Hoofdstuk 1
31 augustus 1888
Mary Ann wreef haar rokken terug deftig. Ze keek rond. Whitechapel zag er ’s nachts best aantrekkelijk uit. Hoewel het merendeel van de bevolking daar misschien anders over zou denken. Ze keek omhoog. De wolken vormden een kring rond de maan terwijl deze zijn stralen op de aarde losliet. Een wondermooi schouwspel van licht en duisternis. Mary Ann genoot om er naar te kijken. Ze noemde het een wolkenring, niet beseffende wat de echte term er voor was. Het begon frisser te worden. Het was dan misschien wel eind augustus, maar het weer in Engeland deed soms vreemde dingen. ’s Nachts ronddwalen was misschien niet zo’n goed idee geweest, maar ze had geen andere keuze. Toen ze na het afwerken van haar laatste klant wou overnachten in een pension werd ze buitengewerkt omdat ze volgens de uitbater niet genoeg geld opzak zou hebben. Onzin, had Mary Ann gedacht. Ze had aan haar laatste klant genoeg verdient om twee nachten op rij in een duur pension te slapen. Het was haar beroep waarop de uitbater van het pension haar beoordeeld had. Een beroep dat voor vele een zegen is en voor andere een vloek.
Mary Ann was een prostitué, een hoer. Een vrouw die zichzelf en haar lichaam verkocht aan mannen die thuis niet aan hun trekken kwamen en hun behoeften bij haar kwamen bevredigen. Ze vond van zichzelf dat ze die mannen een dienst bewees. Beter zo dan dat ze vrouwen gingen lastig vallen dacht Mary Ann altijd en ze verdiende er nog goed aan ook. De vreemde vereisten van de mannen nam ze er dan maar bij. Haar laatste klant had niet zo’n vreemde wensen gehad. Hij was zeer liefdevol, Mary Ann had hem nog nooit gezien. Hij leek zijn weg niet te kennen in Whitechapel en het was zeker zijn eerste keer geweest. Nu ja, zijn eerste keer dat hij er voor betaalde tenminste.
Het boeide Mary Ann niet zo, stiekem had ze er zelf ook van genoten. De job was snel gebeurd, na nog geen vijf minuten kwam hij klaar en had ze haar geld verdient, maar hij was lief. Hij was anders dan alle andere perverten met wie ze soms de lakens deelde.
Mary Ann vroeg zich af hoe laat het was, ze had er geen notie van. De klok die op de toren van Whitechapel stond was net zoals de rest van de straat, doods. Ze vermoede dat het nu rond zes uur zou zijn. Misschien nog vroeger. Half zes. Ze had het kunnen vragen aan de man die op de hoek stond van de Osborn Street en de Whitechapel Road, maar daar had ze geen zin in. Ze dwaalde liever wat rond, alleen met haar gedachte. Ze sloeg Buck’s Row in. Een steegje gelegen achter Whitechapel. Ze hoopte dat de uitbater van het pension daar haar wel een slaapplaats zou gunnen. Buck’s Row lag er verlaten bij, maar Mary Ann had een beklemmend gevoel. Ze had het gevoel dat iemand naar haar keek. Haar begluurde alsof ze een dier was in de zoo.
Ze keek rond in de steeg. Niemand te bespeuren, ze hoopte dat ze snel aan het pension zou zijn. Normaal voelde ze zich altijd veilig in Whitechapel en omstreken, maar deze keer niet. Ze had het gevoel dat ze gevolgd werd. Waarschijnlijk een potentiële klant die haar niet meteen wou aanspreken maar haar liever volgde tot ze alleen was. Ze was alleen nu, als het een klant had geweest had hij haar nu toch kunnen aanspreken. Waarom deed hij dat niet? Keek hij liever? Waarom zag ze hem niet? Het gevoel bekeken te worden werd sterker. Mary Ann begon sneller te stappen, haar ademhaling versnelde. Ze hoopte dat het pension in de buurt was, dat ze snel van de straat kon.
“Excuseer.”
Een fijne stem achter haar sprak haar aan.
Ze draaide zich om, soepel met de souplesse van een jonkvrouw die een man moet versieren. Ze hoopte dat dit de klant was die haar en centen en een onderkomen kon bezorgen.
Ze keek in de ogen van de persoon die haar had aangesproken. Ze hield haar adem in. Ze keek in hole ogen, ogen die leken op de ogen van de dood. Ze wou gillen, maar er kwam niet uit haar keel.
Het laatste wat ze zag was een schittering, een zilveren straal die op haar afkwam. Toen was er pijn. Daarna was er niets meer.
Doodse stilte.
Thomas Thames tegen Jack The Ripper
De titel nodigde me erg uit om aan je verhaal te beginnen. Het mysterieuze rondom Jack the Ripper vind ik erg leuk en ben dan benieuwd welke invulling je op het verhaal gaat geven. Het eindigt in elk geval spannend 
Ga zo door! Ben benieuwd hoe het verder gaat

Mary Ann wreef haar rokken deftig terugMary Ann wreef haar rokken terug deftig.
Holle ogenZe keek in hole ogen
Ga zo door! Ben benieuwd hoe het verder gaat

- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...
Hoofdstuk 2
Heden
De sirenes loeiden hoog op boven de stad. Een vertrouwd geluid voor zij die er woonden, maar deze keer leek het meer dan anders. Meer geluid, meer licht. Sirenes die van overal leken te komen. Het nieuwtje deed sneller de ronde dan de sirenes zich verplaatste. Er was iets gebeurd. Een moord. Een gruwelijke moord. In de hoerenbuurt. Sommige mensen keken elkaar aan met ogen die zeiden, Dat moest er van komen. Andere hoopte dat er niemand bij betrokken was die ze kenden. De sirenes en zwaailichten leken te zijn samen gekomen. Het geluid dat met overal had gehoord galmde nog na op één plek. De plek van de misdaad. Agenten en medici liepen af en aan. Maar het was te laat, het slachtoffer was al lang dood. Vermoord.
In de straat lag een lichaam, een vrouw van drieënveertig jaar oud. Een vrouw badend in een plas met bloed. Enkel had ze hier zelf geen besef meer van. Een agent en zijn overste stapte op het levenloze lichaam af. Het waren commissaris Kinks en zijn rechterhand, brigadier Loss. Kinks streek zijn lange grijze haar van voor zijn ogen en hoopte dat wat gefluisterd werd onder de agenten maar voor de helft waar was. Hij hoopte met heel zijn lichaam dat het niet was wat men zei. Niet in zijn wijken, geen gruwelijke moorden in zijn wijken. Hij keek zijn blonde collega aan en zag in zijn ogen de zelfde twijfel. Het was jaren geleden dat er nog een moord gebeurd was in de streek. Kinks hoopte het snel te kunnen oplossen, zodat de rust terug kon keren. Ze naderden het lichaam van de vrouw. Naast haar stond de wetsdokter, hij leek het papier dat tussen zijn clipboard zat volledig vol te schrijven.
“Commissaris. Brigadier.” Hij keek de twee bezoekers aan en groette hen.
“Dokter Larry.” Groette Kinks terug. De brigadier knikte enkel maar. Hij kreeg geen woord uit zijn keel bij het zien van het lichaam. Ook Kinks had een grote krop moeten doorslikken.
“Wat weten we dokter?”
“De vrouw die hier ligt heet Kate Frone. Drieënveertig jaar jong. Vermoord met op het eerste zicht een lang mes. Ik zou zeggen een vlijmscherp mes met een lemmet van een goede twintig centimeter. Maar dat kan ik later met meer zekerheid zeggen. Het tijdstip van overlijden situeert zich tussen vijf uur en zeven uur deze morgen, maar zoals u weet is dit slechts giswerk. U kan zien dat de moordenaar lelijk heeft huis gehouden. Haar keel is overgesneden, op het eerste zicht tot aan de halswervel. Zoals u ook kan zien zijn er na de snee in de hals nog enkele steekwonden aangebracht in de buikstreek. Maar ze is met zekerheid gestorven aan het doorklieven van haar hals.” De dokter rammelde de informatie af alsof hij een filmscript van buiten geleerd had.
“Nog iets specifiek?” Vroeg brigadier Loss.
“Momenteel niet, ik onderzoek haar als ze in mijn lab ligt en dan zet ik alles op mail voor jullie.”
“Bedankt dokter.” Kinks groette hem en draaide zich om.
Weg bij het lichaam, weg bij de dood. Hij gebaarde de mensen van de forensische dienst dat ze aan hun werk konden beginnen en stapte terug in zijn wagen. Loss kwam naast hem zitten. Zonder tegen elkaar te spreken reden ze de donkere stad in, terug naar waar ze vandaan kwamen. Het politiekantoor. Klaar om te starten met een onderzoek waarvan Kinks nu al wist dat het wel eens lang zou kunnen duren.
Heden
De sirenes loeiden hoog op boven de stad. Een vertrouwd geluid voor zij die er woonden, maar deze keer leek het meer dan anders. Meer geluid, meer licht. Sirenes die van overal leken te komen. Het nieuwtje deed sneller de ronde dan de sirenes zich verplaatste. Er was iets gebeurd. Een moord. Een gruwelijke moord. In de hoerenbuurt. Sommige mensen keken elkaar aan met ogen die zeiden, Dat moest er van komen. Andere hoopte dat er niemand bij betrokken was die ze kenden. De sirenes en zwaailichten leken te zijn samen gekomen. Het geluid dat met overal had gehoord galmde nog na op één plek. De plek van de misdaad. Agenten en medici liepen af en aan. Maar het was te laat, het slachtoffer was al lang dood. Vermoord.
In de straat lag een lichaam, een vrouw van drieënveertig jaar oud. Een vrouw badend in een plas met bloed. Enkel had ze hier zelf geen besef meer van. Een agent en zijn overste stapte op het levenloze lichaam af. Het waren commissaris Kinks en zijn rechterhand, brigadier Loss. Kinks streek zijn lange grijze haar van voor zijn ogen en hoopte dat wat gefluisterd werd onder de agenten maar voor de helft waar was. Hij hoopte met heel zijn lichaam dat het niet was wat men zei. Niet in zijn wijken, geen gruwelijke moorden in zijn wijken. Hij keek zijn blonde collega aan en zag in zijn ogen de zelfde twijfel. Het was jaren geleden dat er nog een moord gebeurd was in de streek. Kinks hoopte het snel te kunnen oplossen, zodat de rust terug kon keren. Ze naderden het lichaam van de vrouw. Naast haar stond de wetsdokter, hij leek het papier dat tussen zijn clipboard zat volledig vol te schrijven.
“Commissaris. Brigadier.” Hij keek de twee bezoekers aan en groette hen.
“Dokter Larry.” Groette Kinks terug. De brigadier knikte enkel maar. Hij kreeg geen woord uit zijn keel bij het zien van het lichaam. Ook Kinks had een grote krop moeten doorslikken.
“Wat weten we dokter?”
“De vrouw die hier ligt heet Kate Frone. Drieënveertig jaar jong. Vermoord met op het eerste zicht een lang mes. Ik zou zeggen een vlijmscherp mes met een lemmet van een goede twintig centimeter. Maar dat kan ik later met meer zekerheid zeggen. Het tijdstip van overlijden situeert zich tussen vijf uur en zeven uur deze morgen, maar zoals u weet is dit slechts giswerk. U kan zien dat de moordenaar lelijk heeft huis gehouden. Haar keel is overgesneden, op het eerste zicht tot aan de halswervel. Zoals u ook kan zien zijn er na de snee in de hals nog enkele steekwonden aangebracht in de buikstreek. Maar ze is met zekerheid gestorven aan het doorklieven van haar hals.” De dokter rammelde de informatie af alsof hij een filmscript van buiten geleerd had.
“Nog iets specifiek?” Vroeg brigadier Loss.
“Momenteel niet, ik onderzoek haar als ze in mijn lab ligt en dan zet ik alles op mail voor jullie.”
“Bedankt dokter.” Kinks groette hem en draaide zich om.
Weg bij het lichaam, weg bij de dood. Hij gebaarde de mensen van de forensische dienst dat ze aan hun werk konden beginnen en stapte terug in zijn wagen. Loss kwam naast hem zitten. Zonder tegen elkaar te spreken reden ze de donkere stad in, terug naar waar ze vandaan kwamen. Het politiekantoor. Klaar om te starten met een onderzoek waarvan Kinks nu al wist dat het wel eens lang zou kunnen duren.
Leuk vervolg weer! Ben benieuwd waar het heen gaat!
Wat me wel opviel is dat het eerste stukje een beetje overkwam als een opsomming van feiten. Dat komt denk ik vooral omdat je veel korte zinnen gebruikt, die elk een stukje van de situatie laten zien. Ik denk dat het meer verhalender is als je probeert het vanuit de ogen van een persoon te laten zien. Bijvoorbeeld de rechercheur die aankomt en het slachtoffer ziet. Pas ook op dat je niet al informatie weggeeft, voordat iemand het heeft vast gesteld. Je geeft namelijk al aan wat de leeftijd van de vrouw is, terwijl er nog niemand naar gekeken heeft.
Verder, spannend vervolg en ga zo door!
Wat me wel opviel is dat het eerste stukje een beetje overkwam als een opsomming van feiten. Dat komt denk ik vooral omdat je veel korte zinnen gebruikt, die elk een stukje van de situatie laten zien. Ik denk dat het meer verhalender is als je probeert het vanuit de ogen van een persoon te laten zien. Bijvoorbeeld de rechercheur die aankomt en het slachtoffer ziet. Pas ook op dat je niet al informatie weggeeft, voordat iemand het heeft vast gesteld. Je geeft namelijk al aan wat de leeftijd van de vrouw is, terwijl er nog niemand naar gekeken heeft.

Verder, spannend vervolg en ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...
Okee, ik ben een enorme Anglofiel dus alles wat met Engeland te maken heeft heeft sowieso mijn like. Maargoed, je schrijft daarnaast ook nog een super lekker. Zo overzichtelijk, echt een verademing. Alles loopt lekker synchroon (de tijd waarin het gebeurt) en je beschrijvingen komen, okee dit kan heel raar klinken, een soort van 'kalm' op mij over. Gepast, niet teveel, gewoon goed. Ga zo door, ik volg je verhaal!
Hoofdstuk 3
Heden
Negen dagen na de vondst van het lichaam van Kate Frone werden nog een ander lichaam ontdekt. Dat van Valerie Coen. Ook zij werd vermoord met een lang mes. En teruggevonden in de wijk van commissaris Kinks. In de tuin van een onbewoond huis. Een huis dat al jaren te koop stond. De werkwijze van de moordenaar was dezelfde geweest. Het oversnijden van de keel tot aan de halswervel. De moordenaar moest enorm veel kracht achter deze beweging gezet hebben. Het grote verschil tussen beide lichamen was dat bij het lichaam van Valerie de baarmoeder verdwenen was. Ze was uit het lichaam gesneden met een precisie van een chirurg. Kinks had zijn mannen meteen de opdracht gegeven op zoek te gaan naar chirurgen of dokters die uit de orde van geneesheren gezet waren, maar dat had tot nu toe nog niets opgeleverd.
“Nog een moord en we kunnen spreken over een seriemoordenaar.” Brigadier Loss vatte de zaak gevat samen.
“Ik hoop van niet, maar vrees er voor.” Kinks keek niet op van achter zijn computerscherm toen hij dat zei.
“Buiten het feit dat de moordenaar de keel van de slachtoffers oversnijdt met een enorme kracht en dat hij ook iets kent van chirurgie, weten we niet veel. Wie zegt trouwens dat we te maken hebben met één moordenaar. Waarom werd er bij het eerste lichaam niets verwijderd?”
Loss keek hem vragend aan. Hij was er steeds van uitgegaan dat ze te maken hadden met één moordenaar wiens werkwijze was geëvolueerd, maar de commissaris had misschien wel de nagel op de kop geslagen toen hij het had over twee moordenaars. Wat als ze te maken hadden met twee moordenaars die een spel speelden met elkaar. Loss legde zijn idee voor aan Kinks. Samen werkte ze het verder uit. Ze zouden het de dag nadien voorleggen op de teammeeting. Door hun druk verzamelen van informatie hoorde ze de telefoon niet die rinkelde. Het was Loss die uit de hypnose van het werk ontwaakte en hem opnam. Kinks keek op toen hij zijn brigadier het gesprek hoorde voeren. Loss werd bleek. Bleker dan hij al was. Hij keek Kinks aan. Met ogen die afschuw uitstraalde. Ogen die lieten blijken da er iets ernstig gebeurd was. Kinks kon in zijn ogen zien dat het niet bij twee slachtoffers gebleven was. Loss legde trillend de telefoon terug. Hij keek Kinks aan. Er waren geen woorden nodig om te verwoorden wat er net gebeurd was.
“Waar?” Kinks vroeg dit met een aarzeling.
“Niet ver van de eerste twee.”
Ze stapten het kantoor uit en Loss reed de wagen naar de plaats van de misdaad. De zwaailichten van de combi’s waren uit. Er klonken geen sirenes. Iedereen wist dat dit het derde slachtoffer op rij was. En iedereen wist dat er nog geen spoor van de dader was. Over het lichaam was een wit doek gelegd. De lijkschouwer was blijkbaar al klaar met zijn werk. Hij kwam in de richting van Kinks en Loss gestapt. Toen hij bij hen aankwam knikte hij als symbool van begroeting en nam hij zijn clipboard tevoorschijn.
“Zelfde werkwijze als bij de twee voorgaande. Een langwerpig vlijmscherp mes. Zoals ik al eerder zei schat ik het lemmet iets van een twintig centimeter. Deze keer is er niets verwijderd. Enkel de hals werd overgesneden. Net zoals bij onze vorige slachtoffers, tot aan de halswervel. En net zoals onze vorige slachtoffers is deze Cleo Kindler een prostitué. Heren, ik geloof dat we te maken hebben met een seriemoordenaar. Het derde slachtoffer op rij. Veel geluk in jullie onderzoek. Ik probeer zo snel mogelijk de resultaten van de lijkschouwing om mail te zetten.”
Hij liep terug in de richting van zijn wagen en zonder omkijken vertrok hij, Loss en Kinks verweesd achterlatend. Na het vertrouwde teken aan de forensische dienst, vertrokken ook zij in richting van hun kantoor. Klaar om weer aan het werk te gaan en hopend dat ze deze beul snel zouden kunnen pakken. Het was een ijle hoop, een hoop die Kinks al had opgegeven bij het tweede slachtoffer. Ze waren net de straat uit toen de GSM van Kinks overging. Hij nam op en na een gesprek van slechts enkele woorden deed hij teken aan Loss om rechtsomkeer te maken.
“Nummer vier.” Zei hij “Hals overgesneden, baarmoeder en linker nier verdwenen.”
Hij staarde star voor zich uit terwijl de wagen koers zette richting de plaats van de misdaad.
Heden
Negen dagen na de vondst van het lichaam van Kate Frone werden nog een ander lichaam ontdekt. Dat van Valerie Coen. Ook zij werd vermoord met een lang mes. En teruggevonden in de wijk van commissaris Kinks. In de tuin van een onbewoond huis. Een huis dat al jaren te koop stond. De werkwijze van de moordenaar was dezelfde geweest. Het oversnijden van de keel tot aan de halswervel. De moordenaar moest enorm veel kracht achter deze beweging gezet hebben. Het grote verschil tussen beide lichamen was dat bij het lichaam van Valerie de baarmoeder verdwenen was. Ze was uit het lichaam gesneden met een precisie van een chirurg. Kinks had zijn mannen meteen de opdracht gegeven op zoek te gaan naar chirurgen of dokters die uit de orde van geneesheren gezet waren, maar dat had tot nu toe nog niets opgeleverd.
“Nog een moord en we kunnen spreken over een seriemoordenaar.” Brigadier Loss vatte de zaak gevat samen.
“Ik hoop van niet, maar vrees er voor.” Kinks keek niet op van achter zijn computerscherm toen hij dat zei.
“Buiten het feit dat de moordenaar de keel van de slachtoffers oversnijdt met een enorme kracht en dat hij ook iets kent van chirurgie, weten we niet veel. Wie zegt trouwens dat we te maken hebben met één moordenaar. Waarom werd er bij het eerste lichaam niets verwijderd?”
Loss keek hem vragend aan. Hij was er steeds van uitgegaan dat ze te maken hadden met één moordenaar wiens werkwijze was geëvolueerd, maar de commissaris had misschien wel de nagel op de kop geslagen toen hij het had over twee moordenaars. Wat als ze te maken hadden met twee moordenaars die een spel speelden met elkaar. Loss legde zijn idee voor aan Kinks. Samen werkte ze het verder uit. Ze zouden het de dag nadien voorleggen op de teammeeting. Door hun druk verzamelen van informatie hoorde ze de telefoon niet die rinkelde. Het was Loss die uit de hypnose van het werk ontwaakte en hem opnam. Kinks keek op toen hij zijn brigadier het gesprek hoorde voeren. Loss werd bleek. Bleker dan hij al was. Hij keek Kinks aan. Met ogen die afschuw uitstraalde. Ogen die lieten blijken da er iets ernstig gebeurd was. Kinks kon in zijn ogen zien dat het niet bij twee slachtoffers gebleven was. Loss legde trillend de telefoon terug. Hij keek Kinks aan. Er waren geen woorden nodig om te verwoorden wat er net gebeurd was.
“Waar?” Kinks vroeg dit met een aarzeling.
“Niet ver van de eerste twee.”
Ze stapten het kantoor uit en Loss reed de wagen naar de plaats van de misdaad. De zwaailichten van de combi’s waren uit. Er klonken geen sirenes. Iedereen wist dat dit het derde slachtoffer op rij was. En iedereen wist dat er nog geen spoor van de dader was. Over het lichaam was een wit doek gelegd. De lijkschouwer was blijkbaar al klaar met zijn werk. Hij kwam in de richting van Kinks en Loss gestapt. Toen hij bij hen aankwam knikte hij als symbool van begroeting en nam hij zijn clipboard tevoorschijn.
“Zelfde werkwijze als bij de twee voorgaande. Een langwerpig vlijmscherp mes. Zoals ik al eerder zei schat ik het lemmet iets van een twintig centimeter. Deze keer is er niets verwijderd. Enkel de hals werd overgesneden. Net zoals bij onze vorige slachtoffers, tot aan de halswervel. En net zoals onze vorige slachtoffers is deze Cleo Kindler een prostitué. Heren, ik geloof dat we te maken hebben met een seriemoordenaar. Het derde slachtoffer op rij. Veel geluk in jullie onderzoek. Ik probeer zo snel mogelijk de resultaten van de lijkschouwing om mail te zetten.”
Hij liep terug in de richting van zijn wagen en zonder omkijken vertrok hij, Loss en Kinks verweesd achterlatend. Na het vertrouwde teken aan de forensische dienst, vertrokken ook zij in richting van hun kantoor. Klaar om weer aan het werk te gaan en hopend dat ze deze beul snel zouden kunnen pakken. Het was een ijle hoop, een hoop die Kinks al had opgegeven bij het tweede slachtoffer. Ze waren net de straat uit toen de GSM van Kinks overging. Hij nam op en na een gesprek van slechts enkele woorden deed hij teken aan Loss om rechtsomkeer te maken.
“Nummer vier.” Zei hij “Hals overgesneden, baarmoeder en linker nier verdwenen.”
Hij staarde star voor zich uit terwijl de wagen koers zette richting de plaats van de misdaad.