Engels zou ik ook zo gedaan hebben. Daar kun je je soms zoveel makkelijker in uitdrukken dan het Nederlands. 
Want zeg nou zelf; "'Cause this is how I died!" klinkt veel beter dan "Want zo ben ik dood gegaan!"

Want zeg nou zelf; "'Cause this is how I died!" klinkt veel beter dan "Want zo ben ik dood gegaan!"
"Want dit is het verhaal van mijn dood," ofzo kan ook. Ik vind dat het mooier is om het bij één taal te blijven, tenzij dat je hoofdpersoon even naar het buitenland gaat en dan Engels praat ofzo. Of Frans, of Duits.
When the power of love overcomes the love of power.
Dank jullie voor de sugesties en verbeteringen. Ik ben de proloog inmiddels aan het herschrijven en tot de spijt van sommigen last ikdeze laatste zin in het engels. Later merken jullie waarom.
Nogmaals bedankt en morgen verschijnt de verbeterde proloog.
Nogmaals bedankt en morgen verschijnt de verbeterde proloog.
Kagayaiteiru Miraii terasu hikari
Dan zal ik het nieuwe stuk ook maar even beoordelen. ^^
En oh ja, gedachtestreepjes hoeven er geen twee te zijn.
Keep going, mijn interesse is gewekt!
Ziet eruit als een hoop rood, maar dat valt reuze mee. Je hebt nog een paar kleine typefoutjes en een paar dingen die ik persoonlijk net iets anders zou doen, maar dat is het eigenlijk wel.Apatelle schreef:Waarschuwing
Dit verhaal drijft een beetje de spot met de godsdiensten. Als je hier problemen mee hebt dan raad ik je aan om dit verhaal niet te lezen. Ik heb dit verhaal niet geschreven omdat ik mensen wil beledigen, het is gewoon de visie van mijn hoofdpersoon. Als je dit niet kan accepteren, dan vraag ik je vriendelijk om dit topic te verlaten. Dank u.
Proloog
Een aantal jaar geleden geloofde ik niet in een leven na de dood, de hemel, de hel of een andere vorm van het hiernamaals. Sterker nog, ik lachte het allemaal uit. Als iemand erover begon dan schudde ik mijn hoofd en zei hen dat ze hun onzin maar aan anderen moesten gaan verkopen. Als er zo’n jehova getuige aan de deur kwam en z’n voet tussen de deur zette, dan riep ik mijn hond om ze weg te jagen. Ja, ik was 'n brutaaltje. Maar dat is nog lang niet alles. Ik weet nog goed hoe ik bij de lessen godsdienst, als dit onderwerp aan bod kwam, luid zuchtte en dan vervolgens met m’n vriendinnen ging praten of anders m’n make-up ging bijwerken. Ik besteedde geen aandacht aan wat er werd verteld en deed niet eens de moeite om te doen alsof. Nee, iedereen mocht weten dat het me niets interesseerde, tot grote ergernis van de docent. Meestal negeerde hij me gewoon, omdat hij wist dat ik toch niet normaal zou antwoorden. Maar die bewuste dag was hij toch zo stom om naar mijn mening te vragen. Nou die heb ik hem gezegd (ik vind persoonlijk het woord 'gegeven' hier beter passen). Ik zei dat hij mocht brandden in de hel, net als al die andere godsdienstige trutjes. Sorry voor dit taalgebruik, maar zo was ik toen (eventueel zou je hier nog 'nou eenmaal' aan kunnen toevoegen). Deze woorden leverden me boze blikken op en een zeer boze blik en een (je gebruikt hier twee keer heel kort achter elkaar 'blik', dat klinkt niet zo mooi) preek van de docent. Het had me moeite gekost om mijn excuses aan te bieden, maar het was of dat, of vijf weken lang op de donderdagmiddag (nakomen?).
Mijn klasgenoten deden wel serieus mee en kwamen soms met hele verhalen over hoe zij dachten dat het hiernamaals in elkaar stak. Waar de een sprak van een hemel voor alle gelovigen die nooit iets fout hadden gedaan, sprak de ander van een vergeving van de zonden. En waar weer een ander begon over de hel, beweerde een ander dat we als een dier herboren zouden worden. Hoe noemde ze dat nou ook alweer? Re... reïncarnatie of zoiets. Afijn, in ieder geval, iedereen dacht er anders over. Maar het mooiste was toch het verhaal van die ene jongen.
Hij was echt zo’n typische jongen (zelfde als eerder, je gebruikt heel kort na elkaar hetzelfde woord. In deze context denk ik dat je beter het woord 'sukkeltje' had kunnen gebruiken), brilletje lelijke ruitjes blouse, kort stekeltjes haar en een kop vol puisten. En dan niet te vergeten de sokken tot op zijn knieën. Ik noem hem voor het gemak even Jim.
Jim had de meest bizarre visie vanzeallemaal. Hij geloofde namelijk in alle bovengenoemde vormen van het hiernamaals en zelfs meer, maar dan weer net iets anders.
Volgens Jim waren er verschillende dingen die na je dood met je konden gebeuren. Hij beweerde namelijk dat men na de dood eerst voor een groot altaar zou verschijnen. Daar zou een oordeel worden gegeven aan de hand van jouw manier van leven. Als je een gelovige was en je had goed geleefd dan ging je hoe dan ook naar de hemel. Had je niet zo goed geleefd maar was je wel gelovig, dan wilden je zonden je (niet noodzakelijk, vind ik wel beter klinken) nog wel eens worden vergeven en dan kon je alsnog naar de hemel. Was je te ver gegaan, dan kreeg je een soort straf en ook dan kon je nog naar de hemel. Kortom, gelovig was zo goed als altijd hemel. Niet gelovig daarentegen zat anders. Als je niet gelovig was, maar je had nooit grote fouten gemaakt of de spot gedreven met de godsdienst, dan kreeg je een tweede kans en dan werd je opnieuw geboren in de hoop dat je dan wel zou geloven, dit kon zijn als een mens of als dier. Had je wat kleine fouten gemaakt, sorry je wordt (je gaat hier ineens van verleden tijd naar tegenwoordige tijd, ik zou er 'dan werd je helaas' van maken) niet vergeven en kon je met alle andere zware niet gelovige criminelen mee naar de hel. En nu komt het mooiste. Volgens Jim was de hel leeg. Geen duivel, geen vuur, helemaal niks. Nada. Als laatste waren er dan nog, ik citeer: “Zij die ongedane zaken nog moeten afmaken of verdoemd zijn tot het eeuwige dwalen.” Vertaling: geesten.
En dat was waar ik de fout in ging. Jim werd al genoeg gepest en ik ging dat nog even een beetje aandikken. Hel, here I come!
Ik begon hem echt bizar hard uit te lachen. Zo erg dat Jim huilend de klas uit rende. Opnieuw kreeg ik de boze blikken, inclusief die van de leraar. Ditmaal kwam ik er echter niet met een preek en een excuus vanaf. Daar gingen mijn vrije donderdagmiddagen. Ik moest me melden en een briefje halen en vervolgens had meneer Trol --zo noemde ik hem altijd, later zal je snappen waarom --geregeld dat ik vijf weken lang op de donderdagmiddag moest nakomen. Die donderdagen vulde ik vervolgens met het tekenen van duiveltjes. Je weet wel, rood, klein, bol mannetje, hoorns op het hoofd, puntige staart en een drietand in de hand. O, en de puntige tanden niet te vergeten. Aan het einde van de dag schoof ik deze in Jimszijn(hoeft niet per se, maar is wel mooier) kluisje.
Inmiddels voel ik spijt voor wat ik Jim die dag heb aangedaan.DeEen week na het incident bij godsdienst verscheen hij namelijk niet op school en nog eens een week later… Dat vertel ik later nog wel.
Ik weet nu dat ik al die dingen nooit had mogen doen en ik weet ook dat de toekomst heel anders geweest zou zijn als ik dit alles niet had gedaan. Misschien vertelde ik dit dan wel niet. Maar gebeurd is gebeurd, gedane zaken kun je niet overdoen (de vaste uitdrukking is 'gedane zaken nemen geen keer', dat zou beter passen) hoe graag we dat ook willen.
Hoe het komt dat ik nu toch spijt heb en inzie dat ik dom was? Nou geloof me, daar is een hoop voor nodig geweest. Ik zal je alles vertellen, van die bewuste dag tot het eind. Mijn eind. ‘Cause this is how I died.
En oh ja, gedachtestreepjes hoeven er geen twee te zijn.

Keep going, mijn interesse is gewekt!
-
- Balpen
- Berichten: 144
- Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31
Wel, ik vondt het ook wel lekker lezen. En wat betreft goddienstigheid, ik denk dat zelfs de meest gelovige persoon wel eens de spot heeft gedreven met het geloof. Daarbij denk ik ook dat het erom gaat in welke context je het verteld. Als je de mensen de grond instampt is het een heel ander verhaal dan wanneer je een verhaal probeert te vertellen over een meisje (ik neem aan dat je hp een meisje is) die gewoon overal lak aan heeft.
Ik persoonlijk had die laatste zin ook laten staan. Als ik met een vriendin praat of in me dagboek schrijf gooi ik er ook zo vaak Engelse termen tussen door. Gewoon omdat dit lekkerder klinkt of juist een bepaalde gebeurtenis onderstreept.
Niets mis mee wat mij betreft. En in het dagboek van een tiener of wanneer deze iets verteld klinken zo vaak engelse woorden door.
Ik volg je, want ik ben benieuwd naar de rest
groetjes
Ik persoonlijk had die laatste zin ook laten staan. Als ik met een vriendin praat of in me dagboek schrijf gooi ik er ook zo vaak Engelse termen tussen door. Gewoon omdat dit lekkerder klinkt of juist een bepaalde gebeurtenis onderstreept.
Niets mis mee wat mij betreft. En in het dagboek van een tiener of wanneer deze iets verteld klinken zo vaak engelse woorden door.
Ik volg je, want ik ben benieuwd naar de rest

Even Miracles take A Little Time
Bedankt allemaal voor jullie reacties. Het duurde even maar inmiddels heb ik de smaak helemaal te pakken en weet ik precies waar ik heenwil. Het volgende stukje zal (hopelijk) ook snel verschijnen. Voor nu in ieder geval veel leesplezier.
Chapter 1
“Soof, je moet nu echt opstaan.”
Met een kreunend geluid draaide ik me om in mijn bed. Het was weer zo’n standaard maandagochtend. Ik was de vorige avond weer eens te laat naar bed gegaan-onder het mom nog even het einde van de film te zien en vervolgens nog aan een nieuwe te beginnen-en was dus na de wekker van facking zeven uur ’s ochtends, weer terug in slaap gesukkeld. Ongeveer een half uur later stond mijn beste vriendin, volledig aangekleed, voor de deur om te zeuren dat ik nu toch echt uit mijn bed moest komen.
Wat mijn beste vriendin zo vroeg bij mij thuis deed? Dat is simpel, ze zorgde ervoor dat ik met mijn luie reed eindelijk eens uit mijn nest kwam zodat we ons daarna lekker konden gaan stressen om op tijd op school te komen-wat ons tot dusver altijd was gelukt-.
Nee, eigenlijk was dat niet waarom ze in mijn huis bivakkeerde. Ze was hier omdat ze gewoon nergens anders heen kon. Haar opa’s en oma’s waren allemaal dood en als dat niet het geval was dan bevonden ze zich wel als half dementen in het bejaardentehuis. Veel verschil is er niet als je het mij vraagt. Haar vader en zijn broer waren beiden geëmigreerd naar Afrika-wat ze daar te zoeken hebben weet ik ook niet- en haar moeder zat al een half jaar lang in de gevangenis en die had nog flink wat jaren te gaan.
“Sophia, je moet er nu echt uitkomen. Je hebt al een half uur langer kunnen slapen.”
In gedachte slaakte ik een diepe zucht. Ik verzamelde alle energie die ik op dat moment had en tilde mijn kus over mijn hoofd heen om deze vervolgens neer te laten vallen. In gedachte telde ik af. ‘Drie, twee, een-‘ Met een enorme kracht vloog de deur van mijn slaapkamer open en met een harde knal kwam deze tegen de deurstopper. Ik draaide mijn hoofd en zag dat een hand de deur op zijn plaats hield. Ik volgde de hand, langs de arm, naar het hoofd. Lange, bruine, golvende lokken vielen om het smalle gezicht, groene ogen straalden ergernis uit en een opgetrokken wenkbrauw gaf aan dat ze mijn gezicht kon zien.
“Sophia von Coeurt,” begon Hannah met haar handen inmiddels op haar heupen. “Lazy bitch! Ligt daar nog in haar bed.”
Een klein glimlachje bekroop mijn gezicht. Hannah en ik waren al vrienden sinds de brugklas. Het ging weliswaar met ups en downs, maar we doorstonden alles. Zelfs de maandagochtenden.
“Jezus Soof, je had toch op z’n minst wat inzet kunnen tonen? Alsof je ook echt moeite wil doen om op tijd uit je bed te komen.”
Hannah was inmiddels de kamer ingekomen en ze had gordijnen en de balkondeur geopend. Zo stevig als ik kon drukte ik het kussen over mijn hoofd en liet daarna een zacht gegrom horen. Als er iets was waar ik ’s ochtends niet tegen kon, dan was het wel licht en dan voornamelijk zonlicht. Oja, en koude, daar had ik echt een bloedhekel aan. En Hannah zou Hannah niet zijn als ze niet al die dingen tegen me zou gebruiken. Nog voor ik het besefte, werd mijn dekbed weg getrokken en lag ik te bibberen van de ijzige wind. Had ik al gezegd dat het toen herfst was?
“Nou, opstaan luilak.” klonk haar stem zo een beetje in mijn hoofd. “Ik heb toast?” probeerde ze op haar zachte, zingende stem.
Een gedempte zucht verliet mijn mond en alsof het me echt moeite koste, tilde ik het kussen op. “Met jam?” wist ik, zo slaapdronken als ik was-oke zonder slaap dan-uit te brengen.
“Met jam.” verzekerde Hannah me. “En speciaal voor jou een paracetamol d’r bij.”
Opnieuw wist een glimlachje mijn mond te bespelen.
“Maar ik zou eerst maar eens gaan douchen als ik jou was. Voordat de duivel je een bezoekje komt brengen. Je stinkt naar dood.”
Die glimlach van net, die was nu wel verdwenen. Ik trok een babyachtig, boos gezicht en wierp mijn kussen naar Hannah, die deze met een gilletje ontweek.
“Ik kom eraan.” geeuwde ik. Eindelijk stapte ik uit mijn bed, waar ik overigens nog geen seconde later al spijt van had. Met een tweede geeuw trok ik het elastiek, dat mijn blonde lokken in een knot op mijn hoofd hield, uit mijn haren. Lange lokken haar vielen naar beneden en reken tot net boven mijn kont. “Nou, ga douchen rapunzel.”
Mijn groenblauwe ogen bekeken Hannah en ik trok mijn ene wenkbrauw ietsjes op. “Ja ja, doe chill.” Kalm nam ik mijn toilettas-ik was na mijn vakantie te lui om uit te pakken-en twee handdoeken uit de kast. “We hebben alle tijd!” riep ik op mijn weg naar de badkamer. “Je hebt vijf minuten.” gilde ze me na. Ik rolde met mijn ogen en besloot om van die vijf toch maar vijftien minuten te maken. Make-up zou ik wel doen als ik in de auto zat. In slechts seconden had ik me ontdaan van mijn joggingbroek, hemdje en ondergoed. Ik draaide de warmwaterkraan zover mogelijk open en de koude net ver genoeg om mezelf niet te branden.
Chapter 1
“Soof, je moet nu echt opstaan.”
Met een kreunend geluid draaide ik me om in mijn bed. Het was weer zo’n standaard maandagochtend. Ik was de vorige avond weer eens te laat naar bed gegaan-onder het mom nog even het einde van de film te zien en vervolgens nog aan een nieuwe te beginnen-en was dus na de wekker van facking zeven uur ’s ochtends, weer terug in slaap gesukkeld. Ongeveer een half uur later stond mijn beste vriendin, volledig aangekleed, voor de deur om te zeuren dat ik nu toch echt uit mijn bed moest komen.
Wat mijn beste vriendin zo vroeg bij mij thuis deed? Dat is simpel, ze zorgde ervoor dat ik met mijn luie reed eindelijk eens uit mijn nest kwam zodat we ons daarna lekker konden gaan stressen om op tijd op school te komen-wat ons tot dusver altijd was gelukt-.
Nee, eigenlijk was dat niet waarom ze in mijn huis bivakkeerde. Ze was hier omdat ze gewoon nergens anders heen kon. Haar opa’s en oma’s waren allemaal dood en als dat niet het geval was dan bevonden ze zich wel als half dementen in het bejaardentehuis. Veel verschil is er niet als je het mij vraagt. Haar vader en zijn broer waren beiden geëmigreerd naar Afrika-wat ze daar te zoeken hebben weet ik ook niet- en haar moeder zat al een half jaar lang in de gevangenis en die had nog flink wat jaren te gaan.
“Sophia, je moet er nu echt uitkomen. Je hebt al een half uur langer kunnen slapen.”
In gedachte slaakte ik een diepe zucht. Ik verzamelde alle energie die ik op dat moment had en tilde mijn kus over mijn hoofd heen om deze vervolgens neer te laten vallen. In gedachte telde ik af. ‘Drie, twee, een-‘ Met een enorme kracht vloog de deur van mijn slaapkamer open en met een harde knal kwam deze tegen de deurstopper. Ik draaide mijn hoofd en zag dat een hand de deur op zijn plaats hield. Ik volgde de hand, langs de arm, naar het hoofd. Lange, bruine, golvende lokken vielen om het smalle gezicht, groene ogen straalden ergernis uit en een opgetrokken wenkbrauw gaf aan dat ze mijn gezicht kon zien.
“Sophia von Coeurt,” begon Hannah met haar handen inmiddels op haar heupen. “Lazy bitch! Ligt daar nog in haar bed.”
Een klein glimlachje bekroop mijn gezicht. Hannah en ik waren al vrienden sinds de brugklas. Het ging weliswaar met ups en downs, maar we doorstonden alles. Zelfs de maandagochtenden.
“Jezus Soof, je had toch op z’n minst wat inzet kunnen tonen? Alsof je ook echt moeite wil doen om op tijd uit je bed te komen.”
Hannah was inmiddels de kamer ingekomen en ze had gordijnen en de balkondeur geopend. Zo stevig als ik kon drukte ik het kussen over mijn hoofd en liet daarna een zacht gegrom horen. Als er iets was waar ik ’s ochtends niet tegen kon, dan was het wel licht en dan voornamelijk zonlicht. Oja, en koude, daar had ik echt een bloedhekel aan. En Hannah zou Hannah niet zijn als ze niet al die dingen tegen me zou gebruiken. Nog voor ik het besefte, werd mijn dekbed weg getrokken en lag ik te bibberen van de ijzige wind. Had ik al gezegd dat het toen herfst was?
“Nou, opstaan luilak.” klonk haar stem zo een beetje in mijn hoofd. “Ik heb toast?” probeerde ze op haar zachte, zingende stem.
Een gedempte zucht verliet mijn mond en alsof het me echt moeite koste, tilde ik het kussen op. “Met jam?” wist ik, zo slaapdronken als ik was-oke zonder slaap dan-uit te brengen.
“Met jam.” verzekerde Hannah me. “En speciaal voor jou een paracetamol d’r bij.”
Opnieuw wist een glimlachje mijn mond te bespelen.
“Maar ik zou eerst maar eens gaan douchen als ik jou was. Voordat de duivel je een bezoekje komt brengen. Je stinkt naar dood.”
Die glimlach van net, die was nu wel verdwenen. Ik trok een babyachtig, boos gezicht en wierp mijn kussen naar Hannah, die deze met een gilletje ontweek.
“Ik kom eraan.” geeuwde ik. Eindelijk stapte ik uit mijn bed, waar ik overigens nog geen seconde later al spijt van had. Met een tweede geeuw trok ik het elastiek, dat mijn blonde lokken in een knot op mijn hoofd hield, uit mijn haren. Lange lokken haar vielen naar beneden en reken tot net boven mijn kont. “Nou, ga douchen rapunzel.”
Mijn groenblauwe ogen bekeken Hannah en ik trok mijn ene wenkbrauw ietsjes op. “Ja ja, doe chill.” Kalm nam ik mijn toilettas-ik was na mijn vakantie te lui om uit te pakken-en twee handdoeken uit de kast. “We hebben alle tijd!” riep ik op mijn weg naar de badkamer. “Je hebt vijf minuten.” gilde ze me na. Ik rolde met mijn ogen en besloot om van die vijf toch maar vijftien minuten te maken. Make-up zou ik wel doen als ik in de auto zat. In slechts seconden had ik me ontdaan van mijn joggingbroek, hemdje en ondergoed. Ik draaide de warmwaterkraan zover mogelijk open en de koude net ver genoeg om mezelf niet te branden.
Kagayaiteiru Miraii terasu hikari
Na twintig minuten stond ik dan eindelijk aangekleed beneden. Hannah had slechts gezucht en daarna toch maar geaccepteerd dat ik er langer over deed dan zij had gewild. Met nog een uitgebreide geeuw-door het warme water was ik alleen nog maar slaperiger geworden-ging ik aan tafel zitten en begon mijn toast naar binnen te proppen. Terwijl ik me over mijn eten en paracetamol ontfermde, deed Hannah een poging om mijn haar een beetje in model te brengen. Niet dat er een model inzat, maar toch deed ze een poging. Natuurlijk waren we ons ervan bewust dat we over minder dan tien minuten in de auto moesten zitten en dat we dan ook nog eens niet te snel konden rijden, omdat ik mijn make-up moest doen. Eigenlijk was het dus beter als we over drie minuten al in de auto zaten. Tenzij ik prefereerde als een halve zombiepanda te arriveren en dat was niet mijn bedoeling. Omdat we dus zo moesten haasten hadden we de taken verdeeld. Hannah deed, zoals al eerder gezegd, mijn haar en ik las facebook berichten voor terwijl ik dus een poging deed om, zonder te braken, mijn eten binnen te krijgen. Alles om maar op tijd op school te zijn. Niet dat we dat wilden, maar meneer Trol was nogal een verschrikking als je niet om stipt kwart over acht in zijn les zat. Hij mocht ons namelijk niet zo, correctie, hij haatte ons.
“Soof Jezus, je moet echt een keer de helft van je haren eraf knippen. Er komt geen einde aan, ik geef het op.”
Met een overdreven diepe zucht-en per ongeluk ook een braakbeweging, die Hannah gelukkig niet zag-legde ik mijn mobiel neer en nam ik mijn haren uit haar handen. “Ik doe het zelf wel.” mompelde ik terwijl ik behendig mijn haar begon te vlechten. Na drie minuten was ik eindelijk klaar en had ik zelfs mijn eten weg weten te krijgen. Met een zwak glimlachje schoof ik mijn stoel naar achteren.
Hannah zat inmiddels op het aanrecht en was haar nagels aan het vijlen.
“Ik dacht dat jij weg wilde?” Met een vragend gezicht keek ik haar over mijn schouder aan terwijl ik een strip paracetamol en mijn sleutels in mijn tas liet glijden.
Na een por in haar zij keek ze pas op. “Ja, je bent eindelijk zover?”
Met een brede glimlach knikte ik haar toe. “Ja, tijd om de wegen onveilig te maken.” grapte ik. Kort stak ik mijn tong uit en wierp haar toen haar sleutelbos toe. “Drive the way Chick!”
Met een korte oogrol gleed ze van het aanrecht en ving de sleutels vlak voor deze op de tafel vielen.
Toen we eindelijk zeker wisten dat we alles hadden en ik gewapend was met mijn make-up etui, liepen we de deur uit. “Moet je je ouders geen gedag zeggen?” vroeg Hannah toen ik de deur achter me dichttrok. Ik haalde mijn schouders op. “Zou jij gedag zeggen tegen twee mensen die aan de andere kant van de stad zitten en je dus niet kunnen horen?”
Even viel er een stilte terwijl we naar de knal roze auto liepen. De auto was eerst wit, maar we hadden hem roze laten spuiten.
“Je weet wel, het werkoverleg? Ze zijn niet thuis geweest.” Nu pas leek Hannah te beseffen wat ik bedoelde. Zonder verder iets te zeggen draaide ze de sleutel in het contact en reed van de parkeerplaats. Intussen had ik het spiegeltje geïnstalleerd en was begonnen met een opdracht die gedoemd was te mislukken. Want, oja, ik was die bitch die een facking half uur nodig heeft om uit d’r nest te komen, vervolgens ongeveer een half uur douchet en dan nog met een kater moet gaan eten. Kortom, we waren dus wat laat vertrokken en alleen door snel te rijden konden we nog op tijd komen. Na drie keer mijn mascara in mijn oog te steken in plaats van deze op mijn wimpers aan te brengen, gaf ik dus maar op. Vlug haalde ik de zwarte vegen weg en besloot het godsdienst uur maar te gebruiken om mijn gezicht te fatsoeneren. Ik was al lang blij dat ik mijn foundation normaal had weten te krijgen, dus mascara kon wel even wachten.
“Soof Jezus, je moet echt een keer de helft van je haren eraf knippen. Er komt geen einde aan, ik geef het op.”
Met een overdreven diepe zucht-en per ongeluk ook een braakbeweging, die Hannah gelukkig niet zag-legde ik mijn mobiel neer en nam ik mijn haren uit haar handen. “Ik doe het zelf wel.” mompelde ik terwijl ik behendig mijn haar begon te vlechten. Na drie minuten was ik eindelijk klaar en had ik zelfs mijn eten weg weten te krijgen. Met een zwak glimlachje schoof ik mijn stoel naar achteren.
Hannah zat inmiddels op het aanrecht en was haar nagels aan het vijlen.
“Ik dacht dat jij weg wilde?” Met een vragend gezicht keek ik haar over mijn schouder aan terwijl ik een strip paracetamol en mijn sleutels in mijn tas liet glijden.
Na een por in haar zij keek ze pas op. “Ja, je bent eindelijk zover?”
Met een brede glimlach knikte ik haar toe. “Ja, tijd om de wegen onveilig te maken.” grapte ik. Kort stak ik mijn tong uit en wierp haar toen haar sleutelbos toe. “Drive the way Chick!”
Met een korte oogrol gleed ze van het aanrecht en ving de sleutels vlak voor deze op de tafel vielen.
Toen we eindelijk zeker wisten dat we alles hadden en ik gewapend was met mijn make-up etui, liepen we de deur uit. “Moet je je ouders geen gedag zeggen?” vroeg Hannah toen ik de deur achter me dichttrok. Ik haalde mijn schouders op. “Zou jij gedag zeggen tegen twee mensen die aan de andere kant van de stad zitten en je dus niet kunnen horen?”
Even viel er een stilte terwijl we naar de knal roze auto liepen. De auto was eerst wit, maar we hadden hem roze laten spuiten.
“Je weet wel, het werkoverleg? Ze zijn niet thuis geweest.” Nu pas leek Hannah te beseffen wat ik bedoelde. Zonder verder iets te zeggen draaide ze de sleutel in het contact en reed van de parkeerplaats. Intussen had ik het spiegeltje geïnstalleerd en was begonnen met een opdracht die gedoemd was te mislukken. Want, oja, ik was die bitch die een facking half uur nodig heeft om uit d’r nest te komen, vervolgens ongeveer een half uur douchet en dan nog met een kater moet gaan eten. Kortom, we waren dus wat laat vertrokken en alleen door snel te rijden konden we nog op tijd komen. Na drie keer mijn mascara in mijn oog te steken in plaats van deze op mijn wimpers aan te brengen, gaf ik dus maar op. Vlug haalde ik de zwarte vegen weg en besloot het godsdienst uur maar te gebruiken om mijn gezicht te fatsoeneren. Ik was al lang blij dat ik mijn foundation normaal had weten te krijgen, dus mascara kon wel even wachten.
Kagayaiteiru Miraii terasu hikari
Soso, dat ik even een tijdje geleden, maar ik kom terug met een heel hoofdstuk. Hoofdstuk drie is al in de aanmaak.
------------
Chapter 2
Eenmaal aangekomen op school renden we lachend richting de ingang. We haalden snel onze boeken voor het tweede en derde uur uit ons kluisje en renden daarna de trappen op naar het godsdienst lokaal. Half hijgend en half lachend-voornamelijk om wat Hannah allemaal zat te doen in die auto-kwamen we net op tijd het lokaal binnen.
"En giebel en gabbel zijn er ook weer." klonk de lome stem van de leraar, meneer trol. Het was een kleine, nogal gezette man. Hij droeg een lange beige broek, die hij met een riem om zijn lijf hield. Zijn broeken waren altijd veel te groot en dus drie keer omgeslagen aan de onderkant. Verder droeg meneer altijd zwarte lakschoenen met van die lelijke punten. Bovenop dat alles droeg hij altijd een wit overhemd dat nogal doorscheen. Je kon dus zijn vetrollen, borst- en okselhaar, maar ook zijn zweetplekken heel goed zien zitten. Dan had hij ook nog zo'n baardje, dat net geen stoppelbaard en net geen echte baard was. Verder droeg hij een bril op zijn aardappel neus en had hij een kale kop. Dit totaalplaatje gaf hem de bijna trol.
Hannah en ik-nog altijd dubbel van de lach-liepen langzaam naar onze tafel en gingen zitten. Onze tassen wierpen we op tafel, al was dit alleen maar om meneer trol te kunnen jennen. Ik nam mijn spiegeltje en mijn make-up alvast voor me, want het gebed deed ik toch niet mee.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik meneer trol even kijken, maar toen hij zag dat ik terug keek draaide hij zijn blik weg. "Allemaal stil nu, dan gaan we bidden." Met moeite onderdrukte ik een proestend geluid en begon toen zwijgend aan mijn make-up. Tijdens het gebed was ik nog wel stil, maar daarna barste de hel los.
Na vijf minuten-want ja, zolang doet meneer nu eenmaal over het gebed, terwijl een normaal mens er amper een minuut over doet-begon hij met de orde van de dag. "Jongens en meisjes." begon hij voorzichtig terwijl hij plaatsnam achter zijn bureau en even luidruchtig zijn neus ophaalde. "Vandaag gaan we discussiëren over wat er is na de dood. De hele klas bleef stil, maar ik liet een luide zucht horen die werd opgevolgd door een giecheltje van Hannah. Meneer trol negeerde het echter. "Wie wil er eerst?"
Ik keek niet op van mijn spiegeltje maar hoorde dat iemand het woord had gekregen.
"Ik geloof in een hemel, die toegankelijk is voor iedereen." begon een hees meisjes stemmetje. Dat kon niet anders dan dat het Lisa was. Lisa, een meisje dat best populair had kunnen zijn als ze niet heel de tijd achter Cedric zijn kont aan liep. Ze had kort donker haar en was erg slank. Het enige vervelende aan haar was haar hese, of soms schrille stem. "Zelf mensen die hevige zonden hebben begaan hebben het recht om in de hemel te komen, want Jezus vergeeft alle zonden."
Alleen al deze woorden deden me doen kokhalzen. "Jezus is onze redder." hoorde ik het door mijn hoofd galmen, gevolgd door, "Heb je naasten lief zoals jezelf. Jezus stierf voor ons aan het kruis." Lazer toch op.
"Heel goed Lisa. Is er iemand die daarop wil reageren? Sophia misschien?"
Ik keek verward op en kuchte even. "Wilt u weten hoe ik denk over de dood?" vroeg ik quasi verbaast. Al snel vervolgde ik mijn antwoord, "U en al die gosdienstigetrutjes branden later weg in de hel!" riep ik uit alsof ik straal bezopen was. Inmiddels was ik dat niet meer, ik had alleen de kater nog. "Mevrouw von Coeurt!" begon meneer trol zijn preek.
Een kwartier later moest ik mijn excuses aanbieden en ging de les weer verder. Ik zal jullie de andere visies maar besparen, kort samengevat sloeg het nergens op. Uiteindelijk kreeg Cedric het woord. Cedric was de nerd van de klas en hij kleedde zich ook als een nerd. Hij ging altijd gekleed in een ruitjesblouse of shirt, sokken tot op zijn knieën en zo'n jampot bril met daaronder een kop vol puisten. Als ik hem op straat zou tegenkomen dan zou ik er met een grote boog omheen gaan.
"Dank u meneer," begon Cedric, "Ik zal maar gelijk van wal steken. Ik denk dat men na de dood voor een altaar komt te staan. Daar spreekt men een oordeel uit over de dode in kwestie. Wanneer je een gelovige bent ga je hoe dank ook naar de hemel, fouten worden begaan door demonen die bezit van je nemen. Als het daadwerkelijk je eigen fout is dan krijg je eerst een straf."
Ondertussen was ik klaar met mijn make-up en verveelde me dus nogal. Zo nu en dan weerklonk een zucht, een klakkend geluid van mijn tong of het tikken van mij vingers op de tafel. Cedric leek de hint echter niet te begrijpen en hij sprak vrolijk door.
"Niet gelovigen daarentegen hebben een ander systeem. Wanneer het zware criminelen zijn dan verdwijnen zijn naar de hel; de oneindige leegte."
Meteen keek ik op. Wat, geen duivel, geen vuur? Wat lult hij nou weer?
"Maar wanneer een niet gelovige geen fouten heeft begaan krijgt deze een tweede kans. Reïncarnatie ook wel genoemd. Het zij als mens het zij als dier. En dan zijn er nog zij die verdoemd zijn tot het eeuwige dwalen. Zij zullen nooit hun rust vinden en blijven voor altijd op deze aardbodem rondzwerven."
Al die moeite die ik had gedaan om mijn lachen in te houden was voor niets geweest. Voor ik het doorhad kon ik niet meer stoppen met lachen. Ik hoorde alleen nog hoe een deur open ging en hoe er snelle voetstappen wegdempten, gevolgd door andere voetstappen. "Cedric!"
"Mevrouw von Coeurt, dat worden uw vrije donderdagmiddagen."
Even slikte ik toen ik in de grote ogen van meneer trol keek. "Ga je maar melden!" Als een mak schaap stond ik op en zwaaide mijn tas van tafel, per ongeluk-expres-tegen meneer trol zijn buik. Met een opgeheven hoofd liep ik vervolgens de klas uit, richting het kantoortje van de directeur. Op de gang hoorde ik een snikkend geluid vanuit de wc's komen. Toen destijds zocht ik daar nog niets achter. Ik dacht dat het een brugger was die was geflushd. Dat hield in dat je met je kop in de plee werd geduwd. Achteraf had ik beter kunnen weten, maar dat vertel ik later wel. In ieder geval liep ik deels trots, deel boos-voornamelijk omdat ik op de donderdagmiddag propjes moest gaan prikken-naar mijn mattie de directeur. Oke, hij was niet echt mijn mattie, maar ik kwam er iedere dag. Tegenwoordig stond er zelf een kopje thee voor me klaar.
"Hey meneer Sling!" riep ik vrolijk terwijl ik plaats nam op een stoel. meneer Sling draaide zich om en keek me aan. "Thee?" Ik knikte en zette mijn tas naast me neer.
"Vertel eens, waarom ben je nu weer verwijderd?"
------------
Chapter 2
Eenmaal aangekomen op school renden we lachend richting de ingang. We haalden snel onze boeken voor het tweede en derde uur uit ons kluisje en renden daarna de trappen op naar het godsdienst lokaal. Half hijgend en half lachend-voornamelijk om wat Hannah allemaal zat te doen in die auto-kwamen we net op tijd het lokaal binnen.
"En giebel en gabbel zijn er ook weer." klonk de lome stem van de leraar, meneer trol. Het was een kleine, nogal gezette man. Hij droeg een lange beige broek, die hij met een riem om zijn lijf hield. Zijn broeken waren altijd veel te groot en dus drie keer omgeslagen aan de onderkant. Verder droeg meneer altijd zwarte lakschoenen met van die lelijke punten. Bovenop dat alles droeg hij altijd een wit overhemd dat nogal doorscheen. Je kon dus zijn vetrollen, borst- en okselhaar, maar ook zijn zweetplekken heel goed zien zitten. Dan had hij ook nog zo'n baardje, dat net geen stoppelbaard en net geen echte baard was. Verder droeg hij een bril op zijn aardappel neus en had hij een kale kop. Dit totaalplaatje gaf hem de bijna trol.
Hannah en ik-nog altijd dubbel van de lach-liepen langzaam naar onze tafel en gingen zitten. Onze tassen wierpen we op tafel, al was dit alleen maar om meneer trol te kunnen jennen. Ik nam mijn spiegeltje en mijn make-up alvast voor me, want het gebed deed ik toch niet mee.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik meneer trol even kijken, maar toen hij zag dat ik terug keek draaide hij zijn blik weg. "Allemaal stil nu, dan gaan we bidden." Met moeite onderdrukte ik een proestend geluid en begon toen zwijgend aan mijn make-up. Tijdens het gebed was ik nog wel stil, maar daarna barste de hel los.
Na vijf minuten-want ja, zolang doet meneer nu eenmaal over het gebed, terwijl een normaal mens er amper een minuut over doet-begon hij met de orde van de dag. "Jongens en meisjes." begon hij voorzichtig terwijl hij plaatsnam achter zijn bureau en even luidruchtig zijn neus ophaalde. "Vandaag gaan we discussiëren over wat er is na de dood. De hele klas bleef stil, maar ik liet een luide zucht horen die werd opgevolgd door een giecheltje van Hannah. Meneer trol negeerde het echter. "Wie wil er eerst?"
Ik keek niet op van mijn spiegeltje maar hoorde dat iemand het woord had gekregen.
"Ik geloof in een hemel, die toegankelijk is voor iedereen." begon een hees meisjes stemmetje. Dat kon niet anders dan dat het Lisa was. Lisa, een meisje dat best populair had kunnen zijn als ze niet heel de tijd achter Cedric zijn kont aan liep. Ze had kort donker haar en was erg slank. Het enige vervelende aan haar was haar hese, of soms schrille stem. "Zelf mensen die hevige zonden hebben begaan hebben het recht om in de hemel te komen, want Jezus vergeeft alle zonden."
Alleen al deze woorden deden me doen kokhalzen. "Jezus is onze redder." hoorde ik het door mijn hoofd galmen, gevolgd door, "Heb je naasten lief zoals jezelf. Jezus stierf voor ons aan het kruis." Lazer toch op.
"Heel goed Lisa. Is er iemand die daarop wil reageren? Sophia misschien?"
Ik keek verward op en kuchte even. "Wilt u weten hoe ik denk over de dood?" vroeg ik quasi verbaast. Al snel vervolgde ik mijn antwoord, "U en al die gosdienstigetrutjes branden later weg in de hel!" riep ik uit alsof ik straal bezopen was. Inmiddels was ik dat niet meer, ik had alleen de kater nog. "Mevrouw von Coeurt!" begon meneer trol zijn preek.
Een kwartier later moest ik mijn excuses aanbieden en ging de les weer verder. Ik zal jullie de andere visies maar besparen, kort samengevat sloeg het nergens op. Uiteindelijk kreeg Cedric het woord. Cedric was de nerd van de klas en hij kleedde zich ook als een nerd. Hij ging altijd gekleed in een ruitjesblouse of shirt, sokken tot op zijn knieën en zo'n jampot bril met daaronder een kop vol puisten. Als ik hem op straat zou tegenkomen dan zou ik er met een grote boog omheen gaan.
"Dank u meneer," begon Cedric, "Ik zal maar gelijk van wal steken. Ik denk dat men na de dood voor een altaar komt te staan. Daar spreekt men een oordeel uit over de dode in kwestie. Wanneer je een gelovige bent ga je hoe dank ook naar de hemel, fouten worden begaan door demonen die bezit van je nemen. Als het daadwerkelijk je eigen fout is dan krijg je eerst een straf."
Ondertussen was ik klaar met mijn make-up en verveelde me dus nogal. Zo nu en dan weerklonk een zucht, een klakkend geluid van mijn tong of het tikken van mij vingers op de tafel. Cedric leek de hint echter niet te begrijpen en hij sprak vrolijk door.
"Niet gelovigen daarentegen hebben een ander systeem. Wanneer het zware criminelen zijn dan verdwijnen zijn naar de hel; de oneindige leegte."
Meteen keek ik op. Wat, geen duivel, geen vuur? Wat lult hij nou weer?
"Maar wanneer een niet gelovige geen fouten heeft begaan krijgt deze een tweede kans. Reïncarnatie ook wel genoemd. Het zij als mens het zij als dier. En dan zijn er nog zij die verdoemd zijn tot het eeuwige dwalen. Zij zullen nooit hun rust vinden en blijven voor altijd op deze aardbodem rondzwerven."
Al die moeite die ik had gedaan om mijn lachen in te houden was voor niets geweest. Voor ik het doorhad kon ik niet meer stoppen met lachen. Ik hoorde alleen nog hoe een deur open ging en hoe er snelle voetstappen wegdempten, gevolgd door andere voetstappen. "Cedric!"
"Mevrouw von Coeurt, dat worden uw vrije donderdagmiddagen."
Even slikte ik toen ik in de grote ogen van meneer trol keek. "Ga je maar melden!" Als een mak schaap stond ik op en zwaaide mijn tas van tafel, per ongeluk-expres-tegen meneer trol zijn buik. Met een opgeheven hoofd liep ik vervolgens de klas uit, richting het kantoortje van de directeur. Op de gang hoorde ik een snikkend geluid vanuit de wc's komen. Toen destijds zocht ik daar nog niets achter. Ik dacht dat het een brugger was die was geflushd. Dat hield in dat je met je kop in de plee werd geduwd. Achteraf had ik beter kunnen weten, maar dat vertel ik later wel. In ieder geval liep ik deels trots, deel boos-voornamelijk omdat ik op de donderdagmiddag propjes moest gaan prikken-naar mijn mattie de directeur. Oke, hij was niet echt mijn mattie, maar ik kwam er iedere dag. Tegenwoordig stond er zelf een kopje thee voor me klaar.
"Hey meneer Sling!" riep ik vrolijk terwijl ik plaats nam op een stoel. meneer Sling draaide zich om en keek me aan. "Thee?" Ik knikte en zette mijn tas naast me neer.
"Vertel eens, waarom ben je nu weer verwijderd?"
Laatst gewijzigd door Apatelle op 30 jul 2013 10:06, 1 keer totaal gewijzigd.
Kagayaiteiru Miraii terasu hikari
Apart stukje weer! Alleen 1 ding:
Ik keek verward op en kuchte even. "Wil u weten hoe ik denk over de dood?" vroeg ik quasi verbaast.
"U en al die gosdiensitge trutjes branden later weg in de hel!" riep ik uit alsof ik straal bezopen was. Inmiddels was ik dat niket meer, ik had alleen de kater nog. "Mevrouw von Coeurt!" begon meneer trol zijn preek.= dit stuk heeft veel typfoutjes, misschien kun je daar nog eens naar kijken.
Ben benieuwd naar het vervolg!
Groetjes Blieje
Ik keek verward op en kuchte even. "Wil u weten hoe ik denk over de dood?" vroeg ik quasi verbaast.
"U en al die gosdiensitge trutjes branden later weg in de hel!" riep ik uit alsof ik straal bezopen was. Inmiddels was ik dat niket meer, ik had alleen de kater nog. "Mevrouw von Coeurt!" begon meneer trol zijn preek.= dit stuk heeft veel typfoutjes, misschien kun je daar nog eens naar kijken.
Ben benieuwd naar het vervolg!
Groetjes Blieje

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Chapter 3
Kort samengevat werd de directeur nogal boos. Ik kreeg een preek, kreeg ook te horen dat Cedric is opgehaald door zijn ouders en als ik het goed had gehoord sprak hij hierbij een compleet andere achternaam dan die van Cedric, maar dat zal vast mijn verbeelding zijn geweest. Mijn straf was nogal overdreven, maar goed, ik moest hem zien door te komen. De komende maand moest ik iedere dag een uur eerder-hallo, voel eens aan je voorhoofd, ik kom nu al amper mijn bed uit. 'N facking uur eerder-op school verschijnen en me melden bij de conciërge. Deze zou mij dan een aantal klusjes geven, onder andere-omg, hier komt het hoor-: prullenbakken legen-ranzig-, propjes prikken, kauwgom van de schoolbanken schrapen-iew iew iew-en noem zo maar op.
Daar bovenop kwam dan nog dat ik dat ook na school moest doen, behalve op de donderdagmiddag. Dan moest ik in een lokaal gaan zitten en me vervelen.
Die eerste donderdagmiddag was dus meteen al een hel. Ik verveelde me een ongeluk, tot grote ergernis van de surveillant. Het werd zelfs zo erg dat hij me uiteindelijk een grote stapel papier een een pakje viltstiften gaf en me opdroeg te gaan kleuren-kleuren, ik ben geen kind van vijf ik ben facking zeventien-.
In eerst instantie wilde ik protesteren, maar ik hield me in toen ik merkte dat hij echt woest was. Dus volgde ik braaf zijn bevel;en op en nam een zwarte stift in mijn handen. Ik zette twee stipjes en tekende een brede glimlach, waar ik uiteindelijk puntige tanden in tekende. Een glimlach bespeelde mijn gezicht toen ik ook een rode stift tevoorschijn trok. Voor ik het doorhad stonden alle velletjes vol met het rode mannetje, omgeven van vlammen en ieder met een vrolijke tekst erop. Ik zal enkele citeren: "Everyone will burn" "Burn you fool" "Welcome to hel" "Hey, aren't you the freak who allowed me to draw all these shit?" "Omg, and another devil" "Look at my sharp teeth" "I'm an ugly, non existing devil"
Zo kwamen er nog wel een paar. Laten we maar zeggen dat ze steeds belachelijker werden en dat de meeste de tekst "Omg, and another devil" erop hadden staan, of iets wat daar op leek. In totaal heb ik zo'n vijf keer om een nieuwe stapel papier gevraagd, wat me zo'n honderd duiveltjes opleverde. De surveillant scheen zich niet te interesseren in dat wat ik tekende, dus zo had ik heel mijn middag gevuld.
Cedric was inmiddels terug op school verschenen en vermeed iedere vorm van contact met anderen dan Lisa. Overal waar ik kwam werd ik woest nagekeken door de nerds van de school. Ik stoorde me er niet aan, behalve als ik aan het eten was. Ik werd immers beschermd door de jongens van het rugby team. Omg, heb ik al eens verteld hoe knap die waren? Owja had ik ook verteld dat Cedric bij die jongens zat en dat hij door hen allen vreselijk gepest werd? Afijn, na enkele uren van pure verveling en het tekenen van bolle, rode mannetjes, mocht ik eindelijk gaan. Met mijn telefoon aan mijn oor liep ik naar mijn kluisje.
"Hannah, ik ben eindelijk klaar, kom je me halen? Dan kunnen we onderweg wat pizza meenemen." sprak ik door de telefoon, die ik tussen mijn hoofd en schouder inklemde. Ik nam mijn tas uit mijn kluisje en keek even naar de stapel papier. Een glimlach bespeelde mijn gezicht en ik keek even om me heen, tot mijn blik op het kluisje van Cedric viel. Ondertussen horde ik Hannah praten. "Ja, ik kom eraan." was het laatste dat ze zei voor de verbinding werd verbroken. Ik propte mijn telefoon in mijn bh en keek nogmaals om me heen. Een voor een gleden de blaadjes door de smalle opening het kluisje in. Na een kwartier was ik klaar en zag ik Hannah's auto staan. Vlug trapte ik mijn kluis dicht, draaide deze op slot en rende met mijn tas over mijn schouder en de overige spullen in mijn armen naar buiten. Eenmaal in de auto, wierp ik alles op de achterbank.
"We kunnen." sprak ik vluchtig terwijl ik mijn mobiel tevoorschijn haalde. Ik kon nu al niet wachten om het gezicht van Cedric te mogen aanschouwen. Hannah knikte en trapte op haar gaspedaal. Voor we het wisten bevonden we ons op de snelweg en reden we terug richting ons eigen boeren gehucht. Zo noemde ik ons dorpje altijd. Er waren hooguit tien straten-volgens mij nog niet eens-en er was slechts een winkel, waar het hele dorp zijn boodschappen haalde-op Hannah en ik na dan-. Omdat mijn ouders zelden thuis waren, haalden Hannah en ik de boodschappen en dat deden wij in een iets goedkopere winkel in de stad.
"Wil je nu nog een pizza?" vroeg Hannah na een tijdje. Verbaast keek ik haar aan. "Het is al acht uur." voegde ze toe. Mijn ogen schoten wijd open, ik kon maar niet geloven dat ik zolang op school had gezeten. Nog steeds verbaasd schudde ik mijn hoofd. Ik zou wel n schaaltje yoghurt nemen of zo, maar pizza had ik spontaan geen trek meer in. "Heb je niet gegeten op school dan?" vroeg ze zonder op te kijken van de weg.
"Nee," begon ik mijn antwoord, "ik had geen besef van tijd."
Hierdoor barste Hannah in een lachen uit. "Heb je het serieus naar je zin gehad?" wist ze tussen het lachen door uit te brengen.
"N-nee!" schoot ik meteen in de verdediging. Ik voelde me stom dat ik dat had gezegd, hoe kon ik dat toch ook.
Kort samengevat werd de directeur nogal boos. Ik kreeg een preek, kreeg ook te horen dat Cedric is opgehaald door zijn ouders en als ik het goed had gehoord sprak hij hierbij een compleet andere achternaam dan die van Cedric, maar dat zal vast mijn verbeelding zijn geweest. Mijn straf was nogal overdreven, maar goed, ik moest hem zien door te komen. De komende maand moest ik iedere dag een uur eerder-hallo, voel eens aan je voorhoofd, ik kom nu al amper mijn bed uit. 'N facking uur eerder-op school verschijnen en me melden bij de conciërge. Deze zou mij dan een aantal klusjes geven, onder andere-omg, hier komt het hoor-: prullenbakken legen-ranzig-, propjes prikken, kauwgom van de schoolbanken schrapen-iew iew iew-en noem zo maar op.
Daar bovenop kwam dan nog dat ik dat ook na school moest doen, behalve op de donderdagmiddag. Dan moest ik in een lokaal gaan zitten en me vervelen.
Die eerste donderdagmiddag was dus meteen al een hel. Ik verveelde me een ongeluk, tot grote ergernis van de surveillant. Het werd zelfs zo erg dat hij me uiteindelijk een grote stapel papier een een pakje viltstiften gaf en me opdroeg te gaan kleuren-kleuren, ik ben geen kind van vijf ik ben facking zeventien-.
In eerst instantie wilde ik protesteren, maar ik hield me in toen ik merkte dat hij echt woest was. Dus volgde ik braaf zijn bevel;en op en nam een zwarte stift in mijn handen. Ik zette twee stipjes en tekende een brede glimlach, waar ik uiteindelijk puntige tanden in tekende. Een glimlach bespeelde mijn gezicht toen ik ook een rode stift tevoorschijn trok. Voor ik het doorhad stonden alle velletjes vol met het rode mannetje, omgeven van vlammen en ieder met een vrolijke tekst erop. Ik zal enkele citeren: "Everyone will burn" "Burn you fool" "Welcome to hel" "Hey, aren't you the freak who allowed me to draw all these shit?" "Omg, and another devil" "Look at my sharp teeth" "I'm an ugly, non existing devil"
Zo kwamen er nog wel een paar. Laten we maar zeggen dat ze steeds belachelijker werden en dat de meeste de tekst "Omg, and another devil" erop hadden staan, of iets wat daar op leek. In totaal heb ik zo'n vijf keer om een nieuwe stapel papier gevraagd, wat me zo'n honderd duiveltjes opleverde. De surveillant scheen zich niet te interesseren in dat wat ik tekende, dus zo had ik heel mijn middag gevuld.
Cedric was inmiddels terug op school verschenen en vermeed iedere vorm van contact met anderen dan Lisa. Overal waar ik kwam werd ik woest nagekeken door de nerds van de school. Ik stoorde me er niet aan, behalve als ik aan het eten was. Ik werd immers beschermd door de jongens van het rugby team. Omg, heb ik al eens verteld hoe knap die waren? Owja had ik ook verteld dat Cedric bij die jongens zat en dat hij door hen allen vreselijk gepest werd? Afijn, na enkele uren van pure verveling en het tekenen van bolle, rode mannetjes, mocht ik eindelijk gaan. Met mijn telefoon aan mijn oor liep ik naar mijn kluisje.
"Hannah, ik ben eindelijk klaar, kom je me halen? Dan kunnen we onderweg wat pizza meenemen." sprak ik door de telefoon, die ik tussen mijn hoofd en schouder inklemde. Ik nam mijn tas uit mijn kluisje en keek even naar de stapel papier. Een glimlach bespeelde mijn gezicht en ik keek even om me heen, tot mijn blik op het kluisje van Cedric viel. Ondertussen horde ik Hannah praten. "Ja, ik kom eraan." was het laatste dat ze zei voor de verbinding werd verbroken. Ik propte mijn telefoon in mijn bh en keek nogmaals om me heen. Een voor een gleden de blaadjes door de smalle opening het kluisje in. Na een kwartier was ik klaar en zag ik Hannah's auto staan. Vlug trapte ik mijn kluis dicht, draaide deze op slot en rende met mijn tas over mijn schouder en de overige spullen in mijn armen naar buiten. Eenmaal in de auto, wierp ik alles op de achterbank.
"We kunnen." sprak ik vluchtig terwijl ik mijn mobiel tevoorschijn haalde. Ik kon nu al niet wachten om het gezicht van Cedric te mogen aanschouwen. Hannah knikte en trapte op haar gaspedaal. Voor we het wisten bevonden we ons op de snelweg en reden we terug richting ons eigen boeren gehucht. Zo noemde ik ons dorpje altijd. Er waren hooguit tien straten-volgens mij nog niet eens-en er was slechts een winkel, waar het hele dorp zijn boodschappen haalde-op Hannah en ik na dan-. Omdat mijn ouders zelden thuis waren, haalden Hannah en ik de boodschappen en dat deden wij in een iets goedkopere winkel in de stad.
"Wil je nu nog een pizza?" vroeg Hannah na een tijdje. Verbaast keek ik haar aan. "Het is al acht uur." voegde ze toe. Mijn ogen schoten wijd open, ik kon maar niet geloven dat ik zolang op school had gezeten. Nog steeds verbaasd schudde ik mijn hoofd. Ik zou wel n schaaltje yoghurt nemen of zo, maar pizza had ik spontaan geen trek meer in. "Heb je niet gegeten op school dan?" vroeg ze zonder op te kijken van de weg.
"Nee," begon ik mijn antwoord, "ik had geen besef van tijd."
Hierdoor barste Hannah in een lachen uit. "Heb je het serieus naar je zin gehad?" wist ze tussen het lachen door uit te brengen.
"N-nee!" schoot ik meteen in de verdediging. Ik voelde me stom dat ik dat had gezegd, hoe kon ik dat toch ook.
Kagayaiteiru Miraii terasu hikari