Between a rock and a hard place

Reizen naar verre landen en vreemde beschavingen. Is de reis belangrijk of juist de bestemming? Laat je meeslepen met de heldhaftige personages.
Plaats reactie
Aislin
Potlood
Potlood
Berichten: 50
Lid geworden op: 19 sep 2013 18:56

Ik voel zijn adem op mijn nek. Het is warm en vochtig. Mijn nekharen staan overeind. Het is donker. Te donker. Zijn gezicht is niet meer dan een reflectie in een vies raam. Het enige wat ik kan zien is het beste deel van hem. Zijn lippen. Dat, naast zijn mooie groene ogen. Ze zijn doordringend en ontroerend. Een rilling gaat over mijn lijf als zijn lippen mijn nek raken.
"Ik kan niet." mompel ik. Ondanks dat ik weet dat ik het niet moet doen, dat ik weg moet. Hij heeft mij compleet in zijn macht. Ik kan hem niet weerstaan.
"Vergeet ze Storm. Vergeet ze allemaal." fluister hij met zijn duistere stem. De stem van verleiding. "We kunnen samen zijn."
"Dat weet ik." zeg ik. "Maar kan ik ze zomaar achter laten?" Mijn vader, moeder. Mijn broers leven niet meer. Een jaar geleden zijn ze omgekomen tijdens een explosie in de mijn. Ze werkte niet in de mijn, ze waren daar om iemand op te pakken. Om hun dood heb ik niet gerouwd. Om de dood van de andere onschuldige mannen in de mijn wel.
"We weten allebei dat je hier weg wilt." fluistert hij in mijn oor.

Ik open mijn ogen en vind mezelf in mijn bed. Langzaam strek ik mezelf uit. Weer zo'n droom. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht. Vandaag zie ik Gale weer. Hij is mijn beste vriend, is hij altijd al geweest. Sinds het moment dat we elkaar ontmoette konden we goed met elkaar opschieten. Hij is de enige die mij begrijpt. En de jongen uit mijn droom, maar die is niet echt, Gale daarentegen wel. Mijn voeten raken de koude houten vloer. Ik was mijn gezicht met het water uit de schaal die op de kast staat. Met een handdoek dep ik mijn gezicht droog. Mijn spiegelbeeld staart me aan. Ik ben best knap. Met mijn blonde krullen, vlekken loze huid, volle roze lippen en blauw groene ogen. Uit de kast pak ik een bruine broek en zwart t-shirt. De stof zit strak tegen mijn huid en zorgt ervoor dat je mijn perfecte slanke figuur ziet. Zonder er moeite voor te hoeven doen zie ik er mooi uit. Met mijn voeten schiet ik in mijn kleine bruine laarzen.
Beneden is niemand. Gelukkig. Mijn ouders, tenminste als het mijn echte ouders zijn, houden er niet van dat ik weg ga. De mensen uit het dorp aanbidden mij, maar verafschuwen de rest van mijn 'familie'. Eerst wilde Gale geen vrienden zijn. Hij dacht eerst dat ik net zo was als hun. Met veel moeite heb ik het tegen deel kunnen bewijzen.
De zon brand op mijn huid. De vogels fluiten hun bekende liedje in de boomtoppen. Genietend van de natuur loop ik naar de plek waar ik met Gale heb afgesproken. Het is een afgelegen plek in het bos. Ik ga tegen een boom op de grond zitten.
Een breede jongen met sterke jukbeenderen en donker bruin kort haar komt achter een boom vandaan. Het is Gale. Met een grijns op zijn gezicht kijkt hij me aan.
"Goedemorgen, vreemdeling." zegt Gale terwijl hij me omhoog helpt. "Ik heb je een tijd niet gezien." zegt hij nu wat serieuzer. "Ben je oké?"
Als iemand die vraag moest stellen ben ik wel diegene die het aan hem moet vragen. Hij is diegene met de arme ouders die stiekem moeten jagen voor de kost. Ik daarentegen heb ouders die het hoofd zijn van de bewakers. Dus wij hebben eten genoeg. Maar hij is altijd zo zorgzaam en zo beschermend over mij.
"Mijn ouders hielden me de laatste dagen te goed in de gaten. Ik kon gewoon niet weg glippen." antwoord ik, "En natuurlijk ben ik oké." Met een mysterieuze glimlach kijk ik hem aan.
"Wat is het?" vraagt Gale.
Als antwoord haal ik een pakje met koffie bonen uit mijn zak. Lachend kijkt hij me aan en neemt de koffie bonen aan. De armere mensen kunnen zich niet zoiets veroorloven zoals koffie. Zo help ik Gale, door hem af en toe wat te geven. Natuurlijk zonder dat mijn ouders het wisten.
"Bedankt." mompelt Gale.
Ik weet dat hij het moeilijk vind om iets van mij aan te nemen. Nu verschijnt er een mysterieuze grijns op zijn gezicht.
"Kom op vertel het Gale. Je weet dat ik hier niet tegen kan!" zeg ik lachend. Hij haald een glinsterend voorwerp uit zijn zak. Het is een medaillon.
"Wouw." mompel ik sprakeloos terwijl Gale achter me gaat staan en het medaillon vast maakt. "Waarom? En hoe?" vraag ik totaal overrompeld. Het is een zilver hart met blauwe graveringen.
"Zeg dat je het mooi vind." zegt Gale alleen.
"Het is onweerstaanbaar mooi." mompel ik het medaillon bekijkend. Een lach verschijnt op mijn gezicht. Ik kijk naar Gale die met zijn perfecte lach terug lacht. Zonder dat we iets hoeven te zeggen tegen elkaar beginnen we aan een wandeling. Het is warm. Ik denk dat ik het nog nooit zo warm heb meegemaakt.
Delamont
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 19
Lid geworden op: 28 dec 2013 19:26
Locatie: Finland

Hey! Leuk idee, hier en daar vielen mij wel wat taalfouten op, dus dacht ik even wat suggesties te doen (:
Aislin schreef: fluister hij met zijn duistere stem.
fluistert
Aislin schreef: Ze werkte niet in de mijn
werkten
Aislin schreef: "We weten allebei dat je hier weg wilt." fluistert hij in mijn oor.
'...weg wilt," fluistert hij ... Normaal plaats je een komma als de zin nog verdergaat, dt komt ook vloeiender over. Dit vergeet je vaker in deze tekst.
Aislin schreef: dat we elkaar ontmoette
ontmoetten
Aislin schreef: En de jongen uit mijn droom, maar die is niet echt, Gale daarentegen wel.
hier besloop me de gedachte dat hij dus wel degelijk echt is, ben ik juist?
Aislin schreef: vlekken loze huid
vlekkeloze (vlekkenloze is ook juist, maar geeft meer nadruk op vlekken)
Aislin schreef: Sinds het moment
Vanaf het begin/direct/vanaf het eerste moment...
Aislin schreef: terwijl hij me omhoog helpt
Hier was ik even verward wat je bedoelde. Misschien zou het met 'me omhoog trekt' iets duidelijker zijn?
Aislin schreef: Mijn ouders, tenminste als het mijn echte ouders zijn, houden er niet van dat ik weg ga. De mensen uit het dorp aanbidden mij, maar verafschuwen de rest van mijn 'familie'.
Is het de bedoeling dat dit onduidelijk overkomt?
Aislin schreef: Hij is diegene met de arme ouders die stiekem moeten jagen voor de kost.
Was je inspiratie Hungergames? :)
Aislin schreef: koffie bonen
koffiebonen
Aislin schreef: kunnen zich niet zoiets veroorloven zoals koffie
zoiets als koffie niet veroorloven
Aislin schreef: Hij haald
haalt
Aislin schreef: zilver hart
misschien zilveren?

Ben benieuwd hoe het eerste stuk precies in de rest van het verhaal past en wat er aan de hand is met haar ouders.. Oh ja, ergens doet me denken aan Fantasy, of blijft alles realistisch?

Sofia
Aislin
Potlood
Potlood
Berichten: 50
Lid geworden op: 19 sep 2013 18:56

We lopen steeds dieper het bos in. We zijn bijna bij de plek waar Gale altijd jaagt. Zijn werpmessen zitten aan de riem om zijn middel. Gale is zo handig met zijn handen. Zeker als er een mes in ligt. Hij kan gooien zonder ooit te missen. Zelf jaag ik niet. Dat is waarschijnlijk ook omdat ik dat nooit hoefde te doen. Wel heeft Gale me geleerd hoe ik moet vissen en vallen kan zetten. En net zoals Gale voel ik mezelf het beste in het bos. Het voelt alsof het de plek is waar ik echt thuis hoor. Daarom ga ik ook zo graag met hem mee jagen. Normaal gaan we altijd in de zomer in de rivier zwemmen, maar dit jaar hebben we het nog niet gedaan. Misschien dat hem iets dwars zit. Gale is niet iemand die echt over zijn gevoelens praat. Al weet ik zeker dat hij vol zit met gevoelens. Hij is gewoon moeilijk te doorgronden.
Vliegensvlug pakt Gale een mes uit zijn riem en gooit. Hij raakt een konijn precies in zijn buik. Hij loopt naar het konijn, haalt zijn mes eruit en stopt zijn mes weer in zijn riem. Het konijn draait hij de nek om. Ergens vind ik het wel zielig voor het konijn, maar er zijn zoveel mensen hier die honger leiden.
"Goed gegooid." complimenteer ik Gale, "Zoals altijd." Mompel ik erachteraan.
We lopen weer veder in stilte totdat Gale opeens over zelfverdediging begint.
"Waarom wil je me trainen?" vraag ik niet begrijpend.
"Er staat iets te gebeuren en je moet voorbereid zijn." antwoord Gale.
"Wat gaat er gebeuren?" vraag ik en stop met lopen.
Gale kijkt moeilijk. "Ik kan het je niet uitleggen."
"Wat verwacht je van me?" vraag ik boos, "Dat ik getraind wordt omdat jij een of andere vage theorie hebt die je niet eens met mij wil delen? Ik dacht dat je mij kon vertrouwen." Dat laatste was misschien niet het slimste om te zeggen. Zijn gezicht verstrakt. Dat is iets wat Gale altijd doet als hij boos is.
"Ik probeer je alleen maar te beschermen Storm." zegt Gale nors, "Er gaat rond dat er onbekenden op weg zijn hier naartoe. We weten niet wat ze willen. En waarschijnlijk zijn ze slecht gezind."
Ik schud mijn hoofd. Welke onbekenden?
"Oke." zeg ik. Hij sluit zijn armen om mij heen en ik leg mijn hoofd tegen zijn borstkas aan. Zo blijven we even staan totdat hij een stap achteruit doet.
"Ik wil gewoon niet dat er iets met je gebeurt." zegt Gale met een doordringende stem.
"Ik kan wel voor mezelf zorgen Gale." zeg ik zacht, "Dankzij jou wel." Ik kijk hem aan. Zijn gezicht staat niet meer strak, eerder alsof hij diep in gedachten is.
We lopen verder het bos in. "Maar als je mij wilt trainen. Wanneer gaan we het doen?" vraag ik. Als het ervoor zorgt dat Gale minder bezorgt is wil ik het wel doen. Gale is eigenlijk alles wat ik echt heb. Naast Gale heb ik geen vrienden en op mijn familie kan ik ook niet echt rekenen. Op zijn gezicht verschijnt weer een glimlach. Het gaat wel niet van harte maar het is een begin.
Plaats reactie

Terug naar “Het Avonturen Pad”