Proloog.
De invasie: onze grootste bedreiging tot nu toe.
De echte waarheid.
'Mijn broeders en zusters!' begon de zon van Aurusia, onze leider in deze duistere tijden. De regentes Azuria Leandra: 'Het is begonnen, de oorlog der oorlogen staat op het punt te beginnen. Wees niet bang. Laten we samen bidden. Laten we bidden alsof u en ik schouder aan schouder staan, biddend voor de veiligheid van onze broeders en zusters! We mogen niet falen in ons geloof, in onze moed, in onze vastberadenheid.
Het pad van onze rechtvaardige krijgers wordt aan alle kanten omringd door de ongerechtigheden van het egoïsme en de tirannie van het kwaad. Gezegend is hij die in de naam van eer en goede wil het zwaard hanteert in de strijd tegen de duisternis, want hij is echt zijn broeders hoeder.
Met een ongekende furiositeit en woede zal ik eenieder neerslaan die mijn broeders en zusters probeert te weerhouden van wat hen toekomt, want hen zal de overwinning toekomen! En ieder zal weten dat mijn naam Azuria Leandra is wanneer ik mijn wraak op hen ontketen.
Dit zal een les zijn voor eenieder die onze grenzen durft over te steken. Laat het bekend zijn, dat bij het overgaan van onze grenzen, bij het rijzen van de zon, zij de toorn van mezelf, de toorn van mijn soldaten, de toorn van mijn volk op hen hebben afgeroepen. En laat het bekend zijn dat zij zullen vallen, één voor één zullen vallen door de toorn van Aurusia!'
Een zeer inspirerende speech. Toegegeven, onze regentes weet iedere keer weer de harten van haar onderdanen te raken. Een speech, wanneer je hem dichter bekijkt, meer doorsnee is dan de eerste aanblik doet vermoeden.
Het pad van de rechtvaardige krijger; in naam van eer en goede wil het zwaard hanteert; hen zal de overwinning toekomen. Een paar fragmenten uit de toespraak van onze regentes. De regentes zou toch moeten weten dat oorlogen niet meer gevochten worden met het zwaard of eer en goede wil? Het leger bestaat uit dienstplichtigen die, bewapend met een geweer, naar het front worden gestuurd om te vechten, niet voor de eer of voor Aurusia, nee, de soldaten vandaag de dag zijn niet meer geïnteresseerd in zulke gedachtes uit de Oude Tijd. De soldaat vandaag de dag denkt maar aan één ding, overleven.
Is het door die instelling dat men liever vlucht dan blijft staan en blijft vechten? Komt het door die instelling dat de frontlinie wordt opgegeven iedere keer wanneer de vijand verschijnt? Of ligt er hier een andere reden aan ten grondslag?
Sommige van jullie vragen zich terecht af waarom überhaupt onze jongens en meiden naar het front worden gestuurd. Er is een reden waarom het front nu zo dicht bij onze prachtige hoofdstad ligt. De Heren die ons leger naar de overwinning moeten leiden hadden er slechts vijfduizend soldaten gestationeerd. Complete waanzin als u bedenkt dat de zuidoost grens meer levens heeft geëist in een enkele oorlog dan alle andere oorlogen aan de zuidgrens.
Het was met die officiële reden – de onofficiële reden bewaar ik voor later – dat de Mionlach, ja de beruchte Mionlach, naar de zuidoost grens werden gestuurd en niet naar de zuidgrens. De Mionlach, een groep soldaten die geen voet mag zetten op Aurusiaans grondgebied en alleen de taak heeft de zuidoost grens voor eeuwig te verdedigen. Dus waarom worden onze jongens en meiden met hele dorpen tegelijk in het leger gedwongen als het niet hun taak is om de grens te bewaken?
Ik geef ieder gelijk die zegt dat het wel hun taak is om het land tegen iedere dreiging te verdedigen maar wat als ik zeg dat het de Mionlach waren die deze oorlog begonnen?
Het zal u misschien verbazen maar de Mionlach waren een honderdtal jaar geleden niet de mensenschuwe nietsnutten die het vandaag de dag zijn. Nee, zij waren ooit, lang geleden, het meest gevreesde leger ter wereld. Het stond in zijn geheel los van de heerlijkheid van de Heren. Het kon en mocht alleen bevelen opvolgen van de gratie van de Goden, onze koning. Wat er die oorlog is gebeurt, wat de reden was, de gevolgen staat nergens beschreven.
De bibliotheek van de tempel van Aurelia is blank op dit gebied. De grootste verzameling van boeken waar bijna al onze kennis van is afgeleid vermeldt niet deze donkere periode. Alle boeken die volgens catalogus informatie moesten verschaffen over de desbetreffende periode waren “verdwenen”. Andere waren incompleet ontdaan van specifieke bladzijdes en passages.
Wij zouden echter niet uw favoriete krant zijn als wij niet verder zochten. In een klein dorpje dicht tegen de grens waarvan ik de naam uit angst voor represailles niet noem vonden wij hét bewijs. Een oude man wiens voorouders in de “vergeten” oorlog vochten. Hoewel ons land volledig is ontdaan van enig bewijs is dit niet het geval in andere landen. De man reisde ver in zijn jonge jaren. Op zoek naar het antwoord op wat zijn vader angst aanjoeg in de nacht.
Een verrassende wending nam zijn zoektocht naar een land wat hij niet verwachtte, Argronth. Onze grootste rivaal uit oude tijden was de sleutel om onze verborgen geschiedenis te ontrafelen. De tocht van de oude man bracht hem naar Rothág, de hoofdstad. Na het horen van het verhaal en de reis vol ontberingen die de man het ondergaan gunde de koning de man een audiëntie.
Het was hier in de troonzaal van Argronth dat de waarheid werd achterhaald.
Wat begon als een wanhopige poging, moord op de koning, van een wanhopig volk om onder de onderdrukking van Aurusia uit te komen eindigde in de totale vernietiging van het volk. De grenzen van Aurusia konden de Mionlach niet stoppen in hun queeste om de laatste koningsmoordenaar te vinden en te berechten.
Aurusia werd systematisch ontdaan van ieder die zich affilieerde met de koningsmoordenaars. De grenzen vormde echter geen barrière voor de Mionlach. De legers van Argronth en Durlianth vormde geen barrière. En zo gebeurde het dat drie landen toekeken hoe de Mionlach bij een klein dorpje genaamd Cailtte kwam. Het was bij dit dorpje dat de laatste van de koningsmoordenaars werden uitgeroeid, of thans dat dacht men. Hoe dit verband houdt met onze benarde positie nu?
Een oorlog die bij ieder op zijn of haar netvlies wordt gebrand door de verschrikkelijke verhalen van zijn of haar ouders is De Zwarte Oorlog. Een oorlog die meer levens eiste dan alle oorlogen tussen Aurusia en Argronth bij elkaar.
Het was in Durlianth dat een zeker persoon met ongekende wreedheden de daar heersende koning en adel wegvaagde. Hele steden werden tot de laatste man uitgemoord. Argronth, het naderende onheil vrezende, sloot een bondgenootschap met zijn grootste rivaal, Aurusia. Met een gecombineerd leger wat zijn weerga tot vandaag de dag niet heeft gezien marcheerde ze naar Durlianth. In de slag die later bekend zou worden als de Slag der Officieren versloegen ze de monsters uit Durlianth. De slag het echter een zware tol de helft van de Aurusiaanse soldaten die heen werden gezonden keerde terug. Driekwart van de soldaten van Argronth bleven echter in Durlianth.
De leider van deze rebellen, de man die meer doden op zijn geweten had dan ieder ander, werd gevangen genomen. Zijn naam; Undroth Cailtte. De enige overlevende van de slachting bij Cailtte, de enige erfgenaam van het volk der Iasairs. Nachtmerries joegen honderden veteranen de dood in. De macht van Undroth Cailtte was nog lang niet gebroken, integendeel.
Nu, worden wij wederom belaagd door monsters uit Durlianth. Beven onze soldaten wederom bij het aanzicht van de vijand. Breken de linies en begint een bittere strijd op leven en dood. De enige hoop die wij nu nog hebben? Zij die de oorlog ooit begonnen, de Mionlach. Als hun reputatie nog een fractie is van wat het ooit geweest was dan kunnen alleen zij ons redden.
Echter, de enige manier om vanuit Durlianth Aurusia binnen te dringen is door de Grensforten te veroveren, bewaakt door de Mionlach...
Door: Gertrude Trilion.