- 1 -
Nog nooit eerder was ik dankbaarder geweest met de geur van vers gezette koffie. Als dat er niet was geweest, lag ik waarschijnlijk nu nog steeds moed te verzamelen om uit bed te komen. Per slot van rekening staat de gemiddelde mens niet om half vijf in de ochtend vrijwillig op. Er is er maar één die dat voor zijn lol doet, en die persoon zat naast mij met een belachelijk opgewekt humeur en een grote grijns op zijn gezicht. Hij kletste honderduit tegen zijn moeder, die onze vuile vaat af stond te wassen in haar witte nachtjapon met roze hartjes.
Het liefst had ik Roy, de persoon in kwestie, een dreun verkocht die hij over een week nog had gevoeld. Ik wist dat hij me dat echter erg kwalijk zou nemen, omdat Kirsten en ik degenen waren die hem in deze situatie hadden gesleept.
Waar was zij eigenlijk? Ik had haar een half uur geleden al wakker gemaakt, maar ze had zich nog steeds niet beneden laten zien. Waarschijnlijk was ze weer in slaap gevallen nadat ik haar had gewekt. Ik kon het haar niet kwalijk nemen; gisteravond waren we pas om twaalf uur naar bed gegaan. De afgelopen week hadden we bij elkaar maximaal twintig uren slaap gehad, maar uiteindelijk eindigde de zomer maar eens per jaar en dat vereiste een groot feest.
“Ah, daar is Cassie!” Caroline Wilde, Roy’s moeder, maakte al aanstalten om naar de hal te lopen. De lichten van de half weggeroeste eend van Cassandra, Roy’s vriendin, gleden langs de muur toen ze het terrein opreed.
“Ik doe de deur wel open,” vermaande Roy haar meteen. Hij krabbelde overeind en glipte langs zijn moeder naar de hal. De voordeur viel achter hem in het slot. Ik kon nog net zien hoe Cassie Roy in de armen viel; ze hadden elkaar bijna drie weken niet gezien, want Cassie had een stage in Europa. Roy was daarom vaak niet in thuis. Vanzelfsprekend wilde hij zo veel mogelijk bij haar zijn. Gelukkig zou ze in de winter haar studie afronden... en dan zou ze weer in haar appartement in Newcliff komen wonen.
Kirsten kwam de trap af gestommeld en duwde met een slaperig gezicht de keukendeur open. Haar kapsel zag eruit alsof er een bom in ontploft was. Onder haar ogen zaten donkere kringen, die nog eens extra werden benadrukt door haar uitgeveegde oogmake-up, die ze klaarblijkelijk gisteravond niet meer van haar gezicht had gehaald.
“Ook goedemorgen,” merkte Caroline droogjes op. “Koffie?” Ze stond al klaar met een volle pot en keek Kirsten vrolijk aan. Ik vroeg me echt af hoe het kon dat Roy en zij in de ochtend zo goedgeluimd waren.
“Graag,” zei Kirsten dankbaar. Ze nam een beker uit de kast en stak die naar haar moeder uit. Het was duidelijk dat ze moeite had om haar ogen open te houden. Moeizaam schoof ze naast me aan tafel en mompelde een nauwelijks verstaanbaar ‘goedemorgen’. Pas toen ze een paar slokken van haar koffie had genomen, begon ze wat wakker te worden. Ze gaapte uitgebreid en wreef in haar ogen, waardoor het zwarte nog erger werd.
Ik grinnikte. “Je ziet eruit als een wandelend lijk,” merkte ik plagend op.
“Logisch toch?” Ze schokschouderde. “Normale mensen staan niet om half vijf in de ochtend op voor stom vrijwilligerswerk...” Ze trok een grimas en streek met haar hand door haar haren. “Waar hangt Roy uit? Is hij ook nog niet wakker?”
Caroline schoot in de lach. “Roy was al om vier uur op, dametje. Hij verwachtte Cassandra.”
“Oh!” Ze ging opgetogen rechtop zitten – de slaap was uit haar ogen verdwenen. “Is ze er al?”
“Ja, ze is net aangekomen. Roy is buiten, met haar. Wacht, Kirsten niet in je...” De keukendeur viel met een dreun dicht. Caroline liet haar handen in haar schoot vallen. “...pyjama.” Beteuterd keek ze naar de dichte keukendeur.
Een glimlach verscheen op haar gezicht. Het was weer vanouds gezellig, zelfs zo vroeg in de ochtend. Nog even en Justin, Carolines man, zou ook uit bed komen rollen. Nu lag hij nog bomen om te zagen – ik kon het zelfs beneden horen – maar zodra hij zou merken dat Cassie weer ‘thuis’ was, zou hij zo beneden zijn. “Ik ga me omkleden,” kondigde ik aan. Ik kon maar beter zorgen dat ik klaar was met mijn bezigheden in de badkamer, voor het weer vechten zou worden. We waren namelijk niet gewend om met vijf man in één huis te leven – Kirsten en ik woonden officieel in Roy’s appartement, omdat hij er bijna nooit was – en vanavond zou dat nóg erger worden, want dan kwam mijn familie, die overigens een goede band hadden met de Wildes, en niet te vergeten mevrouw Bell, onze buurvrouw uit het appartementencomplex. Gelukkig was het huis van Justin en Caroline groot genoeg om er met tien man te bivakkeren voor drie dagen en twee nachten.
“Schiet wel op,” adviseerde Caroline me. “Cassie zal ongetwijfeld nog een douche willen nemen, na zo’n lange autorit. Zorg dat de badkamer beschikbaar is, want ik kan me voorstellen dat ze even wil ontspannen.”
“Ik ben binnen tien minuten klaar,” beloofde ik. Ik glipte de keuken uit en nam de trap naar boven met twee treden tegelijk. Cassandra kwam vanuit Portland – waar haar ouders woonden en waar ze met het vliegtuig geland was, drie dagen geleden – en had een reis van bijna zes uur achter de rug. In Vancouver had ze een vriendin afgezet en van daaruit was ze naar Newcliff gereden, om hier het laatste zomerfestival mee te vieren, zoals we dat elk jaar deden met onze hechte families. Het was echter jammer dat we de laatste paar jaren met minder man waren dan voorheen...