Er was eens een roos, een hele mooie roos. Haar blaadjes waren zo rood als de avondzon, en 's morgens vroeg glinsterden de dauwdruppeltjes in het licht. De roos stond tussen madeliefjes aan de oever van een mooi groot meer. Iedere avond dansten vuurvliegjes als kleine speelse vlammetjes over het water tussen de waterlelies door. Mensen waren hier in eeuwen al niet meer geweest. Het was er altijd stil, behalve het geluid van vogels en de wind.
De roos was best gelukkig, ook al stond ze tussen doodgewone madeliefjes. Ze praatte niet veel met hen, wel met de vogels die voorbij vlogen.
Dat was eigenlijk het enige wat haar stoorde, dat alle vogels heen en weer vlogen. Dat insecten voorbij kropen. En dat zij door de natuur gedwongen was om te blijven staan waar ze stond.
Goed, misschien was ze niet heel gelukkig, ze had in ieder geval het gevoel dat ze gelukkiger had kunnen zijn. Ze was dus niet tevreden. Maar aangezien ze er toch niets aan kon doen, deed ze het maar met wat ze had.
Op een dag kwam er een roodborstje voorbij. Hij streek naast haar neer en groette haar. "Goedemorgen, roos." zei hij vriendelijk. "Goedemorgen, roodborstje," groette de roos terug, "hoe maak je het? Heb je ver gevlogen?"
Nu was het een beetje een verwaand roodborstje, geen kwade, maar hij vertelde maar wat graag over zijn vlieg avonturen.
"Zeker, roos. Ik heb heel ver gevlogen. Langs bossen, wouden, rivieren, en hoge bergen. En schitterende watervallen bovendien! Dat is ver vliegen, naar de bergen, maar het is daar toch zo mooi."
"En zijn daar ook bloemen?" vroeg de roos.
"Ja, natuurlijk! Hele bloembedden. Hyacinten, orchideeën, lelies, en heel veel rozen. Maar geen een zo mooi als jij, roos."
De roos boog verlegen haar hoofd. Vanaf die dag kwam het roodborstje elke dag even bij de roos langs, en dan vertelde hij steeds meer over plaatsen waar hij geweest was en hoe mooi het daar was. En elke dag als het roodborstje langs kwam, begon de roos meer van hem te houden. Ze kon er niets aan doen. Ze werd ook steeds ontevredener over de plaats waar ze stond.
Op een dag toen het roodborstje weer eens aan kwam vliegen, was hij niet zo opgewekt als altijd. Maar dat probeerde hij te verdoezelen.
"Dag, lief roodborstje. Toe, vertel nog eens over die bergen van jou." zei de roos.
En weer vertelde het roodborstje over klaterende beekjes en watervallen en meren, en eindeloze groene vlaktes waar andere bloemen stonden, bijna net zo mooi als zij.
Bij het afscheid moest het roodborstje het haar vertellen.
"Lieve roos, ik moet gaan. Alleen, nu kom ik niet meer terug. Ik ga weer op reis. Ik ga terug naar de bergen, en wanneer ik terug kom ben jij al uitgebloeid." zij hij verdrietig.
De roos vond dat heel erg, ze wilde zo graag over die bergen horen, en nu ging het roodborstje weg! Toen nam ze een besluit.
"Ach, toe, lief roodborstje, neem mij toch mee! Neem mij toch mee naar die bergen van jou. Je kunt me uit de grond trekken, mij in je bek nemen en met mij wegvliegen. Dan kan ik als we daar zijn wortel schieten en dan kan ik daar bloeien, tussen de andere rozen. "
"Ach, roos, ik weet het niet. Het is een lange reis..." Het roodborstje aarzelde.
"Als het zo mooi is als jij steeds hebt beweerd, dan is het het waard." zei de roos vastbesloten.
"Dat is waar," zei het roodborstje, "vooruit dan maar." Met zijn snavel trok hij de roos uit de grond. Dat deed even pijn, maar dat ging snel over.
En toen vlogen ze. Over bossen, wouden en rivieren. Langs watervallen, heuvels en dorpen.
Toen kwamen ze aan in de bergen. Maar met de roos ging het niet goed.
"Lief roodborstje, ik voel me niet goed. Ik heb water nodig, en vlug. Anders overleef ik dit niet." zei ze zwakjes.
Het roodborstje streek neer. De roos keek niet eens om haar heen. In grote haast groef het roodborstje een klein kuiltje en probeerde de roos er in te zetten, maar tevergeefs.
"Laat maar, lief roodborstje. Het is al te laat." zuchtte de roos.
Ze had al lang niet meer de kleur van de avondzon. Verdrietig legde het roodborstje haar neer.
"Kijk dan om je heen, mijn allerliefste roos, dan zie je nog wat van de prachtige bergen!" maar het hielp al niet meer. De roos bezweek.
En bij het meer, ligt aan de oever een klein hoopje omgewoelde aarde. De doodgewone madeliefjes schudden verdrietig hun hoofd terwijl de vuurvliegjes over het meer beginnen te vliegen en de avondzon de omgeving rood kleurt.
Er was eens
Liefjes. Sprookjesachtig geschreven met bijbehorende kinderlijke toon. Leuk ook dat het niet goed eindigt.
Toch mis een bepaalde point van het verhaal. Het is eigenlijk gewoon een los verhaaltje waarin niet veel gebeurt. Het had krachtiger gekund qua inhoud.
Toch mis een bepaalde point van het verhaal. Het is eigenlijk gewoon een los verhaaltje waarin niet veel gebeurt. Het had krachtiger gekund qua inhoud.
- Artemiss
- Tipp-Ex team
- Berichten: 890
- Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
- Locatie: Ergens in de Randstad
Het ging misschien ook meer om de moraal dan om de inhoud van het verhaal.
Je moet blij zijn met wat je hebt.
Ik moet eerlijk toegeven dat het verhaal niet helemaal van mezelf komt, ik heb het idee gestolen van Kierkegaard, een filosoof. Hij schreef een verhaal over een lelie die meegenomen werd door een vogeltje en op een andere plek geplant werd. Dat liep goed af. Ik besloot om er op deze manier mijn eigen draai aan te geven.
En voor als ik het verkeerd begrijp, wat bedoel je precies met dat het qua inhoud krachtiger had gekund? Wat had er volgens jou anders gemoeten?
Je moet blij zijn met wat je hebt.
Ik moet eerlijk toegeven dat het verhaal niet helemaal van mezelf komt, ik heb het idee gestolen van Kierkegaard, een filosoof. Hij schreef een verhaal over een lelie die meegenomen werd door een vogeltje en op een andere plek geplant werd. Dat liep goed af. Ik besloot om er op deze manier mijn eigen draai aan te geven.
En voor als ik het verkeerd begrijp, wat bedoel je precies met dat het qua inhoud krachtiger had gekund? Wat had er volgens jou anders gemoeten?
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...
-Herman van Veen
-Herman van Veen
De moraal is nu net even te simpel gebracht. Als lezer ken ik dit soort verhalen wel. Ik mis een bepaalde overdenking die duidelijk maakt hoe de hoofdrolspelers zijn veranderd in het verhaal. Ik kan de vinger niet goed op de zere plek leggen. Het is net even te vrijblijvend.