1.
‘Niks vergeten?’ vraagt Thomas.
‘Ik denk het niet,’ antwoord ik met enige twijfel in mijn stem.
Thomas start de auto en de motor maakt een hard geluid in de stille nacht.
‘Gaan we echt?’ vraag ik.
‘Helen, we hebben er al zo vaak over gepraat… je wilt toch niet ineens terugkrabbelen?’
‘Nee, maar het lijkt zo… onecht, als een droom.’
‘Al onze dromen komen uit.’
Thomas legt zijn hand op mijn been en knijpt even zachtjes. Ik weet dat dit de goede keuze is.
2.
Een paar jaar geleden kreeg ik verkering met Thomas. We kenden elkaar al vanaf groep één van de basisschool en zijn op de middelbare school altijd goed bevriend gebleven. Sterker nog, hij was mijn beste vriend. En dat is hij nu nog steeds.
We hadden een keer per ongeluk gezoend. Hij bracht me thuis en ik wou hem een kusje op zijn wang geven, dat deden we wel vaker, maar hij draaide zijn hoofd. Toen gebeurde het gewoon. En we waren dronken, want we hadden een feestje en waren daarna uitgeweest. Dat speelde vast ook wel mee. De weken daarna waren vreemd. Veel mensen vonden altijd al dat Thomas en ik goed bij elkaar zouden passen, maar nu vonden nog veel meer mensen dat. Ik wist niet wat ik moest. Ik vond ook altijd wel dat een relatie tussen ons heel goed zou zijn, maar ik kon niet zomaar verliefd op hem worden. Door de kus keek ik anders tegen hem aan en werd ik toch wel verliefd. We praatten wel met elkaar, maar de gesprekken waren niet zo levendig en vrolijk meer als voorheen, omdat we beide denk ik geen zin hadden in de reacties van anderen. Dat maakte ons verlegen.
Ik werd dus verliefd op hem, maar durfde niks te doen omdat ik onze vriendschap niet wou verpesten. Maar uiteindelijk kregen we toch verkering; hij stond een keer met een bosje rozen voor de deur en toen wist ik het.
Dat was allemaal leuk en goed… maar mijn vader dacht daar anders over. Ik kan al nooit goed met mijn vader opschieten, soms scheld hij me uit. Een paar keer heeft hij me geslagen, zo hard dat ik er hele dikke blauwe plekken van had. Mijn vader is een zakenman en is rijk. Hij heeft altijd al graag gewild dat ik later zakenvrouw zou worden, maar ik wil geschiedenis studeren. Daardoor vind hij mij niet leuk, ik doe niet wat hij wil en hij wil graag zijn zin hebben. Natuurlijk doet het mij pijn, maar ik ben sowieso niet zo gesteld op mijn ouders… mijn vriendinnen betekenen veel meer voor mij en Thomas nog veel meer. Ik kan alles aan hem kwijt en hij staat altijd voor me klaar, en ik ook voor hem. Hij weet van mijn vader, al praten we er niet vaak over. Hij had het gewoon door, hij wist het zonder woorden.
3.
‘Wat heb je eigenlijk allemaal meegenomen?’ vraag ik.
We rijden al anderhalf uur en we hebben al die tijd niks gezegd. Van geluk, denk ik. We zaten gewoon voor ons uit te kijken, verzonken in eigen gedachten.
‘Niet veel. Ik heb mijn vaders creditcard meegenomen.’
‘Hoe heb je dat gedaan?’
‘Gewoon, vlak voordat we weg gingen heb ik die uit zijn jas gehaald… hij heeft meerdere maar volgens mij staat hier het meeste op.’
‘Voel je je niet schuldig?’
‘Nee. Ik ben blij dat we weg gaan.’
Een paar maand geleden zijn we op het idee gekomen om weg te gaan. Weg van school, weg van onze ouders, weg van alles. Gisteren heb ik ontslag genomen bij mijn bijbaantje in de buurtsupermarkt. Ze vonden het jammer, maar ik niet. Ik weet niet wat me nu allemaal te wachten staat, maar alles beter dan mijn vader. Mijn moeder had en heeft niks door. Ik kan wel goed met haar praten, naar niet over dat soort dingen. Ze houdt van mijn vader, en zal waarschijnlijk zeggen dat ‘het allemaal wel meevalt’. Maar het valt niet mee. Ik begon steeds meer te denken aan een studie waarmee ik een echte zakenvrouw zou worden. Ik dacht dat het allemaal aan mij lag dat hij me soms sloeg en me niet mocht. Door Thomas heb ik me wat meer afgezonderd en kon ik de hele situatie eens van een afstandje bekijken. Toen zag ik dat het niet mijn schuld is, het is tenslotte mijn leven en ik moet doen wat ik er mee wil… maar daar dacht mijn vader dus blijkbaar anders over.
Thomas en ik hebben daarom besloten om weg te gaan. Thomas heeft al anderhalf jaar zijn rijbewijs en heeft laatst van zijn spaargeld een klein autootje gekocht. Die hebben we nu volgepakt met onze spullen. Ik mocht alleen meenemen wat ik echt nodig ging hebben, maar ik wou al mijn spullen mee. Dat vond Thomas niet zo leuk, maar we hebben een kofferbak en een achterbank wat helemaal vol met spullen kan, dus ik vond dat hij niet moest zeuren. Hij nam zelf trouwens ook heel veel mee, zelfs zijn Xbox. Ik vroeg me af wat hij daar mee gaat doen… ik vraag me sowieso af wat we allemaal gaan doen, en waar we gaan overnachten. Thomas en ik hebben beide een creditcard van onze vaders gestolen. Mijn vader heeft veel geld, maar dat staat niet allemaal op één creditcard. Bij Thomas zijn vader hetzelfde. Ik hoop dat we de goede hebben uitgekozen… ik voel me schuldig, maar ik hoef mijn vader nu nooit meer te zien. Ik blijf samen met Thomas, de rest van mijn leven.
4.
We rijden in Noord-Frankrijk en we gaan eerst richting Spanje. Ik ben benieuwd of onze ouders ons al hebben opgegeven als vermist. Vast nog niet.
‘Misschien hadden we een brief moeten schrijven aan onze ouders, met al onze frustraties,’ zeg ik.
‘Ja… misschien wel. Maar dat kunnen we nog wel een keer doen?’
‘Ja, ik wil ze vanavond wel even een brief schrijven, dan moeten we even goed samen bedenken wat er allemaal in moet hoor.’
‘Is goed, lief. Gaan we straks ergens slapen of zal ik de hele dag door blijven rijden?’ vraagt Thomas.
‘Als je moe bent… het maakt mij niet uit. We hebben alle tijd van de wereld nu.’
‘Ik rij wel door.’
Ik heb er heel lang over na moeten denken om mijn plan om geschiedenis te gaan studeren op te geven. Maar uiteindelijk heb ik het toch gedaan. Vrijheid ging voor. Vrijheid en weg van mijn vader. Alleen zijn met Thomas. Ik hoef niet zo nodig werk, als we geld nodig hebben kunnen we altijd nog ergens aan het werk voor een paar maanden. Natuurlijk moeten we geld voor benzine, maar ook misschien voor een huisje als we en plek hebben gevonden waar we willen wonen. Ik wil alleen niet dat alles vaststaat. Ik wil vrijheid, en zo weg kunnen als we weg willen. Op die manier wil ik oud worden met Thomas.
5.
We slapen in een heel klein motelletje in het midden van Frankrijk. Thomas werd toch een beetje moe en ik zei dat hij moest stoppen, omdat er anders misschien een ongeluk zou gaan gebeuren. Thomas is in de badkamer en ik staar naar het plafond. Ik besef dat ik me heel erg gelukkig voel, weg van mijn ouders, weg van school… Thomas komt binnen en ploft naast me op het bed.
‘Ben je blij?’ vraagt hij.
‘Ja, jij ook?’
‘Zeker… eigenlijk kan er niks ergs meer gebeuren, hè?’
‘Nee. En oh, ik ben zo blij dat ik nu alleen met jou ben. Niemand kan ons meer iets maken.’
Thomas glimlacht en strijkt met zijn vinger over mijn wang.
Morgen gaan we richting Spanje. Hoelang we erover doen weet ik niet, maar dat maakt ook niet uit, dat mag niet eens iets uitmaken. Na een tijdje vallen we in slaap.
De volgende ochtend loop ik naar het kleine bakkertje om de hoek om wat broodjes op te halen. Als ik terug kom, is Thomas weer in slaap gevallen en ik ga naast hem op het bed zitten en kijk naar hem. Ik hou zo veel van hem, ik snap het gewoon niet. Ik ken hem nu zolang ik mij kan herinneren, en ik had nooit gedacht dat ik ooit een relatie met hem zou krijgen. Dat zat er gewoon niet in, dacht ik. Ik dacht dat we altijd gewoon beste vrienden zouden blijven en droge grappen met elkaar zouden blijven maken. We hebben beide dezelfde humor die alleen wij twee lijken te snappen, dat is al heel lang zo. Hij snapt mijn grapjes en ik die van hem. We kunnen echt in een deuk liggen om de raarste dingen. Dat zijn de kleine dingetjes die onze relatie speciaal maken, en waar ik zo van hou.
6.
‘Spanje,’ zegt Thomas.
We zeggen niet veel tegen elkaar. Ik geniet van het landschap en Thomas denkt na over alle dingen die we nog allemaal samen gaan doen, denk ik. We hoeven niet te praten, het is goed zo. Praten komt vanzelf weer. Ik heb al een aantal keren gedacht of het niet teveel van het goede zou zijn. We zitten vierentwintig uur per dag op elkaars lip en misschien worden we daarom wel heel erg zat van elkaar. Maar we zijn sowieso veel bij elkaar, ik slaap vaak bij Thomas, ook door de week. En bovendien hoeven we niet de hele tijd bij elkaar te blijven, we hebben vrijheid. Als ik bijvoorbeeld een stadje wil bekijken en Thomas wil dat niet, kan hij naar het strand gaan, of naar een park… of in de auto blijven. Ik denk dat we het goed gaan volhouden. We kennen elkaar al zo lang, we kennen elkaar door en door, en dat kan alleen maar beter worden.
Als er nu mensen langs de snelweg zouden staan, zouden ze een kleine Volkswagen zien, met een jongen die met een glimlach om zijn mond naar de horizon kijkt en een meisje, die zielsgelukkig naar de zonsondergang kijkt. Ze zouden zien dat de jongen en het meisje voor altijd van elkaar zullen houden, en dat ze nu samen op reis zijn. Op reis naar hun eigen vrijheid, hun eigen leven. Op reis naar hun eigen eeuwigheid.
The Summer Obsession – Do You Remember
Don't need no cash we can make a dash, hit the street
It's always been, it's always been you and me
Baby it's cool, you suck at school, anyway
So pack it up, let's run away, run away
I know those bruises ain’t from falling down (tell the truth)
They seem to show when your drunk dad's around
(I'm here to save you from falling down)
We can go whenever you let go
Whenever you let go ( just let go)
Do you remember
we said we'd run
away together
Holding on to one another
I'll steal the car
steal the credit cards
We'll run forever
holding on to one another
This is the day
And tonight I'll be there
you know the time don't be scared
get all your cd's get all your posters
get what you need from their wallets and their purses
I know those bruises ain’t from falling down (tell the truth)
they seem to show when your drunk dad's around
(I'm here to save you from falling down)
We can go whenever you let go
Whenever you let go (just let go)
Do you remember
we said we'd run
away together
holding on to one another
I'll steal the car
steal the credit cards
we'll run forever
holding on to one another
And when we're all alone
with no one there to bother
I'll treat you like a queen
Forget about your father
There's no means that justify
You living your whole life in pain
Kort verhaal - Thomas en Helen
Wauw mooi verhaal!
Één dingetje...
Ik snap dat dit stukje in tegenwoordige tijd moet staan, dat heb je bij alle dialogen. Dat vind ik ook wel mooi, maar waarom heb je dan We zaten erstaan?

'maggie schreef:1.
3.
‘Wat heb je eigenlijk allemaal meegenomen?’ vraag ik.
We rijden al anderhalf uur en we hebben al die tijd niks gezegd. Van geluk, denk ik. We zaten gewoon voor ons uit te kijken, verzonken in eigen gedachten.
Ik snap dat dit stukje in tegenwoordige tijd moet staan, dat heb je bij alle dialogen. Dat vind ik ook wel mooi, maar waarom heb je dan We zaten erstaan?
WHIEJ
Leuk verhaaltje
Ik vind je boodschap, vrijheid, erg mooi en je maakt ook goed duidelijk waarom de hoofdpersonen weg willen.
Wat ik af en toe een beetje mis, zijn beschrijvingen van de omgeving en de personen, of heb je dat expres gedaan?
Je laatste paar zinnen vind ik goed gekozen!

Wat ik af en toe een beetje mis, zijn beschrijvingen van de omgeving en de personen, of heb je dat expres gedaan?
Je laatste paar zinnen vind ik goed gekozen!
The quiet scares me cause it screams the truth