De Zoektocht

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Dit verhaal is een voorloper op De Wereld van Orde en Chaos (voor mensen die dat nog kennen xD). Omdat het helaas zo moeilijk is om een langer verhaal af te krijgen zijn Jodie en ik overgestapt op korte verhalen die meer inzicht geven in de karakters van het hoofdverhaal. En omdat van mijn karakters alleen Niehics verleden interessant is om uit te werken zonder te veel te verraden prop ik hem telkens in mijn verhalen xD
Goed nieuws: het verhaal is afgeschreven! Dus ik kan op vaste dagen posten :D dat worden de donderdag en de maandag, waarbij het met carnaval wat anders kan lopen dan gepland :p Als jullie iets niet snappen moet je het gewoon zeggen. Het kan wel zijn dat ik op sommige dingen geen antwoord kan geven omdat die juist een mysterie voor het hoofdverhaal moeten blijven :p

Het verhaal begint zo'n dertig jaar na de splitsing van de wereld in de Bovenwereld, de plek van orde, en de Laaglanden, waar chaos heerst...
----------
De Zoektocht
Hoofdstuk 1
“Waar is het midden van dit dorp?”
De oude man aan wie Niehic het vroeg ging gewoon door met het aanharken van zijn tuintje, ondertussen Niehic strak in de ogen kijkend. Na een paar seconden kreeg Niehic door dat hij geen antwoord zou krijgen. Hij rolde geïrriteerd met zijn ogen en liep verder.
Het smalle zandpad kwam uit op een open stuk tussen de krakkemikkige huisjes door. In tegenstelling tot de meeste dorpjes stond er geen put, maar dit gehucht was de naam dorp ook nauwelijks waard. Kinderen zaten elkaar gillend achterna, de meesten gekleed in niets meer dan hun eigen huid. Een paar oudjes zaten op een stoel van de zon te genieten, de rest was druk bezig met de moestuintjes, wol spinnen of hout vlechten voor de muren.
Niehic baande zich een weg door de wolk kinderen heen en ging staan op wat hij het midden van het plein schatte. Hij sloot zijn ogen en concentreerde zich op zijn ademhaling. Het gejoel en gelach van de kinderen verdween. Langzaam draaide hij om zijn as, zijn innerlijke gevoel reikend naar de verte.
Niets.
Hij probeerde het nog een keer, maar wist diep vanbinnen dat het tevergeefs was. Hij had zijn kans verspild toen hij een jaar geleden weigerde naar de Bovenwereld te gaan. Goden waren niet vergevingsgezind.
Een handje dat aan zijn tuniek trok haalde hem uit zijn concentratie. Een meisje keek hem met grote, bruine ogen vanuit een met vlekken besmeerd gezicht aan.
“Wat doe je?”
Hij trok zich los. “Niets,” gromde hij.
“Is dat een luit?” vroeg een ander meisje. “Wil je een liedje voor ons spelen?”
“Niet voor jou.”
“Weet je, vreemdeling,” klonk een nieuwe stem, voller en vrouwelijker deze keer. Niehic draaide zich om. Een vrouw met lang zwart haar in twee vlechten duwde haar borsten bijna tegen zijn arm aan, “in de herberg houden ze wel van iemand die muziek maakt. Je zou zomaar een gratis overnachting kunnen krijgen.”
Niehic wierp een blik op de zogenaamde herberg. Een van de dorpelingen had een paar extra kamers in zijn huis gemaakt voor de weinige reizigers die ooit door dit dorp kwamen. Het zag er net zo bouwvallig uit als de rest en had niet eens een naam, alleen een uithangbord met een bed erop geschilderd.
“Ik speel niet.”
Zonder nog enige aandacht aan de vrouw of de kinderen te schenken liep hij naar de herberg toe. De rook van de vuurplaats beet in zijn ogen toen hij naar binnen stapte. De gelagkamer was klein: er was maar ruimte voor drie tafels en een paar krukken. Er zaten vier mannen in de hoek te dobbelen met een bierkroes binnen handbereik. Een breedgeschouderde man kwam overeind. Zijn bruine baard overwoekerde zijn gezicht.
“Wil je overnachten, vreemdeling?”
Niehic knikte.
“Drie koperstukken, vijf voor eten en drank. Twee vooraf betalen.”
Het voordeel van afgelegen herbergen was dat ze niet veel vroegen. Niehic haalde zijn geldbuidel tevoorschijn. Zijn humeur daalde nog verder. Er zat niet veel meer in: maar één zilverstuk en acht koperstukken. Het zou niet lang duren voordat er niets meer van zijn eerdere rijkdom over was.
De goden van het lot waren wreed. Hoe konden ze verwachten dat hij zijn lot kon vervullen als hij gebonden was aan werk?
Hij gaf de herbergier zijn koper en liep daarna naar de tafel die zo ver mogelijk van de andere mannen af was. Ze wierpen hem een blik toe, maar stelden geen vragen. Het enige voordeel aan de Laaglanden. Niemand was in je geïnteresseerd.
Niehic haalde zijn luit en rugzak van zijn rug af en zette ze voorzichtig tegen de muur aan. Zijn hand streek haast verlangend over het gladde hout, maar hij draaide zich om en ging op de kruk zitten. Zijn luit was het enige wat hem nog herinnerde aan vroeger. Hij wilde pas weer spelen als alles hersteld was. Als de goden van het lot hem dat toestonden.
De herbergier zette een kroes donkerbier en een bord met eten voor hem neer. Hongerig viel Niehic aan, ondertussen grote slokken nemend van het kruidig smakende bier. De herbergier ging weer bij de mannen zitten en het dobbelspel zette zich voort.
Halverwege zijn maaltijd ging de deur open en stapte er een vrouw naar binnen. Ze had een bos wild bruin haar en haar kleren waren van dierenvellen gemaakt, nauwelijks versierd en met een touw om haar middel gebonden.
Niehic voelde zich verbleken. Had de drakenstam hem in deze uithoek ook al weten te vinden?
Hij sprong overeind en greep zijn spullen. De vrouw snelde op hem af, haar lege handen hoog opgestoken.
“Wacht. We willen praten.”
Na de fout die hij had gemaakt die hen hun macht had gekost? Hij lachte schamper. “Ja, natuurlijk. En na het praten eindig ik in een drakenbuik. Ga aan de kant.”
Ze hief haar kin op en zette haar armen in haar zijde. Niehic voelde energieën in zijn buik om elkaar heen kolken; het kleine beetje macht dat hem nog was toegestaan. Haar ogen sperden zich wijd open toen ze doorkreeg wat hij aan het doen was. Ze opende haar mond, maar het was te laat. De energie had zich door zijn hele lichaam verspreid.
Niehic blies. Zijn adem was een witte wolk die zich om haar gezicht heen wikkelde. Een ademteug later en ze zakte in elkaar.
De magie trok zich terug en liet een leeg en vermoeid gevoel achter. Hij nam een slok bier. De herbergier was naar de vrouw toegelopen en spuugde naast haar bewegingloze lichaam. “Drakentuig.” Hij haalde een mes tevoorschijn. “Dat zal ze leren om in mensengebied te komen.”
“Je laat haar leven. Hou die barbarenmanieren voor je.”
De herbergier keek op, zijn gezicht dreigend vertrokken bij het horen van de walging waarop Niehic de woorden had uitgesproken. Te laat realiseerde Niehic zijn vergissing. Hij tastte in zijn buidel en gooide de man twee koperstukken toe.
“Voor haar leven en jouw ongemak. En nog drie voor een ongeslapen nacht.”
De herbergier knikte langzaam. Niehic hees zijn luit beter op zijn schouder en stapte over de vrouw heen naar buiten toe. Hij had geen idee of ze het zou overleven, Laaglanders kwamen beloften vaker niet dan wel na. Misschien dat deze zich wel verplicht voelde door het geld.
Hij zuchtte en liep de richting in tegenovergesteld waarvan hij vandaan kwam. De mensen keken verrast op bij het zien dat hij het dorp verliet. Niet veel reizigers durfden het aan om in het donker in de bossen te zijn. Hij kon niet anders.
En opeens was het daar. Het gevoel alsof iemand een haak in zijn buik had geslagen en hem met kleine rukjes naar zich toe trok. Hij lachte opgelucht. De goden hadden hem weer een kans gegeven.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Leuk begin van je verhaal ken Een Wereld van Orde en Chaos niet maar hopelijk zal me dat niet te veel in de weg zitten.

Je geeft al een aantal dingetjes weg over de wereld waaronder hoe Niehic denkt over Laaglanders. Ik heb bij veel verhalen dat de wereld mij meer interesseert dan het personage maar dat komt mede door een te vlak personage. Hier ook al krijg je denk ik meer informatie over de wereld dan Niehic ben ik nieuwsgieriger naar wat er een jaar geleden met hem is gebeurd en hoe de magie die hij beheerst precies werkt/wat het vergt om te gebruiken.

Ben erg benieuwd naar het vervolg tot maandag!
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Jeeeej, ik heb een lezer :D woeeeeh! En ik hoop ook dat je dit verhaal zonder al te veel moeite kunt lezen. En zoniet: vraag maar raak :p
----------



Hoofdstuk 2


Het met zon bespikkelde pad leek te golven bij elke stap die Niehic zette. Hij onderdrukte een gaap en wreef voor de zoveelste keer in zijn ogen. Het hielp even.
Hij reisde nu al bijna een week door het woud en was nog niet één keer een dorpje tegen gekomen. Het gevoel trok nog steeds aan zijn buik, niet sterker en niet zwakker dan eerst. Hij was als de dood om het kwijt te raken. Het was hem al zo vaak eerder overkomen. Op het moment dat hij iemand aansprak of als hij besloot om het rechterpad te pakken in plaats van het linker.
Dit zou zijn laatste kans zijn, hij wist het zeker. De goden hadden niet zoveel geduld dat ze jarenlang hem hints in de schoot zouden strooien. Na een tijdje was het gewoon op.
Zijn ogen vielen dicht. Hij schudde zijn hoofd en deed ze weer open. Al die tijd dat hij dit pad volgde had hij nauwelijks geslapen. Hij had het geprobeerd, maar zijn onbewuste was veel te angstig dat hij het spoor kwijt zou raken.
Een wezen raasde door de struikjes. Niehic ving net een glimp op van een lang, slank lichaam, wat al snel werd gevolgd door een paar andere. Zo diep in het woud waren er altijd veel chaoswezens. Hij had met wat magie zijn geur verborgen: hij had geen zin in gezelschap. Niet dat ze hem aanvielen, maar elke blik op een van die lelijke gezichten was er één te veel.
Het smalle pad maakte een bocht naar rechts en werd onderbroken door een ondiep beekje. Niehic knielde neer bij de oever en spatte wat water in zijn gezicht en vulde meteen ook zijn waterzak. Met krakende spieren kwam hij overeind. Nu hij zo stilstond voelde hij pas goed hoe moe hij was.
Even wat uitrusten kon geen kwaad. Hij liep naar een boom met brede stam toe, zette zijn spullen voorzichtig neer en liet zich tegen de bast aan zakken. Al snel sloten zijn ogen zich. Hij probeerde nog wakker te blijven, maar het was alsof er gewichtjes aan zijn oogleden hingen. Hij gleed in een droomloze slaap.
Toen hij weer wakker werd voelden zijn voeten koud aan. Hij opende zijn ogen en zag tot zijn verrassing dat zijn laarzen weg waren. Geschrokken sprong hij overeind. Ook zijn rugzak en luit waren verdwenen.
“Nee, nee, dat meen je niet,” mompelde hij paniekerig tegen zichzelf. Hij liep een rondje om de boom, zocht in de bosjes, maar zijn spullen waren nergens te vinden. Opeens besefte hij zich iets. Ook het gevoel was weg.
Alle energie stroomde uit zijn lichaam. Hij sloeg zijn handen voor zijn gezicht en probeerde de tranen die achter zijn ogen prikten niet te laten vloeien. Wat kon hij doen om alles weer goed te maken?
Zijn enige hoop was dat de dief niet ver weg was. Niehic had geluk dat de oever modderig was: de voetstappen van zijn overvaller vertelden hem dat de dief alleen was en in welke richting hij ging. Zonder al te veel vertrouwen begon Niehic aan de achtervolging.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Weet niet of ik medelijden met Niehic moet hebben. Vind eigenlijk dat het zijn eigen schuld is omdat hij gaat slapen terwijl hij ziet dat hij niet alleen is.
Dat gevoel wat Niehic in zijn buik heeft roept enige vraagtekens bij mij op. Eerst dacht ik dat het een honger gevoel was maar als snel stapte ik van die gedachte af. Wie wil nu niet zijn honger gevoel kwijtraken. Toen herinnerde ik me een van de laatste zinnen van het vorige hoofdstuk. Als ik het zo goed bekijk krijgt Niehic daar dat gevoel waarvan ik nog steeds niet weet wat het is en wat de achterliggende reden er van is maar misschien hoort dat en volgt het antwoord later.

Over al te veel moeite of niet. Ik heb eigenlijk totaal geen moeite om je verhaal te lezen. Je schrijft prettig. Je zinnen lezen lekker weg en het is niet dat ik struikel over bepaalde zinsconstructies. Het enige wat ik jammer vind is dat je stukje vrij kort is haha. Ik had het snel gelezen door boven genoemde redenen en wil dan ook meteen doorlezen maar dat is vaak vrij lastig op een forum.

Ik heb helaas niet echt inhoudelijke dingetjes. Ben geen grammatica en spelling wonder dus hoop wanneer het verhaal wat verder gevorderd is vooral te letten op de verhaallijn(en) en de (dis)continuïteit in je verhaal.

Tot donderdag ;)

Ga zo door!
Delamont
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 19
Lid geworden op: 28 dec 2013 19:26
Locatie: Finland

Nice! Las super snel door :D En over het verhaal: ik kreeg het idee dat hij zijn connectie met de goden kwijt was en daardoor niet zoveel magie kan gebruiken?
Is de wereld van Orde en Chaos op deze site te vinden? Ben best benieuwd :3 En ik blijf dit verhaal sowieso volgen (:

Sofia
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Glenn: Sorry dat het zo kort is, ik wilde niet al te snel door m'n stukjes heen zijn xD het zijn maar 8,6 k woorden. Best weinig. Oh, en de chaoswezens pikken geen spullen, die willen alleen maar blooeeeeeed :twisted: dus voor Niehics gevoel is-ie alleen, daarom dat ie dus ook gaat slapen. En het gevoel had nu eigenlijk al duidelijk moeten zijn, bedankt dat je het aanwijst! Hm, hoe ga ik dat erin proppen :| Het is voor Niehic een teken dat hij de goede kant op aan het gaan is om zijn lot te vervullen. Een soort heel slecht afgesteld richtingssysteem xD nu wat duidelijker? :/
@ Sofia: Jeeeej, een tweede lezer :D En je hebt het helemaal goed, 10 punten voor jou! De wereld van orde en chaos (ik moet daar echt een afkorting voor verzinnen die te begrijpen valt --') is indd op de site te vinden: http://onlineverhalen.nl/forum/viewtopic.php?f=7&t=7176 . Het is een verhaal wat nu in de herschrijf zit en daar eigenlijk al veel te lang zonder enige progress zit. Ooit zullen Jodie en ik het afkrijgen, ooooooit! xD Niehic is daar trouwens wel heel anders karakter dan in dit verhaal, hoe ie zo anders wordt wordt eigenlijk in dit verhaal uitgelegd :p
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

De maan trok aan de hemel langs en liet de zon haar plaats innemen. Nog steeds had Niehic de overvaller niet in weten te halen. Het pad werd steeds smaller; de struiken breidden hun territorium ongehinderd uit.
Opeens hoorde hij een geluid: het klonk als de aanvalskreten van een familie morders. Waren de goden hem deze dag gunstig gezind?
Niehic begon te rennen. Met elke stap werden de kreten luider. Af en toe kon hij een mannenstem horen die met woordeloze schreeuwen probeerde de morders af te houden. Niehic grijnsde. Zo te horen was zijn dief geen goede vechter: morders waren lafaards die bij de minste tegenstand wegrenden. Niehic hoefde maar te wachten totdat de wezens de dief hadden gedood en dan kon hij al zijn spullen weer terugpakken.
Het pad maakte een scherpe bocht naar rechts. Niehic gluurde om de struikjes heen. Op een tiental meters afstand van hem zwaaide een slanke man met een zwaard om zich heen. Zijn bruine haar was in een vlecht gebonden die met elke wilde beweging over zijn rug kronkelde. Achter de man, tegen een boom aan, zag Niehic zijn luit en rugzak staan.
Voor de dief stonden twee morders: moeder en dochter. Het waren wezens met een misvormde menselijke bouw. De achterste poten waren te kort en de tenen te lang. Het bovenlichaam was breed, alsof er een bochel in de rug zat. De neus was platgedrukt tegen het gezicht aan en de rode ogen lagen diep. Hun mond was een gapend gat wat gebruikt werd om zich vast te zuigen aan hun prooi en een verlammend gif naar binnen te brengen.
“Hyaaa! Jaaaah!”
De stem van de man werd met iedere kreet zwakker en het zwaaien van zijn zwaard langzamer. De morders wachtten geduldig, net zoals Niehic. Het zou niet lang meer duren.
Hijgend liet de man het zwaard zakken. “Kom dan. Ik wil tenminste een van jullie meenemen in mijn dood.”
De grootste morder richtte zich op en sloeg met een bijna lui gebaar het zwaard uit de mans greep. Al het bloed trok uit zijn gezicht weg. Met opgeheven handen wankelde hij achteruit.
Tot zijn verrassing voelde Niehic hoe de magie in zijn buik tot leven kwam en zich door zijn lichaam heen verspreidde. Zachtjes vloekend sloop hij achter de bosjes vandaan. Waarom kon hij niet gewoon die Laaglander dood laten gaan? Die man zou ook niet aarzelen om hem te laten sterven, om dan vrolijk de kleren van zijn lijf te trekken.
De man wist de uithalen van de morder te ontwijken terwijl Niehic steeds dichterbij kwam. Een takje dat onder zijn voeten knapte maakte echter een einde aan zijn onopgemerkte opmars. De dochter keek om en piepte. Opeens had Niehic ieders volle aandacht.
Hij streek door de lucht. Vuur welde op uit zijn vingertoppen en vormde een zwaard. Hij haalde uit naar de dochter; het vuur brandde dwars door haar schouder heen. Krijsend strompelde ze naar achteren. Voordat hij haar af kon maken sprong de moeder voor haar. De houw verbrandde haar lange armen.
Elke seconde dat Niehic het vuur levend hield zoog het de energie uit zijn lichaam. De vlammen flakkerden. Hij sloeg nog een keer toe. Een streep schuin over haar borst. De morders sloegen krijsend op de vlucht. Net op tijd. De vlammen flakkerden een laatste keer en doofden toen uit.
Uitgeput viel Niehic op zijn knieën en daarna languit op de grond. Twee laarzen –zijn laarzen- kwamen zijn gezichtsveld ingelopen. De dief draaide hem op zijn rug en zodra Niehic in zijn goudkleurige ogen keek voelde hij een ruk achter zijn buik.
“Jij kan mijn lot veranderen,” bracht hij ademloos uit.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Het is me na je uitleg een stuk duidelijker geworden! Dank daarvoor.

Ik kan me vaag herinneren dat wij in een ander topic al eens deze discussie hebben gevoerd maar kan het topic me niet meer herinneren en ben vergeten hoe die afliep dus waag ik het er maar op haha.

Opeens hoorde hij een geluid: het klonk als de aanvalskreten van een familie morders.

Ik denk zelf altijd dat groepen mensen/wezens etc altijd met een hoofdletter geschreven moeten worden. Hierdoor zou het Morders worden. Wezens die, gezien je beschrijving, amper voor te stellen zijn. De lelijkheid die jij beschrijft jak... haha.

Zo te horen was zijn dief geen goede vechter: morders waren lafaards die bij de minste tegenstand wegrenden.

Zegt dit iets over hoe Niehic denkt over morders gezien zijn eigen vechtvaardigheid of iets over de dief? Persoonlijk denk ik dat het eerder iets over Niehic zegt mede door de vechtscene die daarop volgt. Dit komt ook omdat het uit Niehic's oogpunt is geschreven.

Ben benieuwd waar het heen gaat ga zo door!
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ojaa, die discussie xD Ik vond toen en nu nog steeds dat soortnamen zonder hoofdletter geschreven moeten worden, omdat wij dat ook doen met bijvoorbeeld konijnen, mensen of leeuwen. Dus die hou ik zo :p en ik ben blij dat je de morder lelijk vindt :D bedankt weer voor je reactie, hè!
----------

Hoofdstuk 3


De man barstte in lachen uit. “Jouw lot veranderen? Is dat je zin waarmee je meisjes probeert te versieren? Geen wonder dat je eruit ziet alsof je een goede beurt nodig hebt.”
“Ik pik er geen vrouwen mee op,” zei Niehic geïrriteerd. De man trok langzaam één wenkbrauw op, wat Niehic nog bozer maakte. “Hou gewoon je kop en help me staan.”
De man stak zijn hand uit en trok Niehic overeind. Meteen strompelde Niehic naar de boom toe waar zijn luit tegenaan stond. Achter zich hoorde hij nog de man in zichzelf mompelen: “Die heeft echt een goede beurt nodig.” Niehic schonk hem geen aandacht meer en liet zich op zijn knieën zakken.
“Het spijt me dat ik je heb laten stelen,” fluisterde hij en trok zijn luit op zijn schoot. Het gladde hout voelde zo vertrouwd aan dat Niehic zich weer helemaal rustig voelde worden. Hij inspecteerde de luit op krassen of deuken, maar vond tot zijn opluchting niets.
“Hé, dat is míjn luit!” riep de man en haastte zich naar hem toe. Hij stopte bij het zien van de vuile blik die Niehic hem toewierp. “Oké, oké, je mag hem hebben als beloning voor het redden van mijn leven.”
Niehic kwam overeind en hing de luit weer op zijn rug. Met grote passen liep hij naar de dief toe. Tot zijn genoegen torende hij een hand boven de man uit. “Waarom heb je mijn spullen gejat?”
De man haalde zijn schouders op. “Ik vond dat ik ze harder nodig had dan jij. Je lag toch alleen maar te slapen.”
Dat was precies de reden waarom Niehic zo’n hekel had aan Laaglanders: ze dachten alleen maar aan zichzelf. “Je geeft me al mijn spullen terug. Ook mijn laarzen die je nu aanhebt.”
“Wil je erom vechten? Ik denk dat ik het van je win.”
Niehic trok dreigend zijn bovenlip op. “Ik heb magie.”
“En ik heb een zwaard.” Zijn hand gleed naar zijn riem, maar vond niets. Hij grijnsde ongemakkelijk onder Niehics blik. “Correctie: ik had een zwaard. Oké, oké, je mag alles terug hebben. Het was toch niet veel waard.”
Hij trok de laarzen uit en wierp ze Niehic toe. Die deed ze aan. De binnenkant was vervelend warm. “En nu mijn geldbeurs.”
De man trok een scheef gezicht. “Mag ik die niet houden? Jij bent een troubadour, je kan zo weer aan nieuw geld komen. Voor mij is het nog een lange reis naar huis.”
“Ik ben geen troubadour,” snauwde Niehic.
Zijn blik schoot van Niehics gezicht, naar zijn luit, en terug naar Niehics gezicht. “Als jij het zegt.”
Niehic liep naar zijn rugzak toe en inspecteerde de binnenkant. Alles was er nog, zelfs de inhoud van zijn bijna lege geldbuidel. Hij hing de zak op zijn rug en draaide zich om. De dief zat hem op de grond nieuwsgierig op te nemen.
“Dit is dan ons afscheid, mijn naamloze redder,” zei de man. “Als ik je ooit weer tegenkom hoop ik dat je in een beter humeur bent.”
“Sta op, dief. We reizen samen verder.”
De man kwam zo snel overeind dat Niehic een keer met zijn ogen knipperde. Een brede grijns was op zijn gezicht verschenen. “Ik dacht dat je het nooit zou zeggen, o grote held! Waar gaat de reis heen?”
“Ik heb geen bestemming. Waar ben jij op weg naartoe?”
“Hemeldorp.”
Niehic voelde zijn maag verkrampen. In Hemeldorp stond de Hemeltrap die naar de Bovenwereld leidde. Als het lot hem die richting op wilde hebben was de kans groot dat hij naar boven moest.
Hij zuchtte. Het moest maar: hij wist niet of de goden hem hierna nog een kans zouden geven. “Dan gaan we op weg naar Hemeldorp.”
Delamont
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 19
Lid geworden op: 28 dec 2013 19:26
Locatie: Finland

I like Ü In het stuk van de morders vind ik het contrast tussen de monsterlijkheid en het menselijke leuk. De moeder-dochter relatie (en het beschermen) maakt het voor mij veel origineler. De dief vind ik ook leuk, misschien vooral omdat hij Niehic zo irriteert. En de wil van de goden komt echt sterk als rode draad naar voor, + de verbitterdheid van Niehic natuurlijk. Ik hou er wel van dat hij heroïsch is maar niet in een typische manier. Dus ja iets slechts heb ik er niet over te zeggen (:
Hauska tavata (:
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Jeeej, morders worden leuk gevonden :D Ik moet stiekem zeggen dat Jodie ze bedacht heeft, dus de credits gaan naar haar :p bedankt voor je leuke reactie! ^^ En omdat ik vergeten was dat ik donderdag stukjes zou insturen is het een dag later. Oeps xD
----------




Hoofdstuk 4
“Hoe heet je eigenlijk? Mijn naam is Layn, als je dat interesseert.”
Niehic wierp een blik over zijn schouder. Layn liep vlak achter hem met zijn hand op het gevest van zijn zwaard, zijn ogen waakzaam heen en weer schietend over de bosjes. Ze waren al een heel stuk gevorderd zonder iets te zeggen, iets waar Layn nu van plan was om verandering in te brengen.
Het pad was al een stuk breder dan eerst en er waren karrensporen te zien. Ze waren dicht bij een dorp, waar ze eindelijk fatsoenlijk eten zouden krijgen. En een bed. Niehic snakte naar warme dekens om zich heen en iets zachts onder zijn rug.
“Niehic.”
Het geluid van Layns voetstappen viel weg. Niehic keek nog een keer achterom en zag dat Layn hem met grote ogen aankeek.
“Wat is er?”
Langzaam verbrak een grijns de verbazing op Layns gezicht. “Niehic? Dé Niehic?”
Een onbehaaglijk gevoel kroop Niehics lichaam binnen. Hij deed uit voorzorg een stap achteruit. “Welke Niehic bedoel je?”
“De Niehic uit het verhaal! Eeuwige jeugd enzo! Klopt dat? Heb je eeuwige jeugd? En waar is je dolk? Of zwaard. Of was het een speer? Ik weet het niet meer, de verhalen veranderen elke keer.”
Niehic nam Layn nog een keer goed op. Was die man te vertrouwen? Hij had al vaker problemen gehad als hij zijn verhaal onthulde. Mensen wilden hem gebruiken om bij de schat te komen en probeerden hem te dwingen met hen mee te komen. Zonder dat ze de dolk hadden. Hij dacht dat hij duidelijk genoeg had gemaakt hoe belangrijk de dolk was in het slagen, maar de meeste Laaglanders leken verblind te zijn door de belofte van een schat. Maar bij nader inzien dacht hij niet dat Layn hem makkelijk aan zou kunnen.
“Ja, ik ben die Niehic. Het is een dolk, geen zwaard.”
Layn straalde. “Ik wist het! Ha, ik wist het! Vertel me nu maar eens het ware verhaal. Ik heb nu al zoveel varianten gehoord.”
“Het verhaal is simpel. Ik wist een dolk te bemachtigen die de sleutel was naar een schat. Na een lange zoektocht vond ik de grot waar de kist verborgen stond. Waarschuwingen stonden op de muur en het hout geschreven, maar ik negeerde ze. Toen ik de kist opende ving ik een glimp op van een immense rijkdom voordat ik werd getroffen door de vloek. De dolk werd uit mijn handen geslagen en ik werd ergens anders op de wereld gegooid. Nu ben ik al jaren op zoek naar de dolk waardoor ik mijn sterfelijkheid terugkrijg.”
“Vloek noemt-ie het, een vloek - het is een geschenk van de goden! Ze hadden je ook onsterfelijkheid kunnen geven zonder de eeuwige jeugd. Dan was je nu een man met je ballen hangend tussen je knieën. Nu kan je alle dorpjes afgaan, met je knappe smoel meisjes versieren, een beetje tokkelen op je luit en je hebt weer geld binnen.” Hij zuchtte dromerig. "Dat is pas leven.” Hij overbrugde abrupt de afstand tussen hen twee en greep Niehic bij zijn tuniek beet. Zijn gouden ogen waren vreemd intens. “Vertel me alsjeblieft dat je dat doet. Voor alle mannen op deze werelden: vertel me dat je dat doet!”
Niehic rukte zich los. “Stel je niet zo aan.”
Layns gezicht versomberde. “Je doet het niet. Wat is er? Krijg je ‘m niet meer overeind?”
“Dat zijn jouw zaken niet! Ik wil het gewoon niet. Ik heb een belofte gedaan aan iemand.”
Layn lachte ongelovig. “Je geeft die ontzettend mooie droom op voor een stomme belofte? Hoe knap is dat meisje wel niet? Heeft ze gigantische borsten? Een-”
Niehic kapte hem af voordat het nog grover zou worden. “Het is mijn zuster,” zei hij ijzig.
“Oh.” Het bleef even stil. “Wat heeft je zus ermee te maken met welke vrouwen je slaapt?”
Daar wist Niehic het antwoord niet op. Hij schokschouderde, waarop Layn begrijpend knikte.
“Je krijgt ‘m echt niet meer omhoog.”
“Ik krijg ‘m nog wel omhoog!” snauwde Niehic hem toe. “Kunnen we hiermee ophouden? Ik wil graag een dorpje tegenkomen voordat het donker wordt.”
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Hoofdstuk 3
Ik mag die dief wel de antwoorden die hij niehic geeft geven mij het beeld dat hij niet de slimste is. Ook het feit dat hij ineens opspringt als niehic zegt dat hij meereist doet mij denken dat de dief meer een soort silly sidekick is.

Hoofdstuk 4
Waarschuwingen stonden op de muur en het hout geschreven, maar ik negeerde ze.
Volgens mij moet het, in het hout geschreven, zijn
“Vloek noemt-ie het, een vloek - het is een geschenk van de goden! Ze hadden je ook onsterfelijkheid kunnen geven zonder de eeuwige jeugd. Dan was je nu een man met je ballen hangend tussen je knieën. Nu kan je alle dorpjes afgaan, met je knappe smoel meisjes versieren, een beetje tokkelen op je luit en je hebt weer geld binnen.” Hij zuchtte dromerig. "Dat is pas leven.”
geweldig antwoord

Vind het geweldig hoe die dief Niehic irriteert en die antwoorden vind ik ook echt leuk.

Ga zo door!
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Nog iemand die Layn leuk vindt :D en met t stukje dat je aanhaalde, volgens mij klopt het wel zo. Volgens mij is het in iets krassen en op iets schrijven. Maar dat weet ik niet zeker, dus als iemand het wel zeker wil: tell me! En ik zie dat Layns droom van onsterfelijkheid ook de jouwe is haha :p
Hm, kort stukje deze keer
----------

Layn hield zijn mond, maar het was maar voor eventjes. Het half uur dat erop volgde vervloekte Niehic zichzelf dat hij Layn er ook maar iets over had verteld. Hij wilde maar niet ophouden met vragen stellen waarvan het grootste deel nergens op sloeg. Niehic gaf op de helft geen antwoord, tot Layn een vraag stelde die hem direct teruggooide in het verleden.
“Was je er ook toen de wereld gesplitst werd?”
Het stond Niehic nog levendig bij; het was dan ook maar dertig jaar geleden. De gigantische scheur die door de aarde liep, het zien van het onmogelijke: een zwevende wereld. De gillen van de mensen die verpletterd werden onder vallend gesteente. “Ja,” zei hij zachtjes. “Het grootste vertoon van magie dat ik ooit gezien heb. Ook de meeste doden die ik ooit gezien heb. Het was vreselijk. De wereld was niet aan de ondergod om te splitsen.”
“Misschien niet, maar ik ben toch blij dat hij dat gedaan heeft. Heb je hem ooit gezien?”
Met een ruk draaide Niehic zich naar Layn toe. “Blij?”
Layn haalde zijn schouders op. “Ik weet dat het geen populaire mening is, maar de twee werelden pasten gewoon niet meer bij elkaar. Orde en chaos. Die kan je niet verenigen. Weet je dat mijn vader van de Bovenwereld komt? Een van de eerste die vrijwillig over de Hemeltrap afdaalde. Gelijk had-ie! De laaglanden zijn veel leuker!”
Het duurde even voordat Layns woorden bezonken waren. Niehic had de splitsing van de wereld altijd als een grote fout gezien, een oplossing geboren uit depressie en onnadenkendheid. Als er wat geduld was geweest zouden de twee werelden het uit kunnen praten en weer één worden, zoals ze altijd waren geweest.
Maar was dat wel zo? Of dacht hij te naïef en verlangde hij te veel terug naar oude tijden? Hij wist het niet. Het maakte ook niets uit: het verleden kon niet veranderd worden.
“Je hebt nog geen antwoord gegeven op mijn vraag,” zei Layn.
Niehic schrok op uit zijn overdenkingen. “Welke?”
“Of je ooit de ondergod hebt gezien?”
“Ja. Niet vaak. Hij kwam de laatste jaren niet meer uit zijn toren. Ik hoorde dat zijn krachten slonken door de onrust in de wereld. Het zal me niet verbazen als hij na het splitsen verdwenen is. Niemand heeft nog wat van hem gehoord.”
Ze sloegen een hoek om. Akkers spreidden zich voor hen uit, gevuld met goudgele halmen en verschillende soorten groente. Boeren waren druk aan het werk, de een zijn planten besproeiend, de ander met een zeis zijn graan maaiend. Een van hout gevlochten muur omarmde alle akkers. Op regelmatige afstand stond een man met een leren borstplaat, een helm en een speer op wacht. Voorzorgsmaatregel tegen de chaoswezens.
Een kar draaide net voor hen de weg op, gevuld met een berg knollen. De boer hield stil bij het zien van de twee vermoeide reizigers.
“Klim maar achterop,” riep hij hen toe.
Ze namen dankbaar van het aanbod gebruik en klommen in de laadbak. Met een zucht liet Niehic zijn voeten in de lucht bungelen. Maar Layn was nog niet klaar met zijn vragen.
“De ondergod,” zei hij met een dromerige blik op zijn gezicht, “hoe zag hij eruit?”
Niehic staarde in de verte. Zijn ogen zagen echter niet de bosrand, maar een eenzaam figuur die nu niet meer bestond. “Machtig als een god. En zo kwetsbaar als een mens.”


Edit: aangepast adv Delamonts feedback
Delamont
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 19
Lid geworden op: 28 dec 2013 19:26
Locatie: Finland

Mahtava :app:

twee kleine suggesties..
Saskjezwaard schreef:Layn hield zijn mond, maar het was voor eventjes.

maar het was maar voor eventjes
Saskjezwaard schreef: maar een eenzaam figuur dat nu niet meer bestond.

een eenzame figuur die .. -> zo zou ik het schrijven, maar ik ben niet zeker of het juister is (:

Ik kijk al uit naar het volgende stuk :))
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Dank je voor het aanwijzen van de foutjes, ik heb het verbeterd! Met het/de figuur, ik had eerst 'die' staan en dat las niet fijn dus had ik het verbeterd naar 'dat'. Maar dat las ook niet echt lekker, dus nu heb ik het maar weer teruggezet :p stom woord :')
Vanaf nu is trouwens het gevoel wat Niehic heeft over zijn lot met een hoofdletter geschreven, dan is het wat duidelijker als het midden in een zin opduikt :p
----------


Hoofdstuk 5
“Niehic! De goden zijn vervloekt – je ziet er nog precies hetzelfde uit!”
Een man met woest zwart haar en een keurig bijgehouden baard kwam met zijn armen gespreid op Niehic aflopen. Layn en hij waren net de herberg van het dorp ingelopen, waarna de man hen meteen verwelkomde. Zijn gezicht zag er bekend uit, maar Niehic kon zijn naam er niet bij plaatsen.
Zoveel gezichten, zoveel namen…
Toch wist Niehic een glimlach op zijn gezicht te toveren. “Jij ook hier!” Hij omhelsde de man die hem zo stevig tegen zich aandrukte dat even alle lucht uit zijn borstkas geperst werd.
De man trok zich grijnzend terug en porde hem in zijn maag. “Je weet mijn naam niet meer, hè?”
Niehic schudde zijn hoofd terwijl hij over de pijnlijke plek wreef.
“Woden. We hebben een paar dagen samen gereisd totdat je opeens helemaal depressief raakte en geen stap meer wilde verzetten. Nooit geweten wat het was. Ik ben verder getrokken en heb hier een huis gebouwd. Ze hebben hier het beste bier wat je in de Oostelijke Laaglanden kan vinden!”
Niehic herinnerde zich het weer. Hij had ruzie gekregen met een reiziger en opeens was het Gevoel verdwenen. Overtuigd dat dat de laatste kans was die de goden hem hadden gegeven had hij geen zin meer gehad om er nog energie in te steken.
“Ah, Woden. Je probeerde de hele tijd mijn geld te stelen.”
Woden grijnsde breed. “Inderdaad. Nooit gelukt,” fluisterde hij samenzweerderig tegen Layn, “hij had er een magie om gelegd die de hele tijd mijn poten verlamde.”
“Mij is het wel gelukt,” zei Layn stralend.
De twee begonnen een geanimeerd gesprek over de verschillende mogelijkheden van stelen en hoe oneerlijk magie was. Niehic nam Woden nog een keer op. De rimpels rond zijn ogen en mond bleven zitten ook als hij niet lachte en zijn baard was doorsponnen met zilver. Het was een vreemd idee als hij bedacht dat het nog maar een jaar of tien geleden was dat ze elkaar voor het laatst hadden gezien. Hij vergat telkens hoe snel mensen oud werden.
Woden betrok hem weer bij het gesprek door hem een klap op zijn schouder te geven. “Ik zie dat het Layn ook niet gelukt is om de melancholie uit je te jagen. Misschien dat een goed glas donkerbier helpt. Ga zitten - ik trakteer!”
Niehic liep naar de achterste tafel toe, zover mogelijk van de andere mensen in de herberg vandaan. Layn wierp een blik op de drukkere tafels voordat hij bij Niehic aanschoof.
“Weet je,” zei hij vrolijk. “Je hebt te veel zelfmedelijden. Niemand draagt dat goed.”
Niehic staarde hem verbaasd aan. Waar kwam dat opeens vandaan?
“Waar heb je het over?”
Bij de bar was het rumoeriger geworden: twee vrouwen waren in een verhit gesprek verwikkeld en begonnen steeds harder te praten. Layn liet zich er niet door afleiden.
“Je loopt de hele dag rond met een gezicht als een oorwurm. Duidelijk: je bent niet gelukkig. Is dat door de belofte die je je zus hebt gedaan?”
Niehic schudde langzaam zijn hoofd. “Nee, door een fout die ik gemaakt heb,” zei hij zachtjes. “Ik weet niet eens of ze nog leeft.”
“Dat zuigt. Maar iedereen maakt fouten. Waarom zou jij daardoor je veel te lange leven laten verpesten? Dat zou je zus toch niet willen?”
Niehic schokschouderde. Hij kende haar bijna niet, maar ergens had hij het gevoel dat ze wilde dat hij zo lang mogelijk zou lijden, zou boeten voor de verkeerde inschatting die haar leven had verwoest.
Het verhitte gesprek was over gegaan op een gevecht. De andere aanwezigen hadden joelend een kring gemaakt terwijl de twee vrouwen aan elkaars haren trokken. Eentje greep een kroes van de bar en ramde die in het gezicht van de ander.
Layn zuchtte geïrriteerd. “Man, groei een stel ballen! Je hebt een prachtleven voor je: als troubadour de wereld rond reizen met in elk dorp een ander meisje. En wat doe je? Chagrijnig rondlopen zonder ergens van te genieten!”
“Mijn belofte-” protesteerde Niehic.
Layn sloeg zo hard op de tafel dat Niehic ervan schrok. Het was de eerste keer dat hij Layn ook maar iets van boos had gezien. “De pot op met die belofte! Het is jouw leven!”
Zwaar ademend keek Layn Niehic aan. Op dat moment zette Woden drie kroezen bier op tafel. “Zohee, die meiden zijn goed bezig! Waar hadden jullie het over?”
“Niks,” mompelde Layn. Niehic haalde zijn schouders op. Wodens blik schoot tussen hen twee heen en weer, maar hij zei niets. In stilte dronken ze hun bier, ieder verzonken in hun eigen gedachten.
Niehic liet wat Layn had gezegd nog een keer rondspelen in zijn hoofd. Iedereen maakt fouten. Maar waren ze ook zo groot als de zijne? Of had hij te veel zelfmedelijden en wilde hij zichzelf laten boeten op een manier die niemand hielp? Misschien liet hij zichzelf wel te veel meeslepen en liet hij de zaken versloffen die op dit moment echt belangrijk waren. Bij de goden: hij had Woden niet eens herkend!
Met opeengeklemde kaken nam hij een besluit. Hij pakte zijn luit, een beweging die de twee mannen tegenover hem deed opkijken. Het vasthouden bracht een rust over Niehic heen die hij lange tijd niet gevoeld had.
“Ga je eindelijk op die luit van je spelen?” vroeg Woden verbaasd.
Als antwoord streek Niehic lichtjes over de snaren, genietend van het zachte, ietwat valse geluid dat dat ontlokte. Met een paar draaien aan de stemknoppen wist hij haar stem weer zuiver te krijgen.
Hij sloeg de luit aan. Kippenvel liep over zijn huid bij de herinneringen die het bij hem losmaakte.
“Wat willen jullie horen?”
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Vervolg H4
Het stond Niehic nog levendig bij; het was dan ook maar dertig jaar geleden. De gigantische scheur die door de aarde liep, het zien van het onmogelijke: een zwevende wereld. De gillen van de mensen die verpletterd werden onder vallend gesteente. “Ja,” zei hij zachtjes. “Het grootste vertoon van magie dat ik ooit gezien heb. Ook de meeste doden die ik ooit gezien heb. Het was vreselijk. De wereld was niet aan de ondergod om te splitsen.”
Een klein stukje, een enkele alinea maar weet als lezer ineens veel meer en begrijp meteen de tegenstellingen tussen de werelden veel beter. knap gedaan.
Een van de eerste die vrijwillig over de Hemeltrap afdaalde.
Weer een zin die veel over je wereld zegt zonder dat het een heel verhaal wordt.
Op regelmatige afstand stond een man met een leren borstplaat, een helm en een speer op wacht. Voorzorgsmaatregel tegen de chaoswezens.
Gezien er magie in de wereld is en mijn beeld van chaoswezens lijkt deze verdediging mij niet heel erg adequaat haha

Hoofdstuk 5
Zoveel gezichten, zoveel namen…
Toch wist Niehic een glimlach op zijn gezicht te toveren. “Jij ook hier!” Hij omhelsde de man die hem zo stevig tegen zich aandrukte dat even alle lucht uit zijn borstkas geperst werd.
Dit gebeurd mij zo vaak dat ik me soms afvraag of ik niet dementerend ben. Leuk om het in je verhaal terug te lezen.
Op dat moment zette Woden drie kroezen bier op tafel. “Zohee, die meiden zijn goed bezig! Waar hadden jullie het over?”
haha mag die Woden wel.
Kippenvel liep over zijn huid bij de herinneringen die het bij hem losmaakte.
“Wat willen jullie horen?”
Goed om te zien dat Niehic weer iets positiefs doet hoe lang het ook moge duren.

Weer met plezier gelezen ga zo door!
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Bedankt voor je leuke reactie, Glenn! Over die inadequate verdediging, ik vergeet telkens dat ze in de Laaglanden magie hebben xD daar ga ik dus nog aan werken, thanks voor het aanhalen. En ik ben lief voor Niehic vandaag, het positieve gaat gewoon door :p
----------


Een waterval van klanken tuimelde zachtjes over elkaar heen. De melodie werd sterker, zwaarder, intenser: de grauwe wolken die langzaam de zon verduisterden. Het was het achtergrondgeluid van de herinneringen die Niehic voor zijn ogen voorbij zag trekken. Zijn vingers speelden de emoties van zijn hart door naar de muziek. De machteloosheid, de woede, de jaloezie. Onweer barstte los met felle harde klanken. Tot het stopte en trillende noten van angst achterbleven.
De melodie werd zacht; zo droevig dat Niehic zijn borst voelde samenknijpen. Het geluid van spijt en melancholie.
Zijn vingers wisten niets meer te vertellen en vielen langzaam stil. Niehic ademde bevend uit. Het lawaai van de kroeg drong zijn oren binnen nu zijn muziek het niet langer weg kon houden. Het paste er op een of andere manier bij als afsluiting.
Een zachte hand streek over zijn wang. Hij opende zijn ogen. Een jonge vrouw stond naar hem toe gebogen met een intense blik in haar groene ogen. Lichte sproeten liepen over haar wipneus. Ze was niet mooi, maar haar uitstraling was speciaal.
“Je huilde,” fluisterde ze hem toe. Niehic bracht zijn vingers naar zijn wang en voelde tranen tegen zijn huid. Het meisje pakte zijn hand en bracht hem naar haar borst. “Mijn hart huilde ook. Je speelde prachtig. Kom.”
Willoos kwam hij van de bank overeind en volgde haar door de dronken drukte. Iemand greep hem bij zijn overhemd vast. Het was Layn, die in zijn ene hand een kroes bier had en zijn andere arm om een rondborstige vrouw had geslagen.
“Niehic,” zei hij, haast onverstaanbaar door zijn dubbele tong, “je moet me iets beloven. Vergeet me niet zoals je Woden vergat.” Hij grijnsde. “Dat is mijn grootste angst. Na mijn dood vergeten worden alsof ik niet geleefd heb. Beloof me dat.”
Niehic knikte. Het meisje verscheen weer naast hem en pakte zijn pols vast. Layns grijns werd breder.
“Leef je uit, hè.”
Hij sloeg het laatste bier achterover en begon weer tegen zijn verovering aan te brabbelen. Kirrend liet ze toe dat hij zijn armen om haar nek sloeg.
Het meisje trok hem mee, door de gang heen naar de logeerkamers. Hij wees zijn kamer aan. Eenmaal binnen hielp zij hem uitkleden en hij haar. Zoenend belandden ze op zijn bed. De seks was rustig en betoverend tegelijk. Alles zonder geluid, alleen hun hijgen vulden de kamer.
Na afloop lag hij met zijn hoofd in haar schoot; zijn lijf loom en verzadigd, en zijn gedachten tot stilstand gezet. Ze streelde teder door zijn haren.
“Je haren zijn zo mooi wit,” fluisterde ze. “Ik heb het nog nooit eerder gezien. Het is alsof de goden je hebben aangeraakt.”
Hij mompelde wat als antwoord. De slaap had zijn klauwtjes al in hem gezet. Hij voelde nog net hoe ze een kus op zijn lippen drukte voor hij weggleed.
Toen hij wakker werd was ze weg. Het was alsof alles een droom was geweest, al rook hij haar lucht nog in de lakens. Hij voelde zich vreemd licht, bevrijd zelfs. De vorige avond had hij zichzelf eindelijk toegestaan om zijn verleden af te sluiten.
Hij gleed uit bed, waste zich en trok zijn kleren aan. Toen hij de gelagkamer inliep zat Layn er al. Hij had zijn hoofd zo vast in zijn handen alsof hij bang was dat het eraf zou vallen. Niehic liet zich tegenover hem op de bank vallen.
Met vertrokken gezicht keek Layn op. “Je ziet er afschuwelijk goed uit. Waarom heb jij geen kater?”
“Ik heb ook niet zo ontzettend veel gedronken als jij. Hoe ging het met je verovering?”
Layn kreunde gekweld, wat Niehic deed lachen. De herbergier kwam naar hen toegelopen met een kroes bier en een bord eten. Layn trok gretig de kroes uit zijn handen en sloeg de helft achterover. Met een zucht veegde hij zijn mond af.
“Dat is beter. Neem jij mijn eten maar, ik vrees dat ik de komende paar uur niets vasts naar binnen krijg zonder het er meteen weer uit te gooien.”
Hongerig viel Niehic op het eten aan. Het brood en het spek smaakte verrukkelijk. Hij had pas door dat Layn hem met pretogen zat op te nemen toen hij zijn bord leeg had.
“Wat?”
Layn hief zijn kroes op als een toost en knipoogde. “Had ik toch gelijk toen ik zei dat je een goede beurt nodig had.”
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Leuk vervolg! Goed om te zien dat Niehic het verleden los kan laten is de komst van Layn in zijn leven toch nog ergens nuttig voor geweest haha
“Niehic,” zei hij, haast onverstaanbaar door zijn dubbele tong, “je moet me iets beloven. Vergeet me niet zoals je Woden vergat.” Hij grijnsde. “Dat is mijn grootste angst. Na mijn dood vergeten worden alsof ik niet geleefd heb. Beloof me dat.”
Waarom willen dronken mensen altijd dat je ze iets belooft?
Layn hief zijn kroes op als een toost en knipoogde. “Had ik toch gelijk toen ik zei dat je een goede beurt nodig had.”
Dacht ik eindelijk een stukje waarin alles goed gaat komt Layn weer met z'n opmerking... Meteen zo'n sfeerbreker niet dat dat erg is aangezien de sfeer van meelevend naar grappig gaat.

Goed geschreven leest zoals gewoonlijk weer vlotjes weg. Ga zo door!
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Jaaa, soms hebben de karakters waarvan je het niet verwacht toch iets nuttigs in zich zitten xD En ik weet eigenlijk niet waarom dronken mensen dat doen. Mag hopen dat ik dat zelf nog nooit heb gedaan :p Bedankt voor je reactie!
----------


Hoofdstuk 6
Met open mond staarde Layn naar de twee draken die in weerszijden van de poort waren gesneden en bovenaan samen kwamen. Rode verf gaf de levensechte ogen aan. Niehic wierp er een snelle blik op voordat hij zijn aandacht op de met keien beslagen weg richtte.
“Ik wist niet dat er steden waren die nog groter zijn dan Hemeldorp,” zei Layn bewonderend.
“Hemeldorp is nog relatief jong. Vroeger, toen de wereld nog heel was, was het geen bijzondere plek. Er zijn wel meer grote steden hier in de Laaglanden, maar ze zijn niet allemaal zo welvarend als eerst. En er komen ook weer nieuwe steden op. Ik hoorde dat Porte Kesta in het zuiden goed aan het groeien is.”
Layn knikte bij alles wat hij zei, maar Niehic had niet echt het idee dat het binnen kwam. Zijn metgezel was veel te afgeleid door de wonderen die Drakenstad te bieden had. Deze stad was altijd rijk geweest en zou het altijd blijven.
Op elke hoek van de straten was er wel een drakenbeeld te vinden, de een gehouwen uit marmer, de ander uit obsidiaan en sommigen waren zelfs ingelegd met goud of juwelen. In geen enkele stad zou het kunnen, behalve deze. Niemand was zo dom om van draken te stelen.
Zelfs voor de splitsing hadden de mensen hier –hoewel ze niet tot de drakenstam behoorden- de draken meer aanbeden dan de ondergod, de eigenlijke heerser van de wereld. Het was logisch: de draken zorgden voor een goede handel terwijl de ondergod ver weg zat in zijn toren.
Niehic kwam hier alleen als het echt niet anders kon. De muren hadden oren. Het duurde elke keer niet lang voordat er weer een stel drakenstamleden op hem af werden gestuurd. Helaas was dit de enige weg om naar Hemeldorp te komen.
“Zoveel rijkdom in het open. Wat een verspilling,” mompelde Layn.
Niehic schokschouderde. “Draken houden van goud en aanbidding. Ik zou er niets van pakken, of je moet de eeuwige wraak van een draak willen.”
Het gevloek van Layn deed Niehic grijnzen. In stilte liepen ze verder, naar de buurt waar de huizen niet van steen en de drakenbeelden van hout gemaakt waren. Niehic wist dat de mensen hier graag zouden betalen voor muziek, maar hij wilde zo min mogelijk opvallen. Tijd om zijn laatste beetje geld uit te geven.
Hij wierp een blik op Layn, die voor zijn doen zeldzaam stil was.
“Waarom wil je eigenlijk naar Hemeldorp toe?” vroeg Niehic. “Ik zou denken dat zeker iemand zoals jij er niet eens in de buurt wil komen.”
Het was de enige plek van de Laaglanden die het dichtst in de buurt van de Bovenwereld kwam. De meeste mensen die daar leefden waren of Bovenwerelders die ervoor probeerden te zorgen dat niemand de Hemeltrap beklom, of Laaglanders die wanhopig graag probeerden aan te tonen dat ze het waard waren om Bovenwerelders te worden.
Layn keek grijnzend op. “Ik ga herrie schoppen. Mijn moeder en broer wonen daar en willen dolgraag de Bovenwereld in. Ik ga ervoor zorgen dat het net wat langer duurt voordat ze toestemming krijgen.”
“Ben je niet bang dat je gek word?” vroeg Niehic lachend.
“Misschien. Maar ik kan toch niet terug naar waar ik vandaan kwam.” Layns gezicht betrok even, maar hij had al snel zijn glimlach weer op zijn plaats zitten. “Ik ga er gewoon voor zorgen dat ze gek van míj worden. Ik snap er geen hout van dat ze naar boven willen. Hier is wel chaos, maar ook plezier! Boven is alles saai en strak.”
“Orde is niet verkeerd.”
“Wilde je soms liever op de Bovenwereld rondlopen?” Layns stem klonk ongelovig.
Niehic haalde zijn schouders op. “Misschien. Maar ik heb geen keuze: de dolk is hier beneden.
“De Laaglanden zijn perfect! Hier is een probleem pas de jouwe als je je er druk om maakt. Je bent niet goed wijs, man!”
“Dat wist ik al,” zei Niehic glimlachend.
Layn lachte. “Dat was een open deur, nietwaar? Hé, als we het droog willen houden moeten we snel een herberg vinden.”
Een windvlaag rukte aan Niehics witte haren en liet Layns vlecht dansen. Niehic keek naar boven. De hemel begon langzaam een grijze kleur aan te nemen. Layn had gelijk: het zou niet lang droog blijven.
Niehic speurde de straat af naar een uithangbord en vond er al snel een. Een zwarte uil was erop geschilderd.
“Wel, wel. Dus hier is de rat naartoe gevlucht.”

Edit: aangepast adv. Glenns feedback
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Weer met plezier gelezen ben benieuwd waar het pad van Niehic heen leidt en kon het antwoordt van Layn verwachten volgens mij kan hij alleen maar stennis schoppen.
“Hemeldorp is nog relatief jong. Vroeger, toen de wereld nog heel was, was het geen bijzondere plek. Er zijn wel meer grote steden hier in de Laaglanden, maar ze zijn niet allemaal zo welvarend als eerst. En er komen ook weer nieuwe steden op. Ik hoorde dat Porte Kesta in het zuiden goed aan het groeien was.”
goed aan het groeien was? dus mag ik hieruit concluderen dat hij dit een tijd geleden heeft gehoord anders lijkt mij het logischer dat het aan het groeien is.
“Wel, wel. Dus hier is de rat naartoe gevlucht.”
Neem aan dat het symbool iemand symboleert of het symbool van iemand is? Ben benieuwd wie!

Ga zo door!
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Haha, ja, sommige mensen zijn bestemd tot grootse daden... en anderen tot mensen ergeren xD en het klopt helemaal wat je aanhaalt, ik heb het verbeterd. En wie de rat is... zal je nu zien :p
----------

Niehic draaide zich met een ruk om, maar de gespierde man met zijn armen over elkaar geslagen had het niet tegen hem. Alle kleur trok uit Layns gezicht. Hij greep Niehic bij zijn schouder vast en duwde hem een stap naar voren toe.
“Ga weg! Ik ben nu in de bescherming van Niehic, de onsterfelijke!”
“Wat doe je,” siste Niehic naar achteren.
Layn gaf geen antwoord, maar schudde hem door elkaar. Mensen bleven staan om te kijken wat er aan de hand was. De man liet een grijns zien die de haartjes op Niehics nek overeind zette.
“Oh, is dat waar? Dé Niehic van het verhaal? Kan hij goud uit het niets toveren om je schulden af te betalen?”
“Als hij de schat heeft gevonden mag je een kwart hebben. Nee wacht, hij is royaal vandaag -de helft!”
Waar ging dit over?
De man deed een stap dichterbij. Niehic liet zijn magie ontwaken, wachtend totdat de man zou uithalen.
“De helft? Wij willen alles.”
Hij trok een mes uit zijn schede en haalde uit. Niehic wist net op tijd weg te duiken. Hij wilde zijn magie loslaten, maar Layn greep hem bij zijn pols vast en trok hem uit zijn evenwicht.
“Ren!”
De paniek nam het over. Hij rende achter Layn aan die het meest dichtstbijzijnde steegje indook. Vuilnis lag over de grond verspreid; Niehic gleed bijna uit over een verrotte vis die onder zijn voeten weg slipte. Vloekend wist hij zichzelf overeind te houden aan de muur.
Layn was tot stilstand gekomen. Voor hem was een man het steegje ingestapt die bijna twee hoofden groter was dan hem. Hij greep Layn bij zijn tuniek vast en tilde hem zo hoog dat zijn tenen nog net de grond raakten.
De voetstappen achter Niehic trokken zijn aandacht weg van Layn. De gespierde man kwam op hen afgelopen. Een tevreden grijns krulde zijn smalle lippen omhoog.
“Hij is nutteloos geworden, Jako. Dood hem.”
Niehic draaide zich met een ruk om en sprong op de twee af. Het was te laat. Een kreet galmde door het steegje, gevolgd door onverstaanbaar gegorgel. De reus liet Layn van zijn mes af glijden. Zijn lichaam plofte op de grond, stuiptrekte nog even en werd daarna helemaal stil. Het Gevoel in Niehics buik doofde uit.
Hij werd gek. Zijn magie raasde en kolkte in zijn binnenste. Hij liet het gaan. Een witte schicht boorde zich door de lucht en trof de reus in zijn borstkas. Hij gilde het uit van pijn. Het neer zien gaan van dat reusachtige lijf schonk Niehic maar een kleine voldoening. Hij pompte nog meer magie omhoog.
De man stond opeens akelig dichtbij en haalde uit. De klap tegen zijn slaap deed Niehic duizelen. Hij wilde zijn magie loslaten, maar de man sloeg nog een keer. De wereld verdween.
Faatje
Balpen
Balpen
Berichten: 111
Lid geworden op: 23 dec 2013 16:00
Locatie: Noord-Holland

Wow, wat ben jij een goede schrijver.. :)

Niehic gleed bijna uit over een verrotte vis die onder zijn voeten weg slipte.

Over deze zin moest ik wel even lachen haha!

Je hebt een fan erbij ;)
Geniet van de kleine dingen in het leven.

Je kunt je leven niet langer maken, maar wel meer leven uit elke dag halen.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Niet leuk! niet leuk!
En ik ben lief voor Niehic vandaag, het positieve gaat gewoon door :p
een quote uit een eerdere post blijkbaar is dit stukje niet op die dag geschreven :evil:

Er zit wel een heel andere gevoelsomslag in dit stukje. Je hebt de hele tijd een vrij luchtig en vrolijk (voornamelijk door Layn) verhaal neergezet en dan 'poef' krijg je dit stukje. Weet niet of je bewust je voorgaande stukjes luchtiger hebt gehouden dan deze om het effect te versterken maar het effect is in ieder geval duidelijk voelbaar.

Met heel veel plezier gelezen ga zo door!

PS: je mag layn nu wel weer tot leven wekken hoor ;)
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Ahum u bent laat...
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Faatje: Jeeej, een nieuwe lezer :D dank je voor het compliment en het reageren^^
@ Glenn: Sorry, sorry! Dit stukje is het lastigste van dit hele verhaal en ik moest er nog wat aan aanpassen, maar ik heb een hekel aan aanpassen xD ik hoop dat jullie snappen wat er gebeurt. En nee, die dag was het te lang geleden dat een personage van me geleden had haha :p En jaaa, was heel erg bewust dat :')
----------


Hoofdstuk 7
Alles was zwart. Niehic had geen idee hoe groot de kamer was waarin ze hem hadden opgesloten: nergens wist licht naar binnen te glippen. Hij lag met zijn armen en benen gespreid vastgebonden op een tafel. Een normale manier om magiërs ervan te behouden om magie te gebruiken. Hun magie was aanzienlijk zwakker als ze niet in contact stonden met de aarde. Zijn magie werkte echter niet op die manier.
Toch probeerde hij niet weg te komen. Hij staarde in de duisternis. Zijn hoofd deed geen pijn: de wonden waren al snel geheeld. De magie in zijn lichaam was ook al hersteld van de uitbarsting. Het was zijn geest die hem hier lusteloos op de tafel hield.
Vergeet me niet zoals je Woden vergat. Dat is mijn grootste angst: na mijn dood vergeten worden alsof ik niet geleefd heb. Beloof me dat.
De Laaglanden zijn perfect! Hier is een probleem pas de jouwe als je je er druk om maakt. Je bent niet goed wijs, man!

Layns woorden bleven maar in zijn gedachten dwalen als een mantra. De duisternis werd verjaagd door beelden van hem. Lachend. Verwonderd als een klein kind. De ene keer dat hij boos werd. Tranen gleden over Niehics wangen.
Seconden werden minuten, minuten werden uren. Niehic wist niet wat zijn ontvoerders met hem van plan waren. Het kon hem ook niets schelen. Eén keer hadden ze het luik van de deur weggeschoven. Het licht sneed diep in zijn ogen. Voor hij eraan had kunnen wennen was de duisternis al weer teruggekeerd.
Wat had het voor zin om door te zoeken naar de dolk? Elke keer kreeg hij het gevoel dichtbij te zijn, dat hij de dolk bijna in zijn handen had. Maar de goden waren wreed. Het was niet de eerste keer dat degene met wie hij samen reisde plotseling gedood werd. Was zijn zoektocht het waard dat er tientallen mensen voor moesten sterven?
Rumoer werd hoorbaar op de gang. Niehic draaide zijn hoofd naar waar hij dacht dat de deur zat. Er was iets vreemds aan de hand: het klonk meer alsof er een gevecht bezig was dan iets anders. Wie zou hem willen bevrijden?
Al snel ging het rumoer weer liggen en was alleen het brommen van stemmen te horen. De sleutel draaide om in het slot. Net voordat de deur geopend werd voelde het aan alsof iemand zijn geest vastgreep en eraan trok. De duisternis voor zijn ogen maakte plaats voor felrood licht.
Alles om hem heen stond in brand. De vleugelslagen van het gigantische beest joegen de vlammen alleen maar hoger de lucht in. Fenroois ogen volgden de vliegende draak die hoog boven hem rondcirkelde.
Iemand greep hem bij zijn arm vast; de aanraking was pijnlijk op zijn rauwe huid. Hij richtte zijn blik op zijn metgezel. Er was niet veel meer van zijn haren over en zijn gezicht was zwartgeblakerd.
“Fenrooi!” riep zijn metgezel. “Waarom heb je de dolk vast? We moeten weg!”
Hij schudde zijn hoofd. De dolk voelde goed aan in zijn handen: kloppend, verzachtend, machtig. Vreemde prikkelingen joegen door zijn aderen heen. Hij richtte zijn blik weer op de draak die aanstalten maakte om opnieuw aan te vallen.
De macht bouwde zich in Fenrooi op. Het beest opende zijn bek; roodheet vuur golfde in zijn keel. Fenrooi schreeuwde. De kracht ontlaadde zich. Een lichtflits scheurde door de lucht en trof de draak vol in zijn rug. Het beest krijste, maar een oorverdovende donderklap overstemde zijn doodskreet. De aarde trilde toen het lijf op de grond stortte.
“Hoe heb je dat gedaan? Bij alle goden, je zit onder de brandwonden. Gebruik die macht om jezelf te genezen en-”
De woorden werden zachter en zachter terwijl hij achterover in een put vol duisternis viel.

Niehic schoot overeind, maar werd in die beweging tegengehouden door zijn boeien. De dolk! Iemand had de magie die erin lag opgesloten weten te activeren! Een trekkend gevoel vulde zijn lichaam. Het was niet zo vaag als eerder, het klopte en bonkte nu door zijn aderen. Elke cel in zijn lijf wilde naar de dolk toe.
Licht viel door de deuropening zijn cel in. Om zijn bed stonden vier drakenstammannen. Bloed besmeurde hun vachten en één had een vuile doek om zijn bovenarm geknoopt.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

ahhhhh wil verder lezen -.-

Leuk zeer leuk vervolg!

Dat hele stukje met Fenrooi kwam heel duidelijk op me over ook al was het ineens iets anders. Ben zeer benieuwd waar dat heen gaat. Ook hoe je eindigt met die vier drakanstammannen dwing je me om verder te lezen alleen ben jij dan weer zo wreed om daar te eindigen -.- niet leuk haha.
Vergeet me niet zoals je Woden vergat. Dat is mijn grootste angst: na mijn dood vergeten worden alsof ik niet geleefd heb. Beloof me dat.
De Laaglanden zijn perfect! Hier is een probleem pas de jouwe als je je er druk om maakt. Je bent niet goed wijs, man!
Zou zelf deze zinnen schuingedrukt maken dan valt het meer op en is het duidelijker dat het om gedachten/andermans woorden gaat.

Ga zo door!
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Muhahaha, ik hou van op vervelende momenten afkappen :twisted: en je hebt helemaal gelijk! In mijn document staat het wel schuingedrukt, maar was het vergeten over te nemen hier.
En dit is al het éénnalaatste stuk!
----------

“Onze meesters wachten op je,” zei de grootste en sneed de touwen rond Niehics polsen en benen door.
Daar was geen tijd voor! De magie kwam veel sneller naar boven dan normaal gesproken. Hij knipte met zijn vingers. Touwen kronkelden zich om de lichamen van de drakenstammannen. Grommend probeerden de mannen zich te bevrijden, maar ze zaten te strak vastgebonden.
“Loop niet weg, de meesters willen je geen kwaad doen,” zei de grootste die als enige rustig was gebleven. Zijn ogen staarden doordringend in die van Niehic.
Niehic besteedde er geen aandacht aan. De dolk was zo dichtbij! Hij rende de kamer uit. Op de gang lagen de levenloze lichamen van de gespierde man en nog een paar anderen. Hij stapte eroverheen en maakte dat hij naar buiten kwam.
Het huisje stond op een afgelegen plek ver buiten de muren van Drakenstad. In de verte kon Niehic de stad zien liggen, maar daar trok het Gevoel hem niet naartoe. Hij moest verder de heuvels in, waar de drakenstam zich had gevestigd.
Hij rende dwars door varens en struiken heen, waadde door smalle heuvelbeekjes. Sneller, hij moest sneller zijn! Het Gevoel werd steeds zwakker. Het kwam niet omdat hij de verkeerde kant opging, maar omdat de levenskracht van Fenrooi afnam.
Zijn lichaam voelde doodmoe aan. Hij was het niet gewend om zo snel heuvels te beklimmen. Met handen en voeten beklom hij de steile helling. Hij hees zichzelf een rots op, toen opeens het Gevoel uitdoofde. Fenrooi was dood. Dan was het alleen maar makkelijker om de dolk van zijn lijk te pakken.
Hijgend kwam hij op de top aan. Onder hem spreidde zich een vallei uit. Een groot deel was zwartgeblakerd en smeulde nog na. In een krater lag het lijk van de draak.
Niehic rende naar beneden. Zijn blik schoot over de zwartgeblakerde stukken, zoekend naar een mensenlichaam. Eindelijk vond hij de plek. Twee mannen lagen op hun rug, de ogen netjes gesloten en hun handen op hun buik gevouwen. Buiten adem liet Niehic zich op zijn knieën vallen. Zijn handen schoten over de grond, zoekend maar niet vindend.
Opeens besefte hij zich iets. De lichamen waren op deze manier neergelegd, als een teken van respect naar de doden. Er was een derde persoon en die had de dolk met zich meegenomen.
Alle energie vloeide uit zijn lichaam. Met een doodse blik staarde hij naar zijn zwarte handen die futloos op zijn bovenbenen lagen. Plots voelde hij zich zo oud als hij werkelijk was.
Het geraas van machtige vleugelslagen vertelden hem dat de draken eraan kwamen. Hij bleef zitten: hij had geen puf meer om te vluchten. Hopelijk scheurden de draken hem aan stukken, dan was hij van deze kwelling van de goden af.
Een groot lijf blokkeerde de zon. Niehics haren werden alle kanten op geblazen door de landende draken. Niehic hief zijn hoofd op. Hij was omsingeld door drie draken. De mensen die aan hun geest gekoppeld waren stegen af en liepen naar hem toe. Hij sloot zijn ogen en wachtte totdat ze hem zouden doden.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Een na laatste stukje? Kan je niet gewoon verder gaan? Nee, ik eis dat je verder gaat!

Zeer leuk stukje om te lezen. Komt vooral door die derde persoon die de dolk heeft gestolen maar toch de lichamen netjes heeft neergelegd. Ben heel erg benieuwd naar dat personage. De andere reden waarom dit stukje echt eruit springt is die koppeling tussen draken en hun berijders. Ben benieuwd hoe dat nu echt werkt.

Kortom ben zeer, zeer benieuwd naar het slot. Dit is ook wel een knetter goed begin van een langer verhaal hint hint.

Ga zo door!
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Glen ;) hint hint, lees de beginpost nog eens
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Glenn, ooooit, heel oooooit komt het grote verhaal hier te staan xD Ik hoop dat het einde je aanstaat, ik heb zelf het gevoel dat het een anti-climax is :p
Het is een Jodie :O kssst, ksst! Ga eens weg van mijn mooie verhaal!
----------
Hoofdstuk 8


“Niehic de onsterfelijke. Sta op en kijk ons aan.”
De stem die sprak was van een mensenvrouw, maar Niehic wist dat de woorden in werkelijkheid van de draak waren die achter haar stond. Vroeger kon hij met de draken via hun gedachten praten, maar na de splitsing waren ze een groot deel van hun kracht kwijtgeraakt. Nu moesten ze hun verbinding met het diepste van de aarde leggen via mensen. De mensen waren niets meer dan spreekpoppen, hun geest was helemaal overgenomen door die van de draak.
Niehic duwde zich overeind en hief zijn hoofd. De draak tegenover hem had een grauwzilveren kleur en felgroene ogen. Hij torende hoog boven Niehic uit. Zijn tanden en klauwen waren zo groot als een mannenarm. Niehic kon haast niet geloven dat hij dertig jaar uit hun greep had weten te blijven.
“We weten waar je bang voor bent,” zei de vrouw, “maar jouw fouten waren net zo goed de onzen. De goden hebben ons lot met elkaar verweven. Met onze hulp zal de dolk snel gevonden zijn.”
Het duurde even voordat de precieze betekenis van die woorden tot Niehic doordrong. “Jullie… vergeven het me?” vroeg Niehic niet-begrijpend.
“Ja.”
“We hadden je bijna de dolk aan kunnen bieden,” zei een van de mannen, die toebehoorde aan een dieprode draak. “Maar het ziet ernaar uit dat de mensen de krachtige magie ervan in noodsituaties kunnen gebruiken. Ben je er nog mee verbonden?”
Niehic knikte. “De goden van het lot gooien me af en toe kansen toe. Tot nu toe liepen ze allen uit tot niets.”
“Weet dat wij ook op zoek zijn,” sprak de vrouw weer. “En weet dat wij nog altijd je bondgenoten zijn.”
De andere twee draken negen hun hoofd als bevestiging van wat de vrouw zei. Niehic voelde langzaam zijn hoop weer opkrabbelen. Hij maakte een diepe buiging naar ieder van de draken.
“De hulp wordt zeer gewaardeerd.”
“We willen je nog één wijze raad meegeven, als langlevende naar langlevende. Hecht je niet te veel aan mensen. Ze leven zo kort en verouderen zo snel. Gebruik ze voor jouw doeleinden, maar laat ze jou nooit gebruiken. Anders zal je geestelijk niet gezond blijven.”
De Laaglanden zijn perfect! Hier is een probleem pas de jouwe als je je er druk om maakt.
Het zag ernaar uit dat Layn gelijk had met zijn woorden. De Laaglanden waren inderdaad perfect. Hij kon hier ongestoord rondzwerven zonder ooit nog een verlies te kennen zoals Layn.
De andere vrouw stapte naar voren toe met een in doeken gewikkeld pakketje in haar handen. Ze overhandigde het aan hem.
“Dit vonden onze krijgers bij het huis waar je gevangen gehouden werd.”
Hij trok de doeken weg. Het was zijn luit, onbeschadigd en wel. Hij glimlachte de draken dankbaar toe en sloeg de luit over zijn schouder.
“Dank jullie wel voor jullie hulp. Het is tijd om een nieuwe poging te doen om onze lotsbestemming in vervulling te laten gaan.”


EINDE
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Nu moesten ze hun verbinding met het diepste van de aarde leggen via mensen.
Snapte deze zin niet helemaal. Komt misschien omdat ik morgen twee belangrijke tentamens heb en mijn hoofd vol zit met rare weetjes. Ik snap nog ergens dat ze hun verbinding via het diepste van de aarde moeten leggen zal wel iets spiritueels zijn maar waarom via mensen? Waarom dat zo is bevreemd mij. Mensen in jouw wereld geven mij niet echt het idee dat ze perfect zijn voor een connectie met het diepste.
“Maar het ziet ernaar uit dat de mensen de krachtige magie ervan in noodsituaties kunnen gebruiken. Ben je er nog mee verbonden?”
Zelf zou ik het wat vager houden. Ik zou er bepaalde situaties van maken dan geef je de lezer ook nog enige fantasie ruimte.
Niehic kon haast niet geloven dat hij dertig jaar uit hun greep had weten te blijven.
“Weet dat wij ook op zoek zijn,” sprak de vrouw weer. “En weet dat wij nog altijd je bondgenoten zijn.”
Eerst schreef je dat hij al dertig jaar uit hun greep was gebleven komt dus op mij over dat ze elkaar niet bepaald mogen. Nu schrijf je dat ze altijd bondgenoten waren (vanuit drakenperspectief dan) kleine tegenstrijdigheid.
“We willen je nog één wijze raad meegeven, als langlevende naar langlevende. Hecht je niet te veel aan mensen. Ze leven zo kort en verouderen zo snel. Gebruik ze voor jouw doeleinden, maar laat ze jou nooit gebruiken. Anders zal je geestelijk niet gezond blijven.”
Ik vind het persoonlijk niet lekker klinken als een draak geestelijk gezond zegt. Doet me meer aan een socioloog of psycholoog denken haha.

Het einde hmmm had er eigenlijk toch meer van verwacht. Het hele verhaal is echt heel leuk geschreven, leest vlot weg en er zijn leuke karakters in te vinden. Hoe verder het verhaal vordert hoe leuker ik het vind om te lezen. Er komen meer vragen bij na mate we het einde naderen en eigenlijk wordt er niet veel beantwoord maar meer opgeroepen. Het voelt dus niet als een einde maar meer van volgende week donderdag even inloggen om het vervolg te lezen. Het had misschien anders geweest als de actie iets anders was verdeeld. Het einde van H6 en begin H7 zit eigenlijk de laatste actie in. Daarna gebeurt er in principe weinig meer qua strijd.
Dus in het kort super verhaal, leuk plot en wil echt le grande story lezen maar dit einde viel eigenlijk een beetje tegen. (Had je maar niet zulke hoge verwachtingen moeten scheppen :p)
Faatje
Balpen
Balpen
Berichten: 111
Lid geworden op: 23 dec 2013 16:00
Locatie: Noord-Holland

Jammer dat het verhaal al tot een einde is gekomen.

Ik kan niet wachten tot het volledige lange verhaal!

Groetjes,
Geniet van de kleine dingen in het leven.

Je kunt je leven niet langer maken, maar wel meer leven uit elke dag halen.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Faatje, ik vrees dat het lang wachten wordt op het lange verhaal :p maar erg leuk dat je meelas!

@Glenn:
Snapte deze zin niet helemaal. Komt misschien omdat ik morgen twee belangrijke tentamens heb en mijn hoofd vol zit met rare weetjes. Ik snap nog ergens dat ze hun verbinding via het diepste van de aarde moeten leggen zal wel iets spiritueels zijn maar waarom via mensen? Waarom dat zo is bevreemd mij. Mensen in jouw wereld geven mij niet echt het idee dat ze perfect zijn voor een connectie met het diepste.
Wat ik hiermee bedoelde was dat de draken zelf nog maar weinig magie hebben. Nadat de wereld gesplitst is, is de enige grote bron van magie het diepste van de aarde. Mensen kunnen daar wel bij komen, maar draken zelf niet. Wel via de mensen.
Maar dat moet ik dan in t verhaal beter uitleggen :p nou ja, of het behouden voor het lange verhaal haha xD
Zelf zou ik het wat vager houden. Ik zou er bepaalde situaties van maken dan geef je de lezer ook nog enige fantasie ruimte.
Ik heb er noodsituaties neergezet omdat het alleen echt om noodsituaties gaat :p
Eerst schreef je dat hij al dertig jaar uit hun greep was gebleven komt dus op mij over dat ze elkaar niet bepaald mogen. Nu schrijf je dat ze altijd bondgenoten waren (vanuit drakenperspectief dan) kleine tegenstrijdigheid.
Niehic dacht dat hij het verpest had, een inschattingsfout van zijn kant. De draken wilden hem juist duidelijk maken dat hij het niet verpest had, maar hij gaf ze de kans niet. Als je kijkt naar de ontmoetingen met de drakenstamleden in het verhaal, dan zie je dat ze niet vijandig overkomen, maar dat Niehic ze nooit tijd geeft om hun plannen uit te leggen.

Ik dacht al dat het einde wat teleurstellend zou zijn haha :p stiekem is het een verhaal waarbij je eerst het lange verhaal moet hebben gelezen, om dan dit te lezen. Dan zie je kleine dingetjes terugkomen die in het grote verhaal niet helemaal worden uitgelegd.
Bedankt voor het lezen en telkens je leuke commentaar :D
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Toen je aan het begin zei dat dit een voorloper was van "De Wereld van Orde en Chaos" deed me dat geen belletje rinkelen. Tot je het over de boven en beneden wereld had en Niehic natuurlijk. Haah! Daar weet ik nog heel veel van hoor! Zoals die twee vrouwen die naar de beneden wereld gingen vanwege de dolk, waarvan de een het vreselijk vond hihi (A) En Niehic die in opstootjes in een herberg terecht kwam. En zo'n vrouw die naar beneden werd gegooid... zeg, kun je die niet eens afmaken (A) Bijna net zo goed als deze, maar deze is beter want deze heeft een einde ^_^

Ik vond het een leuk verhaal om te lezen, zeker omdat ik dus nog een heleboel van het officiële verhaal wist en Niehic "ken". En omdat ik die wereld die je gecreëerd hebt gewoon ontzettend leuk is. Ohjaaa en complimenten dat je het af hebt gemaakt :D Dat wordt zeer gewaardeerd :D

Goed geschreven!
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Jaaa, je hebt het gelezen! En je herinnert je nog zo veel van het grote verhaal, dat maakt me blij :D Toevallig heb ik een paar dagen geleden hoofdstuk 1 herschreven, maar Jodie heeft problemen met haar schrijflaptop, waardoor het herschrijven weer tot halt is gekomen :(
Ik ben blij dat je het leuk vond! Verhalen afkrijgen is zo leuk, he :3 Eigenlijk zijn kortverhalen wat dat betreft zoveel makkelijker, maar langverhalen kunnen weer zo leuk ingewikkeld worden. Maar misschien dat ik vaker korte verhalen ga schrijven :p je zal het hopelijk vanzelf zien!
Nog heel erg bedankt voor je reactie :D
kitten
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 6
Lid geworden op: 27 jul 2014 15:38

Supermooi verhaal! ik ben benieuwd hoe het verder gaat! :app:
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”