De regen kwam met bakken uit de hemel vallen. Een kleine autoweg liep door een bosrijke omgeving. Het was donker, alleen de koplampen van een kleine auto gaven enige verlichting terwijl Marsha de auto bestuurde. Ze zat ver voorover. Het leek alsof ze door een waterval heen reed, geen enkel gedeelte van haar voorruit was niet bedekt met regen.
De ruitenwissers veegden op volle toeren het water van de voorruit maar meteen maakte de weggeveegde gedeeltes plaats voor opnieuw een eindeloze stroom water. De weg werd opeens verlicht door een bliksemflits die in de verte ergens de grond raakte. Marsha schrok van de harde donder. De haartjes in haar nek gingen rechtop staan. Wat had ze toch een hekel aan dit weer.
Marsha volgde voorzichtig en voor zo ver ze het kon zien de weg die naar rechts een bocht om ging.
Opnieuw kwam er een flits die de weg een seconden lang verlichte om daarna weer zo donker te worden als het eerst was. De regen bleef maar stromen en zo te horen bleef het zo wel een tijdje. 'Waarom moet dit míj toch ook altijd overkomen?'
Er verscheen opnieuw een flits die de weg verlichtte en op datzelfde moment rende er een angstig hert over de weg. 'Ahh!' Marsha gaf een ruk aan het stuur en reed met haar auto van de weg af tegen een boom. Ze werd met haar hoofd hard tegen de leuning aan geduwd en bleef een paar seconde zitten. 'Oh nee.' Marsha maakte haar gordel los en probeerde door de voorruit te kijken. Een zwakke lichtstraal was het enige wat ze kon zien door het regengordijn.
'Waar ben ik?' Marsha keek verward en gespannen rond. Ze had in de tijd dat ze over deze weg reed nog geen elke andere auto gezien en het regende ook nog eens zo keihard.
Marsha greep naar haar autosleutel en draaide deze om. De motor sputterde wat maar sloeg daarna uit. Ze probeerde het nog een keer, maar ook deze keer gaf de motor geen enkel geluid. 'Verdomme! Rot ding!' Marsha leunde terneergeslagen met haar handen op het stuur en legde haar voorhoofd op haar handen.
Wat moest ze doen? Zo kon moeilijk hier al die tijd blijven zitten. Het was erg koud en ze had geen eten en drinken.
Marsha ging rechtop zitten en pakte haar jas vanaf de grond voor de passagiersstoel. Ze trok hem aan, deed de capuchon over haar hoofd en deed de autodeur open. Het voelde alsof ze onder de douche stond, zo hard regende het. Ze pakte de autosleutels uit het slot en deed deze in haar jaszak.
Ze keek naar de voorkant van haar auto. Er zat een grote deuk in de voorkant en haar rechterlamp deed het niet meer. Het regende door terwijl er om de zoveel tijd een bliksemflits te zien of gedonder te horen was.
Ze keek hulpeloos om zich heen. Ze wankelde over het natte asfalt op haar rode hakken en keek naar weerszijden van de weg die allebei even donker waren en er allebei niet uitzagen alsof er nog een auto aan zou komen.
Ze liep weer terug naar haar auto en ging met een druipende jas in de auto zitten. Ze pakte een kaart uit de zijkant van de deur en volgde de weg die ze had gereden met haar rood gelakte vingernagel en stopte waar ze ongeveer met haar auto terecht was gekomen. Ze zuchtte bij het zien hoe verlaten deze weg was.
Ze kon twee dingen doen: blijven wachten en hopen dat ze de nacht zou doorkomen of gaan lopen door dit weer. Ze besloot het laatste te doen. Ze stapte uit en deed de auto op slot. 'Alles is beter dan zitten verkleumen in die rotwagen.' Mompelde ze in zichzelf. 'Waarom geeft James mij dan ook weer zo'n rotwagen met van die onnozele ruitenwissers die het niet goed doen?!' Ze liep scheldend op haar baas en met kleine pasjes over het asfalt.
Marsha was actrice en was altijd gewend overal naartoe gereden te worden. Vandaag was haar chauffeur ziek en normaal zou ze dan geen stap buiten de deur zetten, maar vandaag moest ze wel. Ze had een belangrijke screentest voor de nieuwste speelfilm die volgens de regisseur alle records zou verbreken. Met veel tegenzin was ze door haar baas opgehaald en moest ze zelf terugrijden met een geleende auto.
Ze liep nijdig door terwijl ze een cola blikje wegtrapte en telkens probeerde haar haren onder de capuchon te houden. Ze had zó lang bij de kapper gezeten dat ze geen zin had om haar perfecte kapsel te ruïneren, of voor zover dat nog niet gedaan was, het een beetje in model te houden.
De laatste schreeuw
- EmptyMemories
- Puntenslijper
- Berichten: 17
- Lid geworden op: 14 apr 2008 15:39
Laatst gewijzigd door EmptyMemories op 17 apr 2009 15:06, 1 keer totaal gewijzigd.
- EmptyMemories
- Puntenslijper
- Berichten: 17
- Lid geworden op: 14 apr 2008 15:39
Opeens kwam ze bij een afslag van een onverharde weg. Ze keek in in de richting van de weg maar zag aan het einde alleen maar duisternis. Ze keek naar de andere kant van de weg waar een bord stond met 'Little Coppermine' erop. Het was een oud, verroest bord. Er waren allemaal pamfletten opgehangen met 'vermist' en foto's van mannen, vrouwen en kinderen. Ze twijfelde. Moest ze deze afslag nou al nemen of was het de volgende? Ze voelde in haar jaszak en kwam tot de ontdekking dat ze de kaart vergeten was.
Marsha draaide zich kwaad om in de richting waar ze vandaan was gekomen en stampte kwaad op de grond. Haar capuchon viel af waardoor haar haar meteen kletsnat werd. 'Verdomme!' Ze liep scheldend de onverharde weg op, hopend dat ze snel in een schuurtje of bij iemand thuis kon schuilen.
Haar mascara was uitgelopen, haar haar hing als slierten om haar hoofd, haar schoenen zaten onder de modder en haar kleren hingen kletsnat om haar lichaam heen. Marsha voelde zich van alles behalve een ster actrice. Het pad liep tussen het bos door en was nog donkerder dan de weg waar ze op reed met haar auto.
Er verscheen een gevoel van opluchting toen ze tijdens een bliksemflits zag dat er een einde aan het zandweggetje kwam. Toen ze langs het bord met 'Welkom in Little Coppermine' was gelopen, stond ze in de hoofdstraat van een klein dorpje. Er waren wat winkels, huizen en een klein tankstation maar alles was dicht, donker en leek onbewoond.
'Hallo?' Riep ze toen ze door de winkelruit van de kleine supermarkt heen keek. Ze voelde aan de deurklink maar de deur was op slot. 'Hááállooo??' Ze riep door de straat maar nergens verscheen er licht voor een raam of ging er een deur open.
Marsha vond het nogal griezelig worden, dit was precies zo'n decor voor een horrorfilm die ze weleens had gezien. Ze zou door een moordenaar worden gegrepen en worden onthoofd of door een weerwolf worden aangevallen en aan stukken gescheurd. Ze schudde haar hoofd en lachte om zichzelf. Natuurlijk waren er wel mensen, ze lagen gewoon te slapen. Het was immers als nacht.
Marsha liep verder door de straat en passeerde een kledingboetiek. 'Oh my god. Wat een afschuwelijke kleding.' Zei ze toen ze even stil stond en de etalage in keek. Het geluid van haar neerkomende hakken was het enige geluid samen met de neerkomende regendruppels op de straat.
Aan het einde van de straat kwam ze bij een grote villa. Er brandde geen licht achter de bovenramen en beneden waren er donkere gordijnen voor de ramen opgehangen. Het zag er niet zo goed verzorgt uit maar Marsha liep de veranda op en klopte op de deur. '
Hallo!' Marsha klopte meerdere keren op de deur maar enig leven was nergens te bekennen. Ze voelde aan de deurklink en tot haar verbazing ging de deur open. 'Hallo? Is daar iemand?' Marsha stak haar hoofd om de deur heen en wachtte op antwoord, maar dit kwam niet. Ze ging naar binnen en sloot de deur achter zich.
Er brandde een lamp in de hal waar een brede trap naarboven liep. Naast de deur stond een kapstok. Er hing een oude jas aan met scheuren en gaten en een oude, kapotte, zwart kleurige paraplu. 'Hallo? Is daar iemand?' Probeerde ze nogmaals maar niemand antwoordde.
Er hing een vreemde geur in het huis. Muffig, maar ook weer anders. Het rook niet hetzelfde als de zolder bij haar oma thuis maar toch deed haar hier aan denken.
Marsha liep naar de rechterkant van het huis en kwam via een openstaande deur in de keuken waar ook licht brandde. In het midden stond een oude, houten tafel vol met krassen. De keukenkastjes en het aanrecht waren net zo oud als de tafel en stonden vol met vieze borden, kopjes en bestek. In de hoeken van de ruimte hingen spinnenwebben vol met half opgegeten vliegen. 'Gatverdamme.' Zei ze zacht.
Ze liep rustig naar het aanrecht en keek naar de berg afwas. 'Iekkss!!!' Marsha liep van schrik een paar stappen achteruit. Er lag gewoon een dode rat op het aanrecht! Ze stootte een mok van de tafel en deze viel in scherven op de grond. Ze draaide zich geschrokken om van het geluid.
Ze legde een hand op haar borst en probeerde zichzelf te kalmeren toen ze zag dat het de mok was die was gevallen. Ze wilde de scherven oppakken maar veranderde van gedachte toen ze zag dat er schimmel in de mok had gezeten. Ze liep om de tafel heen en hield haar jas stevig om zich heen, bang om de jas vies te maken.
'Maak je altijd het servies van anderen kapot?' Vroeg een schorre stem.
Marsha draaide zich kwaad om in de richting waar ze vandaan was gekomen en stampte kwaad op de grond. Haar capuchon viel af waardoor haar haar meteen kletsnat werd. 'Verdomme!' Ze liep scheldend de onverharde weg op, hopend dat ze snel in een schuurtje of bij iemand thuis kon schuilen.
Haar mascara was uitgelopen, haar haar hing als slierten om haar hoofd, haar schoenen zaten onder de modder en haar kleren hingen kletsnat om haar lichaam heen. Marsha voelde zich van alles behalve een ster actrice. Het pad liep tussen het bos door en was nog donkerder dan de weg waar ze op reed met haar auto.
Er verscheen een gevoel van opluchting toen ze tijdens een bliksemflits zag dat er een einde aan het zandweggetje kwam. Toen ze langs het bord met 'Welkom in Little Coppermine' was gelopen, stond ze in de hoofdstraat van een klein dorpje. Er waren wat winkels, huizen en een klein tankstation maar alles was dicht, donker en leek onbewoond.
'Hallo?' Riep ze toen ze door de winkelruit van de kleine supermarkt heen keek. Ze voelde aan de deurklink maar de deur was op slot. 'Hááállooo??' Ze riep door de straat maar nergens verscheen er licht voor een raam of ging er een deur open.
Marsha vond het nogal griezelig worden, dit was precies zo'n decor voor een horrorfilm die ze weleens had gezien. Ze zou door een moordenaar worden gegrepen en worden onthoofd of door een weerwolf worden aangevallen en aan stukken gescheurd. Ze schudde haar hoofd en lachte om zichzelf. Natuurlijk waren er wel mensen, ze lagen gewoon te slapen. Het was immers als nacht.
Marsha liep verder door de straat en passeerde een kledingboetiek. 'Oh my god. Wat een afschuwelijke kleding.' Zei ze toen ze even stil stond en de etalage in keek. Het geluid van haar neerkomende hakken was het enige geluid samen met de neerkomende regendruppels op de straat.
Aan het einde van de straat kwam ze bij een grote villa. Er brandde geen licht achter de bovenramen en beneden waren er donkere gordijnen voor de ramen opgehangen. Het zag er niet zo goed verzorgt uit maar Marsha liep de veranda op en klopte op de deur. '
Hallo!' Marsha klopte meerdere keren op de deur maar enig leven was nergens te bekennen. Ze voelde aan de deurklink en tot haar verbazing ging de deur open. 'Hallo? Is daar iemand?' Marsha stak haar hoofd om de deur heen en wachtte op antwoord, maar dit kwam niet. Ze ging naar binnen en sloot de deur achter zich.
Er brandde een lamp in de hal waar een brede trap naarboven liep. Naast de deur stond een kapstok. Er hing een oude jas aan met scheuren en gaten en een oude, kapotte, zwart kleurige paraplu. 'Hallo? Is daar iemand?' Probeerde ze nogmaals maar niemand antwoordde.
Er hing een vreemde geur in het huis. Muffig, maar ook weer anders. Het rook niet hetzelfde als de zolder bij haar oma thuis maar toch deed haar hier aan denken.
Marsha liep naar de rechterkant van het huis en kwam via een openstaande deur in de keuken waar ook licht brandde. In het midden stond een oude, houten tafel vol met krassen. De keukenkastjes en het aanrecht waren net zo oud als de tafel en stonden vol met vieze borden, kopjes en bestek. In de hoeken van de ruimte hingen spinnenwebben vol met half opgegeten vliegen. 'Gatverdamme.' Zei ze zacht.
Ze liep rustig naar het aanrecht en keek naar de berg afwas. 'Iekkss!!!' Marsha liep van schrik een paar stappen achteruit. Er lag gewoon een dode rat op het aanrecht! Ze stootte een mok van de tafel en deze viel in scherven op de grond. Ze draaide zich geschrokken om van het geluid.
Ze legde een hand op haar borst en probeerde zichzelf te kalmeren toen ze zag dat het de mok was die was gevallen. Ze wilde de scherven oppakken maar veranderde van gedachte toen ze zag dat er schimmel in de mok had gezeten. Ze liep om de tafel heen en hield haar jas stevig om zich heen, bang om de jas vies te maken.
'Maak je altijd het servies van anderen kapot?' Vroeg een schorre stem.
- EmptyMemories
- Puntenslijper
- Berichten: 17
- Lid geworden op: 14 apr 2008 15:39
Marsha draaide zich geschrokken om. Ze viel bijna naar achteren maar had gelukkig steun van de muur die achter haar stond.
Er stond een man met zwart haar en grijze plukken in een groene overal vol met vieze vlekken in de keuken en keek haar strak aan met zijn donkere ogen. 'N..Nee meneer. Ik had autopech en ik zocht onderdak tegen de r...regen en...' Marsha werd onderbroken door de man. 'Dat geeft je niet het recht om hier zomaar binnen te lopen!' De man keek haar met op elkaar geklemde kaken aan en pakte de scherven van de mok op om weer op de tafel neer te leggen.
'H..het spijt me. Echt waar.' Zei Marsha met bibberende stem. 'Het geeft niet.' Zei hij opeens veel vriendelijker terwijl hij met zijn rug naar haar toe stond. Marsha slikte moeizaam, ze kreeg de kriebels van die man.
Hij draaide zich om naar Marsha. 'Als je wil kan je wel blijven. Ik heb weleens vaker mensen met autopecht over de vloer.' Zei hij. 'Bedankt meneer.' Marsha liet haar handen ontspannen die haar jas stevig hadden vastgeklemd. 'Zeg maar Thom.' De man liep door de deur naar de hal en ging een vertrek daar tegenover in.
Marsha volgde hem, nog steeds op haar hoede voor iets, waarvoor wist ze zelf niet. Er hing zo'n vervelende sfeer hier. 'Hang je jas maar ergens op.' Zei hij vanuit de woonkamer. Marsha hing haar jas twijfelend aan de kapstok naast de vieze, oude jas. Met een kletsnatte spijkerbroek en modderige hakschoenen liep ze de woonkamer in.
Het was gezelliger dan Marsha had gedacht. Er brandde een vuurtje in de open haard met een bank ervoor en een stoel rechts van de bank waar Thom in zat. Er waren een aantal schemerlampen aangedaan en direct naast de deur stond een enorme boekenkast met enorm veel boeken en wat frutsels.
'Ga zitten.' Thomas wees naar de bank en Marsha nam voorzichtig plaats. Wie weet of hier ook wel dode muizen in zaten? Thom keek haar nog steeds strak aan waardoor ze zich wat ongemakkelijk voelde. 'Wat is je naam?' Vroeg hij op een scherpe toon waardoor Marsha schrok. 'Marsha.' Zei ze. Ze voelde zich alsof ze weer mondeling examen deed bij die vreselijke, strenge leraar van Frans.
'Wat doe je?' Vroeg hij na een tijdje stilte. 'Pardon?' Marsha was op van de zenuwen. 'Je werk. Wat doe je voor werk?' Zei hij hard.
'Ik ben actrice en soms ook model.' Zei ze zachtjes. 'Zo. Een actrice hé? Waarom ben je dan zo bang?' Marsha keek hem onbegrijpend aan. 'Actrices vinden het toch fijn als ze aandacht krijgen en bekeken worden?' Zei hij. Marsha voelde zich erg ongemakkelijk. Inderdaad, ze hield wel van aandacht. Maar voor deze ene keer wilde ze even niet in de belangstelling staan.
Marsha lachte verlegen en keek naar haar rode pumps. Het bleef een lange tijd stil. Thom stond een paar keer op en kwam dan weer terug in ging in zijn stoel zitten. Elke keer weer hetzelfde terwijl Marsha zat te bedenken hoe ze deze man beleefd kon weigeren en een andere slaapplek kon zoeken. Iets aan Thom gaf haar rillingen over haar rug.
Opeens kwam hij met haar driehonderd euro dure, hagel witte Dolce & Gabbana jas aangelopen. 'Ik hang deze boven op het droogrek.' Zei hij terwijl hij haar perperdure jas omhoog hield.
'Nee! Wacht! De man keek verbaasd naar Marsha die wankelend overeind kwam en de jas vastpakte. 'Bedankt voor uw gastvrijheid maar ik....ik ga meer weer eens.' Marsha probeerde de jas uit zijn hand te rukken maar hij hield hem stevig vast.
'Waar wil je heen dan? Er is hier verder niemand hoor.' Zei de man op een manier dat Marsha van angst begon te rillen. 'Ik kijk wel waar ik heen ga.' Zei ze terwijl ze zelfverzekerd probeerde over te komen.
'Doe nou niet zo dwaas en geef die jas aan mij.' Zei hij met zijn tanden op elkaar en rukte de jas uit Marsha's handen. Ze keek Thom na hoe hij met haar jas de trap opliep en haar nog even met een gemene glimlach aankeek op de overloop. 'Shit.' Zei ze terwijl ze weer op de bank plaats nam. Ze móest die jas hebben, anders werd haar Gucci truitje ook nog eens verpest door het weer.
Er stond een man met zwart haar en grijze plukken in een groene overal vol met vieze vlekken in de keuken en keek haar strak aan met zijn donkere ogen. 'N..Nee meneer. Ik had autopech en ik zocht onderdak tegen de r...regen en...' Marsha werd onderbroken door de man. 'Dat geeft je niet het recht om hier zomaar binnen te lopen!' De man keek haar met op elkaar geklemde kaken aan en pakte de scherven van de mok op om weer op de tafel neer te leggen.
'H..het spijt me. Echt waar.' Zei Marsha met bibberende stem. 'Het geeft niet.' Zei hij opeens veel vriendelijker terwijl hij met zijn rug naar haar toe stond. Marsha slikte moeizaam, ze kreeg de kriebels van die man.
Hij draaide zich om naar Marsha. 'Als je wil kan je wel blijven. Ik heb weleens vaker mensen met autopecht over de vloer.' Zei hij. 'Bedankt meneer.' Marsha liet haar handen ontspannen die haar jas stevig hadden vastgeklemd. 'Zeg maar Thom.' De man liep door de deur naar de hal en ging een vertrek daar tegenover in.
Marsha volgde hem, nog steeds op haar hoede voor iets, waarvoor wist ze zelf niet. Er hing zo'n vervelende sfeer hier. 'Hang je jas maar ergens op.' Zei hij vanuit de woonkamer. Marsha hing haar jas twijfelend aan de kapstok naast de vieze, oude jas. Met een kletsnatte spijkerbroek en modderige hakschoenen liep ze de woonkamer in.
Het was gezelliger dan Marsha had gedacht. Er brandde een vuurtje in de open haard met een bank ervoor en een stoel rechts van de bank waar Thom in zat. Er waren een aantal schemerlampen aangedaan en direct naast de deur stond een enorme boekenkast met enorm veel boeken en wat frutsels.
'Ga zitten.' Thomas wees naar de bank en Marsha nam voorzichtig plaats. Wie weet of hier ook wel dode muizen in zaten? Thom keek haar nog steeds strak aan waardoor ze zich wat ongemakkelijk voelde. 'Wat is je naam?' Vroeg hij op een scherpe toon waardoor Marsha schrok. 'Marsha.' Zei ze. Ze voelde zich alsof ze weer mondeling examen deed bij die vreselijke, strenge leraar van Frans.
'Wat doe je?' Vroeg hij na een tijdje stilte. 'Pardon?' Marsha was op van de zenuwen. 'Je werk. Wat doe je voor werk?' Zei hij hard.
'Ik ben actrice en soms ook model.' Zei ze zachtjes. 'Zo. Een actrice hé? Waarom ben je dan zo bang?' Marsha keek hem onbegrijpend aan. 'Actrices vinden het toch fijn als ze aandacht krijgen en bekeken worden?' Zei hij. Marsha voelde zich erg ongemakkelijk. Inderdaad, ze hield wel van aandacht. Maar voor deze ene keer wilde ze even niet in de belangstelling staan.
Marsha lachte verlegen en keek naar haar rode pumps. Het bleef een lange tijd stil. Thom stond een paar keer op en kwam dan weer terug in ging in zijn stoel zitten. Elke keer weer hetzelfde terwijl Marsha zat te bedenken hoe ze deze man beleefd kon weigeren en een andere slaapplek kon zoeken. Iets aan Thom gaf haar rillingen over haar rug.
Opeens kwam hij met haar driehonderd euro dure, hagel witte Dolce & Gabbana jas aangelopen. 'Ik hang deze boven op het droogrek.' Zei hij terwijl hij haar perperdure jas omhoog hield.
'Nee! Wacht! De man keek verbaasd naar Marsha die wankelend overeind kwam en de jas vastpakte. 'Bedankt voor uw gastvrijheid maar ik....ik ga meer weer eens.' Marsha probeerde de jas uit zijn hand te rukken maar hij hield hem stevig vast.
'Waar wil je heen dan? Er is hier verder niemand hoor.' Zei de man op een manier dat Marsha van angst begon te rillen. 'Ik kijk wel waar ik heen ga.' Zei ze terwijl ze zelfverzekerd probeerde over te komen.
'Doe nou niet zo dwaas en geef die jas aan mij.' Zei hij met zijn tanden op elkaar en rukte de jas uit Marsha's handen. Ze keek Thom na hoe hij met haar jas de trap opliep en haar nog even met een gemene glimlach aankeek op de overloop. 'Shit.' Zei ze terwijl ze weer op de bank plaats nam. Ze móest die jas hebben, anders werd haar Gucci truitje ook nog eens verpest door het weer.
- EmptyMemories
- Puntenslijper
- Berichten: 17
- Lid geworden op: 14 apr 2008 15:39
Ze zat te wiebelen op de bank. Ze moest iets doen. Wie weet wat Thom met haar jas deed? Moest ze naar boven gaan? Marsha was te bang om naar Thom toe te gaan. Ze stond op en liep naar de keuken. Ze moest iets eten of drinken, anders viel ze nog flauw.
Ze trok de oude koelkast open die een ratelend geluid maakte en keek in de koelkast. Er stond enorm veel bier en andere alcoholische dranken. 'Jezus, een beetje alcoholist, Thom?' Zei ze tegen zichzelf. Ze bekeek een pak yoghurt en zette deze snel weer terug toen ze zag dat deze twee maanden over de datum was.
Ze pakte een bakje van achter uit de koelkast en deed deze open. In het bakje lag in een aangekoekte, rode saus of wat het ook was een hart. Of het een menselijk of dierlijk hart wist Marsha niet. Maar wat ze wel wist, was dat dit echt een hart was. Marsha liet het bakje op de grond vallen en het hart viel op de grond, gedrenkt in een dikke, rode puree.
'Ik ben hier echt weg, met of zonder jas!' Ze rende naar de deur en draaide aan de deurknop maar hij ging niet open. 'Kom op nou!' Marsha sloeg wanhopig tegen de deur. 'Hoe kan dit? Hij was net nog open!' Zei ze terwijl ze uit alle macht de deur probeerde in te trappen.
'Gaat het een beetje Marsha?' Marha draaide zich geschrokken om en zette haar handen tegen de deur. Thom stond boven aan de trap en lachte vals naar haar. Ze kon zijn verotte gebit zien en rende de woonkamer in. Ze hoorde Thom de trap afkomen en rende vanuit de woonkamer een soort werkkamer in. Ze deed de deur achter zich dicht en zette een stoel tegen de deurklink. Bang en wanhopig zocht ze naar een lichtknopje maar het licht ging niet aan in het donkere, vierkante vertrek.
Thom probeerde de deur te openen en ramde tegen de deur. 'Dit is mijn huis! Vieze trut! Laat me erin!' Marsha voelde paniekerig in haar broekzakken. Waar was haar mobiel? Ze vloekte toen ze zich bedacht dat ze deze in de auto had laten liggen. Thom sloeg tegen de deur en slingerde scheldwoorden naar haar hoofd maar Marsha had maar één ding waar ze zich druk om maakte. Ze moest en zal hier weggaan. 'Doe open! Ik doe je toch niks!' Schreeuwde hij.
Marsha merkte een lampje op het bureau op en tot haar geluk deed deze het wel. Het bureau lag vol met papieren en foto's van hem en een kalende vrouw. Zo te zien leed ze aan kanker. Maar ook een familiefoto waar Thom weer op stond met de vrouw en vijf kinderen. Was dat zijn familie misschien?
Thom was ondertussen gestopt met het bonken en schelden, net als het onweer en de regen waardoor het stil was geworden. Maar Marsha durfde nog steeds voor geen goud de werkkamer te verlaten. Ze bekeek de familiefoto nogmaals. Het leek zo'n vrolijk, gelukkig gezin. Maar waar waren die kinderen en zijn vrouw dan? Marsha had niemand anders gezien of gehoord in dit huis. Marsha's aandacht werd getrokken door het knerspende geluid van een sleutel in een slot. Ze liet de foto vallen en keek naar de schokkerig bewegende deur naast het bureau die naar buiten leidde. Zo snel ze kon duwde ze de stoel opzij en rende de woonkamer in en zonder na te denken, alleen maar gedreven door angst de trap op naar boven.
Misschien was het haar oergevoel voor mode dat haar naar haar jas leidde. Marsha wist niet waar ze was beland. Ze nam de eerste de beste deur en ging naar binnen. De vreemde geur werd sterker, ze moest zowat overgeven. Wat was dat voor geur? Ze hoestte, ze proefde de geur gewoon en het leek wel alsof het steeds sterker werd.
Ze deed een lamp in de hoek aan en keek de ruimte in. Er stond een tweepersoons bed in het midden van de kamer. Naast het bed stond een grote kast waar met witte verf op verschillende manieren dezelfde naam was gekladderd: Melissa.
Ook op het schilderij boven het bed en de muren was het vol gekladderd met dezelfde naam. Melissa, Melissa, Melissa.
Marsha hoorde dat Thom de trap op kwam en liep haastig naar de kast en hoopte dat er nog genoeg ruimte over was om zich in te verstoppen. Maar voordat ze de kast open deed werd haar blik getrokken naar het bed. Er was een gekke, bobbel in het dekbed. Alsof er iemand lag te slapen. Marsha slikte. Haar bibberende arm ging richting het dekbed. Waarom deed ze dit? Er lag vast iets engs daaronder. Ze pakte het dekbed vast wat ze in een keer naar achteren trok.
Ze trok de oude koelkast open die een ratelend geluid maakte en keek in de koelkast. Er stond enorm veel bier en andere alcoholische dranken. 'Jezus, een beetje alcoholist, Thom?' Zei ze tegen zichzelf. Ze bekeek een pak yoghurt en zette deze snel weer terug toen ze zag dat deze twee maanden over de datum was.
Ze pakte een bakje van achter uit de koelkast en deed deze open. In het bakje lag in een aangekoekte, rode saus of wat het ook was een hart. Of het een menselijk of dierlijk hart wist Marsha niet. Maar wat ze wel wist, was dat dit echt een hart was. Marsha liet het bakje op de grond vallen en het hart viel op de grond, gedrenkt in een dikke, rode puree.
'Ik ben hier echt weg, met of zonder jas!' Ze rende naar de deur en draaide aan de deurknop maar hij ging niet open. 'Kom op nou!' Marsha sloeg wanhopig tegen de deur. 'Hoe kan dit? Hij was net nog open!' Zei ze terwijl ze uit alle macht de deur probeerde in te trappen.
'Gaat het een beetje Marsha?' Marha draaide zich geschrokken om en zette haar handen tegen de deur. Thom stond boven aan de trap en lachte vals naar haar. Ze kon zijn verotte gebit zien en rende de woonkamer in. Ze hoorde Thom de trap afkomen en rende vanuit de woonkamer een soort werkkamer in. Ze deed de deur achter zich dicht en zette een stoel tegen de deurklink. Bang en wanhopig zocht ze naar een lichtknopje maar het licht ging niet aan in het donkere, vierkante vertrek.
Thom probeerde de deur te openen en ramde tegen de deur. 'Dit is mijn huis! Vieze trut! Laat me erin!' Marsha voelde paniekerig in haar broekzakken. Waar was haar mobiel? Ze vloekte toen ze zich bedacht dat ze deze in de auto had laten liggen. Thom sloeg tegen de deur en slingerde scheldwoorden naar haar hoofd maar Marsha had maar één ding waar ze zich druk om maakte. Ze moest en zal hier weggaan. 'Doe open! Ik doe je toch niks!' Schreeuwde hij.
Marsha merkte een lampje op het bureau op en tot haar geluk deed deze het wel. Het bureau lag vol met papieren en foto's van hem en een kalende vrouw. Zo te zien leed ze aan kanker. Maar ook een familiefoto waar Thom weer op stond met de vrouw en vijf kinderen. Was dat zijn familie misschien?
Thom was ondertussen gestopt met het bonken en schelden, net als het onweer en de regen waardoor het stil was geworden. Maar Marsha durfde nog steeds voor geen goud de werkkamer te verlaten. Ze bekeek de familiefoto nogmaals. Het leek zo'n vrolijk, gelukkig gezin. Maar waar waren die kinderen en zijn vrouw dan? Marsha had niemand anders gezien of gehoord in dit huis. Marsha's aandacht werd getrokken door het knerspende geluid van een sleutel in een slot. Ze liet de foto vallen en keek naar de schokkerig bewegende deur naast het bureau die naar buiten leidde. Zo snel ze kon duwde ze de stoel opzij en rende de woonkamer in en zonder na te denken, alleen maar gedreven door angst de trap op naar boven.
Misschien was het haar oergevoel voor mode dat haar naar haar jas leidde. Marsha wist niet waar ze was beland. Ze nam de eerste de beste deur en ging naar binnen. De vreemde geur werd sterker, ze moest zowat overgeven. Wat was dat voor geur? Ze hoestte, ze proefde de geur gewoon en het leek wel alsof het steeds sterker werd.
Ze deed een lamp in de hoek aan en keek de ruimte in. Er stond een tweepersoons bed in het midden van de kamer. Naast het bed stond een grote kast waar met witte verf op verschillende manieren dezelfde naam was gekladderd: Melissa.
Ook op het schilderij boven het bed en de muren was het vol gekladderd met dezelfde naam. Melissa, Melissa, Melissa.
Marsha hoorde dat Thom de trap op kwam en liep haastig naar de kast en hoopte dat er nog genoeg ruimte over was om zich in te verstoppen. Maar voordat ze de kast open deed werd haar blik getrokken naar het bed. Er was een gekke, bobbel in het dekbed. Alsof er iemand lag te slapen. Marsha slikte. Haar bibberende arm ging richting het dekbed. Waarom deed ze dit? Er lag vast iets engs daaronder. Ze pakte het dekbed vast wat ze in een keer naar achteren trok.
- EmptyMemories
- Puntenslijper
- Berichten: 17
- Lid geworden op: 14 apr 2008 15:39
Marsha gilde haar longen uit haar lijf. Daar, op het bed onder het deken lag een vrouw. Een dode vrouw. Het lijk van een vrouw dat daar zo te zien al een langere tijd lag. Het gezicht was ingevallen, haar hoofd was kaal, de ogen keken met enorme pupillen naar het plafond en haar huidskleur was nog witter dan haar Dolce & Gabbana jas. Marsha viel met tranen in haar ogen naar achteren. Ze hield haar hand voor haar mond, ze moest er bijna van kotsen. Wie verzon dit? De vrouw had allang in de grond gehoord, of gecremeerd.
Marsha kon de vreemde geur ook verklaren. Het lijk was in staat van ontbinding. Opeens herkende Marsha de vrouw. Het was de vrouw van de foto! De vrouw op de familiefoto!
Thom kwam met een bijl in zijn hand de kamer ingestormd. Zijn blik was moordend en hij kwam Marsha's kant op. Marsha zag geen andere uitweg. Ze moest wel.
Ze kroop over het lijk heen. Ze voelde de ijskoude huid tegen haar levende huid. Ze rolde van het bed af en rende de kamer uit naar beneden. Ze trapte tegen de voordeur maar deze was nog steeds dicht. 'Doe geen moeite!' Riep Thom terwijl hij met de bijl naar beneden kwam gerend.
Marsha rende de woonkamer in, in de richting van de werkkamer waar ze weer een stoel voor de deur zette al wist Marsha ook wel dat het alleen tijd zou rekken voor Thom bij haar was.
Marsha ging ineen gedoken in een hoekje zitten. Tranen rolden over haar gezicht. Ze had haar dood zo anders voorgesteld. Ze wilde nog zoveel doen in haar leven. Ze wilde trouwen, kinderen, oma worden......nog even en Thom zou alles van haar afnemen.
Thom zette de bijl in de deur en kwam na drie harde slagen binnen. Zijn gezicht was rood aangelopen en Marsha keek hem aan en vroeg om genade.
Marsha kon de vreemde geur ook verklaren. Het lijk was in staat van ontbinding. Opeens herkende Marsha de vrouw. Het was de vrouw van de foto! De vrouw op de familiefoto!
Thom kwam met een bijl in zijn hand de kamer ingestormd. Zijn blik was moordend en hij kwam Marsha's kant op. Marsha zag geen andere uitweg. Ze moest wel.
Ze kroop over het lijk heen. Ze voelde de ijskoude huid tegen haar levende huid. Ze rolde van het bed af en rende de kamer uit naar beneden. Ze trapte tegen de voordeur maar deze was nog steeds dicht. 'Doe geen moeite!' Riep Thom terwijl hij met de bijl naar beneden kwam gerend.
Marsha rende de woonkamer in, in de richting van de werkkamer waar ze weer een stoel voor de deur zette al wist Marsha ook wel dat het alleen tijd zou rekken voor Thom bij haar was.
Marsha ging ineen gedoken in een hoekje zitten. Tranen rolden over haar gezicht. Ze had haar dood zo anders voorgesteld. Ze wilde nog zoveel doen in haar leven. Ze wilde trouwen, kinderen, oma worden......nog even en Thom zou alles van haar afnemen.
Thom zette de bijl in de deur en kwam na drie harde slagen binnen. Zijn gezicht was rood aangelopen en Marsha keek hem aan en vroeg om genade.
- EmptyMemories
- Puntenslijper
- Berichten: 17
- Lid geworden op: 14 apr 2008 15:39
'Waarom?' Vroeg Marsha tussen haar tranen door. 'Daarom! Voor Melissa!' Thom hief de bijl op met twee handen en hield hem boven zijn hoofd. 'Was Melissa je vrouw? Is ze diegene die dood daar ligt.....boven?' Marsha wist niet wat ze moest doen. Ze probeerde Thom af te leiden.
'Nee! Melissa ís mijn vrouw! Ze leeft! Ze slaapt heel diep!' Thom kneep hard in de bijl.
'Thom! Alsjeblieft! Zie het dan in. Melissa is dood. Ze is in staat van ontbinding!' Zei Melissa die haar handen boven haar hoofd hield als een soort schild, waar de bijl makkelijk doorheen zou komen.
'Nee! Ik moet alleen haar organen verschonen. Ze komt weer tot leven!' Thom keek haar kwaad aan maar op een of andere manier tot emotioneel nu hij aan zijn vrouw dacht.
'Organen verschonen? Thom, alsjeblieft. Melissa wil dit echt niet. Heb je dit ook met je kinderen gedaan?' Zei Marsha bibberend.
'De kinderen waren van Melissa, ze kwamen uit haar. Ze zijn een deel van haar en ze moet ze terug om te kunnen leven.' Thom zette zich schrap.
'Je ziet toch dat ze niet leeft! Thom! Ze is dood! Dood onschuldige mensen niet voor organen voor een lijk! Alsjebl.......' Het bloed uit Marsha's hoofd liep naar buiten. Voor een laatste keer knipperde ze met haar ogen voordat Thom de bijl uit haar hoofd haalde.
'Nee! Melissa ís mijn vrouw! Ze leeft! Ze slaapt heel diep!' Thom kneep hard in de bijl.
'Thom! Alsjeblieft! Zie het dan in. Melissa is dood. Ze is in staat van ontbinding!' Zei Melissa die haar handen boven haar hoofd hield als een soort schild, waar de bijl makkelijk doorheen zou komen.
'Nee! Ik moet alleen haar organen verschonen. Ze komt weer tot leven!' Thom keek haar kwaad aan maar op een of andere manier tot emotioneel nu hij aan zijn vrouw dacht.
'Organen verschonen? Thom, alsjeblieft. Melissa wil dit echt niet. Heb je dit ook met je kinderen gedaan?' Zei Marsha bibberend.
'De kinderen waren van Melissa, ze kwamen uit haar. Ze zijn een deel van haar en ze moet ze terug om te kunnen leven.' Thom zette zich schrap.
'Je ziet toch dat ze niet leeft! Thom! Ze is dood! Dood onschuldige mensen niet voor organen voor een lijk! Alsjebl.......' Het bloed uit Marsha's hoofd liep naar buiten. Voor een laatste keer knipperde ze met haar ogen voordat Thom de bijl uit haar hoofd haalde.
- EmptyMemories
- Puntenslijper
- Berichten: 17
- Lid geworden op: 14 apr 2008 15:39
'Meneer. Meneer!' Een vrouw van eind veertig kwam naar de man met het zwarte haar met grijze plukken in een groene overal aangerend. 'Heeft u mijn dochter misschien gezien?' De vrouw gaf de man een pamflet met een foto van een blonde, knap uitziende vrouw. 'Nee, niet gezien.' Zei de man nors en liep door.
De vrouw zuchtte. Ze draaide zich om, stapte in haar auto en reed terug over de onverharde weg tot het bord waar 'Little Coppermine' op stond en waar meerdere pamfletten met vermisten hingen. De vrouw plakte het pamflet van haar dochter erbij en reed weg. Over de weg waar haar dochter zou hebben gereden als het hert niet voor haar auto was gesprongen en waar ze had moeten rijden als ze niet naar Little Coppermine was gegaan. Nu hing ook Marsha met haar foto op het bord, naast de vele anderen slachtoffers van Thom, die zijn dode vrouw wilde laten leven met de organen van onschuldigen.
De vrouw zuchtte. Ze draaide zich om, stapte in haar auto en reed terug over de onverharde weg tot het bord waar 'Little Coppermine' op stond en waar meerdere pamfletten met vermisten hingen. De vrouw plakte het pamflet van haar dochter erbij en reed weg. Over de weg waar haar dochter zou hebben gereden als het hert niet voor haar auto was gesprongen en waar ze had moeten rijden als ze niet naar Little Coppermine was gegaan. Nu hing ook Marsha met haar foto op het bord, naast de vele anderen slachtoffers van Thom, die zijn dode vrouw wilde laten leven met de organen van onschuldigen.
- Artemiss
- Tipp-Ex team
- Berichten: 890
- Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
- Locatie: Ergens in de Randstad
Brrr... Kippenvel verhaal. Heel goed geschreven!
Ik heb hier en daar wel wat typefoutjes en wat vraagtekens en uitroeptekens op plekken waar een komma hoort te staan gezien...maar omdat het zo'n goed verhaal is geeft dat niet.
Een heel cliché griezelverhaal, maar toch een tikkie onverwacht einde. Knap gedaan!
Ik heb hier en daar wel wat typefoutjes en wat vraagtekens en uitroeptekens op plekken waar een komma hoort te staan gezien...maar omdat het zo'n goed verhaal is geeft dat niet.

Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...
-Herman van Veen
-Herman van Veen
Heel goed gedaan,
ik vin vooral de naam van het verhaal aangreipend, zodat je verder wilt lezen.
Je schrijft lekker zodat het goed te overzien is.
ik vin vooral de naam van het verhaal aangreipend, zodat je verder wilt lezen.
Je schrijft lekker zodat het goed te overzien is.
Laatst gewijzigd door Sabbientje op 23 okt 2009 12:33, 1 keer totaal gewijzigd.
Reden: PB naar 15lila gestuurd.
Reden: PB naar 15lila gestuurd.
Het leven word aangevallen door dromen.