Ratten van Wattam

Hier kun je verhalen vinden waar langer dan een half jaar niet aan geschreven is of op gereageerd. De verwachting is dat deze verhalen niet meer afgemaakt worden. Staat jouw verhaal hier en wil je verder schrijven? Neem dan even contact op met één van de moderators, dan wordt je verhaal teruggezet.
Gesloten
Gebruikersavatar
Tsukiko
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 21 mei 2008 20:53

Titel : Ratten van Wattam

Hst 1: Verloren gevecht
Hst 2: Dodemanstocht
Hst 3: Tweede ontmoeting
Hst 4: Laatste gevecht
hst 5: Familie verraad
hst 6: Gered
Laatst gewijzigd door Tsukiko op 22 mei 2008 20:49, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
~ If life is like a rivier, mine must have a great big dam in it, ~
Gebruikersavatar
Tsukiko
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 21 mei 2008 20:53

Proloog

Het was de eerste keer dat we elkaar ontmoetten. Ik voelde me gered, verloren en machteloos tegelijk toen ze me meenamen. Ik kan me niet herinneren of ik huilde, de koude avondlucht en hun vieze onherkenbare gezichten zijn de enige dingen die me bij zijn gebleven. Wat ik me wel herinner, is dat iemand anders voor me huilde.
Soms, als ik alleen ben, kan ik haar nog horen schreeuwen. Mijn hart schreeuwt dan met haar mee, alsjeblieft dit niet, alles behalve dit. Maar uiteindelijk maakt het niet uit, als ik wakker word, badend in het zweet, ben ik nog steeds hier. Hier in de verstikkende duisternis, ver weg bij al wat menselijk is en alles wat ik lief zou moeten hebben.
Als ik alleen ben, probeer ik me te herinneren hoe ze keken. Lachten ze om mijn kleine handen die hen probeerde weg te slaan? Stond er een grimmige uitdrukking op iemands gezicht, terwijl die vrouw op de achtergrond maar bleef gillen? Of was er iemand die angstig om zich heen keek, bang dat iemand anders hem kwam halen?

Maar zoals ik al zei, het was de eerste keer dat we elkaar ontmoetten. En tot op de dag van vandaag vervloek ik hem. Voor elke ademhaling, voor elke blik en voor elke stap die hij doet. En ik vraag me af, schreeuwde hij net zo hard als ik?

[Edit: Met dank aan Sanne:P die meteen de typfouten eruit haalde
Edit 2: Met dan aan Mirry opnieuw verbeterd!:P
Laatst gewijzigd door Tsukiko op 22 mei 2008 20:48, 3 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
~ If life is like a rivier, mine must have a great big dam in it, ~
x Sanne
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 1544
Lid geworden op: 26 apr 2007 17:40
Contacteer:

Het was de eerste keer dat we elkaar ontmoette.
Maar zoals ik al zei, het was de eerste keer dat we elkaar ontmoette
ontmoette = ontmoetten

Leuk begin! Het klinkt of er iets heel ergs is gebeurd, ik ben benieuwd :D
The quiet scares me cause it screams the truth
Gebruikersavatar
Tsukiko
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 21 mei 2008 20:53

Aantekening: Aanhalingstekens werden raar toen ik postte :angel

Hoofdstuk 1: Verloren gevecht


De dag waarop mijn verhaal begint, was niet veel anders dan andere dagen. Met mijn hart in mijn keel zocht ik mijn weg door de mensenmassa, in de straten van Wattam. Om mij heen liepen die dag zoveel mensen, dat ik halverwege de middag het vermogen om hen te benoemen als man of vrouw lang verloren had. Niet dat ik het erg vond, het festival is nu eenmaal een goede dag om zaken op te doen. En in mijn geval was het een zeer goede dag om rijk te worden.
Het was een warme dag, de zon schitterde op de straatstenen, en ergens verbaas ik mij er nog over dat ik de stenen überhaupt kon zien met die menigte om me heen. Aan verscheidende gebouwen waren kleurige baniers bevestigd, speciaal voor het festival. Maar mijn aandacht was niet bij de baniers, als ik omhoog keek naar de daken. Ik wist dat als ik goed keek, ik mijn makkes kon zien staan. De beste halzensnijders van de stad, mijn familie.
Ik voelde een grijns over mijn gezicht glijden, terwijl ik zo stiekem mogelijk mijn hand naar mijn laars liet glijden om mijn dolk te pakken. Het koude staal voelde geruststellend aan op mijn rechterhand, en schichtig keek ik om me heen of ik Giovannie ergens kon zien staan. Ik wist als geen anders hoe ik mijn taak moest uitvoeren. De opdracht was simpel.

Snijd zoveel mogelijk buidels los, en zorg ervoor dat ze bij de waker komen. Mijn waker is Giovannie. Hij zorgde ervoor dat als één van ons opgepakt werd, de buit niet bij de stadswacht terecht kon komen. Hoewel ik hem niet zag, kon ik zijn ogen in mijn nek voelen branden, en gejaagd zocht ik naar mijn slachtoffer.
Een paar passen van mij vandaan stond een, aan zijn pens te zien, man met goed gevulde buidel. Ik aarzelde niet en glipte tussen de mensen voor mij door. Behendig liet ik het staal tussen zijn draagband en rug glijden, en sneed het leer door. Met een zachte plof hoorde ik de buidel op de grond vallen. Vrijwel meteen schoot een klein mannetje tussen mijn benen door en griste de buidel van de grond.
Het was een relevant jong mannetje, misschien zeven winters oud. Zijn zwarte haren waren vies en vettig. Zijn grijze tuniek had duidelijk betere tijden gekend, en was een paar maten te groot. Zijn grijpgrage handjes zagen eruit alsof ze al maanden niet gewassen waren en hij droeg een kenmerkende pisgeur bij zich. Hij keek me door zijn smerige haren even aan en probeerde tussen de mensen te verdwijnen, maar ik was sneller.
Snel als ik kon greep ik hem in zijn kippennek. Even dacht ik dat hij bij ons hoorde, maar het zwarte brandmerk van de Sarlantas op zijn linkerhand bevestigde eigenlijk meteen het tegendeel. ‘’Waar denk jij naar toe te gaan met mijn buit.’’ Snauwde ik, woest dat ik bijna mijn dag verdienste kwijt raakte aan een kleuter.

Klaar om het ding de strot door te snijden, keek ik om mij heen om me ervan te verzekeren dat er geen stadswacht in het zicht was. Plotseling zag ik links van mij Giovannie staan. Giovannie is een man die je altijd zult herkennen. Hij had die donkere ogen waarin je kon verdrinken, en was de meest dodelijke koppensneller die je je maar kon voorstellen. Zijn vader stond vroeger aan het hoofd van de misdaad in Wattam, en hoewel zijn zoon niet de uitgesproken rattenkop van zijn vader heeft, weet elke dief of bedelaar in de stad wie hij is. De Rat van Wattan mocht dan niet langer de baas zijn, maar hij werd nog steeds gevreesd. Het was ook daarom dat, toen ik zijn lange gestalte in de schaduw zag staan, mijn adem even stokte, hij wenkte me.

Aangezien Giovannie niet alleen mijn waker was, maar die dag ook mijn directe baas, aarzelde ik geen moment om naar hem toe te lopen. Helaas voor mij herkende het kleine ventje hem ook, en begon plotseling te schreeuwen, ‘’Houd de dief! Houd de dief.’’ Ik herinner me de paniek die me om het hart sloeg. Wanhopig wierp ik een blik op Giovannie, maar hij was al verdwenen.
Het was alsof de grond onder mijn voeten was weggeslagen. Het mannetje grijnsde sadistisch naar me, en toen ik mijn ogen weg kon rukken van de plek waar Giovannie net had gestaan, besefte ik me dat ik verloren was. De stadswacht leek plotseling overal, en er was geen ontsnappen meer mogelijk. Nog één keer, wetend dat het zinloos was, keek ik om mij heen in de hoop dat mijn waker mij kwam redden.

Maar de rat had het zinkend schip verlaten, en ik was voor de leeuwen gegooid. Peter de Vegner stond al voor me, en hij rook bloed. ‘’ZO ZO, Wat hebben we hier?’’ De moordlustige grijns rond zijn lippen zei genoeg.
Afbeelding
~ If life is like a rivier, mine must have a great big dam in it, ~
x Sanne
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 1544
Lid geworden op: 26 apr 2007 17:40
Contacteer:

Spannend vervolgje! De sfeer is heel anders dan in je proloog, maar zeker niet slechter :) Ik ben benieuwd hoe dit af gaat lopen 8)

Misschien kun je je nog even voorstellen in het voorsteltopic? :)
The quiet scares me cause it screams the truth
Mirry
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 591
Lid geworden op: 26 mar 2008 16:06

Hey Tsu!

Omdat jij gereageerd hebt op mijn verhaal, reageer ik natuurlijk ook op die van jou ;) Wanneer je mijn reacties niet op prijs stelt kun je me dit altijd laten weten :)

Allereerst! Je weet echt super de sfeer van vervallenheid, wanhoop en angst neer te zetten. Ik heb net in één keer je beide posts gelezen, dus je weet in ieder geval mijn aandacht vast te houden. Hoewel ik je tweede post iets rommeliger vind dan je eerste :$ Maar goed, ik zal beginnen met je verhaal :)
Tsukiko schreef:Het was de eerste keer dat we elkaar ontmoetten. Ik voelde me gered, verloren, en machteloos tegelijk toen ze me meenamen. Ik kan me niet herinneren of ik huilde, de koude avondlucht en hun vieze onherkenbare gezichten zijn de enige dingen die me bij zijn gebleven. Maar wat ik me wel herinner, is dat iemand anders voor me huilde.
Tussen ‘verloren’ en ‘en’ hoef je geen komma te zetten. Een en houd namelijk automatisch al een adempauze in een zin in, waardoor de komma het enkel dubbelop maakt. De derde zin kun je het beste de komma veranderen in een punt. Kortere zinnen benadrukken angst namelijk en dat beschrijf je op dat moment heel duidelijk. In de laatste zin kun je eventueel ook ‘maar’ weglaten en je zin gewoon beginnen met ‘wat.’ Verder is het een heel sterk stukje!
Tsukiko schreef:Soms, als ik alleen ben, kan ik haar nog horen schreeuwen. Mijn hart schreeuwt dan met haar mee, alsjeblieft dit niet, alles behalve dit. Maar uiteindelijk maakt het niet uit, als ik wakker word, badend in het zweet, ben ik nog steeds hier. Hier in de verstikkende duisternis, ver weg bij al wat menselijk is, en alles wat ik lief zou moeten hebben.
In de tweede zin kun je na mee, de komma het best in een puntje veranderen denk ik. De zin erna komt dan veel sterker over. Bijv.

Mijn hart schreeuwt dan met haar mee. Alsjeblieft, dit niet. Alles behalve dit. Uiteindelijk maakt het niet uit. Als ik wakker word, badend in het zweet, dan ben ik nog steeds hier.

Ik heb je ‘maar’ ook weggehaald, die voor uiteindelijk stond. Op één of andere manier lijkt het heel raar wanneer een zin begint met ‘maar’ alsof het eigenlijk nog een onderdeel is van de vorige zin, die met een komma onderscheiden had kunnen worden. Daarnaast ben je hem niet echt nodig in je zin, want zonder de maar zegt hij evenveel als met.
Tsukiko schreef:Als ik alleen ben, probeer ik me te herinneren hoe ze keken. Lachte ze om mijn kleine handen die hen probeerde weg te slaan? Stond er een grimmige uitdrukking op iemands gezicht terwijl die vrouw op de achtergrond maar bleef gillen? Of was er iemand die angstig om zich heen keek, bang dat iemand anders hem kwam halen?
Lachte = lachten. Aangezien je het in de zin ervoor over een meervoud van personen hebt?
Tussen ‘iemands’ en ‘terwijl’ moet volgens mij een komma. Verder super alinea, weer die angst en wanhoop, vermengt met een stukje nieuwsgierigheid.
Tsukiko schreef:Maar zoals ik al zei, het was de eerste keer dat we elkaar ontmoetten. En tot op de dag van vandaag vervloek ik hem voor elke ademhaling, voor elke blik en voor elke stap die hij doet. En ik vraag me af, schreeuwde hij net zo hard als ik?
Hier begin je ook een zin met maar, maar hier is het een goede. Je maakt onderscheid tussen de gedachten die je personage net had en hoe deze weer in heden komt. De punt kun je echter net zo goed weglaten, als één geheel met de zin die met ‘en’ begint staat het wel. Wel zou ik dan na ‘vervloek ik hem’ een punt doen. Hierdoor komt waarvoor ze hem vervloekt namelijk veel zwaarder aan. Bijv.

Maar zoals ik al zei, het was de eerste keer dat we elkaar ontmoetten en tot op de dag van vandaag vervloek ik hem. Voor elke ademhaling, voor elke blik, voor elke stap die hij doet. En toch vraag ik me af, schreeuwde hij nog zo hard als ik?

Ik heb het even veranderd, na ‘blik’ had jij ‘en’ staan. Deze heb ik weggehaald, omdat je de zin erna ook met ‘en’ begint en zo wil het net zo goed ;)

Verder sterk begin. Je nodigt uit om verder te lezen en laat alsnog hints vallen over hoe je personage is, in wat voor situatie (ik vermoed een zij, but correct me if i’m wrong) deze zit. Super begin!


PS: Klopt het dat de titeltopic en je titel van het verhaal verschillen?
When the curtain falls, it will be not you name you are judged by but your actions and the ability to show compassion towards others.
Gebruikersavatar
Tsukiko
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 21 mei 2008 20:53

Met vele dank aan de *kucht* twee reactie's :P

------------------------------
Peter de Vegner is een verhaal apart, hij staat al aan het hoofd van de stadswacht zolang wie dan ook zich kan herinneren in Wattan. Hij is een beroepsschoft, Corrupt als de hel en een grotere sadist dan de duvel zelf. Maar het volk van Wattan ziet hem als een echte held, hij is tenslotte Dé stadswacht. Net als zijn vader voor hem, en zijn grootvader voor hem.
Het was een grote lange man, met schouders zo breed als masten, de spieren van een paard en de nek van een stier. Hij was, op mijn directe baas na, de enige persoon in Wattan die de helft van het dievengilde in hun broek kon laten piesen door ze alleen maar aan te kijken. Dat is waarschijnlijk waarom de mensen dol op hem zijn. Hij straalt gezag uit, hij houdt van orde en hij is keihard. Persoonlijk heb ik altijd gedacht dat hij enkel van martelingen hield, en de hele orde hem gestolen kon worden.

Ik kan me zijn gezicht nog herinneren toen Gipsie werd opgehangen, ik werd bijna misselijk toen hij het vonnis voorlas. De grijns op zijn gezicht, de enthousiaste handgebaren terwijl hij toekeek hoe de oude man stikte aan de strop. Toen de oude kruimeldief te veel aan het touw bleef wiegen en het meegaf, was Peter de Vegner de eerste die onder de galg stond om de oude drommel de verdommenis in te schoppen. Ik zal de uitdrukking op zijn gezicht nooit vergeten, als een vos die een kip aan stukken reit.

’’Een dievegge, jongens?’’ Ik slikte, de twinkeling in zijn ogen vertelde me dat ik zijn kip voor die avond was. Aangezien Peter de Vegner een zwak heeft voor burgers, probeerde ik me als een keurige burger te gedragen. En zoals het iedere goede burger betaamd, probeerde ik me er dan ook uit te redden op de meest verstandige manier die je je maar kan bedenken: Liegen.
’’U vergist zich, edele heer.’’ Er staat me bij dat ik een kleine buiging voor de schoft maakte, in mijn achterhoofd hopend dat iemand het zou zien en me ter plekke af zou maken. ‘’Het enige wat ik wilde was dit,’’ Ik wees op het kleine pestventje wat me in deze ellende had doen raken, ‘’Lieve mannetje helpen met opstaan.’’ Ik kotste mijn eigen woorden bijna uit, terwijl mijn dolk in mijn hand brandde om het rot joch ter plekke de strot door te snijden.
Helaas voor mij kon zelfs die stierennek mijn onwaarheid meteen bespeuren, en hij grijnsde die afschuwelijke grijns van hem weer ‘’Leuk geprobeerd.’’ Ik dacht terug aan Gipsie, bungelend aan de galg, en bad dat ik mijn nek zou breken.
In de veronderstelling dat ik de komende dagen een hel door zou maken voordat de stadswacht klaar met me was, spuugde ik Peter de Vegner voor zijn voeten. ‘’Je kunt het me niet kwalijk nemen dat ik het probeer.’’ De grijns werd breder, ‘’Een paar nachten in de cel halen die mentaliteit wel uit je.’’ Ik stond op het punt om mijn dolk in zijn strot te rammen, toen er een pijl vlak langs mijn oor schoot.

De stadswacht begon gehaast bevelen onderlig te schreeuwen, het ventje schoot weg, Peter de Vegner liep zo rood aan als een tomaat en iemand gilde het uit. Ik bedacht me geen minuut, blindelings schopte ik de stadswacht voor mij onderuit en rende de menigte in. Mijn nieuw verworven vrijheid was van korte duur, een scherpe ruk aan mijn arm zorgde ervoor dat ik zijlings een donkere steeg in viel.

Edit: Met dank aan sanne voor het corrigeren
Laatst gewijzigd door Tsukiko op 31 mei 2008 20:29, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
~ If life is like a rivier, mine must have a great big dam in it, ~
x Sanne
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 1544
Lid geworden op: 26 apr 2007 17:40
Contacteer:

Met vele dank aan de *kucht* twee reactie's
Twee reacties is hier zo ongeveer het gemiddelde, dus je mag niet klagen...

Het wordt steeds beter :D De sfeer vind ik goed gebracht!
Corrupt als de hel en een grotere sadistisch dan de duvel zelf.
sadistisch = sadist
Het was een grote brede man, met schouders zo breed als masten, de spieren van een paard en de nek van een stier.
Persoonlijk zou ik de eerste 'brede' weglaten, omdat je het anders vlak achter elkaar gebruikt.
Persoonlijk heb ik altijd gedacht dat hij enkel van martellingen hield, en de hele orde hem gestolen kon worden.
martellingen = martelingen
Toen de oude kruimeldief te veel aan het touw bleef wiegen en het meegaf, was Peter de Vegner de eerste die onder de gal stond om de oude drommel de verdommenis in te schoppen
gal = galg
Er staat me bij dat ik een kleine buiging voor de schoft maakte, in mijn achterhoofd hopend dat iemand het zou zien en me ter plekken af zou maken.
plekken = plekke
Ik wees op het kleine pest ventje wat me in deze ellende had doen raken, ‘’Lieve mannetje helpen met opstaan.’’ Ik kotste mijn eigen woorden bijna uit, terwijl mijn dolk in mijn hand branden om het rot joch ter plekke de strot door te snijden.
pest ventje = pestventje
branden = brandde
rot joch = rotjoch
Hier gebruik je vlak achter elkaar ter plekke. Ik zou persoonlijk voor iets anders kiezen.
Ik dacht terug aan Gipsie, bungelend aan de gal, en bad dat ik mijn nek zou breken.
gal = galg
Ik bedacht me geen minuut, blindelings schopte ik de stadswacht voor mij onderuit en rende de menigte in.
minuut = seconde


Ik vind je schrijfstijl erg prettig om te lezen, ga zo door :super
The quiet scares me cause it screams the truth
Gebruikersavatar
Tsukiko
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 21 mei 2008 20:53

Ik kwam op mijn rechterzij in de duisternis terecht. Bijna onmiddellijk begon ik te kokhalzen van de stank. De lucht urine, bloed en ontlasting spoelde als een lawine over me heen. De schrijdende pijn in mijn elleboog zei me dat ik iets open moest hebben gehaald, maar terwijl ik overeind probeerde te krabbelen werd ik al ruw aan mijn andere elleboog van de grond gesleept.
Ik probeerde nog uit te halen met mijn dolk, maar ook mijn pols werd door een hand omklemd en kreunend moest ik mijn wapen wel laten vallen. Als laatste redmiddels probeerde ik mijn belager te schoppen, luid gevloek was mijn bevestiging dat ik hem moest hebben geraakt. Ik gaf een gil, in de hoop dat één van de voorbijgaande mensen in de straat ernaast het zou horen en kwam kijken. Mijn belager besloot echter meteen dat hij dat niet wilde hebben, en met een smak werd ik tegen de muur gegooid.
Een grote hand sloot zich om mijn keel, en ik kon voelen hoe mijn luchtpijp langzaam ingedrukt werd. Mijn aanvaller tilde me aan mijn nek en pols een stukje van de grond en plotseling keek ik in de donkere ogen van mijn waker.
’’Als je het ooit waagt om nog een dergelijk stunt uit te halen, draai ik je persoonlijk de nek om.’’ Siste Giovannie tussen zijn tanden door, terwijl hij de druk op mijn keel nog wat erger maakte. Paniekerig klauwde ik met mijn vrije hand naar mijn nek, naar een angstaanjagende paar seconden liet hij me los. Ik zakte happend naar lucht door mijn knieën. Vanaf de grond staarde ik hem met mijn meest moordlustige blik aan, zijn antwoord was één van zijn beroemde koude blikken, en mijn dolk die onwillekeurig voor mijn knieën neer werd gegooid. ‘’Je hebt geluk dat Timon niet kan richten.’’ Geschokt keek ik hem aan, de pijl was voor mij bedoel geweest.
Een paar seconden kon ik niets voorbrengen dan een piepend schoor geluid, maar uiteindelijk lukte het me om een woord uit te brengen.’’Klootzak.’’ Met mijn linkerhand beschermend om mijn hals kwam ik overeind, ik maakte aanstalten om mijn dolk op te pakken, maar Giovannie was sneller.
Het was alsof de wereld even stil stond, en toen hij weer begon te draaien stond ik weer tegen de muur gedrukt, maar ditmaal met mijn eigen dolk tegen mijn keel gedrukt.
Deze keer was ik niet bang, ik staarde rechtstreeks in de donker blauwe ogen van Giovannie en zag niets anders dan mijn eigen ogen gespiegeld. ‘’Ben je soms vergeten wat ze met Sinra gedaan hebben?’’ Ik zag in een flits het onteerde lichaam van mijn vriendin voor mijn ogen langs schieten. Haar lege groene ogen, haar hoofd wat in een rare hoek op een steen lag. Haar verscheurde kleding.
Ik slikte, ‘’Nee.’’ Giovannie drukte de dolk wat dichter tegen mijn keel aan, ik kon een straaltje bloed langs mijn hals naar beneden voelen glijden. ‘’Blijf uit de buurt van de Vegner, hoor je me?’’ Ik knikte zwijgzaam, en het koude staal verdween van mijn keel. Giovannie keerde me de rug toe en begon verder de steeg in te lopen.

Toen hij het einde had bereikt wenkte hij me. Deze keer aarzelde ik geen moment om hem te volgen.
Laatst gewijzigd door Tsukiko op 10 jun 2008 22:14, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
~ If life is like a rivier, mine must have a great big dam in it, ~
x Sanne
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 1544
Lid geworden op: 26 apr 2007 17:40
Contacteer:

’Je hebt geluk gehad dat, Timon niet kan richten.’’
Komma mag weg.

Erg goed stuk! Klasse :super Je brengt alle emoties en met name de spanning erg goed over :D
The quiet scares me cause it screams the truth
Gebruikersavatar
Tsukiko
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 21 mei 2008 20:53

Ik snap daadwerkelijk niet hoe die komma er is gekomen :P Waarschijnlijk door de spellingscontrole van de pc =P Bedankt voor de reactie, ik was een beetje aan de late kant omdat ik niet echt veel tijd heb gehad om te schrijven met de busstakingen, werk enzovoorts.

*fluisterd: je hebt dubbel gepost*
Afbeelding
~ If life is like a rivier, mine must have a great big dam in it, ~
Gebruikersavatar
Tsukiko
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 21 mei 2008 20:53

Hoofdstuk 2

Ik sloeg mijn laatste kroes bier achterover. Mira zetten haar schaamteloze dans op de tafel onverstoord voort, en ik luisterde geïrriteerd naar het gejoel om mij heen. Toen het luide harmonica spel van Timon eindelijk ophield, wapperde mijn vriendin nog één maal met haar wijde rok in de lucht, een luid applaus ontvangend en sprong toen van de tafel af.
Vol walging keek ik toe hoe ze zich tussen de handtastelijke menigte wurmde, en lachend naar de vuillakken zwaaiden. Hoewel ik wist dat binnen De Zilvere Viool, niets met het oudere meisje zou gebeuren, moest ik toch moeite doen om te blijven zitten.

Mira was het evenbeeld van Sinra, op elke mogelijke manier. De beeldige bos rode haren, grote glazige bambi ogen, en natuurlijk haar wat mee opvallende uiterlijke trekken. Mira was wat binnen de gilde een vrouwe van genot werd genoemd. Ze was rijkelijk bedeeld met het vrouwelijke schoon, om het maar netjes te omschrijven.
Zo kwam het ook, dat ik binnen enkele minuten in haar diepe decolleté zat te kijken. Niet omdat ik dat nu zo graag wilde, maar meer omdat ik niet veel keus had. Zodat haar bellen de houten kruk hadden bereikt, begon ze te praten. Ik luisterde alleen maar haar de tonen van haar stem en keek naar haar gezicht/
Soms verbeelde ik me in dat het mijn beste vriendin was, die tegenover mij zat te kletsen over koetjes en kalfjes, maar Mira had een heldere vrolijke stem. Waar Sinra een wat diepere, bijna duistere stem had, had haar tweelingzusje het lichte stemmetjes van een engel. Voor de tweede maal zag ik haar levenloze lichaam op de koude straat liggen, er ging een rilling over mijn rug.

’’Tinka! Luister je wel naar me?’’ Ik schrok op uit mijn mijmeringen, en keek Mira verbaast aan, ‘’Natuurlijk, wat zei je ook al weer?’’ Haar groene ogen keken me even geïrriteerd aan, maar als snel veranderde de uitdrukking van geïrriteerd naar bezorgd. ‘’Giovannie heeft je een dienst in De Bedevaard geven.’’ Even viel de wereld om mij heen stil, ik kon haar alleen aanstaren. ‘’Nee.’’ Mompelde ik geschrokt, maar ze schudde haar hoofd. ‘’Ja.’’ Ik haalde diep adem. ‘’Als wat?’’ Mira glimlachte, ‘’Bar.’’ Even dacht ik dat Giovannie me tot hoer had gebombardeerd.
Mira’s glimlach verdween toen ze me opluchting zag, ‘’Kijk niet zo, het had niet veel gescheeld of ik had je in mogen werken vannacht.’’ Ik knikte enkel, mijn blik dwaalde af naar Giovannie. Hij stond zoals gewoonlijk in één van de donkere hoeken van de bar, kijkend, wachtend. Iets in zijn duistere blik, zei me dat Mira gelijk had.

Die nacht kon ik niet slapen, steeds weer zag ik het levenloze lichaam van Sinra voor mijn geestenoog drijven. Steeds weer hoorde ik haar in mijn hoofd gillen om hulp, steeds weer zag ik haar dansen.. Steeds weer.
Afbeelding
~ If life is like a rivier, mine must have a great big dam in it, ~
Gebruikersavatar
Tsukiko
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 21 mei 2008 20:53

****

De Bedevaard is het plaatselijke bordeel van de dievengilde. Het is de enige plaats in de stad waar alle organisatie’s samenwerken, en dan ook het enige gebouw in de stad waar een stilzwijgende wapenstilstand word gehanteerd. Eveneens is het de enige plaats waar de stadswacht en de dievengilde door één deur komen, en gaan. Dit houdt uiteraard niet in dat de bedewaard een plaats is van eerlijke arbeid. Onder het serveren en hoereren door worden er aardig wat beurzen leeggeroofd, beland er per enige regelmaat een wanbetaler in zijn ondergoed (of minder) op straat, en betaald de stadswacht over het algemeen duur voor zijn waterwijntje.

Ik had die avond een dienst als serveerster in mijn maag gesplitst gekregen, en zo kwam het ook dat ik met een rond dienblad vol bier door de zaak zwierden. Om mij heen waren de tafel gevuld met luidruchtige beschonken mannen. Hier en daar zag ik één van de hoeren een slachtoffer meelokken de trap op naar de boven verblijven, en bij de deur stond Timon met en moordlustige grijns toezicht te houden op het afrossen van een wanbetaler. Zoals gewoonlijk zat Lara met haar lange blonde haren achter de piano er lustig op los te spelen, en Mira was druk bezig met het versieren van dronken stadswacht.
Met mijn meest verleidelijke blik bewoog ik mij door al deze activiteit heen en probeerde mijn bier kwijt te raken. Het kwijtraken was echter niet zo’n groot probleem, de betaling voor het bier ontvangen was de echte uitdaging. Meer dan eens werd ik aan mijn rok naar achter getrokken en belande ik bij iemand op schoot. Meerdere keren werd ik gedwongen iemand zijn buidel afhandig ter maken en het verschuldigde bedrag er zelf uit te vissen, en hoe verder de avond vorderende hoe pijnlijker mijn achterste werd. Ik was er dan ook van verzekerd dat mijn kont de volgende dag blauw zou zijn.

Het was op deze plaats, dat ik Sinra voor het eerst ontmoette. Ik was nog maar een jaar of 14, toen de jonge vrouw me onder haar hoede nam. Ze was zelf maar 2 jaar ouder dan ik, maar iets in haar ogen vertelde me toen al dat Sinra genoeg mee gemaakt had om een heel leven mee te vullen. Die avond leerde de zwaarste les van mijn leven.
Ik ben nooit erg mooi geweest, niet bijzonder zoals zij dat was. Voor die avond had ik nooit beseft wat een geluk ik had dat dit niet zo was. Ik was jaloers op Sinra’s mooie rondingen, zelf was ik nog zo plat als een plank. Ik kon mijn ogen niet van haar lange rode haren afhouden, mijn haar was een modderige kleur bruin nog niet eens echt zwart en het kwam maar tot op mijn schouders. Alles wat Sinra had, wilde ik ook ooit bezitten.Ik vroeg haar of ik ooit zoals zij kon worden, ze beloofde me plechtig dat ze er alles aan zou doen om dat te voorkomen. Kwaad en verward volgde ik haar voetsporen die avond.

Zoals gebruikelijk in de Bedevaart, glipte ik naar buiten toen Sinra een gewillig slachtoffer had gevonden en klom via de regenpijp ophoog naar de afgesproken kamer. De richel onder het raam was zo smal dat ik er maar met moeite op kan staan, en ik moest me letterlijk aan het raamkozijn vastklampen om niet achterover weer naar beneden te vallen. Als ik mijn hoofd ver genoeg naar links draaide had ik kunnen zien dat nog geen twee meter van mij vandaan één van mijn collega’s zich in een zelfde pakket bevond, maar uiteraard zag de slanke man naast mij eruit alsof hij dit elke dag deed. Wat waarschijnlijk ook zo was.

Het was mijn eerste dag als Wachter, ik wist nog niet welke consequentie’s het met zich meebracht. Ik wist dat vanaf nu aan Sinra mijn verantwoordelijkheid was, ik wist dat ik ervoor moest zorgen dat haar klant betaalde.. Ik wist wat er zou gaan gebeuren. Maar niks zou me kunnen voorbereiden op wat ik zou zien.
Ik had al 1 van mijn benen over de rand van het raam gegooid, maar een harde ruk aan de zorgde ervoor dat ik achterover naar beneden stortte. Ik herinnerde me mijn eigen ijzige gil van doodsangst, maar daar niets meer. Alleen de donkere ogen van Giovannie toen ik wakker werd. Hij boog zich naar me toe, zijn adem warm op mijn koude lichaam. ‘’Je had haar dood kunnen worden.’’ En hij liet me achter.

Het was Sinra die me later die nacht naar binnen droeg, het was Mira die mijn gebroken arm verzorgde. Het was deze plek waar de tweeling me leerde, wat het inhield om speciaal te zijn. In de Bedevaard prijsde ik me gelukkig om gewoontjes te zijn.
Afbeelding
~ If life is like a rivier, mine must have a great big dam in it, ~
Gebruikersavatar
Tsukiko
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 21 mei 2008 20:53

Mijn dienblad begon leeg te raken, en terwijl ik mijn weg naar de bar worstelde zag ik Mira mij wenken. Ik knikte naar haar, en schoof mijn dienblad snel de bar op. Greham, grijnsde zijn tandloze grijns naar me en knipte met zijn worstenvingers. Ik gooide mijn geldbuidel naar hem terwijl ik gehaast mijn weg naar de achteruitgang vervolgde. Vanuit mijn ooghoeken zag ik de groene rok van Mira nog net de trap opzwieren.

Zodra ik de vertrouwde warmte van de Bedevaart achter me had gelaten, sloegen de koude armen van de nacht zich om me heen. Zacht vloekend greep ik mijn rokken bij elkaar, om ze uit de dikke bruine drab in het nauwe steegje te houden, en sloop naar de wel vertrouwde regenpijp. Tot mijn grote irritatie brak de hemel boven mij open, en kwam de regen met bakken naar beneden. Glibberend en glijdend klom ik regenpijp in.

Eenmaal boven klemde ik me met man en macht vast aan de vensterbak, terwijl de regen zijn uiterste best deed me net als al het ander vuil weg te spoelen. Mijn haren dropen, mijn jurk zat letterlijk aan mijn lichaam gekleefd, en het kippenvel was zich langzaam over mijn lijf aan het verspreiden. Kwaad klemde ik mijn tanden op elkaar, uit angst dat de stadswacht bij Mira in de kamer mijn geklappertand zou horen. In stilte vervloekte ik Giovannie. Mogen hij branden in de weet-ik-veel-hoeveelste cirkel van de hel. Ik beeldde me in hoe Peter de Vegner daar ook zou zijn, en hem stukje voor stukje uit elkaar zou trekken. Een glimlach gleed over mijn gezicht.

Tegen beter weten in wierp ik een blik de kamer in. Ik ving nog net een glimp op van Mira haar blote rug voor ik me snel weer gehurkt verstopte onder de vensterbak. Dit was echt het meest verschrikkelijke baantje wat ik me maar kon bedenken. Tandenknarsend luisterde ik naar haar geveinsde vreugde kreunen en probeerde de inhoud van mijn maag binnen te houden. Walgelijk.
Ik drukte mijn rug tegen de koude muur om niet voorover naar beneden te vallen, tegelijkertijd mezelf een angstaanjagend beeld op met plassen bedekte grond. Ik herinnerde me de eerste keer dat ik hier stond, en deed een poging me door de muur heen te drukken.
Afbeelding
~ If life is like a rivier, mine must have a great big dam in it, ~
Gesloten

Terug naar “Het Romantische Prieel”