Dit was de strengste winter die ik ooit had meegemaakt. Alles was wit buiten. De bomen, de huizen en de straat. Ik stond in de deuropening en keek de straat af. Een paar van de kinderen bij mij uit de buurt rolden door de sneeuw. Ze bekogelden elkaar met eindeloze reeksen sneeuwballen. Volgens papa had het nog nooit zo veel gesneeuwd en was het nog nooit zo lang blijven liggen. Ik vond het prachtig. Als de wereld helemaal wit was leek het net of alle viezigheid verdween en met de viezigheid leken mijn zorgen ook een stuk minder
Een paar huizen verderop waren een paar meisjes van mijn leeftijd bezig met het bouwen van een sneeuwpop. Ze hadden kooltjes meegekregen om het ding ogen te kunnen geven en een dikke wollen sjaal die er een stuk warmer uitzag dan wat ik ooit gedragen had. Ik was jaloers op die pop, en op de meisjes. De pop had een sjaal en de meisjes waren aan het spelen. Twee dingen die ik niet had of kon doen. Snel deed ik de deur weer dicht en hing de zware huid tegen de tocht er weer voor. Ik vloekte op mezelf dat ik de deur zo lang open had gehouden, warmte was kostbaar. Maar vandaag was ik de hele dag druk geweest met het repareren van mama's set werkkleren en de koude lucht van buiten had me goed gedaan. Al de hele dag voelde ik me een beetje zwakjes.
Mama was zelf kleermaakster bij de kledingzaak van Meester Radun. Een aardige man. Hij behandelde mama niet slecht al moest ze lange dagen maken. Mama had waarschijnlijk de kleren veel beter zelf kunnen maken, maar daar had ze geen tijd voor.
Ik dacht weer aan de meisjes die buiten met de sneeuwpop bezig waren. Eén van hen kende ik wel, iedereen kende haar. Ze heette Elina en ze was de dochter van de beste schrijnwerker in de stad. Ze hadden een mooi huis op de hoek van de straat waar in alle kamers de hele dag de openhaard brandde. Ze hadden allemaal hun eigen kamer en er was zelfs een aparte ruimte waar een grote koperen badkuip in stond die ze door hun huismeisje met heerlijk warm water konden laten vullen.
Ik droomde weg bij hoe dat leven zou moeten zijn. Mijn moeder de hele dag thuis, altijd mooie warme kleren aan en een hele grote bak warm water om in te zakken als ik het koud had. Achter het huis hadden ze zelfs hun eigen urinoir in een klein houten hokje! Wat zou het heerlijk zijn niet elke keer door de kou buiten te moeten lopen naar dat vieze hok op het andere eind van de straat waar iedereen gebruik van moest maken.
De deur ging open en ik schrok op uit mijn dagdromen.
"Hey mam, alles goed?" zei ik snel. Ik hield er niet van als mama dacht dat ik niets aan het doen was: "Ik heb je kleren af gekregen."
"Fijn meisje." mijn moeder keek eens goed naar me. Ik voelde me al de hele dag niet echt lekker en ik had het warm ondanks het feit dat we niet genoeg geld hadden om ons onderkomen echt behaaglijk warm te stoken. "Hoe gaat het met jou lieverd? Je ziet er niet zo goed uit."
"Niks aan de hand mam. Moe, dat is alles. Kan ik gaan slapen?"
"Natuurlijk Sarah, is papa al weg?"
"Al een tijdje. Ik denk dat hij nu snel terugkomt."
"Kom, ik zal je onderstoppen. Ga maar lekker liggen." Mijn moeder pakte alle drie de dekens die we hadden vanuit de kleine ruwhouten bewaarkist. Eén van mijn taken was ze daar 's morgens in op te vouwen zodra ik op was. Even later lag ik heerlijk behaaglijk dicht bij ons kleine openhaardje onder de drie dekens.
"Slaapwel mam." zei ik nog.
"Slaapwel lieve dochter."
Ondanks de dikke laag dekens over me heen en het betrekkelijke warme hol wat ze al snel vormden kon ik niet slapen. Ik was bang voor morgen. Papa probeerde al maanden ergens nieuw werk te vinden nadat hij bij de vorige baas ontslagen was. Nu moest mama iedere dag hard werken om voor ons te zorgen maar ze verdiende veel minder dan papa gedaan had. Vanaf dat moment was het hard achteruit gegaan met ons gezinnetje en daar kwam de strenge winter nog bovenop. Ooit hadden we in plaats van de kleine ruwhouten kist een prachtig gladgeschuurde kast gehad maar papa had die moeten verkopen om aan genoeg brandhout te komen voor de winter. Er was geen geld voor nieuwe kleren en maar net genoeg voor reparatiewol voor de oude. We aten bijna nooit meer zo'n lekker stuk vet vlees en de voorraad kaarsen was allang op. Ik voelde de tranen over mijn wangen lopen als ik aan onze benarde situatie dacht maar probeerde me stil te houden. Het kon altijd slechter en ik wilde mama niet ongerust maken. Uiteindelijk viel ik in slaap.
Elementaria H1
Een goed begin
hier en daar zouden een paar komma's meer mogen, maar echt storend is het niet. ik heb medelijden met Mellissa
ik wacht op een nieuw stukje


ik wacht op een nieuw stukje

Everyone is weird. And if someone's normal, then that's the weirdest one of all.
Ik werd wakker door een gesprek aan tafel tussen mijn vader en mijn moeder.
“De volksvergadering heeft beslist” zei mijn vader op halfzachte toon.
“Elke gezonde man moet meevechten in de oorlog tegen het waterrijk.”
“Maar Pad, Sarah kan niet zonder ons en als jij weg bent zal ze nog ongelukkiger worden dan ze al is” zei mijn moeder triest.
“Vela ik kan niet weigeren, Karkun is als leider van het leger een van de meest machtige mannen in het aarderijk. Hij zou me waarschijnlijk onthoofden voor zo’n verraad.” Zei mijn vader.
“Sinds de dood van Melkur de zoon van Karkun woedt de oorlog over ons land. Ik zal voor mijn land vechten Vela. Ik zal zorgen dat onze dochter in een veilige omgeving kan leven door het kwaad te bestrijden.” Zei mijn vader op heldhaftige toon.
“De val van het leger noordelijke leger bij de kloof heeft ervoor gezorgd dat er een tekort aan soldaten is.” Zei mij vader.
“Morgen vertrekken we naar het slagveld”zei mijn vader.
Mijn moeder liep huilend naar buiten terwijl mijn vader verslagen aan tafel bleef zitten.
Ik liet het moment tot me door dringen.
Maar door de vermoeidheid viel ik even later in een slaap vol nachtmerries over de oorlog.
“De volksvergadering heeft beslist” zei mijn vader op halfzachte toon.
“Elke gezonde man moet meevechten in de oorlog tegen het waterrijk.”
“Maar Pad, Sarah kan niet zonder ons en als jij weg bent zal ze nog ongelukkiger worden dan ze al is” zei mijn moeder triest.
“Vela ik kan niet weigeren, Karkun is als leider van het leger een van de meest machtige mannen in het aarderijk. Hij zou me waarschijnlijk onthoofden voor zo’n verraad.” Zei mijn vader.
“Sinds de dood van Melkur de zoon van Karkun woedt de oorlog over ons land. Ik zal voor mijn land vechten Vela. Ik zal zorgen dat onze dochter in een veilige omgeving kan leven door het kwaad te bestrijden.” Zei mijn vader op heldhaftige toon.
“De val van het leger noordelijke leger bij de kloof heeft ervoor gezorgd dat er een tekort aan soldaten is.” Zei mij vader.
“Morgen vertrekken we naar het slagveld”zei mijn vader.
Mijn moeder liep huilend naar buiten terwijl mijn vader verslagen aan tafel bleef zitten.
Ik liet het moment tot me door dringen.
Maar door de vermoeidheid viel ik even later in een slaap vol nachtmerries over de oorlog.
- EmptyMemories
- Puntenslijper
- Berichten: 17
- Lid geworden op: 14 apr 2008 15:39
Leuk begin. Je hebt een fijne schrijfstijl vind ik en ik ben erg benieuwd naar het vervolg.
De zon prikte in mijn ogen. Het warme gevoel van de stralen gaf me energie. Ik sprong uit bed. Het huis was compleet verlaten. Ik keek uit het raam en zag een groep mensen aan de kazerne staan. Nee, ik had me verslapen. Ik sprintte naar buiten door de sneeuw. Ik kwam nog net op tijd aan om de lange sliert mannen te zien vertrekken. Alle vrouwen stonden met tranen in hun ogen hen uit te zwaaien. Maar waar was mams. Ik zag haar niet staan tussen de vrouwen. Ik liep terug naar huis maar daar was ook geen levende ziel. Misschien al op haar werk dacht ik. Terwijl ik naar de winkel stapte. Zag ik overal droeve mensen. Iedereen had blijkbaar iemand naar de grote oorlog moeten sturen. Net als zij zat iedereen vol zorgen over hun geliefden. Zonder het te beseffen kwam ze de winkel binnen. Hallo, Sarah wat kan ik voor je doen? Vroeg Limor. “Is mam hier?” vroeg ik beleefd. “Je moeder heeft haar ontslag toch komen geven. Wist je dat dan niet .” Antwoordde Limor. “Haar ontslag!” riep ik ontzet. “Maar dat kan niet van wat moeten we dan leven.” “Arm kind, je zult er wel uitkomen.”antwoordde Limor met zijn warme stem. Maar ik liep al naar buiten. Al roepend en tierend stortte ik me op de rand van de bron. “Mam” riep ik “waar ben je.” Geen antwoord. “Ik heb je nodig” riep ik weer. Stilte. Ik ging weer naar huis en duwde de deur met een krachtige stoot dicht. Waar kon mijn moeder zijn vroeg ik me af. Plots merkte ik een briefje op. Ik herkende het handschrift van mijn moeder. Ik pakte het op en begon te lezen:
‘Liefste Saar ,het spijt me zo.
Maar het kon niet anders. We wilden je een beter leven geven maar we faalden.
Nu je vader weg is, moet ik ook een offer brengen.
Ik ga werken in de grote hoofdstad, zodat er wat meer geld in het laatje komt.
Je vader wilde het eerst niet maar nu hij weg is moet ik wel meer verdienen.
Onder de tafel staat een koffer. Daar zitten al jou spullen in.
Zo meteen komen ze je ophalen. Je gaat naar het klooster van Moeder Aarde.
Ik stuur haar geld op om jou te onderhouden. En alsjeblieft Saar, gedraag je als je in het klooster bent. Wel raar niet. Pap gaat naar het leger ook al haat hij oorlog, ik ga werken in een grote winkel in de stad veel te ver weg van jou
en jij gaat naar het klooster op een plek waar stilte en rust heerst.
Maar met jouw opvliegend karakter zal het daar snel heel gezellig worden.
Weet je nog die keer aan de grote molen.
Ik, jij en pap gezellig met ons drietjes in de zon voor de molen.
Je vader probeerde het brood aan te snijden.
Onhandig als hij is sneed hij in zijn vinger. Jij lachte hem uit en hij nam je op en knuffelde je tot je tegenspartelde. Je vraagt je waarschijnlijk af waarom ik herinneringen ophaal als ik diegene ben die altijd zegt: “We leven niet in het verleden.” Maar dat is wat ons altijd zal samen houden. Onze herinneringen aan elkaar zullen ons binnenkort weer samenbrengen. Maar vergeet nooit dat ik en pap voor altijd in jou hart zitten en jij bij ons. Tot ziens lieve dochter van me en hou je goed.
Liefs mam.’
‘Liefste Saar ,het spijt me zo.
Maar het kon niet anders. We wilden je een beter leven geven maar we faalden.
Nu je vader weg is, moet ik ook een offer brengen.
Ik ga werken in de grote hoofdstad, zodat er wat meer geld in het laatje komt.
Je vader wilde het eerst niet maar nu hij weg is moet ik wel meer verdienen.
Onder de tafel staat een koffer. Daar zitten al jou spullen in.
Zo meteen komen ze je ophalen. Je gaat naar het klooster van Moeder Aarde.
Ik stuur haar geld op om jou te onderhouden. En alsjeblieft Saar, gedraag je als je in het klooster bent. Wel raar niet. Pap gaat naar het leger ook al haat hij oorlog, ik ga werken in een grote winkel in de stad veel te ver weg van jou
en jij gaat naar het klooster op een plek waar stilte en rust heerst.
Maar met jouw opvliegend karakter zal het daar snel heel gezellig worden.
Weet je nog die keer aan de grote molen.
Ik, jij en pap gezellig met ons drietjes in de zon voor de molen.
Je vader probeerde het brood aan te snijden.
Onhandig als hij is sneed hij in zijn vinger. Jij lachte hem uit en hij nam je op en knuffelde je tot je tegenspartelde. Je vraagt je waarschijnlijk af waarom ik herinneringen ophaal als ik diegene ben die altijd zegt: “We leven niet in het verleden.” Maar dat is wat ons altijd zal samen houden. Onze herinneringen aan elkaar zullen ons binnenkort weer samenbrengen. Maar vergeet nooit dat ik en pap voor altijd in jou hart zitten en jij bij ons. Tot ziens lieve dochter van me en hou je goed.
Liefs mam.’
- Carpe Diem
- Vulpen
- Berichten: 349
- Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54
Leuk verhaal, ik voel al meteen mee met Sarah en ben benieuwd wat er gaat gebeurden nu ze naar het klooster moet. Je schrijft heel leuk en vlot.
Dus ik zou zeggen: ga zo door
edit: oeps, ja je hebt gelijk WolfsShadows, ze heet Sarah. Foutje van mij, geen idee hoe ik bij Melissa kwam
Dus ik zou zeggen: ga zo door

edit: oeps, ja je hebt gelijk WolfsShadows, ze heet Sarah. Foutje van mij, geen idee hoe ik bij Melissa kwam

Laatst gewijzigd door Carpe Diem op 04 mei 2009 19:40, 1 keer totaal gewijzigd.
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"
Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
"Have I gone mad?"
Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
- WolfsShadows
- Puntenslijper
- Berichten: 10
- Lid geworden op: 03 mei 2009 15:48
Heet ze geen Sarah?Rima schreef:ik voel al meteen mee met Melissa
Maar ach, goede detail beschreven en spannend!
Hoop snel nog een stukje te lezen.