Omdat ik een beetje vast zit met manhattian mania (die ik nog wel af ga schrijven hoor

En verder ga ik niks meer verklappen, jullie zullen het zelf ontdekken
Life is like the wind, you can’t catch it...
Het water van de sloot was donker van kleur. De grond drassig. Bethany voelde de modder tussen haar tenen kruipen en het warme water voelde als kousen die je aantrok op een koude dag. Voor haar zat hij. Een grote groene kikker. De hele middag was Bethany hem al aan het vangen met tot nu toe geen resultaat. Maar nu zat de kikker op nog geen meter afstand, klaar om gepakt te worden. Zijn grote ogen staarde onafgebroken naar haar, zijn wangen blaasden zich op en liepen dan weer leeg, heel rustig en kalm. Bethany staarde vastberaden terug. Ze deed voorzichtig een stap naar voren, stak haar handen uit, boog zich langzaam voorover…
‘Bethany ben je gek geworden!’ De kikker kwaakte en plonsde daarna het water in, teleurgesteld staarde Bethany hem na.
‘ Kom onmiddellijk uit die sloot,’ hoorde ze een vinnige stem roepen. Aan de rand van de omheining stond Catherine; Bethany’s zus, in een lange wapperde mantel over haar jurk. Ondanks de wind leek haar haar perfect te blijven zitten.
‘ Je wordt hartstikke smerig in die drek en dan moet je weer in bad. Ze klonk heel boos, maar haar stem was zacht en rustig. Catherine zou Catherine niet zijn als ze niet zo gewoonlijk keurig beleefd zou blijven. Ze was het toonbeeld van perfectie. Ze was zeventien. Ze had een goed figuur, mooi golvend blond haar en een egale blanke huid. Haar ogen waren hazelnoot bruin. Ze werd nooit vies of smerig en er zaten nooit kreukels in haar jurken. Ze at keurig met mes en vork en sprak met twee woorden. Ze was heel intelligent en je kon een goed gesprek met haar voeren over literatuur of politiek. Maar diep van binnen was ze een onzeker en klein meisje. Haar vele verdriet stopte ze weg. Niemand wist dat, behalve Bethany. Die wist het gewoon.
Bethany klom de oever op en liep naar de omheining, de modder liet een donker spoor achter. Catherine keek afkeurend naar haar zwarte voeten en snoof. ‘Als je slim bent was je, je voeten bij de pomp en trek je daarna gewoon weer je schoenen aan.’ En ga alsjeblieft daarna naar binnen en ga iets gewoons doen, zoals een boek lezen, sprak ze op bevelende toon. Bethany zei niets, ze keek Catherine uitdagend aan. Ze merkte dat haar zus zenuwachtig werd van haar blik. Bethany voelde haar handen jeuken, ze had een bloedhekel aan zus. Ze leek zo volmaakt, zo perfect. Maar eigenlijk was haar hele persoontje nep. Een leugen. Bethany walgde ervan. ‘ Wat ben je toch een ondankbaar kind, fluisterde Catherine bijna. Na alles wat je oom en tante voor je hebben gedaan. En toch doe je altijd weer iets om het te verpesten.’ Resoluut draaide ze zich om en benend liep ze terug naar het huis. Bethany liep terug naar de oever en zocht naar haar schoenen. Ze bond de veters aan elkaar en met haar schoenen in de hand klom ze over de omheining heen. Ze keek nog even hoopvol achterom, maar de kikker was nergens meer te bekennen.