De Berlijnse muur was een paar jaar er voor gevallen, toen ik per ongeluk in Polen terecht kwam.
We gingen met de auto op vakantie, en de bedoeling was richting Oostenrijk te rijden, en dan van daar af zouden we zien of we naar Zuid-Duitsland, Oostenrijk of naar Tsecho-Slowakije zoals het toen nog heette zouden gaan.Want we hadden twee weken vrijheid voor de boeg die maximaal benut moesten worden.
Vijftig kilometer over de grens ging het al mis. We hadden niets gedaan aan route-planning, met het idee dat we het wel met de wegenkaart af konden. Vlak voor Dortmund moesten we de autobahn naar het zuiden nemen, en toen we na een poosje borden met Berlin boven de weg zagen wist ik al dat we verkeerd reden. Maar wat is verkeerd, als je toch niet weet waar het leuk is. Dus reden we gewoon door naar Berlijn. Als je alle grote plaatsen van Nederland naast elkaar zet, compleet met de wegomleggingen van Amsterdam en de binnenstadproblemen van Utrecht en den Haag bij elkaar, heb je ongeveer een idee hoe Berlijn er uit zag in die tijd.
Nadat we de hele volgende dag er over gedaan hadden om onder de Brandenburger Torr door te rijden, wisten we dat we zo gauw mogelijk daar vandaan moesten zien te komen. We reden dus weer de ring op, het maakte niet uit naar welke richting. Zodat we na korte tijd merkten dat het mooie asfalt had plaatsgemaakt voor betonnen platen. Kaboem keboemkeboemkeboemkeboem, en dat twee uur lang richting Szczecin, of Stettin zoals er onder vermeld werd . We hadden geen kaart van dat gebied, want wat we bij ons hadden ging tot Berlijn, en geen benul waarom Stettin in twee talen op de borden stond. Misschien net zo iets als in Friesland, waar ook van die vreemde plaatsnamen op de borden staan.
Dus waren we nogal verbaasd toen er opeens een lange file stilstaande vrachtauto's op de weg stil stond. We hadden de Duits-Poolse grens bereikt.
In mijn onschuld reed ik ze allemaal voorbij, tot aan de slagboom. Daar stond een soort Oberfeldwebel met een groen uniform die zijn hand omhoog deed om te laten zien dat hij de aangewezen persoon was om de boom omhoog te doen. Maar dat was te optimistisch gedacht. Hij wilde de paspoorten en de autopapieren, waarmee hij het kantoortje inging en ze daar uitgebreid met zijn collega's onderzocht. Na een paar minuten kwam hij weer naar buiten en deed de boom omhoog. Doorrijden, gebaarde hij, terwijl hij de papieren door het raampje ons weer toestopte. We dachten dat we nu in Polen waren en ik gaf al wat gas om harder te gaan rijden, toen er een tweede grenspost in zicht kwam. Naast de file vrachtwagens stond nu ook een lange rij personenauto's te wachten, veel met een aanhangwagentje waarover een dekzeil de lading beschermde tegen nieuwsgierige inkijk.
Bij de slagboom stonden drie in uitgezakte uniformen gehulde grenswachten een aanhangwagentje te inspecteren. De eigenaar van de aftandse Opel Kadett zwaaide met papieren, praatte in op de commiezen wen moest even later mee naar binnen. Dat gaat lang duren, dacht ik net, toen een andere douanebeambte op mijn ruitje tikte in wenkte mee te komen. Ik reed achter hem aan tot aan de slagboom.
Ook hij wilde de zojuist aan zijn Duitsche collega getoonde papieren zien.Ik overhandigde ze en verwachtte dat het hier ook niet al te lang zou duren. De man liep het buro in een bleef even weg. Een paar minuten later kwam hij weer naar buiten en liep de weg op, naar een Duitse Mercedes die net kwam aanrijden. Ook deze bestuurder gaf zijn papieren, wachtte twee minuten en de grenswacht kwam weer naar buiten en stak het paspoort met de autopapieren door het raampje en de auto reed weg. Toen dit een keer of vier was gebeurd, bedacht ik dat er iets niet klopte. We deden de auto op slot en ik liep naar het buro, waar een stuk of drie grenswachters zaten te roken. Ik tikte op het loket en op mijn vraag in het Engels waar mijn papieren waren haalden ze hun schouders op en zeiden iets in het Pools terug. Ook Duits hielp niet, ze begrepen niet dat ze mijn papieren hier in het buro hadden. Daar kwam de man binnen die ze van mij had gekregen, en hij gebaarde met zijn hand dat ik even moest gaan zitten op een houten bank langs de muur. Zodra ik zat liep hij weer naar buiten om minstends een half uur weg te blijven. Toen hij eindelijk terugkwam praatte hij even met zijn collega's, wenkte dat ik mee moest komem en vroeg om de koffer van de auto open te maken. Ook onze koffers moesten open, en de tas met een paar pakken koffie, wat fruit en de potten met jam, boter, pindakaas en hagelslag die we altijd meenemen voor de picnick-lunch langs het stromende riviertje dat er altijd wel te vinden is, had zijn speciale aandacht. Op een papiertje uit een piepklein notitieboekje schreef hij 12o zloty, scheurde het er uit en gaf het aan mij.
Helaas voor hem wilde ik het niet begrijpen, en bovendien had ik geen zloty's. Na enig dom houden haalde ik tien D-mark uit mijn achterzak en toen hij dat niet aan wilde pakken zei ik: Auf wiedersehn, en maakte met een gebaar duidelijk dat ik terug naar Duitsland wilde. Maar hij griste de tien Mark uit mijn vingers en zei :fahren!
Tijdens het diner in Gdansk zei een Duitser die ik het vertelde, dat ik vergeten was een snoepje in het paspoort te doen. Een snoepje?
Jawohl, ein zehn Mark Geldschein in pasport, fertig mit drei minuten!
Polen is een prachtig land. Mooie natuur, eeuwenoude bossen en vriendelijke , behulpzame mensen die meestal ook nog lekker kunnen koken.
En tegenwoordig hoef je ook geen snoepjes meer mee te nemen.
J++
Polska
Leuk verhaal! 

Sommige dingen zijn niet met woorden te beschrijven.
Wel met gevoelens.
Wel met gevoelens.
Leuk weer J++!
Echt leuk geschreven 
