Don't Wake Me Up [Pudd]
Ja. Dus. Een nieuw verhaal van mij, maar deze keer weet ik niet of ik er verstandig aan doe om het te posten. Twijfel dus. Laat het me uitleggen.
Ik loop al zeker een half jaar met de verhaallijn voor dit verhaal rond, maar heb het tot zo ongeveer een maand geleden nooit op papier durven te zetten. Het zat zo perfect in mijn hoofd, dat ik het niet op wilde schrijven, omdat ik het gewoonweg niet wilde verknallen. En als ik het eenmaal verknald heb, is het een verloren zaak, want dan kan ik nooit meer opnieuw beginnen zonder de verknalde dingen te vergeten. Ik ben overduidelijk dus nogal wanhopig over dit verhaal en post het daarom hier, in de hoop reacties te krijgen die me aanmoedigen om verder te schrijven. Ik heb namelijk nog niet bepaald veel van dit verhaal, maar hopelijk word ik hier aangespoord om meer te schrijven. Anders weet ik het niet meer met dit verhaal, dan kan ik er beter mee stoppen.
Ik heb dus wel vertrouwen in dit verhaal, maar ik moet gewoon even een zetje krijgen om het echt door te zetten. Daarom zou het fijn zijn als jullie daarbij zouden willen helpen xD.
Oh ja, het gaat niet over Simple Plan, dan weten jullie dat vast.
Ik loop al zeker een half jaar met de verhaallijn voor dit verhaal rond, maar heb het tot zo ongeveer een maand geleden nooit op papier durven te zetten. Het zat zo perfect in mijn hoofd, dat ik het niet op wilde schrijven, omdat ik het gewoonweg niet wilde verknallen. En als ik het eenmaal verknald heb, is het een verloren zaak, want dan kan ik nooit meer opnieuw beginnen zonder de verknalde dingen te vergeten. Ik ben overduidelijk dus nogal wanhopig over dit verhaal en post het daarom hier, in de hoop reacties te krijgen die me aanmoedigen om verder te schrijven. Ik heb namelijk nog niet bepaald veel van dit verhaal, maar hopelijk word ik hier aangespoord om meer te schrijven. Anders weet ik het niet meer met dit verhaal, dan kan ik er beter mee stoppen.
Ik heb dus wel vertrouwen in dit verhaal, maar ik moet gewoon even een zetje krijgen om het echt door te zetten. Daarom zou het fijn zijn als jullie daarbij zouden willen helpen xD.
Oh ja, het gaat niet over Simple Plan, dan weten jullie dat vast.
Ik was er altijd vanuit gegaan dat het allemaal wel goed zou komen. Het was een gevoel van hoop, dat ik mezelf keer op keer aan bleef praten. Ik was het nog gaan geloven ook. Dat de geest van de mens soms achterlijk kon zijn, had ik maar weer eens bewezen.
Mijn ogen worden vochtig als ik met mijn wijsvinger voorzichtig over de barst in het glas heen ga. Herinneringen spoelen als een enorme vloedgolf over me heen, maar ik bijt hard op mijn lip. De foto was drie jaar geleden genomen, precies drie jaar. Ik weet het nog, alsof ik het ooit zou kunnen vergeten.
Wat lijken we gelukkig op de foto. Alsof er toen nog niets tussen ons aan de hand was. Ach, onzin! We wisten zelf wel beter.
Alles had nooit zo mogen lopen zoals het nu gegaan was! Waarom was het allemaal gebeurd? Tom had ons tegen kunnen houden, maar hij deed het niet! Danny had zelfs nog eerder in kunnen grijpen, maar hield zich al die tijd zwijgend op de achtergrond! Waarom?!
Ik ga nog een keertje langzaam met mijn vinger over de barst heen, maar smijt de fotolijst dan met al mijn kracht op de grond. Een wanhopige snik klinkt uit mijn mond en ik sla mijn vuist tegen de plek waar de lijst zojuist nog hing. Mijn hoofd bonkt tegen de muur en ik schreeuw het uit van woede en pijn.
Het had niet zo mogen lopen! Ik was alles kwijt en dat zou nooit meer hersteld kunnen worden.
Ik was gebroken.
Mijn ogen worden vochtig als ik met mijn wijsvinger voorzichtig over de barst in het glas heen ga. Herinneringen spoelen als een enorme vloedgolf over me heen, maar ik bijt hard op mijn lip. De foto was drie jaar geleden genomen, precies drie jaar. Ik weet het nog, alsof ik het ooit zou kunnen vergeten.
Wat lijken we gelukkig op de foto. Alsof er toen nog niets tussen ons aan de hand was. Ach, onzin! We wisten zelf wel beter.
Alles had nooit zo mogen lopen zoals het nu gegaan was! Waarom was het allemaal gebeurd? Tom had ons tegen kunnen houden, maar hij deed het niet! Danny had zelfs nog eerder in kunnen grijpen, maar hield zich al die tijd zwijgend op de achtergrond! Waarom?!
Ik ga nog een keertje langzaam met mijn vinger over de barst heen, maar smijt de fotolijst dan met al mijn kracht op de grond. Een wanhopige snik klinkt uit mijn mond en ik sla mijn vuist tegen de plek waar de lijst zojuist nog hing. Mijn hoofd bonkt tegen de muur en ik schreeuw het uit van woede en pijn.
Het had niet zo mogen lopen! Ik was alles kwijt en dat zou nooit meer hersteld kunnen worden.
Ik was gebroken.
~
Ach wat zielig! Ik wil weten wat er aan de hand is. Je legt zoveel emotie in dit stukje.. ik wil meer weten om erachter te komen wat er is gebeurd!
Je schrijft goed, hoor
Je schrijft goed, hoor

Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Wauw. Ik ben hier echt stil van. De titel was een beetje vreemd, maar het stukje is zo mooi! Die emoties erin, heel sterk, prachtig opgeschreven. Ik begrijp wel hoe dat is met die verhaallijnen, dat heb ik zelf ook vaak. Als je het opschrijft komt het soms zo verkeerd uit je pen (of toetsenbord). Maar ik zie niet in hoe dit stukje verkeerd kan zijn, want het is prachtig en vraagt om meer!


- Nynke,
- Balpen
- Berichten: 134
- Lid geworden op: 10 dec 2008 17:13
- Locatie: ergens waar chuck ook woont :]
wow im! dit moet je echt verder schrijven hoor! weetje hoe stil ik hier van ben.
ik ben benieuwd naar wat er is gebeurd. dus ik spoor je aan om door te schrijven!
ik ben benieuwd naar wat er is gebeurd. dus ik spoor je aan om door te schrijven!

make me feel like i'm something special
Bedankt voor het lezen, allemaal! Hopelijk blijven jullie het volgen. Het volgende stuk is de proloog, zoals jullie kunnen zien. Het is wat anders geschreven dan dat ik normaal doe, maar ik heb geen idee of dat goed of slecht is. Ik hoor het graag van jullie!
~
P r o l o o g
Het was zo’n typisch advocatenkantoor. Zo eentje met rijen oude boeken langs de muur en waar een groot, massief eikenhouten bureau in het midden stond. Waar er slechts een smalle streep zonlicht door het kleine raampje viel en waar je iedere seconde op de donkere koekoeksklok achter het bureau kon horen tikken.
Afgezien van het getik en de ademhaling van twee mannen, was het doodstil in het kantoor. Eén van de mannen was de oude, bijna gepensioneerde advocaat Dhr. S. J. Z. Washington. Hij bladerde gespannen door één van zijn dikke dossiermappen en keek de jongen tegenover hem toen ernstig aan.
‘Zo,’ verbrak hij de stilte, ‘meneer Judd.’ Hij nam de jongen voor de zoveelste keer nieuwsgierig in zich op, terwijl hij zich opnieuw afvroeg wat er zo erg kon zijn op de leeftijd van deze jongen om een advocaat in te moeten schakelen.
‘Ja?’
Hij was nog veel te jong om hier te zijn, schoot het door het hoofd van de advocaat heen. Hij moest hooguit vijfentwintig zijn.
‘Kunt u mij vertellen waarom u hier bent?’ De advocaat nam zijn bril af, poetste het grove montuur op met zijn zakdoek en zette het weer terug op het puntje van zijn spitse neus.
‘Dat heb ik aan de telefoon toch ook al verteld?’ antwoordde de jongen op ietwat geïrriteerde toon. ‘Ik ben hier omdat één van mijn beste vrienden… althans, één van mijn voormalig beste vrienden heeft gedreigd om een rechtszaak tegen me aan te spannen.’ Zijn stem klonk verbitterd en er gingen veel te veel zorgen doorheen voor zo’n jonge jongen.
‘Heeft hij er alleen mee gedreigd, of heeft hij dat proces ook daadwerkelijk in werking gezet?’ vroeg de advocaat, die het antwoord al kon raden.
‘Hij heeft het alleen gezegd, maar de kans is groot dat hij het wel gaat doen,’ antwoordde de jongen grimmig. ‘Daar is hij op het moment wanhopig genoeg voor.’
‘Is dat meteen een reden om -’
‘Hij is er tot in staat.’
‘Weet u wel zeker dat -’
‘Natuurlijk weet ik het zeker, ik zit hier niet voor niets!’
Er viel een doodse stilte tussen de twee mannen, die elkaar ongemakkelijk aankeken.
‘Goed dan,’ zei de advocaat uiteindelijk en hij begon weer in de map te bladeren. ‘Als u vermoedt dat het echt gaat gebeuren, moeten we direct actie ondernemen.’
De jongen knikte en ging wat verzitten, terwijl de advocaat zijn handen in elkaar vouwde en de jongen doordringend aankeek.
‘Er moet een reden zijn dat die vriend -’
‘Hij is mijn vriend niet meer!’
‘- een rechtszaak tegen u aan wil spannen. Kunt u mij die reden vertellen?’
De jongen schoof ongemakkelijk op en neer en richtte zijn blik op de donkerbruine koekoeksklok. Hij zweeg. Met zijn ogen volgde hij de slinger van de klok, maar hij bleef zwijgen terwijl hij moeizaam slikte.
‘Dat weet ik niet,’ mompelde hij uiteindelijk.
‘Het is van groot belang dat ik weet waarom -’
‘Ik wil het ook wel vertellen. De vraag is alleen of ik het kan.’ De jongen sloeg beschaamd zijn ogen neer en even was er niets meer over van het harde masker dat hij zichzelf voorhield. De advocaat bleef stil om hem tijd te geven om te vertellen. Al zou dat uren duren, hij zou erachter komen wat er aan de hand was zodat hij één van zijn cliënten kon helpen. Dat was niet voor niets zijn werk.
En toen begon de jongen te vertellen. Hij praatte en hij praatte, hij praatte totdat het leek of hij geen lucht meer over had om nog meer te zeggen. Hij praatte een uur lang zonder dat de advocaat hem onderbrak. Hij vertelde alles over de kwestie die op zijn zachts gezegd onvoorstelbaar was. De advocaat bleef zwijgen en hoorde het verhaal met gespitste oren aan, totdat de jongen eindelijk klaar was.
‘Ik snap gewoon niet hoe het ooit zover heeft kunnen komen,’ besloot hij zijn verhaal uiteindelijk zachtjes, waarna het minutenlang stil bleef tussen de twee mannen.
‘Zo,’ mompelde de advocaat toen nogal beduusd, ‘dat, eh… Dat is niet niets. Dus u bent een beroemde drummer?’
De jongen knikte. ‘Ja. Alleen is er van de band niet meer zoveel over…’
‘Ik snap het. Nou… Ik zou zeggen, laten we dan maar beginnen…’
~
~
P r o l o o g
Het was zo’n typisch advocatenkantoor. Zo eentje met rijen oude boeken langs de muur en waar een groot, massief eikenhouten bureau in het midden stond. Waar er slechts een smalle streep zonlicht door het kleine raampje viel en waar je iedere seconde op de donkere koekoeksklok achter het bureau kon horen tikken.
Afgezien van het getik en de ademhaling van twee mannen, was het doodstil in het kantoor. Eén van de mannen was de oude, bijna gepensioneerde advocaat Dhr. S. J. Z. Washington. Hij bladerde gespannen door één van zijn dikke dossiermappen en keek de jongen tegenover hem toen ernstig aan.
‘Zo,’ verbrak hij de stilte, ‘meneer Judd.’ Hij nam de jongen voor de zoveelste keer nieuwsgierig in zich op, terwijl hij zich opnieuw afvroeg wat er zo erg kon zijn op de leeftijd van deze jongen om een advocaat in te moeten schakelen.
‘Ja?’
Hij was nog veel te jong om hier te zijn, schoot het door het hoofd van de advocaat heen. Hij moest hooguit vijfentwintig zijn.
‘Kunt u mij vertellen waarom u hier bent?’ De advocaat nam zijn bril af, poetste het grove montuur op met zijn zakdoek en zette het weer terug op het puntje van zijn spitse neus.
‘Dat heb ik aan de telefoon toch ook al verteld?’ antwoordde de jongen op ietwat geïrriteerde toon. ‘Ik ben hier omdat één van mijn beste vrienden… althans, één van mijn voormalig beste vrienden heeft gedreigd om een rechtszaak tegen me aan te spannen.’ Zijn stem klonk verbitterd en er gingen veel te veel zorgen doorheen voor zo’n jonge jongen.
‘Heeft hij er alleen mee gedreigd, of heeft hij dat proces ook daadwerkelijk in werking gezet?’ vroeg de advocaat, die het antwoord al kon raden.
‘Hij heeft het alleen gezegd, maar de kans is groot dat hij het wel gaat doen,’ antwoordde de jongen grimmig. ‘Daar is hij op het moment wanhopig genoeg voor.’
‘Is dat meteen een reden om -’
‘Hij is er tot in staat.’
‘Weet u wel zeker dat -’
‘Natuurlijk weet ik het zeker, ik zit hier niet voor niets!’
Er viel een doodse stilte tussen de twee mannen, die elkaar ongemakkelijk aankeken.
‘Goed dan,’ zei de advocaat uiteindelijk en hij begon weer in de map te bladeren. ‘Als u vermoedt dat het echt gaat gebeuren, moeten we direct actie ondernemen.’
De jongen knikte en ging wat verzitten, terwijl de advocaat zijn handen in elkaar vouwde en de jongen doordringend aankeek.
‘Er moet een reden zijn dat die vriend -’
‘Hij is mijn vriend niet meer!’
‘- een rechtszaak tegen u aan wil spannen. Kunt u mij die reden vertellen?’
De jongen schoof ongemakkelijk op en neer en richtte zijn blik op de donkerbruine koekoeksklok. Hij zweeg. Met zijn ogen volgde hij de slinger van de klok, maar hij bleef zwijgen terwijl hij moeizaam slikte.
‘Dat weet ik niet,’ mompelde hij uiteindelijk.
‘Het is van groot belang dat ik weet waarom -’
‘Ik wil het ook wel vertellen. De vraag is alleen of ik het kan.’ De jongen sloeg beschaamd zijn ogen neer en even was er niets meer over van het harde masker dat hij zichzelf voorhield. De advocaat bleef stil om hem tijd te geven om te vertellen. Al zou dat uren duren, hij zou erachter komen wat er aan de hand was zodat hij één van zijn cliënten kon helpen. Dat was niet voor niets zijn werk.
En toen begon de jongen te vertellen. Hij praatte en hij praatte, hij praatte totdat het leek of hij geen lucht meer over had om nog meer te zeggen. Hij praatte een uur lang zonder dat de advocaat hem onderbrak. Hij vertelde alles over de kwestie die op zijn zachts gezegd onvoorstelbaar was. De advocaat bleef zwijgen en hoorde het verhaal met gespitste oren aan, totdat de jongen eindelijk klaar was.
‘Ik snap gewoon niet hoe het ooit zover heeft kunnen komen,’ besloot hij zijn verhaal uiteindelijk zachtjes, waarna het minutenlang stil bleef tussen de twee mannen.
‘Zo,’ mompelde de advocaat toen nogal beduusd, ‘dat, eh… Dat is niet niets. Dus u bent een beroemde drummer?’
De jongen knikte. ‘Ja. Alleen is er van de band niet meer zoveel over…’
‘Ik snap het. Nou… Ik zou zeggen, laten we dan maar beginnen…’
~
Wauw... Het is zeker niet slecht, integendeel! Supermooi geschreven, je weet meteen een geweldige sfeer neer te zetten. Ik zat helemaal op het puntje van m'n stoel en ik vraag me nu meer dan ooit af wat er gebeurd is. Dus ik hoop, heel erg, dat je snel meer post!


Heel, heel, heel erg bedankt! Voorlopig krijg je nog niet te weten wat er is gebeurd, ghehe (A). Hier komt het eerste gedeelte van hoofdstuk 1, enjoy!
Oh ja, alle straatnamen, plaatsnamen en parken bestaan echt.
~
H o o f d s t u k 1.
De zon stond al hoog aan de hemel toen Harry de deur achter zich dichttrok. Hij snoof even de frisse voorjaarsgeur op, richtte zijn blik op de strakblauwe hemel en zette toen met een lichte grijns zijn zonnebril op. De lente was overduidelijk in volle gang en dat vond hij helemaal niet erg.
Terwijl hij het pasgemaaide gazon afliep, wierp hij een snelle blik op zijn horloge en zag dat hij nog zeeën van tijd had. Daarom stak hij zijn handen in zijn broekzakken en slenterde kalm de straat door, terwijl hij om zich heen keek. Het was nog niet druk buiten, hoewel er hier en daar wat gillende kinderen achter elkaar aanrenden en een oudere vrouw met de postbode aan het praten was. Alles leek normaal op deze doodgewone zaterdagochtend, zoals dat iedere week het geval was in de saaie buitenwijk van Chelmsford waar Harry al negentien jaar woonde. Hij was het inmiddels wel gewend, maar dat wilde niet zeggen dat hij zo onderhand niet toe was aan verandering.
De postbode groette hem vrolijk toen hij voorbij kwam fietsen, maar Harry reageerde nauwelijks; daarvoor was hij te diep in gedachten verzonken. Het bleef maar door zijn hoofd gonzen hoe onverstandig het was wat hij nu ging doen, maar hij wist dat hij het gewoon moest doen als hij iets wilde veranderen aan dit doodsaaie leventje. Zijn ouders zouden door het lint gaan als ze erachter kwamen en zijn grootmoeder zou wel weer gaan dreigen om hem te onterven, zoals ze altijd deed als Harry iets tegen haar zin deed. Dit keer kon het hem echter niets meer schelen. Dit keer ging hij zijn leven drastisch omgooien en daar begon hij vandaag mee.
Hoe Harry ooit in dit gezin terecht had kunnen komen, begreep hij tot op de dag van vandaag nog steeds niet. Zijn ouders waren allebei veelgevraagde advocaten en daardoor echte workaholics. Als ze een keertje thuis waren, kon je ze nog bezig zien met onafgehandelde zaken of andere dingen waar Harry geen verstand van had. Al jarenlang gingen zijn ouders er vanuit dat Harry ook rechten zou gaan studeren en dan op hetzelfde advocatenbureau als zij terecht zou komen. Jammer voor hen dacht Harry daar heel anders over.
‘Harry? Wat doe jij nou hier? Waar ga je heen?’
Geschrokken draaide Harry zijn hoofd en zag tot zijn verbazing de belachelijk grote patserbak van zijn vader. Cadeautje van zijn baas, de slijmbal.
‘Dat kan ik beter aan jou vragen,’ antwoordde Harry met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Normaal woon je op je werk, waarom ben je vandaag zo laat? Moet je geen arrogante zakenmannen een paar ton bij laten verdienen door de meest zinloze rechtszaken?’
‘Op een dag ga je dit werk waarderen, zoon,’ zuchtte zijn vader. Harry rolde met zijn ogen, wat helaas niet te zien was door de zonnebril.
‘Ik was wat papieren vergeten,’ vervolgde zijn vader. ‘Waar ga jij zo vroeg heen?’
Harry zag hoe hij alweer op het punt stond om het gaspedaal in te drukken, aangezien iedere seconde voor zijn vader verspilde tijd was.
‘Even naar de bibliotheek,’ verzon hij daarom ter plekke. Zijn vader knikte.
‘Je moeder en ik moeten vanavond overwerken, dus je moet voor jezelf koken. Erg?’
Harry rolde opnieuw met zijn ogen. ‘Aangezien ik dat al zo’n beetje iedere dag doe, nee dus.’
‘Mooi zo,’ antwoordde zijn vader tevreden, die de verbitterde toon overduidelijk niet opmerkte. ‘Tot vanavond!’
Voordat Harry het in de gaten had, duwde zijn vader het gaspedaal helemaal in en scheurde hij de straat uit. Harry schudde zijn hoofd en vervolgde zijn weg naar de dichtstbijzijnde bushalte.
De straten van Londen waren zoals altijd druk bevolkt. Harry kwam niet heel vaak in Londen, waardoor hij zich een soort toerist voelde, maar toch herkende hij sommige punten wel. Chelmsford lag niet zo heel ver van Londen vandaan, maar op de een of andere manier kwam het er nooit van om er naartoe te gaan. Nu hij hier liep, besefte hij dat hij dit veel vaker had moeten doen. Londen was een geweldige stad.
Hij wist dat je vooral met het oversteken goed uit moest kijken, want je werd zo omver gereden door één van de vele knalrode dubbeldekkers, die helemaal volgepropt met mensen zaten. Ook werden de straten in beslag genomen door de ouderwetse taxi’s die zich door de menigte probeerde te banen. Op de stoep kon je onmogelijk stil blijven staan, aangezien je dan meteen opzij werd geduwd door de zakenmannen, joggers, huisvrouwen en kinderen en als je helemaal niet oplette, liep je zelfs bijna een levend standbeeld omver.
‘Kijk uit waar je loopt!’ snauwde een geïrriteerde zakenman toen Harry per ongeluk tegen hem opbotste. Beledigd wilde Harry wat terug zeggen, maar de man was allang weer doorgelopen. Daarom haalde hij zijn schouders op en besloot zich toen op zijn missie te richten. Hij ging aan de zijkant van de stoep staan en viste een verfomfaaide kaart van Londen uit zijn broekzak. Het duurde even voordat hij een straatnaambordje had gevonden, maar toen ontdekte hij dat hij nu in Upper Brook Street was. Dat lag praktisch gezien naast Hyde Park en hij zou bij Regent’s Park moeten zijn. Gelukkig had hij nog een dikke drie kwartier, waarin hij stevig door begon te stappen naar dat park. Onderweg moest hij een paar keer stil blijven staan om te kijken hoe hij het beste kon lopen, maar na ruim een half uur was hij eindelijk bij het Regent’s Park.
‘Pardon - mevrouw?’ Harry sprak de eerste de beste vrouw aan die hij tegenkwam. Dat had hij beter niet kunnen doen, aangezien zij nogal gehaast leek en probeerde om haar drie kinderen bijeen te houden en intussen ook nog twee zo te zien loodzware boodschappen meezeulde. Gestrest streek ze een paar plukken haar uit haar gezicht en schreeuwde: ‘Stacey, blijf van May af - Luke, op de stoep lopen!’
‘Eh, ik vroeg me af of u misschien wist waar -’
‘Luke, wat zei ik nou!’ De vrouw zette haar boodschappentassen neer en wilde naar de kinderen toelopen, maar bedacht zich toen blijkbaar dat Harry nog tegen haar aan het praten was. ‘Sorry, wat zei je?’ Haar ogen waren op de kinderen gericht en haar aandacht was overduidelijk niet bij Harry.
‘Ik vroeg me af of u misschien wist waar Greenberry Street is,’ zei Harry vlug, voordat de vrouw hem weer in de rede kon vallen.
‘Oh, dat is de straat hiernaast,’ antwoordde de vrouw en ze pakte haar boodschappentassen alweer op. ‘Hier de hoek om en dan ben je er al.’
Harry wilde haar bedanken, maar ze was alweer weggelopen terwijl ze opnieuw haar kinderen uitfoeterde. Hoofdschuddend ging hij de hoek om, zoals de vrouw gezegd had, en zag tot zijn verbazing inderdaad een straatnaambordje met het opschrift Greenberry Street. Hier moest hij zijn.
Greenberry Street was een straat die oud oogde door de hoge herenhuizen en versierde gevels overal. De helft bestond ongeveer uit rijen herenhuizen en de andere helft uit grote pakhuizen, die zo te zien niet dagelijks meer werden gebruikt. Toch moest hij hier blijkbaar zijn, volgens het adres dat hij uit het tijdschrift over had geschreven. In de advertentie had overduidelijk ‘Greenberry Street 47’ gestaan, maar nu Harry dat huisnummer zocht, kreeg hij spijt dat hij het tijdschrift niet mee had genomen om het voor de zekerheid te kunnen controleren. Hij bleef doorzoeken en bleef uiteindelijk voor één van de pakhuizen stilstaan. Nummer 47. Hiervoor was hij gekomen.
Oh ja, alle straatnamen, plaatsnamen en parken bestaan echt.
~
H o o f d s t u k 1.
De zon stond al hoog aan de hemel toen Harry de deur achter zich dichttrok. Hij snoof even de frisse voorjaarsgeur op, richtte zijn blik op de strakblauwe hemel en zette toen met een lichte grijns zijn zonnebril op. De lente was overduidelijk in volle gang en dat vond hij helemaal niet erg.
Terwijl hij het pasgemaaide gazon afliep, wierp hij een snelle blik op zijn horloge en zag dat hij nog zeeën van tijd had. Daarom stak hij zijn handen in zijn broekzakken en slenterde kalm de straat door, terwijl hij om zich heen keek. Het was nog niet druk buiten, hoewel er hier en daar wat gillende kinderen achter elkaar aanrenden en een oudere vrouw met de postbode aan het praten was. Alles leek normaal op deze doodgewone zaterdagochtend, zoals dat iedere week het geval was in de saaie buitenwijk van Chelmsford waar Harry al negentien jaar woonde. Hij was het inmiddels wel gewend, maar dat wilde niet zeggen dat hij zo onderhand niet toe was aan verandering.
De postbode groette hem vrolijk toen hij voorbij kwam fietsen, maar Harry reageerde nauwelijks; daarvoor was hij te diep in gedachten verzonken. Het bleef maar door zijn hoofd gonzen hoe onverstandig het was wat hij nu ging doen, maar hij wist dat hij het gewoon moest doen als hij iets wilde veranderen aan dit doodsaaie leventje. Zijn ouders zouden door het lint gaan als ze erachter kwamen en zijn grootmoeder zou wel weer gaan dreigen om hem te onterven, zoals ze altijd deed als Harry iets tegen haar zin deed. Dit keer kon het hem echter niets meer schelen. Dit keer ging hij zijn leven drastisch omgooien en daar begon hij vandaag mee.
Hoe Harry ooit in dit gezin terecht had kunnen komen, begreep hij tot op de dag van vandaag nog steeds niet. Zijn ouders waren allebei veelgevraagde advocaten en daardoor echte workaholics. Als ze een keertje thuis waren, kon je ze nog bezig zien met onafgehandelde zaken of andere dingen waar Harry geen verstand van had. Al jarenlang gingen zijn ouders er vanuit dat Harry ook rechten zou gaan studeren en dan op hetzelfde advocatenbureau als zij terecht zou komen. Jammer voor hen dacht Harry daar heel anders over.
‘Harry? Wat doe jij nou hier? Waar ga je heen?’
Geschrokken draaide Harry zijn hoofd en zag tot zijn verbazing de belachelijk grote patserbak van zijn vader. Cadeautje van zijn baas, de slijmbal.
‘Dat kan ik beter aan jou vragen,’ antwoordde Harry met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Normaal woon je op je werk, waarom ben je vandaag zo laat? Moet je geen arrogante zakenmannen een paar ton bij laten verdienen door de meest zinloze rechtszaken?’
‘Op een dag ga je dit werk waarderen, zoon,’ zuchtte zijn vader. Harry rolde met zijn ogen, wat helaas niet te zien was door de zonnebril.
‘Ik was wat papieren vergeten,’ vervolgde zijn vader. ‘Waar ga jij zo vroeg heen?’
Harry zag hoe hij alweer op het punt stond om het gaspedaal in te drukken, aangezien iedere seconde voor zijn vader verspilde tijd was.
‘Even naar de bibliotheek,’ verzon hij daarom ter plekke. Zijn vader knikte.
‘Je moeder en ik moeten vanavond overwerken, dus je moet voor jezelf koken. Erg?’
Harry rolde opnieuw met zijn ogen. ‘Aangezien ik dat al zo’n beetje iedere dag doe, nee dus.’
‘Mooi zo,’ antwoordde zijn vader tevreden, die de verbitterde toon overduidelijk niet opmerkte. ‘Tot vanavond!’
Voordat Harry het in de gaten had, duwde zijn vader het gaspedaal helemaal in en scheurde hij de straat uit. Harry schudde zijn hoofd en vervolgde zijn weg naar de dichtstbijzijnde bushalte.
De straten van Londen waren zoals altijd druk bevolkt. Harry kwam niet heel vaak in Londen, waardoor hij zich een soort toerist voelde, maar toch herkende hij sommige punten wel. Chelmsford lag niet zo heel ver van Londen vandaan, maar op de een of andere manier kwam het er nooit van om er naartoe te gaan. Nu hij hier liep, besefte hij dat hij dit veel vaker had moeten doen. Londen was een geweldige stad.
Hij wist dat je vooral met het oversteken goed uit moest kijken, want je werd zo omver gereden door één van de vele knalrode dubbeldekkers, die helemaal volgepropt met mensen zaten. Ook werden de straten in beslag genomen door de ouderwetse taxi’s die zich door de menigte probeerde te banen. Op de stoep kon je onmogelijk stil blijven staan, aangezien je dan meteen opzij werd geduwd door de zakenmannen, joggers, huisvrouwen en kinderen en als je helemaal niet oplette, liep je zelfs bijna een levend standbeeld omver.
‘Kijk uit waar je loopt!’ snauwde een geïrriteerde zakenman toen Harry per ongeluk tegen hem opbotste. Beledigd wilde Harry wat terug zeggen, maar de man was allang weer doorgelopen. Daarom haalde hij zijn schouders op en besloot zich toen op zijn missie te richten. Hij ging aan de zijkant van de stoep staan en viste een verfomfaaide kaart van Londen uit zijn broekzak. Het duurde even voordat hij een straatnaambordje had gevonden, maar toen ontdekte hij dat hij nu in Upper Brook Street was. Dat lag praktisch gezien naast Hyde Park en hij zou bij Regent’s Park moeten zijn. Gelukkig had hij nog een dikke drie kwartier, waarin hij stevig door begon te stappen naar dat park. Onderweg moest hij een paar keer stil blijven staan om te kijken hoe hij het beste kon lopen, maar na ruim een half uur was hij eindelijk bij het Regent’s Park.
‘Pardon - mevrouw?’ Harry sprak de eerste de beste vrouw aan die hij tegenkwam. Dat had hij beter niet kunnen doen, aangezien zij nogal gehaast leek en probeerde om haar drie kinderen bijeen te houden en intussen ook nog twee zo te zien loodzware boodschappen meezeulde. Gestrest streek ze een paar plukken haar uit haar gezicht en schreeuwde: ‘Stacey, blijf van May af - Luke, op de stoep lopen!’
‘Eh, ik vroeg me af of u misschien wist waar -’
‘Luke, wat zei ik nou!’ De vrouw zette haar boodschappentassen neer en wilde naar de kinderen toelopen, maar bedacht zich toen blijkbaar dat Harry nog tegen haar aan het praten was. ‘Sorry, wat zei je?’ Haar ogen waren op de kinderen gericht en haar aandacht was overduidelijk niet bij Harry.
‘Ik vroeg me af of u misschien wist waar Greenberry Street is,’ zei Harry vlug, voordat de vrouw hem weer in de rede kon vallen.
‘Oh, dat is de straat hiernaast,’ antwoordde de vrouw en ze pakte haar boodschappentassen alweer op. ‘Hier de hoek om en dan ben je er al.’
Harry wilde haar bedanken, maar ze was alweer weggelopen terwijl ze opnieuw haar kinderen uitfoeterde. Hoofdschuddend ging hij de hoek om, zoals de vrouw gezegd had, en zag tot zijn verbazing inderdaad een straatnaambordje met het opschrift Greenberry Street. Hier moest hij zijn.
Greenberry Street was een straat die oud oogde door de hoge herenhuizen en versierde gevels overal. De helft bestond ongeveer uit rijen herenhuizen en de andere helft uit grote pakhuizen, die zo te zien niet dagelijks meer werden gebruikt. Toch moest hij hier blijkbaar zijn, volgens het adres dat hij uit het tijdschrift over had geschreven. In de advertentie had overduidelijk ‘Greenberry Street 47’ gestaan, maar nu Harry dat huisnummer zocht, kreeg hij spijt dat hij het tijdschrift niet mee had genomen om het voor de zekerheid te kunnen controleren. Hij bleef doorzoeken en bleef uiteindelijk voor één van de pakhuizen stilstaan. Nummer 47. Hiervoor was hij gekomen.
Hm, bij dat ene stukje met die vrouw en haar kinderen kreeg ik een Harry Potter-gevoel.
In elk geval, ik vind het weer geweldig ^^ Je weet meteen een geweldige sfeer neer te zetten, echt super! Ik ben benieuwd naar meer

In elk geval, ik vind het weer geweldig ^^ Je weet meteen een geweldige sfeer neer te zetten, echt super! Ik ben benieuwd naar meer


Bedankt! Melian, toen ik het overlas, herkende ik het ook een beetje inderdaad xD. Hopelijk vinden jullie dit ook weer goed, al het commentaar is welkom!
~
Aarzelend bleef Harry op de stoep staan, terwijl hij naar het oude pakhuis keek. Het was onmogelijk dat hij hier moest zijn, hij had iets compleet anders verwacht. Het pakhuis was namelijk heel erg versleten, wat je kon zien door de donkergroene verf die van de ramen en deuren afbladderde en door de ingetikte ruitjes. Toch besloot Harry uit te zoeken hoe het zat en stapte daarom langzaam richting de toegetakelde deur, totdat zijn oog op een klein, wit blaadje viel dat met veel rollen plakband op één van de kapotte raamkozijnen was gehangen. Verbaasd liep hij er naartoe en voelde hoe zijn maag een dubbele salto maakte.
Auditie McFly. Vrijdag 3 mei. Aanvang: 15.00 uur.
Het klopte dus toch. Hier moest hij wel zijn, hij zat goed. Plotseling voelde hij de adrenaline door zijn lijf gieren en wilde hij niets liever dan naar binnen te gaan om ze te laten zien wat hij kon. Toch duurde het even voordat hij genoeg moed had verzameld om de loodzware deur open te duwen en het enorme gebouw binnen te stappen. Harry kwam terecht in een enorme hal, die overduidelijk ooit als opslagplaats had gediend. Het plafond was belachelijk hoog en overal stonden steunpilaren om het gigantische gebouw niet in te laten storten. Hier en daar stonden nog wat vergeten stapels met oude, kartonnen dozen en aan de andere kant van de hal waren een aantal metalen deuren gevestigd. Het rook er ontzettend muf en toen Harry goed luisterde, kon hij gedempt gitaarspel horen, waardoor er een glimlach op zijn gezicht verscheen.
‘Nou,’ mompelde hij gespannen in zichzelf, ‘daar ga ik dan.’ Met een loodzwaar gevoel in zijn benen stak hij de hal over en bleef voor de middelste deur staan, waar hetzelfde briefje als buiten op was gehangen. Auditie McFly. Langzaam duwde hij de klink omlaag, terwijl hij zich koortsachtig afvroeg waar hij nu weer terecht zou komen.
Zodra hij de isolerende deur had geopend, kwam hem veel herrie tegemoet, waar hij even van schrok door de drukkende stilte waarin hij zich daarnet had bevonden. Hij knipperde even verward met zijn ogen en zag toen dat hij in ieder geval niet de enige deelnemer was. Er waren ongeveer dertig man in de grote ruimte die waarschijnlijk als achtkamer fungeerde en ze keken allemaal op toen Harry binnenkwam. Die glimlachte vluchtig en liet zijn blik over de mensen glijden. Er waren niet alleen jongens op de advertentie afgekomen, er waren ook een stuk of zes meisjes. Harry vroeg zich af wat ze hier in vredesnaam deden als er in de advertentie nadrukkelijk om jongens was gevraagd, maar besloot zich daar niet mee bezig te houden.
De jongens en meisjes vonden Harry waarschijnlijk niet interessant en hielden zich alweer bezig met de dingen waar ze voor zijn binnenkomst waarschijnlijk ook al mee bezig waren: praten of gitaar spelen. Er waren ook een stuk of twaalf jongens met drumstokken in hun handen, maar die hadden niets om op te oefenen en waren dus met elkaar in gesprek verzeild geraakt. De meesten zaten of stonden in kleine groepjes, waardoor Harry een beetje verloren bij de deur bleef staan. Hij vroeg zich af of hij nu ook zogenaamd geïnteresseerd moest zijn in zijn concurrenten, terwijl het hem geen moer kon schelen hoe lang zij al speelden. Hij was hier voor zichzelf.
Plotseling zag Harry helemaal rechts in de hoek een jongen zitten, die nu opstond en aarzelend op hem af kwam lopen. De jongen was klein en overduidelijk één van de jongste deelnemers in de ruimte. Zijn blonde haar was in warrige stekeltjes overeind gezet met behulp van veel gel. Hij droeg een veel te grote driekwartsbroek, waar twee brede skateschoenen onderuit staken en hij had een T-shirt aan van het merk Hurley, waardoor Harry even verbaasd was. Hij kwam niet vaak mensen tegen die kleding van zijn lievelingsmerk droegen.
‘The Starting Line,’ piepte de jongen. Toen Harry hem verbaasd aankeek, wees de jongen naar Harry’s T-shirt en doelde overduidelijk op het bandlogo dat daar op stond. ‘K-ken je die?’
‘Waarom zou ik een T-shirt dragen van een band die ik niet ken?’ antwoordde Harry, die één wenkbrauw optrok.
De jongen werd in een halve seconde vuurrood en wilde zich zo te zien meteen weer omdraaien om naar zijn hoekje terug te lopen, maar Harry vroeg: ‘Zeg, weet jij misschien hoe deze auditie werkt? Worden we omstebeurt geroepen of wat is de bedoeling?’
De jongen bleef staan en knikte vlug. ‘Ja, zo werkt het precies! Er zijn pas twee jongens aan de beurt geweest, maar die zijn hier niet teruggekomen. Ik weet niet waar ze zijn.’ Hij hupte nerveus van zijn ene been op zijn andere en durfde Harry niet aan te kijken.
‘Drum jij ook?’ vroeg Harry, die toch wel een beetje medelijden kreeg met het arme schepsel dat overduidelijk te zenuwachtig voor woorden was.
‘N-nee,’ stamelde de jongen, ‘ik speel basgitaar.’ Hij gebaarde vaag naar zijn hoekje, waar inderdaad een donkerblauwe basgitaar stond. Harry knikte, maar wist verder niet wat hij moest zeggen en keek maar een beetje opgelaten in het rond. Toen ging er een deur open aan de andere kant van de kamer en werd het helemaal stil in de wachtruimte. Een jongensstem waarvan Harry de eigenaar niet kon zien, riep hard: ‘Douglas Lee Poynter?’
De jongen maakte van schrik een sprongetje en werd direct lijkbleek. Even bleef hij radeloos staan, maar toen holde hij vlug naar zijn basgitaar en nadat hij die had omgehangen, sleepte hij zich door de wachtruimte heen alsof hij op weg was naar het schavot. Iedereen in de ruimte was nog steeds stil en keek toe hoe hij trillend naar de deur schuifelde. Harry overwoog even om hem succes te wensen, maar de jongen, die blijkbaar Douglas heette, was al door de deur verdwenen. Hij zuchtte even en nam toen maar plaats in het verlaten hoekje, terwijl hij zijn vingers stevig om zijn drumstokken klemde. Douglas was overduidelijk zo zenuwachtig geweest dat het huilen hem nader had gestaan dan het lachen en Harry snapte precies waarom. Ook bij hem stroomden de zenuwen door zijn lijf en hoewel hij het probeerde te negeren, voelde hij dat hij steeds misselijker werd. Hij had geen idee wat hij kon verwachten: zouden er veel mensen meekijken, moest hij meerde liedjes spelen of zou hij in vijf minuten alweer klaar zijn? Het onbekende was wat hem zo zenuwachtig maakte.
De minuten kropen voorbij en er werd een andere jongen naar binnen geroepen. Teleurgesteld liet Harry zijn drumstokjes tussen zijn vingers draaien. Hij had gehoopt dat Douglas terug zou komen, zodat hij kon vragen hoe het was gegaan en of het mee- of tegen was gevallen. Helaas had Douglas dus gelijk had toen hij zei dat de jongens niet meer terug kwamen en daardoor begon Harry steeds ongeduldiger te worden. Er was al een half uur verstreken en er zaten nog zo’n twintig mensen in de wachtruimte. Aangezien Harry als één van de laatste binnen was gekomen, vermoedde hij dat het ook nog wel even kon gaan duren voordat hij aan de beurt was. Hij keek wat schichtig om zich heen, maar niemand had maar enigszins aandacht voor hem. Ze waren allemaal met zichzelf bezig en waren er waarschijnlijk alleen maar mee bezig hoe ze de jury het beste in konden pakken of hoe ze konden winnen.
Zijn vermoedens werden echter niet bevestigd, want na drie kwartier ging de deur opnieuw open en riep de nog altijd onbekende stem tot Harry’s verbazing: ‘Harry Mark Christopher Judd?’
Met een ruk trok Harry zijn hoofd op, terwijl zijn hart als een gek begon te bonzen. Alle deelnemers keken om zich heen om te zien wie Harry Mark Christopher Judd was en begonnen elkaar aan te stoten toen Harry degene was die trillend opstond.
~
Aarzelend bleef Harry op de stoep staan, terwijl hij naar het oude pakhuis keek. Het was onmogelijk dat hij hier moest zijn, hij had iets compleet anders verwacht. Het pakhuis was namelijk heel erg versleten, wat je kon zien door de donkergroene verf die van de ramen en deuren afbladderde en door de ingetikte ruitjes. Toch besloot Harry uit te zoeken hoe het zat en stapte daarom langzaam richting de toegetakelde deur, totdat zijn oog op een klein, wit blaadje viel dat met veel rollen plakband op één van de kapotte raamkozijnen was gehangen. Verbaasd liep hij er naartoe en voelde hoe zijn maag een dubbele salto maakte.
Auditie McFly. Vrijdag 3 mei. Aanvang: 15.00 uur.
Het klopte dus toch. Hier moest hij wel zijn, hij zat goed. Plotseling voelde hij de adrenaline door zijn lijf gieren en wilde hij niets liever dan naar binnen te gaan om ze te laten zien wat hij kon. Toch duurde het even voordat hij genoeg moed had verzameld om de loodzware deur open te duwen en het enorme gebouw binnen te stappen. Harry kwam terecht in een enorme hal, die overduidelijk ooit als opslagplaats had gediend. Het plafond was belachelijk hoog en overal stonden steunpilaren om het gigantische gebouw niet in te laten storten. Hier en daar stonden nog wat vergeten stapels met oude, kartonnen dozen en aan de andere kant van de hal waren een aantal metalen deuren gevestigd. Het rook er ontzettend muf en toen Harry goed luisterde, kon hij gedempt gitaarspel horen, waardoor er een glimlach op zijn gezicht verscheen.
‘Nou,’ mompelde hij gespannen in zichzelf, ‘daar ga ik dan.’ Met een loodzwaar gevoel in zijn benen stak hij de hal over en bleef voor de middelste deur staan, waar hetzelfde briefje als buiten op was gehangen. Auditie McFly. Langzaam duwde hij de klink omlaag, terwijl hij zich koortsachtig afvroeg waar hij nu weer terecht zou komen.
Zodra hij de isolerende deur had geopend, kwam hem veel herrie tegemoet, waar hij even van schrok door de drukkende stilte waarin hij zich daarnet had bevonden. Hij knipperde even verward met zijn ogen en zag toen dat hij in ieder geval niet de enige deelnemer was. Er waren ongeveer dertig man in de grote ruimte die waarschijnlijk als achtkamer fungeerde en ze keken allemaal op toen Harry binnenkwam. Die glimlachte vluchtig en liet zijn blik over de mensen glijden. Er waren niet alleen jongens op de advertentie afgekomen, er waren ook een stuk of zes meisjes. Harry vroeg zich af wat ze hier in vredesnaam deden als er in de advertentie nadrukkelijk om jongens was gevraagd, maar besloot zich daar niet mee bezig te houden.
De jongens en meisjes vonden Harry waarschijnlijk niet interessant en hielden zich alweer bezig met de dingen waar ze voor zijn binnenkomst waarschijnlijk ook al mee bezig waren: praten of gitaar spelen. Er waren ook een stuk of twaalf jongens met drumstokken in hun handen, maar die hadden niets om op te oefenen en waren dus met elkaar in gesprek verzeild geraakt. De meesten zaten of stonden in kleine groepjes, waardoor Harry een beetje verloren bij de deur bleef staan. Hij vroeg zich af of hij nu ook zogenaamd geïnteresseerd moest zijn in zijn concurrenten, terwijl het hem geen moer kon schelen hoe lang zij al speelden. Hij was hier voor zichzelf.
Plotseling zag Harry helemaal rechts in de hoek een jongen zitten, die nu opstond en aarzelend op hem af kwam lopen. De jongen was klein en overduidelijk één van de jongste deelnemers in de ruimte. Zijn blonde haar was in warrige stekeltjes overeind gezet met behulp van veel gel. Hij droeg een veel te grote driekwartsbroek, waar twee brede skateschoenen onderuit staken en hij had een T-shirt aan van het merk Hurley, waardoor Harry even verbaasd was. Hij kwam niet vaak mensen tegen die kleding van zijn lievelingsmerk droegen.
‘The Starting Line,’ piepte de jongen. Toen Harry hem verbaasd aankeek, wees de jongen naar Harry’s T-shirt en doelde overduidelijk op het bandlogo dat daar op stond. ‘K-ken je die?’
‘Waarom zou ik een T-shirt dragen van een band die ik niet ken?’ antwoordde Harry, die één wenkbrauw optrok.
De jongen werd in een halve seconde vuurrood en wilde zich zo te zien meteen weer omdraaien om naar zijn hoekje terug te lopen, maar Harry vroeg: ‘Zeg, weet jij misschien hoe deze auditie werkt? Worden we omstebeurt geroepen of wat is de bedoeling?’
De jongen bleef staan en knikte vlug. ‘Ja, zo werkt het precies! Er zijn pas twee jongens aan de beurt geweest, maar die zijn hier niet teruggekomen. Ik weet niet waar ze zijn.’ Hij hupte nerveus van zijn ene been op zijn andere en durfde Harry niet aan te kijken.
‘Drum jij ook?’ vroeg Harry, die toch wel een beetje medelijden kreeg met het arme schepsel dat overduidelijk te zenuwachtig voor woorden was.
‘N-nee,’ stamelde de jongen, ‘ik speel basgitaar.’ Hij gebaarde vaag naar zijn hoekje, waar inderdaad een donkerblauwe basgitaar stond. Harry knikte, maar wist verder niet wat hij moest zeggen en keek maar een beetje opgelaten in het rond. Toen ging er een deur open aan de andere kant van de kamer en werd het helemaal stil in de wachtruimte. Een jongensstem waarvan Harry de eigenaar niet kon zien, riep hard: ‘Douglas Lee Poynter?’
De jongen maakte van schrik een sprongetje en werd direct lijkbleek. Even bleef hij radeloos staan, maar toen holde hij vlug naar zijn basgitaar en nadat hij die had omgehangen, sleepte hij zich door de wachtruimte heen alsof hij op weg was naar het schavot. Iedereen in de ruimte was nog steeds stil en keek toe hoe hij trillend naar de deur schuifelde. Harry overwoog even om hem succes te wensen, maar de jongen, die blijkbaar Douglas heette, was al door de deur verdwenen. Hij zuchtte even en nam toen maar plaats in het verlaten hoekje, terwijl hij zijn vingers stevig om zijn drumstokken klemde. Douglas was overduidelijk zo zenuwachtig geweest dat het huilen hem nader had gestaan dan het lachen en Harry snapte precies waarom. Ook bij hem stroomden de zenuwen door zijn lijf en hoewel hij het probeerde te negeren, voelde hij dat hij steeds misselijker werd. Hij had geen idee wat hij kon verwachten: zouden er veel mensen meekijken, moest hij meerde liedjes spelen of zou hij in vijf minuten alweer klaar zijn? Het onbekende was wat hem zo zenuwachtig maakte.
De minuten kropen voorbij en er werd een andere jongen naar binnen geroepen. Teleurgesteld liet Harry zijn drumstokjes tussen zijn vingers draaien. Hij had gehoopt dat Douglas terug zou komen, zodat hij kon vragen hoe het was gegaan en of het mee- of tegen was gevallen. Helaas had Douglas dus gelijk had toen hij zei dat de jongens niet meer terug kwamen en daardoor begon Harry steeds ongeduldiger te worden. Er was al een half uur verstreken en er zaten nog zo’n twintig mensen in de wachtruimte. Aangezien Harry als één van de laatste binnen was gekomen, vermoedde hij dat het ook nog wel even kon gaan duren voordat hij aan de beurt was. Hij keek wat schichtig om zich heen, maar niemand had maar enigszins aandacht voor hem. Ze waren allemaal met zichzelf bezig en waren er waarschijnlijk alleen maar mee bezig hoe ze de jury het beste in konden pakken of hoe ze konden winnen.
Zijn vermoedens werden echter niet bevestigd, want na drie kwartier ging de deur opnieuw open en riep de nog altijd onbekende stem tot Harry’s verbazing: ‘Harry Mark Christopher Judd?’
Met een ruk trok Harry zijn hoofd op, terwijl zijn hart als een gek begon te bonzen. Alle deelnemers keken om zich heen om te zien wie Harry Mark Christopher Judd was en begonnen elkaar aan te stoten toen Harry degene was die trillend opstond.
Dit vinden we ook goed, ja ^^ Ik in elk geval wel. Auditie, dat had ik niet verwacht. Nou ja, eigenlijk ken ik McFly ook helemaal niet
Maar ook hier kan ik weer zeggen: de sfeer die je oproept, is geweldig. Zenuwen, vragen die door zijn hoofd schieten, ongeduld, ik heb nog nooit auditie voor iets gedaan en toch kan ik me geweldig inleven.
Super!


Super!

Ik heb dit hoofdstuk op een ander forum gelezen en vind het echt een super stuk tot nu toe!
Hopelijk schrijf je vlug verder =)

Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Het duurde even, sorry, maar tijdgebrek en geen inspiratie zorgde daarvoor. Een aantal foto's en mijn McFly dvd zorgden er gelukkig weer over dat die inspiratie weer driedubbel terug kwam, dus ik heb me mooi uit kunnen leven tijdens een avondje oppassen :). Heel erg bedankt voor het reageren, ik kan niet zeggen hoe blij ik daarmee ben!
~
Hij snapte in een keer nog beter hoe Douglas zich gevoeld moest hebben toen alle ogen op hem waren gericht. Hij voelde zijn gezicht rood worden en het liefst wilde hij zo snel mogelijk de kamer uitvluchten, maar op de een of andere manier leek het alsof iemand het gevoel in zijn benen had ontnomen. Hij slikte moeizaam, probeerde het kauwgomgevoel in zijn lichaam te vergeten en vervolgde zijn weg naar de deur, die nu kilometers ver weg leek. Toen Harry zijn bestemming na een tijd toch had bereikt, draaide hij zich nog één keer om naar de zwijgende mensen, maar niemand liet hem ook maar enig spoor van support blijken. Daarom hakte hij de knoop door en stapte hij eindelijk de volgende ruimte in.
Het was groter dan hij had verwacht. De ruimte waarin Harry zich dit keer bevond, was wat kleiner dan de wachtruimte, maar leek veel groter doordat er bijna niets instond. In het midden, naast een drumstel, stond een tafel waar twee jongens achter zaten. Harry bleef ietwat verbaasd staan en nam hen in zich op. Zo had hij hen niet verwacht.
De linkse jongen was bezig iets op papier te zetten, maar keek op toen de deur openging. Hij haalde zijn hand door zijn blonde stekeltjes en Harry keek hem even recht in zijn donkerbruine ogen. Het viel hem op dat zijn kin vrij fors was en toen hij lachte, ontdekte hij een kuiltje in zijn in zijn linkerwang.
‘Harry Judd?’ De jongen praatte met een nogal onduidelijke tongval, maar daar probeerde Harry niet op te letten. Hij knikte opgelaten.
‘’Oi!’ riep de rechtse jongen, die breed grijnsde. Zijn lichtblauwe ogen twinkelden vrolijk en hij schudde zijn hoofd een beetje, waardoor zijn steile, bruine haren uit zijn ogen verdwenen. Toen hij lachte, zag Harry hoe zijn linkertand iets groter was dan zijn rechtse, wat er best apart maar niet opvallend uitzag. Aan zijn sterke accent te horen, kwam hij hoogstwaarschijnlijk uit Noord-Engeland.
‘Jij wilde onze drummer worden, als ik het goed zie?’ De blonde jongen keek Harry geïnteresseerd aan, die opnieuw knikte.
‘Daar ben ik voor gekomen.’
‘Leuk, leuk. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd!’ riep de rechtse jongen. ‘Ik ben Danny.’
Harry probeerde te glimlachen, maar dat werkte niet echt vanwege de zenuwen die nog altijd alle kanten op door zijn lichaam gierden.
‘En ik ben Tom Fletcher. Wat ga je voor ons spelen?’
Harry slikte en schuifelde wat verder richting het drumstel. ‘Een zelfgecomponeerde drumsolo,’ antwoordde hij een beetje onzeker. Deed hij hier goed aan? Nee. Echt niet.
Tom keek hem verrast aan en Danny’s grijns werd breder. Ze gebaarden hem om te beginnen, dus nam Harry met een zucht plaats op het kleine krukje achter het drumstel. Hij nam in beide handen een drumstok en tikte af, waarna hij begon met spelen. De zenuwen die hij al die tijd had gehad, werden direct minder zodra zijn drumstokken voor de eerste keer het drumstel raakten. Dit voelde goed. Met zijn voet moest hij het ritme bijhouden, maar dat deed hij al zoveel jaren, dat hij het onderhand slapend nog zou kunnen. Twee en iets meer dan een halve minuut lang ging hij volledig op in zijn drumspel, waarbij hij zijn ogen gesloten hield en niet naar Tom of Danny keek, die zwijgend luisterden. Hij drumde alsof zijn leven er vanaf hing. Op het einde versnelde hij zijn tempo nog een beetje om een extra effect te geven, maar toen liet hij toch echt voor de laatste keer zijn drumstokken op de bekkens eindigen. Er viel een doodse stilte in de ruimte, waardoor Harry zijn ogen weer opende en naar de twee jongens voor zich keek. Danny staarde hem een beetje verbaasd aan (Harry had geen idee of dat positief of negatief was), terwijl Tom een hele rits aantekeningen maakte en daarna pas weer opkeek. Hij keek ernstig.
‘Nou, bedankt voor het meedoen,’ zei hij. ‘Als je door die deur zou willen vertrekken -’ Hij wees naar een andere deur dan die waardoor Harry binnen was gekomen. ‘- dan worden jullie straks voor de uitslag geroepen. De andere kandidaten zijn daar ook.’ Er klonk geen emotie door zijn stem, wat Harry een beetje verontrustte. Als hij het goed had gedaan, zouden de jongens toch wel wat enthousiaster zijn geweest? Die Danny lachte ook niet meer, hij kreeg geen complimenten of iets dergelijks, waardoor de moed hem in de schoenen zonk. Hij kon wel dag zeggen tegen die kans om zijn leven te veranderen.
Hij slikte moeizaam, mompelde een vaag bedankje tegen de jongens en haastte zich richting de deur. De jongens keken hem allebei zonder iets te zeggen na, waardoor Harry zo vlug hij kon door de deur verdween. Zodra die achter hem dicht was gevallen, slaakte hij een diepe zucht en leunde hij even met gesloten ogen ertegenaan. Toen hij ze weer opende, keek hij recht in het gezicht van Douglas, die nog bleker zag dan daarstraks en werkelijk doodzenuwachtig leek. Vergeleken met hem kwamen Harry’s zenuwen nog het dichtst in de buurt van zenuwkriebels voor een leuk concert of iets dergelijks. Hij kwam niet eens in de buurt van de staat waarin Douglas verkeerde.
‘Hoe ging het bij jou?’ fluisterde Douglas bijna onhoorbaar. Harry staarde hem even uitdrukkingloos aan, haalde toen zogenaamd ongeïnteresseerd zijn schouders op en liep langs hem op om op één van de bankjes te gaan zitten die in de ruimte stonden. De andere jongens die voor Harry aan de beurt waren geweest en ook niet terug waren gekomen, zaten ook allemaal op de bankjes. Vrijwel niemand zei iets, hoewel één van hen Harry een knikje ter herkenning gaf. Die deed een mislukte poging om te glimlachen en hield zijn drumstokken krampachtig vast.
Oké, hij had de auditie in ieder geval overleefd. Het was niet zo goed gegaan als hij gehoopt had, maar het was in ieder geval beter dan dat hij bijvoorbeeld van de zenuwen naast het krukje was gaan zitten en ook al zou hij het niet halen, het was in ieder geval een poging waarmee hij had geprobeerde om iets met zijn leven te doen. Stiekem wist hij ook wel dat hij zichzelf minstens een week op zijn kamer op zou sluiten als hij niet door was, maar daar wilde hij nu nog niet aan denken.
~
Hij snapte in een keer nog beter hoe Douglas zich gevoeld moest hebben toen alle ogen op hem waren gericht. Hij voelde zijn gezicht rood worden en het liefst wilde hij zo snel mogelijk de kamer uitvluchten, maar op de een of andere manier leek het alsof iemand het gevoel in zijn benen had ontnomen. Hij slikte moeizaam, probeerde het kauwgomgevoel in zijn lichaam te vergeten en vervolgde zijn weg naar de deur, die nu kilometers ver weg leek. Toen Harry zijn bestemming na een tijd toch had bereikt, draaide hij zich nog één keer om naar de zwijgende mensen, maar niemand liet hem ook maar enig spoor van support blijken. Daarom hakte hij de knoop door en stapte hij eindelijk de volgende ruimte in.
Het was groter dan hij had verwacht. De ruimte waarin Harry zich dit keer bevond, was wat kleiner dan de wachtruimte, maar leek veel groter doordat er bijna niets instond. In het midden, naast een drumstel, stond een tafel waar twee jongens achter zaten. Harry bleef ietwat verbaasd staan en nam hen in zich op. Zo had hij hen niet verwacht.
De linkse jongen was bezig iets op papier te zetten, maar keek op toen de deur openging. Hij haalde zijn hand door zijn blonde stekeltjes en Harry keek hem even recht in zijn donkerbruine ogen. Het viel hem op dat zijn kin vrij fors was en toen hij lachte, ontdekte hij een kuiltje in zijn in zijn linkerwang.
‘Harry Judd?’ De jongen praatte met een nogal onduidelijke tongval, maar daar probeerde Harry niet op te letten. Hij knikte opgelaten.
‘’Oi!’ riep de rechtse jongen, die breed grijnsde. Zijn lichtblauwe ogen twinkelden vrolijk en hij schudde zijn hoofd een beetje, waardoor zijn steile, bruine haren uit zijn ogen verdwenen. Toen hij lachte, zag Harry hoe zijn linkertand iets groter was dan zijn rechtse, wat er best apart maar niet opvallend uitzag. Aan zijn sterke accent te horen, kwam hij hoogstwaarschijnlijk uit Noord-Engeland.
‘Jij wilde onze drummer worden, als ik het goed zie?’ De blonde jongen keek Harry geïnteresseerd aan, die opnieuw knikte.
‘Daar ben ik voor gekomen.’
‘Leuk, leuk. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd!’ riep de rechtse jongen. ‘Ik ben Danny.’
Harry probeerde te glimlachen, maar dat werkte niet echt vanwege de zenuwen die nog altijd alle kanten op door zijn lichaam gierden.
‘En ik ben Tom Fletcher. Wat ga je voor ons spelen?’
Harry slikte en schuifelde wat verder richting het drumstel. ‘Een zelfgecomponeerde drumsolo,’ antwoordde hij een beetje onzeker. Deed hij hier goed aan? Nee. Echt niet.
Tom keek hem verrast aan en Danny’s grijns werd breder. Ze gebaarden hem om te beginnen, dus nam Harry met een zucht plaats op het kleine krukje achter het drumstel. Hij nam in beide handen een drumstok en tikte af, waarna hij begon met spelen. De zenuwen die hij al die tijd had gehad, werden direct minder zodra zijn drumstokken voor de eerste keer het drumstel raakten. Dit voelde goed. Met zijn voet moest hij het ritme bijhouden, maar dat deed hij al zoveel jaren, dat hij het onderhand slapend nog zou kunnen. Twee en iets meer dan een halve minuut lang ging hij volledig op in zijn drumspel, waarbij hij zijn ogen gesloten hield en niet naar Tom of Danny keek, die zwijgend luisterden. Hij drumde alsof zijn leven er vanaf hing. Op het einde versnelde hij zijn tempo nog een beetje om een extra effect te geven, maar toen liet hij toch echt voor de laatste keer zijn drumstokken op de bekkens eindigen. Er viel een doodse stilte in de ruimte, waardoor Harry zijn ogen weer opende en naar de twee jongens voor zich keek. Danny staarde hem een beetje verbaasd aan (Harry had geen idee of dat positief of negatief was), terwijl Tom een hele rits aantekeningen maakte en daarna pas weer opkeek. Hij keek ernstig.
‘Nou, bedankt voor het meedoen,’ zei hij. ‘Als je door die deur zou willen vertrekken -’ Hij wees naar een andere deur dan die waardoor Harry binnen was gekomen. ‘- dan worden jullie straks voor de uitslag geroepen. De andere kandidaten zijn daar ook.’ Er klonk geen emotie door zijn stem, wat Harry een beetje verontrustte. Als hij het goed had gedaan, zouden de jongens toch wel wat enthousiaster zijn geweest? Die Danny lachte ook niet meer, hij kreeg geen complimenten of iets dergelijks, waardoor de moed hem in de schoenen zonk. Hij kon wel dag zeggen tegen die kans om zijn leven te veranderen.
Hij slikte moeizaam, mompelde een vaag bedankje tegen de jongens en haastte zich richting de deur. De jongens keken hem allebei zonder iets te zeggen na, waardoor Harry zo vlug hij kon door de deur verdween. Zodra die achter hem dicht was gevallen, slaakte hij een diepe zucht en leunde hij even met gesloten ogen ertegenaan. Toen hij ze weer opende, keek hij recht in het gezicht van Douglas, die nog bleker zag dan daarstraks en werkelijk doodzenuwachtig leek. Vergeleken met hem kwamen Harry’s zenuwen nog het dichtst in de buurt van zenuwkriebels voor een leuk concert of iets dergelijks. Hij kwam niet eens in de buurt van de staat waarin Douglas verkeerde.
‘Hoe ging het bij jou?’ fluisterde Douglas bijna onhoorbaar. Harry staarde hem even uitdrukkingloos aan, haalde toen zogenaamd ongeïnteresseerd zijn schouders op en liep langs hem op om op één van de bankjes te gaan zitten die in de ruimte stonden. De andere jongens die voor Harry aan de beurt waren geweest en ook niet terug waren gekomen, zaten ook allemaal op de bankjes. Vrijwel niemand zei iets, hoewel één van hen Harry een knikje ter herkenning gaf. Die deed een mislukte poging om te glimlachen en hield zijn drumstokken krampachtig vast.
Oké, hij had de auditie in ieder geval overleefd. Het was niet zo goed gegaan als hij gehoopt had, maar het was in ieder geval beter dan dat hij bijvoorbeeld van de zenuwen naast het krukje was gaan zitten en ook al zou hij het niet halen, het was in ieder geval een poging waarmee hij had geprobeerde om iets met zijn leven te doen. Stiekem wist hij ook wel dat hij zichzelf minstens een week op zijn kamer op zou sluiten als hij niet door was, maar daar wilde hij nu nog niet aan denken.
Stilte.
Stilte.
Stilte.
Ik weet even niet wat ik moet schrijven. En ik weet ook niet waarom, maar dit stukje heeft diepe indruk op me gemaakt. Ik begrijp het zelf niet eens, want er gebeurt niet heel veel in, maar het is zo... zo... *zoekt naar woorden* Misschien ligt het aan mij, maar hier zit zoveel sfeer in, het is zo mooi en herkenbaar en tegelijkertijd zat ik er echt bij van:
Dit is onmogelijk. Hm. Ik snap mezelf even niet. Maar... Wat ik bedoel... Ik bedoel dat ik dit een ongelooflijk mooi stukje vind, en een ongelooflijk mooi verhaal, en dat ik wacht op meer! 
Xx
Stilte.
Stilte.
Ik weet even niet wat ik moet schrijven. En ik weet ook niet waarom, maar dit stukje heeft diepe indruk op me gemaakt. Ik begrijp het zelf niet eens, want er gebeurt niet heel veel in, maar het is zo... zo... *zoekt naar woorden* Misschien ligt het aan mij, maar hier zit zoveel sfeer in, het is zo mooi en herkenbaar en tegelijkertijd zat ik er echt bij van:


Xx
Halleluja... Jij schrijft echt... ongelooflijk mooi! Prachtig gedaan, meis! Vanaf de eerste letter word ik meegevoerd in het verhaal en ik blijf er in zitten. Super knap.
Ben benieuwd wat de uitslag wordt! ^^ Hoewel ik het denk ik wel weet
Ben benieuwd wat de uitslag wordt! ^^ Hoewel ik het denk ik wel weet

Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Wooow, Mafalda, echt! Super reactie, ik ben er echt heel erg blij mee! En Agnes, met die van jou ook, omg. Jullie zijn super dat jullie dit lezen, dit motiveert mij zo erg :)
~
Net toen hij wat rustiger begon te worden en blij was dat hij even zijn gedachten op een rijtje kon zetten, werd die rust meteen weer verstoord. Douglas trippelde nerveus door de ruimte heen, totdat hij naast Harry ging zitten. Die zei niets en deed alsof hij het niet doorhad.
‘Ik ben zo benieuwd wie ze uitkiezen,’ mompelde hij, waardoor Harry de neiging kreeg om met zijn ogen te rollen. Was het al teveel gevraagd om even rust te krijgen?
‘Ja, nou, ik denk dat we dat allemaal wel willen weten,’ antwoordde hij met tegenzin.
Douglas merkte de niet al te hartelijke toon waarschijnlijk niet op, want hij knikte en vervolgde: ‘Waar, eh, waar woon je eigenlijk?’
Harry sloot zijn ogen en telde eerst tot tien voordat hij voor zijn doen beheerst antwoordde: ‘Chelmsford. Jij?’
‘Dat is hier niet eens zo heel ver vandaan! Ik woon in Corringham, helaas al mijn hele leven,’ ratelde Douglas verder. Hij had blijkbaar echt geen idee meer wat hij met zijn zenuwen aanmoest.
Harry probeerde de aanwezigheid van de jongen te negeren, maar dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hij concentreerde zich daarom op zijn eigen ademhaling en hartkloppingen, in de hoop dat die zouden verminderen. Als hij op de een of andere manier toch in de band zou komen, hoopte hij dat die Douglas niet óók in de band zou komen, want als Harry nu al gek van hem werd, hoe moest dat dan wel niet zijn als ze zo vaak samen zouden zijn? De kans dat ze allebei aangenomen werden, was natuurlijk nihil, maar je wist maar nooit.
Het wachten werd steeds langer en langer, net als voor de auditie. Dit keer waren het echter andere zenuwen die door Harry’s lichaam slopen, omdat hij zichzelf nu niet meer hoefde te bewijzen door te drummen. Toch voelde hij de moed steeds meer in de schoenen zinken door het aantal jongens dat door de deur kwam gelopen. Ze leken allemaal stuk voor stuk net zo nerveus als hij, maar probeerden zich te vermannen en gingen zwijgend naast elkaar zitten. Sommige jongens vroegen elkaar nog wel hoe het was gegaan, maar veel verder dan een niet-overtuigend ‘ging wel…’ kwamen de meesten niet.
Gelukkig had Douglas blijkbaar besloten dat Harry niet zo’n gezellig gesprekspartner was en hield hij nu zijn mond dicht. Het hielp nog niet echt dat hij om de haverklap om zich heen zat te kijken en telkens als een gek overeind veerde zodra de deur weer openging als er een nieuwe kandidaat binnen kwam gestapt, maar het was in ieder geval al iets om Harry’s ergernissen te verminderen.
Na dik twee uur kreeg hij echter het idee dat zo’n beetje alle kandidaten wel in de ruimte waren. Daar was het dus een stuk drukker en daardoor ook veel rumoeriger dan in het begin. Niemand leek enig idee te hebben of het goed of slecht was gegaan (of ze deden alsof, want waarschijnlijk had iedereen echt wel een vermoeden of ze het totaal verknald hadden of ze het redelijk gedaan hadden) en dat zorgde voor veel onderlinge spanning.
Uiteindelijk kwamen er geen jongens meer binnen. Het viel Harry op dat de meisjes die toch op waren komen dagen, hier nu niet waren. Hij vermoedde dat die Tom en Danny hen naar huis hadden gestuurd en daar was hij stiekem best blij om. Danny had wel gezegd ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’, maar Harry ging liever voor ‘hoe minder concurrentie, hoe beter’.
‘Ik denk dat het nu niet lang meer zal duren,’ piepte Douglas naast hem opgewonden. Hij had zijn basgitaar op schoot genomen en poetste nu niet-bestaande vlekjes weg met zijn T-shirt. Hij gaf het echter al vlug op toen hij ontdekte dat zijn basgitaar al van alle kanten glom en zuchtte diep.
‘Jep.’ Harry zakte wat onderuit en knakte zijn vingers, terwijl hij vanuit zijn ooghoeken naar Douglas keek, die ineengedoken voor zich uit staarde. Hij wilde iets zeggen, maar had geen idee wat en zweeg dus maar. Hij wierp een blik op zijn horloge en begon zich nu wel een beetje zorgen te maken. Als ze nou niet opschoten, zou hij pas erg laat thuis zijn en de kans was groot dat zijn ouders tussendoor een keer naar huis hadden gebeld. Want ook al verdronken ze altijd in hun werk, ze hadden de vreselijk irritante gewoonte om hem dagelijks te controleren op wat hij allemaal deed en of hij niet met vage, illegale praktijken bezig was. Als hij echt ergens heenging waar ze niets vanaf mochten weten, schakelde hij de huistelefoon meestal aan op zijn mobiele telefoon, maar dat was hij vanochtend totaal vergeten in zijn opwinding voor het onbekende. Daarom begon hij nu wat onrustiger te worden en schuifelde hij ongeduldig op zijn stoel heen en weer. Iedere minuut leek voorbij te gaan alsof het een uur duurde en Harry merkte dat meerdere jongens er zo over dachten, aangezien iedereen zijn blik strak op zijn horloge hield gericht. Waarschijnlijk namen die Tom en Danny deze band enorm serieus, anders zouden ze er niet zo lang over doen om de besten uit te kiezen.
In totaal kroop er nog zo’n half uur voorbij, totdat de deur eindelijk openging. Danny stapte opgetogen de wachtruimte binnen en liet zijn blik over de kandidaten glijden, waarna hij riep: ‘Zouden James Smith, Harry Judd, Shane O’Connor en Douglas Poynter alsjeblieft willen komen? De rest wil ik -en Tom geloof ik ook, maar ik weet niet meer wat hij precies zei- graag bedanken dat jullie mee hebben gedaan. We denken alleen dat jullie niet helemaal geschikt zijn voor onze band… Maar toch bedankt dat jullie blijkbaar vertrouwen in ons hebben en ik zou zeggen, kom ons nog eens opzoeken zodra we wereldberoemd zijn!’ Breed lachend keek hij de afvallers aan, maar het was niet de subtielste opmerking om te maken net nu die jongens gehoord hadden dat ze niet door waren en dat was te merken ook, want ze stonden allemaal kwaad en gefrustreerd op en baanden zich zo snel mogelijk een weg naar de deur.
Danny keek hen een tikkeltje verbaasd na, maar Harry staarde echter op zijn beurt stomverbaasd naar Danny. Had hij nou echt zojuist gehoord dat hij met nog drie anderen mocht blijven? Dat betekende dat hij nu een enorm grote kans had om ook daadwerkelijk in de band te komen! Hij probeerde het tot zich door te laten dringen, maar sprong haastig overeind toen de andere drie jongens achter Danny aan naar binnen liepen. Douglas stond zo te zien op het randje van een zenuwinzinking en Harry kon niet ontkennen dat hij ook zoiets voelde. Hij bestuurde zijn concurrent. James Smith, een lange, breed gespierde drummer met een uiterlijk waarmee hij waarschijnlijk alle meisjes makkelijk om zijn vinger kon winden. Harry slikte moeizaam en vroeg zich af hoe hij in hemelsnaam van die kleerkast moest winnen.
Tom zat nog steeds achter de tafel en gebaarde de vier jongens in een rijtje voor hen te gaan staan, terwijl Danny naast hem neerplofte en zich uitgebreid uitrekte. Harry gluurde naar Douglas’ concurrent Shane en zag hoe ver hij boven de kleine, iele Douglas uittorende. Die keek bijna met open mond naar Shane, wiens gezicht verstard voor zich uitstaarde.
‘Goed,’ verbrak Tom de gespannen stilte. ‘Danny en ik kwamen er eerlijk gezegd niet helemaal uit wie we zouden kiezen, vandaar dat jullie hier nu met zijn vieren staan.’ Hij liet zijn blik over de vier jongens glijden en glimlachte bemoedigend. ‘Het gaat natuurlijk vooral om jullie muziekkunsten, maar we willen eigenlijk ook wel wat meer weten van jullie persoonlijk. Daarom wil ik jullie vragen om gewoon even kort wat over jezelf te vertellen. James?’
James dacht even na en begon toen een verhaal te vertellen over zijn familie en school, terwijl Harry koortsachtig nadacht over wat hij zou kunnen vertellen. Veel verder dan standaardonderwerpen als familie en school, net als James, kwam hij echter niet, dus besloot hij het maar veilig daar op te houden.
Het duurde even voordat James uitgepraat was, maar toen keek Tom naar Harry en vroeg hij hem om te vertellen.
‘Nou, ik ben dus Harry,’ probeerde hij zo kalm mogelijk te zeggen, ‘ik ben negentien jaar, woon in Chelmsford en heb net mijn diploma gehaald. Mijn ouders verwachten dat ik net als hen rechten ga studeren, maar daar ben ik het eigenlijk niet zo mee eens en als ik in de band kom, kan ik ze dat ook eindelijk duidelijk maken.’ Het was eruit voordat hij er erg in had en even keek hij een beetje wanhopig om zich heen, maar toen besloot hij verder te gaan. ‘Ik drum al vanaf mijn vijfde, wat mijn ouders heel wat minder vinden, maar dat is iets wat ze niet van me af kunnen pakken. Verder heb ik geen broers of zussen, wel een hoogbejaarde kat, maar die geef ik eerlijk gezegd niet lang meer.’ Hij hoorde Danny grinniken en dat gaf hem een heel klein beetje meer zelfvertrouwen. ‘Ik hoop echt dat ik in de band kom, want muziek maken is mijn grootste passie.’ Met die woorden sloot hij zijn toespraak af en keek toen twijfelend naar Tom en Danny. Die lieten niets doorschemeren en gebaarden Shane om over zichzelf te vertellen. Die zei ook niet zoveel speciaals, maar Harry bleef nerveus. Hij moest winnen. Dat moest gewoon.
~
Net toen hij wat rustiger begon te worden en blij was dat hij even zijn gedachten op een rijtje kon zetten, werd die rust meteen weer verstoord. Douglas trippelde nerveus door de ruimte heen, totdat hij naast Harry ging zitten. Die zei niets en deed alsof hij het niet doorhad.
‘Ik ben zo benieuwd wie ze uitkiezen,’ mompelde hij, waardoor Harry de neiging kreeg om met zijn ogen te rollen. Was het al teveel gevraagd om even rust te krijgen?
‘Ja, nou, ik denk dat we dat allemaal wel willen weten,’ antwoordde hij met tegenzin.
Douglas merkte de niet al te hartelijke toon waarschijnlijk niet op, want hij knikte en vervolgde: ‘Waar, eh, waar woon je eigenlijk?’
Harry sloot zijn ogen en telde eerst tot tien voordat hij voor zijn doen beheerst antwoordde: ‘Chelmsford. Jij?’
‘Dat is hier niet eens zo heel ver vandaan! Ik woon in Corringham, helaas al mijn hele leven,’ ratelde Douglas verder. Hij had blijkbaar echt geen idee meer wat hij met zijn zenuwen aanmoest.
Harry probeerde de aanwezigheid van de jongen te negeren, maar dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hij concentreerde zich daarom op zijn eigen ademhaling en hartkloppingen, in de hoop dat die zouden verminderen. Als hij op de een of andere manier toch in de band zou komen, hoopte hij dat die Douglas niet óók in de band zou komen, want als Harry nu al gek van hem werd, hoe moest dat dan wel niet zijn als ze zo vaak samen zouden zijn? De kans dat ze allebei aangenomen werden, was natuurlijk nihil, maar je wist maar nooit.
Het wachten werd steeds langer en langer, net als voor de auditie. Dit keer waren het echter andere zenuwen die door Harry’s lichaam slopen, omdat hij zichzelf nu niet meer hoefde te bewijzen door te drummen. Toch voelde hij de moed steeds meer in de schoenen zinken door het aantal jongens dat door de deur kwam gelopen. Ze leken allemaal stuk voor stuk net zo nerveus als hij, maar probeerden zich te vermannen en gingen zwijgend naast elkaar zitten. Sommige jongens vroegen elkaar nog wel hoe het was gegaan, maar veel verder dan een niet-overtuigend ‘ging wel…’ kwamen de meesten niet.
Gelukkig had Douglas blijkbaar besloten dat Harry niet zo’n gezellig gesprekspartner was en hield hij nu zijn mond dicht. Het hielp nog niet echt dat hij om de haverklap om zich heen zat te kijken en telkens als een gek overeind veerde zodra de deur weer openging als er een nieuwe kandidaat binnen kwam gestapt, maar het was in ieder geval al iets om Harry’s ergernissen te verminderen.
Na dik twee uur kreeg hij echter het idee dat zo’n beetje alle kandidaten wel in de ruimte waren. Daar was het dus een stuk drukker en daardoor ook veel rumoeriger dan in het begin. Niemand leek enig idee te hebben of het goed of slecht was gegaan (of ze deden alsof, want waarschijnlijk had iedereen echt wel een vermoeden of ze het totaal verknald hadden of ze het redelijk gedaan hadden) en dat zorgde voor veel onderlinge spanning.
Uiteindelijk kwamen er geen jongens meer binnen. Het viel Harry op dat de meisjes die toch op waren komen dagen, hier nu niet waren. Hij vermoedde dat die Tom en Danny hen naar huis hadden gestuurd en daar was hij stiekem best blij om. Danny had wel gezegd ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’, maar Harry ging liever voor ‘hoe minder concurrentie, hoe beter’.
‘Ik denk dat het nu niet lang meer zal duren,’ piepte Douglas naast hem opgewonden. Hij had zijn basgitaar op schoot genomen en poetste nu niet-bestaande vlekjes weg met zijn T-shirt. Hij gaf het echter al vlug op toen hij ontdekte dat zijn basgitaar al van alle kanten glom en zuchtte diep.
‘Jep.’ Harry zakte wat onderuit en knakte zijn vingers, terwijl hij vanuit zijn ooghoeken naar Douglas keek, die ineengedoken voor zich uit staarde. Hij wilde iets zeggen, maar had geen idee wat en zweeg dus maar. Hij wierp een blik op zijn horloge en begon zich nu wel een beetje zorgen te maken. Als ze nou niet opschoten, zou hij pas erg laat thuis zijn en de kans was groot dat zijn ouders tussendoor een keer naar huis hadden gebeld. Want ook al verdronken ze altijd in hun werk, ze hadden de vreselijk irritante gewoonte om hem dagelijks te controleren op wat hij allemaal deed en of hij niet met vage, illegale praktijken bezig was. Als hij echt ergens heenging waar ze niets vanaf mochten weten, schakelde hij de huistelefoon meestal aan op zijn mobiele telefoon, maar dat was hij vanochtend totaal vergeten in zijn opwinding voor het onbekende. Daarom begon hij nu wat onrustiger te worden en schuifelde hij ongeduldig op zijn stoel heen en weer. Iedere minuut leek voorbij te gaan alsof het een uur duurde en Harry merkte dat meerdere jongens er zo over dachten, aangezien iedereen zijn blik strak op zijn horloge hield gericht. Waarschijnlijk namen die Tom en Danny deze band enorm serieus, anders zouden ze er niet zo lang over doen om de besten uit te kiezen.
In totaal kroop er nog zo’n half uur voorbij, totdat de deur eindelijk openging. Danny stapte opgetogen de wachtruimte binnen en liet zijn blik over de kandidaten glijden, waarna hij riep: ‘Zouden James Smith, Harry Judd, Shane O’Connor en Douglas Poynter alsjeblieft willen komen? De rest wil ik -en Tom geloof ik ook, maar ik weet niet meer wat hij precies zei- graag bedanken dat jullie mee hebben gedaan. We denken alleen dat jullie niet helemaal geschikt zijn voor onze band… Maar toch bedankt dat jullie blijkbaar vertrouwen in ons hebben en ik zou zeggen, kom ons nog eens opzoeken zodra we wereldberoemd zijn!’ Breed lachend keek hij de afvallers aan, maar het was niet de subtielste opmerking om te maken net nu die jongens gehoord hadden dat ze niet door waren en dat was te merken ook, want ze stonden allemaal kwaad en gefrustreerd op en baanden zich zo snel mogelijk een weg naar de deur.
Danny keek hen een tikkeltje verbaasd na, maar Harry staarde echter op zijn beurt stomverbaasd naar Danny. Had hij nou echt zojuist gehoord dat hij met nog drie anderen mocht blijven? Dat betekende dat hij nu een enorm grote kans had om ook daadwerkelijk in de band te komen! Hij probeerde het tot zich door te laten dringen, maar sprong haastig overeind toen de andere drie jongens achter Danny aan naar binnen liepen. Douglas stond zo te zien op het randje van een zenuwinzinking en Harry kon niet ontkennen dat hij ook zoiets voelde. Hij bestuurde zijn concurrent. James Smith, een lange, breed gespierde drummer met een uiterlijk waarmee hij waarschijnlijk alle meisjes makkelijk om zijn vinger kon winden. Harry slikte moeizaam en vroeg zich af hoe hij in hemelsnaam van die kleerkast moest winnen.
Tom zat nog steeds achter de tafel en gebaarde de vier jongens in een rijtje voor hen te gaan staan, terwijl Danny naast hem neerplofte en zich uitgebreid uitrekte. Harry gluurde naar Douglas’ concurrent Shane en zag hoe ver hij boven de kleine, iele Douglas uittorende. Die keek bijna met open mond naar Shane, wiens gezicht verstard voor zich uitstaarde.
‘Goed,’ verbrak Tom de gespannen stilte. ‘Danny en ik kwamen er eerlijk gezegd niet helemaal uit wie we zouden kiezen, vandaar dat jullie hier nu met zijn vieren staan.’ Hij liet zijn blik over de vier jongens glijden en glimlachte bemoedigend. ‘Het gaat natuurlijk vooral om jullie muziekkunsten, maar we willen eigenlijk ook wel wat meer weten van jullie persoonlijk. Daarom wil ik jullie vragen om gewoon even kort wat over jezelf te vertellen. James?’
James dacht even na en begon toen een verhaal te vertellen over zijn familie en school, terwijl Harry koortsachtig nadacht over wat hij zou kunnen vertellen. Veel verder dan standaardonderwerpen als familie en school, net als James, kwam hij echter niet, dus besloot hij het maar veilig daar op te houden.
Het duurde even voordat James uitgepraat was, maar toen keek Tom naar Harry en vroeg hij hem om te vertellen.
‘Nou, ik ben dus Harry,’ probeerde hij zo kalm mogelijk te zeggen, ‘ik ben negentien jaar, woon in Chelmsford en heb net mijn diploma gehaald. Mijn ouders verwachten dat ik net als hen rechten ga studeren, maar daar ben ik het eigenlijk niet zo mee eens en als ik in de band kom, kan ik ze dat ook eindelijk duidelijk maken.’ Het was eruit voordat hij er erg in had en even keek hij een beetje wanhopig om zich heen, maar toen besloot hij verder te gaan. ‘Ik drum al vanaf mijn vijfde, wat mijn ouders heel wat minder vinden, maar dat is iets wat ze niet van me af kunnen pakken. Verder heb ik geen broers of zussen, wel een hoogbejaarde kat, maar die geef ik eerlijk gezegd niet lang meer.’ Hij hoorde Danny grinniken en dat gaf hem een heel klein beetje meer zelfvertrouwen. ‘Ik hoop echt dat ik in de band kom, want muziek maken is mijn grootste passie.’ Met die woorden sloot hij zijn toespraak af en keek toen twijfelend naar Tom en Danny. Die lieten niets doorschemeren en gebaarden Shane om over zichzelf te vertellen. Die zei ook niet zoveel speciaals, maar Harry bleef nerveus. Hij moest winnen. Dat moest gewoon.
Vind ik ook, hij moet winnen! Maar ik denk het wel:)
Heel goed geschreven! heb geen enkele fout kunnen vinden, dus dat is een pluspunt. Alles heb je er in verwerkt wat in een verhaal hoort te zitten, waardoor ik alweer zeer geboeid in dit verhaal zit. Goed gedaan!
Heel goed geschreven! heb geen enkele fout kunnen vinden, dus dat is een pluspunt. Alles heb je er in verwerkt wat in een verhaal hoort te zitten, waardoor ik alweer zeer geboeid in dit verhaal zit. Goed gedaan!
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Waarom zouden we het niet lezen? Dit verhaal is gewoon geweldig. En ja, dat is geslijm, maar het is ook waar. Ik weet gewoon wéér niet wat ik hieronder moet zetten. Er gebeurt niet zo veel in dit stukje, en toch sleept het me compleet mee. Jouw schrijfstijl, de sfeer die je met die zinnen weet neer te zetten, echt ontzettend goed gedaan.
Tja. Ik zit nou al vijf minuten naar het beeldscherm te staren en me af te vragen wat ik nog meer moet neerzetten. Ik denk dat ik het maar houd op: ik ben verslaafd aan dit verhaal en ik wil héél gauw meer <3 (No pressure x'D)

Tja. Ik zit nou al vijf minuten naar het beeldscherm te staren en me af te vragen wat ik nog meer moet neerzetten. Ik denk dat ik het maar houd op: ik ben verslaafd aan dit verhaal en ik wil héél gauw meer <3 (No pressure x'D)
Meiden, echt enorm bedankt! Ik heb zoveel aan jullie reacties, ze peppen me echt op. Ik heb de laatste tijd veel geschreven aan dit verhaal en na het nodige herschrijven, ben ik redelijk tevreden. Daarom hier een nieuw stuk, vers van de pers! :)
Moet trouwens wel even zeggen dat ik dit stuk wat minder vind en ik snap als jullie het wat langdradig vinden (vond ik zelf namelijk). Probeer er alsjeblieft doorheen te komen, ik beloof dat ik hierna weer probeer om het wat levendiger ga maken! Dit stuk moest er echter tussendoor :)
~
‘Douglas?’
Harry zag hoe Douglas ineen kromp toen zijn naam genoemd werd en zuchtte diep. Hoe was het in vredesnaam mogelijk dat ze hem bij de laatste vier hadden zitten? Dan moest hij wel een geheim talent met zijn muziekinstrument zijn. Dat kon niet anders.
‘Ik… Ik ben Dougie…’
Alle jongens in de ruimte staarde Douglas aan.
‘Ja, eigenlijk… Ik word door iedereen zo genoemd, al mijn hele l-leven, dus noem me alsjeblieft geen Douglas,’ stotterde hij met een knalrood hoofd. ‘I-ik, eh, speel al zeven jaar basgitaar e-en… Ik woon in Corringham.’
Na al dat gehakkel viel er een stilte, waarin iedereen afwachtte totdat hij verder zou gaan met wat meer informatie, maar die kwam er niet. Tom schraapte daarom zijn keel en vroeg geduldig: ‘Ik las dat je zestien bent. Denk je dat het jong is om in een band te gaan?’
Als er een gat in de grond had gezeten, was Douglas er overduidelijk linea recta in verdwenen. Hij werd voor zover mogelijk nog roder en durfde niemand meer aan te kijken, terwijl hij piepte: ‘Nee, ik ben echt niet te jong, hoor! Er zijn zoveel beroemde bandleden die heel jong begonnen!’
Harry trok een wenkbrauw op en vroeg zich af waarom Douglas -oh nee, het was Dougie nu- zo wanhopig in de band wilde komen. Hij leek in geen enkel opzicht het meest geschikte persoon om in een band te komen.
Danny keek Tom op een bedenkelijke manier aan en ze wisselden voor de jongens weinigzeggende blikken uit. Harry zag hoe Dougie hard op zijn lip beet en hoe Tom uiteindelijk knikte.
‘Goed dan. Misschien hadden jullie het al verwacht, maar we willen jullie nog vragen om als laatste nog een stukje voor ons te spelen, zodat we dan eindelijk onze keuze kunnen maken en jullie niet langer in spanning hoeven te laten.’
Harry had dit inderdaad al verwacht en het deed hem goed, want in gedachten had hij al een stuk gekozen dat hij kon spelen. Gelukkig had hij door de jaren heen genoeg drumsolo’s bedacht, die hij nou erg goed kon gebruiken.
James mocht opnieuw beginnen en hij nam koeltjes plaatst achter het drumstel, alsof het hem allemaal weinig kon schelen. Dat zorgde ervoor dat Harry zijn handen tot vuisten balde en gespannen toekeek hoe zijn concurrent aftikte en begon met spelen. De eerste slagen klonken door de ruimte en Harry slikte. James was goed. Dat zou niemand kunnen ontkennen en het verbeterde Harry’s zenuwen niet bepaald. Hij ging het heel, heel zwaar krijgen om het tegen deze jongen op te nemen. Er waren echter nog wel een paar kleine pluspuntjes, en die waren dat James’ stuk niet zo lang duurde en dat Harry’s stuk op sommige punten technisch gezien een stuk ingewikkelder in elkaar waren gezet.
‘Oké, bedankt, James. Harry, zou jij willen beginnen?’
Harry’s blik kruiste voor een tel die van Tom toen hij naar het drumstel liep en er sprong een sprankje hoop door zijn borst. Misschien was hij dan niet zo goed als James, hij ging in ieder geval zijn best doen en wist dat hij echt niet de slechtste was. Hij kon dit en hij moest er gewoon voor gaan. Het was onmogelijk om deze kans te laten schieten.
Zichzelf die gedachte voorhoudend, ging hij vol goede moed achter het drumstel zitten en begon zonder verder nog te aarzelen te spelen. Veel anders dan de vorige keer was het niet, behalve dan dat er dit keer twee jongens meer toekeken, maar daar kon Harry zich niet meer druk om maken. Zijn zenuwen verdwenen direct terwijl hij helemaal opging in het spelen en hij alles om zich heen vergat. Hij speelde het stuk dat hij al jarenlang kende en waarover hij nu niet meer twijfelde. Hij deed het gewoon.
Na ongeveer vijf minuten was hij klaar met spelen, slaakte hij een diepe zucht en opende hij zijn ogen weer. Het viel hem op dat Tom en Danny opnieuw blikken uitwisselden, maar hij kon er onmogelijk uit opmaken wat ze ermee bedoelden. Daarom liep hij niet geheel ontevreden terug naar zijn plekje naast Shane en keek toe hoe die zich gereed maakte met zijn basgitaar, maar het kon Harry niet veel meer schelen. Shane’s optreden ging compleet aan hem voorbij, het enige waar hij nog aan kon denken, was het winnen. Voor geen goud zou hij teruggaan naar zijn oude leven, hij zou iedere kans grijpen die hem nu voordeed, wat dat dan ook mocht zijn.
‘Dougl - Dougie, wil jij beginnen?’ Toms stem haalde Harry weer uit zijn gedachten, terwijl Dougie als een gek begon te trillen en probeerde om zijn basgitaar fatsoenlijk vast te pakken. Dat iedereen zwijgend toekeek, hielp hem waarschijnlijk ook niet veel en het zag ernaar uit dat Dougie nooit zou beginnen met spelen. Uiteindelijk, na een minuutje geklungel, begon hij dan toch, maar hij sloeg meteen de verkeerde snaar aan. De stilte werd daardoor nog gespannener en voor heel even leek het erop dat Dougie zijn gitaar op de grond zou smijten, om vervolgens hard weg te rennen. Dat deed hij echter niet, want hij verbeet zichzelf na een tijdje en begon toen eindelijk met spelen.
Het spelen zelf was niet eens zo slecht als Harry verwacht had, maar Dougie’s houding was naar zijn idee nou niet bepaald doorslaggevend. Daarom ging Harry er ook al automatisch vanuit dat Shane sowieso in de band zou komen. Wie de drummer werd, bleef echter de grote vraag.
Dougie ging twee keer de mist in tijdens zijn optreden, maar wist zich voor zijn doen verbazingwekkend snel te herstellen. Toen hij na een tijdje klaar was met zijn stuk, veranderde hij echter direct weer in zichzelf en stapte hij zo vlug hij kon weer in het rijtje kandidaten, zodat hij niet meer opviel tussen de rest.
Tom schoof zijn stoel wat dichter naar Danny en samen begonnen ze op gedempte toon te overleggen. Harry probeerde er iets van op te vangen, maar daar spraken de jongens helaas te zacht voor. In eerste instantie leken ze het niet bepaald met elkaar eens te zijn, maar na een tijdje knikten ze allebei en sloeg Danny Tom uitgelaten op zijn schouder. Die grijnsde breed en zei: ‘We zijn eruit.’
Doodse stilte in de ruimte, terwijl er kriebels door Harry’s hele lichaam kropen. Hij probeerde zijn zenuwen onder controle te houden door al zijn kracht op de greep van zijn drumstokken te houden. Rustig blijven.
Moet trouwens wel even zeggen dat ik dit stuk wat minder vind en ik snap als jullie het wat langdradig vinden (vond ik zelf namelijk). Probeer er alsjeblieft doorheen te komen, ik beloof dat ik hierna weer probeer om het wat levendiger ga maken! Dit stuk moest er echter tussendoor :)
~
‘Douglas?’
Harry zag hoe Douglas ineen kromp toen zijn naam genoemd werd en zuchtte diep. Hoe was het in vredesnaam mogelijk dat ze hem bij de laatste vier hadden zitten? Dan moest hij wel een geheim talent met zijn muziekinstrument zijn. Dat kon niet anders.
‘Ik… Ik ben Dougie…’
Alle jongens in de ruimte staarde Douglas aan.
‘Ja, eigenlijk… Ik word door iedereen zo genoemd, al mijn hele l-leven, dus noem me alsjeblieft geen Douglas,’ stotterde hij met een knalrood hoofd. ‘I-ik, eh, speel al zeven jaar basgitaar e-en… Ik woon in Corringham.’
Na al dat gehakkel viel er een stilte, waarin iedereen afwachtte totdat hij verder zou gaan met wat meer informatie, maar die kwam er niet. Tom schraapte daarom zijn keel en vroeg geduldig: ‘Ik las dat je zestien bent. Denk je dat het jong is om in een band te gaan?’
Als er een gat in de grond had gezeten, was Douglas er overduidelijk linea recta in verdwenen. Hij werd voor zover mogelijk nog roder en durfde niemand meer aan te kijken, terwijl hij piepte: ‘Nee, ik ben echt niet te jong, hoor! Er zijn zoveel beroemde bandleden die heel jong begonnen!’
Harry trok een wenkbrauw op en vroeg zich af waarom Douglas -oh nee, het was Dougie nu- zo wanhopig in de band wilde komen. Hij leek in geen enkel opzicht het meest geschikte persoon om in een band te komen.
Danny keek Tom op een bedenkelijke manier aan en ze wisselden voor de jongens weinigzeggende blikken uit. Harry zag hoe Dougie hard op zijn lip beet en hoe Tom uiteindelijk knikte.
‘Goed dan. Misschien hadden jullie het al verwacht, maar we willen jullie nog vragen om als laatste nog een stukje voor ons te spelen, zodat we dan eindelijk onze keuze kunnen maken en jullie niet langer in spanning hoeven te laten.’
Harry had dit inderdaad al verwacht en het deed hem goed, want in gedachten had hij al een stuk gekozen dat hij kon spelen. Gelukkig had hij door de jaren heen genoeg drumsolo’s bedacht, die hij nou erg goed kon gebruiken.
James mocht opnieuw beginnen en hij nam koeltjes plaatst achter het drumstel, alsof het hem allemaal weinig kon schelen. Dat zorgde ervoor dat Harry zijn handen tot vuisten balde en gespannen toekeek hoe zijn concurrent aftikte en begon met spelen. De eerste slagen klonken door de ruimte en Harry slikte. James was goed. Dat zou niemand kunnen ontkennen en het verbeterde Harry’s zenuwen niet bepaald. Hij ging het heel, heel zwaar krijgen om het tegen deze jongen op te nemen. Er waren echter nog wel een paar kleine pluspuntjes, en die waren dat James’ stuk niet zo lang duurde en dat Harry’s stuk op sommige punten technisch gezien een stuk ingewikkelder in elkaar waren gezet.
‘Oké, bedankt, James. Harry, zou jij willen beginnen?’
Harry’s blik kruiste voor een tel die van Tom toen hij naar het drumstel liep en er sprong een sprankje hoop door zijn borst. Misschien was hij dan niet zo goed als James, hij ging in ieder geval zijn best doen en wist dat hij echt niet de slechtste was. Hij kon dit en hij moest er gewoon voor gaan. Het was onmogelijk om deze kans te laten schieten.
Zichzelf die gedachte voorhoudend, ging hij vol goede moed achter het drumstel zitten en begon zonder verder nog te aarzelen te spelen. Veel anders dan de vorige keer was het niet, behalve dan dat er dit keer twee jongens meer toekeken, maar daar kon Harry zich niet meer druk om maken. Zijn zenuwen verdwenen direct terwijl hij helemaal opging in het spelen en hij alles om zich heen vergat. Hij speelde het stuk dat hij al jarenlang kende en waarover hij nu niet meer twijfelde. Hij deed het gewoon.
Na ongeveer vijf minuten was hij klaar met spelen, slaakte hij een diepe zucht en opende hij zijn ogen weer. Het viel hem op dat Tom en Danny opnieuw blikken uitwisselden, maar hij kon er onmogelijk uit opmaken wat ze ermee bedoelden. Daarom liep hij niet geheel ontevreden terug naar zijn plekje naast Shane en keek toe hoe die zich gereed maakte met zijn basgitaar, maar het kon Harry niet veel meer schelen. Shane’s optreden ging compleet aan hem voorbij, het enige waar hij nog aan kon denken, was het winnen. Voor geen goud zou hij teruggaan naar zijn oude leven, hij zou iedere kans grijpen die hem nu voordeed, wat dat dan ook mocht zijn.
‘Dougl - Dougie, wil jij beginnen?’ Toms stem haalde Harry weer uit zijn gedachten, terwijl Dougie als een gek begon te trillen en probeerde om zijn basgitaar fatsoenlijk vast te pakken. Dat iedereen zwijgend toekeek, hielp hem waarschijnlijk ook niet veel en het zag ernaar uit dat Dougie nooit zou beginnen met spelen. Uiteindelijk, na een minuutje geklungel, begon hij dan toch, maar hij sloeg meteen de verkeerde snaar aan. De stilte werd daardoor nog gespannener en voor heel even leek het erop dat Dougie zijn gitaar op de grond zou smijten, om vervolgens hard weg te rennen. Dat deed hij echter niet, want hij verbeet zichzelf na een tijdje en begon toen eindelijk met spelen.
Het spelen zelf was niet eens zo slecht als Harry verwacht had, maar Dougie’s houding was naar zijn idee nou niet bepaald doorslaggevend. Daarom ging Harry er ook al automatisch vanuit dat Shane sowieso in de band zou komen. Wie de drummer werd, bleef echter de grote vraag.
Dougie ging twee keer de mist in tijdens zijn optreden, maar wist zich voor zijn doen verbazingwekkend snel te herstellen. Toen hij na een tijdje klaar was met zijn stuk, veranderde hij echter direct weer in zichzelf en stapte hij zo vlug hij kon weer in het rijtje kandidaten, zodat hij niet meer opviel tussen de rest.
Tom schoof zijn stoel wat dichter naar Danny en samen begonnen ze op gedempte toon te overleggen. Harry probeerde er iets van op te vangen, maar daar spraken de jongens helaas te zacht voor. In eerste instantie leken ze het niet bepaald met elkaar eens te zijn, maar na een tijdje knikten ze allebei en sloeg Danny Tom uitgelaten op zijn schouder. Die grijnsde breed en zei: ‘We zijn eruit.’
Doodse stilte in de ruimte, terwijl er kriebels door Harry’s hele lichaam kropen. Hij probeerde zijn zenuwen onder controle te houden door al zijn kracht op de greep van zijn drumstokken te houden. Rustig blijven.
Zo langdradig is het toch niet? Er gebeurt misschien niet zoveel in dit stukje, maar dat betekent niet meteen dat het slecht is
Integendeel, ik vond dit juist een leuk stukje, waarin je Dougie echt geweldig neerzet, de klungel x'D Hij is best schattig eigenlijk
Uh, ik heb niet zoveel tijd, want ik zit op school, maar ik vind het stukje super en ik wacht op meer!




Alle jongens in de ruimte staarde Douglas aan.
staarden, 't is meervoud. Zal wel typefoutje zijn ^^
Dit is helemaal niet langdradig Imke! Het is echt - verbazingwekkend - briljant geschreven! Heel erg goed, zelfs. Ik kan het je absoluut niet nadoen. Ik kon me heel erg inleven in de kandidaten - vooral Harry of course omdat hij de hoofdpersoon is - en werd met de minuut zenuwachtiger, precies zoals jij het beschreven had. Heel erg knap gedaan!
staarden, 't is meervoud. Zal wel typefoutje zijn ^^
Dit is helemaal niet langdradig Imke! Het is echt - verbazingwekkend - briljant geschreven! Heel erg goed, zelfs. Ik kan het je absoluut niet nadoen. Ik kon me heel erg inleven in de kandidaten - vooral Harry of course omdat hij de hoofdpersoon is - en werd met de minuut zenuwachtiger, precies zoals jij het beschreven had. Heel erg knap gedaan!

Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Njah, ik vond zelf dat het een beetje lang duurde en het weer hetzelfde was als de auditie (alleen dan op een iets andere manier), maar jullie vinden dat gelukkg niet :D
En haha, Dougie is inderdaad een heerlijke klungel. Love that guy. Oh ja, woeps, dat spelfoutje had ik over het hoofd gezien! Excusez-moi, ik pas het aan.
Dit stuk is het einde van hoofdstuk één. Hope you liked it, let's go to chapter two!
~
‘Ik hoop dat jullie hebben gemerkt dat Danny en ik echt wat willen bereiken met deze band,’ begon Tom. ‘We gaan er voor de volle honderd procent zijn en als we jullie uitkiezen, hopen we ook dat jullie hetzelfde doen. Mochten jullie dit nou niet willen of er iets op tegen hebben, zeg dat dan alsjeblieft nu voordat we de verkeerde keuze maken.’ Hij keek de kandidaten afwachtend aan, maar niemand reageerde. Daarom schraapte hij zijn keel, wierp nog een veelbetekende blik op Danny en zei toen: ‘Onze voorkeur gaat uit naar Harry en Dougie.’
Harry verstijfde. Naast hem werd iets onverstaanbaars gegromd door Shane, die direct naar de deur begon te lopen uit frustratie, terwijl James een afkeurend geluid maakte en achter hem aanging. Dougie kon nog net op tijd zijn gitaar vastgrijpen en staarde in shock naar Tom en Danny, maar dat alles drong niet tot Harry door.
Oké.
Adem halen.
Gewoon rustig blijven ademen.
Hij zat in de band.
Het was hem gelukt. Hij zat echt in de band. Was het hem echt gelukt? Dat kon niet. Dat was onmogelijk. On-mo-ge-lijk.
Danny was inmiddels al opgestaan en riep de afvallers nog een vaag bedankje na, maar kwam toen met Tom achter de tafel vandaag om de winnaars enthousiast te feliciteren.
‘Ik weet zeker dat we met jullie de goede keuze hebben gemaakt!’ riep Tom opgetogen. Danny sloeg de winnaars op hun schouders -blijkbaar was dat een gewoonte van hem- en verkondigde met een bijna trotse ondertoon in zijn stem: ‘Met jullie gaan we het maken. Ik voel het gewoon.’
Harry staarde hem nog een paar tellen verbluft aan, maar toen begon er langzaam maar zeker een glimlach op zijn gezicht te verschijnen. Het was hem gelukt, het was helemaal niet onmogelijk geweest! Hoe had hij dat ooit kunnen denken!
‘Ja,’ fluisterde hij dan ook, ‘je hebt gelijk. Ik voel het ook.’ Heel langzaam begon het nieuws tot hem door te dringen en hij keek dan ook stralend om zich heen, totdat zijn blik op Dougie viel. Die staarde nog altijd verbouwereerd voor zich uit, terwijl Tom op hem in probeerde te praten. Inwendig kreunde Harry. Het was ongelooflijk, fantastisch en geweldig dat hij het gehaald had, maar er was wel één groot minpunt. Dat was natuurlijk dat ze ook die Dougie hadden gekozen. Ze hadden er naar zijn idee stukken beter aan gedaan als ze Shane gekozen hadden, maar daar probeerde Harry nu nog niet aan te denken. Daar zou hij zich later wel druk om maken.
‘Zeg, vinden jullie het eigenlijk wel leuk?’ grijnsde Danny toen de twee jongens nog steeds niet bijster enthousiast reageerden.
‘Jawel,’ antwoordde Harry vlug. ‘Het is alleen… wauw. Ik weet nog niet echt wat ik moet zeggen, denk ik.’
Tom schoot in de lach. ‘Maakt niet uit, begrijpelijk. Het is misschien ook een beetje chaotisch nu. Danny en ik hadden bedacht om nu naar huis te gaan, zodat we het allemaal een beetje kunnen laten bezinken. Wat denken jullie ervan om vanavond ergens uit te gaan eten, zodat we elkaar wat beter leren kennen en alles alvast een beetje door kunnen spreken?’
Harry wilde bevestigend antwoorden, maar tot ieders verbazing was Dougie hem voor.
‘Ik vind het een goed idee,’ zei hij bijna onhoorbaar en hij greep zijn basgitaar nog wat steviger vast. ‘W-wonen jullie hier in Londen?’
Tom en Danny knikten, maar het viel Harry op dat ze elkaar hierbij niet aan durfden te kijken en ze het onderwerp verder zo snel mogelijk vermeden.
‘Dus, we hebben hier het adres van het restaurant,’ riep Danny vlug. Hij draaide zich om naar de tafel, pakte er twee briefjes vanaf waar het adres op stond en drukte dat in de handen van Harry en Dougie. ‘De routebeschrijving staat erbij.’
Harry haalde zijn schouders op en besloot er niet meer bij stil te staan. Hij had nu wel andere dingen aan zijn hoofd! Hij zat in de band, hij kreeg eindelijk de kans zijn leven overhoop te gooien en was van plan om alles daarvoor opzij te zetten. Niets zou hem meer in de weg gaan staan om het te gaan maken in de muziekwereld, werkelijk niets.
Opgewonden sprintte Harry vanaf de bushalte door zijn woonwijk heen. De straten waren rustig, maar op het moment kon hij zich er niet druk om maken. Over een tijdje zouden de mensen hier toch wel praten over ‘die jongen van nummer elf’. Hij wist precies hoe dat zou gaan, ze zouden zeggen dat hij een schande was voor zijn ouders, maar wat dan nog? Harry wist zelf wel beter.
Vol adrenaline ontweek hij een prullenbak, terwijl de gedachten in chaos door zijn hoofd stroomden. Hij had de hele weg naar huis al geprobeerd om een beetje te kalmeren, maar dat was gewoonweg onmogelijk. Hij kreeg zelfs de neiging om hardop te gaan zingen!
De buurvrouw keek hem verbaasd aan toen hij langs kwam rennen en blij naar haar zwaaide, maar hij negeerde haar uitdrukking. Met een vaag huppeltje sprintte hij de oprit op, viste zijn huissleutel uit zijn broekzak en stak die in het sleutelgat van de voordeur, terwijl hij nog vlug een blik over zijn schouder wierp naar de inmiddels dichtgetrokken lucht. Op het moment dat hij de voordeur opende, zag hij meteen vanuit zijn ooghoeken dat het lampje van het antwoordapparaat niet knipperde, wat betekende dat zijn ouders niet gebeld hadden. Juist toen hij naar binnen stapte, begonnen er dikke regendruppels uit de donkere wolken te vallen.
Harry grijnsde. Dit moest wel zijn geluksdag zijn.
En haha, Dougie is inderdaad een heerlijke klungel. Love that guy. Oh ja, woeps, dat spelfoutje had ik over het hoofd gezien! Excusez-moi, ik pas het aan.
Dit stuk is het einde van hoofdstuk één. Hope you liked it, let's go to chapter two!
~
‘Ik hoop dat jullie hebben gemerkt dat Danny en ik echt wat willen bereiken met deze band,’ begon Tom. ‘We gaan er voor de volle honderd procent zijn en als we jullie uitkiezen, hopen we ook dat jullie hetzelfde doen. Mochten jullie dit nou niet willen of er iets op tegen hebben, zeg dat dan alsjeblieft nu voordat we de verkeerde keuze maken.’ Hij keek de kandidaten afwachtend aan, maar niemand reageerde. Daarom schraapte hij zijn keel, wierp nog een veelbetekende blik op Danny en zei toen: ‘Onze voorkeur gaat uit naar Harry en Dougie.’
Harry verstijfde. Naast hem werd iets onverstaanbaars gegromd door Shane, die direct naar de deur begon te lopen uit frustratie, terwijl James een afkeurend geluid maakte en achter hem aanging. Dougie kon nog net op tijd zijn gitaar vastgrijpen en staarde in shock naar Tom en Danny, maar dat alles drong niet tot Harry door.
Oké.
Adem halen.
Gewoon rustig blijven ademen.
Hij zat in de band.
Het was hem gelukt. Hij zat echt in de band. Was het hem echt gelukt? Dat kon niet. Dat was onmogelijk. On-mo-ge-lijk.
Danny was inmiddels al opgestaan en riep de afvallers nog een vaag bedankje na, maar kwam toen met Tom achter de tafel vandaag om de winnaars enthousiast te feliciteren.
‘Ik weet zeker dat we met jullie de goede keuze hebben gemaakt!’ riep Tom opgetogen. Danny sloeg de winnaars op hun schouders -blijkbaar was dat een gewoonte van hem- en verkondigde met een bijna trotse ondertoon in zijn stem: ‘Met jullie gaan we het maken. Ik voel het gewoon.’
Harry staarde hem nog een paar tellen verbluft aan, maar toen begon er langzaam maar zeker een glimlach op zijn gezicht te verschijnen. Het was hem gelukt, het was helemaal niet onmogelijk geweest! Hoe had hij dat ooit kunnen denken!
‘Ja,’ fluisterde hij dan ook, ‘je hebt gelijk. Ik voel het ook.’ Heel langzaam begon het nieuws tot hem door te dringen en hij keek dan ook stralend om zich heen, totdat zijn blik op Dougie viel. Die staarde nog altijd verbouwereerd voor zich uit, terwijl Tom op hem in probeerde te praten. Inwendig kreunde Harry. Het was ongelooflijk, fantastisch en geweldig dat hij het gehaald had, maar er was wel één groot minpunt. Dat was natuurlijk dat ze ook die Dougie hadden gekozen. Ze hadden er naar zijn idee stukken beter aan gedaan als ze Shane gekozen hadden, maar daar probeerde Harry nu nog niet aan te denken. Daar zou hij zich later wel druk om maken.
‘Zeg, vinden jullie het eigenlijk wel leuk?’ grijnsde Danny toen de twee jongens nog steeds niet bijster enthousiast reageerden.
‘Jawel,’ antwoordde Harry vlug. ‘Het is alleen… wauw. Ik weet nog niet echt wat ik moet zeggen, denk ik.’
Tom schoot in de lach. ‘Maakt niet uit, begrijpelijk. Het is misschien ook een beetje chaotisch nu. Danny en ik hadden bedacht om nu naar huis te gaan, zodat we het allemaal een beetje kunnen laten bezinken. Wat denken jullie ervan om vanavond ergens uit te gaan eten, zodat we elkaar wat beter leren kennen en alles alvast een beetje door kunnen spreken?’
Harry wilde bevestigend antwoorden, maar tot ieders verbazing was Dougie hem voor.
‘Ik vind het een goed idee,’ zei hij bijna onhoorbaar en hij greep zijn basgitaar nog wat steviger vast. ‘W-wonen jullie hier in Londen?’
Tom en Danny knikten, maar het viel Harry op dat ze elkaar hierbij niet aan durfden te kijken en ze het onderwerp verder zo snel mogelijk vermeden.
‘Dus, we hebben hier het adres van het restaurant,’ riep Danny vlug. Hij draaide zich om naar de tafel, pakte er twee briefjes vanaf waar het adres op stond en drukte dat in de handen van Harry en Dougie. ‘De routebeschrijving staat erbij.’
Harry haalde zijn schouders op en besloot er niet meer bij stil te staan. Hij had nu wel andere dingen aan zijn hoofd! Hij zat in de band, hij kreeg eindelijk de kans zijn leven overhoop te gooien en was van plan om alles daarvoor opzij te zetten. Niets zou hem meer in de weg gaan staan om het te gaan maken in de muziekwereld, werkelijk niets.
Opgewonden sprintte Harry vanaf de bushalte door zijn woonwijk heen. De straten waren rustig, maar op het moment kon hij zich er niet druk om maken. Over een tijdje zouden de mensen hier toch wel praten over ‘die jongen van nummer elf’. Hij wist precies hoe dat zou gaan, ze zouden zeggen dat hij een schande was voor zijn ouders, maar wat dan nog? Harry wist zelf wel beter.
Vol adrenaline ontweek hij een prullenbak, terwijl de gedachten in chaos door zijn hoofd stroomden. Hij had de hele weg naar huis al geprobeerd om een beetje te kalmeren, maar dat was gewoonweg onmogelijk. Hij kreeg zelfs de neiging om hardop te gaan zingen!
De buurvrouw keek hem verbaasd aan toen hij langs kwam rennen en blij naar haar zwaaide, maar hij negeerde haar uitdrukking. Met een vaag huppeltje sprintte hij de oprit op, viste zijn huissleutel uit zijn broekzak en stak die in het sleutelgat van de voordeur, terwijl hij nog vlug een blik over zijn schouder wierp naar de inmiddels dichtgetrokken lucht. Op het moment dat hij de voordeur opende, zag hij meteen vanuit zijn ooghoeken dat het lampje van het antwoordapparaat niet knipperde, wat betekende dat zijn ouders niet gebeld hadden. Juist toen hij naar binnen stapte, begonnen er dikke regendruppels uit de donkere wolken te vallen.
Harry grijnsde. Dit moest wel zijn geluksdag zijn.
Wiiii, Harry en Dougie zitten in de band! *doet dansje* Dat had ik al verwacht, maar dat maakt niet uit x'D
En dit stukje wekte echt een "AHA!"-reactie bij mij op:
Nu ben ik nieuwsgierig, dat snap je toch zeker wel? 
Weer een heel goed stuk, ben superbenieuwd naar de rest!

En dit stukje wekte echt een "AHA!"-reactie bij mij op:
WAT houden ze voor hen verborgen?Imke schreef:‘W-wonen jullie hier in Londen?’
Tom en Danny knikten, maar het viel Harry op dat ze elkaar hierbij niet aan durfden te kijken en ze het onderwerp verder zo snel mogelijk vermeden.


Weer een heel goed stuk, ben superbenieuwd naar de rest!


- Nynke,
- Balpen
- Berichten: 134
- Lid geworden op: 10 dec 2008 17:13
- Locatie: ergens waar chuck ook woont :]
aaah
ze zitten erin! ^^ (had ook niets anders verwacht ofzo hoor..
)
.. dat vind ik persoonlijk beter klinken..
verder weer een heel leuk stukje! ben benieuwd naar het volgende hoofdstuk


is het niet; we gaan er voor de volle honderdprocent voor..?Imke schreef:‘We gaan er voor de volle honderd procent zijn en als we jullie uitkiezen,
Wat denken jullie ervan om vanavond ergens uit eten te gaan?Imke schreef: Wat denken jullie ervan om vanavond ergens uit te gaan eten
.. dat vind ik persoonlijk beter klinken..

verder weer een heel leuk stukje! ben benieuwd naar het volgende hoofdstuk

make me feel like i'm something special
Danny was inmiddels al opgestaan en riep de afvallers nog een vaag bedankje na, maar kwam toen met Tom achter de tafel vandaag om de winnaars enthousiast te feliciteren.
vandaag=vandaan
Wooow.... alweer fantastisch geschreven! Ja, mijn posts zijn een beetje erg hetzelfde, maar jij schrijft ook super mooi! Ben benieuwd naar hoofdstuk 2!
@ Melian: dat vraag ik me ook af, wat ze toen dachten!
vandaag=vandaan
Wooow.... alweer fantastisch geschreven! Ja, mijn posts zijn een beetje erg hetzelfde, maar jij schrijft ook super mooi! Ben benieuwd naar hoofdstuk 2!

@ Melian: dat vraag ik me ook af, wat ze toen dachten!
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Oh, wat een stomme fouten. Bedankt dat jullie die even hebben aangegeven, ik pas ze aan! En tja... Wat houden ze verborgen? Misschien komen jullie er nu al achter... Ghehe. Thanks!
Nieuw hoofdstuk vanaf hier dus :)
~
H o o f d s t u k 2.
‘Hey, tof dat je gekomen bent.’
Tom en Danny staken hun hand op toen Harry bij hun tafeltje arriveerde. Die glimlachte vlug en plofte naast Danny neer, waarna hij opmerkte dat ze pas met zijn drieën waren.
‘Onze bassist is er nog niet?’ vroeg hij op een licht sarcastische toon, die de jongens niet op leek te vallen.
‘Nope. Hij zal zo wel komen,’ antwoordde Tom na een blik op zijn horloge. ‘Wil je alvast wat drinken? Dan ga ik even bestellen.’
Harry zag dat de jongens al aan het bier zaten, dus besloot hij dat het geen kwaad kon. ‘Doe mij ook maar een biertje.’
Tom knikte en stond op om naar de bar te lopen, terwijl Danny onderuit zakte en uitgebreid geeuwde. Zijn inmiddels bekende glimlach verscheen weer en hij richtte zijn ogen op Harry in plaats van de menukaart, die hij zojuist nog aan het bestuderen was.
‘Heb je het een beetje kunnen vinden?’ vroeg hij met pretlichtjes in zijn ogen.
Onverschillig haalde Harry zijn schouders op. ‘Ja, hoor. Jullie routebeschrijving was vrij duidelijk.’
‘Mooi zo. Ah, daar hebben we het vierde bandlid!’ Danny wuifde naar Dougie, die het restaurant in kwam geschuifeld. Harry rolde in gedachten met zijn ogen. Je zou toch denken dat die zenuwachtige houding na de auditie wel verdwenen was. Niet dus.
Dougie haastte zich naar hun tafeltje, stootte daarbij bijna een stoel om en kon nog net een ober ontwijken, waarna hij naast Harry ging zitten. Danny begroette hem vrolijk, maar Harry gaf hem slechts een hoofdknikje.
‘Ah, Dougie! We zijn compleet.’ Tom kwam teruggelopen en ging ook zitten. ‘Voordat we het over andere dingen gaan hebben, wat willen jullie eten?’
‘Pizza!’ riep Danny meteen en Tom schudde zijn hoofd.
‘Dat had ik nou niet verwacht.’
Harry nam de menukaart voor zich en kwam al vlug tot de conclusie dat hij voor de spaghetti bolognaise zou gaan, aangezien hij gisteren ook al pizza had gegeten. Een ober kwam de bestelling opnemen en zodra die weg was, viel er een stilte tussen de jongens, die nu heel goed beseften dat ze elkaar eigenlijk helemaal niet kenden.
‘Wat, eh, zeiden jullie ouders er van?’ vroeg Danny toen, waardoor Harry slikte. Hij bleef even stil, maar antwoordde uiteindelijk: ‘De mijne weten het nog niet eens.’
Danny en Tom keken hem vragend aan, terwijl Dougie nerveus met het zout- en peperstelletje speelde.
‘Ze waren niet thuis toen ik terug kwam van de auditie,’ legde Harry uit, ‘dus heb ik ze gebeld om te zeggen dat ik vanavond naar een vriend van me toe zou gaan. Ik heb alleen nog geen idee hoe ik het ze ga vertellen.’
‘Bij mij weten ze het ook nog niet,’ zei Dougie zachtjes. ‘Komt nog wel.’
Tom knikte en wilde iets zeggen, maar hield zijn mond nog even gesloten omdat de ober hun drinken kwam serveren. Nadat hij weg was, boog Tom zich wat verder over de tafel heen en zei: ‘Luister, er zijn een aantal erg belangrijke punten die we moeten bespreken. Te beginne bij de plek waar we wonen.’ Hij en Danny wierpen elkaar een ongemakkelijke blik toe en vervolgens ging Tom verder met zijn verhaal. ‘Kijk, het zit namelijk zo. Ik zal even in het kort vertellen hoe Danny en ik elkaar hebben leren kennen. Een jaar geleden ongeveer deed ik auditie voor de band Busted, ik weet niet of jullie die kennen?’
Harry en Dougie schudden tegelijkertijd hun hoofd, waarop Tom verderging.
‘Dat dacht ik al. Ze staan net op het punt om door te breken, zijn voorprogramma’s van vrij grote namen en zo. Maar goed, toen ik voor die band auditie deed, werd ik in eerste instantie aangenomen. Daar was ik natuurlijk hartstikke blij om, maar na achtenveertig uur werd ik alweer opgebeld door het management dat ze met drie bandleden verder wilden gaan. Ik was degene die eruit werd gegooid.’
Dat laatste kwam er nogal verbitterd uit, maar dat vond Harry ook niet meer dan logisch. Hij moest er niet aan denken om morgen opgebeld te worden en dan te horen dat hij uit de band lag!
‘Enfin, ze hadden blijkbaar wel mijn ‘talent voor songteksten schrijven’ ontdekt en er werd me gevraagd of ik met James van de band liedjes wilde blijven schrijven. Dat deed ik en daardoor bleef ik een bekend gezicht bij het management. Een paar maanden daarna vroegen ze mij dan ook of ik misschien auditie zou willen doen voor een nieuwe band, V. Het leek me wel een mooie kans en ik ging naar de auditie, waar ik tijdens het wachten met Danny aan de praat raakte. Hij had als enige een gitaar meegenomen -’
‘Wist ik veel dat het later een typische boyband zou worden,’ viel Danny hem in de rest en hij nam een slok bier. ‘Ik had iets compleet anders verwacht, anders had ik waarschijnlijk ook niet meegedaan.’
Tom knikte. ‘Ik ook niet, denk ik. Nou ja, ik was onder de indruk van Danny’s muzikale talent - geloof me, hij ziet er misschien wel stom uit, maar dat heeft hij echt. We bleven in contact met elkaar en begonnen uiteindelijk samen liedjes te schrijven. Onze samenwerking verliep echt heel goed en daar waren we allebei heel tevreden over. We kwamen op het idee om dus zelf een band te beginnen, maar, eh…’ Hij pulkte wat aan het tafelkleed en gooide er toen zo snel mogelijk uit, alsof dat het minder schokkend zou maken: ‘We hebben samen een huis gekocht en zouden het fijn vinden als jullie daar ook komen wonen.’
Er viel een oorverdovende stilte aan de tafel, die minstens een minuut duurde. Harry en Dougie bleven de jongens aanstaren, maar hadden geen idee wat te zeggen.
Nieuw hoofdstuk vanaf hier dus :)
~
H o o f d s t u k 2.
‘Hey, tof dat je gekomen bent.’
Tom en Danny staken hun hand op toen Harry bij hun tafeltje arriveerde. Die glimlachte vlug en plofte naast Danny neer, waarna hij opmerkte dat ze pas met zijn drieën waren.
‘Onze bassist is er nog niet?’ vroeg hij op een licht sarcastische toon, die de jongens niet op leek te vallen.
‘Nope. Hij zal zo wel komen,’ antwoordde Tom na een blik op zijn horloge. ‘Wil je alvast wat drinken? Dan ga ik even bestellen.’
Harry zag dat de jongens al aan het bier zaten, dus besloot hij dat het geen kwaad kon. ‘Doe mij ook maar een biertje.’
Tom knikte en stond op om naar de bar te lopen, terwijl Danny onderuit zakte en uitgebreid geeuwde. Zijn inmiddels bekende glimlach verscheen weer en hij richtte zijn ogen op Harry in plaats van de menukaart, die hij zojuist nog aan het bestuderen was.
‘Heb je het een beetje kunnen vinden?’ vroeg hij met pretlichtjes in zijn ogen.
Onverschillig haalde Harry zijn schouders op. ‘Ja, hoor. Jullie routebeschrijving was vrij duidelijk.’
‘Mooi zo. Ah, daar hebben we het vierde bandlid!’ Danny wuifde naar Dougie, die het restaurant in kwam geschuifeld. Harry rolde in gedachten met zijn ogen. Je zou toch denken dat die zenuwachtige houding na de auditie wel verdwenen was. Niet dus.
Dougie haastte zich naar hun tafeltje, stootte daarbij bijna een stoel om en kon nog net een ober ontwijken, waarna hij naast Harry ging zitten. Danny begroette hem vrolijk, maar Harry gaf hem slechts een hoofdknikje.
‘Ah, Dougie! We zijn compleet.’ Tom kwam teruggelopen en ging ook zitten. ‘Voordat we het over andere dingen gaan hebben, wat willen jullie eten?’
‘Pizza!’ riep Danny meteen en Tom schudde zijn hoofd.
‘Dat had ik nou niet verwacht.’
Harry nam de menukaart voor zich en kwam al vlug tot de conclusie dat hij voor de spaghetti bolognaise zou gaan, aangezien hij gisteren ook al pizza had gegeten. Een ober kwam de bestelling opnemen en zodra die weg was, viel er een stilte tussen de jongens, die nu heel goed beseften dat ze elkaar eigenlijk helemaal niet kenden.
‘Wat, eh, zeiden jullie ouders er van?’ vroeg Danny toen, waardoor Harry slikte. Hij bleef even stil, maar antwoordde uiteindelijk: ‘De mijne weten het nog niet eens.’
Danny en Tom keken hem vragend aan, terwijl Dougie nerveus met het zout- en peperstelletje speelde.
‘Ze waren niet thuis toen ik terug kwam van de auditie,’ legde Harry uit, ‘dus heb ik ze gebeld om te zeggen dat ik vanavond naar een vriend van me toe zou gaan. Ik heb alleen nog geen idee hoe ik het ze ga vertellen.’
‘Bij mij weten ze het ook nog niet,’ zei Dougie zachtjes. ‘Komt nog wel.’
Tom knikte en wilde iets zeggen, maar hield zijn mond nog even gesloten omdat de ober hun drinken kwam serveren. Nadat hij weg was, boog Tom zich wat verder over de tafel heen en zei: ‘Luister, er zijn een aantal erg belangrijke punten die we moeten bespreken. Te beginne bij de plek waar we wonen.’ Hij en Danny wierpen elkaar een ongemakkelijke blik toe en vervolgens ging Tom verder met zijn verhaal. ‘Kijk, het zit namelijk zo. Ik zal even in het kort vertellen hoe Danny en ik elkaar hebben leren kennen. Een jaar geleden ongeveer deed ik auditie voor de band Busted, ik weet niet of jullie die kennen?’
Harry en Dougie schudden tegelijkertijd hun hoofd, waarop Tom verderging.
‘Dat dacht ik al. Ze staan net op het punt om door te breken, zijn voorprogramma’s van vrij grote namen en zo. Maar goed, toen ik voor die band auditie deed, werd ik in eerste instantie aangenomen. Daar was ik natuurlijk hartstikke blij om, maar na achtenveertig uur werd ik alweer opgebeld door het management dat ze met drie bandleden verder wilden gaan. Ik was degene die eruit werd gegooid.’
Dat laatste kwam er nogal verbitterd uit, maar dat vond Harry ook niet meer dan logisch. Hij moest er niet aan denken om morgen opgebeld te worden en dan te horen dat hij uit de band lag!
‘Enfin, ze hadden blijkbaar wel mijn ‘talent voor songteksten schrijven’ ontdekt en er werd me gevraagd of ik met James van de band liedjes wilde blijven schrijven. Dat deed ik en daardoor bleef ik een bekend gezicht bij het management. Een paar maanden daarna vroegen ze mij dan ook of ik misschien auditie zou willen doen voor een nieuwe band, V. Het leek me wel een mooie kans en ik ging naar de auditie, waar ik tijdens het wachten met Danny aan de praat raakte. Hij had als enige een gitaar meegenomen -’
‘Wist ik veel dat het later een typische boyband zou worden,’ viel Danny hem in de rest en hij nam een slok bier. ‘Ik had iets compleet anders verwacht, anders had ik waarschijnlijk ook niet meegedaan.’
Tom knikte. ‘Ik ook niet, denk ik. Nou ja, ik was onder de indruk van Danny’s muzikale talent - geloof me, hij ziet er misschien wel stom uit, maar dat heeft hij echt. We bleven in contact met elkaar en begonnen uiteindelijk samen liedjes te schrijven. Onze samenwerking verliep echt heel goed en daar waren we allebei heel tevreden over. We kwamen op het idee om dus zelf een band te beginnen, maar, eh…’ Hij pulkte wat aan het tafelkleed en gooide er toen zo snel mogelijk uit, alsof dat het minder schokkend zou maken: ‘We hebben samen een huis gekocht en zouden het fijn vinden als jullie daar ook komen wonen.’
Er viel een oorverdovende stilte aan de tafel, die minstens een minuut duurde. Harry en Dougie bleven de jongens aanstaren, maar hadden geen idee wat te zeggen.

Oh. Halleluja! Een eigen huis! Mèn... Ben echt super benieuwd wat ze gaan doen.. sowieso krijgt Harry problemen met zijn ouders als hij opeens er vandoor gaat....
Waarom stop je nu? Ik moet weten hoe het verder gaat! Echt, ik zit zowat met mijn neus aan het beeldscherm geplakt!
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Holy crap, een eigen huis! Geen wonder dat ze zo geheimzinnig zaten te doen, dat is natuurlijk niet niks x'D Oh oh, en hoe zullen Harry's ouders daarop reageren? Ben ik even blij dat ik hem niet ben 
Weer een heel leuk stukje, je weet nog steeds met elke zin mijn aandacht vast te houden
Beslist een vaste lezer en fan hier x'D

Weer een heel leuk stukje, je weet nog steeds met elke zin mijn aandacht vast te houden

Ja, zijn ouders... Dat is natuurlijk the big deal nu! Btw, dit is in het echt dus ook gebeurd. Nou ja, niet al dat gezeik met zijn ouders (tenminste, dat denk ik niet. Ik ken ze niet persoonlijk (goh) (helaas), maar ik ga er vanuit dat het niet zo verlopen is. In mijn verhaal lekker wel, want daar kan mijn fantasie de vrije loop, hihi), maar wel dat ze met zijn vieren in één huis gingen wonen. The cuties <3
Bedankt voor het lezen en reageren, ik word er altijd zo ontzettend blij van!
~
Een langslopende ober keek hen ietwat bezorgd aan, maar besloot blijkbaar dat het in orde was toen hij de jongens nog zag ademen. In Harry’s hoofd was het echter niet in orde.
Het was alsof Tom en Danny zojuist een bom in zijn hoofd hadden gegooid en daarmee alles compleet overhoop hadden gehaald. Hij was totaal met stomheid geslagen om die vraag. Dit was krankzinnig. Zijn biertje stond onaangeroerd voor hem op tafel, maar nu pakte Harry het op en goot het in één keer naar binnen. Dougie keek hem even met open mond aan, maar richtte zich toen weer op Tom en Danny.
‘Willen jullie… Denken jullie echt dat… Willen…’ Hij viel stil en liet opnieuw zijn mond openhangen, wat Danny licht liet grinniken.
‘Wat willen we?’
‘Denken jullie echt dat dit verstandig is?’ vroeg Harry, nog altijd uit het veld geslagen.
Tom zuchtte diep. ‘Ik zal jullie vertellen waarom dit heel verstandig is. Ik had het net ook moeten vertellen, dan was het misschien wat minder onverwachts aangekomen. Kijk, het zit zo. Omdat ze mij bij die platenmaatschappij nog steeds kennen, weten ze van mijn plannen af. Ze hebben zelf voorgesteld om audities te doen en zien iets in ons. Het kan dus zijn dat we vrij gemakkelijk een contract kunnen tekenen en denk je eens in! Dat is ons doel, toch?’
Harry deed even zijn ogen dicht om alles op een rijtje te zetten.
‘Daar heb je op zich wel een punt,’ bracht Dougie toen na een tijdje uit.
Danny schoof zijn stoel naar achteren en stond op. ‘Ja, sorry, maar ik moet al de hele tijd naar de wc.’ En weg was hij. Tom zuchtte en wilde zich zo te zien excuseren, maar een ober kwam hun eten brengen.
‘Hé, maar dit is - Ober!’ Tom gebaarde wat, maar de ober was al doorgelopen. ‘Dit is de verkeerde pizza, dat gaat Danny niet leuk vinden. Ik ben zo terug.’
Harry en Dougie bleven met zijn tweeën achter, nogal verbouwereerd en stilletjes.
‘Wat denk je ervan?’ fluisterde Dougie uiteindelijk, waarna Harry zijn schouders ophaalde.
‘Ik weet het niet. Het is nogal wat als je het mij vraagt. Ik bedoel, ik ga niet iedere dag bij drie wildvreemde jongens wonen en proberen om beroemd te worden.’
Dougie knikte vlug. ‘Dat dacht ik dus ook al! Maar…’
‘Maar?’
‘Maar ik wil het wel.’ Dougie ontweek Harry’s blik en nam vlug een hap van de pizza die hij besteld had. Harry wilde reageren, maar zag toen dat Tom en Danny terug kwamen lopen.
‘Ik doe het,’ verkondigde Dougie onzeker zodra de jongens weer waren gaan zitten. Die keken hem nogal verbaasd aan.
‘Je hebt je keuze snel gemaakt,’ begon Tom voorzichtig. ‘Weet je het zeker?’
Dougie’s bloed steeg opnieuw naar zijn wangen, maar knikte vastberaden. ‘Ik wil dit echt en ik neem het ook serieus. Ja dus.’
Danny kon een grijns niet onderdrukken. ‘Dat is alvast één.’ Hij keek vragend Harry, maar die gaf zich niet zo snel gewonnen.
‘Hoe hebben jullie dat huis in vredesnaam zelf kunnen betalen?’ vroeg hij achterdochtig.
‘Het management heeft een groot gedeelte betaald,’ antwoordde Tom, waar Harry even over na moest denken.
‘Maar dat betekent dat ze er dus eigenlijk vanuit gaan dat we een contract tekenen!’ riep hij toen vol ongeloof uit. ‘Hoe kan het anders dat ze er zoveel geld in steken?’
‘Blijkbaar hebben ze erg veel vertrouwen in ons. Wij stonden er in het begin ook heel erg van te kijken dat ze zo’n groot gedeelte mee wilden betalen,’ gaf Danny eerlijk toe, ‘maar het is hartstikke mooi meegenomen, toch?’
Harry knikte aarzelend, maar er spookten nog steeds honderden vragen door zijn hoofd en hij zou niet toegeven totdat hij die allemaal beantwoord had gekregen.
‘Stel dat ik het zou doen,’ zei hij, ‘wanneer verwachten jullie dan dat wij er komen wonen?’
‘Dat laten we helemaal aan jullie over,’ antwoordde Tom. ‘Wij snappen ook wel dat het nogal wat is dat we van jullie vragen, voor ons was het ook een grote stap om samen te gaan wonen. Maar ik ben er van overtuigd dat het goed moet komen als we er alle vier hard aan werken.’
Harry zette de opties voor zichzelf op een rijtje, maar kwam er al vlug achter dat er helemaal niet zoveel opties waren. Hij zou weg gaan bij zijn ouders en vrienden en een nieuw leven met vreemdelingen beginnen, maar was dat wel zo erg? Hij wilde al jaren weg uit zijn ouders’ huis in Chelmsford, en nu probeerde hij eronder uit te komen? Een kans als deze deed zich waarschijnlijk nooit meer voor. Wat betreft zijn vrienden hoefde hij ook niet zo lang na te denken. Hij had wel een paar vrienden waar hij het goed mee kon vinden, maar zo ontzettend erg zou hij ze nou ook weer niet gaan missen. En als dat wel het geval was, kon hij ze altijd gewoon bellen of er naar toe gaan. Het werd tijd dat hij zijn eigen keuzes ging maken, hij moest deze kans met beide handen grijpen.
‘Ik heb nog één vraag,’ zei hij na een lange stilte.
‘En dat is?’ vroegen Tom en Danny in koor.
‘Krijg ik mijn eigen kamer?’
Er verscheen een brede grijns op Toms gezicht en ook Danny leek tevreden.
‘Natuurlijk.’
Met een diepe zucht liet Harry zijn blik door zijn vertrouwde zolderkamer glijden, terwijl hij besefte dat dit alles over een tijdje niet meer van hem zou zijn. Dat was een bizarre gedachte na negentien jaar, maar het voelde niet verkeerd.
Het was vrijdagavond, zes dagen nadat Harry naar de auditie was geweest en ’s avonds in het restaurant had gezeten met Tom, Danny en Dougie. Sindsdien had hij zich gerealiseerd dat alles ging veranderen en dat was dan ook het enige dat hem nu nog bezighield. Zijn ouders wisten het nog steeds niet, ook al hadden ze die avond gemerkt dat er iets vreemds aan de hand was met hun zoon, maar ze hadden hun vinger er niet op kunnen leggen en het er dus maar bij gelaten.
Een paar dagen geleden, toen zijn ouders op hun werk waren, was Danny langsgekomen met een stapel kartonnen dozen.
‘Kun je gebruiken voor de verhuizing,’ zei hij behulpzaam.
Harry had zich nogal ongemakkelijk gevoeld toen Danny in zijn huis was, omdat hij de jongen nauwelijks kende, maar Danny scheen zich nergens iets van aan te trekken. Hij had het grote huis met open mond bewonderd en zelfs gegrapt waarom Harry in vredesnaam ergens anders wilde wonen. Die had hem een stapel boeken in zijn handen geduwd en gezegd dat hij beter kon helpen pakken, in plaats van vragen te stellen waar hij geen antwoord op wilde krijgen.
Nu had Harry bijna al zijn bezittingen in die dozen zitten. Van boeken tot posters, van kleren tot cd’s, van sporttrofeeën tot foto’s en van een skateboard tot belangrijke papieren die hij nodig had als hij niet meer bij zijn ouders zou wonen. Ryan, een vriend van hem, zou hem morgen met al zijn spullen naar Londen brengen en dan zou het avontuur pas echt beginnen. Er was echter nog één obstakel en dat was wat hem al de hele dag nerveus en misselijk maakte. Vanavond ging hij het zijn ouders vertellen. Hij had het nu wel lang genoeg uitgesteld en ooit zou het er toch van moeten komen.
Bedankt voor het lezen en reageren, ik word er altijd zo ontzettend blij van!
~
Een langslopende ober keek hen ietwat bezorgd aan, maar besloot blijkbaar dat het in orde was toen hij de jongens nog zag ademen. In Harry’s hoofd was het echter niet in orde.
Het was alsof Tom en Danny zojuist een bom in zijn hoofd hadden gegooid en daarmee alles compleet overhoop hadden gehaald. Hij was totaal met stomheid geslagen om die vraag. Dit was krankzinnig. Zijn biertje stond onaangeroerd voor hem op tafel, maar nu pakte Harry het op en goot het in één keer naar binnen. Dougie keek hem even met open mond aan, maar richtte zich toen weer op Tom en Danny.
‘Willen jullie… Denken jullie echt dat… Willen…’ Hij viel stil en liet opnieuw zijn mond openhangen, wat Danny licht liet grinniken.
‘Wat willen we?’
‘Denken jullie echt dat dit verstandig is?’ vroeg Harry, nog altijd uit het veld geslagen.
Tom zuchtte diep. ‘Ik zal jullie vertellen waarom dit heel verstandig is. Ik had het net ook moeten vertellen, dan was het misschien wat minder onverwachts aangekomen. Kijk, het zit zo. Omdat ze mij bij die platenmaatschappij nog steeds kennen, weten ze van mijn plannen af. Ze hebben zelf voorgesteld om audities te doen en zien iets in ons. Het kan dus zijn dat we vrij gemakkelijk een contract kunnen tekenen en denk je eens in! Dat is ons doel, toch?’
Harry deed even zijn ogen dicht om alles op een rijtje te zetten.
‘Daar heb je op zich wel een punt,’ bracht Dougie toen na een tijdje uit.
Danny schoof zijn stoel naar achteren en stond op. ‘Ja, sorry, maar ik moet al de hele tijd naar de wc.’ En weg was hij. Tom zuchtte en wilde zich zo te zien excuseren, maar een ober kwam hun eten brengen.
‘Hé, maar dit is - Ober!’ Tom gebaarde wat, maar de ober was al doorgelopen. ‘Dit is de verkeerde pizza, dat gaat Danny niet leuk vinden. Ik ben zo terug.’
Harry en Dougie bleven met zijn tweeën achter, nogal verbouwereerd en stilletjes.
‘Wat denk je ervan?’ fluisterde Dougie uiteindelijk, waarna Harry zijn schouders ophaalde.
‘Ik weet het niet. Het is nogal wat als je het mij vraagt. Ik bedoel, ik ga niet iedere dag bij drie wildvreemde jongens wonen en proberen om beroemd te worden.’
Dougie knikte vlug. ‘Dat dacht ik dus ook al! Maar…’
‘Maar?’
‘Maar ik wil het wel.’ Dougie ontweek Harry’s blik en nam vlug een hap van de pizza die hij besteld had. Harry wilde reageren, maar zag toen dat Tom en Danny terug kwamen lopen.
‘Ik doe het,’ verkondigde Dougie onzeker zodra de jongens weer waren gaan zitten. Die keken hem nogal verbaasd aan.
‘Je hebt je keuze snel gemaakt,’ begon Tom voorzichtig. ‘Weet je het zeker?’
Dougie’s bloed steeg opnieuw naar zijn wangen, maar knikte vastberaden. ‘Ik wil dit echt en ik neem het ook serieus. Ja dus.’
Danny kon een grijns niet onderdrukken. ‘Dat is alvast één.’ Hij keek vragend Harry, maar die gaf zich niet zo snel gewonnen.
‘Hoe hebben jullie dat huis in vredesnaam zelf kunnen betalen?’ vroeg hij achterdochtig.
‘Het management heeft een groot gedeelte betaald,’ antwoordde Tom, waar Harry even over na moest denken.
‘Maar dat betekent dat ze er dus eigenlijk vanuit gaan dat we een contract tekenen!’ riep hij toen vol ongeloof uit. ‘Hoe kan het anders dat ze er zoveel geld in steken?’
‘Blijkbaar hebben ze erg veel vertrouwen in ons. Wij stonden er in het begin ook heel erg van te kijken dat ze zo’n groot gedeelte mee wilden betalen,’ gaf Danny eerlijk toe, ‘maar het is hartstikke mooi meegenomen, toch?’
Harry knikte aarzelend, maar er spookten nog steeds honderden vragen door zijn hoofd en hij zou niet toegeven totdat hij die allemaal beantwoord had gekregen.
‘Stel dat ik het zou doen,’ zei hij, ‘wanneer verwachten jullie dan dat wij er komen wonen?’
‘Dat laten we helemaal aan jullie over,’ antwoordde Tom. ‘Wij snappen ook wel dat het nogal wat is dat we van jullie vragen, voor ons was het ook een grote stap om samen te gaan wonen. Maar ik ben er van overtuigd dat het goed moet komen als we er alle vier hard aan werken.’
Harry zette de opties voor zichzelf op een rijtje, maar kwam er al vlug achter dat er helemaal niet zoveel opties waren. Hij zou weg gaan bij zijn ouders en vrienden en een nieuw leven met vreemdelingen beginnen, maar was dat wel zo erg? Hij wilde al jaren weg uit zijn ouders’ huis in Chelmsford, en nu probeerde hij eronder uit te komen? Een kans als deze deed zich waarschijnlijk nooit meer voor. Wat betreft zijn vrienden hoefde hij ook niet zo lang na te denken. Hij had wel een paar vrienden waar hij het goed mee kon vinden, maar zo ontzettend erg zou hij ze nou ook weer niet gaan missen. En als dat wel het geval was, kon hij ze altijd gewoon bellen of er naar toe gaan. Het werd tijd dat hij zijn eigen keuzes ging maken, hij moest deze kans met beide handen grijpen.
‘Ik heb nog één vraag,’ zei hij na een lange stilte.
‘En dat is?’ vroegen Tom en Danny in koor.
‘Krijg ik mijn eigen kamer?’
Er verscheen een brede grijns op Toms gezicht en ook Danny leek tevreden.
‘Natuurlijk.’
Met een diepe zucht liet Harry zijn blik door zijn vertrouwde zolderkamer glijden, terwijl hij besefte dat dit alles over een tijdje niet meer van hem zou zijn. Dat was een bizarre gedachte na negentien jaar, maar het voelde niet verkeerd.
Het was vrijdagavond, zes dagen nadat Harry naar de auditie was geweest en ’s avonds in het restaurant had gezeten met Tom, Danny en Dougie. Sindsdien had hij zich gerealiseerd dat alles ging veranderen en dat was dan ook het enige dat hem nu nog bezighield. Zijn ouders wisten het nog steeds niet, ook al hadden ze die avond gemerkt dat er iets vreemds aan de hand was met hun zoon, maar ze hadden hun vinger er niet op kunnen leggen en het er dus maar bij gelaten.
Een paar dagen geleden, toen zijn ouders op hun werk waren, was Danny langsgekomen met een stapel kartonnen dozen.
‘Kun je gebruiken voor de verhuizing,’ zei hij behulpzaam.
Harry had zich nogal ongemakkelijk gevoeld toen Danny in zijn huis was, omdat hij de jongen nauwelijks kende, maar Danny scheen zich nergens iets van aan te trekken. Hij had het grote huis met open mond bewonderd en zelfs gegrapt waarom Harry in vredesnaam ergens anders wilde wonen. Die had hem een stapel boeken in zijn handen geduwd en gezegd dat hij beter kon helpen pakken, in plaats van vragen te stellen waar hij geen antwoord op wilde krijgen.
Nu had Harry bijna al zijn bezittingen in die dozen zitten. Van boeken tot posters, van kleren tot cd’s, van sporttrofeeën tot foto’s en van een skateboard tot belangrijke papieren die hij nodig had als hij niet meer bij zijn ouders zou wonen. Ryan, een vriend van hem, zou hem morgen met al zijn spullen naar Londen brengen en dan zou het avontuur pas echt beginnen. Er was echter nog één obstakel en dat was wat hem al de hele dag nerveus en misselijk maakte. Vanavond ging hij het zijn ouders vertellen. Hij had het nu wel lang genoeg uitgesteld en ooit zou het er toch van moeten komen.
Whiiii, ze gaan samenwonen! Ha, nu ben ik echt heel blij
En ik vind dat onderste stukje misschien wel een van de mooiste stukjes uit alles wat ik tot nu heb gelezen. De sfeer, hoe die jongens met elkaar omgaan, Harry's nerveuze gevoelens, dat met zijn ouders... Ik had serieus het gevoel dat ik naast Harry stond - of zelfs Harry WAS, eigenlijk - en het gewoon helemaal meebeleefde, nog meer dan bij de andere stukken. Echt supergoed gedaan! <3

Geweldig! Die opmerking, echt prachtig x'DImke schreef:‘Ik heb nog één vraag,’ zei hij na een lange stilte.
‘En dat is?’ vroegen Tom en Danny in koor.
‘Krijg ik mijn eigen kamer?’
En ik vind dat onderste stukje misschien wel een van de mooiste stukjes uit alles wat ik tot nu heb gelezen. De sfeer, hoe die jongens met elkaar omgaan, Harry's nerveuze gevoelens, dat met zijn ouders... Ik had serieus het gevoel dat ik naast Harry stond - of zelfs Harry WAS, eigenlijk - en het gewoon helemaal meebeleefde, nog meer dan bij de andere stukken. Echt supergoed gedaan! <3
Ik ben het helemaal met Melian eens. Beter kan ik het niet zeggen! Echt ongelooflijk knap hoe je dit op papier hebt kunnen zetten.
Ik ben echt zeer benieuwd naar de reactie van zijn ouders!
Ik ben echt zeer benieuwd naar de reactie van zijn ouders!
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Hihi, die opmerking hoor ik gewoon zo uit Harry's mond komen, ik kon het niet laten. Mafalda, echt super bedankt voor je lieve reactie <3 Agnes, jij natuurlijk ook, ik vind het zoooo fijn dat jullie het lezen! <3
Het volgende stuk is redelijk lang, maar het kan zijn dat het heel even duurt voordat ik weer post. Ik had namelijk bij het oppassen gisteravond heel erg veel geschreven, vandaar dat ik nu zoveel in één keer heb, maar op school komt de laatste proefwerkweek eraan en zo, dus het kan zijn dat het nu wat minder wordt. Ik doe echter mijn best!
~
Hij wachtte nog vijf minuten om al zijn moed bij elkaar te schrapen en begon toen met lood in zijn schoenen de trap af te lopen. Terwijl hij moeizaam slikte, liep hij de woonkamer in, waar zijn vader op de bank de krant zat te lezen en zijn moeder op haar laptop bezig was. Vijf minuten thuis en alweer aan het werk. Nieuw record.
‘Dag liefje,’ mompelde ze zonder op te kijken van haar beeldscherm. Harry bleef verstijfd in de deuropening staan en besefte dat dit wel eens het moeilijkste moment van zijn leven kon worden. Zijn vader keek op toen hij in de deuropening bleef staan en vroeg nors: ‘Wat sta je daar te staan?’
Harry had zijn moment heel slecht uitgekozen, wist hij onmiddellijk, maar hij kon nu niet meer terugkrabbelen. Hij kuchte en ging op de bank tegenover zijn vader zitten.
‘Ik, eh… Ik moet iets vertellen.’
Zo, stap één was gezet. Zijn moeders aandacht was er nu, hoewel zijn vader zich weer in zijn krant verdiept had en niet meer op Harry lette. Die haalde diep adem en wist dat het nu of nooit was.
‘Jullie weten dat ik al jaren drum…’ begon hij zo voorzichtig mogelijk, waardoor zijn moeders gezicht betrok. Die haatte het feit dat haar zoon drumde.
‘Ik, eh… ben gevraagd om in een bandje te gaan spelen.’ Hij sloeg zijn ogen neer toen zijn vader langzaam de krant liet zakken.
‘Zeg dat nog eens,’ gebood hij.
‘Ik ga in een band spelen,’ herhaalde Harry zo zelfverzekerd mogelijk.
‘Gaat je studie daaronder lijden?’ vroeg zijn moeder direct, een vraag die Harry wel verwacht had.
‘Ja, ik ben bang van wel,’ antwoordde hij dan ook voorbereid. ‘Ik ga die studie namelijk niet doen.’
Zijn moeders gezicht verbleekte en zijn vader sloeg meteen met een ritselend geluid de krant dicht.
‘Daar komt niets van in.’
‘Waarom niet?’ vroeg Harry een heel stuk kalmer dan hij eigenlijk was terwijl zijn hart in zijn keel klopte.
‘Omdat jij jouw leven niet gaat vergooien aan een of ander vaag bandje,’ antwoordde zijn vader simpelweg, die zo te zien ontzettend geïrriteerd begon te raken.
‘Je weet niet eens wat voor band het is,’ verweerde Harry zichzelf. ‘We maken veel kans om het te gaan maken.’
‘Ja, vast,’ snoof zijn vader schamper, ‘net zoveel kans als die kat van ons om president van Amerika te worden.’
‘Liefje, is het een band met Ryan en die andere vrienden van school? Want ik weet zeker dat hun ouders het ook niet goed vinden. Je hebt je vast om laten praten, maar dat geeft niet. Morgen kun je ze opbellen om te zeggen dat je het te druk zult gaan krijgen met je nieuwe studie.’
‘Nee, mam,’ antwoordde Harry, die zijn geërgerde toon verbazingwekkend goed wist te verbergen. ‘Je kent die jongens niet en ik bel ze morgen niet op om te zeggen dat ik het niet doe. Ik doe het namelijk wel.’
‘Dat dacht ik dus niet!’ snauwde zijn vader. ‘Ondankbaar persoon! Weet je wat voor godsvermogen wij voor die studie van jou betalen?!’
‘Zie het als een voordeel, dat hoeft nu dus niet meer,’ antwoordde Harry. ‘Er is trouwens nog belangrijker nieuws.’
Zijn ouders keken hem behoedzaam aan, klaar om in de aanval te schieten.
‘Ik ga bij die jongens in huis wonen,’ gooide Harry er net zo snel uit als Tom de week daarvoor had gedaan. Zijn moeder sloeg haar handen voor haar mond en er verschenen tranen in haar ogen. Zijn vader sprong echter razend op.
‘Wat haal jij je allemaal in die zieke kop van je?!’ schreeuwde hij. ‘Ben je nou helemaal gek geworden?!’
‘Blijkbaar wel,’ antwoordde Harry, die met moeite zijn stem onder controle hield.
‘Schatje, ik denk dat je hier niet zo goed over na hebt gedacht,’ zei zijn moeder wanhopig, die de boel probeerde te sussen.
‘Dat heb ik wel.’ Harry keek haar vastberaden aan, maar ze gaf zich niet zomaar gewonnen.
‘Als je nou eens naar bed ging en er nog een nachtje over slaapt?’ probeerde ze tevergeefs, maar Harry schudde zijn hoofd.
‘Dan zullen we morgenavond precies hetzelfde gesprek voeren. Ik wil hier nu over praten.’
‘Je hebt je moeder gehoord!’ Zijn vader ademde zwaar en keek hem dreigend aan.
‘Jullie nemen dit niet serieus!’ riep Harry uit, die zijn rustige houding liet varen en nu alles in de strijd gooide. ‘Jullie snappen niet dat ik dit écht wil! Luister dan naar me!’
Zijn moeder verborg haar gezicht in haar handen, terwijl zijn vader alleen kwader leek te worden.
‘Rechten kunnen me geen zak schelen! Muziek maken, dat is hetgeen wat ik wil, snap dat dan!’
‘Je hebt een goed stel hersens, ook al zijn die nu blijkbaar uitgeschakeld!’ schreeuwde zijn vader, wiens speeksel in het rond vloog. ‘Jij gaat rechten studeren en daarmee uit!’
‘Nee!’ Harry richtte zich in zijn volle lengte op en stond tegenover zijn vader. ‘Je kunt me er toch niet toe dwingen!’
‘Je hebt je moeder gehoord!’ bulderde zijn vader opnieuw. ‘Naar je kamer! Je hebt huisarrest voor de rest van de maand! Wie denk je wel niet wie je bent?!’
‘Maar -’
‘Moet ik het voor je uitschrijven?! NAAR BOVEN!’
‘OKÉ! Ik ga al!’ Harry draaide zich abrupt om, gaf nog een harde trap tegen de bank en stormde toen zo hard hij kon de twee trappen op richting zijn zolderkamer. Hij stampte extra hard op de treden en hoorde zijn vader nog iets schreeuwen en zijn moeder huilen, maar trok zich er niets van aan. Met een enorme dreun smeet hij zijn kamerdeur dicht, schopte nog eens tegen zijn bed en liet zich toen met een kreun op bed vallen. Hij wist ook wel dat zijn ouders zo zouden gaan reageren, maar hij had toch gehoopt dat het anders zou lopen. Nu wist hij dat dat een stomme gedachte geweest was, zijn ouders zouden zoiets nooit accepteren.
Met een diepe zucht kwam hij overeind en keek naar de dozen, die al klaar stonden voor vertrek. Als zijn ouders dit zouden zien… Vlug kwam hij overeind en draaide zijn kamerdeur op slot, voor het geval dat. Hij stuurde Tom een sms’je dat hij het zijn ouders verteld had en morgen zou komen en keek toen om zich heen. Slapen zat er nu niet in, daar was hij veel te gefrustreerd voor, dus kon hij beter een andere bezigheid vinden. Daarom besloot hij alvast zijn bed uit elkaar te schroeven, zodat hij dat morgen niet meer hoefde te doen. Hij veegde een traan weg uit zijn ooghoek en kneep toen in zijn arm. Hij was geen watje.
Terwijl hij zijn grote matras met veel moeite van zijn bed tilde en dat op de grond legde, probeerde hij wat te kalmeren. Hij besloot zich te richten op zijn bed, nergens anders aan denken. Schroefje voor schroefje, plank voor plank en niet denken. Niet denken aan zijn ouders. Niet denken. Plank voor plank. Geen ouders meer. Schroef voor schroef. Knallende ruzie. Niet meer denken…
Het volgende stuk is redelijk lang, maar het kan zijn dat het heel even duurt voordat ik weer post. Ik had namelijk bij het oppassen gisteravond heel erg veel geschreven, vandaar dat ik nu zoveel in één keer heb, maar op school komt de laatste proefwerkweek eraan en zo, dus het kan zijn dat het nu wat minder wordt. Ik doe echter mijn best!
~
Hij wachtte nog vijf minuten om al zijn moed bij elkaar te schrapen en begon toen met lood in zijn schoenen de trap af te lopen. Terwijl hij moeizaam slikte, liep hij de woonkamer in, waar zijn vader op de bank de krant zat te lezen en zijn moeder op haar laptop bezig was. Vijf minuten thuis en alweer aan het werk. Nieuw record.
‘Dag liefje,’ mompelde ze zonder op te kijken van haar beeldscherm. Harry bleef verstijfd in de deuropening staan en besefte dat dit wel eens het moeilijkste moment van zijn leven kon worden. Zijn vader keek op toen hij in de deuropening bleef staan en vroeg nors: ‘Wat sta je daar te staan?’
Harry had zijn moment heel slecht uitgekozen, wist hij onmiddellijk, maar hij kon nu niet meer terugkrabbelen. Hij kuchte en ging op de bank tegenover zijn vader zitten.
‘Ik, eh… Ik moet iets vertellen.’
Zo, stap één was gezet. Zijn moeders aandacht was er nu, hoewel zijn vader zich weer in zijn krant verdiept had en niet meer op Harry lette. Die haalde diep adem en wist dat het nu of nooit was.
‘Jullie weten dat ik al jaren drum…’ begon hij zo voorzichtig mogelijk, waardoor zijn moeders gezicht betrok. Die haatte het feit dat haar zoon drumde.
‘Ik, eh… ben gevraagd om in een bandje te gaan spelen.’ Hij sloeg zijn ogen neer toen zijn vader langzaam de krant liet zakken.
‘Zeg dat nog eens,’ gebood hij.
‘Ik ga in een band spelen,’ herhaalde Harry zo zelfverzekerd mogelijk.
‘Gaat je studie daaronder lijden?’ vroeg zijn moeder direct, een vraag die Harry wel verwacht had.
‘Ja, ik ben bang van wel,’ antwoordde hij dan ook voorbereid. ‘Ik ga die studie namelijk niet doen.’
Zijn moeders gezicht verbleekte en zijn vader sloeg meteen met een ritselend geluid de krant dicht.
‘Daar komt niets van in.’
‘Waarom niet?’ vroeg Harry een heel stuk kalmer dan hij eigenlijk was terwijl zijn hart in zijn keel klopte.
‘Omdat jij jouw leven niet gaat vergooien aan een of ander vaag bandje,’ antwoordde zijn vader simpelweg, die zo te zien ontzettend geïrriteerd begon te raken.
‘Je weet niet eens wat voor band het is,’ verweerde Harry zichzelf. ‘We maken veel kans om het te gaan maken.’
‘Ja, vast,’ snoof zijn vader schamper, ‘net zoveel kans als die kat van ons om president van Amerika te worden.’
‘Liefje, is het een band met Ryan en die andere vrienden van school? Want ik weet zeker dat hun ouders het ook niet goed vinden. Je hebt je vast om laten praten, maar dat geeft niet. Morgen kun je ze opbellen om te zeggen dat je het te druk zult gaan krijgen met je nieuwe studie.’
‘Nee, mam,’ antwoordde Harry, die zijn geërgerde toon verbazingwekkend goed wist te verbergen. ‘Je kent die jongens niet en ik bel ze morgen niet op om te zeggen dat ik het niet doe. Ik doe het namelijk wel.’
‘Dat dacht ik dus niet!’ snauwde zijn vader. ‘Ondankbaar persoon! Weet je wat voor godsvermogen wij voor die studie van jou betalen?!’
‘Zie het als een voordeel, dat hoeft nu dus niet meer,’ antwoordde Harry. ‘Er is trouwens nog belangrijker nieuws.’
Zijn ouders keken hem behoedzaam aan, klaar om in de aanval te schieten.
‘Ik ga bij die jongens in huis wonen,’ gooide Harry er net zo snel uit als Tom de week daarvoor had gedaan. Zijn moeder sloeg haar handen voor haar mond en er verschenen tranen in haar ogen. Zijn vader sprong echter razend op.
‘Wat haal jij je allemaal in die zieke kop van je?!’ schreeuwde hij. ‘Ben je nou helemaal gek geworden?!’
‘Blijkbaar wel,’ antwoordde Harry, die met moeite zijn stem onder controle hield.
‘Schatje, ik denk dat je hier niet zo goed over na hebt gedacht,’ zei zijn moeder wanhopig, die de boel probeerde te sussen.
‘Dat heb ik wel.’ Harry keek haar vastberaden aan, maar ze gaf zich niet zomaar gewonnen.
‘Als je nou eens naar bed ging en er nog een nachtje over slaapt?’ probeerde ze tevergeefs, maar Harry schudde zijn hoofd.
‘Dan zullen we morgenavond precies hetzelfde gesprek voeren. Ik wil hier nu over praten.’
‘Je hebt je moeder gehoord!’ Zijn vader ademde zwaar en keek hem dreigend aan.
‘Jullie nemen dit niet serieus!’ riep Harry uit, die zijn rustige houding liet varen en nu alles in de strijd gooide. ‘Jullie snappen niet dat ik dit écht wil! Luister dan naar me!’
Zijn moeder verborg haar gezicht in haar handen, terwijl zijn vader alleen kwader leek te worden.
‘Rechten kunnen me geen zak schelen! Muziek maken, dat is hetgeen wat ik wil, snap dat dan!’
‘Je hebt een goed stel hersens, ook al zijn die nu blijkbaar uitgeschakeld!’ schreeuwde zijn vader, wiens speeksel in het rond vloog. ‘Jij gaat rechten studeren en daarmee uit!’
‘Nee!’ Harry richtte zich in zijn volle lengte op en stond tegenover zijn vader. ‘Je kunt me er toch niet toe dwingen!’
‘Je hebt je moeder gehoord!’ bulderde zijn vader opnieuw. ‘Naar je kamer! Je hebt huisarrest voor de rest van de maand! Wie denk je wel niet wie je bent?!’
‘Maar -’
‘Moet ik het voor je uitschrijven?! NAAR BOVEN!’
‘OKÉ! Ik ga al!’ Harry draaide zich abrupt om, gaf nog een harde trap tegen de bank en stormde toen zo hard hij kon de twee trappen op richting zijn zolderkamer. Hij stampte extra hard op de treden en hoorde zijn vader nog iets schreeuwen en zijn moeder huilen, maar trok zich er niets van aan. Met een enorme dreun smeet hij zijn kamerdeur dicht, schopte nog eens tegen zijn bed en liet zich toen met een kreun op bed vallen. Hij wist ook wel dat zijn ouders zo zouden gaan reageren, maar hij had toch gehoopt dat het anders zou lopen. Nu wist hij dat dat een stomme gedachte geweest was, zijn ouders zouden zoiets nooit accepteren.
Met een diepe zucht kwam hij overeind en keek naar de dozen, die al klaar stonden voor vertrek. Als zijn ouders dit zouden zien… Vlug kwam hij overeind en draaide zijn kamerdeur op slot, voor het geval dat. Hij stuurde Tom een sms’je dat hij het zijn ouders verteld had en morgen zou komen en keek toen om zich heen. Slapen zat er nu niet in, daar was hij veel te gefrustreerd voor, dus kon hij beter een andere bezigheid vinden. Daarom besloot hij alvast zijn bed uit elkaar te schroeven, zodat hij dat morgen niet meer hoefde te doen. Hij veegde een traan weg uit zijn ooghoek en kneep toen in zijn arm. Hij was geen watje.
Terwijl hij zijn grote matras met veel moeite van zijn bed tilde en dat op de grond legde, probeerde hij wat te kalmeren. Hij besloot zich te richten op zijn bed, nergens anders aan denken. Schroefje voor schroefje, plank voor plank en niet denken. Niet denken aan zijn ouders. Niet denken. Plank voor plank. Geen ouders meer. Schroef voor schroef. Knallende ruzie. Niet meer denken…
Wat een ROTouders heeft hij! Jeetje, ik kon die vader echt de keel omdraaien ofzo, wat een vreselijke ZAK!
Eigenlijk moet ik heel hard bezig zijn met Frans, maar ik krijg koppijn van die taal (waarom heb ik dat ook alweer gekozen? Zucht >.<) en dus kwam ik maar even binnenpiepen om te kijken of er iets nieuws was... en ja hoor!
*blij*
Ik heb ook toetsweek, dus het is je vergeven xD
Anyway, om mijn reactie wat meer inhoud te geven, ik kan eigenlijk precies hetzelfde zeggen als bij de vorige keer. Dit verhaal geeft mij echt het gevoel dat ik Harry BEN en dat is vrij moeilijk, want ik ken die hele band niet
Dus geweldig gedaan! <3
En die moeder ook echt hè, die snapt er natuurlijk weer helemaal niets van!Imke schreef:‘Liefje, is het een band met Ryan en die andere vrienden van school? Want ik weet zeker dat hun ouders het ook niet goed vinden. Je hebt je vast om laten praten, maar dat geeft niet. Morgen kun je ze opbellen om te zeggen dat je het te druk zult gaan krijgen met je nieuwe studie.’
Eigenlijk moet ik heel hard bezig zijn met Frans, maar ik krijg koppijn van die taal (waarom heb ik dat ook alweer gekozen? Zucht >.<) en dus kwam ik maar even binnenpiepen om te kijken of er iets nieuws was... en ja hoor!

Ik heb ook toetsweek, dus het is je vergeven xD
Anyway, om mijn reactie wat meer inhoud te geven, ik kan eigenlijk precies hetzelfde zeggen als bij de vorige keer. Dit verhaal geeft mij echt het gevoel dat ik Harry BEN en dat is vrij moeilijk, want ik ken die hele band niet

*kucht* Alweer ben ik het met Melian eens
Hij moet gewoon 's nachts al wegsluipen, zonder dat zijn ouders het horen of zo. Maar dat gaat niet echt met die vele spullen... Echt hè, wat een rotouders heeft hij! Hij mag toch zelf zijn eigen leven invullen? ><
Ben benieuwd!

Hij moet gewoon 's nachts al wegsluipen, zonder dat zijn ouders het horen of zo. Maar dat gaat niet echt met die vele spullen... Echt hè, wat een rotouders heeft hij! Hij mag toch zelf zijn eigen leven invullen? ><
Ben benieuwd!
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Hihi, ik snap ook nog altijd niet waarom ik Frans heb gekozen. Is het toch nog gelukt? Anyway, heel erg bedankt voor jullie reacties. Agnes, dat is een goed idee, maar hij kan het ook anders doen. Zoals jullie nu dus gaan lezen, haha. Heel erg bedankt!
~
De volgende ochtend werd Harry vroeg wakker door de helse pijn in zijn rug en hij besefte dat hij tussen het half uit elkaar geschroefde bed in slaap was gevallen. Met moeite kwam hij overeind en probeerde zich uit te strekken, zodat de pijn langzaamaan wat minder werd. Zodra hij een beetje wakker was geworden, spoelden de herinneringen van de avond ervoor in een vloedgolf over hem heen. Hij wist meteen weer waarom hij zich zo ellendig voelde, maar probeerde die gedachte te verdringen en begon zijn weg naar beneden te maken.
‘Hallo?’ riep Harry door het stille huis, maar hij kreeg geen antwoord. Behoedzaam liep hij de keuken in, maar hij kon opgelucht ademhalen toen hij op het aanrecht een briefje zag liggen met de mededeling dat zijn ouders wat vroeger naar hun werk waren dan anders. Vlug pakte hij zijn telefoon en toetste Danny’s nummer in. Het duurde even voordat er werd opgenomen.
‘Wat?’ klonk het slaapdronken aan de andere kant van de lijn.
‘Met Harry. Ik bel even om te zeggen dat ik vandaag kom met al mijn spullen. Ryan is hier over een half uurtje en dan laden we alles in. Ik ben er zo snel mogelijk, dan weet je het alvast.’
Er klonk een verdacht lange stilte, maar Danny wist het nog net te presteren om een vaag ‘oké…’ te mompelen voordat hij ophing en ongetwijfeld meteen weer verder sliep. Harry probeerde Tom te bellen, maar die nam niet op, dus besloot hij het erbij te laten. Ze zagen hem vanzelf wel verschijnen. Ongeduldig keek hij op zijn horloge en bedacht zich dat hij nog altijd zijn bed verder uit elkaar kon halen, waar hij zich dan ook de rest van de tijd mee bezig wist te houden.
Net toen hij daar klaar mee was, klonk er getoeter van buiten en wist Harry dat Ryan er was. Met twee treden tegelijk sprintte hij de trappen af en begroette zijn vriend, die net uit diens bestelbusje kwam gestapt.
‘Zo,’ zei Ryan, ‘heb je alles?’
Harry knikte. ‘Als het goed is.’
Onderzoekend keek Ryan hem aan. ‘Je weet dit toch wel zeker, hè? Wat zeiden je ouders ervan? Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ze het zomaar goed vonden.’
‘Vinden ze ook niet,’ antwoordde Harry, die hem voorging naar de zolder. Midden in de hal bleef Ryan staan.
‘En je doet het toch?’
Harry haalde zijn schouders op en Ryan volgde hem schouderophalend de trappen op naar zolder.
‘Heeft deze plotselinge omwenteling nog een reden of niet?’
Harry gaf hem twee volgepropte dozen en pakte er zelf ook twee, terwijl hij antwoordde: ‘Zie je mij nou echt al rechten studeren?’
Daar wist Ryan niets meer op te zeggen, dus liepen ze met zijn tweeën trap op en trap af, net zolang totdat ze uiteindelijk al Harry’s spullen in het bestelbusje hadden weten te proppen.
‘Nou,’ zei Ryan, die de klep van het busje dichtgooide, ‘ik wacht hier wel even.’
Dankbaar keek Harry hem aan en liep voor de laatste keer het huis binnen. Het huis waar hij vanaf nu niet meer woonde. Met een zucht pakte hij zijn ouders’ kat en gaf die een knuffel.
‘Dag kat,’ fluisterde hij. Hij zette haar weer neer, liep de keuken in en nam alles voor de laatste keer goed in zich op, wetend dat hij hier na negentien jaar voorlopig niet meer terug zou komen. Misschien zelfs nooit meer. Het was vreemd.
In de woonkamer legde hij nog een paar kussens recht, verschoof een fotolijstje en hing een schilderij nog wat rechter. Daarna pakte hij een blanco envelop uit de zak van zijn vest, die hij even goed bekeek. Vervolgens pakte hij een pen en schreef met kleine letters: Aan mijn ouders, die mij mijn dromen niet waar laten maken. Hij keek er nog heel even naar, liep toen naar de keuken en legde hem daar naast de notitie van zijn moeder neer, terwijl hij moeizaam slikte. Hij gaf de kat nog een laatste aai over haar kop en liep toen zonder verder nog om zich heen te kijken het huis uit. Hij draaide de voordeur op slot en liet de huissleutel in zijn broekzak glijden. Je wist maar nooit.
‘We kunnen gaan.’ Harry stapte tussen de spullen in het busje en terwijl Ryan knikte, werd het busje gestart. De laatste keer dat hij zijn huis zag. Zijn straat. De postbode. De buurvrouw van drie huizen verderop, die achterdochtig naar het volgepropte busje en vervolgens naar Harry keek. Die draaide zijn hoofd weg en bleef de rest van de rit zwijgend naar buiten kijken. Gelukkig was Ryan zo subtiel om een rustig muziekje op te zetten en verder niets te zeggen.
De rit duurde een dik haf uur, maar voor Harry’s gevoel waren ze er binnen vijf minuten al. Nu kon hij er niet meer onderuit. Hij ging het echt doen, er was geen weg meer terug.
‘Is het hier?’ vroeg Ryan en Harry knikte. Hij was de afgelopen week al een keertje langsgegaan, maar Tom had hem alleen nog maar de keuken en de woonkamer laten zien, omdat Harry niet te laat thuis moest zijn.
Ryan zette de motor uit en liep alvast naar de achterklep, terwijl Harry naar de voordeur liep en aanbelde. Het duurde even, maar toen deed Tom open, gekleed in zijn kamerjas en haar dat alle kanten oppiekte.
‘Harry!’ riep hij verrast. ‘Wat - Oh! Kom je vandaag al?’
‘Ik heb Danny vanochtend gebeld,’ zei Harry, waardoor Tom grimaste.
‘Was dat erg vroeg? Danny moet eerst namelijk altijd uit zijn coma ontwaken.’
Harry glimlachte opgelaten en zag toen dat Ryan al een zware doos vasthad. Tom stapte vlug opzij en zei: ‘Zet alle spullen maar hier in de gang neer. We brengen ze straks wel naar boven. Ik ben Tom.’ Hij schoot in zijn slippers en liep ook naar de auto toe om een doos te pakken. Met zijn drieën sjouwden ze alle dozen en uit elkaar gehaalde meubelen naar binnen, totdat het busje helemaal leeg was.
‘Nou,’ zei Ryan, die de klep opnieuw dichtmaakte, ‘dus vanaf nu ben je een Londenaar. Chelmsford gaat je missen.’
Harry glimlachte en sloeg voor even zijn armen om Ryan heen, waarbij ze elkaar als echte jongens op de rug sloegen.
‘Kom nog eens langs, zou ik zeggen.’
Ryan knikte. ‘Zal ik doen.’ Hij stapte het busje in en stak nog een laatste keer zijn hand op, voordat hij het gaspedaal indrukte en de straat uitreed. Harry keek hem na totdat hij helemaal uit het zicht verdwenen was en draaide zich toen om om naar binnen te lopen.
‘Dougie komt deze week,’ informeerde Tom hem, ‘hij wist alleen nog niet precies wanneer.’
Harry knikte en keek om zich heen, net als hij had gedaan toen hij hier voor het eerst kwam. Het huis nogal groot en begon met een ruime binnenkomsthal. Daar was het een zooi van jassen en schoenen, die alleen nog maar afkomstig waren van Tom en Danny. Dat ging nog wat worden als ze er met zijn vieren woonden.
‘Danny slaapt dus nog,’ zei Tom, die Harry voorging naar de keuken. ‘Ik zal hem zo wakker maken.’ Hij nam een versgezette kop koffie die op het aanrecht stond. ‘Oké, je hebt de keuze uit twee kamers. Er zijn drie slaapkamers op de eerste verdieping, waar Danny en ik onder andere slapen. Daar is dus nog één kamer over en er is er ook nog eentje op de derde verdieping. Daar zit maar één slaapkamer.
Dat wist Harry nog wel van de vorige keer, dat had Tom hem verteld, maar het was wel fijn dat hij nu degene was die zijn keuze mocht maken.
‘Mag ik de kamers zien?’ vroeg hij aan Tom, die knikte en hem geeuwend gebaarde hem te volgen.
~
De volgende ochtend werd Harry vroeg wakker door de helse pijn in zijn rug en hij besefte dat hij tussen het half uit elkaar geschroefde bed in slaap was gevallen. Met moeite kwam hij overeind en probeerde zich uit te strekken, zodat de pijn langzaamaan wat minder werd. Zodra hij een beetje wakker was geworden, spoelden de herinneringen van de avond ervoor in een vloedgolf over hem heen. Hij wist meteen weer waarom hij zich zo ellendig voelde, maar probeerde die gedachte te verdringen en begon zijn weg naar beneden te maken.
‘Hallo?’ riep Harry door het stille huis, maar hij kreeg geen antwoord. Behoedzaam liep hij de keuken in, maar hij kon opgelucht ademhalen toen hij op het aanrecht een briefje zag liggen met de mededeling dat zijn ouders wat vroeger naar hun werk waren dan anders. Vlug pakte hij zijn telefoon en toetste Danny’s nummer in. Het duurde even voordat er werd opgenomen.
‘Wat?’ klonk het slaapdronken aan de andere kant van de lijn.
‘Met Harry. Ik bel even om te zeggen dat ik vandaag kom met al mijn spullen. Ryan is hier over een half uurtje en dan laden we alles in. Ik ben er zo snel mogelijk, dan weet je het alvast.’
Er klonk een verdacht lange stilte, maar Danny wist het nog net te presteren om een vaag ‘oké…’ te mompelen voordat hij ophing en ongetwijfeld meteen weer verder sliep. Harry probeerde Tom te bellen, maar die nam niet op, dus besloot hij het erbij te laten. Ze zagen hem vanzelf wel verschijnen. Ongeduldig keek hij op zijn horloge en bedacht zich dat hij nog altijd zijn bed verder uit elkaar kon halen, waar hij zich dan ook de rest van de tijd mee bezig wist te houden.
Net toen hij daar klaar mee was, klonk er getoeter van buiten en wist Harry dat Ryan er was. Met twee treden tegelijk sprintte hij de trappen af en begroette zijn vriend, die net uit diens bestelbusje kwam gestapt.
‘Zo,’ zei Ryan, ‘heb je alles?’
Harry knikte. ‘Als het goed is.’
Onderzoekend keek Ryan hem aan. ‘Je weet dit toch wel zeker, hè? Wat zeiden je ouders ervan? Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ze het zomaar goed vonden.’
‘Vinden ze ook niet,’ antwoordde Harry, die hem voorging naar de zolder. Midden in de hal bleef Ryan staan.
‘En je doet het toch?’
Harry haalde zijn schouders op en Ryan volgde hem schouderophalend de trappen op naar zolder.
‘Heeft deze plotselinge omwenteling nog een reden of niet?’
Harry gaf hem twee volgepropte dozen en pakte er zelf ook twee, terwijl hij antwoordde: ‘Zie je mij nou echt al rechten studeren?’
Daar wist Ryan niets meer op te zeggen, dus liepen ze met zijn tweeën trap op en trap af, net zolang totdat ze uiteindelijk al Harry’s spullen in het bestelbusje hadden weten te proppen.
‘Nou,’ zei Ryan, die de klep van het busje dichtgooide, ‘ik wacht hier wel even.’
Dankbaar keek Harry hem aan en liep voor de laatste keer het huis binnen. Het huis waar hij vanaf nu niet meer woonde. Met een zucht pakte hij zijn ouders’ kat en gaf die een knuffel.
‘Dag kat,’ fluisterde hij. Hij zette haar weer neer, liep de keuken in en nam alles voor de laatste keer goed in zich op, wetend dat hij hier na negentien jaar voorlopig niet meer terug zou komen. Misschien zelfs nooit meer. Het was vreemd.
In de woonkamer legde hij nog een paar kussens recht, verschoof een fotolijstje en hing een schilderij nog wat rechter. Daarna pakte hij een blanco envelop uit de zak van zijn vest, die hij even goed bekeek. Vervolgens pakte hij een pen en schreef met kleine letters: Aan mijn ouders, die mij mijn dromen niet waar laten maken. Hij keek er nog heel even naar, liep toen naar de keuken en legde hem daar naast de notitie van zijn moeder neer, terwijl hij moeizaam slikte. Hij gaf de kat nog een laatste aai over haar kop en liep toen zonder verder nog om zich heen te kijken het huis uit. Hij draaide de voordeur op slot en liet de huissleutel in zijn broekzak glijden. Je wist maar nooit.
‘We kunnen gaan.’ Harry stapte tussen de spullen in het busje en terwijl Ryan knikte, werd het busje gestart. De laatste keer dat hij zijn huis zag. Zijn straat. De postbode. De buurvrouw van drie huizen verderop, die achterdochtig naar het volgepropte busje en vervolgens naar Harry keek. Die draaide zijn hoofd weg en bleef de rest van de rit zwijgend naar buiten kijken. Gelukkig was Ryan zo subtiel om een rustig muziekje op te zetten en verder niets te zeggen.
De rit duurde een dik haf uur, maar voor Harry’s gevoel waren ze er binnen vijf minuten al. Nu kon hij er niet meer onderuit. Hij ging het echt doen, er was geen weg meer terug.
‘Is het hier?’ vroeg Ryan en Harry knikte. Hij was de afgelopen week al een keertje langsgegaan, maar Tom had hem alleen nog maar de keuken en de woonkamer laten zien, omdat Harry niet te laat thuis moest zijn.
Ryan zette de motor uit en liep alvast naar de achterklep, terwijl Harry naar de voordeur liep en aanbelde. Het duurde even, maar toen deed Tom open, gekleed in zijn kamerjas en haar dat alle kanten oppiekte.
‘Harry!’ riep hij verrast. ‘Wat - Oh! Kom je vandaag al?’
‘Ik heb Danny vanochtend gebeld,’ zei Harry, waardoor Tom grimaste.
‘Was dat erg vroeg? Danny moet eerst namelijk altijd uit zijn coma ontwaken.’
Harry glimlachte opgelaten en zag toen dat Ryan al een zware doos vasthad. Tom stapte vlug opzij en zei: ‘Zet alle spullen maar hier in de gang neer. We brengen ze straks wel naar boven. Ik ben Tom.’ Hij schoot in zijn slippers en liep ook naar de auto toe om een doos te pakken. Met zijn drieën sjouwden ze alle dozen en uit elkaar gehaalde meubelen naar binnen, totdat het busje helemaal leeg was.
‘Nou,’ zei Ryan, die de klep opnieuw dichtmaakte, ‘dus vanaf nu ben je een Londenaar. Chelmsford gaat je missen.’
Harry glimlachte en sloeg voor even zijn armen om Ryan heen, waarbij ze elkaar als echte jongens op de rug sloegen.
‘Kom nog eens langs, zou ik zeggen.’
Ryan knikte. ‘Zal ik doen.’ Hij stapte het busje in en stak nog een laatste keer zijn hand op, voordat hij het gaspedaal indrukte en de straat uitreed. Harry keek hem na totdat hij helemaal uit het zicht verdwenen was en draaide zich toen om om naar binnen te lopen.
‘Dougie komt deze week,’ informeerde Tom hem, ‘hij wist alleen nog niet precies wanneer.’
Harry knikte en keek om zich heen, net als hij had gedaan toen hij hier voor het eerst kwam. Het huis nogal groot en begon met een ruime binnenkomsthal. Daar was het een zooi van jassen en schoenen, die alleen nog maar afkomstig waren van Tom en Danny. Dat ging nog wat worden als ze er met zijn vieren woonden.
‘Danny slaapt dus nog,’ zei Tom, die Harry voorging naar de keuken. ‘Ik zal hem zo wakker maken.’ Hij nam een versgezette kop koffie die op het aanrecht stond. ‘Oké, je hebt de keuze uit twee kamers. Er zijn drie slaapkamers op de eerste verdieping, waar Danny en ik onder andere slapen. Daar is dus nog één kamer over en er is er ook nog eentje op de derde verdieping. Daar zit maar één slaapkamer.
Dat wist Harry nog wel van de vorige keer, dat had Tom hem verteld, maar het was wel fijn dat hij nu degene was die zijn keuze mocht maken.
‘Mag ik de kamers zien?’ vroeg hij aan Tom, die knikte en hem geeuwend gebaarde hem te volgen.
Haf moet half zijn, volgens mijImke schreef:De rit duurde een dik haf uur,

Over Frans, ik heb het niet gedaan. Black-out and death.
Over Pudd, ik heb het weer gelezen. In tegenstelling tot Frans, was ik hier wél blij mee! Wat een verrassing.
Om even te stoppen met sarcasme, dit stukje was echt weer zo'n Waarom-ben-ik-Harry-niet-moment. Giga-huis, giga-vrienden, plaats in een band... Jaloezie hierzo! Ik kan eigenlijk alleen maar herhalen wat ik in mijn vorige reacties heb gezet, namelijk dat ik serieus heel even Harry bén en een kamer mag kiezen, in plaats van dat ik hier achter de computer zit te stikken van de hitte (en dat om tien over tien 's avonds!).
Wat er ook nog bij gezegd moet worden, is dat ik heeel gauw meer wil (no pressure xD)
Ik vind dat je, hoewel het verhaal zich nog steeds opbouwt, de lezer geweldig meesleept en gewoon laat sméken om meer, en dat is heel knap


Als jij nou snel aan Pudd schrijft, zorg ik voor een stukje Zwarte Tranen. Hoofdstukuitwisseling xD Nee hoor, take your time
