Wadden
Als wij het Noorden eens niet hadden,
Daar,waar je niemand kan verstaan.
Dan hadden we dus ook geen Wadden.
En geen reden meer er heen te gaan.
Die waddenkust met hoge luchten,
Met steeds een dijk achter een dijk,
En veel armoedige gehuchten.
Waar heel veel arm en weinig rijk.
De bagger zit tot aan je oren
En schapenstront zit overal.
Begrip van tijd raak je verloren
De ruimte wint in elk geval.
En niemand, niemand zie je werken.
Het hele land is kaal en leeg.
Boven de bomen staan wat kerken,
Op wierden, voor als het water steeg.
Het waait, het regent of het stormt
Altijd, ook als het niet zo lijkt.
De bomen , krom en scheef vervormd,
Zwiepen steeds als je er naar kijkt.
En de taal. Ach, de taal,
Ze kunnen daarginds heus wel praten,
Maar al zeggen ze iets honderd maal,
Ze kunnen het maar beter laten.
Ons ruime inburgeringsbeleid
Voor asielzoekers en allochtonen,
Zou moeten worden uitgebreid
Voor die schepsels die in't Noorden wonen.
J++
Oeral, rúnom en dykes
En bedankt, J++.
Nou oke, dan hou ik mijn mening wel voor me, ik kan het praten immers beter laten? 


Sommige dingen zijn niet met woorden te beschrijven.
Wel met gevoelens.
Wel met gevoelens.